de auteur Aart Romijn Vloerlamp Van dodendans via kerkorgel naar het sprookje LEZERS iPELGRIMAGE Morgen: „oecumenische Zondag' in vele Nederlandse kerken NIEUWE LEIDSCHE COURANT 2JIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIHIIJ l n i i i n ii mi in i ii i ii ii ii 11 ii ii mini In gesprek met, „De mens fascineert me en dwingt me tot schrijven Na een nogal taaie bij eenkomst van letterkun digen in het Internatio naal Cultureel Centrum (I.C.C.) waar o.m. over de sociale positie van de schrijvers was gesproken, waren we blij weer door het mooie Vondelpark te lopen. Romijn pikte, al pratende, schielijk een paar mooie eikels van de herfstige pa den, waarmee hij straks aan tafel zijn dochtertje blij zou maken. Nee het trage tempo van de besprekingen had den de sterk impulsieve Aart Romijn zichtbaar ge- irriteerd. Onze woningen zijn door de nieuwe N-S. buslijn Amsterdam—Den Haag bij na linea recta verbonden, zodat er, na de gezellige maaltijd, waarbij de kinde ren op ongedwongen wijze hun deel hadden aan de conversatie, nog een uurtje overbleef voor praten over het werk. Aari Romijn is na de oorlog vrij plotseling een veel gelezen protestants auteur geworden. Hij heeft met zijn open, frisse ma nier van vertellen en door de gelukkige keuze van zijn milieu's een grote lezerskring veroverd. Aanleiding tot dit interview met hem was zijn kort geleden verschenen roman „De Laatste Ansman", deze zomer als radio feuilleton voorgelezen voor de N.C.R.V.-microfoon. Je bent toch begonnen als schrijver van kinderboeken? Ja ik heb er een tiental geschreven en er zijn er bij, waarvan ik veel genoegen be leefd heb. Mijn laatste is „Van Hollandse jongens in de Duitse tijd". Maar je eigenlijke debuut als romanschrijver was toch „Het smalste Fundament". Dat verscheen in 1948. Het beschrijft de maatschappelijke ondergang van een leraar die geen orde kan houden. Ik weet nog goed dat ik de eerste helft van dit boek in drie dagen tijds geschreven heb. Het zal je niet onbekend zijn dat velen menen dat dit nog altijd je sterkste roman is gebleven. Maar toen je begon in een boekenserie te publice ren ben je. meen ik, ^bekend geworden bij een veef groter lezerspubliek. Ja, dat begon met „De Ach tergrond". het gevecht van een jongen uit een benepen milieu om klaar te komen met zich zelf en zijn achtergrond. Dat je daarna in een vrij kort tijdsbestek zoveel hebt kunnen schrijven, is dat te danken aan de stimulerende belangstelling van je lezers? Je moet wel haast bezeten zijn van het schrijven, zeg ik. Misschien kun je beter zeggen: bezeten van de men sen. De mens fascineert me en dwingt me tot schrijven. Maak je eerst nog een concept of zo? Sudderen Nooit. Wel broeit het soms maandenlang. Ik noem dat „sud- Maar dan heb je todh zeker wel eens meer dan een panne- I tje op het vuur staan? O ja. soms wel vier. Ik ben nu eenmaal sterk impulsief Ik word gedreven. Soms wordt het niks en verscheur ik de copy. Ik heb me laten vertellen i dat je je romans niet met de I hand schrijft maar direct op de machine typt. Is dat niet wat - i gevaarlijk voor de kwaliteit van je werk? Me dunkt dat je on- e der het typen moeilijker kunt j corrigeren dan met de hand n 1 schrijvende. Het is mij niet mogelijk I lang achter elkaar te schrijven i omdat ik wordt gehandicapt door bepaalde spierbewegmgen in mijn arm. Ik ben me het gevaar van doorhollen dan ook wel bewust. Maak ik zie er heus niet tegen op om een half boek over te typen, als dat moet. Mag Ik je een gewetens vraag doen? Daar ben je voor gekomen. Vind je het publiceren in de bekende boekenseries, waar