de auteur Aart Romijn
Vloerlamp
Van dodendans via kerkorgel
naar het sprookje
LEZERS
iPELGRIMAGE
Morgen: „oecumenische Zondag'
in vele Nederlandse kerken
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
2JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIHIIJ
l n i i i n ii mi in i ii i ii ii ii 11 ii ii mini
In gesprek met,
„De mens fascineert me en dwingt me tot schrijven
Na een nogal taaie bij
eenkomst van letterkun
digen in het Internatio
naal Cultureel Centrum
(I.C.C.) waar o.m. over
de sociale positie van de
schrijvers was gesproken,
waren we blij weer door het
mooie Vondelpark te lopen.
Romijn pikte, al pratende,
schielijk een paar mooie
eikels van de herfstige pa
den, waarmee hij straks aan
tafel zijn dochtertje blij zou
maken.
Nee het trage tempo
van de besprekingen had
den de sterk impulsieve
Aart Romijn zichtbaar ge-
irriteerd.
Onze woningen zijn door
de nieuwe N-S. buslijn
Amsterdam—Den Haag bij
na linea recta verbonden,
zodat er, na de gezellige
maaltijd, waarbij de kinde
ren op ongedwongen wijze
hun deel hadden aan de
conversatie, nog een uurtje
overbleef voor praten over
het werk.
Aari Romijn is na de oorlog
vrij plotseling een veel gelezen
protestants auteur geworden. Hij
heeft met zijn open, frisse ma
nier van vertellen en door de
gelukkige keuze van zijn milieu's
een grote lezerskring veroverd.
Aanleiding tot dit interview
met hem was zijn kort geleden
verschenen roman „De Laatste
Ansman", deze zomer als radio
feuilleton voorgelezen voor de
N.C.R.V.-microfoon.
Je bent toch begonnen als
schrijver van kinderboeken?
Ja ik heb er een tiental
geschreven en er zijn er bij,
waarvan ik veel genoegen be
leefd heb. Mijn laatste is „Van
Hollandse jongens in de Duitse
tijd".
Maar je eigenlijke debuut
als romanschrijver was toch
„Het smalste Fundament".
Dat verscheen in 1948. Het
beschrijft de maatschappelijke
ondergang van een leraar die
geen orde kan houden. Ik weet
nog goed dat ik de eerste helft
van dit boek in drie dagen tijds
geschreven heb.
Het zal je niet onbekend
zijn dat velen menen dat dit
nog altijd je sterkste roman is
gebleven. Maar toen je begon
in een boekenserie te publice
ren ben je. meen ik, ^bekend
geworden bij een veef groter
lezerspubliek.
Ja, dat begon met „De Ach
tergrond". het gevecht van een
jongen uit een benepen milieu
om klaar te komen met zich
zelf en zijn achtergrond.
Dat je daarna in een vrij
kort tijdsbestek zoveel hebt
kunnen schrijven, is dat te
danken aan de stimulerende
belangstelling van je lezers?
Je moet wel haast bezeten zijn
van het schrijven, zeg ik.
Misschien kun je beter
zeggen: bezeten van de men
sen. De mens fascineert me en
dwingt me tot schrijven.
Maak je eerst nog een
concept of zo?
Sudderen
Nooit. Wel broeit het soms
maandenlang. Ik noem dat „sud-
Maar dan heb je todh zeker
wel eens meer dan een panne-
I tje op het vuur staan?
O ja. soms wel vier. Ik
ben nu eenmaal sterk impulsief
Ik word gedreven. Soms
wordt het niks en verscheur ik
de copy.
Ik heb me laten vertellen
i dat je je romans niet met de
I hand schrijft maar direct op de
machine typt. Is dat niet wat
- i gevaarlijk voor de kwaliteit van
je werk? Me dunkt dat je on-
e der het typen moeilijker kunt
j corrigeren dan met de hand
n 1 schrijvende.
Het is mij niet mogelijk
I lang achter elkaar te schrijven
i omdat ik wordt gehandicapt
door bepaalde spierbewegmgen
in mijn arm. Ik ben me het
gevaar van doorhollen dan ook
wel bewust. Maak ik zie er
heus niet tegen op om een half
boek over te typen, als dat moet.
Mag Ik je een gewetens
vraag doen?
Daar ben je voor gekomen.
