Zes schilders - zes mensen LEZERS1 lPELGRIMAGE Poëzie der avant-garde Kerken in Texas zijn in tel en groeien verbazend hard KLEURIGE RAMEN IN DE VERMANING? LEIDSCHE COURANT Een Christelijke roman op wereldniveau STl Bij de uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen, is «der de hierboven penoemde titel een roman verschenen, schreven (in het Portugees) door Gustavo Cor$ao en in e [{Nederlands vertaald door Guido Logger. Het is een boek, ^1 er niet elke dag een op de wereld verschijnt. In de zijn iB,e pïaat9 om de persoon van de schrijver. Deze is in de $96 te Rio de Janeiro in Brazilië geboren, maar de roman, in eerste, verscheen in 1950, zodat Cor^ao eerst als vijftiger tot de literatuur heeft gewend. jn zijn jonge jaren studeerde j op de Polytechnische Hoge- hool van Rio. Later deed hij «renkundige waarnemingen in binnenlanden van Brazilië, érkte bij de Braziliaanse Radio- legrafie. studeerde daarna toe- -'•> inaste electronica en is thans e ofessor van de Technische Ho- n school van het leger en in- nieur bij de Braziliaanse P.T.T. man van de „b"-faculteiten men dus zeggen, geen taal- Maar in dit boek ontpopt -oortreffelijk brijver. wiens stijl men door vertaling heen bewondert om n lenigheid en scherpte. Ver- ,taV icht men, gezien zijn antece- abstract wiskundige? zich a het 0zowel waar jnd t tot zichzelf inkeert als waar iych t 1 buiten verraadt houding, loop. gebaar, of een trek om de mond. Zal hem, die een geleerde is en geefoustinus, Pascal en Goethe in lt oorspronkelijke leest, het Irmogen ontzeggen spannend te deelt en jd!f, Stellen? Dan oordeelt men erover wel anders wanneer en deelgenoot wordt gemaakt alles wat de ten^de «even, zieke hoofdfiguui tofessor José Maria, gedurende nu jn laatste levensmaanden be- Mt van het moment af, dat uit de mond van dr. Achilles i doodvonnis vernomen heeft, erlefit het ogenblik toe, het laatste d« ddere moment, waarop hij ziet :e it men zijn boeken haastig Pas eeft opgeruimd en zijn dier- ire bloemenvaas leeg heeft {gezet. HOOG NIVEAU ïen boek dus op hoog niveau eruditie, gedachte, waarne- to jng, bespiegeling, beschrijving, II bar ook op een hoog menselijk iat iveau van eerlijkheid in de zal irijfel en schroom m het neiu- edi e. Het heilige! Ja. want dit is ej-Hj en door en door religieus boek. is lang een zoeker ge- i boeddhisme en theo- de onbegrepen gelezen Évangeliën, via Marx en vegeta- sme, tot na de dood van zijn eerste vrouw het (R.K.) geloof, vaar in hij opgevoed was, v «n begon te „functionneri mals hij het zelf genoemd heeft, [een overigens niet, dat men ier te maken heeft met een ileidooi voor het Rooms-Katho- icisme. De kenmerkend Roomse eloofszaken komen niet Wo* zonde en genade, van waarheid dwaling, die hier aan de orde zijn gesteld. En de wending van de hoofdfiguur naar het geloof s zo met schroom aangege- meer nog dan getekend, men er bijna naar moet ra den. Bovendien heeft de auteur de sympathieke, maar middel matige dokter Achilles, een soort schaduwfiguur ontworpen, aan wie hij demonstreert, dat hij van de gangbare manier om het Roomse geloof te verdedigen en aan te prijzen, niets moet heb ben. Het aardige is, dat de dok ter, die zulk een routine-apolo geet is, het tekort van zijn me thode in dezen zelf inziet en toe geeft, vriendelijk en open nog AAN OPZET BEANTWOORD Zo heeft de auteur elke po lemische houding weten te ver mijden en is zijn opkomen voor de moeizaam gevonden waarheid van het Evangelie zonder kramp achtigheid gebleven. Ook in ge loofszaken kan men om de woor den van Nietzsche in een ander verband te gebruiken, „allzu eifrig" en een „schwitzender Proletar" zijn. Corgao, gevormd door denkers en stylisten van het formaat van Nietzsche, Pas cal en Augustinus, kenner van de wereldliteratuur, aristocraat naar de geest, wiens