het bedje voor de auteurs als gevaar"6 gMP™ H de kwaliteit - Het iVe*er niet denkbeeldig. Ik wil.my dan ook niet op het serieboek vastleggen. Mijn min of meer experimentele roman „Het oe loofde Land" ken je. Het is de eeschiedenis van de ondergang van een troep verblinde reli gieuze dwepers. Gcsc^re^", ""l der de indruk van de oorlogs jaren met hun hoop op een oe- l tere toekomst. Jammer genoeg heeft het boek het niet zo goed Ook ga ik zeker nog door met het schrijven van romans voor de rijpere jeugd, zoals „De weg die wij gaan en „Voorgoed begonnen". Maar weet je wat i k een gevaar vind voor de serieboek- tchrijvers? Dat ze blijven han gen in de streekroman en in een zekere christelijke eigen- dommelijkheid. Zie je, ik ben i zelf van buiten af in de kerk gekomen, en als je me vraagt wat ik als een gevaar zie voor I ons werk. dan zou ik toillen zeggen, dat we door allerlei I oorzaken toch teveel blijven ingekerkerd in een bepaald soort conventie We worden nog te veel geremd. Wc durven nog niet te publiceren wat we s AART ROMIJN werd op 4 Januari 1907 te Zaandam geboren. Hij was als onderwijzer, later als hoofd, werk- zaam te Amsterdam. s Hij ging, na het behalen van de acte M.O. Nederlands S over naar het middelbaar onderwijs. Is thans leraar aan het Christelijk Lyceum te Amsterdam. Werkte mee aan Op den Uitkijk, Ontmoeting e.a. H Gepubliceerde romans: De Weg die wij gaan (Jeugd- roman(1947), Het Smalste Fundament, De Achtergrond (1948), Het \vonder der jaren (1949), Het beloofde Land (1950), Vijf en Veertig (1950), Wie zonder zonde is (1951), Voorgoed Begonnen (Jeugdroman, 1952), Het leven is H goed (1953), De laatste Ansman (1954). illlllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllli^ epn door hem geschapen figuur, die hem zelf niet bevredigt. Inderdaad een boeiend ge geven. We kijken het manuscript eens door. Links op de bladzijden staan de aanwijzingen voor de regisseur en de cameraman, rechts de dialogen. Dat is nog weer eens wat anders dan romanschrijven, zegt hij. Ik kan je verzoetten dat de regisseur een hartig woordje meespreekt. Maar het werk heeft me te pakken. Ik vind het een fijne opdracht en ik hoop dat het stuk zal slagen. Als hij mij naar de bus brengt komen we nog even terug op het uitgangspunt, zijn laatst versche nen roman „De Laatste Ansman". Weet je, zegt Romijn, eigenlijk had ik nu eens een roman zonder mensen willen schrijven. Alleen maar een verhaal over een dood stadje aan de rivier met de geur van het stille bederf. Nu je me dit zegt, begrijp ik beter de grijze kleur van het middengedeelte van het boek. Ik heb trouwens de kwaliteit van het boek meer gevonden in de uitstekend volgehouden sfeertekening dan in de psycho- Boven het Surinameplein koerst het zoveelste vliegtuig naar Schiphol. Het heeft zijn zoek lichten reeds ontstoken. In Amsterdam kan je leven, zegt hij nog en hij vertelt me van het kerkewerk in het Am sterdamse Bos. 's Zondags. Ook over zijn schoolwerk, vertelt hij. In hart en nieren onderwijsman, die, zo hij opnieuw kon kiezen, onmiddellijk en zonder voorbe houd het Onderwijs zou kiezen. Maar als ik denk aan het vele werk dat hij naast deze omvang rijke levenstaak verricht denk ik: hij wordt verslonden. Maar zijn vrouw stelt mij opgewekt gerust: Hij heeft altijd nog tijd voor zijn gezin en voor wie hem spreken wil. En dat zijn er niet weinigen, dat heb ik vanavond wel gezien. Ik weet dat er cri tici zijp, die Romijn zouden wil len remmen. Die zeggen dat hij teveel schrijft. Misschien hebben ze gelijk. Maar vanavond is mij toch wel duidelijk geworden dat deze schrijver