Vind je het publiceren in
de bekende boekenseries, waar
het bedje voor de auteurs als
gevaar"6 gMP™
H de kwaliteit
- Het iVe*er
niet denkbeeldig. Ik wil.my
dan ook niet op het serieboek
vastleggen. Mijn min of meer
experimentele roman „Het oe
loofde Land" ken je. Het is de
eeschiedenis van de ondergang
van een troep verblinde reli
gieuze dwepers. Gcsc^re^", ""l
der de indruk van de oorlogs
jaren met hun hoop op een oe-
l tere toekomst. Jammer genoeg
heeft het boek het niet zo goed
Ook ga ik zeker nog door
met het schrijven van romans
voor de rijpere jeugd, zoals
„De weg die wij gaan en
„Voorgoed begonnen".
Maar weet je wat i k een
gevaar vind voor de serieboek-
tchrijvers? Dat ze blijven han
gen in de streekroman en in
een zekere christelijke eigen-
dommelijkheid. Zie je, ik ben
i zelf van buiten af in de kerk
gekomen, en als je me vraagt
wat ik als een gevaar zie voor
I ons werk. dan zou ik toillen
zeggen, dat we door allerlei
I oorzaken toch teveel blijven
ingekerkerd in een bepaald
soort conventie We worden
nog te veel geremd. Wc durven
nog niet te publiceren wat we
s AART ROMIJN werd op 4 Januari 1907 te Zaandam
geboren. Hij was als onderwijzer, later als hoofd, werk-
zaam te Amsterdam.
s Hij ging, na het behalen van de acte M.O. Nederlands
S over naar het middelbaar onderwijs. Is thans leraar aan
het Christelijk Lyceum te Amsterdam. Werkte mee aan
Op den Uitkijk, Ontmoeting e.a.
H Gepubliceerde romans: De Weg die wij gaan (Jeugd-
roman(1947), Het Smalste Fundament, De Achtergrond
(1948), Het \vonder der jaren (1949), Het beloofde Land
(1950), Vijf en Veertig (1950), Wie zonder zonde is (1951),
Voorgoed Begonnen (Jeugdroman, 1952), Het leven is
H goed (1953), De laatste Ansman (1954).
illlllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllli^
epn door hem geschapen figuur,
die hem zelf niet bevredigt.
Inderdaad een boeiend ge
geven.
We kijken het manuscript eens
door. Links op de bladzijden
staan de aanwijzingen voor de
regisseur en de cameraman,
rechts de dialogen.
Dat is nog weer eens wat
anders dan romanschrijven, zegt
hij. Ik kan je verzoetten dat
de regisseur een hartig woordje
meespreekt. Maar het werk heeft
me te pakken. Ik vind het een
fijne opdracht en ik hoop dat
het stuk zal slagen.
Als hij mij naar de bus brengt
komen we nog even terug op het
uitgangspunt, zijn laatst versche
nen roman „De Laatste Ansman".
Weet je, zegt Romijn, eigenlijk
had ik nu eens een roman zonder
mensen willen schrijven. Alleen
maar een verhaal over een dood
stadje aan de rivier met de geur
van het stille bederf.
Nu je me dit zegt, begrijp
ik beter de grijze kleur van het
middengedeelte van het boek.
Ik heb trouwens de kwaliteit
van het boek meer gevonden
in de uitstekend volgehouden
sfeertekening dan in de psycho-
Boven het Surinameplein koerst
het zoveelste vliegtuig naar
Schiphol. Het heeft zijn zoek
lichten reeds ontstoken.
In Amsterdam kan je leven,
zegt hij nog en hij vertelt me
van het kerkewerk in het Am
sterdamse Bos. 's Zondags. Ook
over zijn schoolwerk, vertelt hij.
In hart en nieren onderwijsman,
die, zo hij opnieuw kon kiezen,
onmiddellijk en zonder voorbe
houd het Onderwijs zou kiezen.
Maar als ik denk aan het vele
werk dat hij naast deze omvang
rijke levenstaak verricht denk
ik: hij wordt verslonden. Maar
zijn vrouw stelt mij opgewekt
gerust: Hij heeft altijd nog tijd
voor zijn gezin en voor wie hem
spreken wil. En dat zijn er niet
weinigen, dat heb ik vanavond
wel gezien. Ik weet dat er cri
tici zijp, die Romijn zouden wil
len remmen. Die zeggen dat hij
teveel schrijft. Misschien hebben
ze gelijk. Maar vanavond is mij
toch wel duidelijk geworden dat
deze schrijver voorlopig de teu
gels nog laat vieren. Hij kan
niet anders, bezeten van de men
sen en van het schrijven over
mensen. Maar met een vast
doel in het oog. Een doel dat
verankerd ligt in het geloof.
