Brandwonden
4 onze jeuqó-p&qin&
De jongens in de mist
HET LEKESPEL in de loop der eeuwen
ZONDAGSBLAD IZ FEBRUARI 1955
Vertelling van M. van Rotterdam
(Vervol*.)
Zien ze het goed?
Peter laat in felle schrik het anker
vallen.
Wimpie.. de kleine, haastige Wim-
pie O zijn ogen worden groot en
angstig Een bange schrik grijpt hem
in de keel. ,,0 Jaap!" roept hij luid
en verward. ,,Dat is., dat is de jager
uit het dorp."
Naast de grote, sterke man staat
met een opgeheven kop een grote,
bruine hond. Aan zijn schouder
draagt de jager een lar.g geweer.
Plotseling buldert een zware, nijdi
ge stem: ,,Zeg, wat motten jullie in
mijn boot? Wil je wel eens direct
hierkomen? en vlug wat!!"
Wimpie is opeens zijn koude, natte
voeten vergeten. Hij rilt van plotse
linge angst. Zie je nu wel. Nu is hij
toch nog gekomen, de grote boze ja
ger. Waren we maar hier gebleven.
Jaap en Henk hebben de riemen
even laten rusten. Wat zullen ze nu
doen?
Dicht bij hen klinkt weer de stem.
.Horen jullie me niet? Kom direct
hier! Direct zeg ik je!" De man
maakt zich heel kwaad, en met drif
tige stappen loopt hij dichter naar de
wal. Zijn hond volgt hem.
..O Jaap., wat moeten we doen?"
Wimpies stemmetje beeft van angst.
Peters scherpe, bleke neus wordt
nu nog bleker.
Ze zeggen niets,., durven ook niets
te zeggen.
Vanaf de wal schreeuwt de stem nu
nog kwader, nog luider. ,.Als jullie
niet direct hierkomen, dan., dan
stuur ik m'n hond op je af."
Ze schrikken. Wimpie klemt zich
angstig vast aan de rand van de boot.
Alleen Jaap weet zich weer flink te
houden. Achter hem, maar enkele
meters verder, ligt de polderdijk. Zal
hij
„Kom hier zeg ik je!" schreeuwt
weer de zware stem. .Lelijke bandie
ten!"
En dan., 't Is wéér Jaap, die de
flinkste is en die het meest durft
„Nee!" roept hij luid terug. ..Dat
doen we niet! Dat doen we tóch niet!
Nooit!" Hij geeft een wilde ruk aan
de riem.
De kop zwenkt snel en met enkele,
wild plassende riemslagen bereiken
ze de veilige wal van de polderdijk.
Achter hen schreeuwt nog altijd de
stem van de woedende jager.
Wimpie, de kleine, bange Wimpie,
hij durft niet meer te kijken naar die
grote, boze man.
„Vlug jongens, vlug!" waarschuwt
Jaap snel. „Direct de wal op!"
Peter stommelt haastig langs hem
heen en springt het eerst op de mod
derige wal. Wimpie volgt hem vlug
en zenuwachtig. Zijn koude, natte
voeten is hij vergeten. Met een be
hendige sprong bereikt ook hij de vei
lige overzijde.
Jaap sjort aan het anker. In ieder
geval zal hij de boot vastleggen, dat
is eerlijk. Haastig smakt hij de roes
tige, scherpe punt in de drassige
grond. Zijn boog heeft hij 9nel over
zijn schouder getrokken. Hun pijlen
blijven liggen op de natte, besmeurde
bodem.
Beneden. aan de overzijde,
schreeuwt en tiert de woedende ja
ger.
M/INTERSTILTE
De grond ii wit, de nevel u>it.
De wolken, waar nog sneeuw in
zit,
Zijn wit, dat zacht vergezelt.
Het fijngttakt geboomte zit
Met witten rtfp beijzeld.
De wind houdt zich behoedzaam
stil.
Dat niet het minste takgetril
*t Kristallen kunstwerk breke.
De klank zelfs pan mijn schreden
wil
Zich in de sneeuw versteken.
De grond is wit, de nevel wit.
Wat zwijgend toverland is dit?
Wat hemel loop ik onder
Ik vouw de handen en aanbid
Dit grootse, stille wonder.
