„FOYLES
ARistoph&nes
Hoogtepunt in strijd tegen Kinderverlamming
3^.wartet van *Schubert en twee soloconcerten oancYïlozart
Wolfgang Amadeus Mozart.
cJ}prilgrappen
Het zonderlinge volksgebruik, om op
1 April elkaar door allerlei fopperijen
beet te nemen, is nog springlevend. Dat
zullen gisteren wel weer velen
hebben.
Soms komt de vraag op,
gebruik zijn ontstaan te danken heeft,
een gewoonte, die verspreid is over En
geland, Schotland, Frankrijk, Duitsland
en Nederland.
Zo spreekt de Fransman van een pois-
aon d'Avril (letterlijk: Aprilvis), de En
gelsman van April-fool" (April-gek),
de Schot an „gouwke" (koekoek of
dwaas), de Duitser van het ..April
schicken".
Heel wat meningen zijn geopperd, van
waar het gebruik zijn oorsprong heeft
genomen. Men heeft beweerd, dat het
stamde uit Frankrijk en van hieruit over
de rest van Europa werd verbreid. En...
welke aanleiding moet er toch geweest
zijn voor het laten doen van zulke dwa
ze boodschappen en opdrachten op de
bewuste dag?
Ook hierover wordt heel verschillend
gedacht Sommigen meenden, dat hierin
werd voorgesteld het heen en weer zen
den van Christus van Annas naar Ka-
Jafas en van deze weer naar Herodes.
Weer anderen gaan nog eeuwen ver
der terug en geven de oorsprong in de
„1 April-opdracht-geverij", het aan- en
afvliegen van de duif uit de ark van
Noach. Ook de Nieuwjaarsdag werd be
trokken in de verklaring van de ,,1 April
dag".
Oudtijds begon in sommige landen
Nieuwjaarsdag op 25 December, op het
tijdstip van Jezus' geboorte. Weer an
deren lieten deze aanvangen op Pasen.
Maar In 1564 werd in Frankrijk de
Nieuwjaarsdag van 1 April naar 1 Ja
nuari verplaatst. 18 jaar later werd de
ze datum officiëel erkend. Dwaas werd
genoemd, die toen nog 1 April als
Nieuwjaarsdag handhaafden. Dat waren
..April-dwazen", April-gekkcn", zo zei
men. Misschien moeten we, volgens dr.
H. Blink, wel een oude, heidense oor
sprong voor het eigenaardig volksge
bruik op 1 April, aannemen. En... dit
is misschien nog wel het meest gegrond!
Het is niet bekend, welke de eerste re
den tot het doen van die aardigheden
was, zegt hij. Wei weten we. dat de Hin
does. omtrent deze tijd, een feest vier
den, dat men het Hulifeest noemde. En
daarbij kwamen ook zulke aardigheden
voor.
Voorts was het oudtijds in China ge
woonte, dat er grond door een Prins van
de bloede, op 1 April beploegd werd.
Ten onzent laat men ..onnozelen" op
1 April wel een „bloed-boor" halen, als
b v. in Drente, of een „rolpatroon" zo
als de Achterhoekers wel doen, of een
„strangschaar", zoals de Limburgse
grappenmakers de gewoonte hebben, of,
zoals de Groningers iemand wel op een
dubbeltje „tister niet" uitzenden.
tje blok". Maar hocveler laten zich ook
niet door wonderlijke krantenberichten
van de wijs brengen en vliegen er ln
door een of ander sensationeel bericht
je („Ga toch voorbij, dood, ik ben nog
jong. raak me niet aan") en de dood
(„Geef je hand, schoon en lief schepsel
tje. Ik ben je vriend en ik kom niet om
te straffen. Heb goede moed, ik ben geen
wilde. Je zult zacht in mijn armen sla
pen"). Schubert heeft hiervan een aan
grijpend lied gemaakt. En de tijdens
zijn korte leven zo vaak pessimistisch
gestemde componist (hij werd maar 31
jaar) greep enkele jaren voor zijn dood
er op terug om de melodie tot basis te
nemen voor zijn 14de strijkkwartet. Schu
bert voltooide het werk in Januari 1826
en na de eerste uitvoering op 1 Februa
ri in de woning van de zanger Josef
Barth zei de bekende Weense violist Ig-
naz Schuppanzigh (die heel veel heeft
gedaan voor de strijkkwartetten van
Beethoven): „Brüdcrl, das ist nachts,
das lass gut sein; bleib Du bei Deinen
Liedern".
