Bos-en boomgordels
Twintigduizend mijlen over zee
4
ZONDAGSBLAD 13 NOVEMBER 1954
Mei Hr. Ms. K XVIII de wereld rond I
„HOLLAND, TOON JE VLAG OP ELKE REE
De Commandant van Hr. Ms.
K XVIII, de luit.-ter zee der
le klasse D. C. M. Hetterschij.
DEN HELDER, 14 November 1934.
Het is nog vroeg in de morgen.
Ijle nevelsluiers hangen laag boven
het water van de Marinehaven. Het
is kil en af en toe drenst een fijne
motregen neer op de vele schepen,
welker contouren flauw afsteken te
gen de grijze najaarslucht. Maar on
danks het minder aangename weer
heerst er een geweldige bedrijvigheid.
Op en langs de kaden heeft zich een
duizendkoppige mensenmenigte opge
steld en voeren honderden auto's nog
vele andere duizenden uit alle delen
van het land aan. Marinevliegtuigen
van de vlieghaven De Kooij ronken
laag over de mensen, die met ver
kleumde gezichten staan te wachten
op het grote ogenblik.
Het grote ogenblik, dat Nederland
als zeevarende natie weer een blad
zijde gaat toevoegen aan haar roem
rijke geschiedenis ter zee.
Want het middelpunt van die grote
belangstelling is immers die kleine
boot daar aan de wal, waarvan al
leen de commanido-toren kans ziet bo
ven de kademuur uit te kijken.
Een onaanzienlijke 75 meter lan
ge donkergroene onderzeeboot
wordt vaarklaar gemaakt voor de
langste zeereis, ooit door een duik
boot ondernomen. Hr. Ms. ,,K XVIII".
Dan, na een laatste afscheidsrede,
gehouden door minister Deckers, wor
den onder het wegsterven der laatste
klanken van het aloude Wilhelmus
ten.
IA, 22.000 zeemijlen. Och, is dit in
1954 eigenlijk nog wel iets om
over te schrijven? In deze jaren van
welhaast technische vervolmaking
doet het bijna lachwekkend aan. De
oorlog heeft ons immers wel andere
dingen laten zien?
Maar tochwelk een doorzet
tingsvermogen en inspanning was er
vroeger niet voor nodig om een der
gelijke prestatie te leveren? Een pres
tatie, waarover we nu wellicht onze
schouders ophalen, maar welke toch
één van de vele is die Nederland heb
ben groot gemaakt.
Oorspronkelijk was voor deze tocht,
tijdens welke het schip onder com
mando stond van de luitenant ter zee
der le klasse D. C. M. Hetterschij,
een tijdsduur uitgestippeld van
"slechts" vijf maanden. Verschillen
de omstandigheden echter deden de
regering besluiten de reis aanzienlijk
te verlengen.
Want hoewel het eigenlijke doel al
leen maar betrof de sterkte van onze
Marine in Oost-Indië door deze on
derzeeër te vergroten, bleken er ech
ter al spoedig ongekende mogelijkhe
den aan een dergelijke trip te zitten,
mogelijkheden waardoor ze wel zeer
in het bijzonder in dienst van de we
tenschap kwam te staan.
Het was namelijk prof. Vening Mei-
ncsz, de bekende geleerde op het ge
bied der zwaartekrachtmetingen, die
de gelegenheid om deze reis mee te
maken met beide handen aangreep en
waardoor ze dan ook voor de weten
schap van onschatbare waarde is ge-
De leek zal zich in die dagen en
ook daarna ongetwijfeld wel eens
hebben afgevraagd waf prof. Meinesz
bezielde om juist een onderzeeboot
voor zijn proefnemingen uit te kiezen.
Dan zijn er bij de Marine toch wel
schepen, die heel wat comfortabeler
zijn ingericht.
