INA BOUDIER tachtig jaar De Franse vertaling van tegen de H-bom ONBEKENDE MATTHAUS PASSION ONTDEKT Cultureel venster FINALE NIEUWE LEIDSCHE COURANT G. KAMPHUIS voorzien van I IE „Nederlandsche Vereeniging voor Druk- en Boekkunst" te 's-Gravenhage heeft in tweeër lei opzicht een goed werk gedaan met de uitga het Wilhelmus in een Franse vertaling een commentaar. In de eerste plaats is het een typografisch voor treffelijk verzorgd hoekje geworden, versierd met enkele kopergravures van S. L. Hartz. Hoezeer deze 16de eeuwse grafische techniek is herleefd en als een eigen uitdrukkingsmiddel van deze tijd gebruikt kan worden, blijkt, wanneer men Hartz' portret van Marnix van St. Aldegonde, omringd door sierlijke schriftuur, vergelijkt met de 16de eeuwse gravure, die zijn voorbeeld was. Maar ook. en nog belangrijker, is het feit, dat ons oude volkslied op uitnemende wijze voor een Frans publiek toegankelijk is ge maakt. De eer daarvan komt toe aan de heer Jean Stals, die zich door jarenlange studie met het Wilhelmus en zijn achtergronden vertrouwd heeft gemaakt. Hij geeft in dit boekje niet alleen naast de Hollandse tekst een (aan koningin Juliana opgedragen) ver taling van het gehele gedicht, maar ook een commentaar, waar in hij beknopt, maar allerminst oppervlakkig de geschiedkundi ge. litterair-historischc en musico logische problemen behandelt, die er mee samenhangen. Vertalingsmoeilijkheden Reeds in de 16de eeuw bestond er een. pas in 1895 teruggevonden, Franse vertaling van ons volks lied. En ook in de 19de eeuw heeft men enige malen toe ondernomen. grijpelijk. dat de heer Stals deze teksten weinig tevreden i •heid, dat de interpretaties Wilhelmus, zowel in zijn ge heel (een afscheidslied? een troost- lied? een propagandalied?) als van talrijke details nogal uiteenlopen. Er is geen gedicht in onze litera tuur, dat zoveel besproken en op allerlei aspecten onderzocht is. Een vertaler moet derhalve van deze studies op de hoogte zijn en tot een bepaalde opvat ting komen, die de grond, slag voor zijn werk moet helmus het beeld, of zo men wil: de mythe, voor ons oproept van de held Willem van Oranje, die zich tot zijn volk richt. Ook bleef het afwisselend be klemtoonde vers in het Frans be waard, evenals de eenvoudige, maar treffende stijl van het ge heel. Dat niettemin de vertaling soms wat neutraler aandoet dan de oorspronkelijke verzen, mag zeker niet de heer Stals ver weten worden. Ik denk b.v. aan Die by Maestricht begraven Bevreesde mijn ghewelt, vertaald door: Mais sous Maastricht l'alarme Le retenait au camp. Wie ooit zich met de verta ling van verzen heeft bezig ge houden, weet, dat dit onver mijdelijk is, te meer, wanneer de vertaler zijn taak als een dienende beschouwt en dus zichzelf geheel op de achter grond wil houden. Historische achtergronden Hoezeer hij zich hefe'ft verdiept in ons volkslied, blijkt uit zijn commentaren en verantwoording Van de verschillende zoëven ge noemde problemen heeft hij ter- deee studie gemaakt. Men kan, evenals bij de inter pretatie der verzen, hier en daar met hem van mening verschillen. Zo lijkt het mij b.v. historisch minder juist te beweren, dat beide gedichten ook overeen komstige gedachten, zoals de schrijver door vergelijking van een groot aantal parallel afge drukte regels aantoont. Wel licht had hij bij het stijlver schil, ook in de muziek, nog iets meer kunnen letten op het verschil in tijd van ontstaan. De tijd van ons geuzenlied mo ge dan al niet minder bewogen zijn geweest dan die van de Franse revolutie, de denk- en gevoelswereld van beiden wa ren toch wezenlijk verschillend Het beeld van de duldende, op God vertrouwende en