Zes schilders - zes mensen
LEZERS1
lPELGRIMAGE
Poëzie der avant-garde
Kerken in Texas zijn in tel en
groeien verbazend hard
KLEURIGE RAMEN IN
DE VERMANING?
LEIDSCHE COURANT
Een Christelijke roman op wereldniveau
STl Bij de uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, is
«der de hierboven penoemde titel een roman verschenen,
schreven (in het Portugees) door Gustavo Cor$ao en in
e [{Nederlands vertaald door Guido Logger. Het is een boek,
^1 er niet elke dag een op de wereld verschijnt. In de
zijn iB,e pïaat9 om de persoon van de schrijver. Deze is in
de $96 te Rio de Janeiro in Brazilië geboren, maar de roman,
in eerste, verscheen in 1950, zodat Cor^ao eerst als vijftiger
tot de literatuur heeft gewend.
jn zijn jonge jaren studeerde
j op de Polytechnische Hoge-
hool van Rio. Later deed hij
«renkundige waarnemingen in
binnenlanden van Brazilië,
érkte bij de Braziliaanse Radio-
legrafie. studeerde daarna toe-
-'•> inaste electronica en is thans
e ofessor van de Technische Ho-
n school van het leger en in-
nieur bij de Braziliaanse P.T.T.
man van de „b"-faculteiten
men dus zeggen, geen taal-
Maar in dit boek ontpopt
-oortreffelijk
brijver. wiens stijl men door
vertaling heen bewondert om
n lenigheid en scherpte. Ver-
,taV icht men, gezien zijn antece-
abstract wiskundige?
zich
a het
0zowel waar
jnd t tot zichzelf inkeert als waar
iych t 1
buiten verraadt
houding, loop. gebaar, of
een trek om de mond. Zal
hem, die een geleerde is en
geefoustinus, Pascal en Goethe in
lt oorspronkelijke leest, het
Irmogen ontzeggen spannend te
deelt
en
jd!f, Stellen? Dan oordeelt men
erover wel anders wanneer
en deelgenoot wordt gemaakt
alles wat de ten^de
«even, zieke hoofdfiguui
tofessor José Maria, gedurende
nu jn laatste levensmaanden be-
Mt van het moment af, dat
uit de mond van dr. Achilles
i doodvonnis vernomen heeft,
erlefit het ogenblik toe, het laatste
d« ddere moment, waarop hij ziet
:e it men zijn boeken haastig
Pas eeft opgeruimd en zijn dier-
ire bloemenvaas leeg heeft
{gezet.
HOOG NIVEAU
ïen boek dus op hoog niveau
eruditie, gedachte, waarne-
to jng, bespiegeling, beschrijving,
II bar ook op een hoog menselijk
iat iveau van eerlijkheid in de
zal irijfel en schroom m het neiu-
edi e. Het heilige! Ja. want dit is
ej-Hj en door en door religieus boek.
is lang een zoeker ge-
i boeddhisme en theo-
de onbegrepen gelezen
Évangeliën, via Marx en vegeta-
sme, tot na de dood van zijn
eerste vrouw het (R.K.) geloof,
vaar in hij opgevoed was, v
«n begon te „functionneri
mals hij het zelf genoemd heeft,
[een overigens niet, dat men
ier te maken heeft met een
ileidooi voor het Rooms-Katho-
icisme. De kenmerkend Roomse
eloofszaken komen niet Wo*
zonde en genade, van waarheid
dwaling, die hier aan de orde
zijn gesteld. En de wending van
de hoofdfiguur naar het geloof
s zo met schroom aangege-
meer nog dan getekend,
men er bijna naar moet ra
den. Bovendien heeft de auteur
de sympathieke, maar middel
matige dokter Achilles, een soort
schaduwfiguur ontworpen, aan
wie hij demonstreert, dat hij van
de gangbare manier om het
Roomse geloof te verdedigen en
aan te prijzen, niets moet heb
ben. Het aardige is, dat de dok
ter, die zulk een routine-apolo
geet is, het tekort van zijn me
thode in dezen zelf inziet en toe
geeft, vriendelijk en open nog
AAN OPZET
BEANTWOORD
Zo heeft de auteur elke po
lemische houding weten te ver
mijden en is zijn opkomen voor
de moeizaam gevonden waarheid
van het Evangelie zonder kramp
achtigheid gebleven. Ook in ge
loofszaken kan men om de woor
den van Nietzsche in een ander
verband te gebruiken, „allzu
eifrig" en een „schwitzender
Proletar" zijn. Corgao, gevormd
door denkers en stylisten van
het formaat van Nietzsche, Pas
cal en Augustinus, kenner van
de wereldliteratuur, aristocraat
naar de geest, wiens aanhalingen
van de reeds genoemden en van
Tolstoi, Shakespeare, Goethe,
Voltaire, Machado de Assis. Ril-
ke, Ovidius, Walter Scott, Ca-
moês, Kierkegaard, Bergson en
Plato zich organisch in het ge
heel voegen als verversend wa
ter en luchtbelletjes in een
aquarium, is een veel te fijn
psycholoog om grof te wezen en
veel te hoffelijk om beschermend
te doen tegenover de lezer.
