Voorzitter van Raad van Verzet maakte
een crossing onder Duits vrijgeleide
ft tem
Bi
<D
ZCM)AÖSB£JÜT Êil JANUARI léls*
TIEN JAAR GELEDEN:
Hoe het eerste voedsel naar Holland kwam
premier besprekingen hield over de
Nederlandse zaak.
Richard zou een korte opleiding in
parachute-springen meemaken en
daarna in de nacht boven Nederland
worden „gedropped". Hij had echter
gauw genoeg van het springen, on
derbrak zijn opleiding en keerde
langs de oude, bekende weg naar
Holland terug.
De donkerste maanden van.de ge
hele bezettingstijd braken nu aan.
Ook in Sliedrecht loerde het verraad
de laatste maanden en de kern der
illegaliteit in Sliedrecht waagde het
dan ook niet om de nacht in eigen
huis door te brengen. Op zekere
avond in April kwam nog laat een
vooraanstaande figuur uit de ver
zetsbeweging, afkomstig uit Amster
dam, bij mij. Deze man moest met
de meeste spoed naar Londen om
daar nog een samenspreking te heb
ben met minister Van Kleffens, vóór
deze naar de bekende bijeenkomst te
San Francisco vertrok-
Het kostte me nogal wat moeite
om deze man onderdak te brengen
en zodoende kon ik onmogelijk vóór
spertijd weer mijn tijdelijk nacht
verblijf bereiken. Ik wilde het eerst
toch nog proberen, maar op aandrin
gen van mijn vrouw, bleef ik voor
die ene nacht toch maar thuis.
Jfl SA
4. MHÉtti
J M
MIJN laatste verjaardag in oorlogs
tijd, op 17 Januari 1945, had een
geer ongewoon verloop. Beneden zat
de verjaarsvisite heel knus In de
huiskamer bij mijn vrouw, maar het
feestvarken zat op een -zolderka
mertje met drie man van de Spion-
nagedienst. We zaten te bespreken
hoe en wanneer deze mannen het
gemakkelijkst naar Brabant zouden
kunnen teruggaan. Of gemakkelijk
was eigenlijk het woord niet, want
dit was het nooit, liet -vas hartje
winter en het vergde bijn? boven
menselijke moed en krachtsinspan
ning om dan urenlang in mist en
snerpende koude in een kleine kano
over het uitgestrekte watergebied te
dwalen, met nog de voortdurende
kans op ontdekking. Want ontdek
king betekende onherroepelijk de
dood.
Toen verscheen plotseling Richard
aan de deur; Richard was voorzitter
van de Raad van Verzet en een der
grootste figuren in de illegaliteit. Hij
moest onmiddellijk via Brabant naar
Engeland om daar zeer belangrijke
besprekingen te voeren. Over zijn
overtocht in diezelfde nacht zal ik
niet langer uitweiden. Die verliep on
geveer eender als die van generaal
Hacket, dus zeer vlot.
Het ging in die winter ook wel
eens anders; meermalen moest de
tocht halverwege worden opgegeven.
Zo waren enige tijd voor deze avond
nog twee Tommies, die 's avonds
laat naar de overzijde waren ver
trokken, ook halverwege gestrand,
's Morgens om zes uur werd ik uit
bed gebeld en toen ik met een be
vend hart naar de deur ging ston
den ze daar weer voor me, door en
door verkleumd en uitgeput. We
maakten toen niet veel omslag in
zulke gevallen. Mijn vrouw en ik ver
lieten het warme echtelijke bed en
de Tommies kropen klappertandend
onder de warme dekens!
