a' i li n i m 3 ty 0 f Q O 0 -B Sa 3 huLöe Mn öe heRfst v^s Het leven van ,De Delftse donderslag' SIR WINSTON CHURCHILL Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg. Jan Luykon'aan 12. Den Haag. Op record] acht IN de maand Juli bracht de bekende Gelderse problemist v. d. Linde een zesdaags bezoek aan Kerkrade. waar hij ten huize van de Umburgse gropt- meester Scheyen verbleef. Het valt licht te raden, waar dit tweetal zich mee bezig hield. Ze maakten proble men! Zelfs kregen ze de smaak zo te pakken, dat ze tijdens deze korte pe riode in vereniging tot welgeteld 50 nieuwe scheppingen kwamen, ben re cord. dat niet lang zou stand houden. Want op 13 September besloot Scheyen. nu met een nieuwe koppelgenqot, v. d. Elzen uit Rosmalen, het te doén sneu velen. hetgeen wonderwel gelukte. Op het einde van ae vierde dag was de probleemwereld niet minder dan 53 composities van uitstekende kwaliteit rijker. Allebei verklaar den na afloop in een vorm te hebben erkeerd als nimmer te voren. De nummers 239 en 240 in deze ru briek zijn uit deze beide recordseries gekozen en vormen met no. 238 van de puike Hagenaar Pranger de drie lad- deropgaven, die we ditmaal iets moei lijker hebben gesteld. De extra opgave v«n J. v. d. Boo gaard is de moeite van het oplossen riomschoots waard, een bewerking op een aardig eindspelletje, dat niet zo ere bekend is. De nieuwe ladderopgaven No. 238. B. J. Pranger. Den Haag m m a B em Zwart: 8/10, 12. 15. 16. 18. 20. 29. iO. Wit: 24. 27. 28. 30. 33. 37/39. 50. Kruis-pas-raadsel De laatste vruchten zijn gezet Reeds geelt de rijpe goudreinet en blozen bellefleuren. Geleid'lijk doft en sterft het blad, maar aan de takken hangt een schat van fruit Haar fraaie kleuren betoov'ren mens- en vogelhart. De bramen donk'ren, haast zo zwart als de ligustergitten. De zomer zong z'n afscheidslied; maar wie in 't najaar wandelt, ziet de mooiste vruchten zitten. De aarde blijft een wondertuin met al die tinten'goud en bruin, hei-rood en diep-oranje. Een bes robijnt, een bottel lacht en naar de zonne laait de pracht van linde en kastanje. P. DE VRIES. Naar de practijk Door studie van het partijspel ont dekte de bekende speler van Mourik uit Nieuwland een diep verborgen lok- zet in de volgende stelling: sterkste positiezet is. In de practijk moet men bij het uitvoeren van een spe culatie altijd eerst zien of de tegen stander geen voordeel kan behalen als deze de valstrik doorziet. Oplossingen Zwart: 2/4, 6. 8. 9, 11/16, 18. 19. 21. Wit: 25. 28. 31/33, 35/43. 45. 46. 48) 49. H. N. v. Mourik Wit kan met 4944 speculeren op •het verleidelijke 2127, 31x22, 18x27, 32x21, 16x27; schijnbaar forceert zwart nu de toegang tot de damlijti, want op 4034 (3934 behoeft geen betoog) vervolgt hij na het ruilen met 1420. 24—29. 13—19. 9x49. Op 37—32 be reikt zwart zijn doel door 1117. 23x 32. 14—20. 24—30, 13—19, 9x47. Even min gaat 3731 daar zwart dan ant woordt: 23x32. 14—20, 11—16, 13—18 enz. Van dit alles komt echter niets in huis en het is zwart die na 16x27 aan het kortste eind trekt wegens 2520! 14x 25 (gedw. om stukverlies te voorko men). 33—29. 35—30, 40x16. Nu zwart weer. 6—11 (of?) en 2x11, waarna wit definitief een schijf wint door 3731, 41x21. 11—16 (of 2). 42—37—32. Zeld- No. 230. (J. Sant). Zwart: 7/9. 14. 17, 18. 25. 36. Wit: 20, 24, 29, 30. 33. 34. 39. 41. Opl.: 33—28, 29—23, 28—22, 22x4, 4—15, 15x35. Een zeer verdienstelijk debuut van deze auteur, van wie we binnenkort nog enkele problemen zul len plaatsen. Opgemerkt dient te wor den dat schijf 33 in dit probleem niet op 32 kan staan, daar dan het alternatief 32—27. 29—23. 2722 of 32—28. 29 23. 