Mierenstaat
ZONDAGSBLAD 23 APRIL 1955
Het w/onder van de
Geordende samenleving, die de mensen ten voorbeeld strekt
In uw vacaniie moei U er eens speciaal op leUen!
EEN mierenstad Is eigenlijk op zich
zelf al een wonder. Soms is bet
nest onder de grond gebouwd of in
boomrcsten. Ook zijn er waarover een
koepel is opgeworpen. De burcht vangt
dan de hele dag de zonnestralen op.
ook als de zon 's morgens en 's avonds
laag aan de hemel Staat, en na een re
genbui loopt het water er snel af. Als
bouwstoffen worden veelal bladresten.
dennennaalden, aardkluitjcs, stukjes
hout, brokjes hars enz. gebruikt.
Het interieur bestaat uit tal van ka
mertjes en zalen: er zijn kamers voor
de eieren, voor de blinde larven, voor
de poppen, ja zelfs is er een speciale
voorraadkamer voor het voedsel en
soms nog een bergplaats voor vuilnis.
Het aantal bewoners van een mieren
nest kan erg variëren. Er zijn er met
vijftig duizend, maar ook met een half
millioen.
Zij allen krioelen op het eerste ge
richt doelloos door elkaar.
Maar dat doelloze ie slechts schijn
Hare Majesteit
OP een zachte voorjaarsmorgen, als
alles buiten tintelt van het nieuwe
leven, dat na een lange winterrust op
nieuw is doorgebroken, is het alsof een
geest van onrust bezit van het mieren
nest heeft genomen. Als hebben ze een
Seheime afspraak, borrelen de mieren
oor de nauwe openingen naar buiten.
Ze trillen wn opwinding en hollen door
Dan vliegt ineens de hele zwerm als
een glinsterenae rookwolk omhoog. Al
hoger en hoger stijgen ze. Het is de
bruidsvlucht, die eindigt op een punt,
dicht bij de blauwe lucht: een kerktoren
of de top van een hoge boom
Deze grote gebeurtenis ir. het warme
licht van de gouden lentezon is echter
veelal het einde van het leven van de
mierenmannetjes. Zij hebben hun dienst
verricht en sterven.
De koningin komt omlaag en begint
haar levenstaak: het Instandhouden van
het mierenvolk. In een afzonderlijke ka
mer van het nest legt zij haai eitjes.
Onderzoekers hebben ontdekt, dat dit
een fabelachtig hoog aantal kan zijn,
zelfs 3500 op één dag. Dat is twee-en-
een-half tot drie-en een-half maal het
lichaamsgewicht van het dier.
Dienstmeisjes en
baby verzorgsters
Zodra de eieren gelegd zijn, worden
deze door werkmieren uit dc „legka-
mer" weggehaald en overgebracht naar
een afzonderlijke afdeling van het nest.
Na korte tijd kruipen er larven uit en
dan geschiedt het wonder, waarvoor wij
mensen, met al onze geleerdheid, geen
verklaring kunnen vinden. De werksters
voeren de larven met voedsel en speek
sel. Maar de aard van de voeding is
van beslissende invloed op het leven
Koepel over een mierenstad,
woonplaats van duizenden rode
bosmieren.
:1 krijgt
ien. die
De larve die overvloedig
toegestopt, wordt koningin.
het met minder moeten stollen, groeien
de werkmieren. Dc larven, die enige
dagen geen eten krijgen en dan met
vlees worden gevoerd, zullen straks op
groeien tot soldaten, met een grote kop
en sterke kaken.
Steeds worden de larven en de pop-
pin ide poppen kennen we als dc z.g.
miereneleren" voor goudvissen) naar
andere afdelingen overgebracht, want
de vochtigheid in het nest staat onder
strenge controle.
Soms, als de zon schijnt, brengen de
verzorgsters ze naar buiten. Wordt het
daar te warm of te koud of dreigt er
gevaar, dan rennen de werkmierkinder-
meisjcs om ze weer naar binnen te ha-
Andere werkmieren houden het nest
•choon. Afvalstoffen worden in een a-
parte kamer gebracht of ergens buiten
weggeworpen Ook zijn er arbeidsters
speciaal belast met de zorg voor de ko-
Df
De Rijkspolitie
i groot mierenrijk,
Natuurlijk leeft
onderdanen zich
zonder vijanden.
omtrek
Maar voor bescherming
ale pol.tiedienst aanwezig.