voor het volk zich offerende held, dat zo bevruchtend in onze letteren heeft gewerkt (men denke aan Hooft's Baeto en Vondel's Gijs- brecht) is een geheel ander dan dat van een volk, dat bij zijn streven naar vrijheid bezield werd door de idee van de volks- souvereinite't. Het laatste hoofdstukje, waaruit een al te irreëel idea lisme spreekt, komt mij min der bevredigend voor. Volgens de schrijver hebben zowel het Wilhelmus als de Marseillaise slechts hun volle waarde ge- G. KAMPHUIS Lezers THEOLOGEN CONTRA POLITICI Pelgrimage Waarom geen protest van kerken Ongelukkigen? f?EN mij onbekende lezeres, die blijkbaar deze rubriek geregeld volgt, komt in een brief terug op mijn onlangs af- jt gedrukte L P. over kinderen en dwergen. Zij is van mening, dat het bij kinderen niet zo vaak voorkomt, dat ze lichame- -n lijk gebrekkiger! beurust honen. Neen, schrijft ze, dan worden .:i er door volwassenen grovere j» fouten gemaakt. Mag ik er en- kele noemen? Zo beweert men 5 dat het ongeluk aanbrengt als men mensen met een rugge- -c graatsverkromming aan een d bepaalde kant passeert. Verder, als men ze ontdekt op straat, d wordt er vaak gezegd: „Er had in oorlogstijd en zijn bei- i komt regen, zeg!" Enzovoort, -d de als zodanig slechts monu- j Zelfs ontwikkelde mensen, van 5 menten uit en herinneringen 1 wie beroepshalve een geheel t het verleden In een ver- dere houding mag worden v> Dr. L C. Patijn neemt het op voor de Westerse politiek De verklaring van Montgomery, dat het Westen in dien het wordt aangevallen door Rusland, desnoods het eerst atomische wapens zal gebruiken, heeft de mensen wakker geschud. In verscheidene bladen wordt een levendige discussie gevoerd of dit wel toelaatbaar is met het oog op de verschrikkelijke gevolgen voor de mensheid. Wending In ..Wending' maandblad voor Evangelie en Cultuur, is de dis- -..:gd Europa, zo meent hij, zal j wacht, ontzien z~ich soms niet m"iepu<wrcfeerd"edrPrFbl^erwin" men een Hymne européen zin- grof en cynisch jegens hchame- g voUe gang. het Januari-num gen. gewijd aan de vrede en lijk gebrckkigen te zijn. De kei een artikel over het onder voorspoed van alle volken. briefschrijfster, die uit eigen werp: De Kerken Het is niet te ontkennen, dat bittere ervaring spreekt, heeft g ons volkslied vooral in de ach- dil alles rustig naast zich kun- - ter ons liggende oorlogsjaren 1 nen neerleggen. Maar nu komt opnieuw zijn waarde heeft be- de schrijver van die bewuste wezen; maar dan toch niet zo- l.P. en plakf de lichamelijk zeer als oorlogslied (waarvoor j gebrekkigen het etiket „onge- inderdaad de Marseillaise veel i lukkigen" op. Dat wil, aldus ï-.-i-i jg), dan wel wegens de schrijfster, zeggen: niet- geschikter i het diepe godsvertrouwen oprechte vaderlandsliefde, uit spreken. politiek. Hij dringt aan kerkelijk gesprek over de vraag op welke wijze men bij de regeringen op een totaal verbod voor massa vernietiging (de atoom- en waterstofbommen ingesloten) zal kunnen aandringen vraagt onmiddellijke stopzetting met deze ver- Dit neemt echter niet weg, dat wij de heer Stals dankbaar moeten zijn voor zijn geslaag de vertaling en belangwekken de commentaren, welke het Wilhelmus voor de Franse le zer toegankelijk hebben ge maakt. de j gelukkigen. Dat is niet waarh schrikkelijke bommen. roept ze-uit. Toen C. R. sprak jn het Maartnummer ,,een uitvinding van de i duivel" schreef hij halve waarheid neer. God 4 heeft dit toegelaten, of, nog -h beter gezegd: God heeft dit voor mij nodig gevonden. Ik -ö ben geen flensje, dat per on- geluk verkeerd is uitgevallen. God heeft met dit alles een bedoeling. En het is juist deze wetenschap zo eindigt mijn