I Mil LEZERS PELGRIMAGE Hoorspelen Muziek in Nederland Ex-postbeambte leider van nieuwe Franse sekte Kerk in de wereld Protestanten in Limburg moeten een zware strijd voeren Drie uitgaven IIEUWE LEIDSCHE COURANT aló óckrylóter* J OVER een gelukkig huwelijk schrijft men geen roman. Leeft de letterkunde dus van de narigheid? Een belangwek kende vraag, die een afzonder lijk antwoord behoeft. Robert Crottet heeft in Negri, Dagboek van een Kat (uitg. Van Loghum Slaterus, Arnhem, 1954) een huwelijk beschreven, dat onge lukkig lijkt, maar dit in wezen niet is, omdat het herstelbaar is en hersteld wordt. Dat was mogelijk, omdat in de grond der zaak Jean, de laatste telg uit een oud geslacht (klinkt bet niet heerlijk romantisch?), i> )n zijn Alice evenveel houdt, als zij zo overduidelijk toont in hèm te houden. Wat in de weg zat was dit. dat Jean jcli verbeeldde romanschrijver te zijn, maar eerlijk genoeg ps te beseffen, dat hij er niet in slaagde zijn. personages g (ldoende leven mede te geven. En dat kwam, omdat hij «- fcd aan een tekort aan gevende liefde. 5- Hoe afgezaagd op zichzelf het I senet en Gounod. Crottet heeft n.l. z&uteur-in-ópe 2 lel - ie [:ma van het boek is. sympa- ek en waar is al dadelijk de fastatering, dat Jeans tekort in j kunst precies hetzelfde tekort S- !als in het leven: een tekort jrkelijke. gevende liefde. Een delig" tekort bij een scheppend pstenaar moet zich inderdaad p- reken zowel in zijn leven als in s? n kunst. Maar ik ben nog niet y lar met de gang van het boek. a. j is ook een kind. een kleine zj. igen. Jacques geheten, tussen akjes een al te wijs ventje, die schrijver zelfs niet probéért Ïjer aanvaardbaar te maken. Dit be schepseltje kwijnt onder het kort aan liefde van vaderskant, j i s al niet sterk, maar als hij een keer te lang buiten loopt 'de sneeuw in het park bij het peel- (want daar wonen deze v met hun personeel xj. tuurlijk)wordt hij ziek en rrft. Nu zou men misschien den- g.n. dat het verdriet om het ge- Jprven kind de echtelieden tot el- ar zou brengen. Het tegendeel kt waar te zijn. Want Jean heeft g g niet ingezien, dat zijn roman- jductie lijdt onder hetzelfde x>- Istekort, dat hem van zijn juw geestelijk gescheiden houdt. ;ce echter blijft hem onveran- rlijk genegen en weet niet wat H- doen moet om zijn liefde terug y winnen. Tot er een goede ge- y is in het verhaal verschijnt, de jj. inist André. Natuurlijk is dit y- 1 beroemde pianist; deze ele- jnten: blauw bloed, een kasteel kunstenaarsroem behoren tot ij. kitsch, die in dit boek op rlijke wijze met edele bestand er len is vermengd. Enfin, André jgt.het manuscript van Jean te !en en weet de adellijke auteur kieze wijze duidelijk te maken ,ar het aan schort. Families poken P ja. er is nog meer kitsch, er p n.l. twee familieSpoken. feehonderd jaar gelden heeft voorvader van Jean zijn vrouw R'orgd en Robert Crottet doet lezer geloven, dat Jean lang- tnerhand tot een soortgelijke ad wordt gedreven. Ja. sterker g. Alice komt zo ver, dat ze de 5d op die wijze niet alleen bo- n verder leven verkiest, maar I ze die worgingsdood zelfs pro- ?rt uit te lokken. Het kómt ook r.a zo ver. maar een geoefend Jer begrijpt al. dat dit meteen (wending ten goede betekent. De finnering aan Jacques, voorge- fld als een soort verschijning h de kleine, gestorven jongen h zijn vader, bewerkt het „won- r". Wat allemaal verder volgt: fens ziekte, bij de dood af na- <peze geschiedenis is de kitschi- ondergrond, de weke moeras- flem van dit