En daarmee bleef een der schoonste
en rijpste werken van Schubert in por
tefeuille, het is als een opus posthumum
aan de wereld nagelaten. Het lied heeft
Schubert alleen maar in het tweede deel
verwerkt, het Andante, waarin hij vijf
variaties geeft op het thema van de
dood uit het lied. Dus niet van het be
angstigende thema van het meisje, maar
het milde thema van de goede dood
(Sei guten Muts. Ich bin nicht wild, soil
sanft in meinen Armen schlafen). Wist
Schubert zich reeds in het aangezicht
van de dood? We weten het niet, doch
wel is het opvallend, dat Schubert's ta
lent in die laatste levensjaren enorm op
bloeide. Zijn ontwikkelingsproces weid
in korte tijd voltooid en het Strijkkwar
tet „Der Tod und das M.ïdchen" ia er
wel een sprekend voorbeeld van.
Naast de prachtige, soms verstilde,
soms dynamische vijf variaties van het
tweede deel, zijn het openings-allegro,
het Scherzo en de Finale (Presto) vol
komen gelijkwaardige toonstukken, met
de tragiek van een lijdend mens achter
een werveling van noten en rhytmen.
De DEUTSCHE GRAMMOPHON GE-
SELLSCHAFT heeft van dit ontroeren
de werk een opname gemaakt, waarvoor
we maar één woord hebben: subliem,
(langspeelplaat LPM 18191).
Het befaamde Amadeus-Quartett uit
Londen, dat in 1947 werd opgericht door
de violisten Norbert Brainin en Siegmund
Nissel, de altist Peter Schidlof en de cel
list Martin Lovett, geeft niet alleen
een technisch onaanvechtbare vertol
king van dit Kwartet, doch weet ook
de muziek volkomen te peilen en komt
daardoor tot een aangrijpende interpre
tatie. De prachtige zang van de strijk
instrumenten heeft hier een geestelijke
achtergrond gekregen. De geluidstechni
ci hebben alles prachtig opgenomen.
ziek en tot zijn schoonste momenten be
hoorden de concerten met muziek van
de Salzburger Wolfgang Amadeus. Toch
kan men niet van beïnvloeding spreken.
De kunst van Mozart was veelal on
danks de dieper ondertoon luchtiger,
meer gericht op de verlangens
broodheren. Mozart1 J1"
Schubert een vrije.
Tot de minder bekende, maar toch
heerlijke werken van Mozart behoren de
i dienstknecht.
Concerten voor klarinet en fagot. Op één
langspeelplaat (LXT 2990) nam DECCA
beide werken op. Het Concert voor kla
rinet en orkest in A (K V622) schreef
Mozart in October 1791, dus twee maan
den voor zijn dood op 35-jarige leeftijd.
