„Schipper van de toekomst''
Beide omroepsters Vergeet
het maar: Het zijn
er
Veranderde sociale positie
van de zeevissers
HOLLANDSE NIEUWE
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 21 MEI 195S
RADIO-NYMFEN VOOR VISSERS
Vrouwen (noodmaatregel)
waren succes en bieren
J^ALLO Wilhelmina I. KW 25. hallo KW 25. hier is het
aangevraagde gesprek voor U. Roept U Schevenin-
gen-Radio maar aan."
Dat is, wat de schippers horen.
nu gauw eerst Appingedam even aanvragen, dan
kan, als het gauw doorkomt, dat gesprek nog afgewikkeld
worden, voordat ik het weerbericht lees. De Shell 21 moet
maar op de andere frequentie oproepen, want op deze kan
ik 'm bijna niet verstaan. En de Ida IJmuiden 235 moet later
op de avond nog maar eens aanroepen, want die zit in zo'n
kraakbui. dat ik er helemaal niets van kan maken".
Dat denkt de telefoniste omroepsier. als U wilt van
het op één na drukste radiokuststation ter wereld, Scheve-
ningen-Radio. bij zichzelf. En dat is dus. vrat de schippers
niet verstaan.
hebben niet gemerkt, dat er veel ge
scholden wordt; wél, dat de meisjes
dol zijn op hun baan en niet graag
iets anders zouden gaan doen.
Sommige meisjes stellen hun aspiraties
hoger: zij hebben het officiële diploma
radio-telefoniste gehaald, dat internatio
naal erkend wordt. Zij mogen dan ook
radio-telefoniste zijn aan boord van sche
pen. al zal dat niet vaak voorkomen.
Maar het is na de oorlog wel gebeurd,
toen de ,.W. F. van der Wijck", een boot
van de dienst EnkhuizenStavoren, die
toen nog niet in de vaart was, plezier-
r eruit kunnen afleiden, hoe
•je* het soms kunnen heb-
tch ja. dat geloven ze wel.
Het zijn er twee. denken sommige zee
varenden, want zij sturen dan met Kerst
mis of zo een ansicht „aan de beide
omroepsters van Scheven ingen-Radio".
Nee. dachten wij, het moeten er wel
meer zijn, als men ook nog eens afgelast
wil worden. Wij hielden het op vijf.
De directeur van het radiostation, de
heer C. van Geel. hielp ons uit de droom.
„Als u ze allemaal wil spreken, dan kost
dat wel een ogenblikje." zei hij bezorgd.
..Het zijn er vijf en twintig." Toen heb
ben we wel een keuze moeten maken
Uil nood geboren
Het is bij Scheveningen-Radio nimmer
gebruikelijk geweesl. om vrouwelijke
stemmen voor de microfoon te brengen
Het instituut van d a mes-om roe pst ers da-
pas
>rlog.
geest. Omroepen is het leukste werk,
maar dat laat men een mei9je nooit lan
ger dan vier uur achtereen doen; daar
voor is het te vermoeiend en daarvoor
zou het op den duur te veel van de zenu-
belaalt i
i hel 1
1ANNY
nog tets van maken"
(...'al En voor het werken op de noodgolf
n p, zo kun je heeft men ook een man: iemand die ge-
byna drie jaar varen heeft en die alle scheepstermen
oen-Rndjo^ Ze pn weej hoe het aan boord is. Dat
n„ kan voor zeevarenden, in moeilijke ogen
blikken een heel gemak zijn.
D1NY
egelmatig
17 April 21 jaar geu
y n'
dan één
Mejuffrouw
pat 21 jaar,
vijf jaar „in de lucht". Zij i
wel de meest ambitieuze var
ploeg: zp heeft als enige hie
meen certificaat als radio-telefoniste. Z\)
is nu bezig met de morse en haar ideaal
Is het om radio-telegrafiste te worden en
dus ook „op de sleutel" met schepen te
kunnen werken. Zij zou dat zelfs graag
aan boord van schepen doen, maar dat
Is als vrouw alleen nog maar op Noorse
en Zweedse boten mogelijk. En zo lang
het niet op een Nederlands schip kan.
