Bisschop van My ra
Als ik Sinterklaas was
INTERVIEW MET DE GOEDE
Regering heeft volle zorg voor
Sint op zich genomen
-i
In de zomer in Scheveningen
i
j nieuwe leidsche courant
buigt het hoofd voor resten van Germaans heidendom
TT/"IE voornemens mocht zijn het Sinterklaasfeest dit jaar eens buiten zijn
woonplaats te gaan vieren om te zien hoe het ergens anders gebeurt, kan
dat beter niet op Ameland gaan doen. Althans niet wanneer hij niet zeker weet,
lat hij de gehele Sinterklaasavond bij de één of andere Amelander onderdak kan'.
^Want wie op Ameland de oeroude wetten van het feest der Oude Sinterklazen
overtreedt, krijgt hard en raak met de stok. En die wetten overtreedt ge voor
je het weet voor vrouwen en meisjes en voor jongens beneden 18 jaar is het
voldoende om alleen maar op straat te zijn. Ze worden op zijn minst hardhan-
|ig van de straat gestuurd, maar lopen ook kans om in het „jarregat" de
eerput te worden gegooid.
Ge kunt er raar staan kijken, zo'n
interklaasavond op Ameland. Vooral in
ollum, want daar lopen de meest fan-
stisch uitgedoste figuren over straat,
et zijn de „omes", zoals de Sinterkla-
n worden genoemd. En op 5 Decem-
ir is iedere man boven 18 jaar hier
nterklaas. Ze blazen op koeienhoorns,
Tij jarop kleurige papierlintjes zijn ge-
>ur skt. Hun costuums zijn met zilver-,
irper- en goudpapier versierd. Al da
tevoren hebben ze daar in alle stil*
n geheimzinnigheid aan gewerkt;
identiteit moet een geheim zijn,
niet voor niets onder maskers en
rmommingen verborgen wordt.
Als beren of heksen, narren of spo-
m zijn ze op groot Sinterklaas" on-
rkenbaar voor elkaar en voor ieder-
bij het démasqué ont-
tkt, dat de lieftal-
ge jonkvrouw van
larstraks een 70-ja-
ge Amelander was.
de huizen wach-
de meisjes en
logtrouwen in angstige
anning af waar „de
zullen binnen
tenen. Want daar
)U. loet gedanst worden.
aders gaat de stok
raaide stemmen uiten
y „omes" hun be-
reigingen; dierlijke
luiden klinken op
it hun hoorns. Een
ikeling is geen ge-
t.!ge van de dans;
'H ie is dan afgedwaald
iar café „De Zwaan"
n een borrel te
linken met be-
hd lip van een rietje
b. een ventielslange-
door het bordpa
ren masker heen.
Ook de avond daar-
rij nor is het al niet
elemaal pluis in de
raten van Ameland,
lp 4 December is het
j melijk „klein Sin-
ivond zijn de jongens heer en
op straat. Ze lopen rond in de
bul onderlijkste vermommingen, met wit-
broeken of rokken aan en met kro
nen, mijters of bordpapieren vuurto-
s op-het hoofd. Elk meisje, dat zich
straat waagt, moet f&qsefl voor de
loütugdige feestvierders, of ze wil of niet.
■e Iverigens is het een gastvrije boel: ver-
ik heidene gezinnen houden „open huis
ich tracteren iedereen, die bij hen bin-
mkomt, op een kop chocolademelk.
Met
Duvel in hois
Op Sinterklaasavond trek
ken de kinderen in het
Utrechtse IJsselstein. uitge
dost als Sint en Piet, de stra
ten door. Sinterklaas stampt
met zijn staf; de Pieten ram
melen met kettingen en steeds
maar weer zingen ze het
volgende bedellisdje:
,,'t Was nacht, 't was nacht,
't was midde-n-in dc nach',
Me vader en me moeder heb-
be-n-sen varreke geslacht;
B ure, bure, bure, kom is
kai-haike,
Want d'r zit 'n duvel in ons
hois,
En die wil dat beessie
sté-hille, sté-hille.
niet op kunnen in de huizen waar ze
worden getracteerd.