boek. dat niette- n zelfs zó een pleidooi voert pr liefde, die wederzijds begrip fluit, en voor een kunst, die uit telfde bronnen van liefde en krachtigheid gevoed wordt als l leven zelf. Het is verbazend, de auteur er in geslaagd is. p afgezaagde gegeven leven in blazen en op te sieren met ver ft en fantasie, en met een ty- ich-Frans schoonheids-element, t herinnert aan muziek op de Pns van kitsch, zoals van Mas- deze hele geschiedenis verteld, als of ze de inhoud vormde va dagboek, geschreven door de te poes Negri. De poes Deze poes. evenals trouwens de beide familiespoken. zijn er voor en na op uit de echtelieden bij el kaar te brengen, of althans om het ergste, de herhaling van die wor gingsscène. te voorkomen. Het aardige is, dat de auteur het ver haal met allerlei geestige obser vaties van het kattenleven kan larderen, zoals deze: „Ik lig ein- PReöikeR in LetteRS en symsoLen Toen ik aanbelde aan de deur van Nic. Beetsstraat 8 in Utrecht, had ik niet het minste idee wat me te wachten stond. Ik wist, dat hier G. J. Haalboom i woonde, de ontwerper van teksten en kalenders, maar dat ik hier aan de drempel stond van niet minder 1 dan een protestantse kunsttempel, had ik zeker niet gedacht. humor in dit boek. merkwaar digerwijs als bovenbouw boven een moerassige ondergrond en, even merkwaardig. vermengd m<-t kitsch. Soms lijkt de auteur zijn eigen werk niet ernstig te nemen. Nu eens menen we een zuivere, religieuze toon te horen, dan is het weer menselijk gedaas en ge fantaseer te hindelijker omdat het toch een ernstig huwelijksconflict geldt, dat men niet met een luch tigheid je oplost. De auteur wil dit dan ook niet, zodat we de eind indruk krijgen, dat hij de ernst zoveel mogelijk heeft willen ca moufleren. Tenslotte zegt dit boek met grote ernst tegen de mensen, die een gezin vormen: hebt elkaar werkelijk lief. En tegen de schrij vers zegt hij: Datgene, waarin jullie tekort schiet als mens. zal zich ook. in je werk als een te kort openbaren. En tegen de lit teraire criticus zegt hij (óók im pliciet natuurlijk): laat je critiek levenscritiek zijn. Er zijn dus wel slechtere boeken op de markt dan dit dagboek van een kat! En de vertaling van mr. G. Ringeling lijkt mij zeer geslaagd. C. RIJNSDORP. „Ja, bij geen dominee zult U meer teksten vinden dan in mijn huis", lacht Haalboom. en ik ge loof dat hij gelijk heeft. Het aan tal teksten, dat door hem gecalli- grafeerd is. is legio. Grote map pen vol laat hij me zien: kleine, om naast een ziekbed te zetten, grotere, voor aan de wand. en zelfs „doeken", meer dan 6 meter lang en enkele meters breed, hele Bijbelboeken op geschreven staan: expositiemateriaal. Maar Haalboom doet meer: schrijven is. hoe vreemd het klin ken moge. preken. Het schrijven van een tekst zelf is zo moeilijk niet maar het ontwerpen .zegt hij. Want de lettertypes (die hij zelf ontwerpt) moeten in hun vormge ving de inhoud van de geschreven woorden uitdrukken. Elke tekst moet haast weer anders geschre ven worden, en dat is nu juist de vraag: hóe! Sedert het einde van de oorlog werkt hij in dit atelier. Aanvanke lijk werd hij opgeleid tot tech nisch tekenaar, maar „daar ging ik aan dood". Onder de tekenin gen voor de ingenieur had hij hei melijk zijn eigen tekeningen lig gen. om daar elk vrij ogenblikje aan te kunnen werken. Ontdekt door een oom, die le raar schoonschrijven M.O. heeft hij eindélijk zijn levensdoel gevonden door het contact met prof. Rudolf Koch in Duitsland, deloos op canapés en schrijftafels