voorlopig de teu gels nog laat vieren. Hij kan niet anders, bezeten van de men sen en van het schrijven over mensen. Maar met een vast doel in het oog. Een doel dat verankerd ligt in het geloof. Als we hier nog wat dieper op ingaan blijkt me wel, dat ook een succesvol schrijver als Aart Romijn in de spiegel durft kij- Kijk eens, zegt hij ten slotte: een boek schrijven dat maar door een paar mensen zal worden gelezen heeft voor mij persoon lijk weinig zin. Je hebt volko men gelijk als je van mening bent dat een grote lezerskring mij stimuleert. En er komt nog wat bij: ik zal nooit een niet- christelijke roman kunnen schrij- Televisiespel voor N.C.R.V. Kun je met een enkel woord het grondthema van je werk aangeven? Er is geen spoor van aarzeling als hij mij ant woordt: „Christus in een godde loze wereld. Ik hoop nog eens een pendant te kunnen schrijven van mijn sociale roman „Wie zonder zonde is", dat verhaal over een „licht" meisje waar de kerk geen raad mee weet. Ook hoop ik nog eens een antwoord te »kunnen het boek „Klop maar Ik heb gelezen dat de NCRV televisie-spel van heeft aangekondigd. Wanneer zal dat plaatsvinden? In Januari, als alles goed gaat. Ik ben er namelijk nog aan bezig. Het stuk moet een hele avond vullen. Een experiment zowel voor de NCRV als voor Kun je er iets van vertel len? Het gaat over de hoofdper soon van een novelle die voor do mislukking van zijn leven staat. Hij komt bij zijn auteur er. vraagt hem of hij hem in zijn verdere leven wat meer tot zijn recht wil laten komen. Kort en goed het gaat dus in dit spel om de confrontatie van de auteur met P. J. Risst KUNST IN TECHNIEK Worden onze huiskamers nog veel te veel ontsierd door ver lichting, met inbegrip van vloer lampen, die een protserig voor komen hebben, wat veroorzaakt wordt door overdadige versie ringen en uit hun verhouding gerukte vormen, waarbij meest al een grote kap wordt aange troffen. die noch naar boven of beneden noch opzij het licht laat uitstralen, beslist niet is dit het geval bij de hierboven af gebeelde vloérlamp. Via het in dustrieel proces en met een goed-doordachte gebruikmaking van materialen, is deze doelma tige verlichting ontstaan. Hierbij is geenszins de aesthe- tica uit het oog verloren. Be zien we maar eens de goed ge vormde voet met de enkele ge bogen lijnen in een buismate riaal. Al deze vormen hebben een duidelijk te herkennen doel. Daarmede is de kap met zijn Fabrikaat: N.V. Anvia, te Almelo fijne perforatie in de onderrand, welke een luchtig decoratief effect geeft, volkomen in har- Door een perfect geconstru eerde scharnierbeweging is de kap in alle richtingen draaibaar, waardoor de lamp voor ver schillende doeleinden te gebrui- Deze vloerlamp, uitgevoerd in frisse kleuren, met een enkel goudglanzend accent als de scharnierbeweging en de knop op de kap, zal, zonder de pre tentie van een hoofdmoment in onze kamer te willen vormen, in het moderne interieur een AART ROMIJN en zijn dochter. VIA NAALD EN PLAAT In het muziekleven neemt de piano nog steeds een grote plaats in. Het is wer kelijk opvallend hoeveel groter de belangstelling voor een concert is, als er een pianosolist optreedt. De grote orkesten in ons land engageren voor hun abon nementsconcerten dan ook meer pianisten dan b.v. vio listen of zangkunstenaars. En de gramofoonplaten met pianowerken zullen ook wel veel aftrek hebben. Hier zijn dan twee opnamen lie we van harte kunnen aanbe velen. Allereerst de langspeelplaat DECCA LXT 2932 met de pianist Peter Katin en het Londcns Phi'.h. Orkest o.l.v. Jean Martinon. Aan ie ene zijde de „Totentanz" van