Herdershonden kampen om blauwe wimpel óprookjcó van clAncl&rven BOERGE PRAMVIG Tekeningen haar en er kwam haat in haar hart.. Zij nam drie padden en zei tot de een: „Wan neer Elsa in het bad komt. zet je dan neer op haar hoofd, opdat zij even dom moge worden als gij!" en tot de andere: „Zet je neer op haar voorhoofd, opdat zij even lelijk moge worden als gij." Toen zei zij tot de derde: „Leg je neer op haar hart, opdat zij allemaal boze dingen zal doen." Toen riep zü Elsa, ontkleedde haar en zette haar in het bad. Toen zij onderdook, zette de ene pad zich op heur haar, de andere op haar voorhoofd en de derde op haar borst, doch Elsa scheen dit niet te merken, en zodra zij oprees uit het water dreven er drie rode papavers op de op pervlakte. De padden waren in bloemen veranderd. 2. Het was nog heel vroeg in de mor gen, toen zij over het boerenhuis vlogen, waarin hun zuster Elsa woonde. De arme kleine-Elsa stond in het boerenhuis en speel de met een groen blad; zij stak een gaatje in het blad en keek er doorheen naar de Toen zij vijftien jaar was, keerde Elsa naar huis terug: maar toen de koningin zag, hoe mooi zij was, werd zij boos op Bedroefd sloop zij heimelijk uit het slot weg. liep dagen lang over velden en door moerassen tot zij aan het grote bos kwam. Toen begon het donker te worden en ver dwaalde zij. Ze legde zich neer op het zachte mos en leunde met haar hoofd te gen een boomstam aan. De hele nacht droomde zij van haar broers; zij speelden weer samen als kinderen, schreven met dia manten griffels en keken in het mooie prentenboek, dat met een half koninkrijk betaald was. Toen zij wakker werd, stond de zon al hoog aan de hemel. Zij hoorde het water ruisen van de vele beekjes, die alle uit liepen in een vijver. Rondom de vijver groeiden dichte bosjes, doch op één plek was er in de struiken een grote opening, waar Elsa doorging om naar het water te Toen de boze koningin dat zag, wreef zij Elsa in met het sap van walnoten, zodat zij geheel donkerbruin werd, be streek haar gelaat met stof en vuil en maakte haar prachtig haar in de war; toen was het onmogelijk de mooie Elsa daaruit te herkennen. Toen haar vader haar dan ook zag. schrikte hij van haar en zei- de, dat dit zijn dochter niet was. 4. Toen zij weer gekleed was en haar lang haar had gladgestreken, dronk zij urt de nolte van haar hand. en ging dieper het bos in. Slechts enkele schreden had zij gedaan, toen zij een oude vrouw ontmoette, die een mandje vol bessen droeg. Elsa vroeg haar of zij niet elf prinsen had gezien. open zee. Heel de prachtige zee lag nu voor het meisje. Op het zeewier, door de golven meegespoeld, lagen elf witte zwa- neveren. Elsa verzamelde ze tot een bosje. Er lagen waterdruppels op de veren, maar of het dauwdruppels waren of tranen waa „Neen", zei het oudje, „maar ik zag gis teren elf zwanen met gouden kroontjes op hun kop, zwemmen in de stroom hier dicht bij!" En zij bracht Elsa een eind verder het bos in naar een plas, waaruit een beekje vloeide. Elsa bedankte het oude vrouwtje en volg de de beek totdat deze uitliep in de grote. 5. Toen de zon begon onder te gaan, zag Elsa elf witte zwanen met gouden kroon tjes op het hoofd naar het land vliegen. Toen stond zij op van het strand en ver borg zich achter een bosje. De z.vanen zet ten zich naast ha3r nee: en sloegen met hun grote, witte vleugels. Toer. de zon onder water zonk. viel plot seling het gevederte der zwanen af en daar stonden elf schone prinsen: Elsa's broe ders. Zij gaf een luide gil en wierp zich in hun armen. Zij lachten en weenden, en weldra wisten zij van elkaar hoe slecht hun stiefmoeder voor hen allen geweest „Wij broeders", zei de oudste, „vliegen als wilde zwanen zo lang rond als de zon aan de hemel staat; wanneer zij ondergaat, krijgen wij onze menselijke gedaante weer; Daarom moeten wy altijd bij zonsonder gang zorgen op aarde te zijn. want vlie gen wij op dat ogenblik hoog in de lucht, dan zouden wij, als mensen, neerstorten in de diepte der zee. Hier wonen wij niet. Daar ligt een land even schoon als dit, onder de zee; maar de weg daarheen is lang, wij moeten de grote zee over; slechts een eenzame, kleine rots steekt boven het water uit. Deze rots is nauwelijks groot genoeg, dat wij er. zij aan zij tegen elkaar, op kunnen liggen Daar overnachten wij in onze menselijke gedaante!" Wekelijkse MJIctgè tonen Scherpzinnigheid, doorzettingsvermogen. en tact Australië telt meer