en spin van tijd tot tijd om me een houding te geven". En de klei ne. zieke Jacques 'zegt tegen de poes: „Wat kijk je me aan. met je kogelronde ogen? Jij jouw soort hebt niet te klagen. Jul lie alleen zijn geslaagd. De hele rest is min of meer mislukt. De honden zijn te luidruchtig. De vis- koud. De olifanten te groot. Om de spreken". Over de vogeltjes deelt Negri: „Hun gekwebbel even leeg als hun hersenen en c de mensen het zingen noemen, gert me. Als ik ze niet opeet, het omdat er te veel zijn". Wan- Jean zijn manuscript in de vijver laat glijden, vertelt Negri: „Een zwaan richtte zich op zijn poten op en sloeg met zijn vleugels alsof hij wilde applaudisseren." Frisse humor SLAPEND MEISJE- (Naar een tekening van Rembrandt) Stil slaapt zij in het wordend licht, Terzij op 't kussen haar gezicht, Eén, die met alles wat zij heeft Zich aan haar diepten overgeeft. Zo is zij een aandachtig zijn Voor een in haar behoed geheim, De schelp is zij, waar 't lied in ruist Der ziel, die in haar lichaam huist. Die haar dit teder, ongerept, Welhaast doorschijnend lichaam schept, Dat louter luisterend onthult Het lied, waarvan het is vervuld. Zij slaapt- NEL VEERMAN, (uit „Ontmoeting"). die een kring van protestantse kunstenaars om zich heen verza meld had. Als Haalboom dat ver telt. zwijgt hij even. en zegt zacht: „Het was fantastisch". In dienst van de Kerk En dan heftig: „Zo zou het hier ook moeten zijn, protestantse kunst! Dat is mijn ideaal, mijn le ven, of „men" dat nu op prijs stelt MEN léést niet alleen boeken, men praat er ook over, soms wat vermoeid vanwege het vele middelmatige en onbe langrijke dat verschijnt en het nog meerdere uitstekende dat vergeten wordt. Erzijn veel boeken in de ka mer, in kasten, op schoot, op de grond. Theekop jes, rook, en bui ten de kille schemer van de zoveelste regen dag. Stemmen praten bij het ietwat sombere licht van De ogen kijken onderwijl, automatisch zoekend, tastend, keurend, terwijl de gedachten en de mond met de boeken-. De handen van Richard Strauss hooggehangen zaken bezig zijn. Links boven de piano hangt een tamelijk, kleine reproductie van een olie verfportret. dat Richard Strauss voorstelt. Het onscherpe lamp licht valt zó, dat het gezicht \en de romp van de componist flauwer zichtbaar zijn dan de han den. Hij is gesto ken in een zwar te. openhangende jas en hij draagt een plat boord met een vlinder dasje. De kop is, zo bezien, het minst opvallend. De kleur van gezicht en handen is niet mooi. Strauss heeft het rechterbeen over het linker geslagen. De linkerhand buigt zich hoekig om het rechterbeen boven de knie; de rechterhand rust uitgestrekt op.de stoelleu ning aan die kant. Strauss zit stijf rechtop, niet gemakkelijk, en ook de handen zijn niet ontspannen. i EVEN niet kVken- Maar als I de ogen weer de reproduc- I tie aftasten, komen ze niet meer I' van de handen los. Die handen, in hun gedwongen pose, te dicht aan het lijf, zijn ineens het enige II dat leeft. De kop is wat zepig, en zonder duidelijk leven; de jas is groezelig van kleur en verraadt alleen de kaarsrechte rug en de stramme lichaams houding. Maar die handen! Het is of Strauss ze met moeite bedwingt om niet uit te bre-r ken in briljante pianopassages, in driftig partituur-schrijven, of om niet op te vleugelen ii grote dirigerende gebaren voo\ en boven een machtig orkest met-koor. Heel de werkdrift van een leven is in die handen bedwongen: niets meer leeft ii de kamer dan die twee konink lijke meesterhanden. Is