INA BOUDIER tachtig jaar
De Franse vertaling van
tegen de H-bom
ONBEKENDE MATTHAUS
PASSION ONTDEKT
Cultureel
venster
FINALE
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
G. KAMPHUIS
voorzien van
I IE „Nederlandsche Vereeniging voor Druk- en
Boekkunst" te 's-Gravenhage heeft in tweeër
lei opzicht een goed werk gedaan met de uitga
het Wilhelmus in een Franse vertaling
een commentaar.
In de eerste plaats is het een typografisch voor
treffelijk verzorgd hoekje geworden, versierd met
enkele kopergravures van S. L. Hartz. Hoezeer deze
16de eeuwse grafische techniek is herleefd en als
een eigen uitdrukkingsmiddel van deze tijd gebruikt
kan worden, blijkt, wanneer men Hartz' portret van
Marnix van St. Aldegonde, omringd door sierlijke
schriftuur, vergelijkt met de 16de eeuwse gravure,
die zijn voorbeeld was.
Maar ook. en nog belangrijker,
is het feit, dat ons oude volkslied
op uitnemende wijze voor een
Frans publiek toegankelijk is ge
maakt. De eer daarvan komt toe
aan de heer Jean Stals, die zich
door jarenlange studie met het
Wilhelmus en zijn achtergronden
vertrouwd heeft gemaakt. Hij
geeft in dit boekje niet alleen
naast de Hollandse tekst een (aan
koningin Juliana opgedragen) ver
taling van het gehele gedicht,
maar ook een commentaar, waar
in hij beknopt, maar allerminst
oppervlakkig de geschiedkundi
ge. litterair-historischc en musico
logische problemen behandelt, die
er mee samenhangen.
Vertalingsmoeilijkheden
Reeds in de 16de eeuw bestond
er een. pas in 1895 teruggevonden,
Franse vertaling van ons volks
lied. En ook in de 19de eeuw heeft
men enige malen
toe ondernomen.
grijpelijk. dat de heer Stals
deze teksten weinig tevreden i
•heid, dat de interpretaties
Wilhelmus, zowel in zijn ge
heel (een afscheidslied? een troost-
lied? een propagandalied?) als van
talrijke details nogal uiteenlopen.
Er is geen gedicht in onze litera
tuur, dat zoveel besproken en op
allerlei aspecten onderzocht is.
Een vertaler moet derhalve van
deze studies op de hoogte zijn en
tot een bepaalde opvat
ting komen, die de grond,
slag voor zijn werk moet
helmus het beeld, of zo men wil:
de mythe, voor ons oproept van
de held Willem van Oranje, die
zich tot zijn volk richt.
Ook bleef het afwisselend be
klemtoonde vers in het Frans be
waard, evenals de eenvoudige,
maar treffende stijl van het ge
heel.
Dat niettemin de vertaling
soms wat neutraler aandoet dan
de oorspronkelijke verzen, mag
zeker niet de heer Stals ver
weten worden. Ik denk b.v. aan
Die by Maestricht begraven
Bevreesde mijn ghewelt,
vertaald door:
Mais sous Maastricht l'alarme
Le retenait au camp.
Wie ooit zich met de verta
ling van verzen heeft bezig ge
houden, weet, dat dit onver
mijdelijk is, te meer, wanneer
de vertaler zijn taak als een
dienende beschouwt en dus
zichzelf geheel op de achter
grond wil houden.
Historische achtergronden
Hoezeer hij zich hefe'ft verdiept
in ons volkslied, blijkt uit zijn
commentaren en verantwoording
Van de verschillende zoëven ge
noemde problemen heeft hij ter-
deee studie gemaakt.
Men kan, evenals bij de inter
pretatie der verzen, hier en daar
met hem van mening verschillen.
Zo lijkt het mij b.v. historisch
minder juist te beweren, dat
beide gedichten ook overeen
komstige gedachten, zoals de
schrijver door vergelijking van
een groot aantal parallel afge
drukte regels aantoont. Wel
licht had hij bij het stijlver
schil, ook in de muziek, nog
iets meer kunnen letten op het
verschil in tijd van ontstaan.
De tijd van ons geuzenlied mo
ge dan al niet minder bewogen
zijn geweest dan die van de
Franse revolutie, de denk- en
gevoelswereld van beiden wa
ren toch wezenlijk verschillend
Het beeld van de duldende, op
God vertrouwende en voor het
volk zich offerende held, dat zo
bevruchtend in onze letteren
heeft gewerkt (men denke aan
Hooft's Baeto en Vondel's Gijs-
brecht) is een geheel ander dan
dat van een volk, dat bij zijn
streven naar vrijheid bezield
werd door de idee van de volks-
souvereinite't.
