Brandwonden 4 onze jeuqó-p&qin& De jongens in de mist HET LEKESPEL in de loop der eeuwen ZONDAGSBLAD IZ FEBRUARI 1955 Vertelling van M. van Rotterdam (Vervol*.) Zien ze het goed? Peter laat in felle schrik het anker vallen. Wimpie.. de kleine, haastige Wim- pie O zijn ogen worden groot en angstig Een bange schrik grijpt hem in de keel. ,,0 Jaap!" roept hij luid en verward. ,,Dat is., dat is de jager uit het dorp." Naast de grote, sterke man staat met een opgeheven kop een grote, bruine hond. Aan zijn schouder draagt de jager een lar.g geweer. Plotseling buldert een zware, nijdi ge stem: ,,Zeg, wat motten jullie in mijn boot? Wil je wel eens direct hierkomen? en vlug wat!!" Wimpie is opeens zijn koude, natte voeten vergeten. Hij rilt van plotse linge angst. Zie je nu wel. Nu is hij toch nog gekomen, de grote boze ja ger. Waren we maar hier gebleven. Jaap en Henk hebben de riemen even laten rusten. Wat zullen ze nu doen? Dicht bij hen klinkt weer de stem. .Horen jullie me niet? Kom direct hier! Direct zeg ik je!" De man maakt zich heel kwaad, en met drif tige stappen loopt hij dichter naar de wal. Zijn hond volgt hem. ..O Jaap., wat moeten we doen?" Wimpies stemmetje beeft van angst. Peters scherpe, bleke neus wordt nu nog bleker. Ze zeggen niets,., durven ook niets te zeggen. Vanaf de wal schreeuwt de stem nu nog kwader, nog luider. ,.Als jullie niet direct hierkomen, dan., dan stuur ik m'n hond op je af." Ze schrikken. Wimpie klemt zich angstig vast aan de rand van de boot. Alleen Jaap weet zich weer flink te houden. Achter hem, maar enkele meters verder, ligt de polderdijk. Zal hij „Kom hier zeg ik je!" schreeuwt weer de zware stem. .Lelijke bandie ten!" En dan., 't Is wéér Jaap, die de flinkste is en die het meest durft „Nee!" roept hij luid terug. ..Dat doen we niet! Dat doen we tóch niet! Nooit!" Hij geeft een wilde ruk aan de riem. De kop zwenkt snel en met enkele, wild plassende riemslagen bereiken ze de veilige wal van de polderdijk. Achter hen schreeuwt nog altijd de stem van de woedende jager. Wimpie, de kleine, bange Wimpie, hij durft niet meer te kijken naar die grote, boze man. „Vlug jongens, vlug!" waarschuwt Jaap snel. „Direct de wal op!" Peter stommelt haastig langs hem heen en springt het eerst op de mod derige wal. Wimpie volgt hem vlug en zenuwachtig. Zijn koude, natte voeten is hij vergeten. Met een be hendige sprong bereikt ook hij de vei lige overzijde. Jaap sjort aan het anker. In ieder geval zal hij de boot vastleggen, dat is eerlijk. Haastig smakt hij de roes tige, scherpe punt in de drassige grond. Zijn boog heeft hij 9nel over zijn schouder getrokken. Hun pijlen blijven liggen op de natte, besmeurde bodem. Beneden. aan de overzijde, schreeuwt en tiert de woedende ja ger. M/INTERSTILTE De grond ii wit, de nevel u>it. De wolken, waar nog sneeuw in zit, Zijn wit, dat zacht vergezelt. Het fijngttakt geboomte zit Met witten rtfp beijzeld. De wind houdt zich behoedzaam stil. Dat niet het minste takgetril *t Kristallen kunstwerk breke. De klank zelfs pan mijn schreden wil Zich in de sneeuw versteken. De grond is wit, de nevel wit. Wat zwijgend toverland is dit? Wat hemel loop ik onder Ik vouw de handen en aanbid Dit grootse, stille wonder. JACQUELINE VAN DER WAALS Ze moeten zorgen, om zo vlug mo gelijk weg te komen. Wèg van deze gevaarlijke plek .Wèg van de boze ja ger. Natuurlijk zal hij direct zijn fiets pakken en heil aan het begin van de polderdijk opwachten. Héél hard rennen moeten