4 onze jeuqó-p&qinaüf De jongens in de mist Naar de kerk - niet alleen om 't Woord, maar ook om het Nieuws Het Charter van Keulen 6 ZONDAGSBLAD 5 FEBRUARI 1955 Vertelling van JV1. van Rotterdam (Vervolg). Wimpie zit veilig weggescholen. Z'n klompen heeft hij uitgedaan en met zijn rode, koude handen probeert hij zijn verkleumde voeten wat Warm te knijpen. Peter zegt niets. Stil staart hij voor zich uit in de gure, koude mist. Z'n handen heeft hij in zijn broekzakken gestopt. Henk zegt ook niets. Stil peutert hij aan een oud, roestig doosje. In de verte, ergens aan de overzij de, klinkt het gesputter van een mo tor. Jaap begint opeens aandachtig te luisteren. Z'n mond gaat een klein eindje open. Zou dat het veerbootje kunnen zijn? Als het geluid steeds sterker wordt, zien ze elkaar vragend aan. Wimpie schuift zijn natte, ver kleumde voeten meteen weer in zijn klompen. Jaap staatzwijgend op en tuurt vanuit de ingang de grijze mist in Nog heel even, dan komt een boot je uit de dikke mist opdoemen, 't Is het oude veerbootje uit het dorp. Als de veerman het touw om een donkere, gladde paal heeft geslagen, komen er enkele passagiers voor zichtig de veerdam opgestrompeld. Het is er nat en glibberig. De veerman wacht, of er misschien nog meer passagiers voor hem zijn. Hij gaat enkele stappen verder de veerdam op. Dan opeens ontdekt hij het roei bootje Vreemd is dat. Van wie zou dat zijn? Hij zoekt om zich heen. Dan j».in de ingang van het veerhuisje ziet hij Jaap. Even blijft hij weifelend staan, dan loopt hij langzaam op hem toe Z'n donkere stem vraagt: „Zeg kereltje, is die boot van jou?" Jaap schrikt. Wat moet hij nu zeg gen? Zal hij maar vlug iets beden ken? of zou hij, maar nee Dat mag niet! Hij moet eerlijk zijn. „Nee meneer," zegt hij een beetje schuchter ..We vonden het ginds aan de overzijde, ergens tussen het riet." De anderen komen nu voorzichtig en nieuwsgierig achter hem staan. „Zo, zo." bromt de zware stem. „En zijn jullie in die zware mist de rivier overgestoken?" „Ja meneer," is Jaaps antwoord. „Maar weet je wel, dat zo iets heel gevaarlijk is?" Hij komt nu wat dichterbij en meteen ontdekt hij rok de anderen, ,,'t Is me wat moois. Nu willen jullie natuurlijk weer naar de overzijde hè?" „Ja meneer," zegt Wimpie vlug." maar we durven niet meer." ..Och jó fluistert Henk zacht en hij geeft Wimpie meteen een stoot tegen zijn arm. „Zo moet je het niet zeggen Dat is helemaal niet flink." „Komen jullie maar direct mee," zegt dan de zware, donkere stem weer „Ik zal je wel overzetten Hier kun je niet blijven zitten! Kwajon gens zijn jullie., domme kwajon gens!" Stilletjes volgen ze hem over de natte, glibberige veerdam. Wimpie voelt zich nu opeens niet zo heel bang meer. „Zo!., haal nu eerst die boot maar eens hier heen." Jaap begint het anker los te wrik ken dat hij even later rammelend in de boot laat zakken. ..Goed zo!., en nu vlug instappen jullie! Ja., kom maar hier bij mij in de boot. Dat is veiliger.. Juist!" Ze staan dicht naast elkaar, alle drie en ze zeggen niets. - weten ook niet wat ze nu zeggen moeten. Maar dat vreemde, bange gevoel gaat nu langzaam verdwijnen. Jaap, die de grootste en de sterkste is, moet voorin de kop van hun boot je gaan staan. De ketting wordt stevig vastge maakt aan de achterzijde van de veerboot. „Zo., niet laten glippen hoor!" „Nee meneer." zegt Jaap flink. Ze kijken stil toe. De motor begint weer luider te sputteren, eerst zacht jes. maar dan steeds vlugger en hef tiger Even later boren de bootjes door het koude grijze water. Achter hen rollen de golfjes wijd uiteen. „Toch we! leuk zo'n tochtje hè?" fluistert Henk in Wimpies oor Wimpie knikt. Hij voelt zich zo heerlijk veilig hier. achter de brede rug van de veerman. Jaaps