Voorzitter van Raad van Verzet maakte een crossing onder Duits vrijgeleide ft tem Bi <D ZCM)AÖSB£JÜT Êil JANUARI léls* TIEN JAAR GELEDEN: Hoe het eerste voedsel naar Holland kwam premier besprekingen hield over de Nederlandse zaak. Richard zou een korte opleiding in parachute-springen meemaken en daarna in de nacht boven Nederland worden „gedropped". Hij had echter gauw genoeg van het springen, on derbrak zijn opleiding en keerde langs de oude, bekende weg naar Holland terug. De donkerste maanden van.de ge hele bezettingstijd braken nu aan. Ook in Sliedrecht loerde het verraad de laatste maanden en de kern der illegaliteit in Sliedrecht waagde het dan ook niet om de nacht in eigen huis door te brengen. Op zekere avond in April kwam nog laat een vooraanstaande figuur uit de ver zetsbeweging, afkomstig uit Amster dam, bij mij. Deze man moest met de meeste spoed naar Londen om daar nog een samenspreking te heb ben met minister Van Kleffens, vóór deze naar de bekende bijeenkomst te San Francisco vertrok- Het kostte me nogal wat moeite om deze man onderdak te brengen en zodoende kon ik onmogelijk vóór spertijd weer mijn tijdelijk nacht verblijf bereiken. Ik wilde het eerst toch nog proberen, maar op aandrin gen van mijn vrouw, bleef ik voor die ene nacht toch maar thuis. Jfl SA 4. MHÉtti J M MIJN laatste verjaardag in oorlogs tijd, op 17 Januari 1945, had een geer ongewoon verloop. Beneden zat de verjaarsvisite heel knus In de huiskamer bij mijn vrouw, maar het feestvarken zat op een -zolderka mertje met drie man van de Spion- nagedienst. We zaten te bespreken hoe en wanneer deze mannen het gemakkelijkst naar Brabant zouden kunnen teruggaan. Of gemakkelijk was eigenlijk het woord niet, want dit was het nooit, liet -vas hartje winter en het vergde bijn? boven menselijke moed en krachtsinspan ning om dan urenlang in mist en snerpende koude in een kleine kano over het uitgestrekte watergebied te dwalen, met nog de voortdurende kans op ontdekking. Want ontdek king betekende onherroepelijk de dood. Toen verscheen plotseling Richard aan de deur; Richard was voorzitter van de Raad van Verzet en een der grootste figuren in de illegaliteit. Hij moest onmiddellijk via Brabant naar Engeland om daar zeer belangrijke besprekingen te voeren. Over zijn overtocht in diezelfde nacht zal ik niet langer uitweiden. Die verliep on geveer eender als die van generaal Hacket, dus zeer vlot. Het ging in die winter ook wel eens anders; meermalen moest de tocht halverwege worden opgegeven. Zo waren enige tijd voor deze avond nog twee Tommies, die 's avonds laat naar de overzijde waren ver trokken, ook halverwege gestrand, 's Morgens om zes uur werd ik uit bed gebeld en toen ik met een be vend hart naar de deur ging ston den ze daar weer voor me, door en door verkleumd en uitgeput. We maakten toen niet veel omslag in zulke gevallen. Mijn vrouw en ik ver lieten het warme echtelijke bed en de Tommies kropen klappertandend onder de warme dekens! Maar om op Richard terug te ko men. zijn codewoord kwam door ra dio Oranje over en we wisten dus, dat hij goed en wel in Engeland was aangekomen. Slechts enkele weken later echter stond hij plotseling weer voor me. Hij had grote haast om door te gaan naar Amsterdam. Mijn fiets was echter stuk en er was in die tijd geen fietsenmaker, die be reid was zonder vergoeding in natu- ra een reparatie te verrichten. Nu had Richard wel Engelse sigaretten bij zich, maar deze konden moeilijk aan de nietsvermoedende fietsenma ker worden aangeboden. Gelukkig had hij ook nog wat Duitse sigaret ten die door de geallieerden in Bra bant waren buit gemaakt en in het vooruitzicht op een behoorlijk ro kertje toog de fietsenmaker met be kwame spoed aan het werk. IN die tussentijd vertelde Richard mij het één en ander over zijn