Als we hier nog wat dieper op
ingaan blijkt me wel, dat ook
een succesvol schrijver als Aart
Romijn in de spiegel durft kij-
Kijk eens, zegt hij ten slotte:
een boek schrijven dat maar
door een paar mensen zal worden
gelezen heeft voor mij persoon
lijk weinig zin. Je hebt volko
men gelijk als je van mening
bent dat een grote lezerskring
mij stimuleert. En er komt nog
wat bij: ik zal nooit een niet-
christelijke roman kunnen schrij-
Televisiespel
voor N.C.R.V.
Kun je met een enkel
woord het grondthema van je
werk aangeven? Er is geen spoor
van aarzeling als hij mij ant
woordt: „Christus in een godde
loze wereld. Ik hoop nog eens een
pendant te kunnen schrijven van
mijn sociale roman „Wie zonder
zonde is", dat verhaal over een
„licht" meisje waar de kerk geen
raad mee weet. Ook hoop ik nog
eens een antwoord te »kunnen
het boek „Klop maar
Ik heb gelezen dat de NCRV
televisie-spel van
heeft
aangekondigd. Wanneer zal dat
plaatsvinden?
In Januari, als alles goed
gaat. Ik ben er namelijk nog aan
bezig. Het stuk moet een hele
avond vullen. Een experiment
zowel voor de NCRV als voor
Kun je er iets van vertel
len?
Het gaat over de hoofdper
soon van een novelle die voor do
mislukking van zijn leven staat.
Hij komt bij zijn auteur er. vraagt
hem of hij hem in zijn verdere
leven wat meer tot zijn recht
wil laten komen. Kort en goed
het gaat dus in dit spel om de
confrontatie van de auteur met
P. J. Risst
KUNST IN TECHNIEK
Worden onze huiskamers nog
veel te veel ontsierd door ver
lichting, met inbegrip van vloer
lampen, die een protserig voor
komen hebben, wat veroorzaakt
wordt door overdadige versie
ringen en uit hun verhouding
gerukte vormen, waarbij meest
al een grote kap wordt aange
troffen. die noch naar boven of
beneden noch opzij het licht
laat uitstralen, beslist niet is dit
het geval bij de hierboven af
gebeelde vloérlamp. Via het in
dustrieel proces en met een
goed-doordachte gebruikmaking
van materialen, is deze doelma
tige verlichting ontstaan.
Hierbij is geenszins de aesthe-
tica uit het oog verloren. Be
zien we maar eens de goed ge
vormde voet met de enkele ge
bogen lijnen in een buismate
riaal. Al deze vormen hebben
een duidelijk te herkennen doel.
Daarmede is de kap met zijn
Fabrikaat: N.V. Anvia,
te Almelo
fijne perforatie in de onderrand,
welke een luchtig decoratief
effect geeft, volkomen in har-
Door een perfect geconstru
eerde scharnierbeweging is de
kap in alle richtingen draaibaar,
waardoor de lamp voor ver
schillende doeleinden te gebrui-
Deze vloerlamp, uitgevoerd in
frisse kleuren, met een enkel
goudglanzend accent als de
scharnierbeweging en de knop
op de kap, zal, zonder de pre
tentie van een hoofdmoment in
onze kamer te willen vormen,
in het moderne interieur een
AART ROMIJN en zijn dochter.
VIA NAALD EN PLAAT
In het muziekleven neemt
de piano nog steeds een
grote plaats in. Het is wer
kelijk opvallend hoeveel
groter de belangstelling
voor een concert is, als er
een pianosolist optreedt. De
grote orkesten in ons land
engageren voor hun abon
nementsconcerten dan ook
meer pianisten dan b.v. vio
listen of zangkunstenaars.
En de gramofoonplaten met
pianowerken zullen ook wel
veel aftrek hebben.
Hier zijn dan twee opnamen
lie we van harte kunnen aanbe
velen. Allereerst de langspeelplaat
DECCA LXT 2932 met de pianist
Peter Katin en het Londcns Phi'.h.