cr wel één kunstenaar, die z'n handen zo cultiveert als de musicus, die componist en tevens dirigent is? Men houdt de adem in om het geschapen zijn van die handen en om wat een mensenleven daarvan heeft gemaakt. Ik houd niet zo bijzonder van de com ponist Strauss, maar nu ik die handen zie moet ik me vergist hebben. Meen niet dat de ene hand alleen maar het spiegel beeld van de andere is: ze vor men een twee-eenheid, maar elke hand is een afzonderlijke wereld, wat al uit de verschil lende houding blijkt. En neem elke hand apart, kijk iraar de vingers: zet het wonder, dat Uit de tijdschriften Het is een feit dat het schrijven van hoorspelen voor de Nederland se auteur niet bepaald een lucra tieve bezigheid is. Het werk wordt uiteraard slechts een of tweemaal uitgezonden en maar matig be taald, zodat menig auteur zijn krachten liever spaart voor het schrijven van een roman. Het is echter evenzeer een on omstotelijk feit. dat een hoorspel een grote vaste kern van luiste raars heeft. In het September nummer van de „Kroniek voor Kunst en Kuituur" maakt Elisa beth Augustin enige behartens- waardige opmerkingen over een en ander. Zij vertelt o.m. dat ve le Duitse dichters en schrijvers in hun levensonderhoud kunnen voorzien door het schrijven van hoorspelen. Een aantrekkelijk ho norarium tot 6000 DM per hoor spel moet de Nederlandse hoorspel- schrijver wel fantastisch oren klinken. De schrijfster zou willen dat het hoorspel als genre, meer dan tot nu toe, door de letterkundige kri tiek au serieux werd genomen. Dit zou er toe kunnen medewer ken het peil te verhogen. Teneinde de belangstelling van de auteurs te intensiveren zou het ook beveling verdienen zo nu en dan een hoorspel te publiceren letterkundig tijdschrift. In Duitsland worden zelfs reeds hoorspelen „gebundeld". Ook de Omroep beijvert zich daar om de auteurs op onbekrompen wijze in de gelegenheid te stellen het „vak" te leren. Meer dan cursussen en prijsvragen hebben echter tot nu toe speciale opdrachten opgele verd. Terloops geeft Elisabeth Augustin aan de Nederlandse Om roepverenigingen in overweging om, evenals de N.C.R.V. dit reeds eerder deed. werkbijeenkomsten beleggen, maar dan niet alleen gen dat hij dit ideaal al groot gedeelte tot werkelijkheid ge maakt heeft. Want wat maakt hij niet al: wandschilderingen, doop vonten, avondmaalstafels, kruisen, doopkaarten. belijdenisplaten, ka lenders. kerkinterieuren. Dat is het „grote" werk. De op drachten, die hij herhaaldelijk ont ving om voor H.M. de Koningin oorkondes te schrijven, de staat kundige stukken, waarvan het schrijven aan hem werd opgedra gen, het Lutherse kerkje in Brun- sum, waar hij het gehele interieur gemaakt heeft tot iets. ja, tot wat? Toen prof. Kooiman de ont werper er over sprak, zei hij al leen: „Ik ben drie minuten stil ge- Prof. Kooiman neemt een grote plaats in zijn hart in. „Weet U bij hem heb ik belijdenis afgelegd. En U raadt nooit, welke tekst hij me voor mijn leven heeft meegege ven!" Haalboom glimlacht: „De ze: „Schrijf, want deze woorden zijn waar en getrouw... Behalve aan hem. heeft hij zijn snelle opkomst in Nederland ook te danken aan wijlen prof. van der Leeuw. „Ik herinner me, dat ik vlak na de oorlog exposeerde in Amster- hing veel voor me af. Komt daar een verslaggever, die me vraagt: En meneer Haalboom. van welke school bent van de Amster damse of de Haagse? Ik wist niet wat ik moest zeggen, want ik bèn van geen school. Toen interrum peerde van der Leeuw, en zei: Haalboom is noch van de Amster damse noch van de Haagse, hij is Dat Autodidact auteurs, doch ook voor schrij- mede met h oog op de televisie. P. J. R. het J)AAR zit hij, hij is nu geheel levend geworden, stijf recht op, als een ouderwetse dqns- meester (wat een dirigent in zekere zin is), met die vorste lijke. nauwelijks bedwongen handen, die meer door been en stoelleuning worden vastge houden, dan dat het omgekeer de het geval zou zijn. Daar gaat het grote licht op! Ineens is de reproductie egaal en de betovering van de han den verdwenen. Het witte haa en de fletse ogen willen m de aandacht vragen; handen zijn immers maar handen! En 1 hebben nu dezelfde zepige ppskleur als het gezicht. Maar ik heb me niet vergist 1 de belichting heeft maar toevallig meegeholpen te zien Is men moet zien. Men geeft de afbeelding in de eigen handen en ik verbaas mii twee 'e sehilderwijze is im- sliseh: zo van dichtbij n de handen niets bij- -te zien. Het 'lijkt wat I dat tevens elk deel een eigen „„.rrj,erp pn „ongeveer" gedaan j leven heeft, zich tot in de vin- r„ tweejr rrrbazing. die gers en vingertoppen voort? herinnering en een begrii- Nu begrijp ik de uitdrukking: \r>en meteen meebrenatde I kunstenaar zijn tot in de vin- schilder is Max Liebermavn I gertoppen toe. I q Haalboom: een autodi dact, die een eigen stijl, een eigen talent, een eigen kunst in dienst stelt van de Heer. Een man. die zich met een ontzaglijke wils kracht zijn eigen plaats veroverd heeft in de wereld van de kunst, en die pas nu. langzaam aan. ook gewaardeerd wordt als een onmis bare figuur in het Nederlands ker kelijk leven. Hij staat voor het raam, en kijkt de straat af. „Daar", zegt iv.-i --—ik elke dag honderden hun kantoren gaan. i gezichten zag.. Ik onbeschermd bestaan, ik leei en werk voor eigen risico, maar ik ben gelukkig. Ik leef voor mijn opdracht en ik voel dat ik het kan. dat is verrukkelijk". Als ik wegga, onder de indruk van de schoonheid van deze pro testantse kunst, heb ik het idee, dat ik van een collega afscheid neem. Geen prediker in denkbeel den en woorden. Maar een prediker in letters en symbolen. Ik bcn'blij. dat Nederland een Haalboom heeft. J. J. Poort. In de serie „Onderwijs. Kunsten Wetenschappen" van de Ned. Uitgevers Mij te Leiden *is een klein boekje verschenen onder de titel „Kleine Nederlandse muziekgeschiedenis", geschreven door Ary Schipper. Het is maar een boekje van 64 bladzijden en het formaat is 10 x 15 cm. Van zelfsprekend is het moeilijk in i klein bestek iets te zeggen dan nog wel over de Neder landse muziekgeschiedenis. De schrijver heeft zich dan ook grote beperkingen moeten opleggen. Toch is hij erin geslaagd een voor de leek leesbare tekst samen te stellen en deze tekst ook nog instructief doen zijn. Men krijgt inderdaad een overzicht van wat er in Nederland op muziekge bied is gebeurd. Van de muziek bij de Kelten en Germanen tot de moderne componisteh toe. Jam mer dat zijn opsommingen van dirigenten, componisten, orkesten en uitvoerende kunstenaars wat erg willekeurig zijn. Bij de orkes ten missen we b.v. het Rotter dams Philh. Orkest, het Over ijssels Orkest en het Brabants Orkest. Bij de dirigenten staan enkele namen die hier beslist niet thuis horen, terwijl andere vergeten zijn 'o.a. Jan Out. Eduard van Beinum. Hein Jor- dans. e.a.'