Ook in Pompei en Herculaneum woonden Christenen Huismuziek en Tafelzang 4 ZONDAGSBLAD 11 DECEMBER 1954 öe muRen qinqen spReken 5e Lè,è,tste vijftien j&Ren BRd,chten veRR&ssenöe vonösten è.a,n 't Licht OFSCHOON Pompei en Hercula neum beide door de uitbarsting van de Vesuvius op 24 Augustus van het jaar 79 na Chr geheel bedolven TVT verschil in de catastrophe is by en als van de aarde weggevaagd de opgravingen duidelijk zicht- werden, en ofschoon beide plaatsen, baar geworden, dank zij intensieve en succesrijke op gravingen voor een belangrijk deel konden worden blootgelegd en toegan kelijk gemaakt, is toch nagenoeg alle aandacht geconcentreerd op Pompei alleen. De grote reisburcaux hebben wel Pompei, maar niet Herculaneum op inscriptie uit Poin- hun programma staan; de vertegen woordigers van de busondernemingen die de omgeving van Napels willen regel vindt laten "1 Het aantal doden is in Herculaneum zeer klein geweest. De bevolking zag de dood en verderfbrengende stroom aankomen en kon althans het vege lijf redden. De mensen zijn waar regen zwaar geteisterd; er ontstond een verstikkende atmosfeer, waar door velen een ellendige dood heb ben gevonden. Omdat Herculaneum zo diep onder de lava bedolven was, moesten plun deraars al spoedig hun pogingen, om tot de rijkdommen van deze stad door te dringen, staken. In Pompei waren de mogelijkheden groter en kon men sneller resultaten boeken. Niet alleen was Herculaneum diep in de aarde weggezonken, de stad bleef ook beter bewaard. Het hout werk in de huizen verteerde in Pom pei geheel, zodat zuilen en ruïnes werden opgegraven, en mozaieken en muurschilderingen konden worden blootgelegd. In Herculaneum daaren tegen zijn grote stukken van houten lambrizeringen, van trappen en bal- cons voor den dag gekomen. NEEN, een bezoek aan Hercula neum valt beslist niet tegen. Het stadje is veel kleiner dan Pompei en kon. omdat een gedeelte ervan zich nog bevinden moet onder Resina, één van de buitenwijken van Napels, niet geheel worden blootgelegd. Het zal niet veel meer dan vierdui zend inwoners hebben gehad, mis schien een kwart van de bevolking van Pompei, maar het is wonderlijk gaaf, dank zij een zorgvuldig uitge werkt graafsysteem, weer te voor schijn gekomen. Het heeft huizen, waar een nage noeg complete inboedel werd terug gevonden. Men ziet woon- en slaap vertrekken, al naar de maatschappe lijke welstand van de bewoners min opdringen aar. de toeristen bij het ver laten van het station, schijnen van de beide dode steden aan de voet van de Vesuvius alleen Pompei te kennen. Nimmer hoort men één van hen over Herculaneum spreken. Na herhaaldelijk vragen vonden we pas de bus. die ons naar Hercula neum voerde en de conducteur van dit gammele voertuig bleef ons met een zekere verbazing aanstaren, alsof hij daarmee te kennen wilde geven- Wat ter wereld zoeken deze mensen toch in Herculaneum? Het is niet eenvoudig een goede schatting te geven, omdat vcrgel.j- kingsmatcria.il niet ter beschikking staat, maar het lijkt aannemelijk, dat het aantal bezoekers van Pompei wel honderdmaal zo groot is als dat van de stad, die eenmaal eenzelfde lot on derging. Het is moeilijk te zeggen, wat daar van de oorzaax is. Herculaneum ligt veel dichter bii Napels dan Pompei De verbinding is in ieder geval fre quent genoeg. Trams en autobussen kunnen de bezoekers vervoeren. WIJ bezochten eerst Pompei en daarna Herculaneum en kunnen niet zeggen, dat het bezoek aan deze laatste plaats als overbodig kan wor den beschouwd Integendeel, we kwa men juist door vergelijking diep on der de indruk van de geweldige mo gelijkheden, die in de opgraving van déze stad zijn gelegen. Beide steden zijn in 79 na Chr. verwoest, maar het onheil, dat deze steden trof, was toch niet precies het zelfde. Terwijl Pompei door de dichte as- regen. die door de uitbarsting van de vulkaan gevormd werd en door de wind in de richting van deze stad werd gedreven, geheel werd bedekt, zo zeer zelfs, dat ie hoogte van deze aslaag op verschillende plaatsen zes meter bedroeg, word Herculaneum, aan de andere zijde van de Vesuvius gelegen, verrast door een enorme la vastroom, die langs de berghelling naar beneden vloeide, alles