cor- respondente, die ons „lichame- lijk-gebrekkigen" opheft ei ook maakt tot Geluk- i kt oen. dit blad maant dr C. L Patijn, di recteur van ..Internationale Orga nisaties" op het departement van Buitenlandse Zaken, tot voorzich tigheid. De kerk. zo schrijft hij. moet niet een terrein betreden, waarvan zij de consequenties kan overzien. Het denkbeeld dr. Boerwinkel om een delegatie naar de landen achter het IJze ren Gordijn te sturen verdient vol gens dr. Patijn toejuiching, mits 3* men het ziet als een kerkelijk ge- sprek in oecumenische 7JEZE brief zal ik bewaren: hij Iis het waard. Hij zal mij blij vend herinneren aan het ont stellend gebrek aan fijn gevoel, i* Een permanent studie- en voor- j dat vele volwassenen, Christe- lichtingscentrum inzake interna- HMHloed realiseert, det de gesprekspartners onder enorme politieke suggestie druk liggen. Een dergelijke missie zou zich goed op de hoogte 1 ten stellen bij de Wereldraad Kerken te Genève. •aard vooral -- c groep van kerken in West-Europa op een schreeuwend tekort cran dll ,eiamenlijk zou opzetten - - mits men zich kan verzekeren van de medewerking van terzake volkomen deskundige personen. beter ontsiert en dat teruggaai naastenliefde. Men kan zich verbeelden fijngevoelig 1 (voor anderen n.l.) In de kleine Duitse stad Celle (boven Hannover) leefde in de 17e eeuw een componist, wiens naam niet in dc muziekge- schiedenisboeken voorkomt. Het was Johannes Georg Küh.nhauscn, die van 1661 af hofmuzikant en zanger in de hofkapel in Celle was en tot 1714 ook cantor. De Staatsbibliotheek in Berlijn be waarde een aantal handschriften van deze Kühnhausen, hoofd- eens ontdekken hoeveel hieraan ;jLa„1 zakelijk kerkelijke werken. Hierbij was ook het manuscript van ontbreekt. Te meer ontroerend een „Passio Christi secundum Matthaeum", geschreven omstreeks Jfij 1700. Een Matthius Passion dus, geschreven bijna 30 jaar vóór -geestewinst' ka„ wo t omzetten. Overigens heb ik dat Patijn aan "hét "verkeerde adres woord ongelukkigengewoon r gericht. Er zou meer reden zijn I volgens het spraakgebruik ge- -a critische aandacht aan de commu- het slótkoraal. I hanteerd. Die benaming slaat, j nistische_politiek_t_e besteden. Wij1 de internationale betrekkin- Tijd en Taak In het weekblad voor Evangelie en socialisme ..Tijd en Taak" waardeert J. Hulsebosch het appèl de kerken van dr. Boerwin kel i r hij is het r diens opvatting over de niet-ag g.ressieve bedoelingen van Rusland Zij. die de beslissingen moeten ne men in de huidige wereldsituatie, ook wat het gebruik van atoom wapens betreft, verkeren in de po sitie van de schaakspeler, die zijn zet moet baseren niet op een, maar op alle mogelijke voortzet tingen van zijn tegenspeler, schrijft hij. In de Waagschaal voormannen als Niemöller, Goll- witzer en andere zg. Derde weg- figuren. is niet alleen tegen het gebruik van atoombommen, maar kant zich ook tegen de herbewa pening van Duitsland. In het blad ..In de Waagschaal" waarschuwt ds. Bijlsma zijn lezers om de ad viezen van de Perde Weg niet te volgen. In hetzelfde numrr ter wordt voor de lezers te matie in extenso de oproep ze Derde Weg tegen de Duitse her bewapening afgedrukt. Kerk van het Heilige Graf in Jeruzalem Bezinning Prof. dr. R. Schippers van de V U. klaagde er in ..Bezin ning", een Gcref. maandblad ir, dat er in onze dagbladen weinig aandacht wordt ge schonken aan het brandenJe igstuk van de intérnationa- erhoudingen. Het maand blad A.R. staatkunde geeft af en toe een buitenlandse kro niek. maar alles bij elkaar ha len we het meeste van onze ge sprekstof, in het geval, dat wij die ter zake hebben, uit be paald niet-gereformeerde. niet- christelljke, niet