Orkest o.l.v. Jean Martinon. Aan
ie ene zijde de „Totentanz" van
Liszt, tot welk werk Liszt geïn
spireerd werd door de giganti-
ichiïderir.gen „Triomf
FRANS LISZT
sieraad zijn met vele mogelijk
heden qua verlichting en grote
voordelen, zoals gering gewicht,
waardoor de lamp gemakkelijk
te hanteren en dus te verplaat-
een is en toch stabiel, terwijl
het onderhoud zeer eenvoudig
is.
Arie Vermeer.
Tegenover de doden zijn wij,
in het algemeen gesproken,
wreed. Ik bedoel niet onze ge
storven nabestaanden, ook niet
helemaal onze vrienden of
goede kennissen, maar die
groep van andere mensen, wier
bestaan binnen onze gezichts
kring viel. Soms schrikken we
op, wanneer we bedenken, dat
die of die alweer zó lang dood
is. 'Sie reiten schnell, die
Toten!', dichtte Burger. Dit
overwegend, be
grijpt men, hoe
men tot het in-
stellen van een
allerzielendag is
kunnen komen.
Daarom is het zo
goed, dat men
rouwbrieven be
waart. Soms komt
bij
Dooreengeworpen
jaartallen
nelijke pedanterie heeft ze ge
sorteerd en op jaartal gelegd.
Men houdt een rouwbrief uit
1899 in handen, gedrukt met
een soort schoonschrift-letter,
en springt dan over op 1936,
of 1911. Een bericht op grauw
papier uit 1943 ligt naast een
kaart uit 1908. De vrouw heeft
over de vraag van een even
tueel sorteren niet eens ge
dacht, maar hoe zuiver en juist
heeft ze gehandeld. Zonder er
bij na te denken,
heeft ze die
rangschikking ge
kozen, waarbij
men de doden
van de eeuwig
heid uit beziet.
Wie de dood toe
gevallen is, is
uit zijn generatie
losgemaakt. Het
eeuwige huis kent
huizing of oprui
ming, een pakje
overlijdensberichten in handen, verzoend met dit dooreenge-
i Meestal is het een vrouw, die worpen zijn van jaartallen, die
bewaart en in de regel lip- J— fefiju"
I gen ze door elkaar. Geen i
AFSCHEID
Luister niet meer naar de wind en de regen.
Roep mij niet op in de blik van een mens.
Kom mij niet onder de sterren meer tegen,
want ik ben afgereisd over de grens,
naar waar geen woorden mij meer kunnen binden,
achter de ebbe en achter de vloed.
Tracht mij niet meer in een schaduw te vinden,
treedt mij niet meer in de droom tegemoet.
Zoek mij niet meer. want mijn spoor ging verloren,
alle symbool is voor eeuwig verhuld.
Weet dit alleen, dat ik nieuw ben geboren.
zonder mijn weemoed en zonder mijn schuld.
JO KALMIJN—SPIERENBURG
halv
strijken, vijf decenniën, u'aarin
de wereld ingrijpender ver
anderd is. dan misschien ooit
in de geschiedenis. Het doet er
niet toe. Met deze rouwbrieven
in de hand staat men aan gene
zijde van alle actualiteit. De
dode. die met een straaljager
is omgekomen, naast de dode,
die van haar leven nooit .in
een trein gezeten heeit. Twee
wereldoorlogen doen hier niet
meer ter zake.
Vervuld van overwegingen
in deze aard, gaat men de
I straat op. Even kijkt men
vreemd op van het leven, dat
verder gaat. alsof het een dood
zonde. althans tijdverlies, zou
zijn om inaar éven om te kij
ken. Tol het oog plotseling op
een voorbijrijdende vrachtauto
I valt. Deze auto is volgestapeld 1 of tw"maal, doch men let niet
met ijzeren vaten, en op elk daarop." C. R.
des doods" op het Campo Santa
kerkhoft te Pisa (welke wer
ken aan Pisaanse schilders wor
den toegeschreven en niet, zoals
de plaatomslag vermeldt, defini-
:ief van Andrea Orcagna zijn).
Liszt's schoonzoon Hans von Bü-
low gaf de eerste uitvoering
van de „Totentanz" in 1865 in
Den Haag. Het zijn eigenlijk een
voor piano en orkest verwerkte
serie paraphrasen op het Dies
Iral uit het Requiem. De andere
plaatzijde geeft twee werken
van Mendelssohn voor piano en
orkest. „Capriccio brillant" en
„Rondo brillant". Heel erg be
langrijke werken zijn het niet,
maar wel aangenaam om naar
te luisteren. En vooral zoals Pe
ter Katin ze speelt: zeldzaam hel
der, alles parelt, elke toon is fraai
en nergens is er verkeerd pe-
daalgebruik. Grandioos ook is
zijn technische prestatie in „To
tentanz". Een prachtige opname.
