ADVENT
CSsBSSSI
Gelukkig werd dokter
gewaarschuwd
ZONDAGSBLAD 21 NOVEMBER 1954
DE sprookjes van H. C. Andersen
maken deel uit van de wereldlit
teratuur volgens de letterlijke beteke
nis van dat woord. Ze zijn zo uni
verseel, zo echt poëtisch, dat zij een
even diepe indruk op een Deens als
op een Hollands of een Hindoe-kind
maken.
Hllaire Belloc schreef eens aangaan
de Andersen: „Ten eerste zeide hij
altijd, wat hij dacht, ten tweede had
hij veel verschillende manieren om
dit uit te drukken en ten derde zeide
hij altijd alleen, wat hij zich geroepen
voelde te zeggen."
Andere schrijvers hebben misschien
dezelfde populariteit als Andersen
verworven, maar aan slechts weini
gen is het ten deel gevallen, te bele
ven, dat hun pennevruchten de tijd,
waarin zij ontstonden, overleefden.
Andersen schreef zijn sprookjes
voor kinderen, maar hij koesterde de
hoop, dat zij ook de ouders zouden
boeien en veel van zijn sprookjes
zijn meer voor volwassenen dan voor
kinderen.
Nu, meer dan 75 j„ar na zijn dood,
neemt de naam van H. C. Andersen
een ereplaats in tussen de grote na
men der wereldlitteratuur, en zijn
sprookjes zijn vandaag nog even fris
en levenswarm, omdat zij gevoelens
en gedachten uitdrukken, die boven
tijd en plaats verheven zijn. Ze wer
den dan ook in meer dan vijftig talen
vertaald.
H. C. Andersen is in Denemarken,
in de stad Odcnse op het eiland Fu-
ncn, op 2 April 1805 geboren. Zijn va
der was een romantische schoenma
ker, die als vrijwilliger de oorlogen
van Nrpoleon meemaakte en met een
totaal ondermijnde gezondheid daar
uit terugkeerde. Hij was doodarm, en
zijn echtgenote, een kranige en ener
gieke vrouw, moest bij vreemden voor
geld gaan wassen, om aan de kost te
Er is dus een eng verband tussen de
levensloop van H. C. Andersen en zijn
vertellingen. Zelf beschouwde hij zijn
levensloop als een sprookje de ge
schiedenis van een arme jongen, die
een wereldberoemde en gehuldigde
dichter werd evenals de geschiede
nis van het lelijke eendje, dat een
prachtige zwaan werd.
Aanvankelijk vonden de sprookjes
van Andersen in zijn eigen land wei
nig waardering. In het buitenland, in
Duitsland Engeland en Holland werd
hij daarentegen bewonderd.
Als opgroeiende jongen bleek Ander
sen over een ongelooflijke fantasie te
beschikken, die door alle dingen om
hem heen sterk werd geprikkeld. Zijn
moeder was bijgelovig, hield zich op
met waarzeggerij en praatte veel met
de buurvrouwen.
Wie Andersen's werk leest kan niet
ontkomen aan de indruk, dat al deze
dingen uit zijn prille jeugd een onuit
wisbare indruk hebben achtergelaten
op zijn altijd kinderlijk gebleven fan
tasie. Men kan de trekken ervan her
kennen in zijn verhalen en sprookjes.
Een fel bewogen jeugd, zijn eer
zucht en nog zo veel meer net zijn
vele punten van bespreking geweest
Jn zijn eigen land. Er waren er zelfs
die aan zyn werk schouderophalend
voorbij gingen.
Maar thans ziet men in zijn geboor
teplaats Odense op de hoeken van de
voornaamste straten richtingborden
staan naar Andersons huis. Want de
stad, waar hij zijn jeugd doorbracht,
heeft niet nagelaten deze grote Deen
na zijn dood te eren.
Dwalend door het museum en het
mausoleum in Odense, die zijn ge
bouwd naast het huis waarin de be
roemde schrijver woonde, kan men
een schat aan herinneringen bekijken.
Hij was een man, die alles bewaar
de. En zo kunt ge zijn reisbiljetten
naar vele plaatsen van Europa zien,
naast zijn reistas en zijn hoed en zijn
paraplule, keurig opgeborgen in vitri
nes.
