Bisschop van My ra Als ik Sinterklaas was INTERVIEW MET DE GOEDE Regering heeft volle zorg voor Sint op zich genomen -i In de zomer in Scheveningen i j nieuwe leidsche courant buigt het hoofd voor resten van Germaans heidendom TT/"IE voornemens mocht zijn het Sinterklaasfeest dit jaar eens buiten zijn woonplaats te gaan vieren om te zien hoe het ergens anders gebeurt, kan dat beter niet op Ameland gaan doen. Althans niet wanneer hij niet zeker weet, lat hij de gehele Sinterklaasavond bij de één of andere Amelander onderdak kan'. ^Want wie op Ameland de oeroude wetten van het feest der Oude Sinterklazen overtreedt, krijgt hard en raak met de stok. En die wetten overtreedt ge voor je het weet voor vrouwen en meisjes en voor jongens beneden 18 jaar is het voldoende om alleen maar op straat te zijn. Ze worden op zijn minst hardhan- |ig van de straat gestuurd, maar lopen ook kans om in het „jarregat" de eerput te worden gegooid. Ge kunt er raar staan kijken, zo'n interklaasavond op Ameland. Vooral in ollum, want daar lopen de meest fan- stisch uitgedoste figuren over straat, et zijn de „omes", zoals de Sinterkla- n worden genoemd. En op 5 Decem- ir is iedere man boven 18 jaar hier nterklaas. Ze blazen op koeienhoorns, Tij jarop kleurige papierlintjes zijn ge- >ur skt. Hun costuums zijn met zilver-, irper- en goudpapier versierd. Al da tevoren hebben ze daar in alle stil* n geheimzinnigheid aan gewerkt; identiteit moet een geheim zijn, niet voor niets onder maskers en rmommingen verborgen wordt. Als beren of heksen, narren of spo- m zijn ze op groot Sinterklaas" on- rkenbaar voor elkaar en voor ieder- bij het démasqué ont- tkt, dat de lieftal- ge jonkvrouw van larstraks een 70-ja- ge Amelander was. de huizen wach- de meisjes en logtrouwen in angstige anning af waar „de zullen binnen tenen. Want daar )U. loet gedanst worden. aders gaat de stok raaide stemmen uiten y „omes" hun be- reigingen; dierlijke luiden klinken op it hun hoorns. Een ikeling is geen ge- t.!ge van de dans; 'H ie is dan afgedwaald iar café „De Zwaan" n een borrel te linken met be- hd lip van een rietje b. een ventielslange- door het bordpa ren masker heen. Ook de avond daar- rij nor is het al niet elemaal pluis in de raten van Ameland, lp 4 December is het j melijk „klein Sin- ivond zijn de jongens heer en op straat. Ze lopen rond in de bul onderlijkste vermommingen, met wit- broeken of rokken aan en met kro nen, mijters of bordpapieren vuurto- s op-het hoofd. Elk meisje, dat zich straat waagt, moet f&qsefl voor de loütugdige feestvierders, of ze wil of niet. ■e Iverigens is het een gastvrije boel: ver- ik heidene gezinnen houden „open huis ich tracteren iedereen, die bij hen bin- mkomt, op een kop chocolademelk. Met Duvel in hois Op Sinterklaasavond trek ken de kinderen in het Utrechtse IJsselstein. uitge dost als Sint en Piet, de stra ten door. Sinterklaas stampt met zijn staf; de Pieten ram melen met kettingen en steeds maar weer zingen ze het volgende bedellisdje: ,,'t Was nacht, 't was nacht, 't was midde-n-in dc nach', Me vader en me moeder heb- be-n-sen varreke geslacht; B ure, bure, bure, kom is kai-haike, Want d'r zit 'n duvel in ons hois, En die wil dat beessie sté-hille, sté-hille. niet op kunnen in de huizen waar ze worden getracteerd. In Drenthe kent men zulke uitgelaten Sinterklaaspret niet. Wel zijn er hier en daar verlotingen en verschijnen er ad vertenties in de krant van adressen, waar men op 5 December kan schieten, sjoelen, kruisjassen of knikkeren om krentenbrood, taai, speculaas en wijn. Vindt men in Drenthe weinig ver mommingen meer, in het Gelderse Hee renwaarden bijvoorbeeld trekt