anti-revolutio naire dag- en weekbladen. De Bazuin school te Kampen. De Bazuin, verwondert er zich over. dat de kerken nog niet in beweging zijp eekomen vanwege de do delijke paddenstoel, die over heel de wereld drijft: de ver nietiging van alle leven door klakkeloos losgelaten atoom- De kerken hadden reeds lang moeten protesteren. De kerken op heel de wereld, in al haar oecumenische verbanden. De atoomgeleerden huiveren zelf voor de gevolgen van hun eigen proefnemingen. Onder een dergelijke bedrei ging van het leven mogen de kerken, aldus De Bazuin, niet langer gelaten blijven. Waar is de kerkeraad, die on afhankelijk van het kerkver band. maar eens begint met een bidstond te beleggen meerdere met het oog op de dreigende wereldnood? En het blad wijst op een machtig woord uit de Schrift, dat de schilden der aarde Godes zijn, Dus alle regeringen zijn in Gods hand. Ook de regerin gen, die thans het atoomschild opheffen. De kerken hebben de rege ringen te bezweren het duivelse atoomwapen noojt of te nimmer te gebruiken. De handen der kerk moeten vrfj zijn van alle vergoten bloed, ook in de toe komst. Nooit mag de kerk worden venveten, da-t zij ge zwegen heeft. De kerk had reeds moeten protesteren bij het afwerpen van de eerste atoombom in Hirosjima. Dit zal de kerk niet populair ma ken, maar om aes gewetens wil mag zü niet zwijgen. de Matthaus Passion van Bach. Dan zijn daar de essen tiële verschillen tussen het Frarnse en het Ne derlandse vers. Het ori gineel van ons volkslied is geschreven in streng gebonden strofen van overwegend jambische klemtoonde en niet-be- klemtoonde lettergrepen elkaar regelmatig afwis- selen. De Franse jambe iheeft echter, hij een vast aantal lettergrepen, een variërend accent. De een probleem op zichzelf. Want wat wij heden ten dage zingen, is niet meer de ..wijse van Chartres", maar de daaruit afgeleide, meer levendige en gecompliceerde me lodie, die sinds Valerius wordt gebruikt. En tenslotte is er de archaïsche taal van ons volkslied. Wanneer de vertaler zich zou hebben toegelegd op een 16de eeuws Frans, zou het resultaat min of meer kunstmatig zijn geworden. En dit zou, zoals hij terecht inzag, de waarachtig heid van toon niet ten goede zijn gekomen. Al deze moeilijkheden zouden voldoende zijn geweest om een eventuele vertaler de moed te doen verliezen. Slechts een groot enthousiasme, voortkomend uit liefde en bewondering voor ons Wilhelmus, kan een bevredigend resultaat geven. Het is door dit enthousiasme gedragen, dat de heer Stals er in geslaagd is de Franse lezer iets te doen gevoe len van de betekenis en gevoels waarde, die het lied voor ons. Nederlanders, heeft, al is het vanzelfsprekend, dat hij In opzet en uitwerking meermalen slechts door een compromis tot resulta ten kon komen. De vorm van een naamdicht. ,,waer van deerste capitael lette ren van elck veers syner F.G name metbrengen", bleef in het Frans gehandhaafd. En terecht. Immers wordt hierdoor op zinrij ke wijze aangegeven, dat het Wil- Oranje in 1566 driehonderd edelen in zijn kasteel te Breda verza melde om het Verbond der Ede len te ondertekenen. Immers zoch- dertekening, waarbij deze nog en kele prominente figuren bij de be raadslaging betrok. Maar het is hier niet de plaats om op deze en dergelijke bijzon derheden in te gaan. Liever wijs ik er op. hoe juist de heer Stals ons Wilhelmus karakteriseert als een lied, dat gedragen wordt door godsvertrouwen, vaderlandsliefde en verlangen naar gerechtigheid en vrijheid. Op gelukkige wijze maakt hij daarbij herhaaldelijk vergelijkingen met passages uit de geschriften van de Fransman Calvijn. En terecht wijst hij op