JACQUELINE VAN DER WAALS
Ze moeten zorgen, om zo vlug mo
gelijk weg te komen. Wèg van deze
gevaarlijke plek .Wèg van de boze ja
ger. Natuurlijk zal hij direct zijn
fiets pakken en heil aan het begin van
de polderdijk opwachten.
Héél hard rennen moeten ze, om
hem vóór te zijn.
Wimpie, de kleine, bange Wimpie
Och, zijn beentjes zijn zo klein en
zo kort. Direct al raakt hij bij zijn
vriendjes achterop. „Niet zo hard!"
roept hij hijgend. „Ik kan jullie niet
bijhouden."
Jaap met zijn lange, sterke be
nen,.. meteen blijft hij staan. Hij
krijgt toch een beetje medelijden met
zijn kleine, angstige kameraad. Hij
grijpt Wimpies hand. „Kom op jó!
We moeten rennen, héél hard rennen,
anders is-ie ons vóór."
Henk grijpt de andere hand. En
tussen zijn vriendjes in rent Wimpie
mee het modderige polderdijkje over.
't Wordt een wilde wedloop.
Gelukkig, daar is het hek al. Het
staat open. Dat treft. Nu nog een
klein eindje.
Hijgend vraagt Peter: „Waar zul
len we ons nu verstoppen?"
't Is weer de grote, dappere Jaap,
die een oplossing weet. „In de mo
len," is zijn vlugge antwoord. „Daar
zal hij ons nooit vinden."
Wimpie ziet zijn dappere vriend
even bewonderend aan. O., als Jaap
er toch eens niet was.
Terzijde van de polderdijk staat de
oude, zwarte molen. Langzaam doemt
hij op uit de mist.
Daar rennen ze in wilde vaart heen.
Enkele malen kijken ze schichtig
achter zich Gelukkig., er is nog niets
te zien, nu is de witte sluier van mist
opeens een beschermende mantel ge
worden.
De deur' van de veilige, donkere
molen staat, zoals altijd, open. Een
grote, zwarte poes zit er stilletjes in
eengedoken op de drempel. Ver
schrikt springt ze op, als ze de wilde
jagers ziet naderen.
Hijgend blijven de jongens voor de
deuropening staan. Heel even kijkt
Jaap, of er misschien iemand binnen
onze BRievenBus
Beste allemaal,
Wat heb ik deze
week een boel prach-
tige schilderijen van
Mmmttmrn, bioemenvazen gekre
genJullie hebben
werkelijk allemaal erg
je best gedaan en ik
vond het dan ook wel
wat moeilijk om uit
te maken, uiie de
hoofdprijs had ver
diend. Ik vond de in
zending van Joke o. d
Niet wel heel mooi,
en zij is dus nummer
één. De troostprijzen
Jzijn voor Regina van
Asperen, Joop v. d.
Walle en Kees de Koning. Wil Bauke
Jeeninga zijn adres even schrijven?
Dat stond niet in de brief, en zodoende
kon ik je prijsje niet sturen.
Anneke v.d. Spek heeft op school een
prijs gewonnen met tekenen, gefelici
teerd, zeg! Greetje en Nelly Maan
hebben vrij gehad van school omdat er
twee meesters en een juffrouw ziek wa
ren. Jij bent zeker wel erg lief voor
dat kleine nichtje van je. hè Jannie
Vonk? Ik vond dat je je plaatje toch
erg mooi gemaakt had. Piet Keijaer.
Hoe hebben jullie dat kindertuigje
en die naaldenkoker gemaakt, Leny en
Willy Koemans van den Dries? In
welke klas zit jij. Ineke van Beek?
Coble v.d. Kruk versierde haar brief
met een mooie strik. Ja, nu kon jij
je verfdoos fijn gebruiken, Rengert van
Resteren. Or Pronk wist ook al dat
het een vaas met bloemen was. Hoe
is het met Margreet, Hanneke Koorn-
fctrx. is ze weer beter? Fijn. dal je
weer opgeknapt bent. Jan HollealeUe.
Leny de Groot stuurde me een mooi
gedichtje over bet maantje. Hoe heet
dat mooie boek. Maja van Schothorst?
Dat zal spannend worden, zo'n ver-
keersexamen. Rietje Stam, doe maar
goed je best. Hoe oud is je zusje
geworden, NcU Boender? Gerard en
Nelly Grootendorst schreven me samen
een grote brief. De groeten aan Gert
en Hans. hoor. Dat zal leuk zijn,
llelene Stoorvogel, een uitvoering van
de gymnastiek. Ja, Dikkie van de
is, dan is hij de eerste, die over de
drempel de donkere ruimte instapt.