Het laatste hoofdstukje,
waaruit een al te irreëel idea
lisme spreekt, komt mij min
der bevredigend voor. Volgens
de schrijver hebben zowel het
Wilhelmus als de Marseillaise
slechts hun volle waarde ge-
G. KAMPHUIS
Lezers
THEOLOGEN CONTRA POLITICI
Pelgrimage Waarom geen protest van kerken
Ongelukkigen?
f?EN mij onbekende lezeres,
die blijkbaar deze rubriek
geregeld volgt, komt in een
brief terug op mijn onlangs af- jt
gedrukte L P. over kinderen en
dwergen. Zij is van mening,
dat het bij kinderen niet zo
vaak voorkomt, dat ze lichame- -n
lijk gebrekkiger! beurust honen.
Neen, schrijft ze, dan worden .:i
er door volwassenen grovere j»
fouten gemaakt. Mag ik er en-
kele noemen? Zo beweert men 5
dat het ongeluk aanbrengt als
men mensen met een rugge- -c
graatsverkromming aan een d
bepaalde kant passeert. Verder,
als men ze ontdekt op straat, d
wordt er vaak gezegd: „Er
had in oorlogstijd en zijn bei- i komt regen, zeg!" Enzovoort, -d
de als zodanig slechts monu- j Zelfs ontwikkelde mensen, van 5
menten uit en herinneringen 1 wie beroepshalve een geheel t
het verleden In een ver- dere houding mag worden v>
Dr. L C. Patijn neemt het op voor
de Westerse politiek
De verklaring van Montgomery, dat het Westen in
dien het wordt aangevallen door Rusland, desnoods het
eerst atomische wapens zal gebruiken, heeft de mensen
wakker geschud. In verscheidene bladen wordt een
levendige discussie gevoerd of dit wel toelaatbaar is
met het oog op de verschrikkelijke gevolgen voor de
mensheid.
Wending
In ..Wending' maandblad voor
Evangelie en Cultuur, is de dis-
-..:gd Europa, zo meent hij, zal j wacht, ontzien z~ich soms niet m"iepu<wrcfeerd"edrPrFbl^erwin"
men een Hymne européen zin- grof en cynisch jegens hchame- g voUe gang. het Januari-num
gen. gewijd aan de vrede en lijk gebrckkigen te zijn. De kei een artikel over het onder
voorspoed van alle volken. briefschrijfster, die uit eigen werp: De Kerken
Het is niet te ontkennen, dat bittere ervaring spreekt, heeft g
ons volkslied vooral in de ach- dil alles rustig naast zich kun- -
ter ons liggende oorlogsjaren 1 nen neerleggen. Maar nu komt
opnieuw zijn waarde heeft be- de schrijver van die bewuste
wezen; maar dan toch niet zo- l.P. en plakf de lichamelijk
zeer als oorlogslied (waarvoor j gebrekkigen het etiket „onge-
inderdaad de Marseillaise veel i lukkigen" op. Dat wil, aldus
ï-.-i-i jg), dan wel wegens de schrijfster, zeggen: niet-
geschikter i
het diepe godsvertrouwen
oprechte vaderlandsliefde,
uit spreken.
politiek. Hij dringt aan
kerkelijk gesprek over de
vraag op welke wijze men bij de
regeringen op een totaal verbod
voor massa vernietiging (de atoom-
en waterstofbommen ingesloten)
zal kunnen aandringen
vraagt onmiddellijke stopzetting
met deze ver-
Dit neemt echter niet weg,
dat wij de heer Stals dankbaar
moeten zijn voor zijn geslaag
de vertaling en belangwekken
de commentaren, welke het
Wilhelmus voor de Franse le
zer toegankelijk hebben ge
maakt.
de j gelukkigen. Dat is niet waarh schrikkelijke bommen.
roept ze-uit. Toen C. R. sprak jn het Maartnummer
,,een uitvinding van de
i
duivel" schreef hij
halve waarheid neer. God 4
heeft dit toegelaten, of, nog -h
beter gezegd: God heeft dit
voor mij nodig gevonden. Ik -ö
ben geen flensje, dat per on-
geluk verkeerd is uitgevallen.