. Zo is eigenlijk elke opsomming in dit boekje onvol ledig of onjuist. Dat is jammer en we adviseren bij een herdruk die opsommingen maar weg te laten. Ze zijn volkomen over bodig. Corn. B. Vorig jaar traden tot de hervormde kerk in het kanton Zürich 653 personen toe. Van hen kwamen er 605 uit de rooms-kath. kerk. Van de 315 leden die de kerk verlieten, gingen er 91 naar de Nieuw Apostolische Gemeente, 69 naar andere sekten en slechts 63 naar de R.K Kerk. Hetzelfde beeld elders in Zwitserland. Kanton Bern: 179 toetredingen, waarvan 153 uit de R.K. Kerk. Van de 176 uit- tredenden gingen er 32 naar de Jehova getuigen en 30 naar de R.K. Kerk. De sekten zijn voor de hervormde kerk van Zwitserland blijkbaar een gro ter gevaar dan het rooms-katholicisme. Dat schijnt in meer landen zo te zijn; denke aan de berichten over sek- 9 per Japan, Duitsland, Afrika, Ame- „VREEMDEN" IN DE MIJNSTREEK Steun uit het Noorden onmisbaar HET valt niet mee, meelevend protestant te zijn in de mijnstreek. Hier en daar een Hervormd kerkje, gemeenteleden over grote afstand verspreid, hele „roomse" straten met één protestants gezin Protestanten zijn vreemden in Limburg. Ze wonen pas kort in de streek (de eersten begonnen zich een veertig jaar terug te vestigen) en ze zijn bovendien niet-rooms. En Limburgs leven is rooms leven. Enkele jaren geleden is in het leven geroepen de Stich ting Steun Kerkewerk (officieel Stichting tot steun van het Her vormde kerkewerk in de clas sis Maastricht der Ned. Herv. Kerk). Deze steun geldt alle protestantse kerkewerk daar, o.a. voor de bouw van kerken, het oprichten van kleuterklas sen en steun aan christelijke scholen. De financiën zijn het tere punt, zoals haast overal. Te korten maakten het onlangs noodzakelijk, de kleuterklas in Kerkrade te sluiten. Omstreeks diezelfde tijd kreeg do r.k. kleuterschool van gemeentewe ge 60 000 subsidie. Waar schijnlijk zullen andere klas sen hetzelfde lot ondergaan. Tenzij nog dit jaar 10.000 voor dit doel wordt bijeengebracht. Het is een moeizaam en lang durig werk, een minderheids subsidie te krijgen. Hoe opvangen Hetzelfde geldt voor het zo noodzakelijke prot. ziekenhuis. Men schat het aantal protes tanten op 20 tot 30 duizend. De meesten komen uit de pro vincies boven de rivieren. On geveer 15 procent is kerkelijk meelevend. Ze wonen verspreid, dikwijls zonder elkaar te ken nen. De meesten werken in de mijnen. Met de opening van de Beatrixmijn in Vlodrop is toe neming van het aantal protes tanten te verwachten. Maar hoe moet de kerk hen opvangen? Er zijn ten minste zes predi kanten te weinig. Behalve veer tien predikanten en een wika werken in Limburg enkele godsdienstonderwijzers e.d. in gezellenhuizen en enige sociale werksters. De kerken zijn oud en klein en soms vervallen. Het geld voor de restauratie ontbreekt. Geen wonder dat de Lim burgse protestanten er naar snakken, bevrijd te worden van het gevoel van verlatenheid en van -Ie verleiding om zich maar aan te passen. En in Limburg weet men, dat deze zaak kansen heeft. De opbouw van protestants kerke lijk leven in een roomse om geving is wel degelijk moge lijk. en blijft niet zonder uit werking op die omgeving. Van een bijbels levende gemeente gaat een grote aantrekkings kracht uit op de omgeving. On langs nog zei een roomse gees telijke: „Hadden wij in onze parochie maar een paar men sen zoals die en die hervorm de is." In 1948 is een der Limburg se predikanten, ds. H. van Vliet, een actie begonnen voor de verkoop van hugenotenkruis- jes. Van de opbrengst komt ten goede aan het werk van, de Stichting Steun Kerkewerk.1 A. Bot, jaar verhuist 20 pet. van de Amerikaanse bevolking. Dc Nat. Lutherse