met zich •leurend en onder zich begravend. Aangezien deze stroom door niets kon worden gestuit werden niet al leen de huizen tegen de berghelling, maar ten slotte al de woningen van Herculaneum bedolven Deze lava stroom schoof voort door de straten en drong de woningen binnen; hij vulde de woon- en slaapvertrekken, hij rees hoger en hoger en nam bezit van de kamers op de bovenverdie ping. hij haastte zich voort naar de badinrichting en het theater, en om vatte eindelijk alles in een dodelijke greep La.er trad een stollingsproces op. Torn men de hard geworden lava ging meten, kwam men tot de ontdekking. Op de tweede vervelens toe zich rechts het woord, dat aan de aanwezigheid van Christenen in deze stad herinnert. A A T?cvi c C\vt>\ HR.l/71 AaiO j v GJ 0,0 Ni A, schijnlijk in de richting van de zee gegaan en hebben vervolgens de wijic genomen naar Napels, dat zover ter zijde lag, dat de lavastroom deze plaats niet in gevaar bracht. In Pompei daarentegen zijn veel slachtoffers gevallen. De ietwat zor geloze bevolking, aan het gerommel van de vulkaan wel gewend, werd door de aanhoudende steen- en as- een havenplaats van groter allure, een echte handelsstad. Het leven moet er fel geklopt hebben. In Hercula neum zijn betrekkelijk weinig op schriften op muren aapgetroffen, in Pompei kan men er heel wat aan wijzen. Ook was het zedelijk verval groter in deze stad. HIERIN komen beide plaatsen over een: christenen zijn er èn in Pom pei én in Herculaneum geweest. lOt-V of meer met mozaieken en beeld houwwerk versierd; men loopt door bakkerijen en opslagplaatsen voor wijn en olie; men dwaalt door de uit gebreide badinrichtingen voor man- Dat toch veelal aan een bezoek aan Pompei de voorkeur wordt gegeven, ligt waarschijnlijk mee aan het ka rakter van deze stad. Pompei was De strijd, die jarenlang onder de geleerden op dit punt heeft gewoed, is thans vrijwel tot rust gekomen. Dacht men aanvankelijk, dat bewij zen voor de aanwezigheid van chris tenen in Herculaneum zouden uitblij ven, in 1938 kwam hier een kruiste ken aan het licht. In Pompei heeft men meer gevon den. Hier werd, behalve een soortge lijk kruis als te Herculaneum, ook een opschrift, op een muur gekrast, aangetroffen, waarin men het woord „christen" heeft herkend. Bovendien werd door prof. Delia Corte een merkwaardige vondst ge daan in 1936. Op het witte stuk van een zuil van de turnplaats naast het amphitheater vond men het volgende opschrift: R O T A S OPERA TENET A R E P O S A T O R Een merkwaardige bijzonderheid van deze vijf woorden is, dat deze vijf-en-twintig letters, van welke kant ook gelezen, steeds weer dezelfde vijf woorden vormen en dat men door het omlijsten van het middelste woord, zowel horizontaal als verticaal, een christelijk kruis verkrijgt. R O T A S OPERA TENET A R E P O S A T O R Naar alle waarschijnlijkheid is de oplossing van dit raadsel gevonden. Uitgaande van het middelpunt N kan men de daaromheen gegroepeer de letters zo uiteen leggen, dat men van boven naar beneden en van links naar rechts in het Latijn krijgt de beginwoorden van het volmaakte ge bed. Dan blijv< Pompei. Óp de achtergrond de Vcsuvtt log vier letters O. Deze letters de Latijnse overzetting van de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet. Uit het laatste bij belboek is deze uitdrukking bekend: „Ik ben de Alpha en de Omega, dc eerste en de laatste, het begin en het einde" Openb. 22:13. Hierdoor wordt te kennen gegeven, dat de Here de oorsprong en het eind doel van alle dingen is. Plaatst men deze letters nu aan de einden van de kruisbalken, die samen, zoals gezegd tot tweemaal toe. het ..Onze Vader" vormen, dan krijgt men het volgende beeM A PATERNOSTER O TVT zal een soort geheimschrift ge- weest zijn van dc Christenen te Pompei. De meeste religies hielden er geheime gebruiken op na. In zulk een wereld kwam nu het Christendom. Zij, die voor het geloof in Jezus Christus werden gewonnen, konden zich niet dadelijk losmaken van geheimtaal en geheimschrift Men zocht naar tekens en letlergroe- ZONDAGSBLAD 11 DECEMBER 1954 5 Belangrijke wisselwerking tussen school en gezin VSEL verschil van gevoelen zal wel niet bestaan over het