God heeft met dit alles een
bedoeling. En het is juist deze
wetenschap zo eindigt mijn cor-
respondente, die ons „lichame-
lijk-gebrekkigen" opheft ei
ook maakt tot Geluk-
i kt oen.
dit
blad maant dr C. L Patijn, di
recteur van ..Internationale Orga
nisaties" op het departement van
Buitenlandse Zaken, tot voorzich
tigheid. De kerk. zo schrijft hij.
moet niet een terrein betreden,
waarvan zij de consequenties
kan overzien. Het denkbeeld
dr. Boerwinkel om een delegatie
naar de landen achter het IJze
ren Gordijn te sturen verdient vol
gens dr. Patijn toejuiching, mits
3* men het ziet als een kerkelijk ge-
sprek in oecumenische
7JEZE brief zal ik bewaren: hij
Iis het waard. Hij zal mij blij
vend herinneren aan het ont
stellend gebrek aan fijn gevoel, i* Een permanent studie- en voor-
j dat vele volwassenen, Christe- lichtingscentrum inzake interna-
HMHloed realiseert, det
de gesprekspartners onder
enorme politieke suggestie
druk liggen. Een dergelijke missie
zou zich goed op de hoogte 1
ten stellen bij de Wereldraad
Kerken te Genève.
•aard vooral
-- c groep van kerken in West-Europa
op een schreeuwend tekort cran dll ,eiamenlijk zou opzetten -
- mits men zich kan verzekeren
van de medewerking van terzake
volkomen deskundige personen.
beter
ontsiert en dat teruggaai
naastenliefde. Men kan zich
verbeelden fijngevoelig
1 (voor anderen n.l.)
In de kleine Duitse stad Celle (boven Hannover) leefde in
de 17e eeuw een componist, wiens naam niet in dc muziekge-
schiedenisboeken voorkomt. Het was Johannes Georg Küh.nhauscn,
die van 1661 af hofmuzikant en zanger in de hofkapel in Celle
was en tot 1714 ook cantor. De Staatsbibliotheek in Berlijn be
waarde een aantal handschriften van deze Kühnhausen, hoofd- eens ontdekken hoeveel hieraan ;jLa„1
zakelijk kerkelijke werken. Hierbij was ook het manuscript van ontbreekt. Te meer ontroerend
een „Passio Christi secundum Matthaeum", geschreven omstreeks Jfij
1700. Een Matthius Passion dus, geschreven bijna 30 jaar vóór -geestewinst' ka„ wo
t omzetten. Overigens heb ik dat Patijn aan "hét "verkeerde adres
woord ongelukkigengewoon r gericht. Er zou meer reden zijn
I volgens het spraakgebruik ge- -a critische aandacht aan de commu-
het slótkoraal. I hanteerd. Die benaming slaat, j nistische_politiek_t_e besteden. Wij1
de internationale betrekkin-
Tijd en Taak
In het weekblad voor Evangelie
en socialisme ..Tijd en Taak"
waardeert J. Hulsebosch het appèl
de kerken van dr. Boerwin
kel i
r hij is het r
diens opvatting over de niet-ag
g.ressieve bedoelingen van Rusland
Zij. die de beslissingen moeten ne
men in de huidige wereldsituatie,
ook wat het gebruik van atoom
wapens betreft, verkeren in de po
sitie van de schaakspeler, die zijn
zet moet baseren niet op een,
maar op alle mogelijke voortzet
tingen van zijn tegenspeler,
schrijft hij.
In de Waagschaal
voormannen als Niemöller, Goll-
witzer en andere zg. Derde weg-
figuren. is niet alleen tegen het
gebruik van atoombommen, maar
kant zich ook tegen de herbewa
pening van Duitsland. In het blad
..In de Waagschaal" waarschuwt
ds. Bijlsma zijn lezers om de ad
viezen van de Perde Weg niet te
volgen. In hetzelfde numrr
ter wordt voor de lezers te
matie in extenso de oproep
ze Derde Weg tegen de Duitse her
bewapening afgedrukt.
Kerk van het
Heilige Graf in
Jeruzalem
Bezinning
Prof. dr. R. Schippers van
de V U. klaagde er in ..Bezin
ning", een Gcref. maandblad
ir, dat er in onze dagbladen
weinig aandacht wordt ge
schonken aan het brandenJe
igstuk van de intérnationa-
erhoudingen. Het maand
blad A.R. staatkunde geeft af
en toe een buitenlandse kro
niek. maar alles bij elkaar ha
len we het meeste van onze ge
sprekstof, in het geval, dat wij
die ter zake hebben, uit be
paald niet-gereformeerde. niet-
christelljke, niet anti-revolutio
naire dag- en weekbladen.