In dit verband moeten
ganen
i de i
Aan beide kanten
van de kop hebben zy een oog, samen
gesteld uit facetten, waarvan het aantal
varieert tot duizend, al naar de soort
Maar do voornaamste waarnemingsor-
gancn zijn de sprieten. Hierin bevinden
zich 400 reukorganen en 3400 tastorga-
nen. Vandaar dat een mier spreekt"
met zijn sprieten.
Mieren uit één nest schijnen één en
dezelfde geur bij zich te hebben, zodat
i indringer uit een ander nest snel
geidentifi-
politie is
U enige „insl
Vakarbeiders
JE gehele mierensamcnlevLng bestaat
arbeidsgemeenschap van
vaklui. Er zijn verkenners, die de om
geving bespieden. Andere werkmieren
gaan op roof uit om voedsel te zoeken
of houden als grondwerker het nest in
orde en dragen zorg voor de uitbreiding.
Soms wordt deze werkverdeling, in
onze ogen, wel wat té strikt doorge
voerd. In een waarnemingnest, ver
vaardigd uit gips en afgedekt met een
glasplaat om de dieren te kunnen bestu
deren, was eens een mier beklemd ge
raakt tussen het gips en het glas. Zodra
andere mieren dit bemerkten, kwamen
zij hun soortgenoot te hulp. Zij knaag
den het gips om het slachtoffer los en
wisten hem zo te bevrijden.
Enige tijd later gebeurde hetzelfde,,
sprieten de ongelukkige betasten, maar
geen „stak er een poot uit". Toen bleek,
dat dc grondwerkers op een andere
plaats aan de arbeid waren. Het uitgra
ven van het slachtoffer was hun taak
en nu zij het ,.te druk" hadden, deed
niemand van de anderen het. Ieder
bleef bij zijn eigen beroep.
en knauwde de poot bij het dijbeen af,
pakte het „geamputeerde" lichaamsdeel
(dat bij onderzoek al gedeeltelijk in ont
binding bleek te verkeren) op en bracht
het naar de afvalkamer.
Nu wordt niet altijd zo opgetreden.
Het is eveneens voorgekomen, dat een
gewonde mier door een paar soortgeno
ten werd opgenomen en eenvoudig op
de afvalhoop werd gesmeten. Was dit
misschien een „hopeloos geval"?
Veehouders en
Groentekwekers
Mieren zijn dol op zoet. Het is hun be
kend, dat bladluizen vocht uit planten
zuigen. Deze plantensappen bevatten
suiker en om van deze lekkernij mee
te genieten, houden mieren de bladlui
zen als „melkvee". Hebben zij trek in
een zoete dronk, dan weten zij door
kloppen en strijken de luis te prikkelen
dit vocht af te staan.
Er zijn mierenvolken, die hele kudden
bladluizen houden. Herders behoeden het
vee voor afdwalen en bewakers houden
dieven op een afstand. Soms worden ze
zelfs 's nachts naar de „stal" in het
mierennest gebracht.
De weidemieren, die onder de grond
leven, maken met hetzelfde doel jacht
op wortelluizen. Deze worden naar het
nest gebracht en op de daarin doorge
drongen graswortels gezet.
Deze mieren hebben dus hun vee in
huis. De verzorging is uitstekend: droogt
het voedsel uit, dan worden de luizen op
verse wortels gezet. Zelfs de luizencic-
ren worden met zorg behandeld.
Zo worden ook andere zoetigheid
producerende dieren als enkele rup
sen en kevers „gehouden".
Een andere mierensoort bijt stuWken
uit bladeren en neemt die mee naar een
speciale kamer van het nest. Hier wor
den ze behandeld met speeksel. Zo wor
den de schimmels gekweekt, die de die
ren tot voedsel dienen. Oneetbare schim
mels worden „weggewied" als onkruid.
De „tuin" wordt zelfs met eigen uit
werpselen bemest!
Transport langs de weg
"C1 EN groot gedeelte van wat een mie-
en kolonie nodig heeft, moet van bui
tenaf worden aangevoerd: bouwstoffen
voor het nest, voedsel enz. Dit is het
gevaarlijkste werk. Hiervoor moeten de
werkmieren zich immers vaak ver van
het nest verwijderen. Veel van hen ke
ren daarom niet terug. Zij zijn de
slachtoffers van de strijd om het be-
Allerlei dieren loeren op de mieren.