ogen glinsteren. „Mooi hè" roept hij zachtjes aan Peter Maar Peter hoort het niet. hij verstaat het met. Nog altijd staat hij met z'n han den in de broekzakken. Hij knikt maar wat. Op de bodem liggen hun pijlen ver ward dooreen. De meesten zijn reeds stuk getrapt, maar daar denken ze niet meer aan,., dat deert hen niet. Spoedig hebben ze de overzijde be reikt. Even later glijdt het oude veer bootje met een verende stoot langs de houten oprit. „Dat gaat beter dan roeien hè?" klinkt nu de stem van de veerman wat vrolijker. „En nu vlug overstap pen en dan direct naar je moeder. Jullie zijn verkleumd van kou." „Dank u wel meneer," zegt Jaap beleefd. „Dank u wel meneer," zeg gen ook de anderen. „En denken jullie er om,., nooit meer zulke domme, gevaarlijke stre ken uithalen hè?" „Nee zegt Wimpie vlug. „Nee zeggen nu ook de anderen. Meteen nemen Jaap en Henk de lange, zware riemen weer op. Daar gaan de vier jagers weer, dicht langs de wal, zodat ze niet meer kunnen dwalen. Hier lijkt de mist niet zo dicht meer. Ze varen langzaam langs de oude scheepswerf met zijn grote, donkere schuur, 't Is nu niet vér meer. Nog heel even maar, dan zullen ze het veilige haventje weer binnenglijden. Langzaam wordt de hoge rivierdijk zichtbaar. Peter begint al vast wat aan het anker te morrelen. Maar dan opeèhs.. O, schrik. Wie is dat, daar boven op de hoge dijk. (Volgende week verder). onze BRievenBus Hallo, nichten! HNou, die puzzle was niet zo erg moeilijk, hè? Het was een tafel, die Keesje kapot ge zaagd had. Ja, die Kees is me er een tje Ik vond dat Nel Kuyt de hoofd prijs verdiend had, en de troostprijzen zijn voor Corrie en Greetje Bokhorst, Bauke Jeeninga en Jan Bakker. Leo van der Wal, Gaesbeekstraat 119, Rotterdam-Zuid, zou zo graag postzegels u'illen ruilen met een neefje of nichtje. Wie weet, zijn er grote ver zamelaars onder jullie Willie van Elk heeft samen met va der de pu zie opgelost. Nou. dat mag wel. hoor. Vond je het mooi wat de postbode heeft gebracht. Peter de Jong? Misschien had je geen briefje in de enveloppe gedaan Ike Louwerens, en je begrijpt wel dat ik niet weet wat ik jou moet schrijven als jij alleen maar je naam op de oplossing zet. Wat een leuk versje was dat. Hannie Vink. heb je dat op school geleerd? Ik dénk dat je een heel mooie tekening gemaakt hebt. Beppie Roos, dat je zulk mooi postpa- Ik weet niet of de tekenaar deze keer een beetje lui is geweest, of dat hij zelf echt niet wist hoe hij verder moest gaan met deze teke ning, maar in ieder geval heeft hij ze niet afgemaakt. Willen jullie dat doen? Jullie kunnen er vast wel iets moois van maken. Schrijf je naam, voornaam en adres IN de brief (dat is héél belangrijk, hoor!) en stuur de oplossingen vóór Dinsdag in. pier gewonnen hebt. Wat een gezel lige brief heb je me geschreven, Niesje Konijnenburg, en wat een leuke foto is dat van je broertjes. Dat zijn een paar rakkers, dat kun je zo maar zien. Ik kreeg een heleboel tekeningen van Paul, Japie. Dannie en Tini Bremmer. Nu haal je zeker geen nat pak meer. Dan nie! Ja. wat ondeugend van Keesje om die tafel kapot te zagen, hè Joop v. d. Walle? Maria Deelen heeft verteld wat ze allemaal voor haar verjaardag heert gekregen, nou. maar dat is een ho le boel, zeg! -- Is je broertje nu weer be ter, Anneke v.d. Spek? Nou. dat vind ik nu eens echt leuk. Dikkie v.d. Water, dat je zelf ook eens een brief schrijft. Doe de groeten aan Frits en Goofke. hoor. De jongste thuis wordt altijd een beetje verwend, hè Bernard Ba zuin? Piet Keizer heeft een leuk versje gemaakt van zijn oplossing. Ja. dat is grappig, Greetje en Nelly Maan. dat jullie nichtjes in Canada nu ook jullie namen in de krant kunnen le zen. Vond je het een fijne puzzle, Pietje Klep0 Dank je wel voor