feit, dat het er met de huismuziek, ook in ons land, tengevolge van allerlei invloe den op de kleine maar uiterst belang rijke gemeenschap van het gezinsle ven, niet zo best voorstaat. Zelfs op dc vraag, of ten deze in afzienbare tijd beterschap te verwachten is, kan weinig hoopgevend geantwoord wor den. De samenleving in haar geheel en ook die van de huiskamer ligt in de ban van een maatschappelijk en tech nisch bestel, dat hoofd en hart, oog en oor eenzijdig gericht houdt op de „stemmen ides tijds", waarvan het klankvolume aan kracht en de voor dracht aan expressie waarlijk niet veel te wensen overlaten. In dit klimaat van machinale en mechanische, economische en com merciële, verkeers- en woningproble men, die volle aandacht eisen en de boog van het bestaan fel gespannen houden, gedijt het gezongen lied, ook als echo van inwendige bewogenheid, niet of niet best. Kan het in de' vorm van een grootse kooruitvoering of massale zang-demonstratie rekenen op belangstelling, of in de kring van het zangkoor nog blijvend boeien, in de beslotenheid van de huiskamer hebben de tijdgeest en de tijdlimiet een zodanige invloed bereikt, dat er voor rustig musiceren, zelfs voor het tafellied nauwelijks meer plaats is De schuldigen zijn gemakkelijk te vinden. De luidspreker echte tijd- naam en de langspeelplaat, heb ben de liefde tot het zelf-musiceren aanmerkelijk verzwakt. De woning nood is zeker niet gunstig geweest voor het handhaven van de huiselijke ruimte en rust, welke het samen zin gen of spelen vergen. Al verder heeft de door cursussen en vergaderen ge vraagde tij"d de grenzen der ontspan ning in het gezin vernauwd. Gezwe gen dan nog van de tijdsomstandig heden, die op de voor het lied on misbare opgewektheid of blijdschap, hun drukkende invloed hebben. DE uit deze omstandigheid voort spruitende scha>de voor het ge zinsleven en diensvolgens voor ons volksleven in het algemeen, onder schatte men niet, vooral niet. omdat die schade doorwerkt op het terrein van de school en de kerk, van de koorzang en van de volkszang. Een blij gezin en een harmonisch gezins leven bepalen voor een groot deel de mentaliteit van een plaatselijk, re- gionaal' of nationaal volksdeel. Daar om temeer is er reden tot blijdschap over het streven óm het zangonder wijs op de Lagere School, dat reeds vele jaren „voorwerp van aanhouden de zorg", is. op te heffen uit de staat van stiefkind, waarin het al te lang geleefd heeft. Wij denken in dit ver band aan de invloed der Kweekscho len als de kweekplaatsen voor de lief de tot het lied, die bij de onderwij zer (es) verondersteld mag worden voor de opvoeding van „de gehele De twee vormen, waarin de huis muziek beoefend wordt: het gemeen schappelijk lied aan tafel of het lied bij orgel of piano, en het bespelen van een of meer instrumenten (viool, cello, fluit of blokfluit, mandoline of guitaar), sluiten nauw kan bij het musiceren in groter verband, en zijn daarom van zo grote betekenis voor het geestelijk en cultureel bezit en de verrijking van dat bezit in het ge heel van ons volksbestaan. Dat dit geen grauwe theorie is. heeft de ge schiedenis van het lied wel bewezen, in zoverre het zijn krachten van weerstand en bezieling openbaarde in tijden van nationale of kerkelijke nood en bevrijding. De weg naar de erkenning van het lied als krachtbron en levensuiting begint in het gezin, dat evenzo een kleuterschool mag heten als de. bij het gezin direct aansluitende kleuter school. waar dc eerste grondslagen gelegd worden voor het S8men-zingen, peringen, waardoor men aan andere Christenen zijn geloof zou kunnen dui delijk maken. Dat er in deze steden in 79 na Chr reeds Christenen waren, wijst op de snelle verbreiding van het evangelie. Uit de Handelingen der Apostelen weten we. dat Paulus in Puteoli. niet ver van Napels gelegen, broeders vond, Hand 28:14. Maar ook Pompei en Herculaneum waren plaatsen met overzees verkeer. Ook hier kwamen regelmatig zeelie den aan wal. Waarschijnlijk hebben deze mannen verteld van de naam, die dc mensen gegeven is. waardoor wij moeten behouden worden. Hand. 4:12. DR. H. MULDER dat op de Lagere School verder ont wikkeld wordt en op de Middelbare in ons land