belevenissen. Hij had in Londen met H. M. de Koningin en met minister president Gerbrandy gesproken. Daar ik wist, dat Richard politiek heel anders was georiënteerd dan deze laatste en ikzelf, haastte ik mij om zijn mening te vragen over de per soon en het werk van de minister president. Hij vond Gerbrandy ech ter een „reuze vent" en vertelde, dat deze ook door Churchill zeer gezien was en heel dikwijls met de Britse (tpnu 6aan w» Tekenen 'fE§2^>~ DOOR B0RGE PRAMVIG Vijfde les 1. Voor het geval u nu reeds uitziet naar moeilijker opgaven als: mensen, die ren, landschappen enz., moeten wij uw geduld nog even op de proef stellen. Dit komt allemaal nog. Eerst moeten wij de kunst van het tekenen uit de vrije hand en uw kennis tot het Juist beoordelen en zien van de voorbeelden nog opvoeren. U ziet hier naast in de schets een pijp in een as bakje, een lucifersdoosje en 2. Door de netlijst kunt u gemakkelijk het geheel en de grootte van de voorwer pen bepalen, zoals dit ge schiedde in les 4. Let u weer goed op de hoofdricht- lijncn, die in de schets zijn aangegeven. Deze lijnen vor men een soort geraamte, waaromheen zich de omtrek van elk voorwerp afzonder lijk aftekent. Probeer nu zelf hoofdrichtlijnen op te stellen door met zelfgeko zen voorwerpen te werken. 3. Een pijp 1» *o'n Interes sant voorwerp, dat wij dit apart uit het „geraamte- grondmodel" gaan halen. Kijk eens hoe de lijnen in A en B geheel rechthoekig op de andere staan, terwijl deze in C on D duidelijk scher per worden. Probeer nu zelf eens een pijp naar dit grond- model te tekenen. Het ia niet zo eenvoudig, maar een zeer goede oefening. flEN jaar geleden, Januari 1945. Het Zuiden is bevrijd, maar in verschillende gebieden luiten dage lijks de granaten en suizen de bom men naar beneden. In hel Westen is de nood ten top gestegen. Dui- 1 honger Foor de centrale de rijen op een portie of tiilpcnbollenprak e eindeloze, besneeuwde de dro ichtei Ier het Oosten. In het honger mind dt de Duitse In deze periode speelt dit verhaal, lat ons verteld werd door de 1..K.P.- 'eider uit Sliedrecht, die ook bij de act, dat Seys Inquart soclit illegaliteit en via deze met lieerden in het Zuiden. Een r velen helaas te laat begon- voedseltransporten per truck vliegtuig naar het hongerende streeks half tien hard op de deur gebonsd. „Daar heb je het al", zei ik nog tegen mijn vrouw. Daarna snelde Ik naar de achterdeur, ge reed om te vluchten als dit nodig mocht zijn. Mijn vrouw ging naar de voordeur en vroeg wie daar was. „Richard uit Amsterdam", was het antwoord en tot mijn grote verba zing stapte werkelijk Richard in eigen persoon naar binnen. „Hoe kom jij hier en nog wel on der spertijd!" riep ik in opperste ver bazing uit „In een prachtige luxe wagen en onder veilig geleide van een Haupt- mann der Feldgendarmerie en een Hollandse S.S.-man", was het ant woord. Uit zijn nadere uiteenzetting bleek, dat hij een vrijgeleide had van de „Reichskommissar" Seyss Inquart en op weg was naar Brabant om daar besprekingen tussen Duitse en Geallieerde militaire autoriteiten voor te bereiden. De honger en de ellende was ten top gestegen en de Illegaliteit deed alles om de capitu latie en de komst van voedsel te be vorderen. Er moest nu onmiddellijk een be kwame „crosser" worden gevonden om Richard over te zetten, wat niet gemakkelijk was, daar deze mensen natuurlijk ook niet in hun eigen huis sliepen. Vermoedelijk zou Kees ech ter wel thuis zijn en samen begaven we ons direct op weg naar zijn wo ning. Gelukkig stond de Duitse wa gen een paar honderd meter van mijn woning geparkeerd, want ik zou me toch niet erg safe gevoeld hebben, als de inzittende „heren" mijn adres hadden geweten. Ook Kees, die net aan een prakje zat en daarna naar bed wilde gaan, bleek de zaak niet erg te vertrou wen, vooral