De tweede pianoplaat is een
opname van twee Pianoconcerten
van Mozart, no. 9 en no. 15. bei
de gespeeld door Wilhelm Kempff
en het Stuttgarter Kamerorkest
(versterkt door de blazers van
het Orchestre de la Suisse ro-
mande) o.l.v. Karl Münchinger.
(DECCA LXT 2861). Prachtig af
gewogen spel. waarbij do klank
regisseur een volkomen versmel
ting heeft weten te verkrijgen
tussen piano en orkest. Welk een
verrukkelijke spran'kcling hebben
Kempff en Münohingor hier be
reikt. Het is een rijk, bezit ge
wonden.
'Naast de piano is ook het
kerkorgel populair, al laat de
belangstelling voor de orgel
concerten nog wel eens wat tc
wensen over. Behalve als Feike
Asma speelt en hij zal ook met
zijn nieuwe plaat zijn duizenden
bewonderaars in binnen- cn bui
tenland weer veel doen genieten.
Op de Philips-langspeelplaat
N 00182 L speelt hij vier wer
ken van de grote Franse orgel
meester César Franck: „Pièce
héroïque" en de drie koralen
in E. b, en a. Wie in de ver
onderstelling zou leven, dat
Feike Asma alleen maar wild
kan spelen, komt met deze op
name toch wel bedrogen uit.
Met een waarlijk klassieke rust
speelt Asma hier de Franck-
werken op het prachtige orgel
van de Oude Kerk te Amster
dam.
Voor kinderen en ouderen is
er door Philips een opname
gemaakt van het sprookje
„Peter en de wolf" met muziek
van Serge Prokokieff. (N 02605
R, langspeel). U kent het
sprookje wel over de moedige
Peter en zijn vriendjes de
vogel, de kat en de eend. Alles
wordt muzikaal verbeeld, wer
kelijk geniaal werk van Proko-
fieff. Uitnemend zegt de be
kende radio-man Manus Wil-
lemsen de Nederlandse tekst en
André Kostelanetz speelt met
zijn orkest ideaal de muziek.
Een waardevolle opname, waar
naar U beslist heel veel zult
luisteren, zowel alleen als met
uw kinderen. Van goede
sprookjes krijg je immers nooit
genoeg.
Ten slotte nog een heel mooie
Philips-opname (A 00675 R) met
twee werken van Joh. Chr.
Bach, gespeeld door het Weens
Symphonie Orkest o.l.v. Paul
Sacher en Walter Schneiderhan
(viool). Nikolaas Hübner (cello)
en Gustav Leonhardt (cembalo).
Het zijn „Sinfonia concertante
voor viool, cello en orkest" en
„Concerto voor strijkorkest met
cembalo". Muzikaal en stülcri-
tlsch is dit alles van de hoogste
orde. De opname zelf lijkt ons
wat hoog opgenomen, maar kent
overigens geen schommeling of
zweving. Een verrijking van het
klassieke repertoire.
Corn. Basoski.
van deze drums is een cijfer
aangebracht. Zijn het serienum
mers, of zijn het jaartallen?
Men leest: 1954, 1932. en daar
boven 1948, 1926, 1942, 1938,
1917. Een met spoed naar huis
rijdende wagen, vol met door
eengeworpen jaartallen.
Als een figuur uit een boek
iets dergelijks ziet. houdt hij
pas en adem in. maar wij men
sen uit het gewone leven zijn
zulke automaten, dat we, ook
als we zoiets meemaken, rustig
doorschuifelen. De wagen rijdt
trouwens verder en is over de
brug al spoedig uit het gezicht
verdwenen Maar als de wan
delaar thuis komt. neemt hij
de Bijbel en bladert een poosje
in het boek Job. tot hij vindt
wat hij zoekt Het was dus
Elihu, die z"i (hoofdstuk 33
..God spreekt eens
KLACHT VAN HERVORMD PREDIKANT WAAROM
BIDDEN WE NIET MEER VOOR ELKAAR
De tweede Adventszondag is, volgens traditie, de „oecume
nische Zondag" in de bij de Oecumenische Raad in Nederland aan
gesloten kerken. Deze raad heeft de predikanten gevraagd, op
deze dag in het bijzonder de oecumenische arbeid in prediking en
gebed te willen gedenken. De jaarlijkse gebedsweek voor de chris
telijke eenheid, uitgeschreven door de Wereldraad van Kerken, valt
ditmaal van 18 tot 25 Januari a.s.