Het werk dankt zijn bestaan aan Mo-
zarts bewondering voor de klarinettist
Anton Stadler, die overigens financieel
nogal eens van Mozart profiteerde. Hoe
geheel anders dan Schubert was Mozart
kort voor zijn dood. Bij Schubert de tra
giek, het pessimisme; bij Mozart de
blijdschap, de vreugde om zijn uitzicht
op en zijn verlangen naar de eeuwige
harmonie. En daarvan getuigt ook dit Con
cert, dat in deze opname prachtig wordt
vertolkt door Gervase de Peyer (klari
net) en het London Symphony Orches
tra o.l.v. Anthonie Collins. Technisch is
deze opname uitstekend afgewogen wat
betreft de verhouding solo-instrument en
Het Concert voor fagot en orkest in
Bes (KV 191) is van eenzelfde vreugde,
doch heeft nog niet het hoge peil van
het Klarinetconcert. Het Fagotconcert
schreef Mozart trouwens op 18-jarige leef
tijd en vanzelfsprekend had hij toen ook
nog niet die rijpheid van zijn laatste
levensjaren. Veel solo-concerten voor fa-
Naar een tekening
got zijn er niet en toch heeft dit instru
ment een grote bekoring als solo-instru
ment. Vooral als het bespeeld wordt zo
als in deze opname door een solist als
Henri Helaerts. Dat is fameus spel. De
fagot heeft soms iets van een klagende
cellotoon. maar kan ook heel erg humo
ristisch zijn, speciaal wel wanneer er
staccatospel staat voorgeschreven. Het
driedelige Concert van Mozart geeft de
fagottist alle kansen zijn instrument tot
zingen te brengen. Ook hier wordt de so
list begeleid door het London Symphony
Orchestra o.l.v. Anthony Collins en we
derom is de samenwerking tussen solist
en orkest schier volmaakt. Een opname
die voor de Mozartliefhcbbers van veel
waarde is. daar het werk vrijwel nooit
in de concertzaal wordt uitgevoerd.
CORN. BASOSKI
Miebei bij de massajeugd
meer over mezelf
Uit de
VOLKSWIJK
HET eerste artikel heeft een
schoorvoetend fiat van mijn
baas gekregen, maar hij zegt er
bij: ,Je moet toch nog u'at meer
over jezelf vertellen, want zó blijf
je een veel te schimmige figuur
voor de lezers!" Daar moet hijzelf
trouwens over grinniken, want in
werkelijkheid ben ik nog al uit de
kluiten gewassen en zeker geen
spookverschijning.
Ondertussen zet hy me met die
opdracht voor een bijzonder moei
lijk probleem, want ik heb hele
maal geen trek uitvoerig op te
dissen, wie en wat ik precies ben.
Ik geloof vast dat ik daar allerlei
narigheid door op mijn hals ga
halen. Zo zie ik Vader al peinzend
naar me kijken vanover hét Zon
dagsblad en zeggen: „Zo, dus jij
bent die MiebeiOf ik krijg
van allerlei kennissen hatelijkhe
den te slikken omdat ik dingen
zeg, die niet in hun kraam te pas
komen.
Weet U: het hele massajeugd
werk staat nog in de kinderschoe
nen. Op alle mogelijke plekken in
alle denkbare steden en in rtsjes
dorpen wordt op dit punt geëxpe
rimenteerd. Wat voor het Westen
van een plattelandsgemeente past,
slaat daar in het Oosten niet aan.
Wat je in Munnekenzijl kunt doen,
mislukt per se in Munnekenburen.
En dus, zodra je je stem verheft
en vertelt dat je iets zo doet als je
het doet, krijg je meteen de hevig
ste critiek te verwerken van men-,
sen, die betopen dat het zo nd
juist niet moet! Voor geroutineer
de instders is dat zo erg niet. Maar
ik sta aan het begin van mijn loop
baan en ik moet zorpen, dat ik
niet al te zeer in de gaten loop.
En daarom probeer ik toch een
zeker incognito te handhaven!
Er is nog een ander punt, dat me
zorgen baart. Ik loop altijd gevaar
om op andermans terrein te komen.
In een goed georganiseerd massa
jeugdwerk heeft ieder staflid zijn
eigen afgebakende taak, maar toch
beland je heel licht op het straatje
van een der medewerkers. Dat kan
haast niet anders!
Je komt als meisjesleidster in
een pezin, waar ze zo juist de man
en vader in al te vrolijke staat
hebben afgeleverd, nadat hij een
kruistocht langs diverse café's
heeft gemaakt om z\jn weekgeld
nuttig en aangenaam te besteden.