De oplossing is echter heel simpel
Voor het bepalen der zwaartekracht
is een eerste vereiste de stabiliteit
van het opstcllingsvlak, waarop een
slingertoestel staat. Op het vasteland
heeft men daar geen last van, jnoar
het wordt iets anders als dat opstel-
lingsvlak een wiebelende en bewegen
de scheepsromp blijkt te zijn. Van
daar het gebruik van een onderzeeër,
die op 30 a 40 meter diepte vrijwel
volkomen stil ligt en dus ook geen
hinder ondervindt van de golfbewe
gingen.
Deze metingen worden door de ge
leerden over de gehele wereld van
enorme betekenis geacht en wel ener
zijds omdat dit een middel is om ach
ter de zuivere vorm der aarde te ko
men daar nl. de zwaartekracht
niet overal gelijk is en anderzijds
om gegevens te verzamelen betreffen
de de .dikte om haar huid", de aard
korst dus, waarvan men vermoedt dat
ze een dikte heeft van plm. 100 kilo
meter.
Het is uiteraard niet wel doenlijk in
het kader van dit artikel hierop die
per in te gaan. Wie hierover graag
iets meer zou willen weten, moet het
bekende en alleszins lezenswaardige
boek .Klaar voor Onderwater" door
M. S. Wytema maar eens lezen.
T^E werkzaamheden van prof. Mei
nesz besloegen echter ook nog een
ander terrein. Door middel van de
toestellen van prof. Clay konden na
melijk talrijke metingen worden ver
richt naar de intensiteit der cosmi-
sche stralen.
Zo stond dus de bemanning in fei
te voor een viervoudige taak:
le. het toevoegen van het schip aan
onze Marine in de Oost;
2e. het verrichten van proefnemin
gen ten bate van de wetenschap;
3e. het instellen van een onderzoek
naar de economische toestand der
bevolking van het eiland Tristan de
Cunha (op verzoek van de Engelse re
gering);
4e. te dienen als baken voor de
luchtvaart.
De tocht van de K XVIII viel na
melijk juist samen met de door de
K.L.M. geprojecteerde Kerstvlucht
naar West-Indië, en zo lag daar op
die Woensdag 19 December 1934 een
klein verlicht drijvend eilandje in de
oneindige verlatenheid van de Atlan
tische Oceaan, klaar om de K.L.M.-
vogel ,,De Snip" de gewenste peilin
gen te geven.
Terwijl de bemanning in de donke
re nacht stond te turen om een glimp
van de machine te kunnen opvangen,
daverden de motoren door de allengs
meer opkomende wolkenvelden boven
hen. Morsetekens vlogen over en weer.
Het laatste bericht dat zij opvingen
was een bedankje voor de peiling.
Maar gezien hadden ze niets...
Na een 240 dagen lange tocht
meerde de K XVIII op 11 Juli 1935
aan de kade te Soerabaja.
240 Dagen een enorme trip, een
meer dan normale prestatie, temeer
als we bedenken, dat gedurende die
maandenlange reis de bemanning de
beschikking had over een ruimte van
slechts 202 m2.
Zo op zichzelf zegt dat eigenlijk niet
eens veel: 5,8 m2 per persoon. Maar
als u dit vergelijkt met de ruimte,
die wij landrotten in ons „overbevolk
te" Nederland hebben, en u tot de
ontdekking komt, dat dat toch altijd
nog zo'n dikke 3400 m2 is, ja dan
wordt het toch wel even iets anders.
Een kleine hechte gemeenschap, vol
komen op elkaar aangewezen, le
vend tussen ontelbare raderen, me
ters, tandwielen, kranen, kleppen,
buizen, schakelaars, motoren en hand
les.
WE leven in een tijd, waarin een
prestatie van heden, een uitvin
ding van vandaag, morgen alweer
verouderd is. Een tijd van techni
sche vervolmaking, van straalvlieg
tuigen en atoomduikboteri. Waarin
over een prestatie als die van de
K XVIII in 1934 wellicht niet eens
meer zou geschreven worden. Maar
waarover Koos Speenhoff zo treffend
zong:
Holland, blijf je vloot bewaren,
Zend je schepen over zee!