Zoals gebruikelijk is,
heeft de afdeling voor
Geloof cn Kerkorde van
de Wereldraad speciale
gebeden voor deze week
opgesteld. In deze lei
draad wordt ook een
gebedsrooster aangege
ven voor de dagelijkse
voorbede.
Een dergelijke schrif-
Een nieuw r.k. bolwerk?
Italiaans blad: Nederland
niet protestants meer
Nederland is geen protestantse natie meer, conclu
deert het Italiaanse r. k. blad II Popoio. De Romeinse
correspondent van het Haarlems Dagblad vertaalde een
artikel met allerlei merkwaardige uitspraken. Zoals de
volgende:
„Officiële gegevens wijzen uit. dat de protestan
ten van 60 percent tot 40 percent zijn gedaald en
dit betekent nog niets tegenover de ongelooflijke
inwendige crisis, die' hen teistert" Of: „De on
verschilligheid in geloofszaken gaat bij de protes
tanten zo ver, dat zij hun kinderen vrij laten om,
wanneer zij volwassen zijn, zelf te bepalen, welke
godsdienst zij willen belijden"....
Na deze onvriendelijke opmerkingen wordt de r.k.-
actie geprezen: „dringt het rooms-katholicisme
steeds meer door en breidt zich uit, rustig en zwij
gend, zoals zulks past bij deze edele natie. Een
eeuw geleden was Nederland nog missiegebied, thans
heeft het zijn eigen hiërarchie met een kardinaal,
bisschoppen en lekenapostolaat. Geen land geeft aan
de r.k. een groter percentage missionarissen in ver
houding tot de rooms-katholieke bevolking: één mis
sionaris op iedere 340 gelovigen.
De rooms-katholieken zijn ook zeer stipt in het
nakomen van hun godsdienstplichten. Vooral in ver
gelijking met het buitenland. Op 100 rooms-katho
lieken. nadat zij hun eerste communie hebben ge
daan. wonen er 70 in Den Haag, 62 in Amsterdam
en 42 in Rotterdam geregeld de mis bij.
En voorts: de Katholieke Actie is actief, de pers
is nummer één. meer dan de helft van de r.k.
jongeren zit in een of andere r.k. jeugdorganisatie
(900.000 leden), de ontkerstening van de arbeiders
massa in dc r.k. streken is voorkomen. Kortom:
..In geen ander land hebben de rooms-katholieken
de wonderbaarlijke successen weten te behalen van
onze Nederlandse geloofsgenoten."
i het
bed is ons Nederland
se protestanten, vrij
vreemd. Het ziin alleen
met name zendingsin
stanties. die geregeld
de voorbede vragen
voor zeer concrete doel
einden. Er is blijkbaar
reden voor de vraag, die
ds. J. E. Steenbakker
Morilyon Loysen uit
Angeren stelt in het
hervormdp weekblad
„Dc Gereformeerde
Kerk": „Waarom bid
den wij niet meer met
en voor elkaar?" Waar
om vraagt onze kerk
die voorbede niet voor
zovele kerkelijke belan
gen, noden en personen,
die wel heel dicht bij
ons staan, omdat dit
alles valt in de kring
der eigen vaderlandse
gemeenschap? En waar
om ook niet voor wat
in de wereld geschiedt
en ons met bange zorg
vervult?"
Ora et Labora
De nieuwe kerkorde
aldus ds. Loysen
maakt het ons mogelijk.
Christus-belijdende zen-
Bij de Zee van Tiberias
Park in Israël in de oude
bijbelse toestand
Een gunstige ontvangst kreeg bij Israëlische autoriteiten het plan van
de Amerikaanse baptistendominee dr. Lindsay te Jeruzalem, die de
oprichting van een „nationaal park" in Galilea aan het ministerie voor
Godsdienstzaken heeft voorgesteld.
Het park zou, ver van de moder
ne technische beschaving, op de
noordwestelijke oever van de Zee van
Tiberias een bepaald gebied „in bij
belse toestand" omvatten. De aanleg
van een oeverweg, een kleine haven
en een aantal kleine gebouwen met
bibliotheekruimte zou voldoende zijn.
