vc v* Nederlandse opgravingen te ROME m a a a O 0 6 ZONDAGSBLAD 13 NOVEMBER 195-» No. 248. J. W. Koningrs, Rotterdam. Zwart: 6. 11—13, 21. 22. 25. 35. Wit: 29. 31. 32, 34, 39. 42—44. Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Jan Luykenlaan 12. Den Haag. Op de drempel IN deze rubriek treft u het vijfde trio aan voor de ladderwedstrijd, hetgeen zeggen wil dat hierna de stand wordt opgemaakt en de prijzen zullen worden toegekend aan de twee hoogstaanko- mende deelnemers in iedere klasse. We zUn deze elfde serie begonnen met vrij gemakkelijke opgaven, hebben ze geleidelijk wat verzwaard om nu eens met een paar flinke struikelblok ken te eindigen. No. 245 van de Zutphe- naar v. d. Linde, die we reeds kennen als één van Scheyen's koppelgenoten, is nog wel om te doen, maar we vra gen speciale aandacht voor de originele afwikkeling. Met no. 246 van Bouwman zullen de B-klassers al tamelijk veel moeite hebben, doch het derde probleem eveneens van deze Haagse auteur is ongetwijfeld voorbestemd om zelfs menige A-klasser tot wanhoop te bren gen. Voor de liefhebbers van eindspel volgt een extra-probleem van de be kende Konings. Na een korte slagen wisseling ontstaat een nieuw motief, dat een uitbreiding betekent van een oud eindspelletje dat reeds in „De Haas en Batteveld" voorkomt. Oplossers veel succes! De problemen No. 245. G. v. d. Linde, Zutphen. Zwart: 4. 8. 10. 14. 19. 24. 30. 33. 39. Wit: 21. 27. 32. 35. 37. 42 44. 48 49. m m m a a a fei a ©1 I a él m a ie a ill H 1. p m a m 4 m NTBL. a a wffi em m N mzjl li m tz* I'M 0. Q h m m m K m n - m "m I t* o u 1* Eindspel aangeven. Oplossingen in te zenden binnen 3 weken na plaatsing. Uit de partij In de vorige rubriek plaatsten we een partijstand, waarin de heer Zijlstra uit Alphen a. d. Rijn een door de zwart- speler verzuimde winst aangaf. In het nu volgende fragment toont genoemde lezer dat hij niet alleen in staat is tot gewaardeerde en leerzame critiek. doch ook uit zijn eigen partijen de winst weet te halen, wanneer de mogelijkheid daar toe zich voordoet. C. Zijlstra, Alphen a. d. Rijn Zwart: 4, 9. 14. 17. 18, 22, 32, 38. Wit: 15. 24 25. 35, 41—44. Een voor zwart reeds overwegende stelling, doch hij bekortte het lijden van zijn tegenstander aanzienlijk door de radicale slagzet: 32—38, 33—39. 14—19. 2227, (wit moet nu de meerslag 32x23 nemen) 9x36. Wit had nu niets beters dan 25—20. waarna 36—11; 20-14. 41 46; 15—10. 4x15; 14—9. 46—14 en 15x24. Bijna als een probleem! Oplossingen No. 238. (B. J. Pranger). Zwart: 8—10. 12. 15, 16, 18, 20. 29. Wit: 24. 27. 28. 30. 33. 3739. 50. Opl.: 27—21, 50-44, 28—22, (49x46t. 22x2. 3025. 39—34. 2520. 2x5. Een geslaagde lange-lijn- bewerking! No. 239. (G. v. d. Linde en J. H. H. Scheyen). Zwart: 8. 11. 12. 16—18. 21. 22. 27. 28. 31. Wit: 20. 24. 25. 29, 30. 33. 36. 38 39. 43 44. Opl.: 29—23, (18x29 gedw.-, 20—14. 38—32. 36x7. 33x11. 39—34. 30—24. 25x1, (21—27). 1—23. (2—7), 23x 1, (27—32). 1—29 en 29—47. Mooie con structie met scherpe afwerking. De op lossingen. die niet verder gaan dan 25x1 rekenen we natuurlijk goed. daar de rest slechts kinderspel is voor hen die het zo ver brachten. Toch waarderen de fijnproevers juist een dergelijk staartje, omdat het overtïlijvende mate riaal daarbij zo keurig wordt opgelost. No, 240. (A. v. d. Elzen en J. II. H. Scheyen). Zwart: 6, 8 9. 12—14, 18, 23. 29—31, 34—36. Wit: 20—22, 25. 27. 32. 39, 41—44. 46. 47. Opl.: 44—10. 4237, 47x38. 21—16, 46—41 22—17, 16x7. 