je mooie kaart. Jaap Stolk. wat had je die mooi gekleurd Lcnie en Willie Koo- mim van den Dries hebben hun brief jes getypt, en ze deden het heel keurig. Dat lijkt me mooi. Lia de Zwart, een blouse met een ballonmouw. Zit hij goed? Marijke Visser vond de puzzle een beetje moeilijk. Hoe is het met Teunis Hoogerwerf, is hij alweer opge knapt? Ja. Lukas Jacobs, jij had de puzzle ook goed. Wat heb jij veel verjaardagen te onthouden. Teunis den Otter. Ik hoop dat je weer beter bent. Rietje Kroon en dat je gauw zult kunnen gaan wandelen in je nieuwe jurk. Nou, dat vond oma zeker wel fijn, dat jullie daar zomaar aankwamen, Lenie Koen Ja. bontlaarsjes zijn heerlijk warm, Gusta Plaisier. Nelly, Gert en Gerard Grotendorst hebben nu KABOUTER PUNTBAARDJE kaboutertje, die liep was in de sneeuw met rode wangetjes. Hij zocht bloemetjes. Waarom zocht hij bloemetjes? Zijn moeder was Jarig en Puntbaardje wilde zijn moeder zo graag een cadeautje geven, maar hij had geen geld. daarom zocht hij bloemetjes. Om dat er geen bloemetjes zijn in de winter, zocht Puntbaardje voor niets. Toen hij zo een poosje gezocht had in de sneeuw, werd hij erg moe en wilde naar huis. Hij liep verder en verder het bos in. Puntbaardje was zo moe, hij wist haast niets meer. alleen, dat hij ln de sneeuw naar bloemetjes zocht en ze niet vond. O. Puntbaardje kreeg zo'n slaap! Hij viel in de sneeuw en sliep gelijk in. Arme Puntbaardje! Waarom ging Je alleen van huis? Nu lag Puntbaardje daar in de sneeuw en hij zou bevrie zen en niemand zou hem vinden. Het werd nacht en het vroor dat het kraak te. Puntbaardje bevroor! Hoe zal het gaan met je? Eindelijk toen het morgen werd. kwam daar de postbode langs. Omdat Punt baardje midden op het bospad gevallen werd hij 's nachts, toen het zo viuur, een hoge bobbel op de weg. Wat gek. dacht de postbode, die lag er gis teren toch nog niet? Hij trapte er eens tegen, toen hoorde hij ineens een grote De postbode schrok heel erg. Hij ren de terug en ging naar de politie en ver telde wat hij gezien had. De politie nam een bijl en ging met de postbode mee. Bij de berg aangekomen, trapte de po litie ook eens tegen „de berg" aan. Maar toen hij ook een schreeuw hoor de. zei hij: „Dat is een jongen of een meisje!" De der i den. reden die naar het politiebureau t~ smolten die ver van de kachel. Toen ze zagen dat het Puntbaardje was, brach ten ze hem gauw thuis en daar hebben ze groot feest gevierd! ook zelf een brief geschreven, fijn hoor. Wie schrijft er zo keurig? Heb jij vlechten. Marja van Schothorst, dat je linten in je haar kunt dragen? Die tante van je heeft je zeker wel een beet je verwend. Johannes Blclehrodt Ge lukkig dat jullie de krant nog kregen. Maja van Kampen. Doe maar goed je best. Henk Binnendijk, misschien win je dan wel wat. Je had je toch aar dig uit de puzzle gered. Chrisje Hulst. Heb je een fijne verjaardag gehad. Jan Sloof? D?t kan ik me begrijpen, Ada de Ronde, dat je een 9 voor teke nen hebt. Hoe is het met Aatje? Moeder zal vast wel blij zijn met dat kleedje, Tineke Jansen Is je broer ouder dan jij, Carla Fokkema? Nou, ik hoop dat je gauw weer present zult zijn, Atie Roos Jan Minnaard heeft een jaarboekje gekregen op Zondag school, fijn zeg. Janny en Ada Leeuwen- burgh wisten niets te schrijven, nou, dat is dan jammer. Schrijf je wel va ker verhaaltjes. Ria Leerling? De brief, die ik van Aria, Piet en Kees van Belle kreeg, was'mooi versierd met uit geknipte tekeningen. Ben jij niet bang voor zeewater, ('oen Mulder, ook niet een klein beetje? En Thea Ge- leynse, wat zeg je nu. zus, zusje of zus ter? Je verjaardag is fijn geweest, zeg, en ik vond je postpapier prachtig. Heeft jullie hond veel vernield in de tuin van de buren. Willie en Margreet Koornstra? Wat