Zelden heb ik een boek gele
zen, waarin de uitvoering zo
zeer aan de opzet beantwoordt.
We hebben hier, nietwaar, een
omschrijving van het meester
schap, van het kunnen, van de
kunst des schrijvers. Hij heeft,
zoals Goethe dat wilde, zich bij
de aanpak niet gehaast en bij
de uitvoering niet getalmd. Bij
de beschrijving van het bespion-
neren van Eunice, de vrouw van
de ten dode opgeschrevene, ge
geven als herinnering, want als
het boek begint is het al jaren
geleden, dat zij hem verlaten
heeft, houdt de lezer de adem
De achtervolging begint als
spelletje, wordt opgevoerd
een tragische spanning en
heeft dan een ontknoping, die
als een volkomen verrassing
werkt: Eunice heeft in het ge
heim haar eerste man bezocht,
André, de vriend van José Ma-
Een prachtige episode is ook
i van het koffiesehenkstertje
Gertrud uit de cafétaria. Het
meisje is tuberculeu en José
Maria ziet dat ze al evenmin
langer dan enkele maanden te
leven heeft. Hij hoort toevallig
ze graag een paar oorbellen
willen bezitten en hij koopt
voor haar, kostbare oorbel
len met Burmaanse robijnen. Dit
vorstelijk geschenk doet hij
haar in een onaanzienlijk pakje
door een jongen overhandigen,
op het moment dat het ge
zicht van het meisje haar reactie
op de inhoud van het doosje zal
verraden, maakt hij zich uit de
voeten. In dit ene trekje proeft
men het geestelijk niveau van
de auteur.
De cursus van de dood is een
Christelijke roman op wereld-
C. Rijnsdorp.
AUGUSTE RENOIR: poi
Jacques Eugène Spuiter.
Vreugde eu zon in kunst en
leven
„Dat geklad met verf schijnt je kennelijk nogal te
amuseren." Het werd gezegd tegen een 20-jarig beginnend
kunstschilder. En nog wel door een leraar aan de Ecóle
des Beaux Arts in Parijs, dus iemand die er wel verstand
van had. De jonge kunstschilder liet zich echter door deze
opmerking niet uit het veld slaan en antwoordde: „Na
tuurlijk, en geloof me, als ik er geen plezier in had, zou
ik het werkelijk niet doen."
De kunstschilder was de in
1841 te Limoges geboren Pierre
Auguste Renoir. Bij zijn dood in
1919 schreef de Franse criticus
Elie Fauré: „Het is alsof de zon
voorgoed is ondergegaan". Tus
sen die beide uitspraken in
de vreugde in het geklad met
verf en de ondergegane zon
ligt het gehele leven en pok de
gehele kunst van Renoir. De
vreugde en de zon hebben het le
ven en het werk van deze schil
der bepaald, zij waren de belang
rijkste factoren in zijn roem over
de gehele wereld.
Heeft zijn leven altijd de zon
en de' vreugde gekend? Beslist
niet. Als jongen van 13 jaar
moest hij al gaan verdienen. La
ter heeft hij als impressionnist
Sint Nicolaas-
stemming
Poging om begrip te
wekken voor de experi
mentele poëzie.)
Hoor:
ikke tikke takke tokke
iokke boem rrrrrtttt
ikke tikke witte sikke
ikke pitte sokke
ikke zakke zoeke
rrrrttttt, boem, boem
jjnorre gnarre gnotter
jjlippe slamp slemp.
wijter mane schijne
poem au bomen.
«nikker, snakker, smakker,
wart rrrrrttttt
Piet knikker,
pieper papper peper
jpirontel puist paard.
jSchuimer schemer schimmel
fcchat schiet schoot
Kind mijmer rijmel
puimel rammel rommel.
jDikke dakke dokken
pappa tenen sokken
\nrrrttttt boem au
pchoelie pet.
JAN E. NIEMEIJER.
Cultureel
venster
De zielkunde is een prachti
ge wetenschap, zolang ze Chris
telijk, dat is o.a. nederig blijft.
Alle echte wetenschap is trou
wens van huis uit nederig.