Er is dus een zekere onrust in die
familie. Onder invloed van Moe
ders kwaadaardigheid raakt Va
der zijn prettige stemming eens
klaps kwijt en we hebben met een
slaande ruzie te rekenen. En daar
word je dus als jeugdleidster ge
zet voor een situatie, die een
sociaal werker van bijzondere
lichaamsbouw vereist.
Of bjj een andere visite word je
tegen wil en dank betrokken in
het geval van een oudste broer,
die gisteravond clandestien is
thuisgekomen, nadat hij kans ge
zien heeft om een inrichting, waar
hij veiligheidshalve was opgebor-
peen „Hupjes". Het is .JIuppkens",
met twee p's. Maar onze lieve wijk
misvormt alle namen die ze tegen
komt. Neem nu onze sociale werk
ster, die officieel als Mejuffrouw
Dumeij te boek staat, maar de wijk
maakt er prompt „Duimeling" van,
en bij officiële gelegenheden rond
Kerst en Pasen groeit dat zelfs wel
uit tot „Mevrouw van Duiterling".
Misschien terwille wan zeer ge-
wenste en begeerde duiten. En
daarmee is het feest nog niet uit,
want tegelijk gaat ze in bepaalde
straten door voor de vrouw van
één der jeugdleiders, die zelf van
Zevenen heet, en die allang ge
trouwd is. Dat komt omdat ze wel
eens samen op huisbezoek gaan.
En het maakt geen enkel bezwaar
uit, dat de vrouw van een man
,Je moet toch nop wat m
gen, ongemerkt te verlaten. Met
een bevind je je op het terrein
wan de jeugdleider. Natuurlijk geef
je dergelijke gevallen dóór aan de
betreffende instantie, maar onder
wijl heb je je bepaalde gedachten
over de problematiek en haar op
lossing gevormd.
Allicht zal ik dergelijke geschie
denissen ook in deze rubriek ver-
slaan, maar als ik dat niet onder
de dekmantel van een betrekke
lijke anonpmiteit doe, krijg ik er
beslist last mee. En daarom: ver
geef me als ik toch niet het naadje
wan mijn kous vertel!
Dat ik Miebei heet map genoeg
wezen. Miebei Hupjes. Kijk, weer
zoiets! Ik heet officieel helemaal
er over jezelf vertellen
ooit een andere naam zou hebben
dan die man, want dat is bjj ons
scherinp en inslag.
Miebei Hupjes dus. Ja, moet ik
nu vertellen wdór ik myn oplei
ding heb gekregen? Er zjjn allerlei
plaatsen waar dat kan. Je kunt in
Driebergen op Kerk en Wereld te
recht, maar ook in Baarn, of in
Middello by Amersfoort. Om maar
iets te noemen. Elke opleiding
heeft zijn eigen cachet, en ergens
komt het toch weer op hetzelfde
neer. Omdat de massajeugd een
parig ontkerstend en vermoeid en
vereenzaamd is, en zich uiteinde-
lijk in geen enkele kerkgemeen
schap thuis voelt. Wat doet het
er dan toe, widr ik zelf geweest
ben?! MIEBEL
aunuAuaoLAD
Z AftUL 1935
5
waar 't eLke week „Boekenweek" is
99
een paradijs
voor boekenvrienden
twee Lonöense jonqens zakten en sl^qöen
DE gebroeders Foyle hebben hun boekwinkel in het hart van de Londense
binnenstad, op Charing Cross Road. Aan beide zijden van een zijstraat hebben
ze een zakenpand. Het is onmogelijk, te passeren, zonder deze winkel ont
dekt te hebben. De naam FOYLES straalt van de gevels af. Voor een
boekenwurm is het helemaal onmogelijk, deze winkel te laten liggen. Eén
van de eerste dingen die hem opvalt, is de mededeling, dat Foyles drie mil-
lioen boeken in voorraad heeft. De honderden winkelbedienden kjjken in
dit veen niet op een turfje. Ze zijn er van overtuigd, dat er wel vier
millioen boeken zyn. Goed in ieder geval is de lengte van de boeken
planken ongeveer vijftig kilometer. Dat zij genoeg: het is dwangarbeid, al
die boeken te gaan tellen in de gTootste boekwinkel van de wereld.
ben in deze winkel gestudeerd Ze zoch
ten het benodigde boek op, leunden te
gen de plank, maakten aantekeningen
en., slaagden voor 't examen. Ze had
den deze studiekans te danken aan twee
broers, omdat die eenmaal voor een exa
men zakten. Hoewel ze in het zakenle
ven beter slaagden dan de meesten.