32—28, 4339. 25x3, 3x2, slot Alix, hetgeen na de slag 16x7 reeds duidelijk werd. De afwikkeling van dit genoegzaam bekende eindspel kunnen de ladder-deelnemers zich besparen; de simpele aanduiding „Alix" is voor ons voldoende. No. 241. (Joh. v. d. Boogaard). Zwart: 4. 8, 9, 13. 17, 27. 28, 31, 32, 34. 36. 40. Wit: 15. 23—25, 38. 41—13 45. 47—49. Opl.: 23—19, 38—33. 42—37. 48x19. 49—13, 47—42. 24—20, 20x29, 45x14; nu is het eindspel GortmansFabre ontstaan, dat als volgt moet worden afgewikkeld: (23 29', 14—9 15—10, (29—34), 10—4. (13 19), 415! De pointe is dat zwart thans met 34 niet verder mag doorlopen wegens 1524, dus moet deze (1923), waarna 1510 winnend is. Correspondentie P m i a M e a m m m m t en 0 A H 1 H a, B |3 i£2) G2) O O HP Geval zondereind (XVIII) Uit de VOLKSWIJK No. 246. J. A. Bouwman, Den Haag. Zwart: 2, 6. 10—12, 17—19. 24, 25. 30, 35. Wit: 26—28, 32. 34. No 247. J. A. Bouwman, Den Haag. Zwart: 7—10, 12. 14. 17. 20. 36. dam op 25. Wit: 18. 23. 29, 32. 34. 38—42, 46. 49. 50 Voor deze 3 ladderopga ven, evenals voor het volgende extra-probleem, geldt: wit begint en wint. HOE groot is toch de uitwerking van de juiste worst op de juiste plaatsWant twee dagen nd het vervroegde middagmaal staat Sjaarlie zelf in het spreek kamertje, en hij staat daar in een zoveelste nieuwe en verrassende pose. We leerden hem kennen, eerder reeds, als de gentleman- ladykiller. Wij ontmoetten hem voorheen als geslaagd zakenman nan allure. Wij sloegen hem des tijds gade als de chagrijnige mis lukkeling. Zie het wonder: thans brengt h\j een geheel nieuwe creatie. Die van de ambifieuse uierk-sollicitant. Noch Dior noch Fath vermogen in de mode van vandaag op morgen dermate grote wijzigingen te brengen als Sjaarlie in züi hele houding. Hij doet denken aan de revue-ster, die zich binnen twee tellen weet óm te kleden van bedelaar in miilionair of omgekeerd. Laten we het zachtjes zeggen: het geval is zon der emde en wie weet zoekt Sjaarlie dus morgen niet zijn heil op de planken In elk geval heden zoekt Sjaarlie werk. Hij gaat gewichtig en breed zich zetten in het spreek kamerfauteuiltje. en, terwijl hij een voorbereidende conférence houdt, vist hij een dikke porte feuille uit zijn binnenzak. De sociale werkster kijkt belangstel lend, bijkans gebiologeerd, toe. Zo imposant is deze verschijning Maar als ze naar hem luistert, be grijpt ze het opeens allemaal. „O lieve mensen", denkt ze, „Hij speeltHij acteert waarempel Hij heeft zich in zijn hoofd gezet om ergens te gaan werken, en nu heeft hij meteen alle voorbe reidende trappen van jongste be diende tot en met procuratie houder overgeslagen en voelt hij zich regelrecht al directeur Ze moet werkelijk een beetje zuchten over deze ontdekking. Goed, er mag een leuke kant aan dit geval zitten: de aange waaide, niet on-knappe imitatie kunst, waarin ook de clubkinderen zo uitblinken kunnen. Een regel rechte intuïtieve gave om anderen te kunnen na-doen, met daarbij het frappante vermogen om hen speciaal zó na te bootsen dat hun kleine feilen onder het meest on barmhartige schijnwerperlicht ge steld worden. Maar wat heb je aan die kunst in het spijkerharde leven? Sjaarlie kan duizendmaal de directeur spelen, maar hy zal als krullenjongen moeten aan vangen. Uit de zwaar lederen portefeuille zijn knipsels te voorschijn ge komen, krantenknipsels. „Kijk eens", zegt Sjaarlie en stalt ze uit voor de ogen van de sociale werkster. „Kijk eens. Mevrouw" (Hoera, ze