de grote invloed van de Bijbel, daarbij steunend op Gerard Brom's Gids studie van 1932 (diens afzonderlijk uitgegeven en uitvoeriger Het Wilhelmus en dc Bijbel van 1946 schijnt hij niet te kennen). Vergelijking met Marseillaise Belangwekkend, vooral voor een Frans publiek, is ongetwij feld 'schrijvers vergelijking van ons volkslied met het Fran se. De Marseillaise is in het geheel niet religieus en heeft niets van het koraal-achtige. dat het Wilhelmus kenmerkt. Bovendien is het in het mei voud geschreven. Toch hebben Mat- Daalt de eeuwigheid ons neder, Adelaar, wiens hel geveder 't Huis doorvlaagt met licht? In het licht, het stralend-helle. Is een witte immortelle Uw onzegbaar-zacht gezicht. Is zijn vleugelpaar een wagen. Die ons in zijn rijk zal dragen? Rijzen wij met hem! Nu wij 't hoofd ten afscheid wenden, Zingt ons 't koor der instrumenten 't Triomphale requiem, En reeds zien wij, tijd-ontstegen, Midden in een sterrenregen Lachend, aarde, naar u om; Want reeds blinkt ons, in de verte, 't Witte, magische gesternte: Ons Elysium! ANNA MERTENS (uit „Vloedlijn", Bosch en Keuning, Baarn) Tot voor kort had ik nooit van Kühnhausen gehoord én dus ook niet van zijn Matthaus Passion. Wel is bekend dat meerdere com ponisten een dergelijk werk I schreven (o.a. Johann Walther in 1550, Clemens Stephani in 1570. Melchior Vulpius in 1613 en Heinrich Schütz 1655; ten on rechte wordt ook dikwijls Obrecht genoemd componist van thans Passion), maar van Kühnhausen wisten maar weinigen iets. De zer dagen heeft de be kende N.C.R.V.-musicus Marinus Voorberg de eerste Nederlandse uit voering van de Matthaus Passion van Kühnhausen gegeven en daarmee de naam van deze componist ook in ons land bekendheid gegeven. Het was een waardevolle uit voering in de Geref. Kerk te Bussum door l et Kerkkoor en m.m.v. de solisten Tineke van Raalte (sopraan), Tony Ja anus (mezzo-sopraan), Bert van 'tHoff (tenor, Evangelist), Wwn v. d. Sluys (tenorHenk Driessen (bas. Christuspartij) en Meindert Boekei (orgel». Door allen werd met veel toewijding gewerkt en het Kerk koor is uitnemend van kwaliteit. Dr. P. G. Kunst uit Amsterdam sprak tussen de twee delen een korte meditatie. Het luisteren naar een Matthaus Passion doet natuurlijk altijd denken aan dat grootse werk van Bach en dan is er vanzelfsprekend niet één werk, dat het naast Bach's Passie kan volhouden. Ook niet de Matth. Passion van Kühnhausen. Toeh heeft ook dit werk waardevolle elementen en is het te vergelijken met de Matth. Passion van Sohütz. Deze maakte echter geen gebruik van begelei ding doch wist een grote drama tische kracht in dc recitatieven te leggen. Ongetwijfeld heeft Kühnhausen het werk van Schütz gekend, doch evenaren kon hij het niet Het grootste deel va.n de Matth. Passion van Kühnhausen bestaat uit door orgel begeleide recita tieven. Dit monodisch recitatief maakt toch eigenlijk de waarde van het werk uit. Kühnhausen heeft er, ondanks de beperking van zijn tijd en de artistieke mo gelijkheden in de Prot. eredienst, haar gestreefd het Bijbelwoord in een juiste muzikale expressie te vangen. Daarbij ontzag hij zich van veel beschouwing in aria of koraal. Het gr'-g hem slechts om het Bijbelwoord en een enkele maal plaatste hij een koraal of een aria-achtige besohouwing in het geheel. Het hoofdkoraal is: ,Jesu meines Lebens Leben, Jesu meines Todes Tod, der du dich für mich gegeben in die tiefste Seelennot, in das ausserste Verderben, nur dass ich nicht möchte sterben; Tausend, tausendmal sei dir, Hebster Jesu, Dank dafür". Het is een melodie van de hof organist uit Celle, Wolfgang Wesznitzer, en deze melodie wordt ook gebruikt in het slotkoraal: „Nun, ich danke dir von Herzen, Jesu für gesamte Not: für die Wunden, für die Schmerzen, für den herben bittern Tod, für dein Zittern, für dein Zagen, für dein tausendfaches Plagen; für dein Angst und tiefe Pein, will ich ewig dankbar sein." dan Bachs werk, ook schouwing die geeft, vlak de be de woorden van dé volgens dat algemene gebruik, lEvangelist: ..Aber Jesus schrie op de lichamelijke conditie al- 1 laut und verschied". Die beschou- j leen en zegt niets omtrent de wende aria 'heeft niets piëtistisch, j geesteshouding daarachter, die -ö tekst: it Des Herren Tod hilft tm»1 trouwens- de vraag of _u.y op Not: Am Kreuz ist er ge- kerk, volk en staat uiterst gevaarlijk vaarwa- een tijd van storm. Waar straat veel „gelukkigen' storben. Hat dadurch das HimmeL moeten! reich un-s aus Lieb' erworben." De vierstemmige koralen zijn ACH, ik zou in dit rubriekje ,er.,ls bii B.ch bmiorfd d„ grMg Mj e,ke steeds de kapiteins t dragen geen schuld a banken en de storm. evenals bij Bach bedoeld als de stem van de gemeente en in de toeschouwende sopraan-aria's is er de grote troost bij dit lijden, een troost die tot blijdschap leidt. Het lijdensverhaal heeft Kühn hausen veel meer in het licht van Pasen gezien dan Bach en dat geëft zijn Matthaus Passion juist zo'n bijzonder karakter. Het mono tone karakter van de lange reci tatieven mag dan wellicht in deze tijd niet meer zo aanspreken, de eenvoud is toeh aangrijpend en Marinus Voorberg kan geluk gewenst worden met deze ont dekking. Het werk is uitgegeven door Möseler Verlag, Wolfenbuttel. Corn. Basoski. De politici zullen geduld moeten hebben met de theologen en de theologen met de politici. De Kerk heeft een geweldige ichterstand in te halen in het den- mende gelegenheid een pleidooi Ken over internationale zaken. Ja- wtHen boeren voor el die die- J renlanj had zü peer, befrip voor het sociale terrein, doch die ach- gen, welke in het gewone leven g terstand wordt ingehaald. Het- dgorgaans worden veronacht- zelfde nog niet worden gezegd zaamd. Er wordt zoveel node- z loos geleden. Aan de andere -Crü-trtrti-CfCrtr-ir-ü-Crü-ü-ü-trCrirh-trtrCrirtrirjt kant: de dagelijkse dingen zit- peigrjmage. Soms zijn het boe- ten vol fnne en haH-verboraen jcerii meestal is het 't leven zelf, schoonheid en merk waar dighe- dat tot overweging biedt. den, en een wandeling van vijf ^yje intens leeft, komt soms -g minuten op straat kan ons met zelfs aan boeken niet toe. Le- de diepste levensvragen con- 2ers> we pe\grimeren verder fronteren Deze gebieden van Het leven zwaar> maar kos. g het veronachtzaamdehet half- telijk! C. R. t Merkwaardig dat Ln een tijd, die zoveel ingrijpende veranderingen te zien geeft, er zoveel mensen oud wor den om de herinnering aan vroeger levendig te houden. Dit kan bijna een beschik king heten. „Er is geen ge dachtenis aan de voorgaan de dingen", klaagde de Prediker, die in zijn tijd er al voor beducht was, dat de nieuwe generaties, die zo snel komen opzetten, het verband met de vorige ge slachten zouden kwijtraken. In mijn litteraire jeugd be hoorde Ina BoudierBakker, die 15 April a.s. haar tachtig ste verjaardag hoopt te vie ren. tot de actuele figuren. Het verschijnen van haar kleine roman „De Straat" in 1924 was voor ons, die in clubverband letterkundige producten en verschijnselen bespraken, een gebeurtenis Toen einde 1930 De Klop op de Deur uitkwam, was haar autoriteit niet meer onbe- streden: de toenmalige na oorlogse generatie erkende haar talent en onbetwijfel bare knapheid, maar het levensgevoel was verschoven. Men vroeg van een roman andere dingen, en in wezen was dit een gevolg van het doorbreken van eeuwenoude