In Drenthe kent men zulke uitgelaten
Sinterklaaspret niet. Wel zijn er hier en
daar verlotingen en verschijnen er ad
vertenties in de krant van adressen,
waar men op 5 December kan schieten,
sjoelen, kruisjassen of knikkeren om
krentenbrood, taai, speculaas en wijn.
Vindt men in Drenthe weinig ver
mommingen meer, in het Gelderse Hee
renwaarden bijvoorbeeld trekt de jeugd
op 5 December nog wel in allerlei soor
ten kledij onder leiding van Sint en Piet
op pad om geld op te halen bij ,,de
gegoede stand" en om op een versnape
ring te worden onthaald in bepaalde ca-
fé's.
In Westkapelle viert men het feest
een dag later dan elders in het land;
in verschillende plaat-
sen in Limburg wii
men zeker zijn van een
vrye dag en daar
wordt Sinterklaas dus
op de Zondag vóór
5 December gevierd
In West-Brabant zijn
kinderen verkleed op straat, met
mombakkes voor en oorverdovend
laiend op toeter en fluit. Maar tegen
kaaiefeest veel belang
rijker is dan het
feest van de Heilige
Nicolaas: daar eten ze
zult, lever, hersens,
brood met „kaaien"
(kanen uit het vet) en
balkenbrij en ze drin
ken er een stevige
borrel bij. waarvoor
de taai en speculaas
met de traditionele
kop chocolademelk
graag vergeten wordt
Op het gebied
van de Sinterklaas-
markten - Ommen
Sté-ennebakkeraistc-enne- heeft er één, op
de Dinsdag het
dichtst bij 5 De
cember wordt
Nederland echter
kansloos geslagen door Bree in
Vlaanderen, waar de Sint Niklaas-
markt duizenden belangstellënden
trekt. Liedjeszangers dreunen de
akeligste moord- en brandgeschie-
denissen af of vermaken de menig
te met dolle kluchten. En het is er
pas waarlijk feest als de gevoelige
boerinnen uit het Vlaamse land er
tranen met tuiten huilen om een
zo ontroerend lied als „De wraak
van de zuigeling".
stc-enne-
bakkerai,
i klaineg-
verbai".
Op Ameland
Het Sinterklaasfeest op Ame
land herinnert dus minder aan de
Bisschop van Myra dan aan een
carnaval. Zo goed als zeker moe
ten we er een herinnering in zien
aan de Germaans-heidense sacra-
Bij de foto's:
In een persoonlijk
onderhoud wordt
beleefd, doch drin
gend om de be
geerde geschenken
verzocht.
Dat wordt bij de
schoorsteen nog
enkele malen (in
liedvormher
haald. (Het hooi
voor het paard
niet vergeten!) en
de beloning blijft
niet uit, want
's morgens na de
grote avond ligt
een lading fraai
verpakte geschen
ken te wachten!
Ik zou zo graag Sinterklaas willen zijn,
heel rijk en heel goed'en heel leutig.
Van alle mensen de vriend willen zijn.
heel vriend'lijk, heel minzaam, heel scheutig.
En hen die wel eens ondeugend zijn
eens over de hekel halen.
En zeggen, wil je eens anders zijn,
of moet ik mijn Piet er bij halen?
Ik zou zo graag Sinterklaas willen zijn.
Want dan kun je alles maar zeggen.
Want Sinterklaas doet de mensen geen pijn,
Hij weet het zo treffend te zeggen.
Wat Sinterklaas zegt, zegt hij met zijn hart.
En zijn hart is vol van rijmen.
En wal uit een hart vol rijmen komt,
kan nu eenmaal de mensen geen pijn doen.
Als Sinterklaas tot de mensen spreekt,
dan doet hij dat niet om te hinderen,
want de woorden en gaven van Sinterklaas
zijn de blijdschap van de kinderen.