De Bazuin
school te Kampen. De Bazuin,
verwondert er zich over. dat
de kerken nog niet in beweging
zijp eekomen vanwege de do
delijke paddenstoel, die over
heel de wereld drijft: de ver
nietiging van alle leven door
klakkeloos losgelaten atoom-
De kerken hadden reeds lang
moeten protesteren. De kerken
op heel de wereld, in al haar
oecumenische verbanden.
De atoomgeleerden huiveren
zelf voor de gevolgen van hun
eigen proefnemingen.
Onder een dergelijke bedrei
ging van het leven mogen de
kerken, aldus De Bazuin, niet
langer gelaten blijven.
Waar is de kerkeraad, die on
afhankelijk van het kerkver
band. maar eens begint met
een bidstond te beleggen
meerdere met het oog op
de dreigende wereldnood?
En het blad wijst op een
machtig woord uit de Schrift,
dat de schilden der aarde Godes
zijn, Dus alle regeringen zijn
in Gods hand. Ook de regerin
gen, die thans het atoomschild
opheffen.
De kerken hebben de rege
ringen te bezweren het duivelse
atoomwapen noojt of te nimmer
te gebruiken. De handen der
kerk moeten vrfj zijn van alle
vergoten bloed, ook in de toe
komst. Nooit mag de kerk
worden venveten, da-t zij ge
zwegen heeft. De kerk had
reeds moeten protesteren bij
het afwerpen van de eerste
atoombom in Hirosjima. Dit
zal de kerk niet populair ma
ken, maar om aes gewetens
wil mag zü niet zwijgen.
de Matthaus Passion van Bach.
Dan zijn daar de essen
tiële verschillen tussen
het Frarnse en het Ne
derlandse vers. Het ori
gineel van ons volkslied
is geschreven in streng
gebonden strofen van
overwegend jambische
klemtoonde en niet-be-
klemtoonde lettergrepen
elkaar regelmatig afwis-
selen. De Franse jambe
iheeft echter, hij een vast aantal
lettergrepen, een variërend accent.
De
een probleem op zichzelf. Want
wat wij heden ten dage zingen, is
niet meer de ..wijse van Chartres",
maar de daaruit afgeleide, meer
levendige en gecompliceerde me
lodie, die sinds Valerius wordt
gebruikt.
En tenslotte is er de archaïsche
taal van ons volkslied. Wanneer de
vertaler zich zou hebben toegelegd
op een 16de eeuws Frans, zou het
resultaat min of meer kunstmatig
zijn geworden. En dit zou, zoals
hij terecht inzag, de waarachtig
heid van toon niet ten goede zijn
gekomen.
Al deze moeilijkheden zouden
voldoende zijn geweest om een
eventuele vertaler de moed te
doen verliezen. Slechts een groot
enthousiasme, voortkomend uit
liefde en bewondering voor ons
Wilhelmus, kan een bevredigend
resultaat geven. Het is door dit
enthousiasme gedragen, dat de
heer Stals er in geslaagd is de
Franse lezer iets te doen gevoe
len van de betekenis en gevoels
waarde, die het lied voor ons.
Nederlanders, heeft, al is het
vanzelfsprekend, dat hij In opzet
en uitwerking meermalen slechts
door een compromis tot resulta
ten kon komen.
De vorm van een naamdicht.
,,waer van deerste capitael lette
ren van elck veers syner F.G
name metbrengen", bleef in het
Frans gehandhaafd. En terecht.
Immers wordt hierdoor op zinrij
ke wijze aangegeven, dat het Wil-
Oranje in 1566 driehonderd edelen
in zijn kasteel te Breda verza
melde om het Verbond der Ede
len te ondertekenen. Immers zoch-
dertekening, waarbij deze nog en
kele prominente figuren bij de be
raadslaging betrok.
Maar het is hier niet de plaats
om op deze en dergelijke bijzon
derheden in te gaan. Liever wijs
ik er op. hoe juist de heer Stals
ons Wilhelmus karakteriseert als
een lied, dat gedragen wordt door
godsvertrouwen, vaderlandsliefde
en verlangen naar gerechtigheid
en vrijheid. Op gelukkige wijze
maakt hij daarbij herhaaldelijk
vergelijkingen met passages uit
de geschriften van de Fransman
Calvijn. En terecht wijst hij op
de grote invloed van de Bijbel,
daarbij steunend op Gerard
Brom's Gids studie van 1932
(diens afzonderlijk uitgegeven en
uitvoeriger Het Wilhelmus en dc
Bijbel van 1946 schijnt hij niet te
kennen).