is van blindelings voorbijgelopen, doodgezegen ver waarloosd dier weer tot Mevrouw gepromoveerd wat een vooruit gang!) „We hebben gisteren eens in de krant gekeken en nu zagen we daar een oproep om vakmensen in. Gevraagd een broodbezorger nee die niet. Hierzo, gevraagd metselaars. En deze. schilders En nou dachten we dat ik hier maar eens op af moest gaan, maar als u nu eerst eens een goed woordje voor me doet, want als je zo zonder meer er naar toe gaat, sturen ze je toch met een kluitje in het riet ,.Kunt u dat dan?" informeert de sociale werkster. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. maar ze heeft beslist geen voorstelling van Sjaarlie als vakbekwaam metselaar en evenmin van zyn schilderstalenten. Bij haar weten heeft hij zich noch met het een noch met het ander ooit in zijn nog weinige levensjaren geoccu peerd. ,Jk wist niet dat u in die beide vakken was opgeleid „O jawel", zegt Sjaarlie optimist, „Ik heb onderlaatst nog een hele kamer geverfd Hetgeen zeker niet by hem thuis gebeurd is en hetgeen na enig vragen blijkt te bestaan in het verlenen van hand en spandiensten ten huize van zijn ouders, toen hij omtrent veertien Nu moet men natuurlijk nooit de goede voornemens met wortel en tak uitroeien, maar evenmin kan men goede woordjes doen voor ter zake volmaakt ondeskun- digen. De bedrijfschefs zullen je zien aankomenMet één zo'n onhandige zet zou men ze levens lang tot een aartsvijand maken, terwijl men hen mogelijk reeds morgen nodig heeft voor een meer bonafide geval. Daarom schakelt de sociale werkster voorzichtig over naar de derde mogelijkheid. „Die broodbezorger die lijkt me niet zo gek", animeert ze. ,rJe bent graag by de weg. U weet wat het is om met een handwagen om te gaan. En het lijkt me een goeie baan toe Sjaarlie is licht suggestibel. Ja. zo bekeken komt dat vak misschien nog meer in aanmerking dan zulk saai schilderwerk of dat gehannes met stenen bovenop hoge en soms wat koude stellingen. Wel ja. laat ons broodbezorger worden Onge twijfeld zitten die fabrieken te springen om mannen van de daad gelijk Sjaarlie er een is. Laat hy hen dan eens een kansje geven De werkelijkheid ligt natuurlijk een beetje anders. Er komen lange gesprekken aan te pas alvorens de personeelschef in kwestie het waagstuk aan durft. Want de sociale werkster spiegelt hem geen engel voor zolang het om een bengel gaat. Maar anderzijds wijst ze er nadrukkelijk op dat hier heel misschien een kansje ligt om een gezin uit de prut te halen. En na veel vijven en nog meer zessen, mag de proef genomen worden. Begrijpt Sjaarlie wat er zich onder de hand achter de schermen afspeelt? Men moet zoiets ernstig in twijfel trekken. Men moet hem nog minder zijn zelfverzekerdheid afnemen door het hem te ver tellen. Men mag hoogstens trach ten om deze al te sterke gevoelens van zelfachting ietwat om te buigen tot een bescheiden besef van verantwoordelijkheid voor Maar voor vandaag is het slot van de historie dat Sjaarlie weer achter een handwagen loopt, zij het dan thans eentje, die een be kende firmanaam draagt en niet zijn eigene, méér beruchte dan bekende. En op de dag dat hy met zijn eerste in het zweet zijns aanschijns verdiende geld binnen wandelt in de huiselijke tvoning, treft hij daar nevens Sjaantje en zijn zoon ook een verlos kundige aan. Het is zo ver. De eerste dochter van brood bezorger Sjaarlie wordt geboren WIJKPREDIKANT. ZONDAGSBLAD 13 NOVEMBER 1954 3 MOOIE RESULTATEN