aanhalingen van de reeds genoemden en van Tolstoi, Shakespeare, Goethe, Voltaire, Machado de Assis. Ril- ke, Ovidius, Walter Scott, Ca- moês, Kierkegaard, Bergson en Plato zich organisch in het ge heel voegen als verversend wa ter en luchtbelletjes in een aquarium, is een veel te fijn psycholoog om grof te wezen en veel te hoffelijk om beschermend te doen tegenover de lezer. Zelden heb ik een boek gele zen, waarin de uitvoering zo zeer aan de opzet beantwoordt. We hebben hier, nietwaar, een omschrijving van het meester schap, van het kunnen, van de kunst des schrijvers. Hij heeft, zoals Goethe dat wilde, zich bij de aanpak niet gehaast en bij de uitvoering niet getalmd. Bij de beschrijving van het bespion- neren van Eunice, de vrouw van de ten dode opgeschrevene, ge geven als herinnering, want als het boek begint is het al jaren geleden, dat zij hem verlaten heeft, houdt de lezer de adem De achtervolging begint als spelletje, wordt opgevoerd een tragische spanning en heeft dan een ontknoping, die als een volkomen verrassing werkt: Eunice heeft in het ge heim haar eerste man bezocht, André, de vriend van José Ma- Een prachtige episode is ook i van het koffiesehenkstertje Gertrud uit de cafétaria. Het meisje is tuberculeu en José Maria ziet dat ze al evenmin langer dan enkele maanden te leven heeft. Hij hoort toevallig ze graag een paar oorbellen willen bezitten en hij koopt voor haar, kostbare oorbel len met Burmaanse robijnen. Dit vorstelijk geschenk doet hij haar in een onaanzienlijk pakje door een jongen overhandigen, op het moment dat het ge zicht van het meisje haar reactie op de inhoud van het doosje zal verraden, maakt hij zich uit de voeten. In dit ene trekje proeft men het geestelijk niveau van de auteur. De cursus van de dood is een Christelijke roman op wereld- C. Rijnsdorp. AUGUSTE RENOIR: poi Jacques Eugène Spuiter. Vreugde eu zon in kunst en leven „Dat geklad met verf schijnt je kennelijk nogal te amuseren." Het werd gezegd tegen een 20-jarig beginnend kunstschilder. En nog wel door een leraar aan de Ecóle des Beaux Arts in Parijs, dus iemand die er wel verstand van had. De jonge kunstschilder liet zich echter door deze opmerking niet uit het veld slaan en antwoordde: „Na tuurlijk, en geloof me, als ik er geen plezier in had, zou ik het werkelijk niet doen." De kunstschilder was de in 1841 te Limoges geboren Pierre Auguste Renoir. Bij zijn dood in 1919 schreef de Franse criticus Elie Fauré: „Het is alsof de zon voorgoed is ondergegaan". Tus sen die beide uitspraken in de vreugde in het geklad met verf en de ondergegane zon ligt het gehele leven en pok de gehele kunst van Renoir. De vreugde en de zon hebben het le ven en het werk van deze schil der bepaald, zij waren de belang rijkste factoren in zijn roem over de gehele wereld. Heeft zijn leven altijd de zon en de' vreugde gekend? Beslist niet. Als jongen van 13 jaar moest hij al gaan verdienen. La ter heeft hij als impressionnist Sint Nicolaas- stemming Poging om begrip te wekken voor de experi mentele poëzie.) Hoor: ikke tikke takke tokke iokke boem rrrrrtttt ikke tikke witte sikke ikke pitte sokke ikke zakke zoeke rrrrttttt, boem, boem jjnorre gnarre gnotter jjlippe slamp slemp. wijter mane schijne poem au bomen. «nikker, snakker, smakker, wart rrrrrttttt Piet knikker, pieper papper peper jpirontel puist paard. jSchuimer schemer schimmel fcchat schiet schoot Kind mijmer rijmel puimel rammel rommel. jDikke dakke dokken pappa tenen sokken \nrrrttttt boem au pchoelie pet. JAN E. NIEMEIJER. Cultureel venster De zielkunde is een prachti ge wetenschap, zolang ze Chris telijk, dat is o.a. nederig blijft. Alle echte wetenschap is trou wens van huis uit nederig. Zielkunde verklaart veel in het gedrag van de mens, maar een goed psycholoog stelt zich niet aan, alsof