Vergelijking met
Marseillaise
Belangwekkend, vooral voor
een Frans publiek, is ongetwij
feld 'schrijvers vergelijking
van ons volkslied met het Fran
se. De Marseillaise is in het
geheel niet religieus en heeft
niets van het koraal-achtige.
dat het Wilhelmus kenmerkt.
Bovendien is het in het mei
voud geschreven. Toch hebben
Mat-
Daalt de eeuwigheid ons neder,
Adelaar, wiens hel geveder
't Huis doorvlaagt met licht?
In het licht, het stralend-helle.
Is een witte immortelle
Uw onzegbaar-zacht gezicht.
Is zijn vleugelpaar een wagen.
Die ons in zijn rijk zal dragen?
Rijzen wij met hem!
Nu wij 't hoofd ten afscheid wenden,
Zingt ons 't koor der instrumenten
't Triomphale requiem,
En reeds zien wij, tijd-ontstegen,
Midden in een sterrenregen
Lachend, aarde, naar u om;
Want reeds blinkt ons, in de verte,
't Witte, magische gesternte:
Ons Elysium!
ANNA MERTENS
(uit „Vloedlijn", Bosch en Keuning, Baarn)
Tot voor kort had ik nooit van
Kühnhausen gehoord én dus ook
niet van zijn Matthaus Passion.
Wel is bekend dat meerdere com
ponisten een dergelijk werk
I schreven (o.a. Johann Walther
in 1550, Clemens Stephani
in 1570. Melchior Vulpius
in 1613 en Heinrich
Schütz 1655; ten on
rechte wordt ook dikwijls
Obrecht genoemd
componist van
thans Passion), maar
van Kühnhausen wisten
maar weinigen iets. De
zer dagen heeft de be
kende N.C.R.V.-musicus
Marinus Voorberg de
eerste Nederlandse uit
voering van de Matthaus
Passion van Kühnhausen
gegeven en daarmee de
naam van deze componist ook
in ons land bekendheid gegeven.
Het was een waardevolle uit
voering in de Geref. Kerk te
Bussum door l et Kerkkoor en
m.m.v. de solisten Tineke van
Raalte (sopraan), Tony Ja anus
(mezzo-sopraan), Bert van 'tHoff
(tenor, Evangelist), Wwn v. d.
Sluys (tenorHenk Driessen (bas.
Christuspartij) en Meindert Boekei
(orgel». Door allen werd met veel
toewijding gewerkt en het Kerk
koor is uitnemend van kwaliteit.
Dr. P. G. Kunst uit Amsterdam
sprak tussen de twee delen een
korte meditatie.
Het luisteren naar een Matthaus
Passion doet natuurlijk altijd
denken aan dat grootse werk van
Bach en dan is er vanzelfsprekend
niet één werk, dat het naast
Bach's Passie kan volhouden.
Ook niet de Matth. Passion van
Kühnhausen. Toeh heeft ook dit
werk waardevolle elementen en
is het te vergelijken met de Matth.
Passion van Sohütz. Deze maakte
echter geen gebruik van begelei
ding doch wist een grote drama
tische kracht in dc recitatieven
te leggen. Ongetwijfeld heeft
Kühnhausen het werk van Schütz
gekend, doch evenaren kon hij het
niet
Het grootste deel va.n de Matth.
Passion van Kühnhausen bestaat
uit door orgel begeleide recita
tieven. Dit monodisch recitatief
maakt toch eigenlijk de waarde
van het werk uit. Kühnhausen
heeft er, ondanks de beperking
van zijn tijd en de artistieke mo
gelijkheden in de Prot. eredienst,
haar gestreefd het Bijbelwoord in
een juiste muzikale expressie te
vangen. Daarbij ontzag hij zich
van veel beschouwing in aria of
koraal. Het gr'-g hem slechts
om het Bijbelwoord en een enkele
maal plaatste hij een koraal
of een aria-achtige besohouwing
in het geheel. Het hoofdkoraal is:
,Jesu meines Lebens Leben,
Jesu meines Todes Tod,
der du dich für mich gegeben
in die tiefste Seelennot,
in das ausserste Verderben,
nur dass ich nicht möchte
sterben;
Tausend, tausendmal sei dir,
Hebster Jesu, Dank dafür".