de jeugd op 5 December nog wel in allerlei soor ten kledij onder leiding van Sint en Piet op pad om geld op te halen bij ,,de gegoede stand" en om op een versnape ring te worden onthaald in bepaalde ca- fé's. In Westkapelle viert men het feest een dag later dan elders in het land; in verschillende plaat- sen in Limburg wii men zeker zijn van een vrye dag en daar wordt Sinterklaas dus op de Zondag vóór 5 December gevierd In West-Brabant zijn kinderen verkleed op straat, met mombakkes voor en oorverdovend laiend op toeter en fluit. Maar tegen kaaiefeest veel belang rijker is dan het feest van de Heilige Nicolaas: daar eten ze zult, lever, hersens, brood met „kaaien" (kanen uit het vet) en balkenbrij en ze drin ken er een stevige borrel bij. waarvoor de taai en speculaas met de traditionele kop chocolademelk graag vergeten wordt Op het gebied van de Sinterklaas- markten - Ommen Sté-ennebakkeraistc-enne- heeft er één, op de Dinsdag het dichtst bij 5 De cember wordt Nederland echter kansloos geslagen door Bree in Vlaanderen, waar de Sint Niklaas- markt duizenden belangstellënden trekt. Liedjeszangers dreunen de akeligste moord- en brandgeschie- denissen af of vermaken de menig te met dolle kluchten. En het is er pas waarlijk feest als de gevoelige boerinnen uit het Vlaamse land er tranen met tuiten huilen om een zo ontroerend lied als „De wraak van de zuigeling". stc-enne- bakkerai, i klaineg- verbai". Op Ameland Het Sinterklaasfeest op Ame land herinnert dus minder aan de Bisschop van Myra dan aan een carnaval. Zo goed als zeker moe ten we er een herinnering in zien aan de Germaans-heidense sacra- Bij de foto's: In een persoonlijk onderhoud wordt beleefd, doch drin gend om de be geerde geschenken verzocht. Dat wordt bij de schoorsteen nog enkele malen (in liedvormher haald. (Het hooi voor het paard niet vergeten!) en de beloning blijft niet uit, want 's morgens na de grote avond ligt een lading fraai verpakte geschen ken te wachten! Ik zou zo graag Sinterklaas willen zijn, heel rijk en heel goed'en heel leutig. Van alle mensen de vriend willen zijn. heel vriend'lijk, heel minzaam, heel scheutig. En hen die wel eens ondeugend zijn eens over de hekel halen. En zeggen, wil je eens anders zijn, of moet ik mijn Piet er bij halen? Ik zou zo graag Sinterklaas willen zijn. Want dan kun je alles maar zeggen. Want Sinterklaas doet de mensen geen pijn, Hij weet het zo treffend te zeggen. Wat Sinterklaas zegt, zegt hij met zijn hart. En zijn hart is vol van rijmen. En wal uit een hart vol rijmen komt, kan nu eenmaal de mensen geen pijn doen. Als Sinterklaas tot de mensen spreekt, dan doet hij dat niet om te hinderen, want de woorden en gaven van Sinterklaas zijn de blijdschap van de kinderen. En een Sinterklaas die een kind verblijdt, zet zijn oude hart wagenwijd open. En op dat hart, als de wereld zo wijd, mag de grootste deugniet nog hopen. O, als ik eens Sinterklaas zou zijn, dan zou ik ze het eens vertellen, mijn buren, de meester, de dominee, ik zou ze het wel eens vertellen. Want als Sinterklaas zeg je alles zo goed. Hij kan zo liefdevol dreigen. Maar och, ik ben immers geen Sinterklaas. En ik kan daarom beter maar zwijgen. J. E. Niemeijer. geweest, waar ik een bezoek heb gebracht aan Sinterklaas. Het was moeilijk om bij hem te komen. Moeilijk, omdat niemand wist, waar hij woonde. Zelfs de politie niet! Of misschien wisten ze het wel, maar zeggen, neen, dat deden ze niet! Eindelijk, nadat ik een paar dagen in Madrid had rondge dwaald, kwam ik de woonplaats van de gebaarde weldoener te weten. Op een rommelmarkt ont moette ik een oud en mager man neke, dat mij op mijn