Ook zijn werken In verschillende ta.
len liggen er. naast handschriften,
waaruit duidelijk blijkt hoe deze gro
te feest kon worstelen met het vinden
van de juiste vorm van zijn verhaal.
De glanspunten in zijn leven vindt
men er eveneens, zijn levendig con
tact met koning Christiaan VIII en de
hulde, die men hem in Kopenhagen
bracht. Episoden uit de laatste dagen
van zijn leven hij stierf in 1875
ontbreken niet.
Bijzonder interessant is ook te le
zen. hoe hij in 1847 Holland bezocht.
Het land scheen hem één groot park,
fris, jong en welvarend. In Leiden
ontmoette hij Jacob Geel. de voorlo
per van De Gids. met wie hij terstond
veel contact hud en prof. Schlegel,
directeur van het museum voor na
tuurlijke historie.
Vandaar reisde hij naar Den Haag,
waar hij enige dagen logeerde bij Van
der Vliet, redacteur van De Tijd,
waarmee hij reeds had gecorrespon
deerd. In hotel l'Europe werd hij ge
huldigd door kunstenaars van die da
gen, o.a. Kneppelhout, de schilders
Bosboom, Bles en Rochussen, die zijn
Prentenboek zonder Prenten had ge
ïllustreerd.
Er werd een toast uitgebracht op
Vader Collin in Kopenhagen, de ede
le man, die Andersen als zoon had
aangenomen.
Ook bezocht Andersen Rotterdam,
,,de eerste écht levende Hollandse
stad, veel meer dan Amsterdam. Al
les schijnt hier handel en wandel",
zo schrijft hij over de Maasstad.
HET is niet te verwonderen, dat De
nemarken, en Odense in het bij
zonder, de grote sprookjesschrijver in
ere houden en met eerbied gedenken
de man, die door de Denen tijdens zijn
leven zo vaak niet begrepen werd.
Odense, de derde stad van het Deen
se rijk, bewaart rijke herinneringen,
niet alleen aan Andersen, maar ook
aan de geschiedenis van eeuwen te
rug. In het Openluchtmuseum een
oud stadsdeel met merkwaardige ge
vels, prachtige doorkijkjes en allerlei
curiositeiten kan men uren toeven.
In deze stad op Fuenen, het eiland
met -zijn glooiende hellingen en zijn
donkere bossen („Alpen"), leeft sterk
de herinnering aan een grote zoon
van het Deense volk, die alle kinde
ren en grote mensen over de gehele
wereld wist te boeien.
EEN voortreffelijke Deense kunste
naar, Boerge Pramvig, die een
grondige kennis van alle illustraties
van de werken van H. C. Andersen
bezit, vervaardigde een tekenserie,
die de sprookjes op wonderbare wij
ze voor de lezer doet leven.
Via World Press Syndicate, Inc.
hebben wij ons het recht op deze se
rie verschaft. Op de laatste pagina
van ons Zondagsblad beginnen wij he
den met deze beroemde sprookjes te
publiceren.
Wij zijn er zeker van, dat onze le
zers zowel volwassenen als kinde
ren de tekeningen, de tekst en dus
ook de sprookjes zelf, even boeiend
zullen vinden als wij.
Kerstfeest nadert
„Zie, Ik sta aan de deur
en Ik klop".
Openb. 3 20a
j^dvent vangt weer aan. We gaan
ons voorbereiden op de viering
van het Kerstfeest.
Het zal in de Adventsweken wel
weer zijn als in vorige jaren: het
Zondagsschoolpersoneel loopt met
lijsten en verkoopt boekjes, het Le
ger des Heils staat met de bekende
Kerstpolten op de hoeken der stra
ten, caféhouders halen bonte slin
gers van de zolder, predikanten or
ganiseren Advents- en Kerstsamen
komsten, poeliers berekenen de be
nodigde aantallen konijnen en kal
koenen. Allerwege voorbereiding op
het Kerstfeest.
Maar is het nu in werkelijkheid
zo? Bereiden we ons waarlijk voor,
of zal er straks Kerstfeest worden
gevierd, tot in de bioscopen en café's
toe, maar zal er ergens plaats zijn
voor Christus?