Maar om op Richard terug te ko
men. zijn codewoord kwam door ra
dio Oranje over en we wisten dus,
dat hij goed en wel in Engeland was
aangekomen. Slechts enkele weken
later echter stond hij plotseling weer
voor me. Hij had grote haast om
door te gaan naar Amsterdam. Mijn
fiets was echter stuk en er was in
die tijd geen fietsenmaker, die be
reid was zonder vergoeding in natu-
ra een reparatie te verrichten. Nu
had Richard wel Engelse sigaretten
bij zich, maar deze konden moeilijk
aan de nietsvermoedende fietsenma
ker worden aangeboden. Gelukkig
had hij ook nog wat Duitse sigaret
ten die door de geallieerden in Bra
bant waren buit gemaakt en in het
vooruitzicht op een behoorlijk ro
kertje toog de fietsenmaker met be
kwame spoed aan het werk.
IN die tussentijd vertelde Richard
mij het één en ander over zijn
belevenissen. Hij had in Londen met
H. M. de Koningin en met minister
president Gerbrandy gesproken. Daar
ik wist, dat Richard politiek heel
anders was georiënteerd dan deze
laatste en ikzelf, haastte ik mij om
zijn mening te vragen over de per
soon en het werk van de minister
president. Hij vond Gerbrandy ech
ter een „reuze vent" en vertelde, dat
deze ook door Churchill zeer gezien
was en heel dikwijls met de Britse
(tpnu 6aan w» Tekenen 'fE§2^>~
DOOR B0RGE PRAMVIG
Vijfde les
1. Voor het geval u nu
reeds uitziet naar moeilijker
opgaven als: mensen, die
ren, landschappen enz.,
moeten wij uw geduld nog
even op de proef stellen. Dit
komt allemaal nog. Eerst
moeten wij de kunst van
het tekenen uit de vrije hand
en uw kennis tot het Juist
beoordelen en zien van de
voorbeelden nog opvoeren.
U ziet hier naast in de
schets een pijp in een as
bakje, een lucifersdoosje en
2. Door de netlijst kunt u
gemakkelijk het geheel en
de grootte van de voorwer
pen bepalen, zoals dit ge
schiedde in les 4. Let u
weer goed op de hoofdricht-
lijncn, die in de schets zijn
aangegeven. Deze lijnen vor
men een soort geraamte,
waaromheen zich de omtrek
van elk voorwerp afzonder
lijk aftekent. Probeer nu
zelf hoofdrichtlijnen op te
stellen door met zelfgeko
zen voorwerpen te werken.
3. Een pijp 1» *o'n Interes
sant voorwerp, dat wij dit
apart uit het „geraamte-
grondmodel" gaan halen.
Kijk eens hoe de lijnen in A
en B geheel rechthoekig op
de andere staan, terwijl deze
in C on D duidelijk scher
per worden. Probeer nu zelf
eens een pijp naar dit grond-
model te tekenen. Het ia
niet zo eenvoudig, maar een
zeer goede oefening.
flEN jaar geleden, Januari 1945.
Het Zuiden is bevrijd, maar in
verschillende gebieden luiten dage
lijks de granaten en suizen de bom
men naar beneden. In hel Westen
is de nood ten top gestegen. Dui-
1 honger
Foor de centrale
de rijen op een portie
of tiilpcnbollenprak e
eindeloze, besneeuwde
de dro
ichtei
Ier
het Oosten. In het
honger mind
dt de Duitse
In deze periode speelt dit verhaal,
lat ons verteld werd door de 1..K.P.-
'eider uit Sliedrecht, die ook bij de
act, dat Seys Inquart soclit
illegaliteit en via deze met
lieerden in het Zuiden. Een
r velen helaas te laat begon-
voedseltransporten per truck
vliegtuig naar het hongerende
streeks half tien hard op de deur
gebonsd. „Daar heb je het al", zei
ik nog tegen mijn vrouw. Daarna
snelde Ik naar de achterdeur, ge
reed om te vluchten als dit nodig
mocht zijn. Mijn vrouw ging naar de
voordeur en vroeg wie daar was.
„Richard uit Amsterdam", was het
antwoord en tot mijn grote verba
zing stapte werkelijk Richard in
eigen persoon naar binnen.