Aan de kant van een zandvlakte heeft
dc larve van de mierenleeuw (een libcl-
achtig insect) een valkuil. Deze kuil
is trechtervormig met schuine wanden
van zand. Onder in de punt zit de larve.
Wanneer een mier de kuil niet be
merkt, tuimelt hij langs de schuine kant
omlaag. De larve belet hem weer om
hoog te klauteren door met de kop fijn
zand naar zijn slachtoffer te smijten.
Krijgt hij de mier te pakken, dan wordt
deze gedood en uitgezogen.
Bij dit „wegverkeer" van dc mieren
blijkt duidelijk hun samenwerking. Wel
iswaar kan een mier over grote afstand
een last versjouwen, die vele malen
zwaarder is dan het d'er zelf, maar bij
erg zware lasten een stuk boomschors
of een dode kever bijvoorbeeld doen
zij het samen.
n. Wanneer
mierennest
opgeschrikt
gespoten,
i indringer
door de politie kan
Het afweermiddel is het
Dit kunt U zelf waarneme
U Uw hand laag boven eer
houdt, waarvan de dieren
zijn, en dan aan Uw hand
deze een zure lucht. Mierei
geducht wapen. Wanneer eei
wordt gebeten en hierin zu
is dit vaak voldoende om c
op de vlucht te jagen.
Dc ingang van het nest staat steeds
onder politietoezicht. Als U een gras
spriet In de opening steekt en weer te
rugtrekt. komt de .officier van de
wacht" naar buiten om te ilen wat er
gaande la. 's Avonds wordt de deur ge
sloten om pas dc volgende morgen weer
open te gaan. Komt er een sterke vij
and, dan roept de schildwacht de hulp
in van anderen om gezamenlijk de in
dringer te verdrijven.
Ook moeten zij rekening houden met
.interne moeilijkheden' Zo is eens
waargenomen, dat een werkmicr zijn
soortgenoten aanviel en beet. Hel dier
werd gevangen en onder ccn micros
coop onderzocht. Hierbij bleek, dat de
hersens waren aangetast De mier was
dus krankzinnig!
De medische dienst
Bedelaars en gulle gevers
Verleden jaar zomer, in m'n vacan-
tie, lag ik in dc hei bij Hcelsum.
Vlak bij mij liep een mier. Ik legde
een stukje chocolade naast hem, maar
hoe hij ook probeerde, er was geen be
weging in te krijgen. De mier verdween
IEREN? Bah, vieze beesten!
Moet je ze in huis hebben;
overal lopen ze en zijn bijna
niet weg te krijgen. Nóg erger
is het als je op een vacantie-
tocht even aan de kant van
de weg gaat zitten om uit te
rusten of van de natuur te ge
nieten. en je komt dan tot de
ontdekking, dat je de zitplaats
in een mierennest hebt gekozen.
Maar neem toch eens de
moeite om verder te kijken. JJe
bedrijvigheid in een mierenstaat
is zo mooi en indrukwekkend.
Het is geen onsamenhangend
geheel Integendeel! Het is de
meest geordende samenleving,
die denkbaar is. Er is een ko
ningin, er zijn agenten van po
litie en militairen, vakarbeiders
en medici. Zij werken samen
op een wijze waaraan onze
mensenmaatschappij een voor
beeld kan nemen.
en kwam even later terug met drie an
dere. Samen zetten zij de schouders on
der de last en liepen ermee heen.
Onderweg ontmoetten zij een „tegen
ligger". Het transport stopte. Er werd
druk geconfereerd met de sprieten (ver
moedelijk iets in dc geest van „Ben
je er één uit ons nest? Prachtig! Wat
hoor ik, heb je nog niets gegeten? Nu,
ga je gang. maar vlug, want we moeten
nog verder". De voorbijganger mocht
een paar likjes van de chocolade nemen
en na dit oponthoud ging ieder zijns
weegs.
Dit „bedelen" tussen mieren onderling
komt meer voor. De hongerige mier
maakt dan met de verzadigde soortge
noot een „sprietenpraatje", dat tot ge
volg heeft dat de onderkaak van de ene
naar voren gaat en dat de voorbijgan
ger uit die uitgestoken lip iets mag op
likken om de ergste honger te stillen.
