60.000 Joodse kinderen naar Israël eó van PINKSTEREN Tekeningen BOERGE PRAMVIG zodat hij in de kamer kon kijken. Daar stond een grote tafel gedekt met wijn en gebraad en heerlijke vis; de boerin en de koster zaten aan tafel. Nu hoorde kleine Klaas, dat er lemanj op de grote weg kwam aanrijden; 't was de man van de boerin, die thuis kwam. Toen dc twee daar binnen hoorden, dat de boer thuis kwam. schrokken ze zó. dat de boerin de koster vroeg in een grote, lege kist te kruipen. Vlug borg zij al 't 2. Kleine Klaas had een lange weg af te leggen en het werd verschrikkelijk boos weer. Dicht bij de weg lag een grote hoeve. De boerin deed open. maar zei dat hij weg moest gaan. Dichtbij had men een kleine schuur ge bouwd met èen plat strodak. ..Daar kan ik boven op liggen!" zei kleine Klaas, „dat is een heerlijk bed." Hij kroop boven op de schuur. De houten luiken voir de vensters sloten aan de bovenkant niet af. heerlijke eten en de wijn in haar bakkers- „Ach, ach," zuchtte kleine Klaas daar boven op 't schuurtje. „Is daar iemand boven?" vroeg de boer en keek op naar kleine Klaas. „Kom lie- Toen vertelde kleine Klaas, hoe hij dwaald was. en hij verzocht daar te gen overnachten. „Best. hoor!" zei de l ..maar eerst moeten we zien. dat we binnen krijgen." boutertje!" zei kleine Klaas, „hij zegt. dat hij de hele oven vol gebraad en vis en taart heeft getoverd." De boer opende vlug de oven en zag daar al 't heerlijke eten. De vrouw dorst niets te zeggen, maar zette 't eten dade lijk op tafel. Nu trapte kleine Klaas opnieuw op zijn zak. ..Wat zegt hij nu?" vroeg de boer. „Hij zegt." zei kleine Klaas, „dat hij ook nog drie flessen wijn voor ons heeft getoverd!" Nu .moest de vrouw de wijn voor de dag halen, en de boer dronk en werd vrolijk. „Kun je ook een mens tevoorschijn toveren?" vroeg de boer. „Ja,", zei kleine Klaas, „je zult zien dat hij er precies als een koster uitziet! Mijn kaboutertje zegt. dat je de kist moet open maken, die daar in de hoek staat; dan zul je een mens zien, maar je moet het deksel goed vasthouden, zodat hij niet ontsnapt." De boer tilde het deksel een eindje op en keek eronder. „Hu!" schreeuwde hij, „hij zag eruit als onze koster!" 3. De vi ouw omving ociden heel vrien delijk. dekte een lange tafel en zette hun een grote schaal met gort voor. De boer was hongerig en at er met smaak van. maar kleine Klaas moest de hele tijd maar denken aan dat verrukke lijke gebraad, vis en taart; hij wist. dat 't in de oven stond. Onder de tafel had hij zijn zak gelegd met de paardehuid er in. De gort smaakte hem helemaal niet; toen trapte hij op zijn zak en de droge huid piepte luid. „Neen maar. wat heb Je daar in je zak?" vroeg de boer. „O. dat u een ka- 4. „Die kabouter moei je me verkopen!" zei de boer. „verlang alles voor hem. wat Je wilt! Ik geef je er dadelijk een hele bom geld voor!" „Ja." zei kleine Klaas, „maar dan moet het schepel ook boordevol zijn." „Dat kun je krijgen." zei de boer. „maar die kist daar moet Je meenemen." Kleine Klaas gaf de boer zijn zak en kreeg een heel schepel geld ervoor e wagen om het geld en Aan de andere kant v een grote, diepe rivier; nieuwe brug over gelegd. Kleine Klaas hield mie stil en zei: ..Wat moet gekke kist beginnen! Ze zal ze maar in de rivier gooien." „Houd op!" riep de koster binnen in de kist. „ik zal je een schepel geld geven." „Dat is wat anders!" zei kleine Klaas en maakte de kist open. De koster kroop er uit. gooide de lege kist in 't water en ging naar zijn huis, waar kleine Klaas een schepel geld kreeg. Nu had hij zijn hele kruiwagen vol! :n een grote krui de kist weg te men had er een 5. „Dat paard kreeg ik buitengewoon goed betaald!" zei kleine Klaas tot zich zelf. toen hij weer In zijn huis was. „Wat zal grote Klaas opkijken." Toen zond hij een jongen naar grote Klaas om een maat te lenen. „Wat wil hij daarmee?" dacht grote Klaas en smeerde wat teer op de bodem, opdat er iets zou blijven hangen van dat genen wat gemeten zou