hij alles in dat menselijke gedrag zou kun nen verklaren. Ik heb geleerd voor veel onverklaarbaars dankbaar te zijn. Het vorsend, verstand kan niet dulden, dat iets zijn raadsel zou behouden, maar gemoed en fantasie zijn er soms gelukkig om. Terwijl ik dit abstracte betoog- J"-* je houd, heb ik iets heel concreets in mijn gedachte. U kunt er van op aan, dat dit bijna, altijd zo is. On- J getwijfeld heeft Kant bij de uit werking van zijn critische wijs begeerte bij bepaalde extra moeilijke onderdelen aan een voudige voorvallen in de zadel makerij van zijn vader gedacht. En als u ergens een gesprek bijwoont, dat zich in het afge- trokkene beweegt, en de heren kunnen het niet eens worden, wees er dan zeker van dat ze bij hun abstract betoog bepaal de concreta in hun gedachten hebben. Indien ze er dat nu maar bij vertelden, zouden ze elkaar veel beter begrijpen. Nu moet ik dus zelf wel zeg gen, waaraan ik denk. In een huis is een kamer, met voor de schoorsteen een lage spiegel met brede bovenrand. Op die rand staan een paar snuisterijen, onder andere een uit zwart hoorn gesneden Indisch mens- figuurtje, in het platte, zodat men het neusje alleen maar naar rechts of naar links kan laten kijken. Het is te dik voor een boekenlegger, maar verder vrijwel plat. Nu komt in die kamer van tijd tot tijd een niet- huisgenote, die daar wat schoonmaakt en opruimt. De afwezige huisheer bemerkt bij zijn thuiskomst altijd, dat zijn kamer Kleine Raadselen UIT DE TIJDSCHRIFTEN ,ujj Het Octobernummer van Maat staf (Redacteur Bert Bakker, nuitgeefster Daamen N.V., Den (Haag) is bijzonder belangrijk, ïjjialve wat tot de gebruike- hJÜjke inhoud van een lctterkun- I jdlg tijdschrift behoort (een es- *ay van Rodenko, experimentele .verzen van Lucebert en het ver- ■*olgstuk van een roman van A. H. Nijhoff) treft men er in ^aan een geleerd, maar duidelijk ilftwchreven artikel van prof. dr. M. A. Beek over de bronnen s,van het psalmboek en een op- '3 «tel van Guillaume van der b'jjGraft over Nijhoff en de psal- 1 jtnen, voorafgegaan door zeven '^psalmberijmingen van Nijhoff (t,w. psalmen 3, 16, 21, 23, 60, ;U«! en 150). 1 Het geheel biedt dus een won- Jderlijke combinatie, die even- JÉ wel voor iemand, die zowel litte- ttir als kerkelijk geïnteresseerd I k een aparte aantrekkelijkheid 9 heeft, te meer omdat alles op «en behoorlijk peil van gedachte en vormgeving staat. Van de ledichten kan men dit natuur- lijk zo niet zeggen, maar het is merkwaardig, dat de van Luce bert in dit nummer opgenomen Verzen Christelijke motieven aan roeren. Rodenko's artikel, „Nieuwe Griffels/Schone Leien", is een inleiding op de bloemlezing uit de poëzie der avant-garde, ook door Rodenko samengesteld, welk werk nog in October bij Daamen N.V., Den Haag en De Sikkel, Antwerpen, zou verschij nen. Het is de beste beschouwing over de nieuwste poëzie, die mij tot nu toe onder de ogen is ge komen, de beste zowel in de diepte (historisch en peilend), als in de breedte (het verband leggend met buitenlandse ge lijksoortige poëzie). Men dient natuurlijk voor een definitieve beoordeling het boek zelf af te wachten. Intussen één op merking: de schrijver aanvaardt de geestelijke structuurverande ring, die zich de laatste honderd jaar heeft voltrokken, als een feit, maar alleen om daaruit het veranderd litterair klimaat te verklaren, dus zonder die ver andering zelve wijsgerig of reli gieus critisch te bezien. Zo mist deze inleiding voor mijn besef de derde dimensie elij- k e diepte, want men kan toch moeilijk aannemen, dat Rodenko tussen de regels door heeft wil len zeggen: wat is, is goed, om dat het is. C. R. beredderd is»... aan het feit, dat het figuurtje zijn gezicht, dat er eigenlijk niet is, naar de kamer heeft toegewend. Het heeft zijn in teresse voor de straat plotseling