„Hoe kom jij hier en nog wel on
der spertijd!" riep ik in opperste ver
bazing uit
„In een prachtige luxe wagen en
onder veilig geleide van een Haupt-
mann der Feldgendarmerie en een
Hollandse S.S.-man", was het ant
woord. Uit zijn nadere uiteenzetting
bleek, dat hij een vrijgeleide had
van de „Reichskommissar" Seyss
Inquart en op weg was naar Brabant
om daar besprekingen tussen Duitse
en Geallieerde militaire autoriteiten
voor te bereiden. De honger en de
ellende was ten top gestegen en de
Illegaliteit deed alles om de capitu
latie en de komst van voedsel te be
vorderen.
Er moest nu onmiddellijk een be
kwame „crosser" worden gevonden
om Richard over te zetten, wat niet
gemakkelijk was, daar deze mensen
natuurlijk ook niet in hun eigen huis
sliepen. Vermoedelijk zou Kees ech
ter wel thuis zijn en samen begaven
we ons direct op weg naar zijn wo
ning. Gelukkig stond de Duitse wa
gen een paar honderd meter van
mijn woning geparkeerd, want ik zou
me toch niet erg safe gevoeld hebben,
als de inzittende „heren" mijn adres
hadden geweten.
Ook Kees, die net aan een prakje
zat en daarna naar bed wilde gaan,
bleek de zaak niet erg te vertrou
wen, vooral niet toen hij hoorde, dat
het eerste gedeelte van de „crossing"
onder Duits vrijgeleide zou geschie
den. Zelfs in zijn stoutste dromen
had hij met gedacht, dat een der
gelijk vrijgeleide hem nog eens zou
wórden aangeboden.
„Ik verrek het om op een Duitser
z'n erewoord af te gaan", zei hij
kort en bondig. Nadat de buitenge
wone belangrijkheid van deze tocht
voor hem was uiteengezet, en hem
duidelijk gemaakt was, dat het lot
/an duizenden half-verhongerde land
genoten er vanaf hing, was hij ech
ter toch onmiddellijk bereid dit risi
co op zich te nemen.
Zijn vertrouwen in het Duitse woord
werd echter toch al dadelijk zeer op
de proef gesteld, want hij moest met
Richard in de Duitse wager- naar
Gorkum, om daar nog een laatste
bespreking te hebben met de „Beauf-
tragte" voor Zuid-Holland, dr. Schwe-
bel. Mijn taak zou dan zijn om ge
durende hun afwezigheid met behulp
van de Hollandse politie een bootje
in orde te brengen, voorwaar geen
gemakkelijke taak, want op Duits
bevel waren alle boten reeds lang
uit het water gehaald en opgebor
gen.
We liepen terug naar de Duitse
auto, de Hauptmann was knorrig en
begreep absoluut niet, waarom hij
nu plotseling op hoog bevel naar de
pijpen van zo'n „dumme Hollander''
moest dansen Had hij geweten wat
er precies aan de hand was, zijn
woede zou nog heel wat gnoter zijn
geweest.
DE auto reed weg en ik ging met
een veldwachter er op uit om een
boot te vinden. Tegenover de Hel-
sluis vonden we gelukkig nog een
boot, die op de kant was gehesen.
Met veel moeite en lawaai lieten we
hem te water. Telkens passeerden
moffen over de dijk en dan staakten
we onze arbeid en wierpen ons plat
op de grond, want we hadden geen
enkel bewijs dat we onze illegale
daden met toestemming van de Duit
se autoriteiten verrichtten. Boven
dien schoten de Duitsers onmiddellijk,
voor men tijd had een dergelijk be
wijs te tonen.
Toen de boot eindelijk te water
ZONDAGSBLAD 15 JANUARI 1955
5
Drie zangeressen, een Italiaanse opera en orkestmuziek
DEZE gramofoonplatcn-bespreking wil
ik beginnen met drie zangeressen,
van wie kortelings nieuwe platen ver
schenen. Drie zangeressen, die over de
gehele wereld bekend werden en niet ten
onrechte. Want zowel de beide altzan
geressen Maria von Ilosvay en Marga-
rete Klose als de sopraan Erna Berger
hebben goud in hun stemmen.