Soldaten en krijgsgevangenen
U hebt al begrepen, dat de bek van de
mieren een grote rol speelt in het
leven van deze dieren.
Nu is er in ons land een soort de
rode roofmieren die hun kaken eigen
lijk alleen voor oorlogsdoeleinden kun
nen gebruiken. Zij zijn dus aangewezen
op hulp van anderen voor de verzonging
van hun kroost en hun nest.
deze te
tochten. Het is dan alsof een leger op
rukt. In een grote colonne marcheren
zij met duizenden voorwaarts, soms u-
renlang.
Bij het nest van een andere soort
wordt halt gehouden. Als op een com
mando stort de rode horde zich door de
nestopeningen naar binnen. Wie van dc
rechtmatige bewoners tegenstand biedt
of met eieren, larven of poppen tracht
te ontvluchten, wordt onverbiddelijk af
gemaakt.
Na enige tijd komen de rovers weer
boven dc grond. De een draagt wat eie
ren. de andere een larve of een pop uit
het aangevallen nest. Als de laatste hun
werk hebben voltooid, marcheert de co
lonne weer naar het eigen nest.
Hier staan de slaven slachtoffers
van vroegere rooftochten gereed om
de buit in ontvangst te nemen en ver
der te verzorgen Zo kan het gebeuren,
dat U in één en hetzelfde nest zowel
rode als zwarte mieren aantreft. De rode
I de
.instelling tot nut van he.
gemeen". Er zijn ook doktoren, ver
pleegsters en zelfs chirurgen!
In een glpsnest liep eens een mier met
een manke poot. Op het wnndvlak zaten
gronddeeltjes, maar werkmieren likten
dc wond, terwijl anderen het overgeble
ven deel van dc poot masseerden.
Na enkele dagen was het weer mis
met die poot. Werkmieren beklopten de
dij me* de sprieten. Toen beet er een
Kop van een mier, waarop men de
orgaan) goed kan waarnemen Ook
ogen- cn op het voorhoofd bovendien
sprieten (voornaamste waarnemings-
ziet men een van de samengestelde
nkelvoudig oog.
ZONDAGSBLAD 23 APRIL 1955
5
(Dver dc luchtige zangspelen van *Strauóó en t£éltar
DE operette is een kunstvorm, die
eigenlijk geheel in discrediet is ge
raakt, zowel door de vaak meer dan
ergerlijke verminkingen in de vertol
king als door de soms misdadige pro
ducten van muziekschrijvers.
Het is dan ook heel begri..>elijk, dat
velen de operette niet meer serieus ne
men en deze vorm zelfs tot een laag
genre degraderen. Maar vergeten wordt,
dat een man als Josef Haydn zijn
„L'Isola Disabitata" (Onbewoonde ei
land) reeds in 1781 een operette noem
de en dit werk gelijk stelde met de
De operette is letterlijk vertaald niets
anders dan kleine opera, waarbij niet al
les gezongen wordt doch ook gesproken
tekst is ingevoerd. Over het algemeen
heeft de operette een luchtiger karak
ter, maar dat is beslist niet noodzake
lijk. Een term, die wellicht betea- bij
dit genre past is: zangspel.
Speciaal Wenen heeft de operette tot
grote bloei gebracht. Componisten als
Franz von Suppé, Johann Strauss, Franz
Léhar, Leo Fall, Oscar Strauss, Carl
Millöcker <ya Eduard Künneke hebben
het werk, waarmee Johann Adam Hil
ler begonnen was, voortgezet en ver
der ontwikkeld. Hiller (17281804) was
eigenlijk de vader der operette. Goethe
had de grootste bewondering voor Kil
lers zangspelen en Hiller zelf was een
groot bewonderaar van Bach en Handel,
over wie hij biografieën schreef.
Bach nog
geweest?
dus beslist geen kleine figuur,
doch veeleer een man van grote eruditie.
Goed, Hiller noemde zijn werken nog
geen operettes, doch sprak van een
„Singspiel" (zangspel), net als Mozart
b.v. in zijn „Bastien und Bastienne".
Maar waar ligt het verschil tussen
Singspiel en operette?
IN Wenen is de tekst van de operette
vrijwel steeds luchtig geweest. Lief
de en vrolijkheid waren de onderwerpen.