ze, om hem vóór te zijn. Wimpie, de kleine, bange Wimpie Och, zijn beentjes zijn zo klein en zo kort. Direct al raakt hij bij zijn vriendjes achterop. „Niet zo hard!" roept hij hijgend. „Ik kan jullie niet bijhouden." Jaap met zijn lange, sterke be nen,.. meteen blijft hij staan. Hij krijgt toch een beetje medelijden met zijn kleine, angstige kameraad. Hij grijpt Wimpies hand. „Kom op jó! We moeten rennen, héél hard rennen, anders is-ie ons vóór." Henk grijpt de andere hand. En tussen zijn vriendjes in rent Wimpie mee het modderige polderdijkje over. 't Wordt een wilde wedloop. Gelukkig, daar is het hek al. Het staat open. Dat treft. Nu nog een klein eindje. Hijgend vraagt Peter: „Waar zul len we ons nu verstoppen?" 't Is weer de grote, dappere Jaap, die een oplossing weet. „In de mo len," is zijn vlugge antwoord. „Daar zal hij ons nooit vinden." Wimpie ziet zijn dappere vriend even bewonderend aan. O., als Jaap er toch eens niet was. Terzijde van de polderdijk staat de oude, zwarte molen. Langzaam doemt hij op uit de mist. Daar rennen ze in wilde vaart heen. Enkele malen kijken ze schichtig achter zich Gelukkig., er is nog niets te zien, nu is de witte sluier van mist opeens een beschermende mantel ge worden. De deur' van de veilige, donkere molen staat, zoals altijd, open. Een grote, zwarte poes zit er stilletjes in eengedoken op de drempel. Ver schrikt springt ze op, als ze de wilde jagers ziet naderen. Hijgend blijven de jongens voor de deuropening staan. Heel even kijkt Jaap, of er misschien iemand binnen onze BRievenBus Beste allemaal, Wat heb ik deze week een boel prach- tige schilderijen van Mmmttmrn, bioemenvazen gekre genJullie hebben werkelijk allemaal erg je best gedaan en ik vond het dan ook wel wat moeilijk om uit te maken, uiie de hoofdprijs had ver diend. Ik vond de in zending van Joke o. d Niet wel heel mooi, en zij is dus nummer één. De troostprijzen Jzijn voor Regina van Asperen, Joop v. d. Walle en Kees de Koning. Wil Bauke Jeeninga zijn adres even schrijven? Dat stond niet in de brief, en zodoende kon ik je prijsje niet sturen. Anneke v.d. Spek heeft op school een prijs gewonnen met tekenen, gefelici teerd, zeg! Greetje en Nelly Maan hebben vrij gehad van school omdat er twee meesters en een juffrouw ziek wa ren. Jij bent zeker wel erg lief voor dat kleine nichtje van je. hè Jannie Vonk? Ik vond dat je je plaatje toch erg mooi gemaakt had. Piet Keijaer. Hoe hebben jullie dat kindertuigje en die naaldenkoker gemaakt, Leny en Willy Koemans van den Dries? In welke klas zit jij. Ineke van Beek? Coble v.d. Kruk versierde haar brief met een mooie strik. Ja, nu kon jij je verfdoos fijn gebruiken, Rengert van Resteren. Or Pronk wist ook al dat het een vaas met bloemen was. Hoe is het met Margreet, Hanneke Koorn- fctrx. is ze weer beter? Fijn. dal je weer opgeknapt bent. Jan HollealeUe. Leny de Groot stuurde me een mooi gedichtje over bet maantje. Hoe heet dat mooie boek. Maja van Schothorst? Dat zal spannend worden, zo'n ver- keersexamen. Rietje Stam, doe maar goed je best. Hoe oud is je zusje geworden, NcU Boender? Gerard en Nelly Grootendorst schreven me samen een grote brief. De groeten aan Gert en Hans. hoor. Dat zal leuk zijn, llelene Stoorvogel, een uitvoering van de gymnastiek. Ja, Dikkie van de is, dan is hij de eerste, die over de drempel de donkere ruimte instapt. „Kom jongens, vlug!" zegt hij zachtjes en gehaast. Dan stommelen vier paar klompen over de planken vloer. Heerlijk veilig is het