Bereiden we ons voor op het
Kerstfeest, of eigenlijk op een Kerst
festijn, te weten: wat kleur en schit
tering. een goed maal en een cadeau
en is het verder alles dode vorm
zonder wezenlijke waarde en inhoud?
Vorm was in Laodicea alles. Uiter
lijk was het er tip-top in orde. De
Bijbel werd gelezen, de kerkdiensten
werden bezocht, bijna alle mensen
..deden er aan". Maar nergens lag
de gloed van het Evangelie over.
Het leven was er uit, alles was cli
ché.
Je zou de mensen in Laodicea he
vig beledigd hebben, wanneer je ze
als onchristelijk bestempelde, maar
niemand deed er meer zo aan, dat
er nu echt naar het Evangelie ge
leefd werd. Christus stond buiten.
En tot die mensen komt de Heiland
met Zijn roep tot bekering: „Zie, Ik
sta aan de deur en Ik klop."
Weet u waarom het beeld van
Christus aan de deur zo aangrijpend
is? Omdat H\j buiten staat, terwijl
wij menen binnen te zijn
Ja, hoe vaak werken we Hem niet
naar buiten, terwijl we toch, met al
onze geestelijke en kerkelijke ijver
en inspanning, menen Hem naar bin
nen te halen.
Evenals de mensen in Laodicea
achten wij onszelf vaak rijk en zon
der gebrek. Maar als Christus ons
ziet in onze zelfvoldaanheid en te
vredenheid, moet Hij het dikwijls
tot ons zeggen: „en gij weet niet,
dat gij zijt ellendig en jammerlijk en
arm en blind en naakt."
Christus staat aan de deur en Hij
klopt. Hoort gij het niet? Hij klopt,
als Zijn Woord, in welke vorm dan
ook, tot ons komt. Hij klopt, door de
tekenen der tijden. Hij klopt, door
de gebeurtenissen en ervaringen in
ons persoonlijk leven. Hij klopt, om
dat Hij niet wil, dat wij omkomen
in onze dode vormen en onze zelf-
dlenst, maar omdat Hij wil, dat wij
zullen ontkomen uit de grote nood,
waarin wijons bevinden.
Hij klopt, opdat wij waarlijk
Kerst/eest zullen vieren. w\j met
Hem en Hij met ons. Dan wordt ons
Kerstfeest: Christus-feest.
Aan de deur van 's harten woning
klopt des hemels Bruidegom:
Op. ontwaak, de nacht is om.
Bmten tracht uw Heer en Koning:
Kom, mijn bruid, die Ik bemin,
doe mij open, laat mij in.
Dt. A. C. VAN DAM
Kom en laat mij tot U komen,
Uw dag in mijn landschap dagen.
Maak door Uw kracht al mijn trage
water tot bruisende stromen.
Zend ook Uw wind door de bomen,
Uw striemende regenvlagen,
zodat zij vrucht mogen dragen;
en kom, vertoef niet te komen.
Is niet het land cén verwachten,
een niet te stillen verlangen
om U bij Uw komst te ontvangen?
Doorbreek dan 't donker der nachten,
ken van mijn land de gedachte:
U prijzen in morgenzangen.
ANTHONIE STOLK.
Ja, zo'n Zondagsblad is een hele lees! We zullen eerst maar eens
een verse pyp opsteken
ZONDAGSBLAD 27 NOVEMBER 1954
Uit de
VOLKSWIJK
Dat moet direct bij aanvallen van buikpijn, gepaard met voortdurend braken
(Van onze medische medewerker)
HIJ was een opgeruimde peuter van
anderhalf jaar met bolle wangen,
mollige knuistjes en dikke beentjes.
Hij liep overal heen, probeerde wat
te babbelen, kon schaterlachen als hij
met zijn twee jaar oudere zusje speel
de, kortom, hij was een zonnetje in
huis, vol levensblijheid en energiek
experimenterend met van alles en nog
wat in zijn wereld.
Ziek was hij eigenlijk nog nooit ge
weest. Alleen had hij de laatste da
gen wat diarrhee gehad. Je merkte
het aan zijn activiteit en zijn humeur
niet.