laat, dan komt de vrouwen van Sche
veningen-Radio (de 25 „beide" meis
jes) alle lof toe voor de wijze, waar
op zij hun taak verrichten onder vaak
bijzonder moeilijke en drukke om
standigheden. En als er goede rela
ties bestaan tussen het Nederlandse
j kuststation en de mensen op zee, dan
Maar, als men deze uitzonderingen jhet niet de laatste plaats aan
een ogenblik buiten beschouwing i deze'meisjes te dankenl
dooi Harry van Kaam
Er is een boekje verschenen, dat een ereplaatsje waard is op de
boekenplank van elk Katwijks vissershuis. „Schipper van de toe
komst" is de titel. Harry van Kaam, de schrijver er van, is zonder
twijfel meermalen met logger of trolder naar de haring- of verse
visgronden geweest. Hij weet hoe het toegaat op de visserij. De ma
nier, waarop hij zijn wetenschap den volke kond doet, ts tn vrijwel
het hele werkje uitstekend.
„Schipper van de toekomst",
dat is uitgegeven bij de N.V.
Drukkerij en Uitgeverij J. F.
Duwaer en Zogen in Amster
dam, is het verhaal van een
Katwijkse jongen, die als af-
houwer op de Huiberdina Gijs-
bertha. KW 85, voor het eerst
meegaat naar zee. Floor heet de
jongen. Al vertellend over de
ervaringen, die Floor op zee op
doet, laat schrijver Van Kaam
de lezer spelenderwijs heel wat
wetenswaardigs over het vis
sersleven opsteken
Niet alleen over de door de
Nederlandse visserij aange
voerde vissoorten verhaalt Van
Kaam. Ook over drijf- en zink
nieten, over botters, kotters en
loggers en „trolders" schrijft
hij. Over het schieten en halen op de loggers en het uitzetten,
halen en weer uitzetten op de trolder. Over het varen tussen zegen
en verstand.
Wie vandaag al even tn de sfeer van Buisjesdag en haringrace wil
komen, moet „Schipper van de toekomst" ter hand nemen. Het geeft
iedereen, die niet in de gelegenheid is zelf eens een reisje mee te
maken, de kans precies te weten te komen hoe het vissersleven reilt
en zeilt. Men leeft mee van begin tot eind met Floor, die eerst de
haringteelt meemaakt en daarna als troldergast zee kiest.
Tot aan het einde, waar Floor van een reis thuis is gekomen. Bij
de winch blijft hij even staan. Hij tuurt over de IJmuidense haven.
De bus van Katwijk is er nog niet. Ineens voelt hij vier ogen op zijn
rug branden. Hij kijkt om en hoort de schipper zacht, wijzend op
hem, tegen Nieuwenhuizen, de walbaas zeggen: „Jó, daar steekt een
schipper inFloors gezicht lijkt dan ineens in brand te staan.
En hij is blij. „Schipper van de toekomst" is een boek voor Katwijks
jeugd van 8 tot 88.
iW A
Afhouwer van thans,
schipper van de toekomst.
Maar dit betekent niet. dat degenen, die
aangenomen zijn, het ook volhouden. Dc
eerste opleiding duurt ongeveer een jaar;
zelden zal een meisje eerder achter de
microfoon worden gezet. En dan zal men
om te beginnen, haar een rustig kanaal
geven, een golflengte dus. waarop he'.
aantal aanvragen haar niet voor onover
komelijke problemen stelt.
In dat jaar krijgen de meisjes o m. les
sen in techniek, die zich in dit geval be
perkt tot het bedienen van de uitgebreide
apparatuur, en spreeklessen. Zij mogcr
geen accent hebben, zij moeten duidelijk
en vooral zacht spreken, want het komt
vaak voor dat er drie of meer meisjes
tegelijk aan het werk zijn en dan mogen
zij elkaar niet storen.
tochtjes maakte op de Noordzee met als
basis IJmuiden. Dat gebeurde meestal in
de zomer cn telefon .s.es van Schevenin
gen-Radio, ö;e toch vacant ie hadden, gin
gen aan boord mee om het radio-werk
Ket spreekt vanzelf, dat dit radio-con-
De
zeer bezwaarlijk personeel kon krijgen
en meisje* aantrok voor alles, dat niet
persé door mannen moest worden ge-
Dat beviel zo goed. dat men later, toen
men weer gemakkelijker mannelijk per
soneel kon krijgen, de meisjes heeft ge
handhaafd en er. naarmate het drukker
werd op het kuststation, meer in dienst
heeft genomen.