hier. In een donkere hoek staat een oud laddertje schuin omhoog. Achter smoezelige, natte ruitjes glu ren ze met hun vieren naar buiten. De polderdijk is nog juist zichtbaar. In een spanning, die steeds groter wordt, wachten ze, totdat de boze ja ger zal verschijnen. Wimpie rekt zich op zijn tenen om het nóg beter te kunnen zien. Zenuw achtig knijpt hij in Peters arm. „Au roept deze, „Je doet me pijn." „Stil toch!" waarschuwt Henk met een. „Straks worden we nog ge snapt." En dan opeens.. In razende vaart Dit meneertje, dat hier zo gezellig met zijn dikke sigaar loopt te paffen, heeft van dc rook allerlei lettertjes geblazen. Als je goed kijkt zie je staan: Meschohilwinpenlosumenten- kamveral. Uit deze lettergrepen moet je vier plaatsnamen vormen. Deze puzzle is wel een beetje moei lijk, maar ik ben toch benieuwd of ook de jongere neven en nichten de oplossing kunnen einden. Schrijf je naam en adres IN de brief en stuur de oplossing vóór Dinsdag in. komt hij aangefietst. Het lange jacht geweer hangt aan zijn schouder en naast hem trippelt z'n hond. Het zijn maar lichte schimmen in de mist. Water, in zo'n grote stad is het drukker dan bij jullie op het dorp. Groeten aan Frlte en Goofke. Schrijf je de volgen de keer weer zelf? Fijn dat je de prijs zo mooi vond. Reb van Wetten. Wat is jouw postpapier beeldig. Nel- lefce Reeleveld. Die film over Suri name was zeker wel erg mooi, Thea GHeijose. De drieling Faber is ook al ziek geweest, maar nu zijn ze ge lukkig weer present. Ja. ik heb ook griep gehad. Willy Koenen. Wat heb jij een heerlijke verjaardag gehad. Gerda Ouwcneel. Ik heb al narcissen gezien. Roet ter Horst, jij zeker ook al? Bij SIJtk* Zonneveld in de klas is een Frans meisje gekomen. Ja, Haas ter Horst, het lijken mij wel nar cissen. die bloemen. Jammer, hè Adrie de Jong, dat jullie hoofdonderwij zer weggaat. Koolmeesje wist deze keer niet zoveel te schrijven, volgende keer beter, hè? Dan is er een brief van iemand die geen naam en adres schreef, maar hij of zij heeft een broer tje van zeven maanden, die twee tand jes heeft. Weet je al wat je vader voor zijn verjaardag gaat geven. Lida Keiler? Maja van Kampen wist ook al niets tc vertellen. Je was toch niet boos np je kleine zusje. HiUic de Leeuw den Bouter, dat zij een stukje van je puzzle had afgescheurd? Wat zal dat fijn zijn als Opa en Oma komen. Panl, Jaap, Dannie en Tinl Bremmer. Dus jij geeft misschien wel een soort diner met je verjaardag. Marijke Slnyter. Het geeft niet. Aart den Ouden, als je een keertje overslaat. Wat fijn. Nel- lek e de Jong, dat je een broertje hebt gekregen. Lenie Koen heeft haar ziekzijn nuttig doorgebracht met bor duren - Mag jij altijd zo lang opblij ven. Aleidje van der Spek? Jan van Es is ook al ziek geweest. En zijn zus Rietje gaat naar de huishoudschool, ik hoop dat je het fijn vindt. Rietje. Nee. Kees van den Hoek. voor postze gels sparen heb ik geen tijd. En ben jij weer beter, les? Heb je nog mee geholpen met die bazar. Rietje Kroon? Wat heb ik in lang niets van je ge hoord. Sjoukje van der Spek. Ane moontje heeft een poesje dat Pluisje heet. Je hebt zeker gewandeld toen het zonnetje scheen. Aria van Belle. Ja. mezen houden erg veel van pinda's. Jan Bakker. Houd jij zo van teke nen. Emmy Flach? Je had die vori ge puzzle toch wel goed, Gert van El- deren. Willy en Truus Bnijnink heb ben veel zusjes en één broer, schreven ze mij. Je rijmpje was erg leuk. Riet de Jong. Fijn, dat het met ma ma wéér wat beter