t: Medewerken ten goede ösr m mm KLAART EEN SCHIP Kort verhaal van C. Baardman HET was een vreemd klusje, dat Kees Besttevreden in Porte-Boue op te knappen kreeg. Met twee stuurlieden en twee machi nisten stond hij daar op de hoge ka- dewal en met een bedenkelijke blik in zijn ogen zag hij neer op het scheepje, dat hij naar Majorka moest overbren- Het was een notedop, maar Kees had al met kleinere schepen gevaren en al tijd was hij aangekomen waar hij we- De Murcia had echter geen zeepapie ren en toch moest het schip naar Span je worden gebracht. Nadenkend krabde Kees zich onder zijn pet. en voor de eerste maal in zijn lange loopbaan van zeesleper moest hij erkennen voor een karwei te staan, waaraan hij geen einde zag. Heb je aangenomen om dat ding weg te brengen?, vroeg de eerste stuur- i brengen wij het schip zouden wij het naar Spanje moeten Als het niet goed gaat, dan maar kwaad, maar over brengen wij het mi rakel. beloofden de machinisten. Kees remde hun ijver, hij wilde het eerst met een zoet lijntje proberen. Met een zoet lijntje...? Kees begon met de officiële weg te bewandelen. H;j ging eens op het haven kantoor praten. Tevergeefs echter, de Murcia mocht zonder papieren niet ver trekken. Het spijt me, antwoordde Kees zoetsappig en kalm wandelde hij weg. Daarna deed hij een beroep op de Nederlandse consul in Marseille Tijdens het onderzoek, dat dagenlang duurde, huisden de mannen op de Mur cia. Zij aten en dronken en wandelden en verveelden zich bovenmate Zij er gerden zich aan de traagheid der ambte narij, aan de smerige ondiepe haven, maar bovenal aan de douanier, die steeds in de nabijheid van het schip was. Dc een loste de ander af en al tijd, dag en nccht door, was er een Heel erg vertrouwen »De bezitter van obligatie nr. 1307 herinneren wg er aan, dat het vandaag de laatste dage it waar» °P hij z\jn geld kan innen". schikte baas. Zij zagen de cognac ver leidelijk in dc glazen fonkelen en zij Terwijl zij van hun borrel genoten vertelde Kees dwaze zeemansverhalen. Een leuke kerel, oordeelden de douaniers en zonder te protesteren aan vaardden zij zijn tweede borreL Daarna liet Kees hen k>s, het ijs was gebroken en er kwamen nog meer da- De volgende dag was de bemanning van de Murcia weer in het café en op nieuw waren er douaniers, die gretig een borrel accepteerden. De tweede volgde ongemerkt en na het derde glas kwamen zij vertrouwelijk bij de Hol landers zitten. Zij vertrouwden hun gastheren wel, maar hun chefs Let op die zeerovers was hun opgedragen.het was een schandaal, de chefs wantrouwden elk een... De Hollanders moesten hen scheef aanzien het waren de chefs... Wij zijn eenvoudige zeelui en wij wachten op de besluiten van ons con sulaat, antwoordde Kees. Ja Ja, knikten de douaniers. Waarom worden wij toch zo ge wantrouwd", klaagde Kees. Ja waarom? De douaniers begrepen het ook niet. Zij zagen geen enkele re den tot wantrouwen. Moet er nog niets gedaan worden? De peer is nog niet rijp, il wel waarschuwen als het zo antwoordde Kees glimlachend. Gaat het gebeuren? Het spul gaat beginnen, antwoord de Kees en uitvoerig zette hij zijn plan- Afgeladen met binnenpret toog het ge zelschap in de avond weer naar het stamcafé. Een paar douaniers waren reeds aan- Zingen voor slapenstijd Zo klein hij is, hij wil als vader wezen Zijn woord klinkt mee met 't korte dankgebed, en als ik mij voor 't oude orgel zet komt ijl en hoog zijn jubel meegerezen. Hij zingt