vraag, waar Sinterklaas woonde, veelbeteke nend aankeek. Hij schudde zijn grijze hoofd en zei: „Als je naar de speelgoedzaak van Dazzirosa gaat, kom je het misschien wel te weten." Ik spoedde mij zo vlug mogelijk naar de aangeduide plaats. In de deuropening van het winkeltje stond een jongeman met zwart krullend haar. Op miin vraag jongens- mannenbonden, concludeert de heer J. H. Krui- xinga in zijn boek „Levende Folk lore" (Uitgeverij „De Torenlaan, Assen), waaraan bovenstaand ver haal is ontleend. Oorspronkelijk Is het een dramatisering van het Wilde Heer of de Wilde Jacht. De stokken, waarmee de „straatve gers" in actie zijn, herinneren aan de ruiter of 't stokpaard; het ge loei op de bufferhoorns sugge reert de aanwezigheid der demo nen; de weg die zij gaan wijst op de processieweg en de vermom ming is een representatie van het dodenleger. ,,'t Wilde Heer" heeft recht op spijs en drank, maar brengt ook zelf (in de herberg) een drankoffer. Op Texel is het tweemaal Sinterklaas, p 5 December wordt de „Nieuwe Sun- erklaas" heel modern gevierd, zij het iet een elders onbekend vervolg: 6 De- ember is Zoekertjesdag, waarop de kin- eren hun cadeautjes op allerlei plaat- en moeten gaan zoeken. Maar op 12 lecember handhaaft zich het verleden „Ouwe Dunderklaas", dat op het ïtjesfeest van Sint Lucia de terug- •r van het licht in de Sint Lucia- >ht wordt gevierd. Dan trekken m<»k op Texel talrijke Sinterklazen in de neiiotste vermommingen rond en klinken ia tr de wonderlijkste geluiden door de ,je: dorpen van het eiland. Kop „Sukelaat" )ieu Vt Ieder huis staat voor iedereen open D««n overal staat wel een kop „sukelaat" een brandewijntje klaar. Zo zijn er verschillende streken van ons land >rde4°og Sinterklaasgebruiken in zwang, die Jers onbekend zijn. In Friesland bij- jrbeeld verdwijnt weliswaar langza- V^jmerhand het eigen karakter, dat het 3 Sinterklaasfeest van vroeger had, maar het Friese platteland gaan nog steeds ,jde sinterklaesrinders de laatste weken an^ Voor het feest van deur tot deur met 'ïïjjten mand vol marsepein, taai. borst el® Plaat en speculaas. Dat levert rda7»oordelen op: bij hun komst op c - sommige Friese dorpen nog bruik. Er worden marsepein, speculaas, konijnen verloot sjoelen maakt n: 6 December tot de ge- te k ermomd. De anderen slepen over straat om hun komst aan kondigen: grote tassen dienen als be waarplaats voor alle lekkernijen, die helaas nog steeds mensen die, om welke reden dan ook, weige ren om in Sinterklaas te geloven. Dit zich hardnekkig handhavende ongeloof kan alleen maar betreurd worden. Des te verheugender is het echter te mogen constateren dat in regeringskringen het geloof de heilige van Myra ongeschokt voortleeft en dat daar aan de voorbeeldige man alle eer wordt gebracht die hem toekomt. Dit viel opnieuw op. toen enige le- _zn van het huidige kabinet zich dezer dagen bereid verklaarden tot een vraag gesprek. waarbij zij openhartig van hun overtuiging blijk gaven. De woorden der ministers mogen voor hen die een andere opvatting zijn toegedaan een lich tend getuigenis zijn. VERBAASD Onze minister-president keek na onze vraag of hij in Sinterklaas geloofde lich telijk verbaasd. Uit het verloop van het onderhoud bleek wel, dat hij zo stellig geloofde, dat de mogelijkheid dat hij niet geloofde aanvankelijk niet bij hem op kwam. Toen dc draagwijdte van onze woorden tot hem was doorgedrongen, glimlachte hij echter en zijn patriarcha le knevel trilde ondeugend. „Mijne he ren", antwoordde hij tenslotte, „Ik ver zeker U, dat de Sint Nicolaas-cultus de volle zorg en aandacht van de regering heeft. Zij maakt een integrerend deel uit van het tegenwoordig beleid op het ge bied van de verzorging der bejaarden, mag ik wel zeggen. Ik behoef er geen geheim van te maken, dat op 1 Januari 1. 