2822 mogelijk is. Dit ter attentie van beginnende problemisten. Bekend mag worden verondersteld, dat zetten- verwisseling en figuratie eveneens ver boden zijn. No. 231. ,(J. A. Bouwman). Zwart: 7, 17. 19. 20. 22. 29. 30, 35. 36. Wit: 26. 28, 41. 42. 44/47, 49. Opl.: 45—40. 42— 38, 47x38. 26—21, 21x1. 1x37, (50—45). 49x40, 46x37. Eenvoudig maar correct! No. 232. <G. Avid). Zwart: 7, 12. 13. 17/20, 22. 24. 30. 35. Wit: 26. 32. 33. 6. 39. 40. 42, 44. 45. 47, 50. Opl.: 26—21, 33—29, 39x8, 36—31! (26x48 gedw. daarop 26x28 volgt 4034 enz.), 47 42! (48x23, weer gedw. wegens-4034). 40—34 (nu toch!) 50—44, 45x1. Een zeer fraai thematisch probleem, waarin de overblijvende zwarte schijven hun dienst wel hebben gedaan. Het ideaal deze ook nog in een eindspel te betrekken, lijkt ons hier niet te verwezenlijken zonder de afwikkeling met de slag keuzen als hoogtepunt groot geweld aan te doen. No. 233. (A. v. d. Elxen). Zwart: 1. 6/9, 11/13, 16. 18. 23. 25. 31, 34/36, 40. Wit: 17. 21. 22. 24, 27. 30, 32. 33. 88. 39. 41/44. 47. 49. 50. Opl.: 32—28. 33— 29. 39—34, 30—24. 43—39. 42—37, 47x 38. 49—43, 43—39, 44—40. 50x19. 22x2. 2x26 en nu weer van 26 naar 2 met „Alix" tot besluit. Geweldig! Joh. v. d. Boogaard zal wel plezier van zijn leer ling hebben. De enige aanmerking (jils men het zo noemen mag) is dat de aan wezigheid van zwarte schijven op L 6 en 25 het motief verraden. c~lOandeling langó de "3-londórug On je r.staande woorden zó in het dia gram plaatsen, dat een goed sluitend kruiswoordraadsel ontstaat. 2 LEETERS: Do. Ds. eg. el. ik. ka, mi, na. Nr.. om, om. op. os. pi, si. te. uk. ze. 3 LETTERS; Doin. dop, eik. kim, kot, lek. lis, pan, rok, sik, uit, zon. 4 LETTERS; Club. gans. lier. maag. meet. paar, peen. peer. romp. ruim. 5 LETTERS: Ceder, leest, legio, me ter, regel, roest, tegel, toets. 6 ^LÉTTERS; Distel, koppel, regent. IinzciKttngen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen au», aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek de adreszljdv vermelden: ..Puzzle- Oplossing kruiswoord raadsel 9 October HORIZONTAAL; 1 Karper. 4 erf, 7 negge. 11 ar. 12 wier. 13 eb. 15 ent, 16 kroes. 18 eg. 1» Jalon. 20 S A. 21 ijs. 23 strik. 25 ba. 26 Imago, 27 jol. 28 Po. 29 muts. 30 es. 32 naast. 34 eik. 36 rimpel. VERTICAAL; 1 Koning. 2 pug. 3 re, 5 ra, 6 fris, 8 eet. 9 Gr. 10 eerlijk 12 week. 14 boos, 16 ka. 17 en. 19 Jargon. 20 stap. 22 wals. 23 am.. 24 Io. 25 botteL 26 idee. 27 Jus, 29 ma. 31 si. 33 aam. (Vervolg van pag. 5) Het is een ijverig Gelderse wande laar. Joh. Janssen te Malden onder Nijmegen, die dit reeds jaren gele den ontdekte en bevond, dat deze •planten blauwpaars bloeisel vertoon den met veel losser trossen en tuilen. Hij dacht aan een adventiefplant d.i. een nieuweling uit soms verre landen hoewel die bij het heidege- zelschap onbekend is. Maar toen hij enige tientallen van zulke pollen aan trof, apart en niet gemeenschappelijk optredend, werd hij opmerkzaam. Het bleek, dat er van sprake was, bloeiende van October tot Januari, en Janssen bedacht er de aardige naam Allerheiligenheide voor, wat met „Sanctorum" in de we tenschappelijke benaming tot uitdruk king kwam. Zij werd destijds op -de veelgesmade Mookcrhej ontdekt en we hebben er sindsdien zelden meer wat Ook bleken er overgangen van Sanctorum naar onze „gewone" hei te bestaan; voorts pseudovormen van de eerste, andere met zowel kroonlo- i- ~'r?' Eikels zoekende houtduiven. ze als gevulde bloemen, kruipende exemplaren met wortelende takken, dwergen en gedrongen vormen, doch vooral soorten, die door haar prach tige, goudgele lovertjes de aandacht trekken. De laatste treffen we