Holland, laat ze kranig varen,
Toon je vlag op elke ree
Acht maanden later was het doel
bereikt. De enorme tocht was achter
de rug. Een tocht van het ene we
relddeel naar het andere, over onme
telijke zeeën en oceanen.
Den Helder Dakar Buenos
Aires Kaapstad Fremantle
Soerabaja 41.000 kilometer 240
dagen lang, waaronder 130 zeedagen.
Het doel was bereikt. Op een alles
zins lofwaardige wijze heeft de be
manning zich van haar taak gekwe
ten en is deze propagandareis me
de door de opdracht: vlagvertoon
niet alleen voor onze Marine doch ook
voor ons gehele land van zeer grote
betekenis geweest.
ANTON KOOIJMAN
Het allermachtigste wapen
GIJ hebt gehoord, dat er gezegd Is:
Oog om oog en tand om tand. Maar
Ik zeg U, de boze niet te weerstaan,
doch wie U een slag geeft op de
rechterwang, keer hem ook de andere
(Mattheus S 38, 38)
yyeerspreekt Christus het Oude
Testament? Inderdaad staat er in
de boeken van Mozes, zelfs drie keer:
Oog om oog en tand om tand. Is er
een oog uitgeslagen, dan moet het oog
van de dader uitgeslagen, en is er
een tand geraakt, dan moet de tand
van de dader geraakt.
En toch gaat de Heiland niet tegen
het Oude Testament in. Mozes geeft
deze woorden door als een opdracht,
die de rechters moeten vervullen. De
rechter moet het misdrijf straffen.
Hij is er echter rechter voor, om
vooraf nauwkeurig alles uit te zoe
ken, zodat er geen onrecht geschiedt,
als de straf wordt uitgcvoer±
In Christus' dagen pasten ze dit
woord op het particuliere leven toe.
Al wie zich beledigd of getroffen
wist, mocht antwoorden met eenzelf
de belediging of zelfde klap. En dat
is het nu juist, wat God nooit ge
wild heeft, en dat de Heiland opnieuw
in herinnering moest brengen.
Een mens mag zichzelf niet wre
ken. Waarom niet? Omdat hij partij
is, en daardoor niet in staat is zui
ver te oordelen. God wil het onrecht
wel gestraft zien, maar dan zó, dat
er geen nieuw onrecht ontstaat. Daar
om heeft Hij de rechters op deze we
reld aangesteld. Daarom is het ver
boden, eigen rechter te wezen.
Dit geldt bijzonder, wanneer ons
p\jn wordt aangedaan en letsel is toe
gebracht. Als ons een oog wordt uit
geslapen, of een tand wordt gebroken,
is het er heet om toegegaan. Dan zijn
we in onze drift, in onze gekrenkt
heid, onmogelijk in staat er boven te
staan en recht te doen. Daarom moe
ten wij van alle eigen rechtpleging
a/zien, en het allereerst de hoogste
Rechter overlaten. Die gezegd heeft:
Mij komt de wraak toe, Ik zal het
vergelden, spreekt de Here. Is het
nodig, dan kunnen we vervolgens met
de aardse rechter spreken.
Voordat we echter de laatste weg
inslaan, is er nog een ander pud, dat
we kunnen betreden. De Heiland zegt:
Wie U een slag geeft op de rechter
wang, keer hem ook de ander toe.
Uit een traktaat, dat in de Talmud
gevonden is, blijkt, dat Jezus hier
een voorbeeld geeft, dat, heel pikant
en spits, ieder toesprak. Men kon
voor een beledigende vuistslag door
de rechter de tegenpartij een bepaal
de som geld laten betalen. Voor een
oorvijg, als meer krenkend, kon men
ZONDAGSBLAD 13 NOVEMBER 1954
5
Zij onderhouden het bio'ogisch evenwicht in de natuur
Het jonge bos, dicht by de oude stad.