Liszt, tot welk werk Liszt geïn spireerd werd door de giganti- ichiïderir.gen „Triomf FRANS LISZT sieraad zijn met vele mogelijk heden qua verlichting en grote voordelen, zoals gering gewicht, waardoor de lamp gemakkelijk te hanteren en dus te verplaat- een is en toch stabiel, terwijl het onderhoud zeer eenvoudig is. Arie Vermeer. Tegenover de doden zijn wij, in het algemeen gesproken, wreed. Ik bedoel niet onze ge storven nabestaanden, ook niet helemaal onze vrienden of goede kennissen, maar die groep van andere mensen, wier bestaan binnen onze gezichts kring viel. Soms schrikken we op, wanneer we bedenken, dat die of die alweer zó lang dood is. 'Sie reiten schnell, die Toten!', dichtte Burger. Dit overwegend, be grijpt men, hoe men tot het in- stellen van een allerzielendag is kunnen komen. Daarom is het zo goed, dat men rouwbrieven be waart. Soms komt bij Dooreengeworpen jaartallen nelijke pedanterie heeft ze ge sorteerd en op jaartal gelegd. Men houdt een rouwbrief uit 1899 in handen, gedrukt met een soort schoonschrift-letter, en springt dan over op 1936, of 1911. Een bericht op grauw papier uit 1943 ligt naast een kaart uit 1908. De vrouw heeft over de vraag van een even tueel sorteren niet eens ge dacht, maar hoe zuiver en juist heeft ze gehandeld. Zonder er bij na te denken, heeft ze die rangschikking ge kozen, waarbij men de doden van de eeuwig heid uit beziet. Wie de dood toe gevallen is, is uit zijn generatie losgemaakt. Het eeuwige huis kent huizing of oprui ming, een pakje overlijdensberichten in handen, verzoend met dit dooreenge- i Meestal is het een vrouw, die worpen zijn van jaartallen, die bewaart en in de regel lip- J— fefiju" I gen ze door elkaar. Geen i AFSCHEID Luister niet meer naar de wind en de regen. Roep mij niet op in de blik van een mens. Kom mij niet onder de sterren meer tegen, want ik ben afgereisd over de grens, naar waar geen woorden mij meer kunnen binden, achter de ebbe en achter de vloed. Tracht mij niet meer in een schaduw te vinden, treedt mij niet meer in de droom tegemoet. Zoek mij niet meer. want mijn spoor ging verloren, alle symbool is voor eeuwig verhuld. Weet dit alleen, dat ik nieuw ben geboren. zonder mijn weemoed en zonder mijn schuld. JO KALMIJN—SPIERENBURG halv strijken, vijf decenniën, u'aarin de wereld ingrijpender ver anderd is. dan misschien ooit in de geschiedenis. Het doet er niet toe. Met deze rouwbrieven in de hand staat men aan gene zijde van alle actualiteit. De dode. die met een straaljager is omgekomen, naast de dode, die van haar leven nooit .in een trein gezeten heeit. Twee wereldoorlogen doen hier niet meer ter zake. Vervuld van overwegingen in deze aard, gaat men de I straat op. Even kijkt men vreemd op van het leven, dat verder gaat. alsof het een dood zonde. althans tijdverlies, zou zijn om inaar éven om te kij ken. Tol het oog plotseling op een voorbijrijdende vrachtauto I valt. Deze auto is volgestapeld 1 of tw"maal, doch men let niet met ijzeren vaten, en op elk daarop." C. R. des doods" op het Campo Santa kerkhoft te Pisa (welke wer ken aan Pisaanse schilders wor den toegeschreven en niet, zoals de plaatomslag vermeldt, defini- :ief van Andrea Orcagna zijn). Liszt's schoonzoon Hans von Bü- low gaf de eerste uitvoering van de „Totentanz" in 1865 in Den Haag. Het zijn eigenlijk een voor piano en orkest verwerkte serie paraphrasen op het Dies Iral uit het Requiem. De andere plaatzijde geeft twee werken van Mendelssohn voor piano en orkest. „Capriccio brillant" en „Rondo brillant". Heel erg be langrijke werken zijn het niet, maar wel aangenaam