mocht jij lang op blijven op de verjaardag van je moe der, Ferrie Ruygrok. Dus jij bent al twee maal bruidsmeisje geweest, Lcnie Bogaards, is dat even leuk! Fijn dat je broertje weer opknapt, Helene Stoor vogel. Tineke Terlaak had een prach tig palmlandschap voor me getekend. Ik denk dat je broertje erg blij zal zijn met die boerderij. Sijtko Zonneveld. Kees van den Hoek heeft rolschaat sen gekregen van grootvader, en les mag die ook wel eens gebruiken. Ben je al lang thuis. Margreet Hoogendam? Rietje en Jan van Es zijn ook al ziek geweest, maar ze knappen nu weer op, hè? Ik zal het tegen Kees zeggen, hoor Tilly Tuurenhout. Heb je de voordracht er goed afgebracht, John Troost? Is je vriendinnetje al weer beter. Ria v.d. Lely? Ja. wat ondeu gend was die Keesje, hè Johan Voogd? Roel en Hans ter Horst vonden de puzzle wel aardig, maar ook een beetje moeilijk. Ik hoop da' je weer beter bent. Ingrld Mulder. Wat een droe vig versje. Bep Zandvliet! Tot slot de nieuwelingen: Adri Both, Maja Schipper, Ineke van Beek. Ali en Nita Madern, Anton Tobé. Willy en Wim- mie de Graaf. Rietje en Coby Floor, Ka- rel Korfker. Cor Pronk, Gerda Gijzenij. Hartelijk welkom! Dag allemaal, tot de volgende keer! 3 TOEN ER NOG GEEN KRANT WAS zullende deze Resolutie alomme van de Predikstoelen worden gepubliceert „Word bekend gemaakt, dat tot gerijf van Passagiers en transport van brieven en goederen op Dings- dag na Paasschen "én vervolgens alle dagen van de week (alleen de Zaterdag, de Zondag en de andere heilige dagen uitgezondert) varen zal van Nytap op Groningen en vice-versa een bekwaam Vaar tuig Men belooft prompte be diening, en verzoekt een ieders gunst. Zegget voort Zo klonk op 8 April van het jaar 1792 van de kansel te Roden de kerkespraak van de predikant VREEMD, zo'n aankondiging? In die tijd blijkbaar niet, en er waren nog wel profaner mededelingen, tijdens of na de Zondagmorgendienst ic de kerken gedaan door predikant of Koster Wij mogen ons gelukkig prijzen, van zulke minder stichtelijke zaken in de eredienst verlost te zijn. Maar toen. omstreeks 1840. de synode der Ned. Hervormde Kerk ging pleiten voor af schaffing van deze eeuwenoude kerke spraak, rees overal protest ten platte- lande. Men kon deze wekelijkse berich tendienst eenvoudig niet missen! Immers, kranten waren er nog niet, en toen de krant haar opkomst begon, duur de het nog lang, eer zij ook het platte land brcikt had. O. de boeren verstonden de kunst van het lezen wel! De Bijbel en Vader Cats, Brakel en de Almanak ze waren in ieder gezin te vinden, en als het werk gedaan was. las vader met luider stem op zangerige toon de al of niet gewijde woorden voor. Maar nieuws, dat hóórde men. dat las men niet Dat was altijd zo geweest, en later gebeurde het wel, dat een heel dorp één gezamenlijk abonnement nam op een courant, die dan op geregelde tijden werd... voorgelezen! De plattelandsgemeenschap moest niettemin van allerlei zaken op de hoog te zijta: van verkopingen en verpachtin gen, schouwing van wegen cn waterin gen, de belastingen, de militie, verhu ring van hooilanden, het weiden van paarden, het aanwijzen van schutstallen van het op de wegen loslopende vee. Daartoe diende de kerkespraak. Ieder een immers althans ten minste één persoon per erf ging elke Zondag trouw ter kerke, en waar kon men dus beter het nieuws verspreiden dan in de kerk, waar allen samen waren? Zo werd de kerkespraak het „dagboek van dc groep", zoals dr. H. J. Prakke het noemt in zijn interessante boekje „Kerkgang om Nieuws" (uitg. Van Gor- cum, Assen. Publicistische Publicaties No. 2), waaraan wij de gegevens voor dit artikel ontleenden. De voorganger (of elders de koster-schoolmeester-organist) las de berichten van attestatie, huwe- Zyn