„Kom jongens, vlug!" zegt hij
zachtjes en gehaast.
Dan stommelen vier paar klompen
over de planken vloer. Heerlijk veilig
is het hier. In een donkere hoek staat
een oud laddertje schuin omhoog.
Achter smoezelige, natte ruitjes glu
ren ze met hun vieren naar buiten.
De polderdijk is nog juist zichtbaar.
In een spanning, die steeds groter
wordt, wachten ze, totdat de boze ja
ger zal verschijnen.
Wimpie rekt zich op zijn tenen om
het nóg beter te kunnen zien. Zenuw
achtig knijpt hij in Peters arm. „Au
roept deze, „Je doet me pijn."
„Stil toch!" waarschuwt Henk met
een. „Straks worden we nog ge
snapt."
En dan opeens.. In razende vaart
Dit meneertje, dat hier zo gezellig
met zijn dikke sigaar loopt te paffen,
heeft van dc rook allerlei lettertjes
geblazen. Als je goed kijkt zie je
staan: Meschohilwinpenlosumenten-
kamveral. Uit deze lettergrepen
moet je vier plaatsnamen vormen.
Deze puzzle is wel een beetje moei
lijk, maar ik ben toch benieuwd of
ook de jongere neven en nichten de
oplossing kunnen einden. Schrijf je
naam en adres IN de brief en stuur
de oplossing vóór Dinsdag in.
komt hij aangefietst. Het lange jacht
geweer hangt aan zijn schouder en
naast hem trippelt z'n hond. Het zijn
maar lichte schimmen in de mist.
Water, in zo'n grote stad is het drukker
dan bij jullie op het dorp. Groeten aan
Frlte en Goofke. Schrijf je de volgen
de keer weer zelf? Fijn dat je de
prijs zo mooi vond. Reb van Wetten.
Wat is jouw postpapier beeldig. Nel-
lefce Reeleveld. Die film over Suri
name was zeker wel erg mooi, Thea
GHeijose. De drieling Faber is ook
al ziek geweest, maar nu zijn ze ge
lukkig weer present. Ja. ik heb ook
griep gehad. Willy Koenen. Wat heb
jij een heerlijke verjaardag gehad.
Gerda Ouwcneel. Ik heb al narcissen
gezien. Roet ter Horst, jij zeker ook
al? Bij SIJtk* Zonneveld in de klas
is een Frans meisje gekomen. Ja,
Haas ter Horst, het lijken mij wel nar
cissen. die bloemen. Jammer, hè
Adrie de Jong, dat jullie hoofdonderwij
zer weggaat. Koolmeesje wist deze
keer niet zoveel te schrijven, volgende
keer beter, hè? Dan is er een brief
van iemand die geen naam en adres
schreef, maar hij of zij heeft een broer
tje van zeven maanden, die twee tand
jes heeft. Weet je al wat je vader
voor zijn verjaardag gaat geven. Lida
Keiler? Maja van Kampen wist ook
al niets tc vertellen. Je was toch niet
boos np je kleine zusje. HiUic de Leeuw
den Bouter, dat zij een stukje van je
puzzle had afgescheurd? Wat zal dat
fijn zijn als Opa en Oma komen. Panl,
Jaap, Dannie en Tinl Bremmer. Dus
jij geeft misschien wel een soort diner
met je verjaardag. Marijke Slnyter.
Het geeft niet. Aart den Ouden, als je
een keertje overslaat. Wat fijn. Nel-
lek e de Jong, dat je een broertje hebt
gekregen. Lenie Koen heeft haar
ziekzijn nuttig doorgebracht met bor
duren - Mag jij altijd zo lang opblij
ven. Aleidje van der Spek? Jan van
Es is ook al ziek geweest. En zijn zus
Rietje gaat naar de huishoudschool, ik
hoop dat je het fijn vindt. Rietje.
Nee. Kees van den Hoek. voor postze
gels sparen heb ik geen tijd. En ben jij
weer beter, les? Heb je nog mee
geholpen met die bazar. Rietje Kroon?
