GEORGE WOLF - de zeeman - nu Duits frontsoldaat Drama van de ondergang van een schip EORGE WOLF beseftedat hij het I Jzenuwachtige oorlogsrumoer op de V'J perrons was ontvlucht. Dat hij genoeg y had van de dreigend omhooggestoken kanonlopen, van de geweren, die met een klap op de grond werden gezet, van de onbewogen gezichten met de melancholieke ogen. Maar vooral had hij genoeg van de telkens weer terugkerende vraag: Hoeveel van al deze mensen zullen er straks terugkomen Eindelijk werd hij moe en het eerste hel beste café dat hij zag, ging hij binnen. Het was niet druk. Er zaten soldatendie in de beste stemming schenen. Een dikke waard achter de tapkast begroette hem luidruchtig met de woordenSoook in de Krieg?" Hij knikte kort en bestelde bier. Duidelijk GESCHREVEN DÜOR Wim Hornman GEÏLLUSTREERD DOOR Henk Schoorl Dikke 1 ja. Even dik als de koppen loopgrave: konden vinden, dan brandde een ftlle Jaloezieóp' iëdèreê'n."die dat hi) zich maar amper beheersen kon. En later zag hij de officieren, die boven hem stonden. „Schweinhunden"was een geliefkoosd ■voord van hen. dat ze te pas en te onpas ge bruikten. Dan stond Wolf stijf rechtop, met in zich een schuimende woede, maar trots en recht als uit steen gehouwen. -estellingen kwa- te liggen. Voor het eerst zag werkelijk langs hem heen. Met een klap zette de Beierse waard enorme stenen kruik bier voor hem neer „Hier, drink de zorgen maar eens weg" hij goedmoedig. Wolf keek hem na. Daarna dronk alsof hij dagenlang in de Sahara had hij rondgezorven. om Het was goed bier en hij hield van de prik keling tegen zijn gehemelte. Terwijl hij wachtte, tot dat de dikke waard de ste- voorbij komen. Met stille wilde hem kwijt. Toen dan ook op mensen erop. Vlees, dat naar het front wordt vrijwilligers werden opgeroepen versleept. Maar zijn werk was niet zo moeilijk. Hij begon er plezier in te krijgen. De jaloezie van hij de kruik de achterblijver kende hij niet. Integendeel, leerde rechte stukje van de hemel te letten, dat als een sloot boven hem stond. Alwin en hij kwamen naast elkaar te lig gen. Ze waren er blij om en als de nacht rustig was, voerden ze lange, fluisterende ge- Dit had de Feldwebel ook gezien en hij sprekken. alsof ze nog eens alles wilden morgen tellen, vctordat het te laat zou zijn. Deze gesprekken riepen beelden bij hen op diepgelovig' het front Polen en hij er niet genoeg kon krijgen, beet zijn stem scherp door het hoofd van de stille soldaat heen: ..Wolf, vortreten!" Deze bewoog zich niet. „Wolf, vortreten!" Terwijl hij de eerste stap zette, wist Wolf. gaan leren ^at hij over enkele dagen zou kennis maken te lezen, de met de oorlog Hij beschuldigde zichzelf, dat hij al niet eerder gedeserteerd was, want in Polen nooit er achter gekomen welk geloof hij had. Wel had iemand hem eens horen zeggen: „Och dit leven. met de minachting, die alleen een wanhopig of een kan opbrengen. dankbaar zelfs geen kranten die in lange kolommen vertelden heldendaden aan het front. De kapitein van de baggermolen lachte er ook Ml bet niet kunnen. De Russische kwifcniji pot opnieuw zou traliën, schamper om. Maar voor hij sprak, keek bij ^ld®'abt' hij op de kruik een voorzichtig om zich heen. Ook dat was nodig, monnik met een ooievaar af- Daarom sprak Wolf zelf zeer weinig. Hij had geleerd om zich van zijn omgeving af te zon door ge worden, maar het beviel hem best. zich *dat hif de^laatrte6 we- Toen hÜ dacht de 8ehele verdere oorlog op ken geen vogels gezfen had d* .baggermolen te kunnen slijten, riep de als hij er bij uitzondering kapiteinhem erd de zee een romantisch verlangen, werden de havensteden Stukjes van het aardse voi paradijs en hun vriendinnetjes godinnen. na« Ze leerden snel te bukken als een granaat ga] overkwam of als kogels dicht in de buurt insloegen. Doch bovenal leerden hard en bitter als het slecht weer was ge- hij hen allen weest en de modder rond hun laarzen koekte. Ofschoon ze gewoon war nu net met Kunnen, u. zwzzizcoe «w.Kmunen J.l'f"t.'