REEDS BEREIKT Wellicht straks heter :ht inzicht in de geheimzinnige Mill li ras-religie NA langdurige besprekingen is het er dan toch van gekomen: Ne derlandse archaeologen hebben van de Italiaanse autoriteiten toestem ming ontvangen om in Rome zelf standig opgravingen te verrichten. Het was al jaren zo, dat de Itali aanse regering buitenlandse oudheid kundigen in de gelegenheid stelde aan het uitgebreide opgraving£werk in en buiten Rome een aandeel te hebben. Van deze mogelijkheid had men van Nederlandse zijde echter nimmer ge bruik kunnen maken, omdat de geld middelen ontbraken. Van particuliere zijde is toen het onderzoek op gang gebracht door een aanzienlijke gift, terwijl na het suc cesvolle begin van deze opgravingen ook veel steun ontvangen werd van de Organisatie voor Zuiver Weten schappelijk Onderzoek (ZWO). Boven dien stimuleert een klein comité, waarvan o.a. deel uitmaken de Ne derlandse ambassadeur in Italië, dr. H. N. Boon en prof. Bijvanck te Lei den, deze arbeid op allerlei wijze. Als terrein van onderzoek werd aangewezen de ondergrondse ruimte achter de kerk van Santa Prisca op de Aventijn. Hier waren reeds voorlopige opgra vingen verricht. Een aantal priester studenten van een naburig Augustij ner klooster had nl. in 1934 de ruim ten onder en voornamelijk achter het kerkgebouw van Santa Prisca min of meer clandestien trachten binnen te dringen, omdat men hoopte nadere gegevens te verkrijgen inzake de hei lige Prisca en de apostel Petrus. Een oude legende zegt, dat op deze plaats Aquila en Prisca (of Priscilla) door de apostel Petrus zouden zijn gedoopt. Daarom is de kerk, die hier later werd gebouwd, eeuwenlang door vro me pelgrims bezocht. Men meende iets terug te vinden van de eerste tijd van de christelijke kerk en con tact te hebben met de apostolische tijd. Toen de priester-studenten in hun ijver om nadere gegevens te verkrij gen over de juistheid van deze le gende, met spade en houweel gewa pend aan het werk gingen, deden zij tenslotte een ontdekking, die geheel tegengesteld bleek te zijn aan wat zij hoopten te vinden: zij vonden spo ren van een Mithraeum en belandden daarmee in een gebouw, waar een eredienst van één van de grootste tegenstanders van het Christendom was uitgeoefend! Aangezien men het gestelde doel niet bereikte, verflauwde al spoedig de belangstelling en bleef na een overzicht van de verkregen resultaten in een der Italiaanse tijdschriften de verdere exploitatie van deze ruimte achterwege, totdat de Nederlanders hier in het najaar van 1952 aan het werk konden gaan. NAAR alle waarschijnlijkheid ont leent de kerk van Santa Prisca niet haar naam aan de bekende Pris cilla uit het Nieuwe Testament. Ook het verhaal over de doop van deze vrouw door de apostel Petrus mist historische grond. Wel is waar zijn Aquila en Priscilla te Rome geweest. (Hand. 18: 2). Het is niet geheel zeker, dat het arme mensen waren, zodat het wo nen in deze nogal chique buurt op de Aventijn onaannemelijk moet wor den geacht, maar het staat wel vast. dat deze mensen onder Claudius uit Rome zijn vertrokken. (Hand. 18: 2: .omdat Claudius bevolen had. dat al le Joden Rome moesten verlaten"). De bewijzen, dat ze later, in een rustiger tijd. naar Rome zijn terug gekeerd, ontbreken geheel. Voorts spreekt de traditie van een Santa Prisca, een meisje van onge veer twaalf jaar, dat onder Claudius II omstreeks 270 de marteldood moet zijn gestorven. Ook dit meisje kan niet