8637 Sinterklazen profiteerden van de Noodwet Ouderdomsvoorziening. En welke betekenis de bepalingen van de Kinderbijslagwet hebben voor de tien duizenden zwarte Pieten, behoef ik u niet nader uiteen te zetten. Het streven van de regering is er dan ook blijvend op gericht, door middel van het scheppen van een zo groot gelijke rechtszekerheid, het bestaan de Sinterklazen waar denkbaar te aangenamen." na deze woorden, dat hij op stond en ons de hand drukte. Was het inbeelding, of duurde deze handdruk verbond Vakgroep Mijter- en baardman netjes te noemen, was opgegeven. Bij ons bezoek aan andere ministeries bleek ons wel. dat ook daar de belan- van de Sinterklazen de volle aan dacht hebben. Op Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen was een gehele afde ling, onder leiding van een Administra teur A. belast met alle zaken, op het Sinterklaaswezen betrekking hebbend, terwijl op Economische Zaken een stu diecommissie staag werkte aan de be studering van de gevolgen van de Wet op het Cadeaustelsel op de uitoefening het beroep van Sinterklaas. deze geste als en verbondenheid in het geloof aan Sin terklaas te mogen beschouwen. Toen wij vertrokken, waren wij zelf ook lichte lijk onder de indruk. Onze audiëntie bij de minister vooi maatschappelijk werk werd een nieuw ijs voor de oprechtheid van het stre- der regering. Wij vernamen, dat het Sinterklaaswezen aan de diligentie deze hoogwaardigheidsbekleder is toever trouwd. doch kregen de wenk het ministerie voor publiekrechtelijke be drijfsorganisatie op onze oriëntatietocht toch vooral niet over te slaan. Hier ont vingen wij de verheugende mededeling, dat de voorbereidingen voor dc totstand koming van een vakgroep Sinterklazen het laatste stadium hebben bereikt. Een extra vreugde betekende het voor ons. te mogen vernemen dat het plan om de kerstmannetjes eveneens in deze vak groep onder te brengen en dit monster- TWIJFEL WEG Tot slot zij hier nog het onderhoud met Zijne Excellentie onze minister van financiën gememoreerd. Toen wij het kabinet van deze gezagsdrager betraden hem opnamen, vloeide onze twijfel, die al had bestaan, weg als water door een zeef. De gelaatsuitdrukking, de gestalte, heel het voorkomen van deze eerbiedwaardige minister dragen het stempel van zijn geloof in Sinterklaas. Toen wij hem dan ook, meer plichtma tig dar. uit innerlijke noodzaak, onze inleidende vraag stelden, of hij in Sin terklaas geloofde, antwoordde hij op een toon die niet geheel vrij was van licht verwijt: „Mijne Heren, zo Sinter klaas niet bestond, zou ik zelf Sinter klaas willen zijn". Wij haastten ons, te verzekeren dat wij geen ogenblik hadden getwijfeld aan de integriteit van Zijne Excellentie te dezen en dat alleen de formalistische afwikkeling van de en quête ons tot het stellen van deze, in derdaad enigszins onkiese vraag had ge- De minister knikte en vervolgde peinzend: „Ik behoef u slechts te herinneren aan de algehelè tariefs verlaging van de Inkomstenbelas ting, aan de investeringsaftrek, de uitbreiding van de verliescompensa tie, de carry-back, om slechts enkele dingen te noemen". Snel vulden wij aan: „En de verdubbeling en de verdrievoudiging van de kinderaf trek". Zijne Excellentie knikte. „In derdaad." beaamde h(j. „Het Sin terklaasfeest van het vorige jaar is een heerlijk feest geweest. Het was een onverdeelde vreugde". Misschien was het dwaas van ons, de opmerking te maken, maar ze werd in gegeven door het verlangen een ongerept vertrouwen te stellen in het regerings