begrenzingen, in het volkeren leven, in wetenschap cn in verkeer. Natuurlijk is de schrijfster rustig blijven doorwer ken, maar na de Klop op de Deur, als men het rumoer om Vrouw Jakob (1935) als van andere aard zijnde uitzondert, heeft zij niet meer in het centrum van de be langstelling gestaan. Een ouder wordend auteur heeft dit te „nemen", wetend, dat de grote reputaties zich uit de these via de antithese in een synthese „hinüberetten" zullen, of, om een vergelijking uit de natuurkunde te gebruiken: uit de stiltegordel duikt het geluid, juist als het zich weer verder van zijn oor sprong verwijderd heeft, opnieuw omhoog. Zo mijmerend, legt troost en de sterking van een geloofsovertuiging kenden! In zijn in 1931 verschenen boek „De Vertelster Weer- siegeld", een litterair-histo- risch document van waarde, zegt de schrijver dr. P. H. Ritter (het junior mogen we langzamerhand wel weglaten bü deze 72-jarige). dat Ina Boudier door haar .^chlecht- hinnigc Abhangigkelt" in de zin van Schleiermacher in wezen tot de religieuze natu ren moet worden gerekend. Inderdaad is het gevoel van afhankelijkheid ons allen in geschapen, maar dit religieus besef zonder meer kan ons niet gelukkig maken. Het nieuwste werkje van de bejaarde schrijfster ge tuigt van haar frisse geest en scherp geheugen alsook van haar zelfbeheersing om. niet toe te geven aan de zucht tot uitweiding, aan oude mensen vaak eigen. Toch gebiedt de eerlijkheid te zeggen, dat het boekjenoch psychologisch, noch ook eigenlijk litterair zeer belangrijk Is. Als men het legt naast dc autobiogra fie van Wilma. „Het Heilig Wonder van mijn Leven", verschenen ter gelegenheid van Wilma's tachtigste verjaardag, dan treft de meer plastische kracht, het gaver vakmanschap, de urbaniteit van Mevrouw Bou dier, maar over de bladzijden van Wilma ligt een glans van geheel andere aard, die óók uit een diep religieus besef geboren is, maar een nauwkeurig bepaóld besef, ten nauwste verbonden aan de persoon van het werk van Christus. i Deze twee gezichtspunten zijn het, die onze eindindruk bepalen: de verdwijnende wereld der oud- ste generatie, die de jongeren niet dan tot hun schade kunnen ver- h waarlozen, cn de tijdloze vraag j naar het hoogste goed, die op j iedere leeftijd ons verticaal tege- moetkomt. 4 Maar dat de jubilaresse „de •rste belangrijkste vertegen woordigster van de moderne ka- rakter-roman" (Ritter) Is geweest i onze letteren tot op de dag - heden een karaktervolle fi- Dit is de kerk an het Heilige X Graf binnen de T oude stadsmuur 3 van Jeruzalem. De Grieks-orthodoxe kerk bewaart er zorgvuldig de over blijfselen van de rots, waarin het graf van Christus geweest zou zijn. Een marmeren plaat overdekt er de plaats waar hei lichaam van Jezus zou hebben gele- j gen. Het graf verder versierd met gouden lampen i en kandelaars bloemen in prach- tige vazen. Bijna tweedui zend jaar lang is dit graf, het doel e geweest van pel- grims en kruis vaarders uit de hele wereld. Er is tn Jeruza lem nog een ander graf, het zgn. graf in de tuin, dat bui ten de stadsmuur ligt en dat werd ontdekt door generaal Charles Gordon in 1883. De honderden pelgrims maken echter hun met Pasen gebrui kelijke bedevaart naar de kerk van het Heilige Graf. Welk graf het echte is zal men waarschijnlijk nooit met zeker heid kunnen vaststellen. Doop door onderdompeling gevers P. N. van Kampen Zoon tc Amsterdam, na lezing uit de hand. „Wat blijft er van de jonge jaren", laat Ina Boudier aan 1 slot cursief drukken. „Alles, w eenmaal zijn merkteken kerfde de nog gave ontvankelijkheid v hart en verstand. Het is slechts tijdelijke vergetenheid overwi kerd. Het staat op