Zijn moeder, een verstandige vrouw,
had hem toch maar op beschuit en
thee gezet, want er gebeurde nogal
eens een ongelukje, dat voor haar zo
wel als voor haar zoontje onaange-
's Avonds zat hij aan tafel heerlijk
te smikkelen met stukjes beschuit en
thee, toen hij plotseling hevig begon
te huilen, van zijn plaats wilde, op
de grond ging liggen, weer ging zit
ten, toen voorover, op de knieën en
ellebogen steunend, het hoofd op de
vloer, kennelijk de gunstigste houding
zoekend om verlichting van pijn te
krijgen.
De consternatie duurde maar kort:
de pijn was spoedig blijkbaar geheel
verdwenen en het kind was «ls te
Om de 5—10 minuten herhaalden
zich deze aanvallen. Bovendien begon
hij te braken. Het geheel werd toege
schreven aan de ingewandsstoornis
sen, waaraan hij ook de diarrhee te
wijten had.
's Avonds wilden de ouders de dok
ter niet waarschuwen, want ze wis
ten dat hij pas om acht uur klaar
was met zijn visites en dan nog moest
In de loop van de avond werden
de verschijnselen niet beter, integen
deel, het kind werd klam en zwete
rig, zijn vrolijke ogen \an voorheen
lagen diep en dof in de oogkassen.
De ouders voelden zich er niet ge
rust op, maar konden zich anderzijds
toch niet goed voorstellen, dat hun
gezonde beer van een jongen iets
ernstigs had. Dit werd anders toen
het kind plotseling flink wat bloed af
ging.
Ze durfden nu toch niet meer te
wachten om een boodschap naar de
huisarts te sturen. Hij keek een beet
je verstoord, toen hij zelf de deur
voor de vader opendeed. Maar na
aandachtig het verhaal over het kind
aangehoord te hebben en overwe
gend dat deze ouders hem zelden rie
pen, was hij direct bereid te komen.
Het kind werd uitvoerig nagezien.
Vooral de buik tastte de dokter nauw
keurig af als zocht hij iets, dat hij
op grond van de mededelingen der
ouders, het aspect van het kind en
de bloedige luiers verwachtte.
De vragende blik van de bezorgde
vader en moeder beantwoordde hij
met: „Hij heeft een invaginatie." Dit
woord zei hen niets. De huisarts gaf
een korte verklaring. „Op de maag
volgt de dunne darm, die uitmondt
in de dikke darm. Door een of an
dere oorzaak vermoedelijk is de
Jeugdboeken
VAN Holkema Warcndorf N. V. te
Amsterdam besteedde grote zorg aan
..De drie paardjes", geschreven en ge
tekend door Piet Worm. De auteur leer
de dc drie paardjes kennen in een heer
lijke grote grasgroene wel vlak naast
zijn huis. Piet Worm vond de dieren
lief, werd niet moe naar hen te kijken,
maakte tekeningetjes van 't drietal
en zo ontstond dit boek. dat tegelijk
verschijnt in Amerika, Canada en Ne
derland.
De auteur, architect van huis uit en
tekenaar om zijn fantasie af rn toe te
luchten, is een unieke verschijning ln
ons land cn hij heeft aan dit bock on
eindig veel zorg besteed. We hebben er
volop van genoten. Van het verhaal,
maar vooral van dc kostelijke prenten.
Wat een humor, die schier in elk trekje
sprankelt. De opdracht luidt: „Dit boek
maakte ik voor alle kinderen die ook
zo van paardjes houden". Maar ook
ouderen zullen er (misschien zelfs nog
meer) van genieten. En ze zullen maar
één bezwaar hebben; dat 't zo gauw
„uit" ia!
BIJ uitgeverij „Het Spectrum" te
Utrecht verscheen een Prisma-puz-
zleboek. samengesteld door Theo J. van
der Wal. Niet minder dan 533 puzzles
vindt men hier bijeen: letlervierRanten.
letterraadsels, tckenkunstjes, vraag- en
antwoordspel enz. Voor de lange win
teravonden kan men hier terecht. Ach
terin het boekje zijn de oplossingen ver
meld. zodat men ln alle gevallen direct
kan beslissen of bet Juiste antwoord ge-
voeden ia.
versterkte darmwerking in verband
met de diarrhee hieraan mede de
bet schuift de dunne darm in de
dikke darm. Als deze inschuiving
zich al maar voortzet, zal dus ten
slotte de dunne darm bij de anus
uit het lichaam komen. De dunne
darni wordt gevoed door bloedvaten.