hand begon. Zo kunnen we strijden de goede strijd des geloofs. Want te strijden valt er dagelijks. „Zonder strijd geen kroon." Vragen we onszelf elke dag weer af: strijd ik werkelijk? Is hezl mijn leven wel geconcentreerd in dit ene: jagen naar het hoogste, jagen naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus? Nogeens: het kan. Maar alleen door en in Hem, die Zijn kracht in onze zwakheid volbrengt. In Hem zijn we overwinnaars. Wij strijden niet voor een verloren zaak. De zege is be vochten in en door Hem, die voor ons in de vuurlinie heeft gestaan en die Zich voor ons gaf tot in de dood aan het kruis. Zo moeten en kunnen wij ook in de vuurlinie staan. Maar niet zonder Hem. Zonder Hem kunnen wij niets. Met Hem alles. Hij laaft en voedt Zijn volk op de weg tiaar het eeuwige leven. Toekomstmuziek? Ja en neen. Geen toekomstmuziek in de zin van: 't is niets cn 't wordt niets. Maar wel in de betekenis van: 't wordt wel iets, veel, ja alles. Een climax. Crescendo. Eenmaal volkomen overwinning, vol komen vrede, volkomen zaligheid. De toekomst is immers het domein uan de christen? Strijdt dan biddend: Leer ons daaglijks, leer ons duizendwerven in Uw kruisdood meegekruisigd sterven, En herboren opgestaan achter U ten hemel gaan. lijk, geboorte, naamgeving en overlij den. Kerkelijk nieuws zou men dat nog kunnen noemen. Maar ook de Overheid eiste haar deel, en de Overheid was machtig in de Staatskerk van die da gen. En al spoedig was het hek van de dam. en kon iedere particulier, die maar betaalde, zijn ..advertentie" in de ker kespraak laten lezen. De notaris, de schipper van de trekschuit, een wonder dokter. XJET is merkwaardig, dat vooral in de Noordelijke provincies de kerke spraak zulke uitgebreide vormen had aangenomen. Het Drentse Lantrecht en de Drentse Kerkenordre van 1730 noe men de kerkespraak zelfs uitdrukkelijk. Volgens deze laatste mocht de afkondi ging pas geschieden na het uitspreken van de zegen, dus na dienst, en niet alleen van kerkelijke zaken, maar ook van „publicatien van pagt. en andere wereldlijke zaken." Het liep weieens de spuigaten uit: in 1879 werden ergens bepaalde candida- ten in een politieke verkiezingsstrijd aanbevolen. Elders werden bepalingen voorgelezen over het hakken van eiken hout, eierenrapen, besmet rundvee, var kens (cn over die onreine dieren in de kerk maakten velen zich boos!), een kermis, die niet op 25 Augustus maar op 2 September gehouden stond te wor den, of het verbod, dat de Heer van Al melo in 1728 afvaardigde tot het verko pen van geïmporteerde schoenen of muylen, zulks ter bescherming van de schoenmakers dezer goede stad Kortom, de ..kerkespraak" ten platte- lande behandelde vele onderwerpen „aan den godsdienst vreemd". Alles wat de plattelanders kon interesseren, kwam ter sprake, en de ene aflezer hield meer van sensatie dan de andere! Het is geen wonder, dat de Synode ging optreden. Want wel werden de af kondigingen ook gedaan in de „paap- sche vergaderingen" en de „Mennonis- tische vermaningen" (onder censuur van de gereformeerde predikant!), maar de Hervormde Kerk had er natuurlijk het meest mee te maken. .Nu zetelde de Synode in de stad. en daar was de kerkespraak allengs- kens uitgestorven. Maar in de dorpen was nog niets beters, dat deze wekelijkse nieuwsdienst kon vervangen Wel had men omroepers, de boer- hoorn. het klokgelui, do boerebrief. de reizende koopman, maar voor het maatschappelijk verkeer was dat alles onvoldoen de. Nog in 1837 achtte de Synode dc kerkespraak onvermijdelijk, al was zij „weinig geschikt te achten ter bewaring van de pas ontvangen Godsdienstige indruk ken". Maar zouden de boeren het nieuws niet krijgen, dan zouden ze het wel in de herberg gaan halen. En dat wil de de