als net U komt. Nieuw - en hetzelfde." Bij deze uitspraak, op de drempel van dc dood. worden wij gecon fronteerd met haar diepste en rijpste gedachten over het leven. Het 19e eeuwse liberalisme van betere standen vertoonde duidelijk op het gebied der ethies stoïcijnse trekken. Het was niet ander met zijn per soonlijke moeiten en zorgcnlastig aller. Wat is er achter die effen gezichten en correcte kledij wanhopig geleden! En hoe schrij nend was de geestelijke, de reli gieuze armoede van deze be schaafde mensen, die zelf niet genegenheid *éestver\vanten t voor niet-geestvei'wanten Moge Chris- grnaaljtus over haar levensavond lichten! C. RUnsdorp. Konden geloven, maa hun kinderen toch wenselijk vonden, dat dezen del Midden in de eenvoudige zaal staan negentien dopelingen. Een paar ouderen en verder jongeman, nen, jongemeisjes en kinderen; de jongste is tien j; In gewaden van eenvoudig wit linnen, die tot de voeten reiken, wachten zij, blootsvoets, hun beurt af om te worden onderge dompeld in het doopwater. Ongeveer in het midden van de ruime zaal zijn in de, vloer twee houten luiken opengeslagen, Daar Is het doopbekken van on geveer 1.50 x 3 meter, tot de rand gevuld met op temperatuur gebracht water. In de zaal, d!e goed i is, zijn de zitplaatsen gelovigen zoveel mogelijk rond om het bekken geschaard. De voorganger, die de doop zal bedienen, sti in een wit kleed del in het water. Terwijl net koor zingt naderen de dopelingen. De voorganger reikt hel meis je, dat voorop gaat de hand en zo daalt zij drie traptreden af het water in. Diepe stilte valt in de zaal. De grijze voorganger spreekt: „Ik doop U tot de Naam des Vaders cn des Zoons en des Hei ligen Geestes". Het meisje hoort het met ge vouwen handen aan. De voorgan ger legt zijn rechterhand in haar rug en met zijn linkerhand haar achterover buigend dompelt hij het meisje even geheel onder wa- Daarop stapt de eerste dope ling uit het water en begeeft zich naar de achter in de zaal aangebrachte kleedhokjes. - tot het mid- Zo herhaalt deze doopplechtig heid zich. negentien maal achter een. in alle stlite en met grote eerbiedigheid. Dan wordt er gezongen: Halle luja, lof zij hel Lam. Die nnze zonden op zich nam. Wiens bloed ons heeft gerein gd. Even later wordt er gedankt, niet door een. maar door meer- Ieder, die zich daartoe geroe pen voelt, kan een gebed opzen den en de anderen daarin voor gaan. De een spreekt een hartelijk dankgebed uit, de ander bidt om bewaring voor zonden en verlei ding, weer een ander bidt om bekering van zondaren. Deze doopbijeenkomst had de zer dagen plaats in een zaal aan de Dunne Bierkade in Den Haag. waar de Vergadering der Gelo vigen. die haar vertakkingen heeft de hele wereld, geregeld ver- de kenmerken i dc gadert. Een i door onderdompeling toepast, om dat naar de overtuiging van de ze gelovigen de aposteien en al le predikers van het Evangelie in vroeger eeuwen de doop op deze wljzo hebben bediend. „Waar men ook gedoopt heeft, In een rivier, in een vijver of in een badkamer, altijd Is het ge weest: beiden daalden af ln het water en beiden klommen uit hel water op; altijd was het een in dompeling van hem, die gedoopt moest worden". Aldus lezen wij ln een oud boek (1912) van de hand van wij len de heer H. C Voorhoeve Jzn. die in vroeger jaren de Verga dering krachtig steunde. Van zijn hand is ook de lie derenbundel. die men nog steeds Sebruikt en de vertaling van het lieuwe Testament. Op deze doopbijeenkomst kwa men behalve uit Den Haag ook dopelingen uit andere plaatsen, o.a. Rotterdam en Schiedam. 'rüirto-ühtctfirüirtcCrüii-üïi-üifü-trirtrïi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13