Bij het inschuivingsproces komen de
ze in de knel, de bloedstroom raakt
gestoord, vaten barsten, een bloede
rige ontlasting is het gevolg."
Vader en moeder begrepen, dat
hun zoontje direct opgenomen moest
worden in het Kinderziekenhuis. Er
werd een taxi besteld. Met het kind
in een deken gewikkeld kwam men
in het ziekenhuis aan.
De ouders dachten, dat men dc
kleine direct zou opereren. De chi
rurg vond de algemene toestand niet
zo best. Het kind had te veel vocht
verloren door de diarrhee en het bra
ken.
De bloedtransfusiedienst werd op
gebeld. Binnen een half uur was het
bloed van de donor afgenomen voor
de kleine knaap. De operatie verliep
vlot: de inschuiving van de dunne
darm kon opgeheven worden, de
kleur van de dunne darm was goed
en de voeiende vaten klopten be
hoorlijk.
Na afloop kon de operateur de
ouders gelukwensen en alle hoop op
voorspoedig herstel geven.
Aanvankelijk heeft het kind flinke
temperatuursverhoging gehad, maar
twee weken na de operatie was de
huiskamer versierd om de herstelde
peuter met blijdschap en dankbaar
heid te ontvangen.
De moraal van dit verhaal is: Wan
neer een kind buikpijn in aanvallen
heeft, die gepaard gaan met voort
durend braken, waarschuwe me;i on
verwijld de huisarts.
dunste boekje, dat in de catalogi van
Calleubach, Meinema, Haan, Voor
hoeve of wie ook voorkomt. Een
zinvol geschenk! Kerstfeest is de
dag van het vlees geworden Woord
en dat heeft ook met lezen te ma
ken. Hoe zullen kinderen ooit het
evangelie gaan lezen, als ze niet
dc smaak van lezen hebben beet-
Qckregeu? Ofschoon er natuur
lijk ook hele kleine hummel:jes bij
de feestgangers zijn die daar nog
niet aan toe komen, en dus wat an
der s moeten ontvangen.
Zijn we er nu?
Ja, dat kunt IJ net denken.' We
mogen toch niet vergeten, dat zo'n
volkswijk ook noa honderden een
zamen telt, die thuis moeten bly-
ren. Ze zyn te oud om nog over
straat te gaan. Ze z\jn misschien
ook nog wel veel te zwak of te zie
kelijk. Het zou aardig wezen als al
die mensen met Kerstfeest een groef
konden ontvangen, en men zou zo'n
groet willen laten bestaan uit wat
fruit, wat bloemen. Terwijl er ook
nog zo'n paar andere gevallen zijn,
die het buiten hun schuld wel heel
spaans hebben, en die met een Ic-
vcnsmiddelenbon geholpen behoor
den te worden Natuurlijk, Kerst
feest is méér dan dit alles. Kerst
feest is dc gave Gods aan de we
reld. Kerstfeest is het overweldi
gende geschenk van het welbehagen
des Heren. Maar dc tékenen van
onze blijdschap moeten toch gezien
kunnen worden
Ik geloof: we zyn nu aardig op
weg met onze begroting. Het eir.d-
cufer zal ergens liggen tussen de
drie en vijfduizend gulden. Dat is
heel veel als het een kop vormt
bovenop alle geregelde maandelijk
se uitgaven. Het is ook erg veel als
men het van één enkele gever zou
moeten verwachten, al geloof ik dat
dit niet tot de onmogelijkheden be
hoort. Maar het is in feite maar
heel weinig, als Wijkpredikant aan
xiin wekelijkse Volkswijklezers-
scliare denkt Vanmorgen teas zelfs
al hei eerst tientje binnen uit onze
kring. De anderen zullen van de
weck wel de gelegenheid winden
om hun Steentje bij te dragen. U
kunt het op olie mogelijke manie
ren doen kunt met postwissels
u erken. U kunt desnoods Wpkpre-
dikant op visite vragen en het hem
persoonlijk overhandigen. Jammer
dat hij niet als Sinterklaas op een
u itte schimmel door de straten kan
rijden om overal even langs te ko
men. Maar ja. hij heeft daar ook
feitelijk de tijd niet toe. Hu rnoet
juist gaan kuken wat Sjaantje en
Sjaarlie nu u-eer uitspoken.