Dr. Lindsay vindt het wel goed, als
(a.s.(predikanten een poosje in deze
bijbelse omgeving studeren. Het park
zou ook een ontmoetingsplaats kun
nen zijn van vertegenwoordigers van
..alle bijbelse godsdiensten" en het
zou heel wat toeristen trekken.
Trouwens: in de Baptistenunie in
de Ver. Staten gaan stemmen op om
a.s. voorgangers een reis naar Is
raël voor te schrijven. Van de 5000
afgevaardigden die in de zomer van
1955 aan het confres van de Baptis
ten wereldbond in Londen zullen deel
nemen, zullen er 3000 van tevoren of
na afloop het Heilige Land bezoeken.
Trouwen in Israël
Israël kent geen burgerlijk huwe
lijk; slechts een door de autoriteiten
erkende godsdienstige gemeenschap
kan een huwelijk sluiten. Maar als
men in een ..niet erkende" kerk wil
trouwen? Tot deze categorie beho
ren verschillende protestantse ge
meenten en kerken, die weliswaar
..geduld" worden, maar geen wette
lijke status hebben. Dit hebben de
joodse, de r.k., de grieks-kath.. de
gneks-orthodoxe, de koDtische.de ar-
meense, de islamietische en andere
geloofsgemeenschappen wel.
De anglikanen hebben ook geen er-
Kerk in de
wereld
O Er zyn 149 Amerikaanse legerpredi-
kanten in Weat-Duiuland, 73 r.k.
aalmoezeniers en negen joden, onder
dan
intal i
200 eigen soldaten-kerkgebouw-
tjes. Er zyn veel gemeenschappelijke
Duits-Amerikaanse kerkdiensten, o.a.
onder auspiciën van de Youth-for-
Christ-beweging.
Ds. Ken Muto uit Tokio is gekozen
bIs voorzitter van de Verenigde Chr.
Kerk van Japan, de Kyodan. Ds. Muto
is actief in de oecumenische bewe
ging.
De nnglikaanse aartsbisschop van
Canterbury, dr. Fieher, heeft de En
gelsen opgeroepen, niet Kerstfeest de
vele in Engeland studerende of ar
beidende Afrikanen in hui» te no
digen.
Bijgeloof en heksenwaan zijn in
Duitsland weer aan de orde van de
dag. zei een deskundige. Voor de zo
veelste maal vroeg hy een verbod
van het zg. „zesde en zevende boek
van Mo.es", dat door gewetenloze
zakenlui in de handel is gebracht
een oceult geschrift, dat niet* met de
Bübel te maken heeft.
Met uitzendingen over 35 Australi
sche stations ia het evangelisatie-
radioprogramma „Het leven heeft
zin" van de Methodiatenkerk een van
de aurcesrykate programma's gewor
den. Er zijn een millioen luisteraars,
en dat haalt geen enkel ander Austra
lisch radionummer. En er komen
duizenden brieven.
„Als onze natie niet méér dan tot
nu tor onder God gebracht wordt,
komt haar eigen toekomst in gevaar
en wordt de wereldvrede bedreigd",
<ei bisschop Willi,,,, C. Martin, toen
Sy dezer dagen in Boston de verga
dering opende van de Nationale Raad
van Chr. Kerken in de Ver. Staten.
kenning, maar al vele jaren wordt
stilzwgend goedgevonden, dat in de
ze kerk mensen trouwen. Maar de
protestanten moeten voor elk huwe
lijk toestemming vragen aan de re
gering. En die kan „ja" zeggen, maar
evengoed „neen."
Er zijn baptisten, die hun trouw-
diensten dan maar houden in., de
anglikaanse kerk. Niet in Jeruzalem,
want daar mogen de baptisten offi
cieus trouwen. Net zoals de anglika-
dingskerk te zijn. En cr
wordt heel wat werk
verzet. Daarbij mag het
bidden echter niet ach
terblijven: voor de we-
reldnood. voor de ver
deeldheid der kerk
„Het vuur van Gods
Heilige Geest vlamt niet
door Christus' leden, zo
dat ze tezamen een
warme gloed in deze
kille wereld vormen.