gaat. Anny. WUly en Joke van Klaveren. Jij houdt ze ker wel van koffie. Ineke Koornneef? Bedankt voor die uitgeprikte beest jes, Mieke Biever. Is Nelly's buikpijn weer over? En hoe is het met Llentje? Gelukkig dat je veel van tekenen houdt. Peter de Jong, dat kwam dus goed uit. Arte v.d. Waal schreef een grappig versje bij zijn vorige puzzle. Is de verjaardag van je broertje leuk geweest, Tineke Jansen? Je mag het best samen doen met je zusje, hoor Niesje Konijnenburg. Jij had zeker ook griep. Greetje van der Noord. Je moet van de zomer maar eens bloe men plukken voor jé moeder. Janl Ver schoor. Dat lijkt me een grappig versje. Greetje Montert, waarin je ze ven maal „pitten" moet zingen. Ik hoop dat moeder weer beter is. Johan nes Bleichrodt. Heb je fijn gewan deld met je vriendin. Beppie Roos? Wat een mooie namen hebben jouw tan tes. Gusta P la later. Dat had je leuk gedaan met die hand van dat jongetje, Evclijulje Munting. Help jij moeder wel eens mee met de was. Beppie Tel- Irman? Weer een brief zonder na men. de ene helft is geschreven door een Willy en de schrijver of schrijfster van de andere helft blijft onbekend. Nee. stel jc voor. Henk Binnendijk, dat jij de tafel eventjes zou kapotzagen. Ja. Lemdert de Waal, het zal uit Kees jes spaarpot moeten komen. Is jouw zusje MarLanneke zo dik. Joke Hoogcr- werf? Ria en Nellie Leerling hebben me gezellige brieven geschreven. Dus het viel jul'ie mee. Corrle en Greetje Bokhorst, dat jullie namen toch nog in de krant stonden? Om de oplossing van het raadsel heb :k erg moeten lachen. Waarop ga jij tracteren. als je ja rig bent. Jan Stam? Ja. mouwen inzetten vind ik ook zo'n lastig werkje, Lia de Zwart. En dan zijn hier de nieuwelingen weer: Leendert van Bekkum. Lenie La- man. Dineke Drop, Henk Windgassen. Reina, Marja en Elza Zeedijk, Helma Benschop, Janny de Boon, Ineke Stlen- stra, Nellie Hakstege, Cristehje van Slingerland, Truus Lodder. Anton To- bé. Corrie Hijdacker, Wijnie Klaner- mana. Hartelijk welkom allemaal. Dag. hoor, tot de volgende weekl BEHANDELING VAN cYYlaatreqelen in ziekenhuizen en wat de leek kan doen (Van onze medische medewerker) ONDER de ongevalsverwondingen nemen de brandwonden een voor name plaats in. Zij kunnen op verschillende manie ren ontstaan. Men kan in contact ko men met brandende stoffen, met he te vloeistoffen, of vaste stoffen, met chemische stoffen of met electrici- teit. De laatste jaren heeft men inzon derheid aandacht besteed aan ver brandingen, die optreden tengevolge van atoombomexplosies. De warmte, die hierbij ontwikkeld wordt, is ge- du reAde korte tijd zeer hoog. Het schijnt, dat deze verbrandingen zich overigens niet onderscheiden van an- Men heeft zich een voorstelling ge vormd over het aantal personen, dat brandwonden zou oplopen, wanneer een stad door atoombommen gebom bardeerd zou worden. Natuurlijk be rust het aantal op schatting. Men neemt aan, dat ongeveer 10 pet. van de inwoners meer of minder uitge breide verbrandingen zullen hebben na een dergelijke oorlogshandeling. Het spreekt vanzelf, dat dergelijke getallen onmogelijk primair door me dici behandeld kunnen worden. De eerste hulp zal in de eerste plaats verleend moeten worden door leken De inzichten inzake de behandeling voor brandwonden zijn de laatste ja ren aanzienlijk gewijzigd. Zoals u weet, komt het bij deze ver wondingen in hoofdzaak aan op twee dingen. In de eerste plaats de uitge breidheid van de verbranding over het oppervlak van het lichaam. In de tweede