En een Sinterklaas die een kind verblijdt,
zet zijn oude hart wagenwijd open.
En op dat hart, als de wereld zo wijd,
mag de grootste deugniet nog hopen.
O, als ik eens Sinterklaas zou zijn,
dan zou ik ze het eens vertellen,
mijn buren, de meester, de dominee,
ik zou ze het wel eens vertellen.
Want als Sinterklaas zeg je alles zo goed.
Hij kan zo liefdevol dreigen.
Maar och, ik ben immers geen Sinterklaas.
En ik kan daarom beter maar zwijgen.
J. E. Niemeijer.
geweest, waar ik een bezoek
heb gebracht aan Sinterklaas.
Het was moeilijk om bij hem te
komen. Moeilijk, omdat niemand
wist, waar hij woonde. Zelfs de
politie niet! Of misschien wisten
ze het wel, maar zeggen, neen,
dat deden ze niet!
Eindelijk, nadat ik een paar
dagen in Madrid had rondge
dwaald, kwam ik de woonplaats
van de gebaarde weldoener te
weten. Op een rommelmarkt ont
moette ik een oud en mager man
neke, dat mij op mijn vraag, waar
Sinterklaas woonde, veelbeteke
nend aankeek. Hij schudde zijn
grijze hoofd en zei: „Als je naar
de speelgoedzaak van Dazzirosa
gaat, kom je het misschien wel
te weten."
Ik spoedde mij zo vlug mogelijk naar
de aangeduide plaats. In de deuropening
van het winkeltje stond een jongeman
met zwart krullend haar. Op miin vraag
jongens-
mannenbonden,
concludeert de heer J. H. Krui-
xinga in zijn boek „Levende Folk
lore" (Uitgeverij „De Torenlaan,
Assen), waaraan bovenstaand ver
haal is ontleend. Oorspronkelijk
Is het een dramatisering van het
Wilde Heer of de Wilde Jacht. De
stokken, waarmee de „straatve
gers" in actie zijn, herinneren aan
de ruiter of 't stokpaard; het ge
loei op de bufferhoorns sugge
reert de aanwezigheid der demo
nen; de weg die zij gaan wijst op
de processieweg en de vermom
ming is een representatie van het
dodenleger. ,,'t Wilde Heer" heeft
recht op spijs en drank, maar
brengt ook zelf (in de herberg)
een drankoffer.
Op Texel is het tweemaal Sinterklaas,
p 5 December wordt de „Nieuwe Sun-
erklaas" heel modern gevierd, zij het
iet een elders onbekend vervolg: 6 De-
ember is Zoekertjesdag, waarop de kin-
eren hun cadeautjes op allerlei plaat-
en moeten gaan zoeken. Maar op 12
lecember handhaaft zich het verleden
„Ouwe Dunderklaas", dat op het
ïtjesfeest van Sint Lucia de terug-
•r van het licht in de Sint Lucia-
>ht wordt gevierd. Dan trekken
m<»k op Texel talrijke Sinterklazen in de
neiiotste vermommingen rond en klinken
ia tr de wonderlijkste geluiden door de
,je: dorpen van het eiland.
Kop „Sukelaat"
)ieu
Vt Ieder huis staat voor iedereen open
D««n overal staat wel een kop „sukelaat"
een brandewijntje klaar. Zo zijn er
verschillende streken van ons land
>rde4°og Sinterklaasgebruiken in zwang, die
Jers onbekend zijn. In Friesland bij-
jrbeeld verdwijnt weliswaar langza-
V^jmerhand het eigen karakter, dat het
3 Sinterklaasfeest van vroeger had, maar
het Friese platteland gaan nog steeds
,jde sinterklaesrinders de laatste weken
an^ Voor het feest van deur tot deur met
'ïïjjten mand vol marsepein, taai. borst
el® Plaat en speculaas. Dat levert
rda7»oordelen op: bij hun komst op c
- sommige Friese dorpen nog
bruik. Er worden marsepein, speculaas,
konijnen verloot
sjoelen maakt n:
6 December tot de ge-
te k
ermomd. De anderen slepen
over straat om hun komst aan
kondigen: grote tassen dienen als be
waarplaats voor alle lekkernijen, die
helaas nog steeds mensen die,
om welke reden dan ook, weige
ren om in Sinterklaas te geloven.