verloren en kijkt nieuwsgierig met zijn scherp profieltje het vertrek in. De eerste daad van de man is dan, het figuurtje weer en profil terug te plaatsen, om het stee vast aan de avond van de vol gende kamerdag weer terug te vinden, het scherpe neusje naar lamp en tafel toegekeerd. Dit heeft lang geduurd. Jaren. Tot onlangs zich een verandering voltrok. Het beeld je blijkt zich nu een kwart slag naar de kamer te hebben toe gewend. Het veinst naar buiten te zien, maar van wat in het vertrek gezegd wordt ontgaat het, om zo te zeggen, niets. Ben ik nu toch bezig psycho logisch te verklaren? O nee, er zit iets in dit kleine verhaal, dat men liever onverklaard laat. Een dergelijk klein raad sel van menselijk gedrag (waar achter toch de gehele, diepe, eeuwige mensenziel zich mani festeert) b lij ft ons prikkelen en boeien. We weten het „waarom" liever niet precies, artistiek wel wat strijd moeten voeren in het conservatieve Pa rijs van zijn tijd. En een deel van zijn leven werd gekweld door rheumatische pijnen. Enkele ja ren voor zijn dood was hij geheel verstijfd en moest de penseel aan zijn handen vastgebonden worden Maar dat alles had geen invloed op zijn karakter, dat altijd vreug devol was. En ook niet op zijn kunst, die steeds een verukkelijke verbeelding was van het bloeien de leven in het volle zonlicht. De gelukkige en vrolijke dingen gaf hij weer: de glans van de vrucht, de bloesem van de jeugd, de weelde van de liefde, de licht gevoeligheid van het naakt en de blije mensen van alledag. Dat alles in een bijzonder flonkeren de en oorspronkelijke kleur. VERGULDE VREUGD Hoe geheel anders is hiernaast een figuur als Henri de Toulou se-Lautrec, die 23 jaar later dan Renoir werd geboren maar 18 jaar eerder stierf. Ook hij kende de tragiek in zijn leven, doch probeerde er bovenuit te komen door zich aan een ander soort vreugde te wijden: de vergalde vreugde in de nachtlokalen an Parijs. Bij Toulouse La-utrec vin den we ook de flonkering, de tin teling, de hartstochtelijke overga ve. Hoe kon hij genieten aan zijn eigen tafel in de café-chantants, van de clowns, de danseressen, de chansonnières en hoe raak en bondig wist hij al die figuren in zijn schetsen te vangen. Daarmee voor een ogenblik de tragiek zijn niet volgroeide benen verge- NAASTENLIEFDE Tussen Renoir en Toulouse Lau- trec in staat dan een andere fi guur, die slechts voor een korte periode de weelde en de vreugde van het zonlicht zocht en veel meer zich liet leiden door het zon- loze leven van de armoede. Vin cent van Gogh werd in 1853 ge boren en stierf reeds in 1890. De domineeszoon en evangelist Vin cent van Gogh werd het slacht offer van zijn al te consequent doorgevoerde naastenliefde. Maar zijn kunst doet nog heden ten da ge de plicht ten aanzien van de medemens gevoelen. Zijn lief de, die tot driemaal toe door vrouwen werd vernederd, schonk hij door zijn kunst aan de gehele mensheid; aan de mijnwerkers en de aardappeleters, aan de we vers en de boeren, aan de mis- deelden en de daklozen. Zocht Re noir naar de liefde in het leven om die te verbeelden en liet Tou louse-Lautrec zich leiden door ge kochte liefde van prostituées, Vincent van Gogh wilde slechts met zijn liefde de mensheid ver warmen. En hij deed dit in de hoogste schilderkundige expres sie. Tot hij zoveel liefde had weggegeven dat hij zelf niets meer overhield en een eind maak te aan zijn leven. als we het geheim van de bloemen en de taal van de dieren willen verstaan. Al leen al om zulke kleine voor vallen is het leven de moeite waard. Laten we dankbaar zijn voor alle kleine raadselen in leven, liefde en poëzie. C. R. PAUL CÊZANNE: Stillei KLUIZENAAR Teleurgesteld in het leven was ook de Franse schilder Paul Cé- zanne, wel de „vader der mo derne kunst" genoemd. De laat ste jaren voor zijn