Bij de Deutsche Grammophon Ge-
sellschaft verscheen een normaalplaat
(LV 36113) met opnamen van de grote
Duitse alt Margarete Klose in de vertol
king van de befaamde aria's uit Gluck's
Orpheus": „Ach ich habe Sie verlo
ren" en ,,So klag ich Ihren Tod" (in
de Duitse taal gezongen), begeleid door
de Berliner Philharmoniker o.lv. Ar
thur Rother. Ongelooflijk mooi van voor
dracht, bewogen en sfeervol. Geluids
technisch is hier werkelijk uitnemend
gewerkt. Een critische zanger zal wel
licht een opmerking maken over een z.i.
net op een verkeerde plaats gedane
ademhaling, maar Margcrete Klose
heeft hieromtrent een eigen standpunt
en kan zich met haar grote muzikaliteit
veel veroorloven.
Niet minder mooi van zang, wellicht
alleen opnametechnisch niet van een der
gelijke perfectie, is de Philips-normaai-
plaat <N 12078 G) met opnamen van de
Hongaarse alt Maria von Ilosvay in en
kele aria's uit Verdi's „Don Carlos" (O
Don Fatale) en Verdi's „II Trovatore"
(Stride la Vampa), in het Italiaans ge
zongen en begeleid door het Weens Sym
phonic Odkest o.l.v. Wilhelm Loibner.
Welk een sublieme stem, welk een ex
pressie. welk een operatalent ook. Ook
in ons land heeft Maria von Ilosvay vele
malen het publiek tot groot enthou
siasme gebracht; deze plaat zal dat en
thousiasme beslist nog meer doen op-
Wat nog te zeggen van de Bcrlijnsc
coloratuursopraan Erna Berger, die voor
His Master's Voice een normaalplaat
(DB 11560) met het recitatief „Welcher
Kummer qualet meine Seele" en de
aria „Traurigkeit ward mir zum Lose"
van Constanze uit „Die Entführung aus
dem Serail" van Mozart maakte, uit
nemend begeleid door een orkest o.l.v.
Wilhelm Scbüchter. Erna Berger is nog
steeds een der grootste coloratuursopra
nen van Europa, die naast de coloratuur
ook nog een prachtig vol middenregis-
ter heeft. Daarom is deze aria van haar
dan ook zo stralend, veel sterker in stem
en in uitdrukking dan de andere be
roemde coloratuur Wilma Lipp ooit in
dezelfde aria heeft gedaan. Erna Ber
ger wordt in dit vak eigenlijk alleen
maar benaderd door haar enige leerlin
ge Rita Streich, over wie we een vol
gende keer iets zullen vertellen. Deze op
name is ook muzikaal zo groots.
NU ik toch op het gebied van de opera
ben noem ik hierna een nieuwe Ca-
pitol-opname (P 8177) met fragmenten
uit de „Aida" van Verdi. Het koor en
orkest van de Opera te Rome worden
gedirigeerd door Alberto Paoletti en als
solisten werken mee Stella Roman, An
na Marcangeli, Gino Sarri, Victor Tatoz-
zi en Sylvia Sawyer. Een heel Italiaans
stel dus en zo U dit niet wist, zou U het
toch direct horen aan het scherpe stern-
timbre en aan het vuur waarmee hier
gezongen wordt. Het is allemaal echt
wc mopperen er over.
duur zijn. Maar (weet
ren houdt, heeft in deze plaat een kost
baar bezit, daar de geluidstechnici alles
prachtig wisten vast te leggen op de
plaat.