bedoeld zijn, aangezien moei lijk kan worden aangenomen, dat dit kind op de Aventijn persoonlijke be zittingen zal hebben gehad in de vorm van gebouwen. Men denkt daarom het liefst aan een aanzienlijke dame uit de derde eeuw, die haar woning voor de chris tenen in haar omgeving openstelde en wier naam in het latere kerkgebouw op deze plaats is blijven voortleven. Toen zij haar huis afstond had de eigenaar van het achter haar woning gelegen pand de kelderruimten daar van reeds ter beschikking gesteld van de aanhangers van de Mithrasreligie. De nadruk moet hier vallen op het woord kelderruimte". Er is nl. een H ander Mithraeum ontdekt, dat niet minder dan veertien meter onder de begane grond was gelegen. Het was een vaste regel, dat de dienst ter ere van Mithras in holen en grotten werd uitgeoefend. Mithras was een zegevierende en zegebrengende godheid, die in Perzië veel werd vereerd. De cultus van Mithras viel zeer in de smaak bij de soldaten uit het Romeinse leger. Deze mannen waren de oude godsdienstige gebruiken moe en werden aangetrok ken door het geheimzinnig karakter van deze Oosterse eredienst. Zo moet het verklaard worden, dat in Rome zelf, maar ook in verschillende Wes terse landen, tal van Mithraea zijn gevonden. ST was op zulk een Mithraeum, dat de eerste opgravers stuitten. Toen werd het echter niet duidelijk, dat dit gebouw zich in verschillende opzich ten van andere plaatsen ter ere van deze Perzische godheid onderscheid de. Dit is eerst door de Nederlandse onderzoekingen van 1953 duidelijk ge worden. Doorgaans is de nis, waarop de dienst zich richt, voorzien van een beeltenis van Mithras als stierdoder, maar in het Mithraeum achter Santa Prisca ligt de god Oceanus in volle lengte in deze cultusnis uitgestrekt. Dat Oceanus deze centrale plaats in neemt, is een sprekend voorbeeld van het syncretistisch karakter van deze religie. Aanvankelijk wes alleen het lichaam van Oceanus aanwezig, maar bij de opgravingen van Augus tus van dit jaar is ook het hoofd naar alle waarschijnlijkheid opgedol ven, zodat dit binnenkort op de romp kan worden geplaatst. Overigens heeft dit heiligdom na tuurlijk ook veel overeenkomst met andere Mithraea: aan weerszijden vindt men aanligbanken, die oorspron kelijk met kussens bekleed zullen zijn geweest. Hierop werd de heilige maal tijd genuttigd. Van bijzonder belang zijn de muur schilderingen achter deze aanligban ken. Ze zijn slechts gedeeltelijk be waard, maar bevatten belangrijke ge gevens over de Mithrasreligie. Men ziet o.a. de zeven graden van inwij ding op een der muren afgebeeld. De Mysteriën van Mithras waren alleen voor mannen toegankelijk. Dit wordt door de ontdekte inwijdings plechtigheden en de daarbij aanslui tende versregels beklemtoond! Op de tegenoverliggende muur ziet men een processie afgebeeld, die zich lang zaam voortbeweegt naar een grot, waarin Mithras en Sol zich samen te goed doen aan een keur van spijzen. Eerbiedig zijn enige dienaren bezig de godheid op zijn wenken te bedie- De aanhangers van Mithras kwa men op regelmatige tijden bijeen om ook zulke gemeenschappelijke maal tijden te houden. Zij dachten hier door de gemeenschap met de door hen vereerde godheid te bewaren en het leven tot in eeuwigheid aldus te verkrijgen. De apologeten noemden reeds in de tweede eeuw deze maal tijden der Mithracisten „een duivelse Boven: Deel van een muurschildering. Optocht van hen, die de vierde graad van inwijding in de mysteriën