nogal Naar de echte Allerheiligenheide kijk ik tevergeefs uit en de bloeitopjes, die hier en daar uit het bruingulden vacht komen, duiden slechts op een verlate hoogtijd. In het prachtige stuifzandgebied, jeneverbessen, oude eiken en dennen. In begin Mei, staan bij Dwingelo de beroemde krentenbossen in bloei. HET vogelleven is er eveneens rijk vertegenwoordigd. Waar te nemen zijn: kiekendieven en roerdompen in het riet; kemphanen houden hun tour- nooien op de lage oevers; tureluurs, scholeksters, grutto's en kieviten broe den er. Als typische Drentse heide- vogel ontmoeten we er de wuip. In de bosrijke gedeelten vinden wekor hoenders, fazanten, patrijzen en kwar tels, houtduiven, tortelduiven en vele andere tangvogels. Aan zoogzieren treffen we aan: vos sen, reefn, hazen en konijnen. De grootste in het wild levende zoog dieren. zoals edelherten en wilde zwij nen treffen we er helaas niet meer aan. Dit zijn enkele grepen uit het vele schoons, dat ondanks de zeer ingrij pende veranderingen van de laatste jaren, nog in Drenthe te zien is. Het is er maar een klein deel van. Want zo klein en onbekend als deze pro vincie is, zo veel merkwaardigs en moois bergt zij binnen haar grenzen. F. VAN OMMEN Zwart: 4. 8. 9. 13. 14. 17. 27, 28. 31. 12. 34, 36. 40. Wit: 15. 23/25,, 38. 41/43, 45. 47/ Zwart: 6. 8. 9. 12/14. 18. 23. 29/31, 34/36. Wit: 20. 21 22. 25. 27. 32. 39. 41/44, 46, 47. Extra vraagstuk No. 241. Joh. v. d. Boogaard. Rotter dam. ZO was Churchill weer in de regering opgenomen. Dat betekende, dat de Engelse vloot aanstonds op volle toeren ging werken. En dit betekende ook, dat de Duitsers spoedig begonnen te mer ken. dat in de Britse regeringskringen de wind uit een andere hoek ging waai- Dat was hard nodig. Jaren geleden, toen Churchill eens werd uitgenodigd een lunch bij te wonen, die het Engelse kabinet aan Von Ribbentrop aanbood, zei hij tot een vriend: „Ze vroegen mij zeker om te laten zien. dat ze zelf niet blaffen konden, maar dat ze er een hond op nahielden, die wel blaffen kon en die misschien nog wel eens bijten Reeds in November kon Churchill ver klaren: ..Wat ik het Huis zes weken geleden onder veel voorbehoud zegde, kan ik thans met meer zekerheid her halen. namelijk dat wij op weg zijn het duikbotengevaar te overwinnen." Dergelijke uitspraken werden in Duitsland met honend gelach begroet. Hitier snoefde: „Er zal slechts één over winnaar zijn: Duitsland. Dat mr. Churchill dit niet wil geloven.'is slechts mogelijk omdat hij zo oud is." In de Duitse bladen trof men in die dagen grote koppen aan als: „Churchill, de grootste oorlogsophitser van deze eeuw". In het eerste oorlogsjaar waren de gebeurtenissen voor Engeland alles be halve bemoedigend. De tweede slag in Narvik werd, dank zij de stoutmoedige maritieme actie, door de Britten gewon nen, maar begin Mei 1940 moesten zij hun expeditieleger in Noorwegen weer inschepen. Geen wonder, dat in het Lagerhuis scherpe critiek losbrak op Chamberlain, die men verweet de oorlog niet met de nodige energie en vastberadenheid te voeren. Toen dan ook op 8 Mei een debat over de algemene oorlogspolitiek gehouden werd, haalde Chamberlain slechts een meerderheid van 81 stem- Zo was de toestand toen de morgen van Vrijdag 10 Mei de jobstijding bracht, dat Duitse troepen Nederland en België waren binnengevallen. Neville Chamberlain begreep, dat voor hem het ogenblik van heengaan was gelands Eerste Minister voor de radio: „Van nu af zijn wij de enige gewapen de kampioenen om de zaak van de we reld te verdedigen. Wij zullen ons best doen om deze grote eer waardig te zijn. Wij zullen dit eiland verdedigen en