Zielkunde verklaart veel in
het gedrag van de mens, maar
een goed psycholoog stelt zich
niet aan, alsof hij alles in
dat menselijke gedrag zou kun
nen verklaren. Ik heb geleerd
voor veel onverklaarbaars
dankbaar te zijn. Het vorsend,
verstand kan niet dulden, dat
iets zijn raadsel zou behouden,
maar gemoed en fantasie zijn
er soms gelukkig om.
Terwijl ik dit
abstracte betoog- J"-*
je houd, heb ik
iets heel concreets
in mijn gedachte.
U kunt er van op
aan, dat dit bijna,
altijd zo is. On- J
getwijfeld heeft
Kant bij de uit
werking van zijn critische wijs
begeerte bij bepaalde extra
moeilijke onderdelen aan een
voudige voorvallen in de zadel
makerij van zijn vader gedacht.
En als u ergens een gesprek
bijwoont, dat zich in het afge-
trokkene beweegt, en de heren
kunnen het niet eens worden,
wees er dan zeker van dat ze
bij hun abstract betoog bepaal
de concreta in hun gedachten
hebben. Indien ze er dat nu
maar bij vertelden, zouden ze
elkaar veel beter begrijpen.
Nu moet ik dus zelf wel zeg
gen, waaraan ik denk. In een
huis is een kamer, met voor de
schoorsteen een lage spiegel
met brede bovenrand. Op die
rand staan een paar snuisterijen,
onder andere een uit zwart
hoorn gesneden Indisch mens-
figuurtje, in het platte, zodat
men het neusje alleen maar
naar rechts of naar links kan
laten kijken. Het is te dik voor
een boekenlegger, maar verder
vrijwel plat. Nu komt in die
kamer van tijd tot tijd een niet-
huisgenote, die daar wat
schoonmaakt en opruimt. De
afwezige huisheer bemerkt bij
zijn thuiskomst altijd, dat zijn
kamer
Kleine
Raadselen
UIT DE TIJDSCHRIFTEN
,ujj Het Octobernummer van Maat
staf (Redacteur Bert Bakker,
nuitgeefster Daamen N.V., Den
(Haag) is bijzonder belangrijk,
ïjjialve wat tot de gebruike-
hJÜjke inhoud van een lctterkun-
I jdlg tijdschrift behoort (een es-
*ay van Rodenko, experimentele
.verzen van Lucebert en het ver-
■*olgstuk van een roman van
A. H. Nijhoff) treft men er in
^aan een geleerd, maar duidelijk
ilftwchreven artikel van prof. dr.
M. A. Beek over de bronnen
s,van het psalmboek en een op-
'3 «tel van Guillaume van der
b'jjGraft over Nijhoff en de psal-
1 jtnen, voorafgegaan door zeven
'^psalmberijmingen van Nijhoff
(t,w. psalmen 3, 16, 21, 23, 60,
;U«! en 150).
1 Het geheel biedt dus een won-
Jderlijke combinatie, die even-
JÉ wel voor iemand, die zowel litte-
ttir als kerkelijk geïnteresseerd
I k een aparte aantrekkelijkheid
9 heeft, te meer omdat alles op
«en behoorlijk peil van gedachte
en vormgeving staat. Van de
ledichten kan men dit natuur-
lijk zo niet zeggen, maar het is
merkwaardig, dat de van Luce
bert in dit nummer opgenomen
Verzen Christelijke motieven aan
roeren.
Rodenko's artikel, „Nieuwe
Griffels/Schone Leien", is een
inleiding op de bloemlezing uit
de poëzie der avant-garde, ook
door Rodenko samengesteld,
welk werk nog in October bij
Daamen N.V., Den Haag en De
Sikkel, Antwerpen, zou verschij
nen. Het is de beste beschouwing
over de nieuwste poëzie, die mij
tot nu toe onder de ogen is ge
komen, de beste zowel in de
diepte (historisch en peilend),
als in de breedte (het verband
leggend met buitenlandse ge
lijksoortige poëzie). Men dient
natuurlijk voor een definitieve
beoordeling het boek zelf af te
wachten. Intussen één op
merking: de schrijver aanvaardt
de geestelijke structuurverande
ring, die zich de laatste honderd
jaar heeft voltrokken, als een
feit, maar alleen om daaruit het
veranderd litterair klimaat te
verklaren, dus zonder die ver
andering zelve wijsgerig of reli
gieus critisch te bezien. Zo mist
deze inleiding voor mijn besef
de derde dimensie
elij-
k e diepte, want men kan toch
moeilijk aannemen, dat Rodenko
tussen de regels door heeft wil
len zeggen: wat is, is goed, om
dat het is.