niet toen hij hoorde, dat het eerste gedeelte van de „crossing" onder Duits vrijgeleide zou geschie den. Zelfs in zijn stoutste dromen had hij met gedacht, dat een der gelijk vrijgeleide hem nog eens zou wórden aangeboden. „Ik verrek het om op een Duitser z'n erewoord af te gaan", zei hij kort en bondig. Nadat de buitenge wone belangrijkheid van deze tocht voor hem was uiteengezet, en hem duidelijk gemaakt was, dat het lot /an duizenden half-verhongerde land genoten er vanaf hing, was hij ech ter toch onmiddellijk bereid dit risi co op zich te nemen. Zijn vertrouwen in het Duitse woord werd echter toch al dadelijk zeer op de proef gesteld, want hij moest met Richard in de Duitse wager- naar Gorkum, om daar nog een laatste bespreking te hebben met de „Beauf- tragte" voor Zuid-Holland, dr. Schwe- bel. Mijn taak zou dan zijn om ge durende hun afwezigheid met behulp van de Hollandse politie een bootje in orde te brengen, voorwaar geen gemakkelijke taak, want op Duits bevel waren alle boten reeds lang uit het water gehaald en opgebor gen. We liepen terug naar de Duitse auto, de Hauptmann was knorrig en begreep absoluut niet, waarom hij nu plotseling op hoog bevel naar de pijpen van zo'n „dumme Hollander'' moest dansen Had hij geweten wat er precies aan de hand was, zijn woede zou nog heel wat gnoter zijn geweest. DE auto reed weg en ik ging met een veldwachter er op uit om een boot te vinden. Tegenover de Hel- sluis vonden we gelukkig nog een boot, die op de kant was gehesen. Met veel moeite en lawaai lieten we hem te water. Telkens passeerden moffen over de dijk en dan staakten we onze arbeid en wierpen ons plat op de grond, want we hadden geen enkel bewijs dat we onze illegale daden met toestemming van de Duit se autoriteiten verrichtten. Boven dien schoten de Duitsers onmiddellijk, voor men tijd had een dergelijk be wijs te tonen. Toen de boot eindelijk te water ZONDAGSBLAD 15 JANUARI 1955 5 Drie zangeressen, een Italiaanse opera en orkestmuziek DEZE gramofoonplatcn-bespreking wil ik beginnen met drie zangeressen, van wie kortelings nieuwe platen ver schenen. Drie zangeressen, die over de gehele wereld bekend werden en niet ten onrechte. Want zowel de beide altzan geressen Maria von Ilosvay en Marga- rete Klose als de sopraan Erna Berger hebben goud in hun stemmen. Bij de Deutsche Grammophon Ge- sellschaft verscheen een normaalplaat (LV 36113) met opnamen van de grote Duitse alt Margarete Klose in de vertol king van de befaamde aria's uit Gluck's Orpheus": „Ach ich habe Sie verlo ren" en ,,So klag ich Ihren Tod" (in de Duitse taal gezongen), begeleid door de Berliner Philharmoniker o.lv. Ar thur Rother. Ongelooflijk mooi van voor dracht, bewogen en sfeervol. Geluids technisch is hier werkelijk uitnemend gewerkt. Een critische zanger zal wel licht een opmerking maken over een z.i. net op een verkeerde plaats gedane ademhaling, maar Margcrete Klose heeft hieromtrent een eigen standpunt en kan zich met haar grote muzikaliteit veel veroorloven. Niet minder mooi van zang, wellicht alleen opnametechnisch niet van een der gelijke perfectie, is de Philips-normaai- plaat <N 12078 G) met opnamen van de Hongaarse alt Maria von Ilosvay in en kele aria's uit Verdi's „Don Carlos" (O Don Fatale) en Verdi's „II Trovatore" (Stride la Vampa), in het Italiaans ge zongen en begeleid door het Weens Sym phonic Odkest o.l.v. Wilhelm Loibner. Welk een sublieme stem, welk een ex pressie. welk een operatalent ook. Ook in ons land heeft Maria von Ilosvay vele malen het publiek tot groot enthou siasme gebracht; deze plaat zal dat en thousiasme beslist nog meer doen op- Wat nog te zeggen van de Bcrlijnsc coloratuursopraan Erna Berger, die voor His Master's Voice een normaalplaat (DB 11560) met het recitatief „Welcher Kummer qualet meine