In principe moet iedere vrouwelijks
«mployée. die dienst doet in het gebouw
van Scheveningen-Radio te IJmuldeu
al het werk kunnen doen. dat niet door
de heren der schepping wordt gedaan.
Zij roept dus om, bedient telex- en
teletype-apparaten, typt. telefoneert,
ponst bandjes voor de telextoestellen.
Er zijn er enkele, die In de loop der
Jaren meer gespecialiseerd werk heb
ben gekregen de loonadministratie
bijvoorbeeld dat ze helemaal opeist.
Maar de meesten doen al het werk,
wat het ook is. Dat houdt ze fris en, heb
ben wij de indruk, bevordert de goedt
rvaring heeft geleerd, dat in dit
e opleidingsjaar ongeveer de hcift
de meisjes afvalt. Soms kunnen zfj
iccent, waarmee zij behept zijn, niel
indere keer slagen zij er
HENNY
Mejuffrouw Hen nu Nobel
it 24 jaar oud. Sinds haa
twintigste is :e by het kustsation in
dienst. Of het hoar bevalt? Nor -■»—jjJ
leend.' Een van dt
van haar radiowe
ntste kanten
dt ze het mee-
Ptr. die met radar
.hinnengcpranf" moet u-orden. Dot loop'
alleen va haar als de boot niet ie groot
is. Ah het schip irel proter is. komt er
een loods aan boord met een uollcie-
talk.e. die zelf contact kan opnemen met
de bevoegde instanties zonder tussen-
kmnst van Scheveningen-Radm Scha
duwzijden aan het u-erk? Nee. of het zou
de a i'onddienst moeten zijn.
Scholder al
bijna vól jaar in dienst van Schevenin
gen-Radio De interessantste kant ton
myn u-eek' Misschien is dat wel de rad'o-
medische dienst als er een Sik' aon
boord is en het Iaat zich ernetig aanzien,
kan de schipper of iemand anders Sche-
reningen-Radio oproepen. Een dokter
traag: dan de tymptomen en geeft aan
de hand dnarran zijn adviezen. Dat kan
ook grappig zijn: laatst was de oerblndinp
slecht en toen de dokter zet, dat cr
luminal en broom moest worden gebruikt,
zei de schipper det h\j geen yoghurt en
room aon boord had.
Geen afvalligen
lelijk is dat echter niet: van een
»n teven meisjet. dat het vorig
mber is aangenomen, is er nog
•n weg. Integendeel: verschillende
n zitten op rustige uren al achter
rofoon. vertelde de heer Van Geel
inder trota.
Voor degenen, die de opleidingstijd in
alle opzichten „overleven", wordt het ccn
betrekk.ng met zeer veel aantrekkelijk
heden. Het gebeurt dan ook met vaak.
da! er een meisje weggaat, anders darj
om in het huwelijk te treden. En soms
dan blijft zij nog doorwerken: al* zij
graag wil en als zij onmisbaar ia.
Het is lang geen gemakkelijke baan.
maar die hebben vaak de meeste char
mes. Iemand, die verschrikkelijk op zijn
betrekking scheldt, voelt zich maar al te
vaak verschrikkelijk ongelukkig, als hij
er tijdelijk uit is.
Zo is het ook met de omroepsler*-
functles bij Scheveningen-Radio. Wil
De heer J. Rubber
Rotterdam is c
r de microfoon. Maar hij zorgt dan
■oor de noodgolf. Die is niet alleen
noodverkeer, maar ook voor op roe
van schepen, die de golflengte niet
weten van het station, met wie zij willen
werken. „Zo als een kind irvgeral van
nood om zijn moeder roept, zo roept een
schipper ingeval van nood ons aan", zegt
de heer Bubberman. Er was laatst een
Nederlands bootje voor de Engelse kust
aan de grond gelopen. Hg riep Scheve
ningen-Radio can. die onmiddellijk ant
woordde en daarna voor de reddingboot
het Engelse kuststation waarschuwde,
dat het meest in de nabijheid lag.
tact met schepen 's nachts niet stilgelegd
wordt. Daaraan zit dus de consequent
vast, dat de meisjes ook bij tijd en wijle
nachtdienst hebben te doen. De heer Van
Geel probearde ze bij het naar huis gaan
te laten escorteren door een mannelijke
employée, die in de buurt woonde, of
te laten meegaan met een postauto. Maar
er bleven en terecht ernstige be
zwaren kleven aan het systeem.