plaats de diepte ran de verbfanding. Wanneer meer dan 10 pet. van de huid verbrand is, dan spreekt men over ernstige verbranding. U weet, dat de hyid een belangrijke functie verricht. Is de huid over grote uit gebreidheid vernietigd, dan is de dood het gevolg. De maatregelen, die men tegen woordig in de ziekenhuizen neemt, rijn min of meer in een formule sa mengevat, waarbij het percentage van de verbrande huid een factor is. Deze vier tweelingen die men afleest van tekeningen waar op men de onderdelen van het men selijk lichaam in percentage-gevallen heeft aangegeven. Wat de diepte van de verbranding betreft, spreekt men over le, 2e en 3e graads verbranding. Bij de eerste graads verbranding bestaat er alleen maar een roodheid van de huid. Bij de tweede graads verbranding treedt de bekende blaarvorming op. Bij de derde graads verbranding is heel de huid getroffen, zodat deze volledig af kan sterven. Wanneer nu iemand op de een of andere wijze ernstige brandwonden heeft opgelopen, dan zal hij in de eerste instantie veel pijn hebben, door de pijn zich erg vervelend en ake lig voelen, soms flauwvallen, braken, in het algemeen een bepaald com plex van verschijnselen vertonen, dat wij shock noemen. Dit is de zoge naamde primaire shock. Na enige uren is deze gewoonlijk voorbij, ogenschijnlijk is de toestand van de patiënt bevredigend. Na 46 uur echter komen dezelfde verschijn selen in erger mate terug. Omdat de ze shock in tweede instantie optreedt, noemt men haar secundaire shock. Vroeger heeft men de vergiftigings- producten, die ontstaan zouden hij verbranding, aansprakelijk gesteld voor deze toestand, doch heden ten dage heeft men er een andere visie op. Wanneer de huid over een vrij groot gebied verbrand is en vocht vrij uit kan treden, gaat er een be langrijk deel van de vloeistof, waar uit het menselijk lichaam o.a. be staat, verloren. Deze vloeistof wordt aan het bloed onttrokken. Het bloed dikt daardoor in, wij zouden kunnen zeggen, het wordt min of meer stroperig, de bloeddruk daalt, de hartswerking vermindert en het leven wordt ge leidelijk steeds meer bedreigd. Wordt zo'n patiënt tegenwoordig in de kliniek binnengebracht, dan zal men dus in de eerste plaats door b.v. drukverbanden het verlies van vloeistof zo veel mogelijk tegengaan. Anderzijds zal men in een ader flin ke hoeveelheden vloeistof toedienen. De vloeistoffen, die men toedient, kunnen zout- en suikeroplossingen zijn van een bepaalde sterkte, eiwit oplossingen en zonodig zullen bloed transfusies gegeven worden. Door deze maatregelen wordt voor komen, dat de patiënt secundair in de ongunstige conditie geraakt, die ik hierboven genoemd heb. Het tweede punt, waar aandacht aan besteed moet worden, is de infec tie. Wanneer de huid vernietigd is, hebben de bacteriën de vrije hand. De leek is in het algemeen ge neigd om te werken met olie, brand- zwachtels, melk. enz. Beter doet u echter aan brandwonden niets te doen, doch deze met steriel gaas. eventueel met schone, gestreken handdoeken uit de linnenkast, te be dekken. Ook eventuele verontreinigin gen moet men niet trachten te ver wijderen of weg te wassen. Wanneer men dan behalve het steriel afdekken van de brandwonden, de patiënt nog flink laat drinken, dan heeft men als leek het beste gedaan, wat men on der de gegeven omstandigheden voor de patiënt kon doen. Het spreekt vanzelf, dat er in do kliniek nog veel meer moet gebeu- Als de huid totaal vernietigd is, zal men na enige weken trachten om