Seele" en de aria „Traurigkeit ward mir zum Lose" van Constanze uit „Die Entführung aus dem Serail" van Mozart maakte, uit nemend begeleid door een orkest o.l.v. Wilhelm Scbüchter. Erna Berger is nog steeds een der grootste coloratuursopra nen van Europa, die naast de coloratuur ook nog een prachtig vol middenregis- ter heeft. Daarom is deze aria van haar dan ook zo stralend, veel sterker in stem en in uitdrukking dan de andere be roemde coloratuur Wilma Lipp ooit in dezelfde aria heeft gedaan. Erna Ber ger wordt in dit vak eigenlijk alleen maar benaderd door haar enige leerlin ge Rita Streich, over wie we een vol gende keer iets zullen vertellen. Deze op name is ook muzikaal zo groots. NU ik toch op het gebied van de opera ben noem ik hierna een nieuwe Ca- pitol-opname (P 8177) met fragmenten uit de „Aida" van Verdi. Het koor en orkest van de Opera te Rome worden gedirigeerd door Alberto Paoletti en als solisten werken mee Stella Roman, An na Marcangeli, Gino Sarri, Victor Tatoz- zi en Sylvia Sawyer. Een heel Italiaans stel dus en zo U dit niet wist, zou U het toch direct horen aan het scherpe stern- timbre en aan het vuur waarmee hier gezongen wordt. Het is allemaal echt wc mopperen er over. duur zijn. Maar (weet ren houdt, heeft in deze plaat een kost baar bezit, daar de geluidstechnici alles prachtig wisten vast te leggen op de plaat. De liefhebbers van het orkest hebben ten aanzien van de gramofoonplaat be slist niet veel te klagen. Er bestaan heel wat. goede orkestopnamen cn tel kens komen er weer nieuwe bij. Zo ook nu weer bij Capitol met een fantastische T^schaikowsky, gespeeld door het Fran se Nationale Symphonie Orkest o.lv. Ro ger Désormière. Welk een verrukkelijke muziek heeft Tschaikowsky in dit ballet gegeven, melodisch en orkestraal met geniale invallen. De dirigent heeft bij deze opname (P 8142, langspeelplaat), alles transparant gehouden en een echte sprookjessfeer doen ontstaan. Bij een balletvoorstelling zou Roger Désormiè- res wel wat meer vrijheid moeten ne men in de tempi, als orkestwerk op de gramofoonplaat is het in deze maatvaste vertolking toch niet doodgespeeld. Een fraaie opname door een prachtig orkest gespeeld. OVER een prachtig orkest gesproken: er zijn niet veel orkesten ais dal van de Berliner Philharmoniker. Het is een keurkorps, een uitgelezen schare muzikanten, tot één groot geheel samen gesmolten. De Deutsche Grammophon Gesellschaft weet dat ook wel en maakt heel wat opnamen met dit ensemble. Op één langspeelplaat zijn nu opgenomen d< „Don Juan" van Richard Strauss cn de „Prélude a l'après-midi d'un faune" van Claude Debussy. Een mooiere vertol king van dat symphonisch gedicht var. Strauss kan ik me eerlijk gezegd niet denken. De dirigent Fritz Lehmanr heeft het werk niet alleen in het hoofd maar ook in het hart. En om zijn veel zijdigheid te tonen heeft hij ook van die Debussy-prélude een onvergetelijk im pressionnistiscfe spel gemaakt, waarbij Aurèle Nicolet op wonderschone wijze de solopartij voor fluit blaast. Deze ver tolking is ook een sprookje en dan nog opnametechnisch ideaal, nergens enige zweving of vertekening, overal volko men geëgaliseerd. Een plaat om zuinig CORN BAS06KI ü-fltekftir-irtvtitiivtvtvtiietiilivietell-tttrtrivfcfeltilitll Geval zonder eind (24) Uit de VOLKSWIJK Roger Desormière, de dirigent, die met het Nat. Orkest van Frankrijk Het Zwanenmeer" van Tschai kowsky op de plaat dirigeert. was begon het wachten op Richard en Kees, die beloofd hadden, dat zij uiterlijk 12 uur terug zouden zijn. Spannende ogenblikken heb ik toen doorgemaakt. Het werd twaalf uur, kwart over twaalf, half één., geen Richard te zien. Toen het al bijna kwart vóór één was, kreeg ik de vaste overtuiging, dat hij door de Duitsers in de val was gelokt met de bedoeling de illegale weg