Dit zich hardnekkig handhavende
ongeloof kan alleen maar betreurd
worden. Des te verheugender is
het echter te mogen constateren
dat in regeringskringen het geloof
de heilige van Myra ongeschokt
voortleeft en dat daar aan de
voorbeeldige man alle eer wordt
gebracht die hem toekomt.
Dit viel opnieuw op. toen enige le-
_zn van het huidige kabinet zich dezer
dagen bereid verklaarden tot een vraag
gesprek. waarbij zij openhartig van hun
overtuiging blijk gaven. De woorden
der ministers mogen voor hen die een
andere opvatting zijn toegedaan een lich
tend getuigenis zijn.
VERBAASD
Onze minister-president keek na onze
vraag of hij in Sinterklaas geloofde lich
telijk verbaasd. Uit het verloop van het
onderhoud bleek wel, dat hij zo stellig
geloofde, dat de mogelijkheid dat hij niet
geloofde aanvankelijk niet bij hem op
kwam. Toen dc draagwijdte van onze
woorden tot hem was doorgedrongen,
glimlachte hij echter en zijn patriarcha
le knevel trilde ondeugend. „Mijne he
ren", antwoordde hij tenslotte, „Ik ver
zeker U, dat de Sint Nicolaas-cultus de
volle zorg en aandacht van de regering
heeft. Zij maakt een integrerend deel uit
van het tegenwoordig beleid op het ge
bied van de verzorging der bejaarden,
mag ik wel zeggen. Ik behoef er geen
geheim van te maken, dat op 1 Januari
1. 8637 Sinterklazen profiteerden van de
Noodwet Ouderdomsvoorziening. En
welke betekenis de bepalingen van de
Kinderbijslagwet hebben voor de tien
duizenden zwarte Pieten, behoef ik u
niet nader uiteen te zetten.
Het streven van de regering is er dan
ook blijvend op gericht, door middel
van het scheppen van een zo groot
gelijke rechtszekerheid, het bestaan
de Sinterklazen waar denkbaar te
aangenamen."
na deze woorden, dat hij op
stond en ons de hand drukte. Was het
inbeelding, of duurde deze handdruk
verbond Vakgroep Mijter- en baardman
netjes te noemen, was opgegeven.
Bij ons bezoek aan andere ministeries
bleek ons wel. dat ook daar de belan-
van de Sinterklazen de volle aan
dacht hebben. Op Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen was een gehele afde
ling, onder leiding van een Administra
teur A. belast met alle zaken, op het
Sinterklaaswezen betrekking hebbend,
terwijl op Economische Zaken een stu
diecommissie staag werkte aan de be
studering van de gevolgen van de Wet
op het Cadeaustelsel op de uitoefening
het beroep van Sinterklaas.
deze geste als
en verbondenheid in het geloof aan Sin
terklaas te mogen beschouwen. Toen wij
vertrokken, waren wij zelf ook lichte
lijk onder de indruk.
Onze audiëntie bij de minister vooi
maatschappelijk werk werd een nieuw
ijs voor de oprechtheid van het stre-
der regering. Wij vernamen, dat het
Sinterklaaswezen aan de diligentie
deze hoogwaardigheidsbekleder is toever
trouwd. doch kregen de wenk het
ministerie voor publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie op onze oriëntatietocht
toch vooral niet over te slaan. Hier ont
vingen wij de verheugende mededeling,
dat de voorbereidingen voor dc totstand
koming van een vakgroep Sinterklazen
het laatste stadium hebben bereikt. Een
extra vreugde betekende het voor ons.