stukjes huid van andere plaatsen over te enten op de verbrande plaat sen teneinde daar weer een gave be dekking te verkrijgen. Na opbloei en verval thans een periode van herleving NA Frankrijk en Duitsland ia ook in ons land sinds 1920 het lekeepel be kend geworden. Dit is niet het begin van de geschiedenis van het lekespel. maar de herleving van een vorm van prediking èn toneel uit de Middeleeuwen. Reeds in de vroege Middeleeuwen werd aan de kerkelijke feesten een bijzonder cachet gegeven door het zingen van speciale gezangen en het verr ;r.V»n van symbolische handelingen. Op Goede Vrijdag bijvoorbeeld werd een kruis met de heilige hpstie in het altaar ge borgen CDispositio). un op ee'ite Paas dag daar weer uit gehaald te worden (Elevatio). Deze vrijheid in de vie-ing van de kerkelijke feesten werd gemak kelijk gemaakt, doordat de Ro >ir-r Keik toen nog geen vaste liturgie kende. Maar ook toen de vaste liturgie was ingevoerd, behield men lange tijd deze vrijheid van handelen. Bij oepaalde fees ten werd de officiële tekst min o! meer gewijzigd. De tekst die dan ontstond noemde men een trope. Deze tropen wa ren meestal in dialoogvorm geschreven, bijvoorbeeld het gesprek tu.i~.en de En gelen en de vrouwen. Later ging men ertoe ov r deze tro pen uit hun verband te balen en te verbinden met een lynboncbc hande ling. Bij het zingen van Je Paastrope verrichtte men de Elevatij Dc opvoe ring had een tweeledig doel: Allereerst wilde men de dood en de opstanding van Christus gedenken, maar oo'< tracht te men het geloof van de wankelmoe digen te versterken. JS dit geen alleraardigste foto? Ze sal zeker i te Zoetermeer met aandacht worden hekeken. We hebben dese foto te datsken earn de vriendelijke medru-erking van da heer A. G. Scheer, secretaris in* da Chr. Nat. school aan de Dorpsstraat la Zoetermeer. Vele schalen tellen een tweeling onder haar leerlingen. Dat is niets bijlanders. Maar als zich voor de eerste klas vier tweelingen aanmelden ja, dan sol «e wel niet veel tegenspraak syn, als we zeggen, dat we hier met een seld- same gebeurtenis te doen hebben. Van links naar rechts ziet men hier op een rijtje slaan: Jehnia en Petar Hoogendom. Jan en Tiny 1'oskamp. Jan en Jaap Kalisvaartde twee meisjes achter Jan en Tiny zijn Marianneke en Annemarieije ren Her wijnen. Ja, zo'n dubbel kwartel is voor da juffrouw en straks voor de meesters eens lastig zijnZoudt u Jan en Jaap uit En met Marianneke en Annemarietje sal dm meevallers. Gelukkig hebben die laatste twee h alk aan een verschillende kant. laten we ons tsceelingen verhaal besluiten deling dat Tiny en Jan elke dag met de bus komen. En Peter en Johnie houden allebei i gymnastiek. Bette jongens en meisjes, zullen jullie o, van mijnheer Jongebreur erg goed je best doen! als je allemaal naar de hoogste klas bent kunnen we misschien nog eens een foto van 7 ondarshlad opnemen. We vinden hier al spelelementen, zo als dialoogvorm, handeling en de ver deling in twee bedrijven (graflegging en opstanding). Aan het décor wordt ook ai enige aandacht besteed. OOK op andere wijze kwam het spel element binnen de kerk. Een preek van Augustinus. gericht tegen de Joden die Christus niet als Messias erkenden, werd gedramatiseerd. De voorganger zei: „In de wet staat, dat door twee ge tuigen de waarheid wordt aangetoond. Voor Christus zullen echter nog meer ge tuigen optreden". Dan kwamen achter eenvolgens de profeten en zelfs de hei denen die voor Hem getuigd hadden op het toneel. Na Bileam