C. R.
beredderd
is»... aan het feit,
dat het figuurtje
zijn gezicht, dat
er eigenlijk niet
is, naar de kamer
heeft toegewend.
Het heeft zijn in
teresse voor de
straat plotseling
verloren en kijkt
nieuwsgierig met zijn scherp
profieltje het vertrek in. De
eerste daad van de man is dan,
het figuurtje weer en profil
terug te plaatsen, om het stee
vast aan de avond van de vol
gende kamerdag weer terug te
vinden, het scherpe neusje naar
lamp en tafel toegekeerd.
Dit heeft lang geduurd.
Jaren. Tot onlangs zich een
verandering voltrok. Het beeld
je blijkt zich nu een kwart slag
naar de kamer te hebben toe
gewend. Het veinst naar buiten
te zien, maar van wat in het
vertrek gezegd wordt ontgaat
het, om zo te zeggen, niets.
Ben ik nu toch bezig psycho
logisch te verklaren? O nee, er
zit iets in dit kleine verhaal,
dat men liever onverklaard
laat. Een dergelijk klein raad
sel van menselijk gedrag (waar
achter toch de gehele, diepe,
eeuwige mensenziel zich mani
festeert) b lij ft ons prikkelen
en boeien. We weten het
„waarom" liever niet precies,
artistiek wel wat strijd moeten
voeren in het conservatieve Pa
rijs van zijn tijd. En een deel
van zijn leven werd gekweld door
rheumatische pijnen. Enkele ja
ren voor zijn dood was hij geheel
verstijfd en moest de penseel aan
zijn handen vastgebonden worden
Maar dat alles had geen invloed
op zijn karakter, dat altijd vreug
devol was. En ook niet op zijn
kunst, die steeds een verukkelijke
verbeelding was van het bloeien
de leven in het volle zonlicht. De
gelukkige en vrolijke dingen gaf
hij weer: de glans van de
vrucht, de bloesem van de jeugd,
de weelde van de liefde, de licht
gevoeligheid van het naakt en
de blije mensen van alledag. Dat
alles in een bijzonder flonkeren
de en oorspronkelijke kleur.
VERGULDE VREUGD
Hoe geheel anders is hiernaast
een figuur als Henri de Toulou
se-Lautrec, die 23 jaar later dan
Renoir werd geboren maar 18
jaar eerder stierf. Ook hij kende
de tragiek in zijn leven, doch
probeerde er bovenuit te komen
door zich aan een ander soort
vreugde te wijden: de vergalde
vreugde in de nachtlokalen an
Parijs. Bij Toulouse La-utrec vin
den we ook de flonkering, de tin
teling, de hartstochtelijke overga
ve. Hoe kon hij genieten aan zijn
eigen tafel in de café-chantants,
van de clowns, de danseressen,
de chansonnières en hoe raak en
bondig wist hij al die figuren in
zijn schetsen te vangen. Daarmee
voor een ogenblik de tragiek
zijn niet volgroeide benen verge-
NAASTENLIEFDE
Tussen Renoir en Toulouse Lau-
trec in staat dan een andere fi
guur, die slechts voor een korte
periode de weelde en de vreugde
van het zonlicht zocht en veel
meer zich liet leiden door het zon-
loze leven van de armoede. Vin
cent van Gogh werd in 1853 ge
boren en stierf reeds in 1890. De
domineeszoon en evangelist Vin
cent van Gogh werd het slacht
offer van zijn al te consequent
doorgevoerde naastenliefde. Maar
zijn kunst doet nog heden ten da
ge de plicht ten aanzien van de
medemens gevoelen. Zijn lief
de, die tot driemaal toe door
vrouwen werd vernederd, schonk
hij door zijn kunst aan de gehele
mensheid; aan de mijnwerkers
en de aardappeleters, aan de we
vers en de boeren, aan de mis-
deelden en de daklozen. Zocht Re
noir naar de liefde in het leven
om die te verbeelden en liet Tou
louse-Lautrec zich leiden door ge
kochte liefde van prostituées,
Vincent van Gogh wilde slechts
met zijn liefde de mensheid ver
warmen. En hij deed dit in de
hoogste schilderkundige expres
sie. Tot hij zoveel liefde had
weggegeven dat hij zelf niets
meer overhield en een eind maak
te aan zijn leven.
als we het geheim
van de bloemen en de taal van
de dieren willen verstaan. Al
leen al om zulke kleine voor
vallen is het leven de moeite
waard. Laten we dankbaar zijn
voor alle kleine raadselen in
leven, liefde en poëzie.