Raad zal in De cember de vraag hespreken: hoe kaïf de hand tassen de kerk en deze mensen toch nog stevig hieven? Frankrijk kent zijn „Getuigen van Christus", een nieuwe sekte, die met grote ernst probeert, in dit ontkersten de land ivoet aan de grond te krijgen. Het zijn volgelingen van de vroegere postbeambte Georges Roux uit Avignon, die zich voor de „teruggekeerde Chris tus" uitgeeft. Hij heeft enige duizen- Een aantal N001 den aanhangers. Zij wijzen iedere me dische hulp en elk gebruik van genees middelen van de hand. Een aantal kin deren zou door de consequente toepas sing van dit beginsel zijn gestorven; de justitie zoekt dan ook een gelegenheid, in te grijpen. Men aarzelt nog, omdat men fanatisme vreest. gen wacht al jaren op uitzen ding. Er is geen geld genoeg, en de internationale contacten zyn nog niet zodanig, dat z(j kunnen worden uitgezonden andei lande, Georges Roux mediteert en schrijft werken, die hartstochtelijk worden gele zen. Men zegt, dat Roux wordt geëxploi teerd door zijn schoonzoon René van Gendringhe. Voorspellingen De volgelingen vragen Jan en alle man te spreken, en kondigen zich aldus aan: „Wij zijn strijders van de univer sele christelijke kerk en wij brengen u een boodschap van Maria, de moeder van Jezus. Zij heeft ons gevraagd deze over de wereld te verspreiden." Sedert 11 September zou een hunner bijna iedere dag Maria zien. Zij zou voor speld hebben dat Rome binnenkort wordt verwoest en Engeland door een vloedgolf getroffen. De Lutherse bisschop dr. La- jos Ordasz (Boedapest), die wegens zyn moedige houding voor dc vrijheid in Hongarije gevangen genomen werd en la ter gedwongen werd, emeritaat te nemen, viert, in volledige afzondering, zijn dertigjarig ambtsjubileum. Hy is 53 jaar oud. „Utrecht" en andere faculteiten Daar kan men die kruisjes, en ook lepeltjes, bestellen. Gif ten zijn daar ook welkom, ui teraard. Giro 551876. Men kan daarbij vermelden: voor inter kerkelijk, hervormd, geref. etc. De Rotterdamse ds. G. Bouw meester schreef in de welbe kende serie Reformatorische Stemmen van de W. de Zwij gerstichting een brochure over Zacharias Ursinus en de Heidelbergse Catechismus. Een uitstekend werkje bijv. voor predikanten, die op de catechisatie en in de avond- preek eens wat dieper willen ingaan op de geschiedenis van de Heidelberger. Het wordt hoog tijd, dat men in Nederland wat meer gaat weten van deze Ursinus, aan wie w(j zo veel te danken hebben. Een goed gedocu menteerde, interessante bro chure. De Geref. Jongelingsbond geeft een nieuwe serie schet- scnbundels uit, „Varia I" en „Varia II", te gebruiken naast de bundels I en IV. „Varia" behandelt met name actuele problemen, op aller lei gebied overigens: over de eenheid en catholiciteit der kerk, maar ook over jazz: over Christendom en oorlog, maar ook o,_er woningnood en emigratie. Een prettig boekje. De (Geref.) Zendingskalen der 1955 is er alweer, en handhaaft daarmee een tra ditie: zij is altijd een van de eerste. Ze is ditmaal nog veel mooier dan de vorige keren, en heel anders. Dc platen zijn van foto's van ds. B. Richters; de witzwarte doen het beter dan de ge kleurde. Een sieraad aan de wand. Ds. J. C. M. Jansen, Her vormd predikant te Brielle, Georges Roux leert, dat het christen- acht het artikel van prof. dr. dom mislukt is en dat God de Vader H- N- Ridderbos in het Gere- daarom een nieuwe Messias heeft ge- formeerd Weekblad (vorige zonden, die zich niet tot de Joden richt. week m deze rubriek aange- maar tot