van: Wie heeft lust de Heer te vrezen, over de Leidsman Die zelfs kind'ren redt. God heeft nog nooit op haperen gelet, in brabbeltaal wil Hij ook zijn geprezen. En aan het orgel van Zijn eeuwigheid, dat Hij vervult met steeds meer nieuwe tongen, wordt plots'ling zachter, luisterend gezongen Want aarz'lend komen klanken doorgedrongen, een Davidspsalm gestameld door een jongen! Een kleine stem, die zingt voor slapenstijd. D. VAN BOXEL Jr. wezig. Een rustige borrel was de inlei ding, daarna liet Kees in een snel tempo de glazen telkens bijvullen Hij zelf en zijn mannen zorgden voor de conversatie. Al gauw kwam er een luchtige toon in de gesprekken. De eerste stuurman zong met rauwe stem een Hollands zeemansliedje en de douaniers wilden als vertegenwoordigers van een hoffelijk volk niet achterblijven, en telkens dronken zij ter ere van de Hollanders, die door hun chefs niet ver trouwd werden. De twee stuurlieden begonnen zwaar slagzij te maken, de kapitein deed als of hij dronken was en de machinisten stonden gereed om naar boord te ver dwijnen. De douaniers demonstreerden een nieuwe dans en zij moesten en zouden een der beroemde liederen van hun dier bare Hollandse vrienden leren zingen. Kees kon niet zingen, maar de twee de stuurman toonde begrip voor de situ atie. Als een stuurloos schip zwalkte hij rond zijn stoel en met schorre stem begon hij te zingen: O, Japie is getrouwd, hij zit in de misère, 't is zijn eigen fout.... Ha dat was mooi dat was prachtig. Dit lied wilde de douaniers leren om het hun vrouw voor te zingen Terwijl de tweede stuurman met de douaniers repeteerde, gaf Kees aan zijn als er morgen geen besluit af komt zuilen we iets anders moeten verzinnen. Dat zal moeten, stemden zijn man nen toe, die douanier... och. wat wilde dat mannetje eigenlijk. Hollandse zee lui tegen houden? Belachelijk! NOG twee dagen wachtte Kees op be richt van de consul. De derde dag was zijn geduld uitgeput en nam bi] het recht in eigen handen. We moesten in dat café naast de douanepost maar eens een borrel gaan drinken, zei hij. Zijn mannen zagen hem vreemd aan. De ouwe hield niet van borrels en nu nam hij hen zelf mee naar een café. Er zou wel wat achter steken, begre pen zij en geestdriftig volgden zij naar het café l'Impérieur. Kees bestelde cognac. Aan de toog stonden een Daar douaniers te lurken aan een café noir. Hoffelijk bood Kees hun een cognac aan. Wantrouwend aar zelden de douaniers. Hun was opge dragen dit stel zeerovers goed in hel oog te houden. Zij hadden al eerder ondervindingen opgedaan met Holland se zeelui, die waren gewoon te nemen wat zij niet krijgen konden. Kees Besttevreden trok zijn onschul digste gezicht. De heren zouden hem toch de belediging niet aan doen om een borrel te weigeren' De heren zagen de vierkante aan. Zo te zien was hij toch wel 1 alle dingen tfle oor hen. volgens Zijn Lbj; 't lezen van deze tekst vooral aanstonds op het woord: mede werken. Want daarin ligt zo bijzon dere troost Het wil immers zeggen, dat alle dingen dienstbaar zijn aan het doel, uitgedrukt in dat „ten Dat lijden, dat u neerdrukt, toch bevorderlijk aan uvy verhoging Het ongeluk bevorderlijk aan uto zalig heid. Uw smart bevorderlijk aan Uw blijdschap. Het kwade medewerken de ten goede. Zozeer dat om het nu eens sterk uit te drukken dit doel niet zo volkomen, niet zo spoedig, nooit zo juist zou bereikt worden, wanneer dat kwade er niet was. „Alle dingen medewerken ten