Het is een melodie van de hof
organist uit Celle, Wolfgang
Wesznitzer, en deze melodie wordt
ook gebruikt in het slotkoraal:
„Nun, ich danke dir von Herzen,
Jesu für gesamte Not:
für die Wunden, für die
Schmerzen,
für den herben bittern Tod,
für dein Zittern, für dein Zagen,
für dein tausendfaches Plagen;
für dein Angst und tiefe Pein,
will ich ewig dankbar sein."
dan Bachs werk, ook
schouwing die
geeft, vlak
de be
de woorden van dé volgens dat algemene gebruik,
lEvangelist: ..Aber Jesus schrie op de lichamelijke conditie al- 1
laut und verschied". Die beschou- j leen en zegt niets omtrent de
wende aria 'heeft niets piëtistisch, j geesteshouding daarachter, die -ö
tekst: it Des Herren Tod hilft tm»1 trouwens- de vraag of _u.y op
Not: Am Kreuz ist er ge-
kerk, volk en staat
uiterst gevaarlijk vaarwa-
een tijd van storm. Waar
straat veel „gelukkigen'
storben. Hat dadurch das HimmeL moeten!
reich un-s aus Lieb' erworben."
De vierstemmige koralen zijn ACH, ik zou in dit rubriekje
,er.,ls bii B.ch bmiorfd d„ grMg Mj e,ke
steeds de kapiteins t
dragen geen schuld a
banken en de storm.
evenals bij Bach bedoeld als de
stem van de gemeente en in de
toeschouwende sopraan-aria's is
er de grote troost bij dit lijden,
een troost die tot blijdschap leidt.
Het lijdensverhaal heeft Kühn
hausen veel meer in het licht van
Pasen gezien dan Bach en dat
geëft zijn Matthaus Passion juist
zo'n bijzonder karakter. Het mono
tone karakter van de lange reci
tatieven mag dan wellicht in deze
tijd niet meer zo aanspreken, de
eenvoud is toeh aangrijpend en
Marinus Voorberg kan geluk
gewenst worden met deze ont
dekking. Het werk is uitgegeven
door Möseler Verlag, Wolfenbuttel.
Corn. Basoski.
De politici zullen geduld moeten
hebben met de theologen en de
theologen met de politici.
De Kerk heeft een geweldige
ichterstand in te halen in het den-
mende gelegenheid een pleidooi Ken over internationale zaken. Ja-
wtHen boeren voor el die die- J renlanj had zü peer, befrip voor
het sociale terrein, doch die ach-
gen, welke in het gewone leven g terstand wordt ingehaald. Het-
dgorgaans worden veronacht- zelfde nog niet worden gezegd
zaamd. Er wordt zoveel node- z
loos geleden. Aan de andere -Crü-trtrti-CfCrtr-ir-ü-Crü-ü-ü-trCrirh-trtrCrirtrirjt
kant: de dagelijkse dingen zit- peigrjmage. Soms zijn het boe-
ten vol fnne en haH-verboraen jcerii meestal is het 't leven zelf,
schoonheid en merk waar dighe- dat tot overweging biedt.
den, en een wandeling van vijf ^yje intens leeft, komt soms -g
minuten op straat kan ons met zelfs aan boeken niet toe. Le-
de diepste levensvragen con- 2ers> we pe\grimeren verder
fronteren Deze gebieden van Het leven zwaar> maar kos. g
het veronachtzaamdehet half- telijk!
C. R. t
Merkwaardig dat Ln een
tijd, die zoveel ingrijpende
veranderingen te zien geeft,
er zoveel mensen oud wor
den om de herinnering aan
vroeger levendig te houden.
Dit kan bijna een beschik
king heten. „Er is geen ge
dachtenis aan de voorgaan
de dingen", klaagde de
Prediker, die in zijn tijd er
al voor beducht was, dat de
nieuwe generaties, die zo
snel komen opzetten, het
verband met de vorige ge
slachten zouden kwijtraken.
In mijn litteraire jeugd be
hoorde Ina BoudierBakker,
die 15 April a.s. haar tachtig
ste verjaardag hoopt te vie
ren. tot de actuele figuren.