Synode niet voor Dc kerkespraak: met plechtige stem doet de schoolmeester-koster-voorzanger den volke kond, wat kerk en overheid nodig achtten bekend te maken. (Ontleend aan dr. H. J. Prakke, Kerkgang om Nieuws). Doch de actie in de kerk tegen de ker kespraak was daarmee niet ten einde. De classis Winschoten verzond een adres ter bevordering van de Zondagshei liging, en tegen de onheilige praktijken van de kerkespraak. Dominee Damsté in Boornbergum weigerde langer de af kondigingen te doen. ook de verplichte afkondigingen van de Overheid. Hij werd op zijn vingers getikt, maar zijn opstandigheid deed stof opwaaien. Twin tig jaar later was h-t ds. K. Heringa te Delfzijl, die de installatie van de nieuwe burgemeester niet wenste be kend te maken. haar rekening ze mèt de berichtjes ook het honora rium zouden kwijtraken.. Ter synode werd niet voor niets geklaagd over dc ardsgezindheid van sommige kerkera- K ERKELIJKE molens malen lang- aar in 1341 on.kotende de synode een nieuwe campagne, en dit maal met meer succes. Zij verzocht de Overheid, de afschaffing van de kerke spraak te bevorderen, cn de minister droeg de gouverneurs der provinciën op, er voor te zorgen dat de afkondi gingen voortaan niet meer in de kerk. doch er buiten geschieden zouden! De meeste burgemeesters gehoorzaamden; enkelen trokken zich weinig van de nieuwe fratsen aan. en sommige pre dikanten of kosters verzetten zich, omdat Het platteland verzette zich. Kerke spraak buiten de kerk? Maar hoe dan als het regende dat het goot, of als de wind de stem van de afroeper deed ver waaien. Niet meer tijdens de kerkdienst? Dat zou immers de kerksheid ten on gunste beïnvloeden... En inderdaad, van toen af sloegen de boeren weieens over. Men kan zich indenken, hoe de platte lander. van ouder op ouder gewend aan de kerkespraak in de kerk, en daarin, in de eigen dorpsgemeenschap, gener lei ontheiliging of enige onvoegzaam heid kunnende vinden, het hoofd beden kelijk geschud moet hebben: Wat wa ren dat voor nieuwmoodse fratsen? Maar de aanpassing heeft zich vol trokken. Via de aanplakborden naar de krant. Het afschaffen van de kerke spraak had het pad voor de courant gebaand, en stormerhand heeft de krant het platteland veroverd. En dat bleef zo tot op de huidige dag Ben zinvol fabrieksmerk uit 1535 Ds. R. TEN KATE. BIJ het lezen van dit opschrift hebt u misschien dadelijk gedacht aan eau de cologne water van Keulen. En dan hebt u inderdaad goed gedacht, hoewel niet Keulen, maar Triër de stad is, onder de rook waarvan de bron van dit internationale reukwater te vinden is. Een Haagse coiffeur van formaat (hij schoor en knipte eigenhandig ministers en Kamerleden, Generaals en profes soren) hoorde van een bi; de Dom van Triër betrokken priester, dat in een nabijgelegen klooster de retorten wer den bewaard, die o.m. gediend hebben bij de eerste bereiding van het aroma tische water, dat later de naam zou krijgen van eau de cologne. Maar aan vankelijk was het niet bestemd voor het genoegen, doch als geneesmiddel, en wel tegen het z.g. Anthoniusvuur, een ziekte, die in die tijd in Triër en ook in Straatsburg voorkwam. Boven dien en hier kwam de neus al aan bod werd het gebruikt als opwek kingsmiddel bij hoofdpijn en hersen- vermoeidheid als gevolg van ingespan nen geestelijke arbeid, en dan werd het opgesnoven. Uit een handschrift van die tijd (16e eeuw) blijkt, dat dit aroma tische water toen al in trek was ..door zijn buitengewoon lieflijke reuk." Een Dominicaner monnik moet de man zijn geweest, die p wijngeest, dat hij een verhoogde kracht wist te geven, een aromatisch procédé distilleerde, dat in de 13e eeuw door een Rosenkruiser (de orde. waarin men de wortels der Vrijmetselarij zoekt) gevonden was. Hij voegde