Hoewel Foyles er in Charing Cross
degelijk en zelfs modern uitziet, is het
van binnen een ouderwetse zaak. Maar
wel een winkel met sfeer, een boeken
wurmen sfeer. Er is maar één ding,
dat de aandacht opslorpt: het bock. In
slagorde staan de kasten, stijfvol met
Het is met deze boekwinkel vreemd
begonnen. Zo'n vijftig jaar geleden bogen
twee broers, William en Gilbert Foyle,
zich over hun studieboeken. Hun va
der was kruidenier in Shoreditch, een
dicht-bcvolkte stadswijk van Londen,
maar de jongens wilden niet in de co
mestibles: ze streefden naar een amb
tenaarsloopbaan. Helaas het examen
kwam en beiden zakten. Ze besloten
uit louter balorigheid, de studie op te
geven. Hun twintig studieboeken boden
ze per advertentie te koop aan in een
onderwijsblad.
Die advertentie deed het hem. Er
kwamen talrijke brieven binnen. Zo
veel, dat de gebroeders elkaar eens aan
keken: er zat wat ln de tweedehands
boekenverkoop. Ze waagden dan ook de
stap en begonnen ln de keuken van
hnn ouderlijk huls met een handeltje
tn boeken. Het liep aardig. De ruimte
werd gaandeweg te klein en de Foyles
verhuisden naar Islington, een andere
Londense wijk waar nog meer muslea
In zat. Ze huurden er een kleine win
kel, besteedden weinig geld en tijd aan
de maaltijden, zodat ze dagen achter
elkaar hetzelfde potje kookten en ver
orberden onder het werken door.
Want het kwam er op aan: alle cata
logi moesten met de hand geschreven
worden. De klanten kregen het verzoek,
of ze de catalogi, na gebruik, weer te
rug wilden sturen. De voorraad was
toen nog beperkt.
Ook in Islington gingen de zaken
naar wens en dus werd wederom ver
huisd. Nu meteen naar de city, naar
het hart van Londen. Charing Cross
Road werd het adres en het is sinds
dien het (wereldberoemde) adres geble
ven. Het bijzondere van Foyles is er.
dat men op boekengebied geen „nee"
verkoopt. Elk boek kan men er kopen.
Op die faam zijn de twee broers uit
geweest en ze zijn er volledig in ge
slaagd, die faam te veroveren. Foyles
is een begrip. En daarom is het on
mogelijk, die boekwinkel te passeren.
Voor arme studenten
MEN kan er zeer rustig winkelen. Er
zal nooit een bediende komen vra
gen: Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Ook niet. wanneer men de hele dag of
desnoods een hele week lang elke dag
in de winkel vertoefd heeft. Bij Foyles
is het mogelijk, een boek geheel uit te
lezen, op de plank te zetten en een
nieuw boek te pakken. Van die gele
genheid wordt dankbaar gebruik ge
maakt. Heel wat arme studenten heb-
boeken
kasten, die tot aan de plafonds reiken.
Alle boeken zijn tot en met gerubri
ceerd, zodat men in de lectuur niet ver
dwalen kan. Is men op de begane grond
uitgekeken, dan „lift" men naar de ver
diepingen. Het gebouw kraakt van de
boeken, nieuw en tweedehands. Maar de
eigenaren denken er niet over, te gaan
verbouwen. Ook in dit opzicht heeft
Foyles een naam.