^OG te weinig wordt vooral in
ons land door de grote mas
sa de waarde van bomen in het al
gemeen en van bossen in het bijzon
der ingezien.
Ons land is bomenarm en onze hout
rijkdom is er de laatste 20 jaar ze
ker niet op vooruit gegaan, niette-
Éenstaande het uitnemende werk van
taatsbosbeheer, de Ned. Heide Mij.,
en andere organisaties.
Ook ten plattelande wordt veelal
een boom als last- en schadepost be
schouwd. De boer, vooral de moder
ne akkerbouwer, houdt niet van bo
men, want hij meent te kunnen be
rekenen hoeveel schade hem elke
boom wel berokkent.
Deze eenzijdige redenering is natuur
lijk verkeerd al lijkt zij juist te zijn.
De bomen en dat vergeet men
Voor stad
en platteland
onmisbaar
maar al te vaak kunnen belangrij
ke diensten verrichten tot het onder
houden van een biologisch evenwicht
in de natuur. Daarom is het nuttig,
dat vooral de laatste jaren steeds
weer opnieuw gewezen wordt op het
belang van een goede houtopstand en
een gelukkige omstandigheid daarbij
is, dat het hout peperduur is en
o.a. door een goed gerichte propagan
da voor de populierenteelt dus te
vens een beroep gedaan kan worden
op de practische zin van de boer.
Maar niet alleen voor de boer en
voor de landbouw in het algemeen is
een voldoende bos-areaal noodzake
lijk. Ook de grote steden kunnen bos
sen niet ontberen.
Wellicht is men geneigd om in de
eerste plaats hierbij te denken aan de
door bossen te bieden ontspannings
mogelijkheden. Natuurlijk is dat
vooral in ons zeer dicht bevolkte
landje van grote betekenis, maar
misschien méér nog heeft het stads-
bos een andere functie.
Het was vooral daérop, dat het Zwit
serse Zeitschrift für Fortstwesen
een hogere som vragen. Was men
echter door een ander met de rug
zijde van de hand geslagen, dan mocht
men het dubbele eisen. Want, wie
met de rugzijde van de hand iemand
slaat, treft zijn rechterwang. En dat
was de diepste belediging.
Christus noemt dus hier het erg
ste, wat aangedaan kon worden.
Welnu, daarvoor geeft Hij de re
gel: Niets terugdoen, maar de andere
wang toekeren. Waarom zegt de
Meester dit? In de eerste plaats, om
dat daardoor blijkt, dat men, zelfs in
dat ogenblik van diepe krenking,
zichzelf volkomen in de macht heeft.
Want, daar hoort heel wat zelfbe
heersing en gebed toe, om dat te
doen.
Vervolgens toont men, dat men
waarlijk gebruik teil maken van het
gebod, dat men de naaste wil lief
hebben als zichzelf. Voordat men hem
aan de rechter overgeeft om gestraft
te worden, zijn er nog heel wat mid
delen, om hem te bewerken. Men
moet hem tonen, dat men zijn on
dergang nief teil. Men brengt hem
niet tot de rechter. Men wil hem
liefde tonen, waardoor het hart het
diepst wordt geraakt. Men teil hem
zijn boosheid ontnemen. Men wil hem
beschaamd maken over eigen daad.
Het allermachtigste wapen wordt
ons door Christus in de hand gege
ven: liefdevolle zelfverloochening. Dit
wapen heeft de duivel niet in zijn ar
senaal. Hij staat er machteloos te
genover.
Gemakkelijk te hanteren is dit teapen
niet. Onze eigen natuur werpt het zo
ver mogelijk weg. Het is het wapen,
dat de Heilige Geest ons doet han
teren.
Bidden we dan om de Heilige
Geest. We kunnen er van verzekerd
zijn, dat we, door Hem, de grootste
overwinningen kunnen boeken.