beleid. „Maar de leeftijdsgrens voor de kinderaftrek is toch teruggebracht van 17 op 16 jaar, Excellentie", aarzelden De Minister zuchtte. „Inderdaad" sprak hij zacht. „Inderdaad. Het is tra gisch, maar het was uit bittere nood zaak. dat ik mijn zwarte Piet... par don. mijn Staatssecretaris tot deze maat regel moest uitnodigen. In het bijzon der onder de zeventienjarigen neemt het ongeloof hand over hand toe. Moge de ze waarschuwing haar doel treffen." Eerst toen drong het ten volle tot ons door, welk een minister van finan ciën wij bezitten. Joh. Elzen N.B. Ten einde alle misverstand te voorkomen zij opgemerkt dat het on- derwerpelijke artikel interviews met Spaanse regeringsfunctionarissen weergeeft. De opmerkzame lezer zal dit reeds begrepen hebben. gen waar u Sinterklaas kunt vinden, ik ben nl. zijn hofleverancier wat speel goed betreft. Maar (en hij keek mij r.og- eens onderzoekend aan) Sinterklaas heeft het op het ogenblik erg druk. Vol gende week moet hij naar Holland en ja. dan weet u het wel..." Ik knikte. „Ik kom zelf uit Holland", zei ik, wilde een stukje schrijven in de krant, ziet kilometer". „Naar Sinterklaas Wat nu te doen?? Doch lang behoefde ik daarover niet na te denken. In de verte naderde een stofwolk. Toen hij dichterbij kwam, zag ik. dat het een motor was, waarop een jongeman zat met een rood fluwelen jasje, een zwarte broek en snoet. Voor het hek remde hij af, haalde een sleu tel uit zijn broek en draaide hem in het slot. „Wie bent u?" vroeg hij vriendelijk, terwijl hij het hek met een sierlijke zwaai openwierp. „Ik, ik kom uit Holland en wilde graag een stukje over Sinterklaas krant schrijven". „Aangenaam", zei dc zwarte baas, „ik ben Piet Pietersen, Zwarte Piet van dienst, we zagen u al aankomen. Eer lijk gezegd dachten we, dat u de post bode was. Anders had ik u rustig la ten staan. Het is op het ogenblik ra zend druk. weet u". „Ik zou toch zo graag" „Stil", zei Piet Pietersen en opende ;n kastje dat aan een boom hing. Er it een telefoontoestel in, zag ik. Hij draaide aan de schijf. „Hallo!" hoofde ik hem zeggen. „Met de secretaresse van de baas? Oh, je spreekt met Piet Pietersen, Zwarte Piet van dienst. Mag ik de Sint even? Ja, hallo Sint. met Piet. Ik ben, zoals u weet. naar het hek toegegaan, maar die jongeman, die wij zagen, is niet de post bode. maar een verslaggever van een Hollandse krant. Hij zou graag een ver haal over u willen schrijven. Kan dat Ik wachtte in spanning af wat het antwoord van Sinterklaas zou zijn. 't Komt in orde Sint" zei Piet en hij gooide de hoorn op de haak. ..Oké!" zei hij lachend tegen mij. „Gelukkig"eCz4chtte ik. „Spring maar achterop de motor", Plotseling remde hij. Vóór ons stonden twee zwarte Pieten met glinsterende uniformen en opgeheven armen. „De vreemdelingenpolitie", zei Piet. leder- die bij de Sint op bezoek komt, moet zijn naam aan hen opgeven." De twee politie-agenten kwamen naar mij toe. Ik zei hoe ik heette. Maar dat was niet genoeg. Ze vroegen nog, hoe oud ik was. hoe de voornamen van mijn grootmoeder waren en nog veel ,.lk dacht, dat Sinterklaas in een kas teel woonde", merkte ik een beetje te- teurgesteld. toen we bij een prachtige villa kwamen. „Neen, dat was vroeger", zei mijn begeleider. 