C. R.
PAUL CÊZANNE: Stillei
KLUIZENAAR
Teleurgesteld in het leven was
ook de Franse schilder Paul Cé-
zanne, wel de „vader der mo
derne kunst" genoemd. De laat
ste jaren voor zijn dood in 1903
s hij welhaast een kluizenaar
een mensenhater. Het geloof
zijn werk en zijn roeping ver
loor hij echter niet. Cézanne was
twee jaar eerder dan Renoir ge
boren en met hem en Manet, De-
gas en Monet vormde hij een
groep van bohémien-schilders, die
de tradities van de schilderkunst
omver wilde werpen. Eigenlijk
is hem dat wel gelukt, want op
zijn kunst bouwden de latere ku
bisten verder. Evenals Vincent
van Gogh hield Cézanne maar
weinig vrienden over en waarde
ring bij het publiek was er ook
niet. Hoezeer hij echter liefde en
zonlicht in het leven miste
zijn huwelijk was erg ongeluk
kig in zijn kunst zijn qoch de
liefde noch de zon bepalend ge
weest. Hoofdzaak was voor Cé
zanne kleur, lijn, vorm en rhyth-
NA DRIE EEUWEN
Cézanne werd tijdens zijn le
ven beslist niet erkend, bij vrij
wel niemand vond hij begrip voor
zijn kunst. Eerst na zijn dood
kreeg hij zijn roem en zijn aan
hang. Dat was weer geheel an
ders dan drie eeuwen vroeger bij
de schilder El Greco gebeurde.
Het werk van deze kunstenaar,
die in 1541 op Kreta werd gebo
ren en eigenlijk Domenicqs Theo-
tocopoulos heette, vond tijdens
zijn leven grote aftrek, maar na
zijn dood duurde het bijna drie
eeuwen voor hij werd herontdekt.
El Greco (de Griek) werd aller
eerst geïnspireerd door de kunst
van de ikonen. de geschilderde
heiligènvoorstellingen in de
Grieks-Katholieke en Russische
kerk, en wilde dus alleen een
godsdienstige emotie wekken.
Maar toen El Greco als jonge
ling van 25 jaar in Venetië kwam
en in het atelier van Titiaan
ging werken, maakte de oude By
zantijnse ikoon plaats voor het
meer vleselijke beeld van de Re
naissance. In 1577 in Spanje ge
komen vindt El Greco pas zijn
eigen stijl, die een grote expres
sie kende dan de Renaissance
kunst. De onderwerpen bleven
steeds in de religieuze sfeer lig
gen en vooral het martelaarschap
van Christus werd door hem vaak
uitgebeeld. In zijn leven was El
Greco heus niet zo erg religieus
en zag door de hoge bedragen
voor zijn werk kans van „alle
genoegens des levens tegelijk te
genieten". Hij bezat een weelde-
,rig huis met 24 kamers en een
eigen orkest. Hij was niet ge
trouwd al was hij dan vader van
HEIDENS SCHOON
Ook die andere Italiaanse schil
der, bijgenaamd Botticelli (1444
1510), was niet getrouwd. De re
den? Hier zijn eigen mededeling:
„Ik droomde één keer getrouwd
te zijn en werd zo ontdaan wak
ker, dat ik de rest van de nacht
door de stad dwaalde". De schrik
zat er dus in, al had hij beslist
wel oog voor het vrouwelijk
schoon, U kent wel zijn „Geboor
te van Venus" en zijn „Prima-
vera". Maar deze „heidense
schoonheid" ging hij helemaal
verwaarlozen toen hij onder in
vloed kwam van de boetpredica-
ties van Savonarola. De mense
lijke verrukking maakte plaats
voor een mystieke inslag: er
kwam een somberder en fanatie
ker stemming met scherpere vor
men en kleuren.
Waarom, zult ge vragen, deze
korte schetsen van de zes schil
ders? Heel eenvoudig: uit blijd
schap. Uit blijdschap voor het
verschijnen van zes kleine, doch
prachtig uitgevoerde boekjes bij
Uitgeverij Contact te Amster
dam. „Contact-Kunst-Pockets" he
ten deze boekjes, die slechts llx
17 cm. groot zijn. Korte instruc
tieve inleidingen, van bekende
schrijvers gaan vooraf aan een
groot aantal kleurreproducties,
welke stuk voor stuk deskundig
worden toegelicht. En dat alles
voor slechts 2,50 per deel.
Voor een ieder wordt op deze
wijze de kunst van die zes schil
ders ontsloten en het is te hopen,
dat Contact verder kan gaan met
die uitgave. Op deze verantwoor
de en prettige wijze kan de kunst
tot het volk komen, of beter: kan
het volk tot de kunst komen. Een
unieke collectie.