Het verschijnen van haar
kleine roman „De Straat" in
1924 was voor ons, die in
clubverband letterkundige
producten en verschijnselen
bespraken, een gebeurtenis
Toen einde 1930 De Klop op
de Deur uitkwam, was haar
autoriteit niet meer onbe-
streden: de toenmalige na
oorlogse generatie erkende
haar talent en onbetwijfel
bare knapheid, maar het
levensgevoel was verschoven. Men
vroeg van een roman andere
dingen, en in wezen was dit een
gevolg van het doorbreken van
eeuwenoude begrenzingen, in het
volkeren leven, in wetenschap cn
in verkeer. Natuurlijk is de
schrijfster rustig blijven doorwer
ken, maar na de Klop op de Deur,
als men het rumoer om Vrouw
Jakob (1935) als van andere aard
zijnde uitzondert, heeft zij niet
meer in het centrum van de be
langstelling gestaan. Een ouder
wordend auteur heeft dit te
„nemen", wetend, dat de grote
reputaties zich uit de these via
de antithese in een synthese
„hinüberetten" zullen, of, om een
vergelijking uit de natuurkunde
te gebruiken: uit de stiltegordel
duikt het geluid, juist als het
zich weer verder van zijn oor
sprong verwijderd heeft, opnieuw
omhoog.
Zo mijmerend, legt
troost en de sterking van een
geloofsovertuiging kenden!
In zijn in 1931 verschenen
boek „De Vertelster Weer-
siegeld", een litterair-histo-
risch document van waarde,
zegt de schrijver dr. P. H.
Ritter (het junior mogen we
langzamerhand wel weglaten
bü deze 72-jarige). dat Ina
Boudier door haar .^chlecht-
hinnigc Abhangigkelt" in de
zin van Schleiermacher in
wezen tot de religieuze natu
ren moet worden gerekend.
Inderdaad is het gevoel van
afhankelijkheid ons allen in
geschapen, maar dit religieus
besef zonder meer kan ons
niet gelukkig maken.
Het nieuwste werkje van
de bejaarde schrijfster ge
tuigt van haar frisse geest en
scherp geheugen alsook van
haar zelfbeheersing om. niet
toe te geven aan de zucht tot
uitweiding, aan oude mensen
vaak eigen. Toch gebiedt de
eerlijkheid te zeggen, dat het
boekjenoch psychologisch,
noch ook eigenlijk litterair
zeer belangrijk Is. Als men
het legt naast dc autobiogra
fie van Wilma. „Het Heilig
Wonder van mijn Leven",
verschenen ter gelegenheid
van Wilma's tachtigste verjaardag,
dan treft de meer plastische
kracht, het gaver vakmanschap,
de urbaniteit van Mevrouw Bou
dier, maar over de bladzijden van
Wilma ligt een glans van geheel
andere aard, die óók uit een diep
religieus besef geboren is, maar
een nauwkeurig bepaóld besef, ten
nauwste verbonden aan de persoon
van het werk van Christus. i
Deze twee gezichtspunten zijn
het, die onze eindindruk bepalen:
de verdwijnende wereld der oud-
ste generatie, die de jongeren niet
dan tot hun schade kunnen ver- h
waarlozen, cn de tijdloze vraag j
naar het hoogste goed, die op j
iedere leeftijd ons verticaal tege-
moetkomt. 4
Maar dat de jubilaresse „de
•rste belangrijkste vertegen
woordigster van de moderne ka-
rakter-roman" (Ritter) Is geweest
i onze letteren tot op de dag -
heden een karaktervolle fi-
Dit is de kerk
an het Heilige X
Graf binnen de T
oude stadsmuur 3
van Jeruzalem. De
Grieks-orthodoxe
kerk bewaart er
zorgvuldig de over
blijfselen van de
rots, waarin het
graf van Christus
geweest zou zijn.
Een marmeren
plaat overdekt er
de plaats waar hei
lichaam van Jezus
zou hebben gele- j
gen. Het graf
verder versierd
met gouden lampen i
en kandelaars
bloemen in prach-
tige vazen.
Bijna tweedui
zend jaar lang is
dit graf, het doel e
geweest van pel-
grims en kruis
vaarders uit de
hele wereld.
Er is tn Jeruza
lem nog een ander
graf, het zgn. graf
in de tuin, dat bui
ten de stadsmuur
ligt en dat werd
ontdekt door generaal Charles Gordon in 1883.
De honderden pelgrims maken echter hun met Pasen gebrui
kelijke bedevaart naar de kerk van het Heilige Graf.
Welk graf het echte is zal men waarschijnlijk nooit met zeker
heid kunnen vaststellen.
Doop door onderdompeling
gevers P. N. van Kampen Zoon
tc Amsterdam, na lezing uit de
hand. „Wat blijft er van de jonge
jaren", laat Ina Boudier aan 1
slot cursief drukken. „Alles, w
eenmaal zijn merkteken kerfde
de nog gave ontvankelijkheid v
hart en verstand. Het is slechts
tijdelijke vergetenheid overwi
kerd. Het staat op als net U
komt. Nieuw - en hetzelfde." Bij
deze uitspraak, op de drempel
van dc dood. worden wij gecon
fronteerd met haar diepste en
rijpste gedachten over het leven.