zelfs al een verplicht leer vak geworden is met vak-leraren. Het gaat dus, gelijk in alle levensverban den, om de eerste schrede Het naieve kinder-rijmpje (of kinder spelliedje) is, zoals eens gezegd is: het volkslied van de kinderwereld. Dit beeld is treffend goed, want in de kinderzang trilt (onbewust) dezelfde zuivere drang naar spontane stem ming-openbaring als in de volkszang. ZOUDEN wij aan de zostraks ge noemde remmingen op het gezins leven in verband met ons onderwerp niet een te grote waaide toekennen, als we op „de vierkante meter waar op ieder mens een vorst is", en dat is toch onze huiskamer? de huismuziek in haar tweesoortige vorm meer levensruimte toekenden? Dat vraagt geen organisatie en geen zware lasten. Dat vraagt alleen maar het inzicht in de levenswaarde en levenskracht van een aanwe zig bezit: de menselijke stem en haar tweezijdige levens-verrijking: haar te gebruiken en haar te beluis teren in gezinsverband. U kent nog wel die door de tijdgeest bijna ver vaagde plaatjes van het, rond het orgel geschaarde gezin? En ook de in vroeger tijd zo graag beoefende huismuziek, waarbij ouders en kinde ren ieder hun aandeel hadden. Moeten die bronnen van verheffing en verrijking van het al'daagse, soms zo vlakke leven, noodzakeljjk ver stopt worden door tijd s-omstandig- heden, terwijl ze toch vol zijn van de in het menselijk hart gelegde eeuwigheidslicht? Is het psalmen-zingen, het aanheffen van geestelijke liederen, natuurliederen en nationale zangen alleen maar het mo nopolie van kerk en zaal en straat? Veel mogen we verwachten van de in dit opzicht belangrijke wisselwer king tussen school en hu:s. Van Lu ther zijn bekend de woorden: ,.Ein Schulmeister muss singen können, sonst sehe ich ihn nicht an". De „be tere" onderwijzer zal het gezinslied en het „betere" gezin zal het school lied leren zien als de sterke schakel, die beide verb,ndt en tezamen weer hecht aan kerk-, koor- en volkszang. MET opzet hebben we nog niet ge sproken over de veel bredere plaats van zang en muziek in hun verhouding tot de levensbeschouwing. Deze toch heft ons onderwerp op een hoger vlak. Niemand onzer ontkent de beteke nis van het werk van de geest uit de afgrond en van de Geest die van Bo ven is, juist ook op dit gebied. En niemand onzer mag berusten in het feit, «dat „dc wereld" in menig op zicht „dc hoogste toon zingt" ui het rijk der klanken. Welnu, juist hier heeft het gezin, waar de eerste kiemen worden ge legd voor de levens-o penbaring een even grootse taak als roeping. Neen. natuurlijk niet het ene gezin, maar de optelsom van alle gezin nen, die leven op de basis van het geloof, dat zingen moet, omdat het fezeer geladen is met blijdschap, dan dat het aan spreken genoeg zou heb- Vader en moeder mogen zich eens bezinnen op de vraag hoeveel m i n- d e r spanningen of conflicten, en hoe veel meer vrede en blijdschap zou den heersen in het samen aan tafel zijn, als het samengezongen lied de harten doet samenstemmen in het zich eenstemmig richten op Hem, die ons het dagelijks brood schenkt en de plicht der dankbaarheid voorhoudt, die de werklust opwekt en de rijk dom van de gezinsgemeenschap doet waarderen. Dc lofzang klinke niet alleen uit Sions zalen, maar ook uit de huiska mer, waar Christus de onzichtbare Toehoorder bij ieder gesprek en de onzichtbare Gast bij iedere maaltijd wil zijn. zulk een samentreffen diepe indruk na. Het is vanouds geweten: „Waar verslagenen zijn, daar is hij" (Job 40:23). DE zeearend is argwanend en wan trouwend, want zijn ervaringen zijn veelvuldig en hij weet ze zich ten nutte te maken op zijn vele zwerf tochten uit het broedgebied, zwalkend her en der, veelal langs de kust, maar nu en dan een geschikt jachtge bied vindend in het binnenland, als jaar-in jaar-uit op dé Hoge Veluwe n de omliggende gebieden, waar er dik wijls zelfs twee verblijven als koste lijke en zeer bijzondere verrijking van het landschap. Wie een uitmuntend, levensgetrouw beeld wenst van de gewoonten van de zeearend, moet het prachtige boek van de grote Zweedse vogelkundige Bengt Berg. „De laatste arenden", met zijn zeer bijzondere natuuropnamen eens lezen Hij houdt een hartelijk pleidooi voor 