CORN. BASOSKI
LIDMAATSCHAP IS „NORMAAL"
TN de Amerikaanse staat Texas is alles groter dan ÜLIMMIlinilllllllllllllllllUllllllllllIHlIlUinilllllllllllllHIIHIIMtilllIHnn
A elders. De kerken ook. In de steden groeien zij 1
geweldig. Kerkelijke en burgerlijke belangen zijn j|
soms niet te onderscheiden. De prediker is een j§
belangrijk man. Niet zelden dè grote man van de E
stad. De kerk telt mee in Texas, men zou zeggen E
méér dan andere instituten. Een voorbeeld: de
methodistenkerk van Highland Park, voorstad van M
Dallas: gothisch kerkgebouw (anno 1926), school
met70 lokalen, een kapel en een flink dienst- E
gebouw.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
Er zijn 7000 lidmaten. Het
jaarlijks budget beloopt 44.000
dollar. Op Zondagmorgen zijn
er twee erediensten en twee
samenkomsten van de zon
dagsschool. I-Ionderden auto's
staan tiedere Zondag voor de
kerk. De gemeente heeft 32
personen in vaste dienst, de
predikanten inbegrepen. In
een snikhete zomerweek waren
er 1450 kinderen op catechisa
tie aanwezig en daarnaast had-
ien er 46 vergaderingen plaats
Cs winters 75..); de beide
kerkdiensten waren druk be-
En de kerkleden zijn actie
ver dan in menige andere gro
te gemeente. Er zijn meer
dan 360 onderwijzers e.d. voor
de „church school", die 4000
kinderen telt. Er zijn meer
dan 400 zangers in de elf ko
ren. Er zijn 1400 leden op de
vrouwenverenigingen en 1100
van de mannen-,,clubs." Leden
van die mannenvereniging
vormden een „club van vis
sers" - dat wil zeggen: evan
gelisatie. Ze werkten twee aan
twee. In één week tijds 425
nieuwe lidmaten gewonnen..
In Texas is het normaal, dat
men lid is van een kerk. De
„tale Kanaans", die de vade
ren spraken, is er nog in ere.
Kranten in Texas besteden ko
lommen aan opwekkingsbewe
gingen; zij schrijven dan niet
over „zoveel bekeerlingen",
maar over zoveel mensen, die
„voor Christus gewonnen zijn.'
De mensen in Texas praten er
ook zo over, en zonder gekwe-
zel. Vergaderingen van ban
kiersverenigingen, verzeke
ringsagenten, publieke samen
komsten van allerlei aard -
alle worden met gebed ge
opend. De jaarmarkt in Dal
las eindigt met een godsdienst
oefening in een stadion met
50.000 aanwezigen.
Oordelen?
Men kan dat natuurlijk van
verschillende kanten bekijken.
De correspondent van The
Christian Century, die al dit
wetenswaardigs vertelt, ver
zamelde ook commentaren. Na
tuurlijk is er het gevaar van
geestelijke oppervlakkigheid.
„Nog nooit maakte ik zoveel
religie mee die zo weinig be
tekende", zei een dominee uit
het Noorden, die Dallas be
zocht. Maar dat was jaloezie.
Religie betekent wel degelijk
iets, iets dat tamelijk veel
diepgang heeft bij duizenden
mensen in Texas.
Met zoveel meelevende leden
moet het met al te moeilijk
zijn, de begroting sluitend te
maken. Maar het zegt wel iets,
dat niemand geacht wordt
meer aan de kerk te geven
dan één proeent van het inko
men. Wie daar bovenuit gaat
wordt verwezen naar, wat wij
zouden noemen „algemene
christelijke doeleinden."
De dominee zegt tegen zijn
gemeenteleden dat hij niet te
vreden zal zijn, alvorens ieder
een ten minste zoveel aan an
deren geeft als aan zijn eigen
kerk. Trouwens, de kerk zelf
steunt ook andere kerken, die
het minder breed hebben -
zelfs kerken in de buurt, die
leden van de eigen kerk „over
namen." En verder: sociaal
werk in de stad, opleiding
zondagsschoolleiders, financi
ële steun aan twee theologi
sche scholen (een voor neger
predikanten), enzovoorts!
De snelle bevolkingstoene
ming in de Zuidwestelijke sta
ten is voor de kerken een uit
daging om in actie te komen,
en biedt grote mogelijkheden.
„Godsdienst strijdt om de ziel
van dit land, dat zo vertrouwd
is met de idee van de grote
betekenis, die het in de toe
komst zal hebben."
„Gewone
mensen'
lezen dikke delen van
Barths K.D.