te mogen vernemen dat het plan om
de kerstmannetjes eveneens in deze vak
groep onder te brengen en dit monster-
TWIJFEL WEG
Tot slot zij hier nog het onderhoud
met Zijne Excellentie onze minister van
financiën gememoreerd. Toen wij het
kabinet van deze gezagsdrager betraden
hem opnamen, vloeide onze twijfel,
die al had bestaan, weg als water
door een zeef. De gelaatsuitdrukking, de
gestalte, heel het voorkomen van deze
eerbiedwaardige minister dragen het
stempel van zijn geloof in Sinterklaas.
Toen wij hem dan ook, meer plichtma
tig dar. uit innerlijke noodzaak, onze
inleidende vraag stelden, of hij in Sin
terklaas geloofde, antwoordde hij op
een toon die niet geheel vrij was van
licht verwijt: „Mijne Heren, zo Sinter
klaas niet bestond, zou ik zelf Sinter
klaas willen zijn". Wij haastten ons, te
verzekeren dat wij geen ogenblik hadden
getwijfeld aan de integriteit van Zijne
Excellentie te dezen en dat alleen de
formalistische afwikkeling van de en
quête ons tot het stellen van deze, in
derdaad enigszins onkiese vraag had ge-
De minister knikte en vervolgde
peinzend: „Ik behoef u slechts te
herinneren aan de algehelè tariefs
verlaging van de Inkomstenbelas
ting, aan de investeringsaftrek, de
uitbreiding van de verliescompensa
tie, de carry-back, om slechts enkele
dingen te noemen". Snel vulden wij
aan: „En de verdubbeling en de
verdrievoudiging van de kinderaf
trek". Zijne Excellentie knikte. „In
derdaad." beaamde h(j. „Het Sin
terklaasfeest van het vorige jaar is
een heerlijk feest geweest. Het was
een onverdeelde vreugde".
Misschien was het dwaas van ons, de
opmerking te maken, maar ze werd in
gegeven door het verlangen een ongerept
vertrouwen te stellen in het regerings
beleid. „Maar de leeftijdsgrens voor de
kinderaftrek is toch teruggebracht van
17 op 16 jaar, Excellentie", aarzelden
De Minister zuchtte. „Inderdaad"
sprak hij zacht. „Inderdaad. Het is tra
gisch, maar het was uit bittere nood
zaak. dat ik mijn zwarte Piet... par
don. mijn Staatssecretaris tot deze maat
regel moest uitnodigen. In het bijzon
der onder de zeventienjarigen neemt het
ongeloof hand over hand toe. Moge de
ze waarschuwing haar doel treffen."
Eerst toen drong het ten volle tot
ons door, welk een minister van finan
ciën wij bezitten.
Joh. Elzen
N.B. Ten einde alle misverstand te
voorkomen zij opgemerkt dat het on-
derwerpelijke artikel interviews met
Spaanse regeringsfunctionarissen
weergeeft. De opmerkzame lezer zal
dit reeds begrepen hebben.
gen waar u Sinterklaas kunt vinden, ik
ben nl. zijn hofleverancier wat speel
goed betreft. Maar (en hij keek mij r.og-
eens onderzoekend aan) Sinterklaas
heeft het op het ogenblik erg druk. Vol
gende week moet hij naar Holland en
ja. dan weet u het wel..." Ik knikte.
„Ik kom zelf uit Holland", zei ik,
wilde een stukje schrijven in de krant,
ziet
kilometer".
„Naar Sinterklaas
Wat nu te doen??
Doch lang behoefde ik daarover niet
na te denken. In de verte naderde een
stofwolk. Toen hij dichterbij kwam, zag
ik. dat het een motor was, waarop een
jongeman zat met een rood fluwelen
jasje, een zwarte broek en snoet. Voor
het hek remde hij af, haalde een sleu
tel uit zijn broek en draaide hem
in het slot.