Met Christus zijn wij meer dan
overwinnaars. Gelooft U het? Pro
beert het. U zult er nooit anders dan
dankbaar voor zijn.
Ds. S. WOUTERS
wees. Ook déér is een strijd gaande
van de zich steeds meer uitbreiden
de steden tegen het oude bos. En
toch zal juist voor die steden
het bos beschermd en verdedigd moe
ten worden. Een ontbossing van
Zwitserland zou niet alleen voor dat
land, doch ook voor andere landen
funeste gevolgen hebben. De Rijn
vaart en de watervoorziening van on
ze grote steden zouden bijvoorbeeld
op losse schroeven komen te staan.
Men denke zich daarvan slechts de
gevolgen in: ze zijn niet te overzien!
De Zwitserse bosbouwkundige in
het hooggebergte heeft dus wel een
zeer belangrijke taak.
Erosie, de gevreesde plaag, ja zelfs
vloek van het materialisme, dat uit
sluitend in en aan geld dacht, is het
millioenen vragende probleem van
grote staten als Amerika en Austra
lië, maar ook van kleinere landen
en zelfs van Nederland.
Akkers verstuiven en zelfs ontstaan
klein-model zandstormen. Dat hier
voor verschillende oorzaken zijn aan
te voeren, waaronder ook ontbossing
en te geringe bebossing van niet-ont-
gonnen gronden, is bekend.
|)AT grote steden, zoals Amsterdam
en Rotterdam, gelegen temidden
van lage polderlanden, haar bosaan
leg niet verwaarlozen, is toe te jui
chen. Vooral het Amsterdamse bos
aan de rand van Amstelveen, is van
grootse allure.
De voordelen van het stadsbos zijn,
zoals wij reeds zeiden, niet gering.
Een beschuttende bosgordel zal de
onderhouds- en verwarmingskosten
van stadswoningen en andere gebou
wen aanzienlijk verminderen. Elke
plattelander weet hoe een huis, dat
op de volle wind staat, te lijden heeft!
Maar ook voor de volksgezondheid
is een groot bos in de onmiddellijke
nabijheid van de stad van onschatba
re betekenis. Enerzijds omdat de be
volking van tienduizenden dan een ge
zond zuiver ontspanningsoord krijgt
en anderzijds omdat een bos de vuile
en verontreinigde stadslucht als het
ware zuivert.
Men noemt een bos wel „de lon
gen van de stad", maar niet zozeer
omdat het bos de lucht gebruikt, doch
omdat het de lucht zuivert. De grote
stadslucht kan per cm3 wel 147.000
rook- en stofdeeltjes bevatten, welk
cjjfer in een middelmatig grote stad
aanzienlijk lager is, nl. 34.000 en op
het platteland slechts 9500.
Duidelijk springt het gevaar van een
zeer dicht opeengepakte bevolkings
massa voor de volksgezondheid hier
in het oog. Zo valt in Parijs in een
bepaalde industriewijk elke maand
1,6 kg stof per vierk. meter, hetgeen
dus per jaar en per vierk. kilometer
19.000 ton bedraagt...
Hoe zuivert nu het bos de verontrei
nigde lucht?
De lucht beweegt zich door de dik
wijls vochtige kronen en het vuil
blijft dan aan het blad hangen. Elk
voorjaar worden deze filters a.h.w.
vernieuwd.
Wasserijen, industrieën op het ge
bied van voedingsmiddelen en zuivel-
verwerkende industrieën kunnen ver
ontreiniging tegengaan door een
beschuttende en zuiverende bosgordel
te planten.
De rook- en stofdeeltjes zijn schade
lijk voor de gezondheid en de ver
vuiling is evenzeer nadelig in meer
dan één opzicht.
Bovendien bevorderen rook- en stof
deeltjes het ontstaan van mist en ne
vel. Van 1895 tot 1921 liep in Parijs
het aantal mist- of neveldagen op
van 50 tot 90 per jaar.