om naar te luisteren. En vooral zoals Pe ter Katin ze speelt: zeldzaam hel der, alles parelt, elke toon is fraai en nergens is er verkeerd pe- daalgebruik. Grandioos ook is zijn technische prestatie in „To tentanz". Een prachtige opname. De tweede pianoplaat is een opname van twee Pianoconcerten van Mozart, no. 9 en no. 15. bei de gespeeld door Wilhelm Kempff en het Stuttgarter Kamerorkest (versterkt door de blazers van het Orchestre de la Suisse ro- mande) o.l.v. Karl Münchinger. (DECCA LXT 2861). Prachtig af gewogen spel. waarbij do klank regisseur een volkomen versmel ting heeft weten te verkrijgen tussen piano en orkest. Welk een verrukkelijke spran'kcling hebben Kempff en Münohingor hier be reikt. Het is een rijk, bezit ge wonden. 'Naast de piano is ook het kerkorgel populair, al laat de belangstelling voor de orgel concerten nog wel eens wat tc wensen over. Behalve als Feike Asma speelt en hij zal ook met zijn nieuwe plaat zijn duizenden bewonderaars in binnen- cn bui tenland weer veel doen genieten. Op de Philips-langspeelplaat N 00182 L speelt hij vier wer ken van de grote Franse orgel meester César Franck: „Pièce héroïque" en de drie koralen in E. b, en a. Wie in de ver onderstelling zou leven, dat Feike Asma alleen maar wild kan spelen, komt met deze op name toch wel bedrogen uit. Met een waarlijk klassieke rust speelt Asma hier de Franck- werken op het prachtige orgel van de Oude Kerk te Amster dam. Voor kinderen en ouderen is er door Philips een opname gemaakt van het sprookje „Peter en de wolf" met muziek van Serge Prokokieff. (N 02605 R, langspeel). U kent het sprookje wel over de moedige Peter en zijn vriendjes de vogel, de kat en de eend. Alles wordt muzikaal verbeeld, wer kelijk geniaal werk van Proko- fieff. Uitnemend zegt de be kende radio-man Manus Wil- lemsen de Nederlandse tekst en André Kostelanetz speelt met zijn orkest ideaal de muziek. Een waardevolle opname, waar naar U beslist heel veel zult luisteren, zowel alleen als met uw kinderen. Van goede sprookjes krijg je immers nooit genoeg. Ten slotte nog een heel mooie Philips-opname (A 00675 R) met twee werken van Joh. Chr. Bach, gespeeld door het Weens Symphonie Orkest o.l.v. Paul Sacher en Walter Schneiderhan (viool). Nikolaas Hübner (cello) en Gustav Leonhardt (cembalo). Het zijn „Sinfonia concertante voor viool, cello en orkest" en „Concerto voor strijkorkest met cembalo". Muzikaal en stülcri- tlsch is dit alles van de hoogste orde. De opname zelf lijkt ons wat hoog opgenomen, maar kent overigens geen schommeling of zweving. Een verrijking van het klassieke repertoire. Corn. Basoski. van deze drums is een cijfer aangebracht. Zijn het serienum mers, of zijn het jaartallen? Men leest: 1954, 1932. en daar boven 1948, 1926, 1942, 1938, 1917. Een met spoed naar huis rijdende wagen, vol met door eengeworpen jaartallen. Als een figuur uit een boek iets dergelijks ziet. houdt hij pas en adem in. maar wij men sen uit het gewone leven zijn zulke automaten, dat we, ook als we zoiets meemaken, rustig doorschuifelen. De wagen rijdt trouwens verder en is over de brug al spoedig uit het gezicht verdwenen Maar als de wan delaar thuis komt. neemt hij de Bijbel en bladert een poosje in het boek Job. tot hij vindt wat hij zoekt Het was dus Elihu, die z"i (hoofdstuk 33 ..God spreekt eens KLACHT VAN HERVORMD PREDIKANT WAAROM BIDDEN WE NIET MEER VOOR ELKAAR De tweede Adventszondag is, volgens traditie, de „oecume nische Zondag" in de bij de Oecumenische Raad in Nederland aan gesloten kerken. Deze raad heeft de predikanten gevraagd, op deze dag in het bijzonder