De liefhebbers van het orkest hebben
ten aanzien van de gramofoonplaat be
slist niet veel te klagen. Er bestaan
heel wat. goede orkestopnamen cn tel
kens komen er weer nieuwe bij. Zo ook
nu weer bij Capitol met een fantastische
T^schaikowsky, gespeeld door het Fran
se Nationale Symphonie Orkest o.lv. Ro
ger Désormière. Welk een verrukkelijke
muziek heeft Tschaikowsky in dit ballet
gegeven, melodisch en orkestraal met
geniale invallen. De dirigent heeft bij
deze opname (P 8142, langspeelplaat),
alles transparant gehouden en een echte
sprookjessfeer doen ontstaan. Bij een
balletvoorstelling zou Roger Désormiè-
res wel wat meer vrijheid moeten ne
men in de tempi, als orkestwerk op de
gramofoonplaat is het in deze maatvaste
vertolking toch niet doodgespeeld. Een
fraaie opname door een prachtig orkest
gespeeld.
OVER een prachtig orkest gesproken:
er zijn niet veel orkesten ais dal
van de Berliner Philharmoniker. Het is
een keurkorps, een uitgelezen schare
muzikanten, tot één groot geheel samen
gesmolten. De Deutsche Grammophon
Gesellschaft weet dat ook wel en maakt
heel wat opnamen met dit ensemble. Op
één langspeelplaat zijn nu opgenomen d<
„Don Juan" van Richard Strauss cn de
„Prélude a l'après-midi d'un faune" van
Claude Debussy. Een mooiere vertol
king van dat symphonisch gedicht var.
Strauss kan ik me eerlijk gezegd niet
denken. De dirigent Fritz Lehmanr
heeft het werk niet alleen in het hoofd
maar ook in het hart. En om zijn veel
zijdigheid te tonen heeft hij ook van die
Debussy-prélude een onvergetelijk im
pressionnistiscfe spel gemaakt, waarbij
Aurèle Nicolet op wonderschone wijze
de solopartij voor fluit blaast. Deze ver
tolking is ook een sprookje en dan nog
opnametechnisch ideaal, nergens enige
zweving of vertekening, overal volko
men geëgaliseerd. Een plaat om zuinig
CORN BAS06KI
ü-fltekftir-irtvtitiivtvtvtiietiilivietell-tttrtrivfcfeltilitll
Geval zonder eind (24)
Uit de
VOLKSWIJK
Roger Desormière, de dirigent, die
met het Nat. Orkest van Frankrijk
Het Zwanenmeer" van Tschai
kowsky op de plaat dirigeert.
was begon het wachten op Richard
en Kees, die beloofd hadden, dat zij
uiterlijk 12 uur terug zouden zijn.
Spannende ogenblikken heb ik toen
doorgemaakt. Het werd twaalf uur,
kwart over twaalf, half één., geen
Richard te zien. Toen het al bijna
kwart vóór één was, kreeg ik de
vaste overtuiging, dat hij door de
Duitsers in de val was gelokt met de
bedoeling de illegale weg naar Bra
bant en de contactpunten op die weg
te pakken te krijgen.
Tegen één uur arriveerde Kees;
er viel een pak van mijn hart toen
ik hem zag aankomen. Hij vertelde
mij, dat de plannen waren gewijzigd.
De tocht zou vanuit Gorkum worden
gemaakt in een roeiboot, die zo ver
mogelijk door een Duitse patrouille
boot zou worden gesleept en daarna
op eigen gelegenheid verder zou gaan.
We lieten toen onze moeizaam
startklaar gemaakte boot maar voor
wat hij was en ik vergezelde Kees
naar zijn huis, waar hij zijn uni
form in een koffer pakte (dit had hij
op één van zijn vorige tochten al
ontvangen) benevens een gewoon en
een geluidloos pistool. Hierna nam
ik afscheid van hem en vertrok hij
weer in zijn auto naar Gorkum.
Heel spoedig daarop kwam hij te
rug, gezeten op de eerste van de
rij auto's, die het eerste voedsel over
land binnenbrachten, mede dank zij
de door Richard gevoerde bespre
kingen. De onderhandelingen die Ri
chard ging voorbereiden, zijn inder
daad te Wageningen gevoerd in te
genwoordigheid van Prins Bernhard.