onoverwinnelijk de strijd voortzetten, tot de vervloeking van Hitler niet langer meer het hoofd der mensen buigt. Wij zijn er zeker van dat op het einde alles goed zal gaan." NA Frankrijk zou Engeland aan de beurt komen, had Churchill voor speld. En hij kreeg prompt gelijk. Hitier trachtte Londen in de as te leggen. Bij honderdduizenden vielen de brand bommen op de hoofdstad. Historische gebouwen in de City. kantoren, winkels, kerken en ziekenhuizen gingen in vlam men op. Mannen, vrouwen en kinderen werden bij honderden tegelijk gedood. Sinds de grote brand in 1666 had Lon den zo'n schouwspel niet beleefd. Maar Churchill sprak: „Wat de boos wicht Hitler met zijn Blitzkrieg gedaan heeft, is het ontsteken van een vuur in de Britse harten, op deze eilanden en alom in de wereld, een vuur, dat nog zal gloeien, nadat alle sporen van vlam men in Londen zijn uitgewist." De dappere R.A.F. kwam in actie en bond onvervaard de strijd aan tegen de Nazi vliegtuigen. Bij menige Duitse aanval stond Churchill op een van de hoogste gebou wen van Whitehall om de raid goed te kunnen zien. En na afloop daarvan be gaf hij zich vaak op straat om de ver woestingen in ogenschouw te nemen. Dikwijls maakte hij dan een praatje, soms een grapje met de puinruimers. Toen een bom deuren en vensters van Downingstreet 10 had verbrijzeld, stak Churchill zijn hoofd door het raam om de verwoesting te overzien. Een soldaat riep dit „hoofd" toe: „Is alles in orde, makker?" En het „hoofd" antwoordde: „Ja. dank je, is bij jullie ook alles goed?" Een politieagent zei tegen de soldaten: „Dat was de Eerste Minis ter." De Blitzkrieg werd door de R.A.F. ge wonnen. Churchill zei: „In geen enkel menselijk conflict zijn zovelen zo zeer verplicht geweest aan zo weinigen." Vele lange maanden streed Engeland alléén tegen de Duitse overmachl. En op deze periode terugziende noemde Churchill haar later „Ons schoonste „Wij zullen dit eiland verdedigen Driehonderd jaar geleden vloog het kruithuis in de lucht DEZE week was 't drie honderd jaar geleden, dat 't Delftse kruithuis in de lucht vloog. Het aantal doden zal de 50 niet overschreden hebben. De mate riële schade was zeer groot. Vele ge bouwen en huizen werden vernield. Naar tijdgenoten beweren vertoonden alle huizen sporen van de ramp. Von del zong in zijn treurzang: „Een jongste dag vol doodsche schrikken en d'oogen- blik der oogcnblikken." Toen we nog op de schoolbanken zaten en de meester vertelde van de droeve gebeurtenis, die op Maandag 12 October 1654 te Delft plaats had, maakte dit verhaal op ons diepe indruk. En als we later eens In Delft kwamen moesten we vaak aan de ontploffing in het kruithuis Maar sinds hebben we kennis gemaakt met de fatale gevolgen van de moderne oorlog Wc hebben de puinhopen van Rotterdam en Den Haag. Arnhem en Nijmegen gezien we zullen de droeve lijst nu maar niet langer maken en wat betekent hiermee vergeleken die Delftse ramp van drie eeuwen geleden? Als men zich echter in de geschiede nisboeken verdiept, blijkt het einde van het Delftse kruithuis op stad- en land genoten een geweldige indruk te hebben gemaakt, die maandenlang de mensen in zijn ban hield en vele pennen in be weging bracht. Laten we in 't kort de feiten nog eens vermelden van deze gebeurtenis, die on der de naam „De Delftse donderslag" in de geschiedenis bekend bleef. OP genoemde Maandagmorgen bussen 10 en 11 uur begaf Cornells Soetcns. commies van de Staten-Gencraal, zich naar het kruitmagazijn om daar twee pond buskruit te nalen. Een persoon in rode mantel vergezelde hem op deze tocht naar de oude kelders van het vroe gere St. Klaraklooster, waar ongeveer 