't Is nu veel te onpraktisch. Zo'n kasteel is bijna niet ken en het kost heel wat geld s lasting. En omdat Sinterklaas z Niet alleen des winters immers valt het hem het den komt Sint Nicolaas Holland; hij heeft al et telijke malen ook zijn zomervacantie doorgebracht, om van zijn herhaalde bezoeken moet veelzeg- liet overigens, evenals de de bollen makkelijkst, zijn identiteit gend zijn geweest. Enkele moeder, die zonnebaadde, te verbergen, want in het andere beschouwers reppen het kind alleen staan in struikelt men er bij- van een roetzwart neger- zijn verdriet. - xva.io «ver exotische ver- kind, dat in de avondsche- Een vriendelijke, zeer ons land schijningen en het valt er mering op het strand, le- oude heer, kennelijk een M|" in 't geheel niet op, bij zo- nig als een aap van bad- kerkelijk hoogwaardigheids- veel vreemde talen, dat stoel op badstoel sprong. zwijgen. Het is niet zijn gewoonte, om ieder jaar de zomer in Nederland door te brengen, r te iemand oud-Spa of kerklatijn binnen glurend tje dat de tijd vergat hevig bood hem het verschrikkend. Het lijdt bekleder, maakte echter i uitzondering. Hij boog zich ar u :t jongetje, slap handje gerdialect, spreekt. Ook in de zo jaar 1954, kort na het man- geen twijfel of het moet één trilling in zijn stem: Hoe dement van de Nederland- der dienaren van de kerk- heet jij, mijn jonden' F.n smds wij op een goed- se bisschoppen over het vorst zijn geweest. koopte-eiland. leven is de luisteren naaide orgelman. Zekerheid is echter ver kregen door het volgende I lief ge- frequentie van de bezoe ken aan onze goede ge- westen wel groter dan ii het verleden. De bezits- bracht Sint Nicolaas cnigi weken van welverdiende voorval: Een "aard'ig'^jon- JeJJ rust in onze schoonste bad- gelje ujt de schildersbuurt plaats door. van onze residentie. dat met Bij de recherche moet het zijn moeder een dagje ben je dit Ja weest? Pieter, -ie het eens in het grote boek, wil Bij het horen van deze woorden klaarde het ge- MB zichtje van de arme kleine verloor al spelend eensklaps op. Zijn stern- spreiding. waaraan de bekend zijn geweest, doch zee goede heilige ook niet is daar bewaart men over het een van de zandvormpjes. min* verkeerde in het te- ^HjHdaaraan bezoek een gepast stilzwij- die het bij gelegenheid 1 ";1 gen, ofschoon de nodige de laatste verjaardag voorzorgsmaatregelen onge- dc Sint had gekregen. Het Dat het niet algemeen be- twijfeld getroffen zullen kind was troosteloos en om ~ijn. Overieens is slechts bij zijn tranen terug te houden jwkeurige opmer- riep het al de ongef vermoeden gere- woorden uit, die het n een slechte vriendjes had ge- beter, de woorden van au rijzige leerd en wel tot ergernis kind. dat uiteraard de gave kend is. komt doordat de oude bisschop hoe kan enkele het ook anders incognito kers e verschijnt en verdwijnt. Hij zen. w draagt noch tabberd, noch haringkraam mijter maar het eenvoudi- grijsaard met ge zwarte costuum met bol- dc gelaatsuitdrukking hoedje, staande boord en ro- gen proeven de bef. terwijl zijn baard landse is bijgeknipt tot een par- tie. wa mantig schippertje. de. an Bij voorkeur logeert de vingers het zeebanket goede Sint in Scheveningen het staartje boven de glii en dat is te begrijpen. Daa:^r i schreeuwde, tot ergernis van dat deel der bezoekers dat de fijne nu- Iances der Nederlandse taal al de ongepaste geheel machtig is.. j - Maar nee. het is toch veel beschaafde ba-- des onderscheids nog niet bezat, op deze plaats niet De eleg; de fijngevorm- zoekers vergeefs in hun zak- baar. op de: herhalen. De grijsaard schrok zicht- nders gehandschoende dictionnaires zochten de betekenis in hun moe- dertaai van de uitlatingen lachend geopende mond de- van het ventje. Het publiek Sinds die dag heeft men hem in Scheveningen niet meer gezien. Jan E. Niemeijer. liever uitgeeft om kinderen blij te ma ken, is hij maar gaan verhuizen." „Stap hier maar in de lift", zei Piet. Ik deed het en we schoten omhoog. Op de tweede étage stapten we uit, vlak voor een deur, waarop een bordje hing Sinterklaas. Binnen zonder