De operette was slechts een onderhou
dend spel. zonder problemen, maar met
mopie vlotte aria's, grappige situaties
en verleidelijke melodieën. In 1877 ver
scheen er in een Weens blad het vol
gende versje:
„Zu einer guten Operett'
Gehort ein Text, der fein und neff,
Dann ein paar neue Melodien,
Um zu erquicken Herz und Sinn".
t
r'M mijl iis tulflitiu ïi<|
i ii-i'j!
Dat
de een
in de muziek ook slechts
spel zagen, vonden in deze kunstvorm
hun ideaal.
Johann Strauss veroverde met zijn
zangspelen de wereld en wist vele gro
te componisten jaloers te maken. Voor
al wel met zijn beste werk „Die Fle-
dermaus". De première ging op 5 April
1874 in het roemrijke Theater an der
Wien in Wenen, het theater waar ook
Mozact en Beethoven de premières van
hun opera's hadden gezien. Binnen de
twee maanden waren er al 45 voorstel
lingen van Die Fledermaus gegeven en
daarna verspreidde de roem van dit werk
zich over de gehele wereld, het aller
eerst in Parijs, de stad van een andere
zangspelcomponist Jacques Offenbach.
THANS is bij PGLYDOR een 45-
toerenplaat (EPH 200381 verschenen
met een grote „Querschnitt" uit Die
Fledermaus, waaraan tal van solisten
van naam medewerken. Hier zijn de pa-
men: Rita Streich, Elfride Trötschcl,
Peter Anders, Willy Hofmann en Willy
Schneider. Verder werken mee een koor
en een groot operette-orkest o.l.v. Franz
Op een langspeelplaat nam POLYDOR
(LPH 45067) een andere Strauss-operet-
te op, nl. „Einc Nacht in Venedig", die
op 9 October 1883 in hetzelfde Wecnse
theater in première ging, nadat in Ber
lijn op 2 October 1883 het werk al was
gegaan. In 1923 bewerkte Wolfgang
Erich Korngold deze operette en ver
werkte er jazz-rhythmen in. Maar de
Polydor-opname is nog origineel en
geeft prachtige opnamen van fragmen
ten gezongen door Tita Streich, Ruth
Weigeit, Peter Anders, Lucie Schul en
Willy Hofman, eveneens met medewer
king van koor en orkest o.l.v. Franz
Marszalek. Wie kent uit dit werk niet die
charmante aria „Sei mar gegrüszt du
holdes Venetia" en zingt het beroemde
Gondellied niet mee?
Aan de andere plaatzijde nam Polydor
een Querschnitt door een werk van
Franz Léhar, nl. „Paganini". Als ik
heel eerlijk ben stel ik dit werk boven
die Venetië-operette van Strauss. In Pa
ganini is er melodiscli zo veel te ge
nieten, dat iedereen er door zal worden
aangetrokken. Op 30 October 1925 ging
hiervan de wereldpremière in het Jo
hann Strauss-theater te Wenen en het
werd een doorslaggevend succes. Peter
Anders en Anny Schlemm, twee procht-
stemmen, zorgen voor een verrukkelijke
vertolking op deze plaat, waarbij kooo-
Hij zingt hier aria's uit „Der Zigei
baron" en „Eine Nacht in Venedig" van
Strauss, uit „Blakenliebe" van E. Katt-
nig, uit „Ein Walzertraum" van Oscar
Strauss, uit „Die Rose von Stanbul"
van Leo Fall en uit „Grafin Maritza"
van Emmerich Kélmén, waarbij enkele
duetten met de sopraan Anny Schlemm
en de alt Gertrud Stilo. Koor en orkest
staan onder leiding van Wilhelm Sehüch-
Het behoeft wel geen betoog, dat deze
drie uitzonderlijk goede vocalisten van
deze simpele aria's iets heel moois heb
ben gemaakt en de luisteraars enkele
ogenblikken doen genieten van een heel
bijzondere zangkunst. Uit de namen van
de hierboven genoemde solisten blijkt
wel, dat men zich in het buitenland als
opera- of oratorium- of liederenzangeres
izanger) niet te hoog acht ook de lich
tere kunst te dienen. Juist omdat dat
hier zo goed gedaan wordt, is de kunst
der operette plotseling weer meer waard
geworden.
CORN. BASOSKI.