90.000 pond buskruit werd bewaard. Wat er precies gebeurd is en wat de oorzaak was van de ramp is nooit opge helderd. Maar plotseling had een vrese lijke ontploffing plaats. De kruittoren sprong in de lucht en de kelders wer den weggeslagen. De beide Doelens stortten in; het prachtige landhuis van burgemeester Van der Dussen was op eens veranderd in een ruïne. Tientalion huizen aan Doelenstraat, Oude Geer en Verwersdijk lagen in puin. Van de Nieu we Kerk waren dak en toren bescha digd en de andere godshuizen waren zo gehavend, dat er voorlopig geen dien sten in konden worden gehouden. 't Werd als een wonder beschouwd, dat het praalgraf van de Vader des Va derlands totaal onbeschadigd was ge- De lijken waren vreselijk verminkt en de Delftse chirurgijns konden 't werk, dat de zovele gewonden hun gaven, niet aan. Rotterdam haastte zich zo veel mogelijk medische hulp te zenden. Tweehonderd huizen waren totaal ver nield. driehonderd waren er zonder dak en glas. Vele kunstschatten (de Doelens bezaten kostbare schilderijen) gingen verloren. Naar in verschillende kort na de ramp verschenen geschriften wordt meegedeeld, was de slag der ontploffing gehoord in Utrecht, Haarlem en Amster dam. zelfs in Hoorn en op Texel. ,.Er waren honderden, misschien meer dan duizend doden.", wordt in sommige geschriften meegedeeld, maar de be kende Delftse historicus P. A. van Schuppen schrijft: „De dodenlijst, die niet volledig kon vastgesteld worden, bevat meer dan 40 namen en dubbel zo veel zwaar gekwetsten." bewaard. Een 75-jarige grijsaard lag vier uur onder 't puin bedolven en bleef ongedeerd. Evenzo een man van 86 jaar, die 36 uur op zijn redding moest wach- de ontploffing in het De eerste successen van Hitiers le gers waren verbluffend. Nederland was na vijf dagen oorlog bezet gebied. Reeds op 17 Mei werd Brussel bezet en twee dagen later namen de Duitsers Saint Quentin. Niets en niemand scheen ln staat te zijn hun stormloop te keren. Maar voor de radio verklaarde Churchill een onoverwinnelijk vertrou wen te hebben in het Franse leger en zijn aanvoerders. Op 28 Mei besloot de Belgische ko ning te capituleren. Zijn leger, haast een half millioen man sterk, dekte de linkerflank der Engelse troepen, die naar het vasteland van Europa waren gekomen om mee te helpen de Duitsers in hun opmars te stuiten. Toen kwam het drama van Duinker ken. De Engelsen moesten hals over kop België verlaten, maar de sterke Duitse Luftwaffe stelde alles in het werk dit te beletten. De Britse oorlogsvloot, vrijwillig geholpen door talloze matro zen der handelsvloot, gelukte het 350.000 Fransen en Engelsen aan de dood of de schande te ontrukken. Toen dit bekend werd ging in Londen een luid gejuich op. De realist Churchill waarschuwde echter: „We moeten ons wachten deze bevrijding de attributen van een overwinning te geven. Een oor log wordt niet door ontruimingen ge wonnen... Wat in Frankrijk en in Bel gië is gebeurd, is een onmetelijke mi litaire ramp." Churchill liet niets onbeproefd om de Fransen aan te sporen vol te houden tol het uiterste. Op 13 Juni vloog hij bij slecht weer naar Tours, waar hij een onderhoud had met leden van de Franse regering. Het was een gevaar lijke tocht, maar op eigen veiligheid is de onverschrokken Churchill nooit be dacht geweest. Het onheil was niet te keren en een dag later werd Parijs door Duitse troe pen bezet. Niet lang daarna diende Reynaud zijn ontslag in. Hij werd op gevolgd door Pétain, wiens eerste werk het was de Duitsers een wapenstilstand voor te stellen. Aan de gedane belofte om de Franse vloot naar Engelse ha vens te zenden, werd geen gevolg ge