C. VAN DER WAL (C.N.V.) OVER
nrOE STOND HET
Al ring visser ij van de kustplaatsen
met de ha- regering achtte het van belang over
Ideze toestanden te worden ingelicht en
j graf in 1911 opdracht aan de hnofdinspec-
voor in de negentiende eeuw tot het |tCur voor de Scheepvaart een onderzoek
begin van de twintigste eeuw? Na lm te stellen.
de Franse overheersing herstelde deDe reders konden zich vrijwillig
visserij van de kustplaatsen zich
heeft
dat
eerst langzaam.
Het verbod van kaken voor de
kustplaatsen bleef bestaan en werd
in 1818 nog eens opnieuw uitvoerig
gereglementeerd, ondanks alle pro
testen.
L>e schepen van de kustplaatsen had
den zgn. het monopolie van de verse
haringvangst.
In 1846 werden een aantal beperkende
bepalingen weggenomen en begonnen de
bommen op grote schaal haring te kaken.
Een nieuw type schip. nl. de logger,
deed zijn intrede. De bomrfien werden in
snel tempo vervangen door loggers.
Op deze loggers vanzelfsprekend in
de loop der jaren vci-groot en gemoderni-
seèrd hebben de vissers voor het groot-
deel der laatste 50 jaren geleefd en
gewerkt.
Gebleken
In 1909 werd op het veertiende Congres
>or openbare gezondheidsregeling door
v. d. Plaats een rapport uitgebracht
rer de toestanden aan boord van vis-
•rsvaartuigen. waarin hij tot de volgen
de conclusies kwam:
1. Te weinig woonruimte, te weinig licht
en te weinig ventilatie;
2. Op de loggers waren geen watertanks
aanwezig en het drinkwater werd in
nieuwe haringtonnen bewaard, waar
door het na plm. 2 weken meestal on
geschikt was voor de consumptie;
De kooien waren te kort en te smal;
In deze smalle kooien sliep vaak
dan één persoon
enige tijd verlaten. Natuurlijk: de
avonddienst i* gebleven en de Zon
dagsdienst ook (daar staat een vrije
dag in de week tegenover). Maar voor
de nachtdiens', komen slechts de man
nen in functie, zij het soms als in
valler.
sedert (5. Geen kombuizen cn slechte kojes;
18. Het logies diende tevens als opslag
plaats van brandbare voorraden 1 pe
troleum. terpetijn, velf»;
Geen bergkasten en hangkasten be
schikbaar:
Het logies moest achteruit worden
aangebracht en voldoende luchtko
kers moesten worden geplaatst.
hij heeft er geen rooie duit.
De reep en de netten zijn opgeknapt,
Hij vaart op z'n ouwe schuit.
AAN WAL de angst, aan boord de moed,
de loggers varen ter haringvangst,
de Hollandse Nieuwe is goed.'
F^£ KARRETJES vlaggen in stad en land,
de kraampjes op markt en plein.
De vis wordt gegeten aan alle kant.
Het zeebanket smaakt zo fijn.
Geen zorg, geen angst vergeet de nood,
de venters slijten de haringvangst,
de Hollandse Nieuwe schaft brood.
JAN VOGEL
derwerpen aan het door de Scheepvaart
inspectie uit te oefenen toezicht.
Dit toezicht heeft niet veel opgang ge
maakt. Ook de vissers waren niet altijd
direct bereid verbetering te aanvaarden.
Het is zelfs voorgekomen, dat men wei
gerde te monsteren, omdat de kombuis
in een aparte ruimte was aangebracht.
Hierin is wel veel veranderd.
Een dwingende regeling was noodza
kelijk en kwam ook tot stand door in
werkingtreding van het Schepelingen-
besluit. Vanzelfsprekend konden tal van
voorschriften pas volledig worden toege
past bij de bouw van nieuwe schepen.
Eon kijkje op een nieuwe logger is vol
doende om aan te tonen, dat op dit stuk
grote veranderingen zich hebben vol
trokken.