bereikt hebben. Wijgaven worden meegedragen. Links: Afbeelding van één der personen, die in de offerende stoet zijn opgenomen. nabootsing van het heilig Avondmaal" en zagen in de deelnemers aan deze mysteriën de grootste vijanden van het Christendom. Het behoeft dan ook niet te ver wonderen, dat de christenen, nadat men door keizer Constantijn de Grote in 313 de vrede verkregen had. hun best deden de eredienst van Mithras terug te dringen. Ze gingen daarbij soms zeer hardhandig te werk. Zo werden de muurschilderingen in het Mithraeum achter Santa Prisca met bijlslagen verminkt, terwijl door ga ten in het plafond de gehele ruimte met zand, stenen en afval werd ge- voortzetten, reeds zevenhonderd ku bieke meter aarde moeten laten weg halen. Men verstaat, dat dit met de nodige voorzichtigheid dient te gebeu ren en dat deze arbeid zeer tijdrovend Naast het eigenlijke Mithraeum be vinden zich aan de linkerzijde een aantal vertrekken, die nog slechts ten dele zijn onderzocht. Enkele ervan zijn in gebruik geweest voor rituele reinigingen, misschien ook voor in wijdingen in een hogere graad. In de afgelopen zomer heeft men zich voornamelijk met deze kamers bezig gehouden. Verschillende mooie koppen o.a. van Venus en Mars en een groot aantal olielampjes, waar bij met drie tuiten, werden gevonden. De bedoeling is. dat deze opgravin gen ook in de naaste toekomst zullen worden voortgezet. De beide archaeo- logen, die zich hiermee bezig houden, dr. C. C: van Essen, directeur van de archaeologische afdeling van het Ned. Historisch Instityut te Rome, en dr. M. J. Vermasercn, hoofdassistent van het Archaeologisch Instituut te Utrecht, zijn vol goede moed. Juist omdat dit Mithraeum in som mige opzichten een uniek karakter vertoont, verwacht men, dat nader onderzoek en voortgezette bestudering van de reeds blootgelegde gedeelten inzicht zullen geven in de nog steeds geheimzinnige Mithrasreligie. Misschien valt er ook nieuw licht op de strijd tussen heidendom en SÉÊ2 Tekening van het Mithraeum achter Santa Prisca. In de ciiltuznis in het midden een liggend beeld van Oceanus. De nissen links en rechts op de voorgrond hebben beelden bevat, waarvan de betekenis tot dusver niet duideiyk is. Boven de aanligbanken aan weerszijden de muurschilderingen met voorstellingen over de eredienst van Mithras. Christendom Zijn de bijlslagen en het ontoegankelijk maken van het Mithraeum door de Christenen mis schien ook een reactie op het vroe gere aanmatigende optreden van de Mithracisten? We hopen, dat de beide enthousiaste Nederlandse oudheidkundigen straks vele vragen zullen kunnen oplossen, en deze belangrijke opgravingen suc cesvol zullen mogen voortzetten. DR. H. MULDER. Kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: VERTICAAL I Een der zintuigen. 2. plai gefokt worden. 3 per» - vogel. 6. wlddekael. 13. langnoot. 32. pers lngen per brlefkas e vermelden: ..Puzzleoplosslng" Er zl, prijzen I 13. 2. ƒ2.30; 3. ƒ2,50. Oplossing Icruiswoord- rcrcrdsel 6 November 21. alk. 22. toe. HORIZONTAAL: 1 1 10. gaal. 11. keg. 13. 17. pl. 18. zomer. 20 23 ons. 23. laken. 28. m l 30 mea. 31. do. 32. air. 34. moe. 35. aio*, 37. pulp. 38. taeL 30. orka. VERTICAAL: 1. Bokaal. 2. aker. 3 neg. 4 Dr.. 3. w.g.. 6. aat. 7. raap. 8. mimiek. 12. lombokker. 15. do. 18. re. 18. zegel. 19. rayon. 22. tomaat. 24. itoepa. 28 A.M.. 27. es. 29. Mla. 31. dolk. 33. roe. 34. Mur. 38.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 13