Gemakkelijk was de overtocht niet
geweest, vertelde Kees. De Duitse
patrouilleboot had hen langs de Nieu
we Merwede gesleept tot aan de
laatste Duitse post.
liet was ontzettend mistig die
nacht en eerst na veel moeite be
reikten zij de geallieerde linies. Maar
het doel was bereikt en dat was het
voornaamste.
17N. stuurden Sjaarlie en
Sjaantje nu veertien dagen
geleden, ook een Nieuw jaarskaar-
tje naar hun wijkpredikant, naar
de sociale werkster, naar „alle
lieve en goede dames en heren",
gelijk een dankbare oude ziel
placht te doen in vroeger tijden?
Dat kunt U net denken. Zó gek zal
men Sjaarlie niet krijgen!
Eerstens: waarvóór zal hij zich
zo uitsloven? Sjaarlie is hoogstens
bereid tot transacties, die een hon
derdvoudige winst opleveren. Als
h\j met een uitgave van tien cent
een inkomst van tien gulden kan
bereiken vooruit, dan zal hij
over zo'n stap mogelijk dénken, al
zijn by hem denken cn doen nog
wel door enkele diepe kloven ge
scheiden. Maar niets garandeert
hem dat het ongemak van de aan
schaf ener toepasselijke ansicht-
kaart-met-postzegel ook maar
enigermate beloond zal worden. In
het beste geval krijgt men een ter
loops bedankje. Wat koop je daar
voor? Niks!
Ten anderen: Nieuwjaar is alle
maal lak! Er verandert niets.
Sjaarlie is daar diep van over
tuigd. De enige wijziging, welke
hem vreugde kan verschaffen is
een complete revolutie, waarbij
Jan-met-de-pet de lakens krijgt
uit fe delen. Hij meent namelijk
dat dergelijke revoluties denkbaar
zijn: h{j heeft nog nooit de geschie
denis der grote omwentelingen be
studeerd. Maar bovendien draagt
hij geen pet doch een kostbare
Stetson, en ondergraaft zodoende
zyn eigen kansen.
Neen. Nietiwjaar is niefs.' Sjaar
lie bevestigt met deze stelling het
diepe inzicht der oude kerk. die
wel wist dat de tijd als zodanig
geen verandering brengt en die
daarom het feest van een nieuice
jaarkring van de lente verlegde
naar de dagen vlakna Kerstfeest.
In de lente kan men zich nog te
veel verbeelden, te mooie voorstel
lingen maken. De wereld wordt
dan met iedere dag schoner Nieuw
leven breekt zich baan: de lamme
ren huppelen dartel in de wei. en
de eerste bloesems vertonen zich.
Het lijkt werkelijk of er nu iefs
nieuws te voorschijn zal springen.
In hartje winter kan men zichop
dit punt niets wijs maken. Daar
wordt men herinnert aan iets An
ders, aan Hem die on narde kwam
om alle oude dingen wezenlijk
nieuw te maken en mensen te her
scheppen. Die oude kerk wist het
wel, maar Sjaarlie weet daar weer
niet van. En dus blijft hij op zijn
stelling staan: „Nieuwjair is min
der dan niks en hij stuurt
geen enkele heilwens in zee.
Natuurlijk niet: noch het begrip
..heil" noch het begrip „wens" is
hem bekend. Hij deelt deze on
kunde met duizenden mede-men
sen. Daarom ziet men ook ieder
jaar het aantal nieuwjaarskaartjes
afnemen, ten bewijze dat de ware
humaniteit afhankelijk is run
christelijk geloven. Geloven, echt
levend geloven maakt dat men de
kentering der jaren niet onver
schillig doormaakt. Er is een dank
baarheid voor ondervonden wel
daden, die zich uiten wil. Er is
een begrip voor de noodzakelijk
heid van Gods heil, waarin men
vreugde en verdriet aan-kan. Er
is een onderkennen vau de waarde
der heilwensen als daar gebed
achter schuilgaat. Maar u'at weet
Sjaarlie van al dergelijke ingewik
kelde begrippen?! Zoveel woorden,
zoveel onbegrepen hiëroglyphen
God. gebed, geloven ze ko
men geen van alle voor in zijn
dietionnaire
Was er dan helemaal niets bij
zonders voor Sjaarlie en Sjaantje,
zo rond Kerst en Oud cn Nieuw
Helaas, neen! Zijn ziekte maakt
dat hij de extra vrije dagen niet
als iets bijzonders ervaart. Zij n
maatschappelijke positie is nief
hoog genoeg om het surrogaat pan
feestmalen en bacchanalen
toaarooor hy weliswaar alles
voelt! te verwerven. Zijn steun
uitkering wordt door gehaaide
Sjaantje zo vliegensvlug ingepikt
dat zelfs de kastelein hem geen
klinkende borrel kan schenken.