Wat heb ik in lang niets van je ge
hoord. Sjoukje van der Spek. Ane
moontje heeft een poesje dat Pluisje
heet. Je hebt zeker gewandeld toen
het zonnetje scheen. Aria van Belle.
Ja. mezen houden erg veel van pinda's.
Jan Bakker. Houd jij zo van teke
nen. Emmy Flach? Je had die vori
ge puzzle toch wel goed, Gert van El-
deren. Willy en Truus Bnijnink heb
ben veel zusjes en één broer, schreven
ze mij. Je rijmpje was erg leuk.
Riet de Jong. Fijn, dat het met ma
ma wéér wat beter gaat. Anny. WUly
en Joke van Klaveren. Jij houdt ze
ker wel van koffie. Ineke Koornneef?
Bedankt voor die uitgeprikte beest
jes, Mieke Biever. Is Nelly's buikpijn
weer over? En hoe is het met Llentje?
Gelukkig dat je veel van tekenen
houdt. Peter de Jong, dat kwam dus
goed uit. Arte v.d. Waal schreef een
grappig versje bij zijn vorige puzzle.
Is de verjaardag van je broertje
leuk geweest, Tineke Jansen? Je mag
het best samen doen met je zusje, hoor
Niesje Konijnenburg. Jij had zeker
ook griep. Greetje van der Noord.
Je moet van de zomer maar eens bloe
men plukken voor jé moeder. Janl Ver
schoor. Dat lijkt me een grappig
versje. Greetje Montert, waarin je ze
ven maal „pitten" moet zingen. Ik
hoop dat moeder weer beter is. Johan
nes Bleichrodt. Heb je fijn gewan
deld met je vriendin. Beppie Roos?
Wat een mooie namen hebben jouw tan
tes. Gusta P la later. Dat had je leuk
gedaan met die hand van dat jongetje,
Evclijulje Munting. Help jij moeder
wel eens mee met de was. Beppie Tel-
Irman? Weer een brief zonder na
men. de ene helft is geschreven door
een Willy en de schrijver of schrijfster
van de andere helft blijft onbekend.
Nee. stel jc voor. Henk Binnendijk, dat
jij de tafel eventjes zou kapotzagen.
Ja. Lemdert de Waal, het zal uit Kees
jes spaarpot moeten komen. Is jouw
zusje MarLanneke zo dik. Joke Hoogcr-
werf? Ria en Nellie Leerling hebben
me gezellige brieven geschreven. Dus
het viel jul'ie mee. Corrle en Greetje
Bokhorst, dat jullie namen toch nog in
de krant stonden? Om de oplossing van
het raadsel heb :k erg moeten lachen.
Waarop ga jij tracteren. als je ja
rig bent. Jan Stam? Ja. mouwen
inzetten vind ik ook zo'n lastig werkje,
Lia de Zwart.
En dan zijn hier de nieuwelingen
weer: Leendert van Bekkum. Lenie La-
man. Dineke Drop, Henk Windgassen.
Reina, Marja en Elza Zeedijk, Helma
Benschop, Janny de Boon, Ineke Stlen-
stra, Nellie Hakstege, Cristehje van
Slingerland, Truus Lodder. Anton To-
bé. Corrie Hijdacker, Wijnie Klaner-
mana. Hartelijk welkom allemaal.
Dag. hoor, tot de volgende weekl
BEHANDELING VAN
cYYlaatreqelen in ziekenhuizen en wat de leek kan doen
(Van onze medische medewerker)
ONDER de ongevalsverwondingen
nemen de brandwonden een voor
name plaats in.
Zij kunnen op verschillende manie
ren ontstaan. Men kan in contact ko
men met brandende stoffen, met he
te vloeistoffen, of vaste stoffen, met
chemische stoffen of met electrici-
teit.
De laatste jaren heeft men inzon
derheid aandacht besteed aan ver
brandingen, die optreden tengevolge
van atoombomexplosies. De warmte,
die hierbij ontwikkeld wordt, is ge-
du reAde korte tijd zeer hoog. Het
schijnt, dat deze verbrandingen zich
overigens niet onderscheiden van an-
Men heeft zich een voorstelling ge
vormd over het aantal personen, dat
brandwonden zou oplopen, wanneer
een stad door atoombommen gebom
bardeerd zou worden. Natuurlijk be
rust het aantal op schatting. Men
neemt aan, dat ongeveer 10 pet. van
de inwoners meer of minder uitge
breide verbrandingen zullen hebben
na een dergelijke oorlogshandeling.