goede". Het doet u uw leren kennen als een wel inecngeschakeld geheel, waarin alles op zijn juiste plaats is, en u>aarin ieder ding juist zó door uw God wordt geschikt, als nodig is om dat ..goede" te bereiken. Waf u aangenaam is. zowel als dat tval ii bedroeft of bedrukt. Alle dingen met elkander en ieder ding op zijn tijd en op zyn plaats, werken mede ten goede degenen die God liefhebben. Wat dit „ten goedeinhoudt, ligt voor de hand. Wat is het goede voor een kind van God? Immers datgene roat b(j hem als Gods kind past. Het element, waarin h\j als kind van God leven kan. Dat, wat de Catechismus in zijn overschone eerste vraag ken nelijk op grond ran deze woorden uit Rom. 8 noemt „mijn zaligheid". En daarmee richt zich het geloofs- oog terstond op de eeuwigheid,, op het beter Vaderland, op het Vader huis doorboren, vanwaar wij nog „uit wonen". (2 Cor. 5:6). Daar het voor een kind van God Oord, geheel goed, zalig. Voor die za ligheid wordt hij toebereid. Toebe reid door zijn hemelse Vader. En bij die toebereiding werkt nu alles me de. Ook datgene, toat de wereld scha de, onherstelbare schade acht. en waarin ook hij, die God liefheeft, niets dan kwaad en leed kan zien, wat met niets te herstellen is, wat hg zolang hij kon heeft afgebeden. Ook dat werkt mede ten goede, ter zaligheid. En vat nu die zaligheid niet op in egoïstische zin. Maar bezie haar bij het licht, dat er door tie laatste woor den van dit vers op valt: die volgens Zijn voornemen geroepenen zijn. Die woorden toch wijzen u de oorzaak aan van dit „medewerken ten goede", namelijk Gods eeuwige raad. Zijn ge nade-voornemen. waardoor Hij het einddoel pan alle dingen, ook van het leven der Zijnen heeft vastgesteld. En dat einddoel is immers het ..om Zijns zelfs wille", uit Spreuken 16 4 wel bekend. Goed kan voor een kind van God alleen datgene zgn. wat de ere van zijn Vader in de hand werkt. Naar die regel werkt het alles mede ten Aan dat doel. waartoe borenal Gods volk, Zijn kinderen verkoren en geroepen zijn, moet alles dienstbaar zijn. Omdat Jiet alles Gods raad moet dienen. Wel hem, die voor dat mede werken van alle dingen een oog kreeg. En die ook uit dat oogpunt zijn eigen leven leerde bezien. Alleen „degenen, die God liefheb ben", kunnen dat. Kunnen het niet 7oor een ogenblik, maar ook dan, als het zeer donker om hen heen wordt, als alles tegen hen schijnt saam te spannen. Wg weten, zegt de Apostel En dit weten, dit geloof, maakt dan ook hun liefde des te vuriger, maakt die lief de werkzaam in hun hart, hun ziel, hun verstand, hun krachten. Tot een leven der dankbaarheid voor Gods aangezicht. Tot ere en verheerlijking van Zijn Naam. machinisten een wenk:... het was tijd. De machinisten slopen naar buiten en tij maakten de Murcia vaarklaar. Te middernacht hoorden zij een luid ruchtig gezang, zij herkenden de melo die en haastten zich naar dek om de grap mee aan te zien. Daar kwamen ze aan; arm in arm, de douaniers en hun gulle vrienden, dwaze figuren, die tot zotte schimmen werden onder het fletse licht van de straatverlichting. Zij deinden van links naar rechts en van rechts naar links en gezamenlijk zongen zij: O, Japie is getrouwd Vlak bij het schip bleven zij staan voor een hartelijk afscheid: daarna keerden de douaniers op wankele voe ten terug naar hun post. Nu is het onze beurt om de Mur cia drie mijl buiten de kust te brengen, zei Kees lachend. *LTeT was aardedonker op het water. Voorzichtig