naar Bra bant en de contactpunten op die weg te pakken te krijgen. Tegen één uur arriveerde Kees; er viel een pak van mijn hart toen ik hem zag aankomen. Hij vertelde mij, dat de plannen waren gewijzigd. De tocht zou vanuit Gorkum worden gemaakt in een roeiboot, die zo ver mogelijk door een Duitse patrouille boot zou worden gesleept en daarna op eigen gelegenheid verder zou gaan. We lieten toen onze moeizaam startklaar gemaakte boot maar voor wat hij was en ik vergezelde Kees naar zijn huis, waar hij zijn uni form in een koffer pakte (dit had hij op één van zijn vorige tochten al ontvangen) benevens een gewoon en een geluidloos pistool. Hierna nam ik afscheid van hem en vertrok hij weer in zijn auto naar Gorkum. Heel spoedig daarop kwam hij te rug, gezeten op de eerste van de rij auto's, die het eerste voedsel over land binnenbrachten, mede dank zij de door Richard gevoerde bespre kingen. De onderhandelingen die Ri chard ging voorbereiden, zijn inder daad te Wageningen gevoerd in te genwoordigheid van Prins Bernhard. Gemakkelijk was de overtocht niet geweest, vertelde Kees. De Duitse patrouilleboot had hen langs de Nieu we Merwede gesleept tot aan de laatste Duitse post. liet was ontzettend mistig die nacht en eerst na veel moeite be reikten zij de geallieerde linies. Maar het doel was bereikt en dat was het voornaamste. 17N. stuurden Sjaarlie en Sjaantje nu veertien dagen geleden, ook een Nieuw jaarskaar- tje naar hun wijkpredikant, naar de sociale werkster, naar „alle lieve en goede dames en heren", gelijk een dankbare oude ziel placht te doen in vroeger tijden? Dat kunt U net denken. Zó gek zal men Sjaarlie niet krijgen! Eerstens: waarvóór zal hij zich zo uitsloven? Sjaarlie is hoogstens bereid tot transacties, die een hon derdvoudige winst opleveren. Als h\j met een uitgave van tien cent een inkomst van tien gulden kan bereiken vooruit, dan zal hij over zo'n stap mogelijk dénken, al zijn by hem denken cn doen nog wel door enkele diepe kloven ge scheiden. Maar niets garandeert hem dat het ongemak van de aan schaf ener toepasselijke ansicht- kaart-met-postzegel ook maar enigermate beloond zal worden. In het beste geval krijgt men een ter loops bedankje. Wat koop je daar voor? Niks! Ten anderen: Nieuwjaar is alle maal lak! Er verandert niets. Sjaarlie is daar diep van over tuigd. De enige wijziging, welke hem vreugde kan verschaffen is een complete revolutie, waarbij Jan-met-de-pet de lakens krijgt uit fe delen. Hij meent namelijk dat dergelijke revoluties denkbaar zijn: h{j heeft nog nooit de geschie denis der grote omwentelingen be studeerd. Maar bovendien draagt hij geen pet doch een kostbare Stetson, en ondergraaft zodoende zyn eigen kansen. Neen. Nietiwjaar is niefs.' Sjaar lie bevestigt met deze stelling het diepe inzicht der oude kerk. die wel wist dat de tijd als zodanig geen verandering brengt en die daarom het feest van een nieuice jaarkring van de lente verlegde naar de dagen vlakna Kerstfeest. In de lente kan men zich nog te veel verbeelden, te mooie voorstel lingen maken. De wereld wordt dan met iedere dag schoner Nieuw leven breekt zich baan: de lamme ren huppelen dartel in de wei. en de eerste bloesems vertonen zich. Het lijkt werkelijk of er nu iefs nieuws te voorschijn zal springen. In hartje winter kan men zichop dit punt niets wijs maken. Daar wordt men herinnert aan iets An ders, aan Hem die on narde kwam om alle oude dingen wezenlijk nieuw te maken en mensen te her scheppen. Die oude kerk wist het wel, maar Sjaarlie weet daar weer niet van. En dus blijft hij op zijn stelling staan: „Nieuwjair is min der dan niks en hij stuurt geen enkele heilwens in zee. Natuurlijk niet: noch het begrip ..heil" noch het begrip „wens" is hem bekend. Hij deelt deze on kunde met duizenden mede-men sen. Daarom