Elke Foyles-bezoeker wordt ingelijfd
in het heirleger der boekenwurmen. In
deze winkel kan men maar één liefheb
berij hebben: lezen. Overal, in alle ste
gen tussen de boekenkasten, wordt ge
lezen. Het is er een Babylon van talen:
voor elke litteratuur is er een afde
ling. De eerlijkheid gebiedt te zeggen,
dat de Nederlandse afdeling lichtelijk
tegenviel. Maar dat kan vandaag de
dag wel weer anders zijn. Want de boe
ken stromen door dit gebouw. Aan de
achterkant komen ze binnen en voor ko
men ze er weer uit. Foyles heeft wel
een vluchtig boekenbezit.
En verder
ER wordt door de gebroeders alles
aan gedaan om het boek onder de
mensen te brengen Bij de winkel be
hoort een uitleenbibliotheek, die 2500
agentschappen heeft in alle delen van
het Britse Rijk. Foyles zorgt verder
op £>e BRAnöstApeL
Harry Levinson, handelaar in anti
quarische boeken in Beverley Hills, Ca-
lifornlë, is een proces begonnen tegen
de Postmaster General, de directeur-
generaal van de P.T.T. in de V.S. ten
einde een boek terug te krijgen, dat
de posterijen hadden achtergehouden,
omdat het onzedelijk zou zijn. Het was
een zeer kostbare antiquarische uitgave
van het beroemde toneelstuk „Lysistra-
ta" van Aristophanes, de grootste der
Griekse toneelschrijvers! Er zijn dus
blijkbaar ruim vierentwintig eeuwen
overheen moeten gaan, eer men het on
zedelijke ontdekte in het werk van de
beroemde Griek.
Levinson hoopt hiermee vooral ook
een actie te kunnen ontketenen tegen
de wet van 1873, die aan deze big*
functionnaris het recht geeft, werken
van kunst en litteratuur, die per post
verzonden worden, te censureren. Hij
wijst vooral ook op de consequentie, dat
de ene Postmaster General een kunst
werk onzedelijk kan vinden en de an-
Daarnaast hoopt de antiquair natuur
lijk ook het kostbare werk terug te krij
gen. want zou hij zijn proces verliezen
dan heeft de P.T.T, het recht, dit te
vernietigen.
voor een boekenclub, die een 250.000 le
den heeft en elke maand een goed boek
distribueert over alle delen van de we
reld. Foyles heeft als iedere nette win
kel étalages, veel étalages zelfs. Maar
bij deze winkel worden de vensters
omhoog geschoven. Men kan buiten al
beginnen te lezen..
Foyles is door dit alles veel meer
dan een gewone winkel. Het is een in
stituut, zoals er in Engeland meer van
die typische, maar soms ook kostelijke
instellingen zijn. Want kostelijk is deze
winkel met zijn aanmoedigingsprijzen
voor kunstenaars, met zijn Jaarlijkse
lunches, waar 2000 lltteratuur-minnen-
den worden genodigd. Met zijn muziek
afdeling en zijn gramofoonp.nten-afde-
ling. Met de millioenen boeken, letterlijk
overal vandaan.
Anecdotes
r^ERGELIJKE instituten kunnen het
niet zonder anecdotes stellen. Hier
bij een paar van die verhalen. Shaw,
de grote (en vaak lastige) Engelse to
neelschrijver, werd eens uitgenodigd,
deel te nemen aan een Foyles-lunch.
Omdat Shaw bekend stond als vegeta
riër, vroeg men de eregast, of hij het
op prijs zou stellen, wanneer deze lunch
vegetarisch was. Shaw gaf na enig na
denken het antwoord: „Nee, ik kan de
gedachte niet verwerken, dat 20C0 men
sen tegelijkertijd rauwkost vermalen".