„Wie bent u?" vroeg hij vriendelijk,
terwijl hij het hek met een sierlijke
zwaai openwierp.
„Ik, ik kom uit Holland en wilde
graag een stukje over Sinterklaas
krant schrijven".
„Aangenaam", zei dc zwarte baas,
„ik ben Piet Pietersen, Zwarte Piet van
dienst, we zagen u al aankomen. Eer
lijk gezegd dachten we, dat u de post
bode was. Anders had ik u rustig la
ten staan. Het is op het ogenblik ra
zend druk. weet u".
„Ik zou toch zo graag"
„Stil", zei Piet Pietersen en opende
;n kastje dat aan een boom hing. Er
it een telefoontoestel in, zag ik. Hij
draaide aan de schijf.
„Hallo!" hoofde ik hem zeggen. „Met
de secretaresse van de baas? Oh, je
spreekt met Piet Pietersen, Zwarte Piet
van dienst. Mag ik de Sint even? Ja,
hallo Sint. met Piet. Ik ben, zoals u
weet. naar het hek toegegaan, maar die
jongeman, die wij zagen, is niet de post
bode. maar een verslaggever van een
Hollandse krant. Hij zou graag een ver
haal over u willen schrijven. Kan dat
Ik wachtte in spanning af wat het
antwoord van Sinterklaas zou zijn.
't Komt in orde Sint" zei Piet en hij
gooide de hoorn op de haak.
..Oké!" zei hij lachend tegen mij.
„Gelukkig"eCz4chtte ik.
„Spring maar achterop de motor",
Plotseling remde hij. Vóór ons stonden
twee zwarte Pieten met glinsterende
uniformen en opgeheven armen. „De
vreemdelingenpolitie", zei Piet. leder-
die bij de Sint op bezoek komt,
moet zijn naam aan hen opgeven."
De twee politie-agenten kwamen naar
mij toe. Ik zei hoe ik heette. Maar
dat was niet genoeg. Ze vroegen nog,
hoe oud ik was. hoe de voornamen van
mijn grootmoeder waren en nog veel
,.lk dacht, dat Sinterklaas in een kas
teel woonde", merkte ik een beetje te-
teurgesteld. toen we bij een prachtige
villa kwamen.
„Neen, dat was vroeger", zei mijn
begeleider. 't Is nu veel te onpraktisch.
Zo'n kasteel is bijna niet
ken en het kost heel wat geld s
lasting. En omdat Sinterklaas z
Niet alleen des winters immers valt het hem het den
komt Sint Nicolaas
Holland; hij heeft al et
telijke malen ook zijn
zomervacantie
doorgebracht, om van zijn
herhaalde bezoeken
moet veelzeg- liet overigens, evenals de
de bollen
makkelijkst, zijn identiteit gend zijn geweest. Enkele moeder, die zonnebaadde,
te verbergen, want in het andere beschouwers reppen het kind alleen staan in
struikelt men er bij- van een roetzwart neger- zijn verdriet.
- xva.io «ver exotische ver- kind, dat in de avondsche- Een vriendelijke, zeer
ons land schijningen en het valt er mering op het strand, le- oude heer, kennelijk een
M|" in 't geheel niet op, bij zo- nig als een aap van bad- kerkelijk hoogwaardigheids-
veel vreemde talen, dat stoel op badstoel sprong.
zwijgen. Het is niet zijn
gewoonte, om ieder jaar
de zomer in Nederland
door te brengen,
r te iemand oud-Spa
of kerklatijn binnen glurend
tje dat de tijd vergat hevig bood hem
het verschrikkend. Het lijdt
bekleder, maakte echter i
uitzondering. Hij boog zich
ar u :t jongetje,
slap handje
gerdialect,
spreekt.