W1JKPREDIKANT.
Korl intermezzo
yOOR één keer laten we Sjaarlie
Sjaarlie. Het is nu toch een gun
stig ogenblik om dat te doen: hij is
immers zijn broodbaantje kwijt en
loopt te zoeken naar iets anders,
ofschoon het ook mogelijk is dat hij
zo maar zonder meer op straat
loopt. Bijvoorbeeld om de kraam
kamer te ontvluchten. Of om rela
ties op te doen. We verdiepen ons
daar niet verder in: er zijn roor het
moment belangrijker problemen.
November loopt immers op zijn
eind en December staat voor de
deur! En December is de maand van
de grote feesten en de grote uitga
ven. Niet dat we zo hartstochtelyk
aan Sinterklaas doen; ach nee, dat
beperkt zich tot een enkel aardig
heidje. Evenmin vieren we Oud en
Nieuw met champagne rn andere
durigheden. Maar de Kerstdagen,
die doen het ons aan! Want Kerst
feest wil pevierd worden, cn zodra
luiden niet de adventsklokken of
Wijkpredikant moet met zijn staf
zorgen dat festiviteiten worden
voorbereid en doorgevoerd.
Het lijstje der diverse samen
komsten ligt thans voor me. Der
tig zijn het er cn gemiddeld mo
gen we bi) iedere gelegenheid
honderd aanwezigen verwachten,
hetgeen dus neerkomt op driedui
zend gasten. Precies berekenen
kunnen we dat nooit; soms maakt
men een begroting voor honderd
bezoekers cn zie, er verschijnen
er veertig. Een andere maal schat
ten we veertia en er komen er
meer dan honderd opdagen. Maar
we zullen wel niet ver van de
waarheid zijn als we dit jaar re-'
kenen op drieduizend mensen, ver
deeld over veertien dagen, want
we hebben geen ruimte genoeg om
heel deze schare tegelijk te ont
vangen. Dat zou trouwens ook niet
goed zijn; bejaarden vieren hun
Kerstfeest heel anders als kleu
ters, pubers weer anders als vol
wassenen. We vinden het al erg
genoeg dat we allerlei clubs en
onderafdelingen voor dit maal bij
elkander moeten stoppen, maar dat
gaat nu eenmaal niet anders.
Wat kost zoiets nu? Het is al
weer niet gemakkelijk dat vooruit
te bepalen: we moeten de tering
naar de nering zetten. Maar in
ieder geval zijn daar de vaste kos
ten voor licht, verwarming, een
zaalversiering, een programma.
Gezelligheid kent geen tijd, maar
wel uitgaven.' En verder zullen
we iedere bezoeker toch wel iets
moeten aanbieden. Geen mens laat
zijn gasten op een droogje zitten:
dus dat wordt thee, koffie, choco
lademelk. of limonade. Niet in on
gelimiteerde hoeveelheden, want
dat geeft maar onaangename sto
ringen in dc trant van Meester,
mag ik effedoch anderzijds
ook weer niet zo schriel dat men
na afloop met een dorstig hart aan
de waterkraan moet gaan hangen.
Ook hoort er wat droogs bij dat
natte, variërend van een koekje
via een appel naar een Oudejaars
avond-oliebol. Voor de ouderen is
het daarmee afgelopen. Of neen,
Jammer, dat Wijkpredikant niet
als Sinterklaas <>p een witte
schimmel door de straten kan
rijden om overal even langs te
komen
toch niet. want er wordt ook een
aantal Kerstmaaltijden gegeven.
Niets dat zo samenbindt als gemeen
schappelijk eten. Dot behoef ik
trouwens geen enkele lezer te ver
tellen, trant overal in den lande zal
mt gezinnen rondom één
tafel zetten. Het verdrietige is alleen
dat men daarbij zoveel eenzamen
pleegt te vergeten. Nu ja, dat doen
wij dar maar in opdracht van U.'
Met de kinderen zyn we eenter
nog op geen stukken na klaar. Kin
deren behoren met Kerstfeest iets
te krijgen, al is het enkel maar het