't vandaag iSlnt ^oriódag
SCHUTSPATROON VAN RIDDERS, SOLDATEN, PADVINDERS EN STRUIKROVERS
Johann Strauss, niet alleen
schepper van vele walsen, maai
van talrijke succesrijke
zangspelen.
Er zijn talloze mierensoorten, ook in het
buitenland. Elke soort heeft zijn bepaal
de eigenschappen, maar alle zijn zij
interessant.
Neem bijvoorbeeld de honlngmieren.
De arbeidsters hangen aan de zolder van
het nest als opslagplaats vool*de honing.
Steeds wordt de voorraad aangevuld, tot
het achterlijf van de dieren kogelrond
is. Valt er een dood naar beneden, dan
worden kop en poten afgebeten en de
rest van het lijk wordt naar buiten ge
rold op de afvalhoop.
Dc trckmlcrcn zijn bekend uit vele
verhalen. Deze hebben geen nest, maar
trekken rond in troepen van millioenen.
Zij staan voor niets. Dc weg waarlangs
zij gingen wordt gemerkt door skelet
ten van leeggegeten dieren. Zelfs koei
en ontkomen hun niet Komt er een ri
vier op hun weg, dan grijpen zij zich
aan elkaar vast en vormen zo een leven
de brug over de stroom, waarover de
andere dc overzijde kunnen bereiken.
Dan zijn er dc weefmicren. die* de
kunst verstaan om bladen aan elkaar te
weven. Dit wordt heel mooi beschreven
in dr. Nachtwey's boek „Het wonder van
het instinct". Eerst brengen de mieren
twee bladeren op elkaar b' vouwen er
een dicht. Dan worden ze dichtgeweven.
Het „instrument" hiervoor is een lar
ve. Deze scheidt een soort spinrag-
draad af, die in de lucht verhardt. Door
de larve langs de oladeren heen en
weer te bewegen, worden deze samenge
kleefd.
Een mier, die op zijn soortgenoten
parasiteert, is de diefmier. Dit is een
zeer kleine soort, die maar enkele milli
meters meet en leeft in de „muren"
van dc gangen van de nesten van ande
re mieren. Van hieruit onderneemt hij
rooftochten naar de kamers met eieren,
larven en poppen en zuigt deze leeg. De
eigenlijke bewoners van het nest kunnen
zich vrijwel niet verweren. Zouden zij
de rovers willen verdrijven uit de wan
den, dan zou het nest instorten.
MIEREN lijn nietige diertjes, die we
op het eerste gezicht „eng" en
„vies" vinden. Maar bij nadere beschou
wing staan wij, mensen die so veel kun
nen verklaren, voor tal van raadsels,
waarvan wij de oplossing niet weten.
Dit alles maakt ons alleen maar stil
voor de wijsheid van de Schepper, die
to veel srhoons legde In Zijn schepping,
ook In het schijnbaar nietige.
FREEK VAN DER MEER.
HET was vooral in de
Middeleeuwen, toen
Kerk en Maatschappij ten
nauwste met elkaar verwe
ven waren, dzt bijna elke
groep der bevolking zich een
beschermheilige tod ui tv er-
de zwarte de koren. In eenvoudige vroom
heid wendde men zich tot
zijn schutspatroon om hulp
en bijstand. Gilden noemden
zich naar hem, zoals thans
nog, vooral in katholieke
streken, verenigingen naar
heiligen genoemd worden. Zo
eeuwse wapenrusting te paard
een lans hanteren, waarmede
de vervaarlijk onder hem
kronkelende draak de gena-
destoot wordt gegeven.
Het is begrijpelijk, dat het
volk voor een jonge man, die
zulk een moed toonde en zyn
jonge leven waagde in het be
lang van velen, grote ver
ering koesterde en tenslotte
riep men hem aan, wanneer
men evenals de konings
bij voorkeur tot Sint Joris
wendden.
Ook de wapensmeden en ge
weermakers. ja zelfs in Mace
donië de... struikrovers ko
zen hem, uit een soort soli
dariteit met de krijgslieden,
tot schutspatroon!
Er werden geldstukken ge
slagen, welke in dc 30-jarige
oorlog zeer gezocht waren als
amulet. Zij kreg
van „Georgstalci
rumoerige tijden kende
ook vaandels en banieren i
Sint Joris-afbeeldingen, vc
al in dc strijd tegen de
dringende Turken.