.ïS'S! 'I T' w.? ™u.!!L'k, of Siberië moekten erger rijn. tUn ,lz Duits ^fr^KTi^S'ds4; Rut sen geen mensen waren, maar een soort 1 os- diens lange gebroken wilde dieren, miste haar uitwerking nacht kwam het bevel, dat ze naar testen. Ze stonden op en keken Weissleben. Zwijgend zwaaide deze zijn =r over de schouder en trok zijn helm i*at vaster op zijn hoofd. Even stond hij nog stil of hij een gesprek met een onzicht- vioeKen, bare kameraad moest afmaken, daarop ging an hevig vuur, IV - het hart, toen hun toch wel veilige loopgraven moesten r~ sluipend over het vlakke land op- Hy keek r gebeeld. Het was een rustig tafereéltje. Rondom de ooie- vaar vlogen andere vogels, deren. Zijn leven puntbaard en zi hese stem: „Schweinhund Er trok een flaqwe glimlach over het ge zicht van Alwin Graubner, die naast hem stond. In Kulm maakten Alwin Graubner en met fluisterende, op hem volkomen. Hij doorzag verlaten rukten r litwerkin» De hemel had gekartelde wolken, w jJI heen de ondergaande zon een rand goud had uai pplppH. F.en vlalrkt» v.i Wat voorafging: George Wolf is de donkeyman van de Duitse vrachtschuit Madeleine Rickmers. Zijn kapitein krijgt in Con- stantinopel de onheilspellende tijding: „Es ist Krieg'. Het schip wordt te ruggeroepen naar Duitsland en met gemengde gevoelens keert de beman ning terug naar de Heimat. De jon geren willen de oorlog wel in, maar de meer bedachtzamen, zoals Wolf, denken aan deserteren gelegd. Een vlakke wind stond klets rondstrooiden hemzelf niet als een mens beschouwden. Een van de eer ste avonden zat hij zijn geweer te bekijken. Een acht en negentiger. Daarop zette hij zijn warer helm af en bekeek de punt. Als je met je zodat i zag. het gevleugelde dier ^o„d «j eich. Hij haastig" opvloog. HU werd in ™«brand«de Jg telegram. „Een oproep?" vroeg Wolf. maar hij wist naasug vpviuug. xiij cm au zijn gedachten gestoord door een lange, spichtige soldaat, zijn tafeltje bijschoof die een stoel zonder plichtplegingen ging zitten, „Zullen we de laatste nemen?" vroeg hy. Wolf keek hem aan. De man zag er uit als een vos, die in een strik gevangen zit. „Waarom de laatste?", vroeg hij. kwartier moet ver- het antwoord al. De kapitein knikte. „Je gaat naar het front, Wolf. Mij wil- „Omdat ik trekken." „Waarheen?" „Front." Hét kwam er uit als een vloek. Wolf knikte en terwijl de man zich draaide en iets riep, zeurden door zijn hoofd je kUnt er ook blij' de woorden: „De laatste. de laatsteje tot de uitzonderingen. Ik li onsterfelijk was en zelfs officieren kwamen luisteren naar zijn grollen en grappen, naar In de achterwaartse stellingen hadden ze af zijn Duitse liederen en zijn mening over de en toe nog wel eens mensen gezien, maar oorlog. door een andere manoeuvre afgeleid" Gasaanval eilig de voorwaartse stellingen be- intussen maakten ze zich klaar voor op hen toestormt. lijk je op een stier, dacht hij. Een stier, die zer wiineim nao vrijwilligers voor een pa- F:""* men getergd heeft, trouille gevraagd, maar hij had zich niet op- w. Hij leerde ook de gegeven, typen kennen. De lange Wesseler, die, als hii dronken was, met iedereen wilde echten, maar doods- Terwijl hy achter de aardedonkere wal lag u... j intussen maamen ze zien Kiaar voor een lange weg door de KasaanvaL Pioniers brachten stalen flessen Honderden geluiden de openingen wezen in de rich- de Russen. Weissleben keek er naar en floot een deun tje. En als Weissleben floot, wist iedereen, dat hij woedend was. Hij zei niets meer en reageerde zelfs niet. als iemand anders tot hem sprak. Men kreeg het gevoel of hij zich opgesloten had midden