Alle dagen zijn even grauw en alle
nachten z\jn even donker.
Weet U: wijkpredikant zit daar
maar mee. Het werk in de volks
wijk omvat langzamerhand allerlei
activiteiten. Het heeft net een
goede dertig Kerstfeesten achter
de rug, nop ongeacht de hoofd
zaak: de Kerstdiensten. Zo'n drie
duizend mensen zyn in die dagen
bereikt geworden. Ze hebben
samen gezongen; ze hebben samen
genoten van het licht, de loarmfe.
de gezelligheid, de tractaties; ze
hrhben ingeval ran ziekte of
P <i n 6 fc-p A o o iv oofi o o fi n o o
3
ouderdom een kleine verkwikking g
ontvangen, die hen liet delen in
de vreugde; ze hebben het Evan-
gelie gehoord. Maar voor Sjaarlie
en Sjaantje bleven deze dagen
grauw, deze nachten donker. 2
Grauw en donker als altijd. Want b
ze zyn geen uitslovers en ze zul- 2
len 2ich wel tienmaal bedenken 3
om mee te doen aan dat vrome
gedoe, nog daargelaten dat ze de 3
hele wijk tegenwoordig weer aan 3
hun laars lappen!
geen wijziging in te brengen Of
ducht iemand van welDan map ij-
ik onze trouwe lezers zeker wel
om rand vragen Ik zou trouwens 3
er prijs op stellen, wanneer wc
dit jaar eens tot een open gesprek
kwamen over alle verschijnselen
in de volkswijk. Zo vaak als ik 2
erpens voor onze lezers spreek 3
en dat gebeurt in doorsnee zo 3
eens per week in allerlei steden
en dorpen spuiten de vragen
naar voren Soms toil men nadere J
bijzonderheden weten over een be-
paald stuk werksoms komt men
met duidelijke adviezen. Maar al v
te graag zou ik t'ia de redactie g
van ons blad ook schriftelijke u
reacties ontvangen, waarop ik dan 3
nader kan ingaan. Het Geval zon- 3
der Einde is weliswaar nog niet 3
aan zijn slothoofdstuk toe, maar
dat zal in de loop van dit jaar 3
toch wel gebeuren. Dan heb ik 2
meteen in uw brieven allerlei n
antwoord-stof. 3
Eén ding staat echter wel vast 2
wc mogen ons niet mei een goed- 3
kope oplossing van Sjaarlie en
Sjaantje af-maken. We mogen niet
stichtelijk zeppen dat wat bij men-
sen onmogelijk is mogelijk blijft a
by God. Dat is ontegenzeggelijk j*
volledig widr. maar God wil 3
mensen gebruiken. Evenmin mo- S
pen toy een voortijdig oordeel 3
rellen en zeppen dat er mensen
zijn, die verloren gaan; om
dan maar rustig verder te leven.
Sjaantje en Sjaarlie met hun 3
beide kleuters liggen immers voor g
onze verantwoording, zolang zy
onder ons verkerenZo moeten
we dus doorvechten om hun be-
houd. En niet rusten voor de
stromen ran heil en zegen ook dit a
gezinnetje hebben bereikt.
Want w\j. toy geloven toch nog 3
in de mogelijkheid van een Nieuw
Jaar, dat beloften inhoudt omdat 3
Christus geboren werd?II
WIJKPREDIKANT.