OEN de Sint-Joris-v»
naam keni
hadden zich
de
kenden Si •jagers de heilige
Hubertus. de soldaten de
heilige Martinus. de kanon
niers de heilige Barbcra. En
zo herinnert menig archief
stuk ons er aan, dat eertijds
ook Sint Joris vooral door
ruiters werd geëerd als
machtig beschermheilige.
Onder dc gilden kende men
in menige Hollandse stad ook
wel een Sint Jorisgilde, doch
buiten onze grenzen stond
over 't algemeen deze sohuts-
„Sankt Georg" of ook wel in
meer noordelijke streken als
,,Sankt Jürgcn".
De legende verhaalt, dat ten
tijde van de Romeinse keizer
Diocletianus ccn Klein-Azia-
tische stad in Capadocië door
een woedende draak bedreigd
werd. Ten einde te voorkomen,
dat de draak het hele stadje
zou verwoesten, offerde de be
volking van tijd tot tijd een
mooi jong meisje aan het on
dier. hetwelk zich daarna, blijk
baar rustig hield voor enige
tijd. Toen het lot viel op de
dochter, het enige kdnd van de
koning, om geofferd te worden
ten einde de stad voor alge
hele ondergang te behoeden,
begaf do jonge vrouw zich
buiten de stad naar het hol
van de gevreesde draak. Daar
verscheen, zo vertelt de legen
de. een haar onbekende jon
geman eveneens voor het hol
van de draak cn doodde het
monster, zodat de Jonkvrouw
gered werd cn de stad verder
in rust kon leven, zonder dat
meer jonge mensenlevens ge
offerd behoefden te worden.
.JEEN wonder, dat zulk een
legende voor uitbouw
alle zijden uitermate ge-
afbeeldingen, welke in de loop
der eeuwen van Sint Joris'
heldenstuk werden vervaar
digd, de ridder in middel
ing minder practische
teer symbolische beto
ging krijgen, smukten
al van corporaties met
a rn van deze legenda-
ische held. Basis wsls daarbij
oornamelijk de gedachte
an de onvoorwaardelijke
:elfopoffercnde bereidheid
al hulp te verlenen, waar
«aardig en ongetwijfeld het
symbool van de werkelijke
ridder zonder vrees of blaam
Sint Joris mag bij ons dan
iets minder bekend zijn, ieta
mandor „populair". onbe
kend is hij zeker niet De
„huzaren van Boreel" dragen
op het zilveren schildje zijn
Haarlemse manége-directeur,
die een troep bereden pad
vinders leidde, welke troep
ook naar Sint Joris genoemd
Sint Joris verenigt feitelijk
alles in rich: moed. zelfver
loochening, opofferingsge
zindheid, onbevreesdheid,
doch ook vaardigheid in het
voeren van het wapen tee
bestrijding van onrecht
de
liikste
Sint Joris te paard, naar een houtsnede van Luk as
Cranach (1506/07). Sint Joris wordt voorgesteld als
een 16e eeuwse ridder in volte wapenrusting. De gedode
draak ligt vertrapt Ier neer.
Het waren zo bezien
vooral zU, die voortdurend
gevaren blootsti
de faam kogels en wi be hou
wen te kunnen afweren Er
waren zelfs kogelwerende tex-
„Georgshemden". Belangrijk
_;>als soldaten, ridders was echter, dat zowel de mun-
andcr krijgsvolk, die zich ten alsook dc hemden door
eigen belang,
wars san eigoksme. huldigt
des ruiters zinspreuk „Voor
waarts zien en voorwaart*
rijden" Geen gevaar is hem
te groot, wnnrnor het geldt
dc onschuld te verdedigen
en het recht te htndhaven
Een figuur, welke wij maas-
al te 7oer missen in drvc
revolutlonnairc tijden en
waarnaar wij toch met zo
veel weemoed kunnen ver
langen. Want hoe ook de
tijden mogen zijn en hoe
materialwkasch de mens ook
moge zijn geworden, diep in
zijn binnenste la er toch nog
een klein plekje overgeble
ven. waar eerlijk bekend
wordt, dat men gaarne m
een wereld zou willon leven,
waar Sint Jorisecn zouden
worden geëerd en dc jeugd
zich ten doel zou stellen zijn
voorbeeld na te volgen......