Het wachten is op de verdwijning van
de oude cn verouderde schepen.
Sombere voedingslijst
IVIET ALLEEN de huisvesting was in
het begin van de twintigste eeuw
lecht te noemen. Heel hei leven aan
•oord was hard en grauw. Men bedenke,
lat er reizen werden gemaakt van twee
n drie maanden. Naast de huisvesting
gaf ook de voeding een somher beeld.
Als men naar zee ging kreeg men twee
erse broden mee en daarna was het
:eekaak. Het rantsoen was 22 of 23 zee
kaken voor negen dagen. 's-Middags was
iet erwten of bonen cn voor afwisseling
ionen of erwten.
De warme maaltijd bestond uit rijst
met „lekbier". Was het bier op dan moest
de rijst worden aangemaakt met water
en azijn.
Zaterdags kreeg men een feestmaaltijd:
pannekoeken. Vlees was er niet bij. Hoog
stens een stukje spek. Alleen 's morgens
by de kaak kregen de mannen een „bak
je koffie".
Als men op de visserij kwam moest
de mast uit de kossing gehaald worden.
Alles met handkracht. Was er goed ge
trokken dan kreeg men als beloning een
halve zeekaak.
Wij laten nu maar buiten beschouwing
de kwaliteit van een aantal artikelen,
als men enige dagen op zee was. Een
deel van de voeding, zoals melk en sui-
moesten de opvarenden, voorzover
zij hiertoe financieel in staat waren zelf
meenemen. Dit menu was tot 1918 nog
Geen luilekkerland
AL IS ER oilk vandaag nog wel eens
een vraag over de voedingslijst, zij
vertoont toch een geheel ander beeld.
Hierbij kan worden opgemerkt, dat een
commissie, ingesteld door de Minister
van Sociale Zaken, thans bezig is aan
het samenstellen van een rapport over
de voeding aan boord van de vissers
schepen.
Werktijden
recht op
tussen
!4 tot 56 uur. Dit hangt af van dc aange
voerde haring (vers of zout). Hierdoor
krijgen de opvarenden tijdens de teelt
meermalen gelegenheid enige dagen in
het gezin, door te brengen. Daar staat
dan tegenover een veel intensievere ar
beid tijdens het verblijf op zee.
Van een vastgestelde rusttijd is ook
thans geen sprake. Wettelijke bepalingen
zijn niet van kracht. In 1947 heeft de mi
nister van Sociale Zaken een commissie
ingesteld, aan welke werd opgedragen
onderzoek in te stellen naar de ar
beidstoestanden in het visserijbedrijf.
Ook deze commissie komt in haar rap
port tot de conclusie, dat de bemannin-
van vissersvaartuigen op de visgron
den vaak lang en hard werken en dat er
geen regelmaat in dc werktijden is.
Van de haringvisserij wordt gezegd.
it in de voorteelt (einde September) op
de visgronden dagen voorkomen met
werktijden van twaalf uren, met een
nachtrust van vijf uur. In de nateelt ko-
dagen voor waarop werktijden wor-
gemaakt van achttien uren met een
rusttijd van vier uren. Van de rusttijden
moet het wachtlopen nog af.
commissie achtte het onder de hui
dige omstandigheden niet mogelijk werk-
tydvoorschriften met de nodige controle-
regelen aan te bevelen, zulks in ver
band met de onberekenbare eisen, welke
het werk in dit bedrijf stelt.
Wel wordt aanbevolen dit belangrijke
vraagstuk in studie te houden.
Hieruit is wel duidelijk, dat het niet
eenvoudig is voor het probleem van
werk- en rusttijden een wat meer sociale
oplossing te vinden. De werk- en rust
tijden worden mede bepaald door wat de
zee gééft. Grotere vangsten vragen meer
werk en vanzelf minder rust.
De werkelijk omschreven rusttijden
moeten voornamelijk gevonden worden
in de binnenligtijd tussen twee reizen, en
een „vrije dag" in een week.
De drijfnetschepen mogen maar zes
nachten vissen, terwijl de trawl-log-
landers. Er bestond een systeem
„varen op deel", waardoor de bemanning
sterk by het bedrijf geïnteresseerd a
Deze eigenaardigheden en het ontbreken
van andere middelen van bestaan voor
de bevolking gaven aan de visserij der
kustplaatsen een grote innerlijke kracht".