geven. Aan de avond van 17 Juni sprak En- aangebroken. Zijn goedbedoelde maar slappe politiek was op een groot fiasco uitgelopen. De storm, in 1939 losgebar sten, was aangewakkerd tot een orkaan, die alles dreigde neer te slaan. Nu moest een vastberaden man. een onverschrokken kerel het roer van staat omklemd houden. En gelukkig zo'n man stond gereed: Winston Churchill. Hij was nu in zijn 66ste levensjaar. Een van zijn vele levensbeschrijvers tekent hem aldus: „Hij heeft de brede schou ders van een Yankee, de ietwat trage houding van de Amerikaan en de fijne kop van een Engels aristocraat." Op 13 Mei legde Churchill voor het Lagerhuis zijn eerste verklaring af. Toen sprak hij de beroemd geworden woorden: „Ik heb u niets anders aan te bieden dan bloed, werk, tranen en zweet." Zo aanvaardde Churchill de er fenis van Chamberlain en werd hij En- gelands grote oorlogsleider. EEN van Churchills eerste werkzaam heden als Eerste Minister was het schrijven van een brief aan Mussolini: „Het is ijdel, de loop der grote veld slagen, die thans in Europa worden ge leverd. te voorspellen. Maar ik ben er van overtuigd dat, wat er op het vaste land ook moge gebeuren, Engeland tot het einde zal gaan, ook als het dit vol strekt alleen moet doen..." Het beroep op de Duce was vergeefs. Mussolini herinnerde in zijn brutaal en trots antwoord aan 1935. toen de Engel se regering het initiatief had genomen om te Genève sancties te organiseren tegen Italië, ..dat slechts een klein plaatsje in de Afrikaanse zon zocht". ten. Na vier dagen werd een vrouw te voorschijn gehaald. Haar eerste vraag was: „Is de wereld gans vergaan?" Ook werd een kind van een jaar ge vonden. dat 24 uur begraven is geweest en op 't moment der redding met een appel in de hand in zijn stoeltje zat te •pelen. Ook wordt verhaald, dat een tweeling werd gevonden, rustig slapend in de wieg. Het medeleven met Delft was alge meen. Overal werden collecten gehou den voor de zwaar bezochte stad. die vrijdom van diverse belastingen kreeg. OP de Zondag na de ramp hield domi nee Petrus de Witte een preek over de „Delftschen Donder-alagh". Deze „leerrede" is in druk verschenen cn lelt 133 bladzijden. De prediker beschuldig de de stadsbestuurders, die hadden ge duld dat er in Delft een goddeloos Ba- gijnhof was blijven bestaan en dat er vlak bij de Nieuwe Kerk een Jczuïten- collcge was. waar de afgodendienaars hun bedrijf voortzetten. Als antwoord op deze preek (waarvan de verkoop door de overheid verboden werd) verscheen van roomse rilde een geschrift, waarin gezegd werd, dat God Delft gestraft had om het verderf door de Geuzenpredikanten gesticht. Niet zon der ophef werd in dit geschrift er mel ding van gemaakt, dat de hulzen der roomsen vrijwel gespaard waren geble- Dcze schrijverij was wel een zeer trieste nasleep van de vreselijke gebeur tenis van 12 October 1654. NA de ramp werd een nieuw kruithuis gebouwd, dat de wijdse naam kreeg van ,,'a Lands magazjjn ofte kruithuis buytcn de stadt Delf' Hierin zijn to rens gebouwd „in diepe water graften, torens die besloten werden met valbrug- gens aan een eylandie dat tussen beide Op de gevel van dit „nieuwe kruithuis* prijkt een leeuw, die een boa van zeven pijlen (symbool van de Zeven Provin ciën) in de klauw heeft. Dit huis is er nog en nog steeds is t militair domein. Een sergeant-concier ge. die met zijn groot gezin achter 't aardige poortje woont. houdt er de wacht cn zorgt dat geen onbevoegden het terrein betreden. Dienst is dienst. En zelfs de bakker, de slager en de melkboer moeten net jes bulten blijven staan...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 8