tussen hen in. Het was il lang geen geheim meer. dat, als de wind Misschien neemt hij wel de laatste. Hij besloot vriendelijk tegen hem te zyn hoorde al gauw, dat de ander metselaar^w< „Dan ga je nu zeker bunkers bouwen?" Ze lachten nu hardop, al wisten ze geen beiden waarom. Ze gierden het uit daarop elkaar „We hebben niet gelachen", zei de metse laar ernstig. „Neen, we hebben gevloekt antwqordde Wolf en ze begrepen elkaar. JMaar het _ys gebroken en Toen stonden ogen afscheid. „Over een jaar in dit cafe „Afgesproken. Over ■ertelden hun geschiedenis, op en namen met trieste Of ik moet zijn, gaat jou niets aan. Maar één ding wil ik je wel zeggen voor je vertrekt. Aan een front kun je George Wolf de laatste avond vóórdat drie dingen: sneuvelen, gewond of gek worden. ZOuden vertrekken al hun geld op. Ze 8°ed dagboek thuis te hebben. De dikke hem .lWaï°dé haddf!'< beiden het verlangen om dronken kranten en els ik leëe, dan lees ik tusseë de "ver de straat te lopen, zodat ze niet meer regels door. Daardoor weet ik veel van het van de wereld zouden zien dan een in front. Daarom ben ik blij, dat ze een oud man duizelingwekkende vaart rondtollende als ik op een baggermolen laten zitten. Eén ding spiraal. Waarom niet? Wat heb je er aan kan ik je wel zeggen: „Het is verschrikkelijk, als je met al je geld in je zak door een de keuze uit de dingen, granaat midscheeps wordt geraakt? Bij het f ,ir tj.«. vierde gias gebruikten ze alleen nog maar scheepvaarttermen. Iedereen moest horen. Wolf begreep het. Zijn benen leken loodzwaar dat ze vroeger gevaren hadden en dat ze toen hij naar de stookplaat terugkeerde. Daar een afschuw hadden van de blubber, nam hij de schop weer en gooide het deurtje open. Maar ditmaal had hij vergeten de ven- 1UUI1C11 C11 auittOOC11 w Cll tilatiekleppen dicht te draaien, zodat de vlam- d""C" aisappn vnn hpn'beiden zou^sneuve- haatte men hem. Hij was iemand keken Ik wens je sterkte die ik je noemde, laat ik grijp je?" RncLn wan» va£iz,inf -ê ,luisteren na« de honderden geluiden.' het gunstig zou zijn. men zou overgaan tot tengere Kessewitz schnfeuw^an^en®enkor.te grootscheepse gasaanval. Experts verschenen E7,, p.,,. d» s s XTffsrirajafia VTzié - - ontzettende angst. Hij probeerde te graven in Polen de nSrfee8ten',aan avon' ?iet lan* daarna ontstond J dat hij op hetT'hieh)"niet a1 s rip VraifSL.ÏÏSSl te .Russische stellingen. Men hoorde .gillende hem leek. De magere onderwijzer uit Pom- kwamen was het voorbn maar zo pauw rf. Si6 V°°v i laatste maal de stem van meren, die bijlessen gaf in drie talen en lange stilte weer kwam de 5 it e die in ffin f.n K Rus' dle schreeuwde: aardrijkskundige betogen hield Over Rus- tasie stak als J „Misdadigers!!!!" land. En de stille Weissleben uit Berlijn, die 'n dolk, brand- - -j met de windrichting. En i Augustus 1916 draaide men in de loop- gascylinders open. paniek in nooit een woord Tot hij sneuvelde de de pijn de angst in hem omhoog. Zo waren er nog meer. Na twee weken hij jaren ouder waarin ze straks zouden moeten rondlopen, noemde iedereen de Feldwebel „Keizer Wil- geworden. De Bij het vijfde glas schreven ze eikaars helm" en die naam behield hij tot hij sneu- volgende nacht namen en adressen op en beloofden plechtig, ye .fNiemand wist dal toen nog en daarom stond de wind dat als een van hen beiden zou sneuve- Hi^vKte*on alleHeiS dfn^en *rhn?H in zijn richting, hem in het gezicht sloegen. Met een ver- len de overlevende bericht aan de altijd JMaar hyP lfiAt S Wn10r^pndeanIheYdate z^^logen^hadden,hMet wensing week hij achteruit. Zo moet de oorlog familie zou zenden. Bij het zesde glas sloten men hem nageven. eenWzwaai groette Wolf de anderen en ging zijn, flitste het plotseling door zijn geest. ze een verbond van bloedbroederschap en Na drie^ weken werden ze prikkelbaar terug jjjj r het station. Hij liep nu sneller, want de fiicht in de burgermaatschappij had hem ook geen goed gedaan. Op het grote station speelde een muziekkorps vrolijke marsmuziek. Waarom? Wolf keek rond. Overal zag hij afscheid nemende mensen. Hii begon erop te letten. niet bang, dat moest Terwijl hij met opgetrokken avond Kessewitz verbeten mond In opleiding Hij begon erop öinVdieht bii een paartje staan en hoorde haar rist kreeg in een zwaar fort, dat midden m een huilende sem troosteloze zandvlakte was gelegen. Hij leerde Zul je terugkomen. Hans?" en daarop zijn er zijn geweer te hanteren en kreeg het opge antwoord* Natuurlijk, dat beloof ik je". makkelijke uniform aan van de infanterist Hoe kon hij dat nu beloven?, dacht Wolf. De eerste dagen was hij j Denkt die onnozele Hans. dat de Russen rekening zullen hou den met een meisje, dat wacht? Denkt dat huilende meisje, dat Hier op het perron ondervond hU pas goed de realiteit van het zelfbedrog. En plotseling begreep hy waarom dat muziek korps daar stond te spelen. De instrumenten overstemden het geluid van honderden snikkende mensen. Van het meisje, dat haar Jongen niet los wilde laten, omdat ze heel diep in zich zek.er wist, dat hy nooit meer terug Graubner sneed eerst bij zichzelf en daarna toen de Feldwebel op bij Wolf een sneetje in de arm. Toen ze aframmelde, omdat hij tijdens zijn wacht wccl het bloed zagen, begonnen ze beiden te brief schreef, scheelde het niet veel of hij wachten op het lachen en nadat ze hun verbond beZeBeld „h" ÏÏS„ï5" ?v5f' dat de Hamburg hadde"' "aren ze inmiddels bezig aan het WeSleben dS hit tafereel meemjak?e h™u|dnn8 nUgg rtlo° stond_ op en kwam rustig op de Feldwebel hoorde hij plót- infante- achtste glas. Laatste avond stond er een doodse stilte aan het front. Wolf, die de realiteit van dit alles heel goed be- ereep, keek naar Weissleben. die als een stomme hond in de modder van de loopgraaf lag. Hij eing naar hem toe en fluister de: ..Hoe Maar de an der liet hem niet uitspreken. „Wat ik denk is altyd nog erger, dan ik zeggen kan", glJ? v onder Hij kon Hij vloekte hard en nadrukkelijk t lange passen weg. Weissleben knielde bij 'de'* raapte het gescheurde papier verstaan Op het station begon de oorlog pas werkelijk op de duur leerde hij vel op t« rukken Wolf Ze kregen be- toe. Er was echter iets in Weissleben wat de sei,nB d» stem- ander deed terugwijken en later dacht hij, men van de dat hij moord had gezien in de ogen van de Russen. Hii werd 11.S HU vergaten het bleed te stelpen, de wonden «"'f. m er bijna vrolijk iienoig. xiy te verbinden en zo zagen ze er bij het negende glas uit alsof ze gevochten hadden en ontweek Kessewitz iedereen hen. want vechten kon je altijd nog op en paste het 's 'avonds zorgvuldig aan el- hu^- gi of beter móest je altijd nog. kaar. Daarop gaf hij het aan Kessewitz te- scheiae Tenslotte vergaten ze. dat ze naar het front - ^TmTnsSleTze'Z'den^eTnht^e" SSUSSS do»™' hïf Ï'VTI pS^f.n'me.'de'hëëdën kaar eens worden en kregen ruzie, die ze be- Na deze raadselachtige woorden ging hij tijd zelf gedaan te hebben.CDan vloekte8 hii WHij hoord«nkoude ^meridngen ïn zegelden met het zoveelste glas. weer zwijgend naar zijn plaats terug en sinds- en keek Alwin Graubner zijn richting uit. En grinnik van de Feldwebel Ze nikten «snel Jfn Hangend tegen portieken, lallend bij de in- dien hoorde men maar amper zijn stem. Na als de volgende avond de wind in de richting Af en toe struikelden zeover een door e£ gang van een Wirtschaft. die gesloten werd. »d5- pop"lait?.,man ilj yan .de vijand stond, lachte hij. hard en dui- vergeven Rus. Enkele kilometers verder wer- schel. omdat hij eigenlijk geen d.®n ze tegengehouden door een hernieuwde «nr°h™i '?