De nood enerzijds en volledige afhan
kelijkheid waren dus de factoren tot ver-
terking van de innerlijke kracht. Een
stuk van deze „innerlijke kracht" is thans
nog gebleven, n.l. het varen op deel.
Dat wil dus zeggen, dat de inkomsten I
van de vissers afhankelijk zijn van de j
vangsten en prijzen.
Wij betwijfelen echter of de factoren
die in de 19e eeuw de innerlijke kracht
hebben bevorderd, nu nog dezelfde uit- j
werking zouden hebben.
Tot 1918 werd gevaren zonder enig ga-
gers op Zaterdag tijdig de visserij
moeten beëindigen, zodat de vangst
voor Zondag nul uur is verwerkt en
op Maandagmorgen voor nul uur
niet mag worden hervat.
Handhaving van deze wekelijkse
rustdag moet dan ook reeds uit so
ciale overwegingen worden gewaar
borgd.
Varen „op deel"
regel moet hij zyn arbeid verrichten on
der zeer moeilijke en vaak gevaarvolle
omstandigheden. Zo was het vroeger en
zo is het nu nog.
Tot voor 1£M0 behoorden de vissers tot
de slechtst betaalde arbeiders. Hieraan
was het loonsysteem niet vreemd.
De opvarenden kregen en krijgen als
gage een deel varf de besomming.
In een overzicht van onze Nederlandse
vissersschepen troffen wij de volgende
opmerking aan:
„De bemanningen der bommen kwa
men uitsluitend van de kustdorpen. Op
de buizen voer allerlei volk* ook buiten-
rantieloon. Als men naar zee ging leende
men van de reder een f25.waarvan het
gezin maar moest zien rond te komen tot
de mannen van de reis terugkwamen,
kan dus twee drie maanden duren. Wat
een zorg in de achterblijvende gezinnen!
In 1918 werd een garantieloon inge
voerd van f 12.per week. Indien dus
over de gehele teelt niet gemiddeld 112,—
was verdiend uit het deel van de besom
ming, dan werd op deze f 12,afge
rekend. Hiervoor had men dan 6 7
maanden gezwoegd, gevaren getrotseerd,
dag en nacht gewerkt.
Van deze lage lonen moesten de vissers
dan nog eigen uitrusting aanschaffen t
een deel van de eigen voeding betalen.
Wij hebben niet teveel gezegd, dat de
vissers een hard leven hadden en tot de
slechtst betaa.ide arbeiders van Neder
land behoorden
Nu wel beter
AL IS tot nu toe „het varen op deel"
als loon gehandhaafd gebleven, het
heeft niet meer die harde uitwerking als
vroeger. Een deel van de risico's is thans
weggenomen. Het garantieloon is v<
hoogd tot f 55.65 per matrozendeel
de overige rangen naar verhouding.
Dit garantieloon geldt niet meer voor
de duur van de hele teelt.
De teelt is gescheiden in verschillende
garanue-perioden. Wordt in een gestelde
garantieperiode boven het garantieloon
verdiend, dan kan dit meerdere niet n"
worden aangewend voor een andere ga
rantieperiode.
Ook langs andere wegen is voor de
vissers grote sociale zekerheid bereikt.
Door het vaststellen van minimum
prijzen en het instellen van opva.ngfond-
sen voor overbrugging van opgehouden
haring is een zekere prijsstabilisatie ver
kregen, Ook dat geeft voor de vissers
een vastere basis aan het inkomen.
Tengevolge van de grotere schepen met
sterkere motoren is de vangcapaciteit
vergroot. Ook dit heeft geleid tot inkom
stenvergroting van de vissers.
Als men spreekt over de inkomsten van
de vissers, mag men nooit uit het oog
verliezen de lange en ongeregelde werk
tijden en de hoge verwervingskosten voor
kleding etc.
Hoogstens kan men nu zeggen, dat ze
niet meer behoren tot de slechtst be
taalden in Nederland.
Hierop zijn uitzonderingen naar boven
en beneden. Ondanks een gewijzigd en
verhoogd garantieloon met minimumprij
zen en opvangfondsen, moet het komen
uit de besomming. En de zee is in haar
geven soms wispelturig.