daaraan toe de witte bladeren van de Oranjebloesem, èn een van de zeven aromatische stoffen, die op Jeho va's bevel werden samengevoegd om te dienen voor het reukoffer in de Tempel te Jeruzalem. In Ex.30 worden vier be standdelen yan het reukoffer genoemd: mirresoep, nagelen, galboncn en wie rook; later hadden de rabbijnen zeven, en Josefus noemt dertien bestanddelen. Na de verwoesting van Jeruzalem en de verstrooiing der Joden is het recept ver loren gegaan. Merkwaardig Is. dat dit O.T. reuk werk alleen voor het reukaltaar mocht dienen; wie er zelf aan ruiken zou. zou uitgeroeid worden uit zijn volken (Ex. die des avonds branden.' DOCH we keren terug tot het KeuLse water. De overal gebruikte naam eau de cologne is ontstaan gedurende de 7-jarige oorlog. Als „schepper" staat te boek" de Keulse fabrikant Farina (1685—1766), die zich daar in 1709 ves tigde. Een eeuw later waren er al 60. Het authentieke recept is lange tijd in handen geweest van 30 Keulse fabri kanten en werd buiten die kring ge heim gehouden. Dit monopolie en hoeveel andere! is uiteraard ver dwenen, omdat de bereiding van parfu merieën onder invloed der moderne chemie niet meer te vangen is onder één geheim recept. Niet alleen aether, bloemen en harsen, maar ook kunst matige en synthetische reukstoffen zijn thans beschikbaar om de meest geraf fineerde parfums en reukwaters te be reiden. De in ons land gemaakte pro ducten (overbekende namen kunnen we hier weglaten) vinden in hoofdzaak af zet op de binnenlandse markt; vroeger was er ook export naar Ned. Indië. Overigens komt het niet meer aan op het bezit van een fijne neus. Ook de meest gewone neus wordt bereikt door de thans zó geperfectionneerde kunst matige essences. In het slijmvlies van de neus bevinden zich de daarvoor ont vankelijke apparaten: de reukcellen, waarin uitmonden de uit de hersenen komende reukzenuwen. Deze zijn over gevoelig: zelfs een millioenste gram van een scherpe reukstof is voldoende om de bezitter van een normale neus de lust van balsemieke geuren te doen smaken. TENSLOTTE: het Charter van Keulen had ook een fabrieksmerk, anno 1535. In dit merk zijn versymboliscerd de vier trappen of stoepen, waarlangs volgens een heidense ritus de mens kan opklimmen van de bodem der wijsheid (uit zelfkennis verkregen» naar de hoogste liefde: het volslagen gebrek aan zelfzucht. Die vier graden zijn afkomstig van de eerder genoemde Rosenkruisers. Beaiet men het hier uaast afgebeelde fabrieksmerk, dan vindt men op dc bo dem (vóór de drie treden een afbeel ding van de dierenriem met dubbele driehoek (het schild van David). Mid den in de Keulse Dom is dat symbool in Italiaanse mozaïek afgebeeld. Dc drie treden levenskennis, solidariteit en broederschap, leiden naar de voorhof waarvan het dak wordt gedragen door twee zuilen (z:e 2 Kron. 3:17) ..beves tiging cn kracht." De op de zuilkan telen zichtbare opengebarsten granaten symboliseren de eeuwige vruchtbaar heid. Het zijvenster belicht de hal der wijsheid, waar moet worden afgelegd: toorn cn begeerte; het boogvenster dc hal van kracht. Het „goddelijk oog" boven kruis en beker, en gevat in een driehoek, is het symbool van het Al- weten." De maansikkel en de zeven sterren en het schietlood tussen de ster ren symboliseren resp. de heelalstof en de terugkeer van de volmaakte mens tot., de stof „als zoon van het hoogste licht en als leraar en helper der mens heid." In al deze symboliek onderkent men de Oosterse wijsheid, en juist in dit kader treft u temeer de onbewuste hun kering naar geestelijk bezit, dat :.iet door eigen kracht (zeven trappen naar hoger leven) maar uit genade om niet geschonken wordt door Hem, die de hoogste Wijsheid is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13