werden de touwen los gemaakt van de meerpalen en bijna geruisloos gleed de Murcia de haven uit. Buiten de pier seinde Kees naar de machinekamer: Volaan vooruit! Even trilde het schip onder de losge laten kracht van de machine, toen sprong het vooruit om de dricmijlsgrcns in een snelle spurt te bereiken. Zo klaren wij een schip, zei Kees lachend, maar we zijn er nog niet Cet- te kunnen we niet aandoen, want dat is Frans gebied, we moeten met deze klomp in één ruk door naar Majorka. De mannen genoten van hun grap die douaniers., wat 'n kerels, om nooit te vergeten... zij dachten Hollandse /celui tegen te houden... zeerovers, ha. ha, ba, zij waren zeerovers, maar het schip hadden zij die Fransen toch maar uit de handen gefutseld Onder volle damp jaagde de Murcia door de nacht... rukwinden vielen op het kleine vaartuig neer en de zee begon onstuimig op te lopen. De Murcia werd als dol, het scheepje tuimelde over de zeeën. Dit was geen deinen meer. het was een razend springen, een wanho pig steigeren om te ontkomen aan het tot schuim geslagen water. Verbeten «lood Kees aan het roer... zou deze aftandse binnenzee hem de baas worden? Zijn vingers knepen het stuurrad en zijn kin slak vastberaden vooruit., als bet maar even kon, zou hij het schip er door sleuren Het was een smerige lucht, maar de hoge kust van Majorka kon elk ogenblik uit dc horizont oprijzen en daar achter de be schutting van een twee honderd hoog opper was hij zo veilig als in de haven van Rotterdam. Braaf hield de Murcia zee, maar Kees haalde verlicht adem toen de rotsen van Majorka zichtbaar werden. Het zat bijna scheef, zei hij ter wijl hij een verse sigaar opstak. Maar nu moest het schip, zonder pa pieren een Spaanse haven invaren. Kees meende dat bet wel zou gaan, in Spanje lukte zo iets altijd als je dc weg maar wist... wat peseta's zouden verschillende mensen doof en bijziende maken... Rond de middag klaarden «ij de Noord- westpunt van Majorka. in een inham van de Dragonesa schuilden zij tot dc avond weg. Na het vallen van de duisternis stoom den zij zonder lichten de haven in en geruisloos gleed het schip tussen een bak en een Nederlandse baggermolen -n. De Murcia lag op de plaats van be stemming. *1* IJDENS de lange treinreis van Bar- cclona naar Rotterdam vroeg de eerste machinist ernstig aan Kees Best tevreden! Kan jij nu als christen dit grapje verantwoorden? Verbaasd zag Kees hem aan, hij be greep ter wereld niet hoe iemand zulk een dwaze vraag kon doen! Dwaas, protesteerde de machinist, er zaten toch maar rare kantjes aan dit geval. Hoor eens hier, antwoordde Kees, ik heb eerbied voor de wet. dat is be tamelijk, maar geen enkele Hollandse kapitein zal zich door Franse douaniers binnen laten houden... de zee is vrij en de zeeman ia vrij... haal die lange benen van je wat naar je toe, ik ga een tukje doen. Zo simpel was Keoa Besttcvreden. Het schip lag in Spwje en de douane had het nakijken. iHwuuaaj zi Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde. Goudreinetstraat 125, Den Haag. Toumooi Montevideo 1954 Te Montevideo, de hoofdstad van Uruguay, heeft eind November 1954 een belangrijk schaaktournooi plaats gevonden. De resultaten hiervan zijn nauwelijiks tot ons werelddeel doorge drongen, al wordt er in de vakpers hier en daar melding van gemaakt. Zo gaat dit trouwens meer met allerlei Zuid- en Midden-Amerikaanse schaak- toumooien. Er wordt daar vee! en ta melijk sterk gespeeld, maar