Het Is alweer geruime tyd geleden,
dat er een deftig heer bij Foyles wat
reislectuur kwam halen. De winkeljuf
frouw gaf goede raad: de heer moest
de „Forsyte saga" eens nemen. Ze had
er erg van genoten. De beer liet alch
overhalen en verliet de winkel. Korte
tijd later kwam hij echter terug. Hij
overhandigde de juffrouw het so pas ge
kochte bock en verliet wederom de win
kel. Op de titelpagina had hU geschre
ven: „Voor de Jonge vrouw, die toseer
van mijn boek genoot. John Galswor
thy."
Onder hen, die staande bij Foyles'
boekenplank hun kennis vergaarden, be
vindt zich ook Herbert Morrison, de be
kende Labour-leider. Hij heeft zijn loop
baan mede aan deze boekwinkel te dan-
Een mooi verhaal is ook dat van een
boekenpakket, dat als geschenk naar
Dartmoor werd gezonden. Dartmoor is
in Engeland hetzelfde wat „Leeuwar
den" in Nederland is: de strafgevange
nis voor de zwaarste gevallen. Onder
de boeken bewond er zich een met een
uitgebreide verhandeling over sloten.
Misschien hadden de gevangenen er
hun winst mee kunnen doen. Maar de
Dartmoor-directeur heeft dit boek toch
voor alle zekerheid geretourneerd.
Tot troost van alle boekhandelaren In
den lande moge vermeld worden, dat
het succes van de gebroeders Foyle uit
gedrukt kan worden ln millioenen. Ze
■IJn namelijk enige malen mllllonnalr.
7,ij hebben geen Boekenweek nodig. Of
anders geiegd: het Is bij Foyles elke
week Boekenweek. Nee, het Is niet doen
lijk, dese winkel te passeren sonder een
blik te slaan op al dée duizenden en
duizenden boeken en ergens by een van
de planken te gaan lesen.
en van de gecodeerde tabellen
inentingen. Bij elkaar zijn ongeveer
1.800.000 kinderen ingeschakeld bij de
proefnemingen van verleden Jaar. Van
deze werden er 440.000 gevaccineerd,
terwijl er 210.000, die een contrólegroep
vormden, met een niet-virulentc substan
tie werden ingeënt; de overblijvende
1.150.000 kinderen ontvingen geen injec
tie, maar werden uitsluitend in observa
tie genomen om een inzicht te krijgen
over het uitbreken van de ziekte ter
De verwerking van de klinische
verspreiding van de ziekte, vai
nemingen en die op het gebied
monsters en statistische gegevens is bij
na ten einde en een vergelijking van
alle gegevens m.b.L de gevaccineerde
en de niet-gcvaccineerde kinderen be
sluit een van de grootst opgezette proef
nemingen ln de geschiedenis der ge
neeskunde.
Indien mocht blijken, dat het vaccin
niet afdoende is, dan moet er een nieuw
offensief worden ingezet tegen deze
ziekte, die de verlamming en de dood
van zovele kinderen en mensen van mid
delbare leeftijd ten gevolge heeft. Mocht
het vaccin evenwel immuniteit tegen de
ziekte geven, dan is de strijd zo goed
als gewonnen. Dan zullen millioenen
kinderen en zwangere vrouwen voor de
intrede van het warme jaargetijde wor
den ingeënt; als het zover is zullen de
doktoren allen samenwerken om de kin
derverlamming met dit voorbehoedende
vaccin in een grootscheepse campagne
ten onder te krijgen.
Het vaccin, dat bereid ls naar de
voorschriften van dr. Jonas E. Salk,
verbonden aan het laboratorium voor
virus-onderzoek van de Universiteit van
de opgenomen en de strijd aanbinden met
in het lichaam binnengedrongen levend
virus. Het vaccin, dat verleden jaar In
gebruik werd genomen, zal
kinderverlamming.
Dr. Salk is al Jarenlang eer
voorstander van de bestrijding
kinderverlamming door middel
enting en hij vindt hierbij steun
de Nationale stichting jav—
■8 aMkiMÉil
in-
de bestri j-
._.j Kinderverlamming, die het on
derzoek financieel steunt. De stichting
heeft 9 millioen ter beschikking ge
steld voor de productie van het vaccin
en wel in een hoeveelheid om daarmee
in 1955 negen millioen kinderen
wangei
te kunnen inenten.