dood in 1903 s hij welhaast een kluizenaar een mensenhater. Het geloof zijn werk en zijn roeping ver loor hij echter niet. Cézanne was twee jaar eerder dan Renoir ge boren en met hem en Manet, De- gas en Monet vormde hij een groep van bohémien-schilders, die de tradities van de schilderkunst omver wilde werpen. Eigenlijk is hem dat wel gelukt, want op zijn kunst bouwden de latere ku bisten verder. Evenals Vincent van Gogh hield Cézanne maar weinig vrienden over en waarde ring bij het publiek was er ook niet. Hoezeer hij echter liefde en zonlicht in het leven miste zijn huwelijk was erg ongeluk kig in zijn kunst zijn qoch de liefde noch de zon bepalend ge weest. Hoofdzaak was voor Cé zanne kleur, lijn, vorm en rhyth- NA DRIE EEUWEN Cézanne werd tijdens zijn le ven beslist niet erkend, bij vrij wel niemand vond hij begrip voor zijn kunst. Eerst na zijn dood kreeg hij zijn roem en zijn aan hang. Dat was weer geheel an ders dan drie eeuwen vroeger bij de schilder El Greco gebeurde. Het werk van deze kunstenaar, die in 1541 op Kreta werd gebo ren en eigenlijk Domenicqs Theo- tocopoulos heette, vond tijdens zijn leven grote aftrek, maar na zijn dood duurde het bijna drie eeuwen voor hij werd herontdekt. El Greco (de Griek) werd aller eerst geïnspireerd door de kunst van de ikonen. de geschilderde heiligènvoorstellingen in de Grieks-Katholieke en Russische kerk, en wilde dus alleen een godsdienstige emotie wekken. Maar toen El Greco als jonge ling van 25 jaar in Venetië kwam en in het atelier van Titiaan ging werken, maakte de oude By zantijnse ikoon plaats voor het meer vleselijke beeld van de Re naissance. In 1577 in Spanje ge komen vindt El Greco pas zijn eigen stijl, die een grote expres sie kende dan de Renaissance kunst. De onderwerpen bleven steeds in de religieuze sfeer lig gen en vooral het martelaarschap van Christus werd door hem vaak uitgebeeld. In zijn leven was El Greco heus niet zo erg religieus en zag door de hoge bedragen voor zijn werk kans van „alle genoegens des levens tegelijk te genieten". Hij bezat een weelde- ,rig huis met 24 kamers en een eigen orkest. Hij was niet ge trouwd al was hij dan vader van HEIDENS SCHOON Ook die andere Italiaanse schil der, bijgenaamd Botticelli (1444 1510), was niet getrouwd. De re den? Hier zijn eigen mededeling: „Ik droomde één keer getrouwd te zijn en werd zo ontdaan wak ker, dat ik de rest van de nacht door de stad dwaalde". De schrik zat er dus in, al had hij beslist wel oog voor het vrouwelijk schoon, U kent wel zijn „Geboor te van Venus" en zijn „Prima- vera". Maar deze „heidense schoonheid" ging hij helemaal verwaarlozen toen hij onder in vloed kwam van de boetpredica- ties van Savonarola. De mense lijke verrukking maakte plaats voor een mystieke inslag: er kwam een somberder en fanatie ker stemming met scherpere vor men en kleuren. Waarom, zult ge vragen, deze korte schetsen van de zes schil ders? Heel eenvoudig: uit blijd schap. Uit blijdschap voor het verschijnen van zes kleine, doch prachtig uitgevoerde boekjes bij Uitgeverij Contact te Amster dam. „Contact-Kunst-Pockets" he ten deze boekjes, die slechts llx 17 cm. groot zijn. Korte instruc tieve inleidingen, van bekende schrijvers gaan vooraf aan een groot aantal kleurreproducties, welke stuk voor stuk deskundig worden toegelicht. En dat alles voor slechts 2,50 per deel. Voor een ieder wordt op deze wijze de kunst van die zes schil ders ontsloten en het is te hopen, dat Contact verder kan gaan met die uitgave. Op deze verantwoor de en prettige wijze kan de kunst tot het volk komen, of beter: kan het volk tot de kunst komen. Een unieke collectie. CORN. BASOSKI LIDMAATSCHAP IS „NORMAAL" TN de Amerikaanse staat Texas is alles groter dan ÜLIMMIlinilllllllllllllllllUllllllllllIHlIlUinilllllllllllllHIIHIIMtilllIHnn A elders. De kerken ook. In de steden groeien zij 1 geweldig. Kerkelijke en burgerlijke belangen zijn j| soms niet te onderscheiden. De prediker is een j§ belangrijk man. Niet zelden dè grote man van de E stad. De kerk telt mee in Texas, men zou zeggen E méér dan andere instituten. Een voorbeeld: de methodistenkerk van Highland Park, voorstad van M Dallas: gothisch kerkgebouw (anno 1926), school met70 lokalen, een kapel en een flink dienst- E gebouw. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii Er zijn 7000 lidmaten. Het jaarlijks budget beloopt 44.000 dollar. Op Zondagmorgen zijn er twee erediensten en twee samenkomsten van de zon dagsschool. I-Ionderden auto's staan tiedere Zondag voor de kerk. De gemeente heeft 32 personen in vaste dienst, de predikanten inbegrepen. In een snikhete zomerweek waren er 1450 kinderen op catechisa tie aanwezig en daarnaast had- ien er 46 vergaderingen plaats Cs winters 75..); de beide kerkdiensten waren druk be- En de kerkleden zijn actie ver dan in menige andere gro te gemeente. Er zijn meer dan 360 onderwijzers e.d. voor de „church school", die 4000 kinderen telt. Er zijn meer dan 400 zangers in de elf ko ren. Er zijn 1400 leden op de vrouwenverenigingen en 1100 van de mannen-,,clubs." Leden van die mannenvereniging vormden een „club van vis sers" - dat wil zeggen: evan gelisatie. Ze werkten twee aan twee. In één week tijds 425 nieuwe lidmaten gewonnen.. In Texas is het normaal, dat men lid is van een kerk. De „tale Kanaans", die de vade ren spraken, is er nog in ere. Kranten in Texas besteden ko lommen aan opwekkingsbewe gingen; zij schrijven dan niet over „zoveel bekeerlingen", maar over zoveel mensen, die „voor Christus gewonnen zijn.' De mensen in Texas praten er ook zo over, en zonder gekwe- zel. Vergaderingen van ban kiersverenigingen, verzeke ringsagenten, publieke samen komsten van allerlei aard - alle worden met gebed ge opend. De jaarmarkt in Dal las eindigt met een godsdienst oefening in een stadion met 50.000 aanwezigen. Oordelen? Men kan dat natuurlijk van verschillende kanten bekijken. De correspondent van The Christian Century, die al dit wetenswaardigs vertelt, ver zamelde ook commentaren. Na tuurlijk is er het gevaar van geestelijke oppervlakkigheid. „Nog nooit maakte ik zoveel religie mee die zo weinig be tekende", zei een dominee uit het Noorden, die Dallas be zocht. Maar dat was jaloezie. Religie betekent wel degelijk iets, iets dat tamelijk veel diepgang heeft bij duizenden mensen in Texas. Met zoveel meelevende leden moet het met al te moeilijk zijn, de begroting sluitend te maken. Maar het zegt wel iets, dat niemand geacht wordt meer aan de kerk te geven dan één proeent van het inko men. Wie daar bovenuit gaat wordt verwezen naar, wat wij zouden noemen „algemene christelijke doeleinden." De dominee zegt tegen zijn gemeenteleden dat hij niet te vreden zal zijn, alvorens ieder een ten minste zoveel aan an deren geeft als aan zijn eigen kerk. Trouwens, de kerk zelf steunt ook andere kerken, die het minder breed hebben - zelfs kerken in de buurt, die leden van de eigen kerk „over namen." En verder: sociaal werk in de stad, opleiding zondagsschoolleiders, financi ële steun aan twee theologi sche scholen (een voor neger predikanten), enzovoorts! De snelle bevolkingstoene ming in de Zuidwestelijke sta ten is voor de kerken een uit daging om in actie te komen, en biedt grote mogelijkheden. „Godsdienst strijdt om de ziel van dit land, dat zo vertrouwd is met de idee van de grote betekenis, die het in de toe komst zal hebben." „Gewone mensen' lezen dikke delen van Barths K.D. Maar theologie hult zich in stilzwijgen Hellmut Gollwitzer, hoogleraar te Bonn, ook in ons land bekend als de auteur van het boek „En brengen, waarheen gij niet wilt", vertelt in het blad „Unterwegs": KARL BARTH JN Berlijn ken ik een maat schappelijk werkster in een gevangenis, die niet alleen uit de delen der Kirchliche Dogmatik van Karl Barth raad en richtsnoer put voor haar arbeid in die opeenhoping van ellende en vertwijfelde boos heid, maar ook met kleinere groe pen van haar gevangenen met roofmoordenaars, gauwdieven en misdadigers op sexueel gebied gedeelten uit deze dogmatiek be spreekt; zij is van mening, dat in zo'n verdonkerde atmosfeer aan de rand van dc beveiligde menselijk heid de uitlegging van de christe lijke boodschap wel in de allereerste plaats haar kracht moet tonen, dat het, indien ergens dan toch wel hier, duidelijk moet worden dat het gaat om het „evangelie voor de godde- lozen", om het licht, dat in de duisternis schijnt. F Zwitserland woont een dokter, die, voor zover het maar even mogelijk is, elke dag een klein ge deelte van zijn arbeidstijd uitspaart n deze delen te lezen. En wan- ik mijn kennissenkring overzie, dan is daar, behalve deze ene, nog een ganse rij van juristen, kooplie den, huisvrouwen, dichters, journa- wiskundigen, die allemaal niet slechts (zoals dat immers ook met andere dogmatieken uit de ge schiedenis der theologie het geval kan rijn) deze delen lezen, i telkens weer lezen, er raad :en, ettelijke bladzijden daaruit ichzelf voorlezen als een prediking tot versterking van het eigen nerlijk leven, die er dus op intensieve manier mee leven. Voor waar geen vanzelfsprekende groep lezers voor een werk, dat de voor velen nu niet bepaald aantrekkelij ke titel „Kirchliche Dogmatik" draagt, dat nu negen delen omvat, het dunste 480 en het dik ste 1000 bladzijden telt, e de toekomst nog met enige delen zal worden uitgebreid, bovendien een werk, dat geen enkele lezer geconcentreerde geestelijke inspan ning bespaart en dat ook aan de genen, die theologisch zijn opgeleid, de hoogste eisen stelt. HET kan in tegenspraak schij nen te staan tot hetgeen hierboven gezegd is, als er nu meteen aan toegevoegd moet worden, dat dit werk, dat zo intensief begeleid wordt door velen ook buiten de engere kring der theologen, toch niet de aandacht, de weerklank en de werking gevonden heeft, die het waard is. Terwijl vele predikanten zich in hun gemeentewerk er dank baar door laten stuwen, hult de we reld der academische theologie in Duitsland zich sedert jaren in een opvallend zwijgen. Terwijl indivi dueel mensen uit alle beroepen er de christelijke boodschap nieuw door hebben verstaan en daarmee opnieuw verbonden zijn, gaat de tegenwoordige filosofie er meestal met een beleefde buiging aan voor bijmisschien instinctief de uiterst explosieve stof 'mijdend, die daarin ligt opgetast, en de alles omverwer pende vraag ontwijkend, die daar gesteld wordt aan het menselijk denken, dat zijn uitgangspunt kie- vil in zichzelf als de grond der zekerheid. In vooraanstaande wer- van auteurs uit onze tijd kan onbewezen dwaasheden over Barth lezen.... Alarmklok-S.S.K. Aldus schrijft de Stichting Steun Kerkbouw in het midden van de Gereformeerde Ker ken „Te weinig zijn onze kerken er van doordrongen, dat er in onze kerkgemeenschap werke lijk een ramp dreigt. Het is een fabeltje, dat onze grotestads kerken „welvarend" genoeg zijn om zichzelve te bedruipen. De kerken in wier ressort de woningblokken uit de grond schieten, zijn bijna alle in ern stige mate noodlijdend, dat is de werkelijkheid! Het feit dat de S.S.K. berekend heeft, dat er minstens zegge een millioen moet komen, wil zij haar taak efficiënt kunnen vervullen, spreekt genoeg voor zichzelf. Na de watersnoodramp in 1953 heeft heel kerkelijk Ne derland voorbeeldig geofferd. Wij hebben toen onze kerken niet in de steek gelaten. Zul len wij het nu wel doen? Er is reeds treffend geofferd door particulieren, die de noodtoe stand tenminste begrepen. Maar