men neemt hiervan in Europa niet al te veel noti tie. al zijn de sterkste spelers uit die streken in onze omgeving natuurlijk welbekend, maar dat is dan hoofdza kelijk omdat dezen bij herhaling aan Europese toumooien hebben deelge- De uitslag van het zo juist genoemde tournooi was: Letelier (Chili) 14Vie uit 16. Dr. Bernstein (Frankrijk) en Naj- dorf (Argentinië) 14, Toran 'Spanje) 13V4, Tromporsky en Carvalho 11, enz., enz. Opmerkelijk is aan deze uitslag vooreerst dat de Chileense kampioen het heeft bestaan Najdorf en Bernstein de eerste prijs af te snoepen. Verwon derlijk is voorts de verschijning van Dr. Bernstein in Montevideo. Wie heeft meegemaakt hoe deze krasse oude heer tijdens de Schaakolympiade zijn 72e verjaardag vierde en hem voorts ge durende het gehele tournooi heeft kun nen gadeslaan, daarbij opmerkende hoe rustig Bernstein zich in zijn vrije tijd gedroeg om de inspanningen van het tournooi te kunnen verdragen, zou stel lig niet vermoed hebben, dat hij rustig nog eens een reisje naar Montevideo zou gaan maken om daar in een sterk bezet tournooi uit te komen. Maar hij dééd het, en met opmerkelijk succes. Zijn glanspartij was die, waarin hjj Najdorf versloeg. Deze laatste moest overigens nog een tweede nederlaag incasseren, en wel tegen de tournooi- winnaar Letelier. Deze beide partijen brengen wij hieronder. Wit: Letelier. Zwart: Najdorf. Konings-Indisch. 1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. *4 d6 5. f3 Pbd7 6. Le3 c6 7. Dd2 c5 8. dS c5 9. Pgc2 a6 10. g4 Tb8 11 Pg3 h5? Het Duitse Caïssa tekent hierbij aan, dat Najdorf zich op dit moment wel- 3. Pc3 Lg7 4. e4 O— 6 5. Lo3 d6 Fbd7 7. Dd2 e5 8 Pge2 c6 9. Tdl achterop geraakt. In 1953 had hij op dit moment reeds gerocheerd en Te8 gespeeld, terwijl wit door Tdl te spe- tempo verloren had. Nu heeft en Tbf terwiil Tdl zijn paard naar g3 heeft ge-peeid, wat sterker is. 12. g5 Ph7 13. h4 f6? (balar Da5) 14. Dg2! fxg5 15. hxg5 b5 16. cxbS axb5. f K n 17. Txh5ü Een prachtig offer, dat Najdorf zeker niet in zijn berekeningen had opgeno men, nders had hij zich wel gewacht hier gelegenheid voor te geven. 17. gxh5 18. PI5 0—0 19. 06 Phf6 20. DgS! c4 21. Pxd6 b4 22. Pcb5 c3 23. bxc3 bxc3 24. Lh3 Pb6 Of 24. Da5 25. Le6t Kh8 26. Kf2' Txb5 27. Thl Pxc4t 28. Pxe4 Tb2t 29. Kg3 en zwart kan het opge- 25. Pxc8 Pxc8 26. La6t Kh8 27. 0—0—0! «dreigt Thl) Te8 28. LI7! PdC 29. Thl Pg8 30. TxhSt Lh6 31. g7t en zwart gaf het op. Wit: Dr. Bernctem. Zwart: Najdorf. 0—0 Dc7 9. h3 PcS 10. Dc2* PhS (veel beter, althans minder riskant ware hier Lg7 gevolgd door 0—0) 11. Tal P*6 12. Le3 L«7 13. Tadl 0—0 14. Lfl Phg7 15. a3! f5 16. b4 f4 17. Lel LfC II. cS g5 19. Lc4 Kh8 20. Lb2 h5? Thans is een interessante stelling ontstaan, waarin wit zijn kansen op de damevleugel, zwart daarentegen op de koningsvleugel heeft gezocht. Maar wit heeft de mogelijkheden beter getaxeerd. Althans, met zijn laatste zet neemt zwart te veel risico. Hierdoor verzwakt hij zijn koningsstelling zozeer, dat wit de gelegenheid krijgt een beslissing te forceren. Zwart had in elk geval moe ten proberen: 20Pd4 21. Pxd4 Stelling na 20h5? I JL' 1 kim u A k k k - A A'4 ;A ':A A stekn hem deze enkele dagen te voren nog voor de geest had geroepen. ■en soortgelijk geval deed zich in t Praag voor tussen Mikenas 1931 Kashdan. Na: 1. d4 Pf6*2. c4 e6 3 Pc3 d5 4. Lg5 Pbd7 5. e3 Le7 C. Pf3 d\c4 7. Lxc4 a6 8. 