de oecumenische arbeid in prediking en gebed te willen gedenken. De jaarlijkse gebedsweek voor de chris telijke eenheid, uitgeschreven door de Wereldraad van Kerken, valt ditmaal van 18 tot 25 Januari a.s. Zoals gebruikelijk is, heeft de afdeling voor Geloof cn Kerkorde van de Wereldraad speciale gebeden voor deze week opgesteld. In deze lei draad wordt ook een gebedsrooster aangege ven voor de dagelijkse voorbede. Een dergelijke schrif- Een nieuw r.k. bolwerk? Italiaans blad: Nederland niet protestants meer Nederland is geen protestantse natie meer, conclu deert het Italiaanse r. k. blad II Popoio. De Romeinse correspondent van het Haarlems Dagblad vertaalde een artikel met allerlei merkwaardige uitspraken. Zoals de volgende: „Officiële gegevens wijzen uit. dat de protestan ten van 60 percent tot 40 percent zijn gedaald en dit betekent nog niets tegenover de ongelooflijke inwendige crisis, die' hen teistert" Of: „De on verschilligheid in geloofszaken gaat bij de protes tanten zo ver, dat zij hun kinderen vrij laten om, wanneer zij volwassen zijn, zelf te bepalen, welke godsdienst zij willen belijden".... Na deze onvriendelijke opmerkingen wordt de r.k.- actie geprezen: „dringt het rooms-katholicisme steeds meer door en breidt zich uit, rustig en zwij gend, zoals zulks past bij deze edele natie. Een eeuw geleden was Nederland nog missiegebied, thans heeft het zijn eigen hiërarchie met een kardinaal, bisschoppen en lekenapostolaat. Geen land geeft aan de r.k. een groter percentage missionarissen in ver houding tot de rooms-katholieke bevolking: één mis sionaris op iedere 340 gelovigen. De rooms-katholieken zijn ook zeer stipt in het nakomen van hun godsdienstplichten. Vooral in ver gelijking met het buitenland. Op 100 rooms-katho lieken. nadat zij hun eerste communie hebben ge daan. wonen er 70 in Den Haag, 62 in Amsterdam en 42 in Rotterdam geregeld de mis bij. En voorts: de Katholieke Actie is actief, de pers is nummer één. meer dan de helft van de r.k. jongeren zit in een of andere r.k. jeugdorganisatie (900.000 leden), de ontkerstening van de arbeiders massa in dc r.k. streken is voorkomen. Kortom: ..In geen ander land hebben de rooms-katholieken de wonderbaarlijke successen weten te behalen van onze Nederlandse geloofsgenoten." i het bed is ons Nederland se protestanten, vrij vreemd. Het ziin alleen met name zendingsin stanties. die geregeld de voorbede vragen voor zeer concrete doel einden. Er is blijkbaar reden voor de vraag, die ds. J. E. Steenbakker Morilyon Loysen uit Angeren stelt in het hervormdp weekblad „Dc Gereformeerde Kerk": „Waarom bid den wij niet meer met en voor elkaar?" Waar om vraagt onze kerk die voorbede niet voor zovele kerkelijke belan gen, noden en personen, die wel heel dicht bij ons staan, omdat dit alles valt in de kring der eigen vaderlandse gemeenschap? En waar om ook niet voor wat in de wereld geschiedt en ons met bange zorg vervult?" Ora et Labora De nieuwe kerkorde aldus ds. Loysen maakt het ons mogelijk. Christus-belijdende zen- Bij de Zee van Tiberias Park in Israël in de oude bijbelse toestand Een gunstige ontvangst kreeg bij Israëlische autoriteiten het plan van de Amerikaanse baptistendominee dr. Lindsay te Jeruzalem, die de oprichting van een „nationaal park" in Galilea aan het ministerie voor Godsdienstzaken heeft voorgesteld. Het park zou, ver van de moder ne technische beschaving, op de noordwestelijke oever van de Zee van Tiberias een bepaald gebied „in bij belse toestand" omvatten. De aanleg van een oeverweg, een kleine haven en een aantal kleine gebouwen met bibliotheekruimte zou voldoende zijn. Dr. Lindsay vindt het wel goed, als (a.s.