'J'ENSLOTTE hebben onderzoekin
gen geleerd, dat men niet kan
volstaan met ergens aan de rand van
een stad een groene bosgordel of een
uitgebreid bos te planten, doch dat
de stadwijken (nu steeds meer men
sen op kleine oppervlakten bijeen ko
men te wonen en met het jaar ner
veuzer en humeuriger worden) on
derling ook gescheiden dienen te
worden door groene boomgordels.
Ook woonwijken moeten van fa-
briekswijken op deze wijze geschei
den worden.
Tekenend is een opmerking, welke
D. van Hattum, die het Zwitserse
blad in het Polytechnisch Tijdschrift
aanhaalde, maakte en welke wij ter
overdenking geven: Bescherming van
bos is bescherming van de mensheid.
Vernietiging van het bos roept krach
ten op die onszelf vernietigen.
Hondertlvijfligcluizencl gulden voor een lokslier
HEREFORD-VEE GEZOCHT IN VELE LANDEN
XJET stadje Hereford,
hoofdstad van het graaf
schap Herefordshire, is aar
dig en oud. Het heeft een
prachtige kathedraal, mooie
huizen en in sommige stra
ten een welhaast middel
eeuwse atmospheer. Het ligt
ruim 200 km van Londen
aan de oever van de Wye
temidden van weilanden en
boomgaarden.
Bekend is Hereford door
de voortreffelijke cider, die
er gemaakt wordt. Nog veel
groter bekendheid dankt
het stadje met het omlig
gende land aan het Here
ford-vee, dat zijn weg heeft
gevonden naar enige oveT-
zeese landen.
Het allerbeste kunt U het
Hereford-vee bekijken en
bewonderen op de grote
ktplaats aldaar.
De vereniging „Hereford
Stamboek" organiseert die
veeverkopingen en houdt er
voorts toezicht op. Alom
uit Engeland en Ierland,
maar ook uit andere lan
den, komen dan de kopers
naar het stadje aan de Wye.
Uitsluitend stamboekvee
wordt er ter markt gebracht.
Meer dan tweehonderd
„prijsdieren" verschijnen
dan op het marktplein. Ho
ge prijzen plegen op iedere
verkoping sensatie te wek
ken en hoge prijzen zijn op
de stamboekvec-markten te
Hereford allesbehalve «en
uitzondering.
Wie, die in Februari 1946
de veemarkt bezocht, zal
ooit vergeten, dat een En
gelse fokker ongev. f 150.000
betaalde voor de mooiste
stier? Niemand. De gehele
markt was stil geworden,
toen dit bod word gedaan.
Zelfi bet vee scheen onder
de indruk.
Een dergelijke prijs zal
wel tot de uitzonderingen
blijven behoren, maar prij-
ten van I 20.000 tot 50.000
zijn geen uitzondering! In
Februari 1949 en in Februari
1950 gingen beide heren
drie dieren voor meer dan
f 35.000 in andere handen
over.
De gemiddelde prijzen lig
gen natuurlijk lager. Zo
bedroeg dit jaar het ge
middelde voor negenenne-
Vern Chum, een Hereford-stier, die prijswinnaar wer<L
gentig stieren op de Januari-
markt ongeveer f 3200. De
hoogste prijs in Januari '54
was f 30000, dan kwam
een stier die zowat f 26.000
opbracht
Beide stieren vertrokken,
•net vierentwintig neefjes,
laar den vreemde, te weten
naar Ierland, Australië,
7.uid west-Afrika en Zuid-
Amerika.
Wie Iets weet van vee,
wie instinct heeft voor vee,
wie houdt van de kracht
van forse stieren, kan op
de markt in Hereford, maar
ook in de omgeving van
lit stadje in de weilan
den zowel als in de stallen
genieten van wat Here-
'ordshire op vee-gebied te
jicden heeft.