heel de mensheid. Roux te- haald> in zijn algemeenheid kent zijn artikelen met de naam Geor- onjuist. „Het is mogelijk", zo ges, gevolgd door een zon. schrijft hij ons, „dat er dit jaar meer studenten van de Onder de ontwortelde jeugd vindt de Geref. Bond zijn aangeKomen, ex-PTT-man veel aanhang. Men ziet dit hetgeen mij onbekend is. Maar als een reactie op het existentialisme, het feit van vijftig aankomen- dat in St. Germain des Prés zijn hoog- de theologen in Utrecht tegen tepunt zou hebben overleefd. De psy- tien in Groningen en tien in chiatrische afdeling van een ziekenhuis Leiden wijst daar niet op. in Parijs ligt vol met volgelingen van Utrecht had veertig jaar gele- Roux. den al aanmerkelijk meer eer- Tste-jaars-theologen dan de an- Het zonderlingste is, wat een der Ge- dere universiteiten samen. En tuigen op een persconferentie zei: „Er daarbij moet bedacht, dat nu 11 feu teken dat onze meester de Je- °°k ?e S.U. te 8 Amsterdam voor Hervormde reïncarneerde Christus is. Df vliejen- theologen openstaat. (Kis- de schotel.." schien ook tien studenten of !T?) Het is sinds tientallen jaren zo, dat Utrecht verreweg het n t meest in trek was bij alle or- Het Leger des Hens in Kristiansand thodoxen van verschillende (Zuid-Noorwegen) heeft een rydende kleur, omdat oudtijds Leiden en Z„„d.„.rh.nl ingericht. In enige nien- AïSföEf. D, we wyken ontbrak zaalruimle. Men vijftig aankomende theologen kocht een grote auto, waarop 120 kin- ï1 J""®1» bew«»' dat een traditie van jaren zien deren kunnen zitten. ook nu nog voortzet." r-Crtrü-irirCriririrüirirtriririrüirü-iirüirirüfririririrtrtrtrtrtrirtrirü-ü-tjir-irüirirü-irirü Feest voor gereformeerden in Australië t In de hossen om Oslo wordt een kapel gebouwd speciaal voor skiërs en wandelaars, die dan op hun tocht een gods dienstoefening kunnen bijwo nen. Er bestaat reeds een der gelijke „sportkapel" bij de Noorse hoofdstad. J/OOR het eerste stenen kerk gebouw dat de leden van de Reformed Churches in Australië bouwen, is onlangs de eerste steen gelegd. Zoals men weet, hebben vroegere Nederlandse gereformeerden (van verschei dene kerkgemeenschappen) in Australië enkele gemeenten ge vormd. In Dee-Why, twaalf mijl ten Noorden van Sydney, komt nu de eerste stenen kerk. Gemeenteleden zelf hopen het gebouw te voltooien onder lei ding van de architect, de heer A. Emmerzael, scriba van deze gemeente. De steen werd gelegd door ds. J. F. H. Van der Bom van Sydney. In September heeft deze de vijfde gemeente in New South Wales geïnstitueerd, nl. in Orange, 200 mijl van Sydney; in Griffith. 420 mijl van Syd ney. is een nieuwe kring ge sticht. In deze staat hebben de Reformed Churches reeds twee houten kerkjes. Ofschoon het op de dag van de steenlegging regende (de eerste regendag sinds maanden), was het voor de jonge kerk van Dee-Why een stralende feest dag. Op de foto ziet men van rechts naar links: ds. Van der Bom, de architect. A. Emmer zael en diens echtgenote. Wij voegen hier nog aan toe, dat op de derde synode van deze kerken, die in November a.s. in Ulverstone Tasmanië wordt gehouden, een voorstel aan de orde komt van de kerk van Melbourne, over te gaan tot oprichting van een eigen theologische school, liefst in samenwerking met de kerken in Nieuw-Zeeland. Er zijn enige jonge broeders in de Reformed Churches, die tot het predik ambt willen worden opgeleid. Op de Australische universi teiten heerst een onvervalst modernisme.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 11