op zijn ezel ver scheen Nebucadnezar met de brandend® Omstreeks die zelfde tijd voerde men de eerste echte kerstspelen op. De be kendste van deze spelen zijn wel „Pas tores" (herders) en ..Stelle" (ster). De teksten van de verschillende spelen ver toonden veel overeenkomst. Niet alleen wat de Bijbelgedeelten betreft, maar ook ten aanzien van de vrije tekst. Dit is wel te begrijpen, daar ook de mui ex veel overeenkomst vertoonde en het dus makkelijk was niet alleen de muziek, maar ook de tekst horende bij deze mu ziek te handhaven. Met de ontwikkeling van het spel wer den ook de eisen ten aanzien van spe lers en decor groter. In de ..Stella" tra den al op: Herodes met gevolg in volle glorie, de drie koningen met hun ge schenken. herders, dorpsvrouwen en de schriftgeleerden. Het is begrijpelijk, dat de geestelijkheid het alleen niet meer afkon. De burgerij werd ingeschakeld. De helpers vormden geestelijke broe derschappen. waaruit later waarschijn lijk de Rederijkerskamers zijn voortge- Langzamerhand drongen in het spel wereldse elementen binnen. In „Stelia" liggen in de rol van Herodes genoeg mogelijkheden een „stukje" toneel te geven. In een ander stuk brengt Maria Magdalcna, minneliederen zingend, haar make-up aan. Het is dan ook begrijpelijk, dat de kerkelijke overheid eerst het spel uit de gewone diensten lichtte en later, in 1293. uit de kerk naar het kerkpiem verbande Dit was het beslissende mo ment voor het middeleeuwse lekespeL Het ging nu steeds bergafwaarts. De opvoeringen werdea grootser opgezet, maar de zuiverheid ging meer en meer verloren. Di. opbloei in de late Middeleeuwen (Elkerlyc) zette zich vlak na de tte- formaUe nog even voort in Protcstani» religieus toneel, maar voorlopig, dat wil zeggen ongeveer drie en een halve eeuw. was het lekespel onbai.ecc.. Begin 19e eeuw kwam het lekespel. zij het in gewijzigde vorm. weer op. Het waren nu niet alle meer spelen met religieuse inslag. Voor de soc alisiuche jeugdbeweging schreef Henriétle Ro landHulst enkele spelen. Ook de dichter Anthonie Donker heeft lckespc- len geschreven. De V.C.J.C. he-ft het lekespel in Protestantse kringen geïn troduceerd. In het begin maakie het ge bruik van vertalingen van Duitse Laie- spiele en ook van de spelen van de Fransman Heori Ghéon. Het is voorna melijk door de spelen van Marlinus Nij- hoff. dat het lekespel ook in orthodoxe kringen, zij het een bescheiden, maar toch een plaats gekregen heeft. Het eerste van zijn spelen, het kerst spel. sluit in de meeste opzichten vol komen aan bij de middeleeuwse spelen. Leg de ..Stella" en „De Ster van Beth lehem" naast elkaar en we zien. dtt de tekst soms woordelijk gelijk is Maar één groot verschil is er. He: middel eeuwse kerstspel geeft in tegenstelling tot het spel van Nijhoff alleen maar feiten. De wapendrager uit de ..Stella" zien we in „De Ster van Beih.them" als romeins officier die uiteindelijk ia aanbidding voor de kribbe knielt. Het gaat niet alleen om de geboorte van de Verlosser, maar ook om de heiden die verlost wordt. Ook de dominee-dichter W. Barnard (Guillaume van der Graft) levert de laatste tijd een bijdrage voor hel Pro testants lekespel. Van zijn grote spel „Een ladder tegen de maan" beeft de Leidse Oecumenische Spelgroep onlangs in Leiden de première gegeven Zal het nu ook gaan als ia de Mid deleeuwen' Zal het lekespel op de duur we-r ontaarden? Het is niet te hopen; we hooben liet lekespel nodig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 9