We hebben zo weinig
moed tot persoonlijk ge
tuigenis, omdat onze
blijde geloofszekerheid
vaak verschraald is tot
twijfelend vrezen, er is
veel klein gedoe in het
kerkelijk leven, een we
reldse geest krijgt ons al
meer te pakken en
Gods machtige hand is
uitgestrekt tot het ge
richt. Wij dansen op een
vulkaan
En nogmaals vraagt
ds. L.: „Waarom laat de
kerk ons in ons gebeds
leven, bepaaldelijk in
onze voorbede, zo zielig
alleen staan en stumpe
ren? Zou het voorbeeld
der zending geen navol
ging verdienen?' De
raden van bijstand
moesten van tijd tot ti.id
aan iedere gemeente (i.
c. predikanten, kerke
raden. zendings- en
jeugdcommissies) ver
zoeken: „samen op de
kn;een te gaan en alle
noden, belangen en per
soren. die in een ge-
bedrieidraad genoemd
worden, in het gebed
tot God te brengen. Er
moest bii iedere kerke-
raad veel meer op aan
gedrongen worden, dat
hij een gebedskring
vorme. waarbii zich
vele belangstellenden
uil de gemeente kun
nen Éansluiten. een
kring, die on geregelde
tijden samenkomt en de
eigen plaatselijke ge
meente de Here voor
te leggen."
Interkerkelijk
„Laat men dan aller
eerst in „de hogere col
leges" gaan verstaan,
dat een uur samen bid
den meer betekent dan
een week confereren".,
„dan zal er ook meer
aandrang van bovenaf
worden uitgeoefend, om
het gebed niet te ver
waarlozen."Welk
een kracht gaat daarvan
uit, wanneer we door
heel Nederland, Her
vormden, zowel als Ge
reformeerden e.a., het
van elkaar weten- van
daag, Donderdag, bid
den we allen voor de
jeugd, vandaag, Vrijdag,
voor een andere groen.
We zien uit naar zulk
interkerkelijk roos-
Moderne
kerk in
Duitsland
Het interieur van
een merkwaardige
moderne r.k. kérk in
Schweinfurt (Beie
ren): licht, ruim,
monumentaal. Ont
leend aan het Kath.
Bouwblad.
De rust in
de kerken zou
belangrijk groter
worden, wanneer
men niet schreef
over dinger,
waarvan men
zich niet behoor
lijk op de hoogte
gesteld heeft cn
wanneer men
geen uitspraken
deed over situa
ties, waarvan
de achter
gronden niet kent. En ik geloof, dat zulk een houding een
heel simpele consequentie is van wat onze catechismus zegt
over de betekenis van het negende gebod.
(Prof. dr. J. Waterink, in het Centraal Weekblad.)
Niet alleen hernhutters onder
de Surinaamse christenen
Terecht schrijft ds. J. A. v. d. Meiden, hervormd pre
dikant te Paramaribo, in „Tijd en Taak": „Wanneer men
spreekt over het protestantisme in Suriname, dan denkt
men aan de hernhutters."
Toch bèhoort bijna een derde deel ^an de Surinaamse protes
tanten tot de hervormde of de Lutherse gemeente, in tegen
stelling tot de overige kerken door de overheid gesteund wor
den. Vroeger waren het echt Europese kerken. Nu zijn de leden
vrijwel allen Surinamers. Creolen.
Roomsen cn hernhutters doen er aan zending; hervormden en
Lutheranen niet. Wel offeren ze er gelden voor. De predikanten van
de „oude kerken" zijn vrijzinnig; die van de hernhutters orthodox.
De hervormden zingen uit de bundel van de Ned. Protestanten
bond; de hernhutters hebben hun eigen kerkboek.
Maar Intussen gaan de gemeenteleden rustig var de ene kerk
naar de andere over, zonder dat het rirtitingsvraagstuk ter sprake
komt. Een groot deel van de vrijzinnige hervormde gemeente
stuurt de kinderen naar de orthodoxe hernhutter-scholen. Vele
hervormden en Lutheranen wonen de zangdiensten van de Broe
dergemeente bij.
Ze nemen ook gewoonten van de hernhutters over. De mor-
genzegen bij voorbeeld, of de inwijding van een nieuw huis. of
de indrukkende waaknacht bij een dode. waarbij eenvoudige lie
deren worden gezongen, zoals „Al de weg leidt mij mijn Hei
land." Of de knielende houding bij de inzegening van lidmaten.
Ds. v. d. Meiden besluit zijn relaas met de opmerking, dat de
Surinaamse kerken meer moeten gaan samenwerken. „Eén pto-
testar.tse Surinaamse volkskerk, een onmogelijkheid!"