Het 19e eeuwse liberalisme van
betere standen vertoonde
duidelijk op het gebied der ethies
stoïcijnse trekken. Het was niet
ander met zijn per
soonlijke moeiten en zorgcnlastig
aller. Wat is er achter die
effen gezichten en correcte kledij
wanhopig geleden! En hoe schrij
nend was de geestelijke, de reli
gieuze armoede van deze be
schaafde mensen, die zelf niet genegenheid *éestver\vanten
t voor niet-geestvei'wanten Moge Chris-
grnaaljtus over haar levensavond lichten!
C. RUnsdorp.
Konden geloven, maa
hun kinderen toch
wenselijk vonden, dat dezen del
Midden in de eenvoudige zaal
staan negentien dopelingen. Een
paar ouderen en verder jongeman,
nen, jongemeisjes en kinderen;
de jongste is tien j;
In gewaden van eenvoudig wit
linnen, die tot de voeten reiken,
wachten zij, blootsvoets, hun
beurt af om te worden onderge
dompeld in het doopwater.
Ongeveer in het midden van
de ruime zaal zijn in de, vloer
twee houten luiken opengeslagen,
Daar Is het doopbekken van on
geveer 1.50 x 3 meter, tot de
rand gevuld met op temperatuur
gebracht water.
In de zaal, d!e goed i
is, zijn de zitplaatsen
gelovigen zoveel mogelijk rond
om het bekken geschaard.
De voorganger, die de doop
zal bedienen, sti
in een wit kleed
del in het water.
Terwijl net koor zingt naderen
de dopelingen.
De voorganger reikt hel meis
je, dat voorop gaat de hand en
zo daalt zij drie traptreden af
het water in.
Diepe stilte valt in de zaal.
De grijze voorganger spreekt:
„Ik doop U tot de Naam des
Vaders cn des Zoons en des Hei
ligen Geestes".
Het meisje hoort het met ge
vouwen handen aan. De voorgan
ger legt zijn rechterhand in haar
rug en met zijn linkerhand haar
achterover buigend dompelt hij
het meisje even geheel onder wa-
Daarop stapt de eerste dope
ling uit het water en begeeft
zich naar de achter in de zaal
aangebrachte kleedhokjes.
- tot het mid-
Zo herhaalt deze doopplechtig
heid zich. negentien maal achter
een. in alle stlite en met grote
eerbiedigheid.
Dan wordt er gezongen: Halle
luja, lof zij hel Lam. Die nnze
zonden op zich nam. Wiens bloed
ons heeft gerein gd.
Even later wordt er gedankt,
niet door een. maar door meer-
Ieder, die zich daartoe geroe
pen voelt, kan een gebed opzen
den en de anderen daarin voor
gaan.
De een spreekt een hartelijk
dankgebed uit, de ander bidt om
bewaring voor zonden en verlei
ding, weer een ander bidt om
bekering van zondaren.
Deze doopbijeenkomst had de
zer dagen plaats in een zaal aan
de Dunne Bierkade in Den Haag.
waar de Vergadering der Gelo
vigen. die haar vertakkingen heeft
de hele wereld, geregeld ver-
de kenmerken
i dc
gadert.
Een i
door onderdompeling toepast, om
dat naar de overtuiging van de
ze gelovigen de aposteien en al
le predikers van het Evangelie
in vroeger eeuwen de doop op
deze wljzo hebben bediend.
„Waar men ook gedoopt heeft,
In een rivier, in een vijver of in
een badkamer, altijd Is het ge
weest: beiden daalden af ln het
water en beiden klommen uit hel
water op; altijd was het een in
dompeling van hem, die gedoopt
moest worden".
Aldus lezen wij ln een oud boek
(1912) van de hand van wij
len de heer H. C Voorhoeve Jzn.
die in vroeger jaren de Verga
dering krachtig steunde.
Van zijn hand is ook de lie
derenbundel. die men nog steeds
Sebruikt en de vertaling van het
lieuwe Testament.
Op deze doopbijeenkomst kwa
men behalve uit Den Haag ook
dopelingen uit andere plaatsen,
o.a. Rotterdam en Schiedam.
'rüirto-ühtctfirüirtcCrüii-üïi-üifü-trirtrïi