klop pen. In de hoge kamer achter een bureau zat een vriendelijke grijze heer. met een lange witte baard. Hij had mij nog niet opgemerkt want hij was aan het telefo- raij -beter, de Sint niet te storen. „Ja, twee millioen suikerbeesten moet ik hebben. Wat ze voor moeten stel len? Dieren, net als altijd", zei hij. „Neen, niet van die kleintjes hoor" Ja, dan bel ik u nog wel eens." „Hè hè", zei hij en wilde zich in een stapel papieren verdiepen. Ik kuchtte eens. Verschrikt keek de Sint op. maar toen hij mij zag, kwam hij achter zijn bureau vandaan. ,.Zo zo", zei hij, „dus u bent die verslaggever uit Holland, die mij wilde spreken. Nu. dat kan hoor. Ik heb wel weinig tijd, maar dit zal toch wel even gaan. Wat wilde u weten? Hoe ik dit jaar naar Nederland ga, of er veel ondeu gende kinderen zijn en of er nog ver anderingen zijn gekomen?" Ik knikte verwonderd, dat Sinterklaas -ecies wist wat ik wilde vragen. „Nu". :gon de oude weldoener, terwijl hij zijn sigaar aftipte op het zilveren as bakje, dat voor hem stond, „ik denk. dat ik maar per hefschroefvliegtuig naar Holland kom. Ik heb altijd zo'n last Vliegles „Vliegt u zélf?" vroeg ik. De Sint knikte. „Ja", vertelde hij, „ik heb van omer vliegles gehad, samen met eerste zwarte Piet en" zo ver volgde hij, „zo'n hefschroefvliegtuig is zo makkelijk als ik de schoorstenen langs moet. Met Milly, m'n beste schim mel. durf ik het niet meer aan. Ze wordt te oud en met een hefschroefvliegtuig gaat het veel vlugger. We hebben het hier al geprobeerd." „Hoeveel Pieten heeft u eigenlijk?", vroeg ik. De Sint dacht even na en zei toen: „Ongeveer 120. van wie er 54 nog op school zijn". „Op school??" „Tuurlijk", zei de Sint trots. „Sinds kort heb ik een Pietenschool opgericht. 1 was niets op den duur. Ze spraken :t eens Hollands en een schoorsteen in klimmen konden ze niet, evenals re kenen of schrijven. Daar is nu gelukkig een eind aan gekomen. Ze ontvangen behoorlijk onderwijs. De school duurt vier jaar. En als ze voor hun diploma geslaagd zijn. worden ze Zwarte Piet derde klas. Wanneer ze hun best doen, kunnen ze opklimmen tot eerste klas, maar dat is erg moeilijk." „Vindt u het fijn, weer naar Holland te gaan?" „Ja", knikte de Sint, „reuze. Vooral omdat er dit jaar veel minder ondeu gende kinderen zijn dan anders. Dat doet me echt plezier. Want eerlijk, ik houd er helemaal niet van. de kinderen te berispen". „Oh. ja", zei hij. „dat is misschien ook wel leuk om in de krant te zetten. Dit jaar heb ik een spik splinternieuw costuum aan. Dat heb ik van de Zwarte Pieten gehad voor mijn verjaardag, die lk hier altijd een week van te voren vier." De telefoon rin kelde weer en omdat ik de Sint toch vooral niet tot last wilde zijn. zei ik hem dat ik weer weg ging. „Ben je met de boot?", vroeg hij. „Jawel", zei ik. „Ik zal je met mUn hefscroefvlieg- tuig laten terugbrengen", zei hij. De Sint drukte op een knopje en na enige tijd kwam er een Zwarte Piet binnen. „Breng deze jongeman even naar Holland", zei hij. Dc piloot knikte „Hier. neem dit mee", zei de Sint en hij duwde mij een nieuwe schrijfmachi- in de handen. „Een schrijfmachine", zei hij, „die kunnen jullie altijd wel gebruiken" "'nterklaas. wat ben ik daar blij V,z5' en dank,e hem vriende lijk. Nadat ik afscheid genomen had. bracht de Zwarte Piet mij naar het dak. waar een hefschroefvliegtuig stond. Ik stapte in. De piloot draaide aan wat handles en we stegen op. Na een paar uur waren we weer boven Holland, waar Piet me op de Rotterdamse Heli-haven afzette. Toen ging ik naar huis en schreef dit -erhaal op mijn nieuwe schrijfmachine.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9