ziet men ook ieder jaar het aantal nieuwjaarskaartjes afnemen, ten bewijze dat de ware humaniteit afhankelijk is run christelijk geloven. Geloven, echt levend geloven maakt dat men de kentering der jaren niet onver schillig doormaakt. Er is een dank baarheid voor ondervonden wel daden, die zich uiten wil. Er is een begrip voor de noodzakelijk heid van Gods heil, waarin men vreugde en verdriet aan-kan. Er is een onderkennen vau de waarde der heilwensen als daar gebed achter schuilgaat. Maar u'at weet Sjaarlie van al dergelijke ingewik kelde begrippen?! Zoveel woorden, zoveel onbegrepen hiëroglyphen God. gebed, geloven ze ko men geen van alle voor in zijn dietionnaire Was er dan helemaal niets bij zonders voor Sjaarlie en Sjaantje, zo rond Kerst en Oud cn Nieuw Helaas, neen! Zijn ziekte maakt dat hij de extra vrije dagen niet als iets bijzonders ervaart. Zij n maatschappelijke positie is nief hoog genoeg om het surrogaat pan feestmalen en bacchanalen toaarooor hy weliswaar alles voelt! te verwerven. Zijn steun uitkering wordt door gehaaide Sjaantje zo vliegensvlug ingepikt dat zelfs de kastelein hem geen klinkende borrel kan schenken. Alle dagen zijn even grauw en alle nachten z\jn even donker. Weet U: wijkpredikant zit daar maar mee. Het werk in de volks wijk omvat langzamerhand allerlei activiteiten. Het heeft net een goede dertig Kerstfeesten achter de rug, nop ongeacht de hoofd zaak: de Kerstdiensten. Zo'n drie duizend mensen zyn in die dagen bereikt geworden. Ze hebben samen gezongen; ze hebben samen genoten van het licht, de loarmfe. de gezelligheid, de tractaties; ze hrhben ingeval ran ziekte of P <i n 6 fc-p A o o iv oofi o o fi n o o 3 ouderdom een kleine verkwikking g ontvangen, die hen liet delen in de vreugde; ze hebben het Evan- gelie gehoord. Maar voor Sjaarlie en Sjaantje bleven deze dagen grauw, deze nachten donker. 2 Grauw en donker als altijd. Want b ze zyn geen uitslovers en ze zul- 2 len 2ich wel tienmaal bedenken 3 om mee te doen aan dat vrome gedoe, nog daargelaten dat ze de 3 hele wijk tegenwoordig weer aan 3 hun laars lappen! geen wijziging in te brengen Of ducht iemand van welDan map ij- ik onze trouwe lezers zeker wel om rand vragen Ik zou trouwens 3 er prijs op stellen, wanneer wc dit jaar eens tot een open gesprek kwamen over alle verschijnselen in de volkswijk. Zo vaak als ik 2 erpens voor onze lezers spreek 3 en dat gebeurt in doorsnee zo 3 eens per week in allerlei steden en dorpen spuiten de vragen naar voren Soms toil men nadere J bijzonderheden weten over een be- paald stuk werksoms komt men met duidelijke adviezen. Maar al v te graag zou ik t'ia de redactie g van ons blad ook schriftelijke u reacties ontvangen, waarop ik dan 3 nader kan ingaan. Het Geval zon- 3 der Einde is weliswaar nog niet 3 aan zijn slothoofdstuk toe, maar dat zal in de loop van dit jaar 3 toch wel gebeuren. Dan heb ik 2 meteen in uw brieven allerlei n antwoord-stof. 3 Eén ding staat echter wel vast 2 wc mogen ons niet mei een goed- 3 kope oplossing van Sjaarlie en Sjaantje af-maken. We mogen niet stichtelijk zeppen dat wat bij men- sen onmogelijk is mogelijk blijft a by God. Dat is ontegenzeggelijk j* volledig widr. maar God wil 3 mensen gebruiken. Evenmin mo- S pen toy een voortijdig oordeel 3 rellen en zeppen dat er mensen zijn, die verloren gaan; om dan maar rustig verder te leven. Sjaantje en Sjaarlie met hun 3 beide kleuters liggen immers voor g onze verantwoording, zolang zy onder ons verkerenZo moeten we dus doorvechten om hun be- houd. En niet rusten voor de stromen ran heil en zegen ook dit a gezinnetje hebben bereikt. Want w\j. toy geloven toch nog 3 in de mogelijkheid van een Nieuw Jaar, dat beloften inhoudt omdat 3 Christus geboren werd?II WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 14