00 b5 9. Ld3 c5 10. De2 Lb7 ll.Tfdl Db6 12. Tacl 00 13. Pe5 Tfe8 14 dxc5 Pxc5 15. Lxf6 Lxf6 16. Lxh7t Kxh7 17. Dih5t Kg8 18. Dxflt Kh7, ontstond de volgende stelling. Stelling na 18. (19.). Kh7. 21. PdSU Een fraai offer. Zwart moet het wel aannemen anders .valt na ruil op 16 pion e5 zonder meer. 21.cxd5 22. exd5 Pd4 23. Pxd4 exd4 24. d6 Dd7 25. Txd4! Ook dit is weer sterk en elegant ge speeld. Na 25Lxd4 26. Lxd4 zou zwart, ondanks zijn materiële over wicht, geen kans op verdediging tegen de vele dreigingen zoals Dg6, Te7, Dc3, enz., hebben. 25f3 26. Tde4! Df5 27. g4! hxg4 28. hxg4 Dg6 29. Te8H Een prachtige beslissing. Zwart mag dit dameoffer niet aannemen: 29 Dxc2 30. Txf8t Kh7 31. Lg8f Kg6 32. Txf6 mat. Daar ook 29Dxe8 niet helpt blijft Najdorf niets anders over dan bet stuk terug te geven. 29LIS 30. Txa8 Txa8 31. gxf5 Dh5 32. Te4 Dh3 33. Lfl Dxf5 34. Th4t! (nog een fraai pointe) gxh4 35. Dxf5 Pxf5 36. Lxf6t Kg8 37. d7 en zwart gaf het op. Een bijzondere prestatie van de 72- jarige Franse maestro. Het zal Najdorf niet dikwijls zijn overkomen, dat twee partijen van hem uit hetzelfde tournooi gezamenlijk gedemonstreerd werden. omdat hij ze verloren heeft! Het falende geheugen Men neemt aan dat alle grote en be kende internationale schaakmeesters reeksen partijen van buiten kOBMB, vooral wanneer het gaat om partijen met de een of andere leerzame pointe. Toch* zijn de gevallen niet zeldzaam, dat een bekend schaakmeester de winst ontgaat, omdat hji zich een soortgelijk geval uit een oudere partij niet meer herinnert. Te Groningen (1946) deed zich bijv. zulk een geval voor tussen Smyskiv en dr. Bernstein. De doctor ontsnapte toen aan een zeker schijnende nederlaag doordat Smyslov de juiste winstgang uit een oudere partij was vergeten, hoewel nota bene juist Bern- !4. g4! 27. Txhf^ mat. Ook andere verdedigin gen van zwart kunnen hem niet voor een snelle nederlaag behoeden. Merkwaardig genoeg kenden Mikenas en Kashdan geen van beiden deze uit 1915 daterende partij. Dat Mikenas haar met kende is natuurlijk duidelijk: an ders zou hij wel dezelfde win tproce- durc als Janowski hebben gekozen. Maar hoe kan men bewijzen, dat ook Kashdan niet met deze voorga-nger op (i):aiu6aan wij Tekene'n/E$2^>~ DOOR B0RGE PRAMVIG Achtste les 1. Als men wil oogsten, moet men eerst zaaien. We gaan met het „droge" pers pectief-tekenen verder en nemen als voorbeeld een paar boeken, een kist siga ren en een oude krant en stellen dit zodanig op, dat het perspectief interessant is. Voorlopig houden wjj ons aan de frontperspectieven, zoals die in de 7de les be handeld werden. U moet er steeds aaft denken dat P Uw ogen zpn, geprojecteerd op het beeldvlak. 2. Ook een cirkeloppt-r- vlak heeft een perspectief. Kijk U maar op deze schets, die het duidelijk aantoont Weliswaar is de afstand van P overdreven kort, maar dat is slechts gedaan om een zo sprekend moge lijk voorbeeld te verkrijgen. De constructie herkent U waarschijnlijk, denk maar aan de 3de les. Voor hel overige spreekt de schels voor zichzelf. 