(predikanten een poosje in deze bijbelse omgeving studeren. Het park zou ook een ontmoetingsplaats kun nen zijn van vertegenwoordigers van ..alle bijbelse godsdiensten" en het zou heel wat toeristen trekken. Trouwens: in de Baptistenunie in de Ver. Staten gaan stemmen op om a.s. voorgangers een reis naar Is raël voor te schrijven. Van de 5000 afgevaardigden die in de zomer van 1955 aan het confres van de Baptis ten wereldbond in Londen zullen deel nemen, zullen er 3000 van tevoren of na afloop het Heilige Land bezoeken. Trouwen in Israël Israël kent geen burgerlijk huwe lijk; slechts een door de autoriteiten erkende godsdienstige gemeenschap kan een huwelijk sluiten. Maar als men in een ..niet erkende" kerk wil trouwen? Tot deze categorie beho ren verschillende protestantse ge meenten en kerken, die weliswaar ..geduld" worden, maar geen wette lijke status hebben. Dit hebben de joodse, de r.k., de grieks-kath.. de gneks-orthodoxe, de koDtische.de ar- meense, de islamietische en andere geloofsgemeenschappen wel. De anglikanen hebben ook geen er- Kerk in de wereld O Er zyn 149 Amerikaanse legerpredi- kanten in Weat-Duiuland, 73 r.k. aalmoezeniers en negen joden, onder dan intal i 200 eigen soldaten-kerkgebouw- tjes. Er zyn veel gemeenschappelijke Duits-Amerikaanse kerkdiensten, o.a. onder auspiciën van de Youth-for- Christ-beweging. Ds. Ken Muto uit Tokio is gekozen bIs voorzitter van de Verenigde Chr. Kerk van Japan, de Kyodan. Ds. Muto is actief in de oecumenische bewe ging. De nnglikaanse aartsbisschop van Canterbury, dr. Fieher, heeft de En gelsen opgeroepen, niet Kerstfeest de vele in Engeland studerende of ar beidende Afrikanen in hui» te no digen. Bijgeloof en heksenwaan zijn in Duitsland weer aan de orde van de dag. zei een deskundige. Voor de zo veelste maal vroeg hy een verbod van het zg. „zesde en zevende boek van Mo.es", dat door gewetenloze zakenlui in de handel is gebracht een oceult geschrift, dat niet* met de Bübel te maken heeft. Met uitzendingen over 35 Australi sche stations ia het evangelisatie- radioprogramma „Het leven heeft zin" van de Methodiatenkerk een van de aurcesrykate programma's gewor den. Er zijn een millioen luisteraars, en dat haalt geen enkel ander Austra lisch radionummer. En er komen duizenden brieven. „Als onze natie niet méér dan tot nu tor onder God gebracht wordt, komt haar eigen toekomst in gevaar en wordt de wereldvrede bedreigd", <ei bisschop Willi,,,, C. Martin, toen Sy dezer dagen in Boston de verga dering opende van de Nationale Raad van Chr. Kerken in de Ver. Staten. kenning, maar al vele jaren wordt stilzwgend goedgevonden, dat in de ze kerk mensen trouwen. Maar de protestanten moeten voor elk huwe lijk toestemming vragen aan de re gering. En die kan „ja" zeggen, maar evengoed „neen." Er zijn baptisten, die hun trouw- diensten dan maar houden in., de anglikaanse kerk. Niet in Jeruzalem, want daar mogen de baptisten offi cieus trouwen. Net zoals de anglika- dingskerk te zijn. En cr wordt heel wat werk verzet. Daarbij mag het bidden echter niet ach terblijven: voor de we- reldnood. voor de ver deeldheid der kerk „Het vuur van Gods Heilige Geest vlamt niet door Christus' leden, zo dat ze tezamen een warme gloed in deze kille wereld vormen. We hebben zo weinig moed tot persoonlijk ge tuigenis, omdat onze blijde geloofszekerheid vaak verschraald is tot twijfelend vrezen, er is veel klein gedoe in het kerkelijk leven, een we reldse geest krijgt ons al meer te pakken en Gods machtige hand is uitgestrekt tot het