Maar theologie hult zich in stilzwijgen
Hellmut Gollwitzer, hoogleraar te Bonn, ook in ons land
bekend als de auteur van het boek „En brengen, waarheen
gij niet wilt", vertelt in het blad „Unterwegs":
KARL BARTH
JN Berlijn ken ik een maat
schappelijk werkster in een
gevangenis, die niet alleen uit de
delen der Kirchliche Dogmatik van
Karl Barth raad en richtsnoer put
voor haar arbeid in die opeenhoping
van ellende en vertwijfelde boos
heid, maar ook met kleinere groe
pen van haar gevangenen met
roofmoordenaars, gauwdieven en
misdadigers op sexueel gebied
gedeelten uit deze dogmatiek be
spreekt; zij is van mening, dat in
zo'n verdonkerde atmosfeer aan de
rand van dc beveiligde menselijk
heid de uitlegging van de christe
lijke boodschap wel in de allereerste
plaats haar kracht moet tonen, dat
het, indien ergens dan toch wel hier,
duidelijk moet worden dat het gaat
om het „evangelie voor de godde-
lozen", om het licht, dat in de
duisternis schijnt.
F Zwitserland woont een dokter,
die, voor zover het maar even
mogelijk is, elke dag een klein ge
deelte van zijn arbeidstijd uitspaart
n deze delen te lezen. En wan-
ik mijn kennissenkring overzie,
dan is daar, behalve deze ene, nog
een ganse rij van juristen, kooplie
den, huisvrouwen, dichters, journa-
wiskundigen, die allemaal
niet slechts (zoals dat immers ook
met andere dogmatieken uit de ge
schiedenis der theologie het geval
kan rijn) deze delen lezen, i
telkens weer lezen, er raad
:en, ettelijke bladzijden daaruit
ichzelf voorlezen als een prediking
tot versterking van het eigen
nerlijk leven, die er dus op
intensieve manier mee leven. Voor
waar geen vanzelfsprekende groep
lezers voor een werk, dat de voor
velen nu niet bepaald aantrekkelij
ke titel „Kirchliche Dogmatik"
draagt, dat nu negen delen omvat,
het dunste 480 en het dik
ste 1000 bladzijden telt, e
de toekomst nog met enige delen
zal worden uitgebreid, bovendien
een werk, dat geen enkele lezer
geconcentreerde geestelijke inspan
ning bespaart en dat ook aan de
genen, die theologisch zijn opgeleid,
de hoogste eisen stelt.
HET kan in tegenspraak schij
nen te staan tot hetgeen
hierboven gezegd is, als er nu meteen
aan toegevoegd moet worden, dat
dit werk, dat zo intensief begeleid
wordt door velen ook buiten de
engere kring der theologen, toch
niet de aandacht, de weerklank en
de werking gevonden heeft, die het
waard is. Terwijl vele predikanten
zich in hun gemeentewerk er dank
baar door laten stuwen, hult de we
reld der academische theologie in
Duitsland zich sedert jaren in een
opvallend zwijgen. Terwijl indivi
dueel mensen uit alle beroepen er
de christelijke boodschap nieuw
door hebben verstaan en daarmee
opnieuw verbonden zijn, gaat de
tegenwoordige filosofie er meestal
met een beleefde buiging aan voor
bijmisschien instinctief de uiterst
explosieve stof 'mijdend, die daarin
ligt opgetast, en de alles omverwer
pende vraag ontwijkend, die daar
gesteld wordt aan het menselijk
denken, dat zijn uitgangspunt kie-
vil in zichzelf als de grond der
zekerheid. In vooraanstaande wer-
van auteurs uit onze tijd kan
onbewezen dwaasheden over
Barth lezen....
Alarmklok-S.S.K.
Aldus schrijft de Stichting
Steun Kerkbouw in het midden
van de Gereformeerde Ker
ken
„Te weinig zijn onze kerken
er van doordrongen, dat er in
onze kerkgemeenschap werke
lijk een ramp dreigt. Het is een
fabeltje, dat onze grotestads
kerken „welvarend" genoeg
zijn om zichzelve te bedruipen.
De kerken in wier ressort de
woningblokken uit de grond
schieten, zijn bijna alle in ern
stige mate noodlijdend, dat is
de werkelijkheid! Het feit dat
de S.S.K. berekend heeft, dat
er minstens zegge een millioen
moet komen, wil zij haar taak
efficiënt kunnen vervullen,
spreekt genoeg voor zichzelf.
Na de watersnoodramp in
1953 heeft heel kerkelijk Ne
derland voorbeeldig geofferd.