Het spreekt vanzelf, dat dergelijke
getallen onmogelijk primair door me
dici behandeld kunnen worden. De
eerste hulp zal in de eerste plaats
verleend moeten worden door leken
De inzichten inzake de behandeling
voor brandwonden zijn de laatste ja
ren aanzienlijk gewijzigd.
Zoals u weet, komt het bij deze ver
wondingen in hoofdzaak aan op twee
dingen. In de eerste plaats de uitge
breidheid van de verbranding over
het oppervlak van het lichaam. In
de tweede plaats de diepte ran de
verbfanding.
Wanneer meer dan 10 pet. van de
huid verbrand is, dan spreekt men
over ernstige verbranding. U weet,
dat de hyid een belangrijke functie
verricht. Is de huid over grote uit
gebreidheid vernietigd, dan is de
dood het gevolg.
De maatregelen, die men tegen
woordig in de ziekenhuizen neemt,
rijn min of meer in een formule sa
mengevat, waarbij het percentage
van de verbrande huid een factor is.
Deze vier
tweelingen
die men afleest van tekeningen waar
op men de onderdelen van het men
selijk lichaam in percentage-gevallen
heeft aangegeven.
Wat de diepte van de verbranding
betreft, spreekt men over le, 2e en
3e graads verbranding. Bij de eerste
graads verbranding bestaat er alleen
maar een roodheid van de huid. Bij
de tweede graads verbranding treedt
de bekende blaarvorming op. Bij de
derde graads verbranding is heel de
huid getroffen, zodat deze volledig
af kan sterven.
Wanneer nu iemand op de een of
andere wijze ernstige brandwonden
heeft opgelopen, dan zal hij in de
eerste instantie veel pijn hebben, door
de pijn zich erg vervelend en ake
lig voelen, soms flauwvallen, braken,
in het algemeen een bepaald com
plex van verschijnselen vertonen, dat
wij shock noemen. Dit is de zoge
naamde primaire shock.
Na enige uren is deze gewoonlijk
voorbij, ogenschijnlijk is de toestand
van de patiënt bevredigend. Na 46
uur echter komen dezelfde verschijn
selen in erger mate terug. Omdat de
ze shock in tweede instantie optreedt,
noemt men haar secundaire shock.
Vroeger heeft men de vergiftigings-
producten, die ontstaan zouden hij
verbranding, aansprakelijk gesteld
voor deze toestand, doch heden ten
dage heeft men er een andere visie
op.
Wanneer de huid over een vrij
groot gebied verbrand is en vocht
vrij uit kan treden, gaat er een be
langrijk deel van de vloeistof, waar
uit het menselijk lichaam o.a. be
staat, verloren.
Deze vloeistof wordt aan het bloed
onttrokken. Het bloed dikt daardoor
in, wij zouden kunnen zeggen, het
wordt min of meer stroperig, de
bloeddruk daalt, de hartswerking
vermindert en het leven wordt ge
leidelijk steeds meer bedreigd.
Wordt zo'n patiënt tegenwoordig in
de kliniek binnengebracht, dan zal
men dus in de eerste plaats door
b.v. drukverbanden het verlies van
vloeistof zo veel mogelijk tegengaan.
Anderzijds zal men in een ader flin
ke hoeveelheden vloeistof toedienen.
De vloeistoffen, die men toedient,
kunnen zout- en suikeroplossingen
zijn van een bepaalde sterkte, eiwit
oplossingen en zonodig zullen bloed
transfusies gegeven worden.
Door deze maatregelen wordt voor
komen, dat de patiënt secundair in
de ongunstige conditie geraakt, die ik
hierboven genoemd heb.
Het tweede punt, waar aandacht
aan besteed moet worden, is de infec
tie. Wanneer de huid vernietigd is,
hebben de bacteriën de vrije hand.
De leek is in het algemeen ge
neigd om te werken met olie, brand-
zwachtels, melk. enz. Beter doet u
echter aan brandwonden niets te
doen, doch deze met steriel gaas.
eventueel met schone, gestreken
handdoeken uit de linnenkast, te be
dekken. Ook eventuele verontreinigin
gen moet men niet trachten te ver
wijderen of weg te wassen. Wanneer
men dan behalve het steriel afdekken
van de brandwonden, de patiënt nog
flink laat drinken, dan heeft men als
leek het beste gedaan, wat men on
der de gegeven omstandigheden voor
de patiënt kon doen.