de kerken laten over het alge meen gezapig verstek gaan...." Zijn gebrandschilderde ramen op hun plaats in onze kerken? vraagt het Alg. Doopsgezind Weekblad. Neen! antwoordt de sdhrijver. Zeker niet in de stijl volle blanke vermaningen (zo noemen de mennisten hun ker ken Red.) uit vroeger eeuwen. Rooms-katholieken bouwen hun heiligdommen; men sluit er de wereld buiten, mede door de on doorzichtige vensters. Luthersen hebben dit voor een deel behou den. Maar bij calvinisten en men nisten werd het anders. De kerk moest midden in de wereld staan en wat van God hier wonen i de Geest alleen. scheppen. De mocht, was ir Daarom geen si mystieke sfeer zou beeldenstorm was barij maar is uit een beginsel voortgekomen. Zo ook de armoede en sober heid van de oude vermaningen. Klaar en blank moest de kerk zijn. Blanke vensters ook, waar door men de bomen en de wolken en vaak ook de huizen zien kan en de zonneschijn naar binnen kan vallen. Een oord van over denking en gebed, waar midden in het leven van alledag de mens God kan ontmoeten, zonder dat een kunstmatig gewekte stem ming hem daarop zou voorberei den. In zulke zuivere kerkruim ten. als er gelukkig nog zijn in stad en dorp. passen geen ge brandschilderde ramen. Het blad roemt de nieuwe Rotterdamse vermaning met haar lichte en strenge, rechtlijnige in terieur en haar hoge blanke ra men. Wat in kathedraal of ka pel op zijn plaats is en ook ont roeren kan, wat in de grote her vormde kerken uit historisch oog punt toelaatbaar is, omdat het nier ook niet domineert, wat in een werelds gebouw stijlvol kan zijn, is in de doopsgezinde ver- maning misplaatst. „Onze aan bidding zij als die van Daniël bij open vensters". De Verenigde Kerk van Canada eeft de werkgever» opgeroepen en grootteheepse veldtocht tegen de 'erklooshcid. Engeland gant m.i.v. 1 Januari nieuw kerkelijk blad verschijnen: geïllustreerd maandblad, dat er Kalm aan met Kerstetalages „Laat aan de kerk over, wat bij de kerk behoort", luidt het advies van de Westduitse bond van detailhandelaren aan zijn leden. „Weet maat te houden met uw kerstreclame". Neen, de kerstboom is niet meer uit de etalage weg te denken (zegt deze bond), maar de kerststal of kerstkribbe wel. En wat het kerstmannetje betreft: er zijn nu eenmaal streken in het land, waar deze figuur folkloristisch is, al heeft hij dan ook niets te maken met het christelijke kerstfeest. Maar maak er geen carnaval-achtige nar van.... De bond adviseert, geen kerstliederen te laten weerklin ken door de luidsprekers van de grote magazijnen, en evenmin klokgelui. Klokken hebben de taak, op te roepen tot preek en gebed." (Het advies van deze Duitse instantie om St. Nicolaas in de winkels en etalages niet in de kerkelijke kledij mijterstaf e.d.) te laten pronken, gaat ons Hollanders wellicht wat te ver. Wij herinneren overigens aan een soortgelijke actie, die vorig jaar in België is gevoerd. En we herinneren ons meteen een degelijke Hollandse winkelstraat, vorig jaar tegen de kerstdagen druk met kopende en kijkende mensen, waarboven ineens via schelle luidsprekers een Ameri kaanse versie van het „Stille Nacht" losbarstte. Jawel, Stille Nacht. Br. Madagaskar: protestants eiland Het Frans-Afrikaanse eiland Madagaskar, groter dan Frankrijk zelf, is in sterke mate protestants. Geen enkele Franse stad, ook Parijs niet, kan zich er op beroemen zoals Teneriffe, 65 protes tantse kerken te hebben. Het kleinste dorp op het eiland heeft zijn protestantse kerk en overal bemerkt men de invloed van het protestantisme, doordat op elke vier inwoners er één tot een protestantse kerk behoort. Zo zijn bijv. de meeste onafhan kelijke dagbladen protestants georiënteerd en behoort vrijwel de gehele intelligentsia tot het protestantisme.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 11