dan honderdmillioen schapen SCHAPEN denken de meeste mensen zijn domme, zachte dieren. Een ervaren herder weet echter wel beter. En een ervaren her dershond zou u (als hij praten kon) zeker nóg meer verhalen kunnen vertellen over slimme, las tige, weerbarstige en tergende schapen. ,Jiallo, aangenaam met u kennis te maken! Mijn naam is Warenda Boy. Maar.neem me niet kwalijk. meer tijd heb ik niet anders gaan mijn schapen er van door!" Heus, het is geen kleinigheid voor een hond, om een kudde schapen bijeen te houden. Een her der alleen zou er de allergrootste moeite mee hebben. Een herders hond echter brengt het als regel een heel eind, natuurlijk mits hij over de eigenschappen beschikt, die een goede schaapshond moet bezitten en mits hij goed afge richt is. Deze herders wijsheid is gemeen goed in herderskringen, waar ook ter wereld. Zij heeft vooral in Australië grote betekenis voor de praktijk, omdat in dat deel der wereld meer schapen worden ge houden dan waar ook elders op aarde. Het allesbehalve domme Austra lische schapendom telt namelijk meer dan honderd millioen van die vierpotige wolproducenten. Schapenwol is een der belang rijkste producten van Australië. Dat dit zo is, danken de Austra liërs vanzelfsprekend in de eerste plaats aan de aanwezigheid van zoveel schapen, doch voorts aan de herders en vooral ook aan de herdershonden. Waren er geen herders en geen honden, dan zou het met de Australische wolproductie heel snel verkeerd gaan. Geen wonder dus, dat de boeren en de herders daar te lanc^ bijzonder veel zorg besteden aan de fok, de dressuur en de vepleging hunner viervoe tige helpers. EVENZEER is het begrijpelijk, dat boeren en herders een le vendige belangstelling koesteren voor eikaars honden. Deze belangstelling komt wel haast dagelijks tot uiting in ge sprekken en bij bezoeken aan el- kaars kennels. Zij treedt echter in het bijzon der aan de dag tijdens de demon straties, proeven en wedstrijden met schaapshonden, die vrijwel het gehele jaar door alom in Australië plaats vinden. Soms zijn zij een onderdeel van een veeteelt- en landbouwtentoon stelling, doch vaker worden zij speciaal georganiseerd om de be volking eens echt te doen genieten van „goede schapensport". Dan leven de toeschouwers stedelingen zowel als plattelan ders intensief mede, als zij de verbeten strijd tussen hond en schaap, tussen een vastberaden, doelbewuste, intelligente Collie en een troepje sluwe, tartende, weerbarstige schapen gadeslaan. Tijdens die wedstrijden blijkt tevens, hoe knap de honden zijn gedresseerd. Het is voor hem of haar, die zo'n demonstratie voor het eerst meemaakt, eigenlijk een onthulling om te zien, wat die een voudige herders, die nooit ook maar één enkel boek of artikel over dierpsychologie hebben ge lezen, in hun honden weten te brengen en uit hun honden weten te halen! Zeer in trek als schaapshond zijn in Australië de Collies. Ook maken de herders vaak ge bruik van Kelpies en van kruisingen tussen Kelpies en Collies, doch laatst genoemd ras geldt toch als het beste en bruikbaarste van de drie. De Collies zijn „thuis" in Schot land, doch reeds ja ren lang worden er in Australië even eens Collies gefokt. Wel zorgen de fok kers voortdurend voor „immigranten", want jaar in jaar uit verlaten een aan tal Collies hun Schotse vaderland met bestemming Australië om daar fris bloed in de kennels te bren gen. EENS per jaar vinden de drie daagse wedstrijden tussen de herdershonden plaats om de Coo per Trophee, de „Blauwe Wimpel" der schaapshonden. Zes schapen worden dan in de arena gebracht en de honden moe ten om de beurt tonen, hoe goed zij met die dieren weten om te springen. Concentratievermogen, behendigheid, gehoorzaamheid, in zicht, uithoudingsvermogen der „Op deze foto sta ik naast de Blauwe Wimpel. Maar gewonnen heb ik hem niet. M'n collega had de koppel schapen een paar minuten eerder bij elkaar dan ik. Enfin, we zullen maar denken: 'n volgende keer beter honden.... en de aard der scha pen bepalen de uitslag van de wedstrijd. Ja, ook de aard der schapen, want treft een goede hond per ongeluk een troepje erg lastige schapen, dan kan het zijn, dat zijn prestatie toch iets minder is dan die van een minder goede hond, die toevallig gemakkelijke scha pen te hoeden kreeg. In de paar densport komt het aan op de com binatie man-paard, in de schapen- (Zle vervolg pag. 3)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 7