Ook in de zo
jaar 1954, kort na het man- geen twijfel of het moet één trilling in zijn stem: Hoe
dement van de Nederland- der dienaren van de kerk- heet jij, mijn jonden' F.n
smds wij op een goed- se bisschoppen over het vorst zijn geweest.
koopte-eiland. leven is de luisteren naaide orgelman. Zekerheid is echter ver
kregen door het volgende
I lief ge-
frequentie van de bezoe
ken aan onze goede ge-
westen wel groter dan ii
het verleden. De bezits-
bracht Sint Nicolaas cnigi
weken van welverdiende voorval: Een "aard'ig'^jon- JeJJ
rust in onze schoonste bad- gelje ujt de schildersbuurt
plaats door. van onze residentie. dat met
Bij de recherche moet het zijn moeder een dagje
ben je dit Ja
weest? Pieter, -ie het eens
in het grote boek, wil
Bij het horen van deze
woorden klaarde het ge-
MB zichtje van de arme kleine
verloor al spelend eensklaps op. Zijn stern-
spreiding. waaraan de bekend zijn geweest, doch zee
goede heilige ook niet is daar bewaart men over het een van de zandvormpjes. min* verkeerde in het te-
^HjHdaaraan bezoek een gepast stilzwij- die het bij gelegenheid 1 ";1
gen, ofschoon de nodige de laatste verjaardag
voorzorgsmaatregelen onge- dc Sint had gekregen. Het
Dat het niet algemeen be- twijfeld getroffen zullen kind was troosteloos en om
~ijn. Overieens is slechts bij zijn tranen terug te houden
jwkeurige opmer- riep het al de ongef
vermoeden gere- woorden uit, die het
n een slechte vriendjes had ge- beter, de woorden van au
rijzige leerd en wel tot ergernis kind. dat uiteraard de gave
kend is. komt doordat de
oude bisschop hoe kan enkele
het ook anders incognito kers e
verschijnt en verdwijnt. Hij zen. w
draagt noch tabberd, noch haringkraam
mijter maar het eenvoudi- grijsaard met
ge zwarte costuum met bol- dc gelaatsuitdrukking
hoedje, staande boord en ro- gen proeven
de bef. terwijl zijn baard landse
is bijgeknipt tot een par- tie. wa
mantig schippertje. de. an
Bij voorkeur logeert de vingers het zeebanket
goede Sint in Scheveningen het staartje boven de glii
en dat is te begrijpen. Daa:^r
i schreeuwde, tot
ergernis van dat deel der
bezoekers dat de fijne nu-
Iances der Nederlandse taal
al de ongepaste geheel machtig is..
j - Maar nee. het is toch
veel beschaafde ba-- des onderscheids nog niet
bezat, op deze plaats niet
De eleg;
de fijngevorm- zoekers vergeefs in hun zak- baar.
op de:
herhalen.
De grijsaard schrok zicht-
nders gehandschoende dictionnaires zochten
de betekenis in hun moe-
dertaai van de uitlatingen
lachend geopende mond de- van het ventje. Het publiek
Sinds die dag heeft men
hem in Scheveningen niet
meer gezien.
Jan E. Niemeijer.
liever uitgeeft om kinderen blij te ma
ken, is hij maar gaan verhuizen."
„Stap hier maar in de lift", zei Piet.
Ik deed het en we schoten omhoog.
Op de tweede étage stapten we uit,
vlak voor een deur, waarop een bordje
hing Sinterklaas. Binnen zonder klop
pen.
In de hoge kamer achter een bureau
zat een vriendelijke grijze heer. met een
lange witte baard. Hij had mij nog niet
opgemerkt want hij was aan het telefo-
raij -beter, de Sint niet te storen.
„Ja, twee millioen suikerbeesten moet
ik hebben. Wat ze voor moeten stel
len? Dieren, net als altijd", zei hij.
„Neen, niet van die kleintjes hoor"
Ja, dan bel ik u nog wel eens."
„Hè hè", zei hij en wilde zich in een
stapel papieren verdiepen. Ik kuchtte
eens. Verschrikt keek de Sint op. maar
toen hij mij zag, kwam hij achter zijn
bureau vandaan.