ge richt. Wij dansen op een vulkaan En nogmaals vraagt ds. L.: „Waarom laat de kerk ons in ons gebeds leven, bepaaldelijk in onze voorbede, zo zielig alleen staan en stumpe ren? Zou het voorbeeld der zending geen navol ging verdienen?' De raden van bijstand moesten van tijd tot ti.id aan iedere gemeente (i. c. predikanten, kerke raden. zendings- en jeugdcommissies) ver zoeken: „samen op de kn;een te gaan en alle noden, belangen en per soren. die in een ge- bedrieidraad genoemd worden, in het gebed tot God te brengen. Er moest bii iedere kerke- raad veel meer op aan gedrongen worden, dat hij een gebedskring vorme. waarbii zich vele belangstellenden uil de gemeente kun nen Éansluiten. een kring, die on geregelde tijden samenkomt en de eigen plaatselijke ge meente de Here voor te leggen." Interkerkelijk „Laat men dan aller eerst in „de hogere col leges" gaan verstaan, dat een uur samen bid den meer betekent dan een week confereren"., „dan zal er ook meer aandrang van bovenaf worden uitgeoefend, om het gebed niet te ver waarlozen."Welk een kracht gaat daarvan uit, wanneer we door heel Nederland, Her vormden, zowel als Ge reformeerden e.a., het van elkaar weten- van daag, Donderdag, bid den we allen voor de jeugd, vandaag, Vrijdag, voor een andere groen. We zien uit naar zulk interkerkelijk roos- Moderne kerk in Duitsland Het interieur van een merkwaardige moderne r.k. kérk in Schweinfurt (Beie ren): licht, ruim, monumentaal. Ont leend aan het Kath. Bouwblad. De rust in de kerken zou belangrijk groter worden, wanneer men niet schreef over dinger, waarvan men zich niet behoor lijk op de hoogte gesteld heeft cn wanneer men geen uitspraken deed over situa ties, waarvan de achter gronden niet kent. En ik geloof, dat zulk een houding een heel simpele consequentie is van wat onze catechismus zegt over de betekenis van het negende gebod. (Prof. dr. J. Waterink, in het Centraal Weekblad.) Niet alleen hernhutters onder de Surinaamse christenen Terecht schrijft ds. J. A. v. d. Meiden, hervormd pre dikant te Paramaribo, in „Tijd en Taak": „Wanneer men spreekt over het protestantisme in Suriname, dan denkt men aan de hernhutters." Toch bèhoort bijna een derde deel ^an de Surinaamse protes tanten tot de hervormde of de Lutherse gemeente, in tegen stelling tot de overige kerken door de overheid gesteund wor den. Vroeger waren het echt Europese kerken. Nu zijn de leden vrijwel allen Surinamers. Creolen. Roomsen cn hernhutters doen er aan zending; hervormden en Lutheranen niet. Wel offeren ze er gelden voor. De predikanten van de „oude kerken" zijn vrijzinnig; die van de hernhutters orthodox. De hervormden zingen uit de bundel van de Ned. Protestanten bond; de hernhutters hebben hun eigen kerkboek. Maar Intussen gaan de gemeenteleden rustig var de ene kerk naar de andere over, zonder dat het rirtitingsvraagstuk ter sprake komt. Een groot deel van de vrijzinnige hervormde gemeente stuurt de kinderen naar de orthodoxe hernhutter-scholen. Vele hervormden en Lutheranen wonen de zangdiensten van de Broe dergemeente bij. Ze nemen ook gewoonten van de hernhutters over. De mor- genzegen bij voorbeeld, of de inwijding van een nieuw huis. of de indrukkende waaknacht bij een dode. waarbij eenvoudige lie deren worden gezongen, zoals „Al de weg leidt mij mijn Hei land." Of de knielende houding bij de inzegening van lidmaten. Ds. v. d. Meiden besluit zijn relaas met de opmerking, dat de Surinaamse kerken meer moeten gaan samenwerken. „Eén pto- testar.tse Surinaamse volkskerk, een onmogelijkheid!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7