Het spreekt vanzelf, dat er in do
kliniek nog veel meer moet gebeu-
Als de huid totaal vernietigd is,
zal men na enige weken trachten om
stukjes huid van andere plaatsen
over te enten op de verbrande plaat
sen teneinde daar weer een gave be
dekking te verkrijgen.
Na opbloei en verval thans een periode van herleving
NA Frankrijk en Duitsland ia ook in
ons land sinds 1920 het lekeepel be
kend geworden. Dit is niet het begin
van de geschiedenis van het lekespel.
maar de herleving van een vorm van
prediking èn toneel uit de Middeleeuwen.
Reeds in de vroege Middeleeuwen werd
aan de kerkelijke feesten een bijzonder
cachet gegeven door het zingen van
speciale gezangen en het verr ;r.V»n van
symbolische handelingen. Op Goede
Vrijdag bijvoorbeeld werd een kruis
met de heilige hpstie in het altaar ge
borgen CDispositio). un op ee'ite Paas
dag daar weer uit gehaald te worden
(Elevatio). Deze vrijheid in de vie-ing
van de kerkelijke feesten werd gemak
kelijk gemaakt, doordat de Ro >ir-r Keik
toen nog geen vaste liturgie kende.
Maar ook toen de vaste liturgie was
ingevoerd, behield men lange tijd deze
vrijheid van handelen. Bij oepaalde fees
ten werd de officiële tekst min o! meer
gewijzigd. De tekst die dan ontstond
noemde men een trope. Deze tropen wa
ren meestal in dialoogvorm geschreven,
bijvoorbeeld het gesprek tu.i~.en de En
gelen en de vrouwen.
Later ging men ertoe ov r deze tro
pen uit hun verband te balen en te
verbinden met een lynboncbc hande
ling. Bij het zingen van Je Paastrope
verrichtte men de Elevatij Dc opvoe
ring had een tweeledig doel: Allereerst
wilde men de dood en de opstanding
van Christus gedenken, maar oo'< tracht
te men het geloof van de wankelmoe
digen te versterken.
JS dit geen alleraardigste foto? Ze sal zeker i
te Zoetermeer met aandacht worden hekeken.
We hebben dese foto te datsken earn de vriendelijke
medru-erking van da heer A. G. Scheer, secretaris in* da
Chr. Nat. school aan de Dorpsstraat la Zoetermeer.
Vele schalen tellen een tweeling onder haar leerlingen.
Dat is niets bijlanders. Maar als zich voor de eerste klas
vier tweelingen aanmelden ja, dan sol «e wel niet veel
tegenspraak syn, als we zeggen, dat we hier met een seld-
same gebeurtenis te doen hebben.
Van links naar rechts ziet men hier op een rijtje slaan:
Jehnia en Petar Hoogendom. Jan en Tiny 1'oskamp. Jan
en Jaap Kalisvaartde twee meisjes achter Jan en Tiny zijn
Marianneke en Annemarieije ren Her wijnen.
Ja, zo'n dubbel kwartel is
voor da juffrouw en straks voor de meesters
eens lastig zijnZoudt u Jan en Jaap uit
En met Marianneke en Annemarietje sal dm
meevallers. Gelukkig hebben die laatste twee h
alk aan een verschillende kant.
laten we ons tsceelingen verhaal besluiten
deling dat Tiny en Jan elke dag met de bus
komen. En Peter en Johnie houden allebei i
gymnastiek.
Bette jongens en meisjes, zullen jullie o,
van mijnheer Jongebreur erg goed je best doen!
als je allemaal naar de hoogste klas bent
kunnen we misschien nog eens een foto van
7 ondarshlad opnemen.
We vinden hier al spelelementen, zo
als dialoogvorm, handeling en de ver
deling in twee bedrijven (graflegging en
opstanding). Aan het décor wordt ook ai
enige aandacht besteed.
OOK op andere wijze kwam het spel
element binnen de kerk. Een preek
van Augustinus. gericht tegen de Joden
die Christus niet als Messias erkenden,
werd gedramatiseerd. De voorganger
zei: „In de wet staat, dat door twee ge
tuigen de waarheid wordt aangetoond.