,.Zo zo", zei hij, „dus u bent die
verslaggever uit Holland, die mij wilde
spreken. Nu. dat kan hoor. Ik heb wel
weinig tijd, maar dit zal toch wel even
gaan. Wat wilde u weten? Hoe ik dit jaar
naar Nederland ga, of er veel ondeu
gende kinderen zijn en of er nog ver
anderingen zijn gekomen?"
Ik knikte verwonderd, dat Sinterklaas
-ecies wist wat ik wilde vragen. „Nu".
:gon de oude weldoener, terwijl hij
zijn sigaar aftipte op het zilveren as
bakje, dat voor hem stond, „ik denk.
dat ik maar per hefschroefvliegtuig naar
Holland kom. Ik heb altijd zo'n last
Vliegles
„Vliegt u zélf?" vroeg ik. De Sint
knikte. „Ja", vertelde hij, „ik heb van
omer vliegles gehad, samen met
eerste zwarte Piet en" zo ver
volgde hij, „zo'n hefschroefvliegtuig is
zo makkelijk als ik de schoorstenen
langs moet. Met Milly, m'n beste schim
mel. durf ik het niet meer aan. Ze wordt
te oud en met een hefschroefvliegtuig
gaat het veel vlugger. We hebben het
hier al geprobeerd."
„Hoeveel Pieten heeft u eigenlijk?",
vroeg ik. De Sint dacht even na en
zei toen: „Ongeveer 120. van wie er 54
nog op school zijn".
„Op school??"
„Tuurlijk", zei de Sint trots. „Sinds
kort heb ik een Pietenschool opgericht.
1 was niets op den duur. Ze spraken
:t eens Hollands en een schoorsteen
in klimmen konden ze niet, evenals re
kenen of schrijven. Daar is nu gelukkig
een eind aan gekomen. Ze ontvangen
behoorlijk onderwijs. De school duurt
vier jaar. En als ze voor hun diploma
geslaagd zijn. worden ze Zwarte Piet
derde klas. Wanneer ze hun best doen,
kunnen ze opklimmen tot eerste klas,
maar dat is erg moeilijk."
„Vindt u het fijn, weer naar Holland
te gaan?"
„Ja", knikte de Sint, „reuze. Vooral
omdat er dit jaar veel minder ondeu
gende kinderen zijn dan anders. Dat doet
me echt plezier. Want eerlijk, ik houd
er helemaal niet van. de kinderen te
berispen". „Oh. ja", zei hij. „dat is
misschien ook wel leuk om in de krant
te zetten. Dit jaar heb ik een spik
splinternieuw costuum aan. Dat heb ik
van de Zwarte Pieten gehad voor mijn
verjaardag, die lk hier altijd een week
van te voren vier." De telefoon rin
kelde weer en omdat ik de Sint toch
vooral niet tot last wilde zijn. zei ik
hem dat ik weer weg ging. „Ben je
met de boot?", vroeg hij.
„Jawel", zei ik.
„Ik zal je met mUn hefscroefvlieg-
tuig laten terugbrengen", zei hij. De
Sint drukte op een knopje en na enige
tijd kwam er een Zwarte Piet binnen.
„Breng deze jongeman even naar
Holland", zei hij. Dc piloot knikte
„Hier. neem dit mee", zei de Sint en
hij duwde mij een nieuwe schrijfmachi-
in de handen.
„Een schrijfmachine", zei hij, „die
kunnen jullie altijd wel gebruiken"
"'nterklaas. wat ben ik daar blij
V,z5' en dank,e hem vriende
lijk. Nadat ik afscheid genomen had.
bracht de Zwarte Piet mij naar het
dak. waar een hefschroefvliegtuig stond.
Ik stapte in. De piloot draaide aan wat
handles en we stegen op. Na een paar
uur waren we weer boven Holland, waar
Piet me op de Rotterdamse Heli-haven
afzette.
Toen ging ik naar huis en schreef dit
-erhaal op mijn nieuwe schrijfmachine.