worden. Dit ge beurde inderdaad, want toen hij de maat terug kreeg, waren er drie nieuwe zil veren stuivertjes aan blijven hangen. Grote Klaas liep dadelijk naar kleine Klaas .Waar heb jij al dat geld van- „O. dat is voor mijn paardehuid, die ik gisteravond verkocht heb!" „Dat was goed betaald!" zei grote Klaas, liep vlug naar huis. sloeg alle vier zijn paarden dood. vilde ze en reed met de huiden naar de stad. „Huiden, huiden! Wie wil er huiden kopen?" riep hij door de straten. Alle leerlooiers en schoenmakers kwa men n.inlopen en vroegen, wat hij voor die huiden wou hebben. „Een schepc: geld voor elk!" zei grote Klaas. „Ben je dwaas?" zeiden ze, „hij wil er ons tussen nemen." En toen begonnen zij op grote Klaas los te slaan. „Huiden, hui den!" riepen ze hem na. „Uit de stad met hem!" Grote Klaas moest maken, dat hij weg kwam. ao'n pak slaag had hij nog nooit gehad. Wekelijkse bijlage Zaterdag 28 Mei 1955 lUrawr Celhsrtjc tfonraiit Opvoeding en Iieraanpassing van jonge ballingen NAUWE BANDEN AAN NEDERLAND JODEN, die naar Israël gaan met het doel zich daar permanent t e vestigen, emigreren noch immigreren: ZIJ GAAN NAAR HUIS! liet is de verzameling der ballingen. Bij die ver zamcling der ballingen staat het ver zamelen van de ouderloze Joodse kin deren uit arme gebieden, maar boven al uit landen waar vervolgingen heer sen. op de voorgrond Ook in Israël geldt in zeer sterke mate: Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. De zorg n-ervoor heeft de jeugd-alijah, de jeugdopgang, want ook de Joodse kinderen maken zich op naar huis te gaan. De jeugd-alijah is een verbazing wekkende instelling, die zich niet tot Israël beperkt. In alle landen, waar Joden wonen, zijn afdelingen geves tigd. In ons land zetelt die afdeling in de Joh. Vermeerstraat te Amsttrdam. waar wij het een en ander over deze instelling vernamen Al spoedig werd jns duidelijk, dat de jeugd-alijah in de moderne tijd een van de omvangrijkste bewegingen is voor opvoeding en heraanpassing van kinderen. In de twintig jaren van haar bestaan heeft zij uit niet minder dan zeventig landen 60.000 kinderen naar Israël gebracht, opgenomen en heropgevoed. Reeds zijn 46.000 van deze kinderen als volwaardige bur gers aan de Israëlische maatschappij afgestaan. Daarmee heeft de jeugd- alijah het leeuwendeel van de voor de jonge Joodse staat onontbeerlijke pio niers verschaft, die in alle facetten van het maatschappelijk leven werk zaam zijn en daardoor op een nog niet te schatten betekenis deze staat opbouwen. Dat deze Israëlische kirïderbescher- mingsorganisatie wordt gewaardeerd en dat men alom de grote betekenis van haar werk inziet blijkt wel hier uit, dat Eleonore Roosevelt, dc echt genote van de voormalige Amerikaan se president, spontaan het ere-voor- zitterschap heeft aanvaard en regel matig de tehuizen bezoekt om zich op de hoogte te houden Met ons land heeft ide jeugd-alijah echter zeer bijzondere banden. Niet alleen zijn uit ons land gelden ge schonken om in de buurt van de Is raëlische plaats Chedera een kinder dorp te openen voor tachtig geestelijk ontwrichte Joodse kinderen en staat dit kinderdorp onider Nederlandse lei ding, maar bovenal heeft H.M Konin gin Juliana toestemming verleend dit kinderdorp naar haar te noemen. Een van de 260 kinderdorpen van de jeugd-alijah in Israël heet nu Kfar Juliana: een uitzondering, dat in Is raël een levend vorst of vorstin wordt vernoemd. Voor Nederland heeft men echter gemeend deze uitzondering te moeten maken wegens de uitermate prettige relaties die tussen beide klei ne landen bestaan en in de allereer ste plaats voor de oprechte belang stelling. die onze Vorstin toont voor dit uitzonderlijke jeugdwerk. TNE jeugd-alijah bestaat nog maar kort, amper twintig jaar. Zoals zoveel Joods werk is zij ontstaan door de vervolgingen. Toen in 1933 Hitier in Duitsland aan de macht kwam, voorzag de naar leeftijd gemeten reeds bejaarde, doch in haar hart en daden jonge 73-jarige Henriëtta