Voor Christus zullen echter nog meer ge
tuigen optreden". Dan kwamen achter
eenvolgens de profeten en zelfs de hei
denen die voor Hem getuigd hadden op
het toneel. Na Bileam op zijn ezel ver
scheen Nebucadnezar met de brandend®
Omstreeks die zelfde tijd voerde men
de eerste echte kerstspelen op. De be
kendste van deze spelen zijn wel „Pas
tores" (herders) en ..Stelle" (ster). De
teksten van de verschillende spelen ver
toonden veel overeenkomst. Niet alleen
wat de Bijbelgedeelten betreft, maar ook
ten aanzien van de vrije tekst. Dit is
wel te begrijpen, daar ook de mui ex
veel overeenkomst vertoonde en het dus
makkelijk was niet alleen de muziek,
maar ook de tekst horende bij deze mu
ziek te handhaven.
Met de ontwikkeling van het spel wer
den ook de eisen ten aanzien van spe
lers en decor groter. In de ..Stella" tra
den al op: Herodes met gevolg in volle
glorie, de drie koningen met hun ge
schenken. herders, dorpsvrouwen en de
schriftgeleerden. Het is begrijpelijk, dat
de geestelijkheid het alleen niet meer
afkon. De burgerij werd ingeschakeld.
De helpers vormden geestelijke broe
derschappen. waaruit later waarschijn
lijk de Rederijkerskamers zijn voortge-
Langzamerhand drongen in het spel
wereldse elementen binnen. In „Stelia"
liggen in de rol van Herodes genoeg
mogelijkheden een „stukje" toneel te
geven. In een ander stuk brengt Maria
Magdalcna, minneliederen zingend, haar
make-up aan.
Het is dan ook begrijpelijk, dat de
kerkelijke overheid eerst het spel uit
de gewone diensten lichtte en later, in
1293. uit de kerk naar het kerkpiem
verbande Dit was het beslissende mo
ment voor het middeleeuwse lekespeL
Het ging nu steeds bergafwaarts. De
opvoeringen werdea grootser opgezet,
maar de zuiverheid ging meer en meer
verloren.
Di. opbloei in de late Middeleeuwen
(Elkerlyc) zette zich vlak na de tte-
formaUe nog even voort in Protcstani»
religieus toneel, maar voorlopig, dat
wil zeggen ongeveer drie en een halve
eeuw. was het lekespel onbai.ecc..
Begin 19e eeuw kwam het lekespel.
zij het in gewijzigde vorm. weer op. Het
waren nu niet alle meer spelen met
religieuse inslag. Voor de soc alisiuche
jeugdbeweging schreef Henriétle Ro
landHulst enkele spelen. Ook de
dichter Anthonie Donker heeft lckespc-
len geschreven. De V.C.J.C. he-ft het
lekespel in Protestantse kringen geïn
troduceerd. In het begin maakie het ge
bruik van vertalingen van Duitse Laie-
spiele en ook van de spelen van de
Fransman Heori Ghéon. Het is voorna
melijk door de spelen van Marlinus Nij-
hoff. dat het lekespel ook in orthodoxe
kringen, zij het een bescheiden, maar
toch een plaats gekregen heeft.
Het eerste van zijn spelen, het kerst
spel. sluit in de meeste opzichten vol
komen aan bij de middeleeuwse spelen.
Leg de ..Stella" en „De Ster van Beth
lehem" naast elkaar en we zien. dtt de
tekst soms woordelijk gelijk is Maar
één groot verschil is er. He: middel
eeuwse kerstspel geeft in tegenstelling
tot het spel van Nijhoff alleen maar
feiten. De wapendrager uit de ..Stella"
zien we in „De Ster van Beih.them"
als romeins officier die uiteindelijk ia
aanbidding voor de kribbe knielt. Het
gaat niet alleen om de geboorte van de
Verlosser, maar ook om de heiden die
verlost wordt.
Ook de dominee-dichter W. Barnard
(Guillaume van der Graft) levert de
laatste tijd een bijdrage voor hel Pro
testants lekespel. Van zijn grote spel
„Een ladder tegen de maan" beeft de
Leidse Oecumenische Spelgroep onlangs
in Leiden de première gegeven
Zal het nu ook gaan als ia de Mid
deleeuwen' Zal het lekespel op de duur
we-r ontaarden? Het is niet te hopen;
we hooben liet lekespel nodig.