3. Dit voorbeeld wordt niet vanwege het interieur gegeven, maar om aan te tonen hoe een boogvormige deuropening wordt gete kend.. De diepte van het raam wordt gevormd door de afstand, die van Cr naar D loopt en de hulpcirkel A toont aan. hoe dese de halve bogen in de deuropening aanbrengt. Nu kunt U zelf proberen een werkelijk cir kelvormig gat in een over eenkomende wand te teke nen. Binnenkort zult U de perspectieven leren teke nen. zoals U deze tijdens het winkelen kunt waarne- --0VSH 1-^ ook: 1. Pe8 Ka5 2. Pd6 Ka4 3. Pc4 a5 4. Pt)2 mat. Eindspel van C. J. de Feijter: 1. Kb7! a5 2. Kc7! Kc5 3. Kd7 Kd5 4. Ke7 Kei 5. Ko6! Kxf4 6. Kd5! Remise. De opgaven We hebben onze diagramvoorraad dit maal bijna geheel besteed a«n illustra tie dei partijen (hetgeen niet altije vermeden kan worden), zodat we sleohti 1 opgave op diagram kunnen geven De andere geven we dan maar iD notatie, in het vertrouwen, dat U niet te traag zult zijn om deze stellingen even op tc zetten. 1. Uit de partij Evans—Denker (Nee York 1954». Precies dezelfde stelling, hoewel ver kregen door een andere en één zet méér tellende zettenreeks. ontstond in 1915 te New York tussen Janowski en Chajes. Janowski won deze partij niet alleen, doch verwierf er zelfs een schoonheidsprijs mede. Hij deed dit aldus 20. Pd7 Pxd7 21. Txd/ Lc6 22. Pe4! Lxb2 23. Pg5t Kh6 hü stellig niet 18Kh7, maar 18. Kh8 hebben gespeeld! Had Ohajes dit destijds gedaan, dan zou de gehele combinatie van Janowski niet zijn op gegaan. waarmede het remise een vol dongen feit zou zijn geweest. Zo ziet men alweer: geheugen is niet alles, maar het is wel gemakkelijk ale men veel kan onthouden. De oplossingen Ziehier de oplossingen der opgaven, gepubliceerd in onze rubriek van Zater dag 29 Januari jl. Probleem van E. Brunner: 1. Ld5 (pareert 1Dd7). Probleem van K. Erlin: 1. Pe8 aS 2. Pd6 a6 3. Tc8 Kb4 4. Tc4 mat. Of I kk±k A a b c d e f g b Zwart aan zet speelde in deze stelling 1Txe3. Hoe zoudt U de party hebben voortgezet? 2 In een Duits jeugdtournooi <1955^ werd na verwoede strijd de volgende stelling bereikt: Wit: Kf4, Te7, Lfl6. pion g5 <4). Zwart: Kg6. Td5 (2). Wit staat natuurlek glad gewonnen, maar zwart (aan zet) wilde eerst nc^ een schaakje geven: 1Tf5t. Wit antwoordde Kg4. waarna zwart hem de f4 cn g7 (7>. Wit aan zet wint U moet beslist eens de moeite nemen Uw krachten hierop te proberen. Het is echt amusant het eerst bij het rechte eind te hebben, dan te ontdekken dat dit toch niet waar is, en tenslotte tot de conclusie te komen, dat de eerste gedachte lang niet altijd de slechtste is. Doorlopend kruiswoordraadsel i T 5" 7 y V •l tb y 10 ij 3 HORIZONTAAL: 1 Span paarden, zwaar, 2 snarenspeeltuig. voedsel, ge hoororgaan, 3 eenjarig dier, opgeld. 4 nachtvogel, getijde, hoon, 5 aard hoopje by golfspel. huiselijk kleding stuk, 6 Fr. zomer, planken vloer, kin dergroet. 7 weefsel, raad, 8 naaldboom samenstel van verordeningen, zang noot, 9 ongeveer, bevel, rijksdaalder, 10 heer. lidwoord, godin der verblinding, voor zetsel, 1! oude testament, bijb. hoge priester, stad In Italië, 12 lyrisch ge dicht, honingdrank, vruchtvliesje. U strijdmacht, handgeklost weefsel. VERTICAAL: 1 Bijzondere school, 2 ons inziens, klinknageltje, afgezon derd. lidwoord, 3 hoofddeksel, onge vuld. spil, gekneed mengsel. 4 toe- sprnak. juils. j.<r\ voornaamwoord, 5 ontzag, koelte brenger, 6 rijgsnoer, pers. voornaamwoord, kamer, 7 zwaar, handhavers <fer openbare orde, oude heer, 8 melkschaap. verblijf, 9 berghol, vruchtbare plaats, soort tarwe. Oplossing triple-kruis- woordraadsel 5 FeJbr. BRANCARD E S A A 1 R U K P P K A F NUT ETNA H L O T A K AARDS P G AS ELF TE S B A E G I R S O M L R A PECH BAN H O F O P S I N L O O P U SLAGROOM Snap, bark, pauk, hulp. snot, baas, feit, rage, huis, prof, poon, cider, araf, adres, tante, slaap, schol, forel, gnoom, blaam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 8