Szold de ramp die zich over de Joden zou gaan voltrekken. Reeds had ze op sociaal gebied en op dat van het kinderwerk haar spo ren verdiend. Als Hongaarse van ge boorte maar Amerikaanse van natio naliteit, had ze in haar jeugd Palesti na bezocht ten tijde van de Turkse overheersing en was daar getroffen door de armoedige omstandigheden, waaronder vele kinderen moesten le ven. Terug in Amerika, organiseerde zij weldadigheidsfeesten, belegde vrou- wenbijeenkumsten -m hield lezingen met het doel gelid te verzamelen om Toen Hitier aan de macht kwam, verplaatste zij haar weldadigheidster rein van Palestina naar Duitsland. Zij riep het wereldgeweten wakker en be reikte dat in Palestina talrijke neder zettingen bereid werden gevonden een of meer Joodse kinderen op te nemen. Van de Engelse mandaatsregering verkreeg zij toestemming de kinderen naar Palestina te zenden, uit Amerikn verkreeg ze gelden cn de hulp van as sistenten. Toen begon de moeilijke taak de Joodse ouders in Duitsland er van t<- overtuigen, dat het het beste voor hun kinderen zou zijn deze af te staan Na eindeloze moedijkheden gelukte het haar het eerste transport van Joodse kinderen uit Duitsland naar Israël te laten gaan. Op 18 Februari 1934 was de jeugd opgang een feit geworden: toen kwam het eerste transport van 45 kinderen in Palestina aan. Henriëtta Szold heeft nog twaalf jaar bet werk kunnen lei den voor zij ontsliep. En hoewel zij zelf nimmer de vreugde van het moe derschap heeft gesmaakt hebben dui zenden kinderen aan haar het leven te danken. Niet zonder reden wordt zij daarom in Israël geëerd als moeder van duizenden kinderen. W\S eerst de opzet de kinderen -n Duitsland uit de handen van hun vervolgers te redden, toen Hitler in zijn machtswaanzin Europa bezette, moesten de werkzaamheden omvang rijk worden uitgebreid. Andere landen vroegen de aandacht Op wonderbaarlijke wijze gelukte het duizenden kinderen uit de Balkan- landen uit de handen van de Duitsers te redden. De noodzaak om de kinde ren te redden overwon alle moeilijk heden die in oorlogstijd bestonden. Via Turkije en Perzië. een lange vermoei ende weg voor jonge kinderen, wer den er vijfduizend aan hun vernieti ging ontrukt Ze wisten niet, dat God kan bloeien Uit mannen zo verweerd en grauw, En dat Zijn Geest een vale vrouw Gelijk een verse roos doet gloeien; Dat stemmen, hees van weer en wind En schettrend op de vingers gillen, Zó teer de harten kunnen stillen En koest ren als een moeder 't kind. Dan, in het kijfgejoel van dwaze Vermoedens, slingerde een de fraze: ,£e baaz'len wijl ze dronken zijn". Maar Petrus sprak, en met vervaren Gevoelden vélen dat zij waren Zelf vol van dezen heilgen unjn. Uit: „Langs den heirweg". Wij smeken: met Uws Geestes gloed Verteer ons als een offerande, O, dit is onze diepe schande: Dat wij zo koud zijn van gemoed. Als een versiersel op ons hoofd Willen we uw stille vlam wel dulden, O God, vergeef ons onze schulden, Dit: dat ons hart is uitgedoofd. Neem weg het voze pronkend woord, Dat U niet kent, ons niet behoort, Geleend geluk, geborgde schande. En hoor de oprechte rauwe kreet, Die scheuren in Uw hemel reet: Verteer ons als een offerande. WILLEM DE MéRODE. Doch ook na deze reddingen was het werk van de jeugd-alijah niet ten einde. De kinderen die de concentra tiekampen hadden overleefd, onder voed, geestelijk ontwricht, schuw en wantrouwend, vaaic zonder familie, moesten worden geholpen. Reel het sociale en maatschappelijke apparaat dat de jeugd-alijah in de loop der ja ren had opgebouwd, aangevuld met honderden vrijwilligers werd op de concentratiekampen geconcentreerd. Maar nauwelijks waren de laatst» kinderen uit deze kampen naar Pales tina gebracht en van de doorgemaakte verschrikkingen tot rust gekomen, of de staat Israël werd uitgeroepen. Weer een nieuwe taak wachtte. Een ware volksverhuizing van Joden ont stond: naar Israël trok men. Grote (Vervolg op pag U

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 15