't goed recht van hun bestaan. Hij heeft het over de laatste arenden, die wij al lang vergeten zijn. en zegt: „Het zou beter geweest zijn, wan neer men de arenden had behouden, want al deze arenden, die gescholen werden, vergiftigd of met klemmen gevangen en wel uit laakbare balda digheid, onwetendheid of averechtse jachtijver, hadden we in het leven kunnen houden. De zeevogels en de vissen, die ze vangen voor hun onder houd zijn maar een klein deel van die, welke wij laten omkomen Wij hadden de arenden aan onze oevers nodig gehad om de pijn te verkorW-n der duizenden aangeschoten vogels, die wij aan hun lot overlieten in het gebied van de scheren en meren Wij hadden hun hulp nodig gehad om zie ke vissen en zwak wild weg te van gen En ook de gedachte had eerder in ons brein wakker kunnen worden, dat het werkelijk wel een haas en een paar snoeken waard is om een arend boven een Zweeds landschap te zien vliegen. Maar onze wangunst, onze begeerte en onze hebzucht ten opzich te van alles wat wij kunnen doden om op te eten of te verkopen, hoeft ons steeds verblind en zal het voort durend opnieuw doen. En daarom zul len wij onze arenden verliezen np de zelfde wijze als we de bever en 't wil de rendier verloren en als we de beer, de loa, het edelhert en de eland ver liezen zullen" Ook in ons land zijn nog steeds ja gers. die de zeearend met een scheel oog bezien Doch laten we ons wach ten voor de gevolgen zoals hierboven omschreven en zulk een koninklijke gast een royaal asyl verlenen Wordt ook wel in ons land gezien Laten we deze koninklijke gast royaal asyl verlenen ROOFVOGELS oefenen op iedere natuurliefhebber een grote aan trekkingskracht uit. En als men zich afvraagt, hoe dat eigenlijk komt. is het niet gemakkelijk daarop een af doend antwoord te geven. Misschien komt het door hun be trekkelijke zeldzaamheid. Het is nu eenmaal zo, dat het zeldzame en on gewone ons meer aantrekt dan het al ledaagse. Vaak ten onrechte. Het kan ook zijn, dat het mooie vliegbeeld en hun koene houding ons boeit. Mogelijk is het hun leefwijze, het leven van roof en de snelheid van vlucht en klauw, welke tot onze, mis schien nog wat atavistische verbeel ding spreekt! DIENT het geluk een weinig, dan zien we de kolossale zeearend bo ven hei en veld van de Veluwe maro- deren: de indrukwekkende kop met de zware elpenbenen snavel steekt machtig naar voren, de hoekige, plankachtige vleugels gespreid de grootste vogel van Nederland, met een vlucht van ongeveer 2.50 m. aangrijpend en imponerend, een na tuurmonument in de ware zin des woords. Dc zeearend behoort niet tot onze vaderlandse broedvogels. doch bouwt zijn omvangrijk horst :n het Noorden der oude wereld. Daar in Noord Euro pa en -Azië, Jutland, Pommeren en Zweden verdient hij de naam zee arend meer dan bij ons, want hij moge de kust niet gehéél verwaarlo zen toch gedraagt hij zich bij uit stek als landvogel en zoekt hij dc do de dieren op dc hei. De adelaarsblik is om zijn scherp te vanouds spreekwoordelijk en dringt uit de hoogten van de hemel tot de kleine onderdelen der aarde door. 's Winters, na sneeuwval en vorst, is de dis voor deze imposante Noor derling, die als een grauw fantoom, een vervaarlijk en geducht vijand door de lucht wiekt, of grotesk op een zandkop zit, rijkelijk gedekt. Want dan ligt op vele plaatsen aas in de hei. Zo kwam ik het vorige jaar aan een plek, waar een hinde van het edelhert haar levenseinde vond en door de zeearend ontdekt werd. Aan de prooi was te zien. hoe hij de zware snavel in de weke buikzijde had gehaakt om zijn honger te stillen en de huid reeds gedeeltelijk had opengereten Het was de enige plek vun het wildlichaam, waar hef kan, want toen ik het nader bekeek, bleek het steenhard te zijn bevroren, zodat de zwarte kraaien, die er ook reeds bij waren geweest, zich hadden moe ten tevreden stellen met het uitpik ken der ogen. De hulp van dc sterke adelaar open de voor de galgenvogels en de vos nieuwe mogelijkheden, doch ze wach ten op eerbiedige afstand tot de ge zaghebbende en te duchten tafelgenoot verzadigd is. Ik stond een beetje beduusd te kij- e ontmoeting en zo laat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 18