Wij hebben toen onze kerken
niet in de steek gelaten. Zul
len wij het nu wel doen? Er
is reeds treffend geofferd door
particulieren, die de noodtoe
stand tenminste begrepen. Maar
de kerken laten over het alge
meen gezapig verstek gaan...."
Zijn gebrandschilderde ramen
op hun plaats in onze kerken?
vraagt het Alg. Doopsgezind
Weekblad. Neen! antwoordt de
sdhrijver. Zeker niet in de stijl
volle blanke vermaningen (zo
noemen de mennisten hun ker
ken Red.) uit vroeger eeuwen.
Rooms-katholieken bouwen hun
heiligdommen; men sluit er de
wereld buiten, mede door de on
doorzichtige vensters. Luthersen
hebben dit voor een deel behou
den. Maar bij calvinisten en men
nisten werd het anders. De kerk
moest midden in de wereld staan
en wat van God hier wonen
i de Geest alleen.
scheppen. De
mocht, was ir
Daarom geen si
mystieke sfeer zou
beeldenstorm was
barij maar is uit een beginsel
voortgekomen.
Zo ook de armoede en sober
heid van de oude vermaningen.
Klaar en blank moest de kerk
zijn. Blanke vensters ook, waar
door men de bomen en de wolken
en vaak ook de huizen zien kan
en de zonneschijn naar binnen
kan vallen. Een oord van over
denking en gebed, waar midden
in het leven van alledag de mens
God kan ontmoeten, zonder dat
een kunstmatig gewekte stem
ming hem daarop zou voorberei
den. In zulke zuivere kerkruim
ten. als er gelukkig nog zijn in
stad en dorp. passen geen ge
brandschilderde ramen.
Het blad roemt de nieuwe
Rotterdamse vermaning met haar
lichte en strenge, rechtlijnige in
terieur en haar hoge blanke ra
men. Wat in kathedraal of ka
pel op zijn plaats is en ook ont
roeren kan, wat in de grote her
vormde kerken uit historisch oog
punt toelaatbaar is, omdat het
nier ook niet domineert, wat in
een werelds gebouw stijlvol kan
zijn, is in de doopsgezinde ver-
maning misplaatst. „Onze aan
bidding zij als die van Daniël
bij open vensters".
De Verenigde Kerk van Canada
eeft de werkgever» opgeroepen
en grootteheepse veldtocht tegen de
'erklooshcid.
Engeland gant m.i.v. 1 Januari
nieuw kerkelijk blad verschijnen:
geïllustreerd maandblad, dat er
Kalm aan met
Kerstetalages
„Laat aan de kerk over, wat
bij de kerk behoort", luidt het
advies van de Westduitse bond
van detailhandelaren aan zijn
leden. „Weet maat te houden
met uw kerstreclame". Neen, de
kerstboom is niet meer uit de
etalage weg te denken (zegt
deze bond), maar de kerststal
of kerstkribbe wel. En wat het
kerstmannetje betreft: er zijn
nu eenmaal streken in het land,
waar deze figuur folkloristisch
is, al heeft hij dan ook niets te
maken met het christelijke
kerstfeest. Maar maak er geen
carnaval-achtige nar van....
De bond adviseert, geen
kerstliederen te laten weerklin
ken door de luidsprekers van de
grote magazijnen, en evenmin
klokgelui. Klokken hebben de
taak, op te roepen tot preek
en gebed."
(Het advies van deze Duitse
instantie om St. Nicolaas in de
winkels en etalages niet in de
kerkelijke kledij mijterstaf
e.d.) te laten pronken, gaat ons
Hollanders wellicht wat te ver.
Wij herinneren overigens aan
een soortgelijke actie, die vorig
jaar in België is gevoerd. En
we herinneren ons meteen een
degelijke Hollandse winkelstraat,
vorig jaar tegen de kerstdagen
druk met kopende en kijkende
mensen, waarboven ineens via
schelle luidsprekers een Ameri
kaanse versie van het „Stille
Nacht" losbarstte. Jawel, Stille
Nacht. Br.
Madagaskar: protestants eiland
Het Frans-Afrikaanse eiland Madagaskar, groter dan Frankrijk
zelf, is in sterke mate protestants. Geen enkele Franse stad, ook
Parijs niet, kan zich er op beroemen zoals Teneriffe, 65 protes
tantse kerken te hebben. Het kleinste dorp op het eiland heeft
zijn protestantse kerk en overal bemerkt men de invloed van
het protestantisme, doordat op elke vier inwoners er één tot
een protestantse kerk behoort. Zo zijn bijv. de meeste onafhan
kelijke dagbladen protestants georiënteerd en behoort vrijwel
de gehele intelligentsia tot het protestantisme.