Kan Salk-vaccin de mens tegen deze ziekte immuum maken
IN een oud uit baksteen en zandsteen
opgetrokken gebouw, eens de kraam
vrouwenafdeling van het ziekenhuis van
de Universiteit van Michigan, zit een
gezet man met een welgedaan uiterlijk
gebogen over stapels verslagen, tabel-
«----tsystcmcn en laboratorium-
Bij het critisch onderzoek van
zijn papieren en reageerbuisjes consta
teerde hij. dat de dramatische en ln de
geschiedenis der geneeskunde onge
ëvenaarde strijd tegen een verschrikke
lijke ziekte zijn hoogtepunt naderde.
Nu de ontelbare gegevens door een we
tenschappelijke staf van zestig doktoren,
onderzoekers, statistici en kaartenpon-
sters verwerkt zijn, kan het niet lang
meer duren of de directeur van het hier
gevestigde vaccinatiebureau tegen kin
derverlamming, dr. Thomas Francis Jr.,
zal de vol ongeduld wachtende wereld
kunnen vertellen of eindelijk het be
strijdingsmiddel tegen de kinderverlam
ming is gevonden.
Hij zal dan een definitieve uitspraak
kunnen doen over de doeltreffendheid
van het Salk-vaccin, waarmee verleden
jaar in 217 gebieden in de Verenigde
Staten proeven genomen zijn op hon
derdduizenden kinderen. Op dit ogen
blik hebben alleen dr. Francis en enke
len van zijn assistenten er enig idee
van of deze eeuwenoude belager van
onze kinderen, een ziekte die als geen
andere de geleerden zoveel hoofdbrekens
heeft gekost, eindelijk overwonnen is.
Zij kunnen er zich evenwel nog niet
over uit laten, omdat zij zich ervan
bewust zijn, dat nauwkeurigheid slechts
verzekerd zal zijn en deze zekerheid
alleen kan worden verkregen wanneer
elk onderdeel van de genomen proeven
tot in de kleinste details in groter ver
band wordt bestudeerd. Maar zij begrij
pen ook heel goed met welk een vurig
verlangen ouders en de wetenschappe
lijke wereld afwachten wat Ann Arbor
binnen een maand.zal te vertellen heb-
Intusscn gaan de mannen en vrouwen
In het vaccinatiebureau onverdroten
door met het verwerken van de versla-
De geleerden treffen thans voorberei
dende maatregelen om verbeteringen
aan te brengen in het Salk-vaccin. Bij
vroegere proefnemingen ls namelijk ge
bleken. dat met het vaccin een immuni
teit van hoogstens 20 maanden kan wor
den verkregen, mnar men streeft er
naar methoden uit te werken om deze
verscheidene Jaren te laten duren, het
zij door zeven maanden na de eerste
injectie een tweede te geven van dood
virus, hetzij door middel van grote In
jecties van levend virus na het ver
krijgen van immuniteit met behulp van
het Salk-vaccin.
Ook is het nodig een vaccin te ver
vaardigen van constante samenstelling,
dat niet aan snel bederf onderhevig ls
en een vaccin, dat als medicijn kan
worden ingenomen Verder moet er een
oplossing gevonden worden voor het
probleem net benodigde virus aan te
kweken, zonder dat het nodig ls Rhesus-
i het kinderverlammlngs-
virus, dat is gedood in een formalde-
hyde-bad Dit virus blijft echter het men
selijke lichaam prikkelen tot vorming
van anti-stoffen", dat zijn de natuur
lijke bestrijdingsmiddelen tegen de
ziekte welke in de bloedstroom worden
Indien het 8alk-vaccln Inderdaad de
mens Immuun kan maken, zou dit nog
niet het eind van alle ellende beteke
nen, maar het eind van de strijd tegen
de gevreesde ziekte zou ln zicht komen.