™!ll5tr.i,!'K9ndtr; ;'schuw Umtallvu boden in het hoge gras. een bevel. Soms dacht hij. dat Mannen met rode gezichten rtie oectiirt minste indruk op hun benevelde breinen tijd i hij de meest populaire i compagnie. Men accepteerde stilzwijgend dei'jjjT^ h" behoefte'had omhettidoen?' MerTkeek hem «UerieaanvaTL dan aan, alleen Weissleben glimlachte plotse- ult^^Hetw^^erechrli^emZeT hC" zwaaiend het oude fort terug, waar de wachtcommandant Z^dTchlen^r^iet^anl^dat^hij1 Herren hun be zelen toeschreeuwde, die echter niet de maar twintig woorden zei en dat zijzelf al- lin8 ook* Achteraf vond hij het zelf hetgeen hij deed. Sommigen gingen i praten i de vijand Het scheen hun prntc Afscheid Hij dronk bloedbroederschap met militair, die metselaar was Wolf wachtte nu tot een van de legertreinen zou vertrekken. Het muziekkorps begon nog harder te spelen om gillende kreten te over- de Wbortfen van de "ander, stemmen. De jongemannen kregen bevel om niemand toenadering, te zingen. En ze zongen. Als een wezenloze onderging hy de exercities, maakte de veldoefeningen mee, leerde er schie- Het was afschuwelyk. Die schreeuwende ten en vechten en had heimwee naar de on- stemmen, die probeerden een melodie uit hun eindige verten maakten. De volgende morgen zaten ze lamgeslagen in de trein naar het front. Maar ze grinnikten toen iemand vertelde, dat hij vijf glazen bier naar binnen geslagen had. Dagenlang duurde de reis naar een gehucht kilometers achter het fort Osschowitze, in de buurt van Warschau. Op een morgen hoorden tJIScr,0°"w9 ze in de verte het doffe gerommel van het ge- aa„mP|8 b|?ol8,t' amper. Hij reageerde niet schut Het klonk^als het dreigende gegrom zocht by ~1ÉH MSH' Maar het gerucht zinnige vertoning. dat je met Weissleben zo prettig kon ten. hij kon het niet la- krank TVi- vcrscnriKKeiijK. ce moes- ■Enf vooruit te komen. Maar hierop hadden zelfs de gasex- n,~* -J .Keizer Wilhelm", die de uiterste len, werd slachtoffer "van het Zpa«. dat*tuisen Zo was het Wolf ook vergaan. Op een avond Eindelijk werden VM1J was hij naar Weissleben gestapt en ze hadden voorposten geplaatst. Hier werd de nacht één het hoge gras laag op de grond was oniven samen een lang gesprek gehad over de dag. verlangen naar het licht ran de opkomende hangen. Toen men hem vond. was hij dood zoudfn moe,c"- Weissleben zon en één staren in de nacht tot zijn ogen Zijn gezicht had precies dezelfde uitdrukking dan* Tii gaat nip1Prt^ Ïa/n" »f/"ni 8 pijn deden* H'i hoorde, dat nog geen zestig fii at van de Rus* die two* meter verder n jij gaat met de laan uit meter van hen af een Russische voorpost ,a«* Ofschoon Wolf wist, dat het idioot was. lag. Soms werd die post urenlang door Duitse varden vast als granaten bestookt. Dan schreeuwde een Rus w,Bi eigenlijk' iets hUn eigen taal: ••Mis- Twe' hond. Sommigen werden stil en in Weissleben. alleen'"dar hij voor en na ziln suf,erds"- en een andere keer gilde hij: zicltzelf gekeerd. Anderen begonnen luidruch- eten bad en nooit vloekte. Dat was het enige. **Julh® kunnen er niets van. Het schieten Ze hadden hem nooit de naam Niemand droge kelen te persen en op de voorgrond dat geheel andere koor van huilende mensen, op de achtergrond het korps, dat speelde. „Vuile smerige waanzin", bromde Wolf. Zonder zich te bedenken schoof hy tussen de anderen de trein in en kreeg nog een plaatsje by het raam. Hier zag hij het nog beter. Soldaten met rode rozen in de loop Men wist al spoedig dat hij zeeman was en maakte er grapjes over. Maar hij ging er niet op in. Voor hem had dit hele militaire gedoe iets onzinnigs. spreken. Wolf was niet bang. ofschoon hij dat zelf gek vond. Hy had urenlang fluisterend met Graub ner gesproken. Het was lang geleden dat hij dit gedaan had. Je moest voorzichtig zyn. Je kon niemand Paniek Er ontstond een paniek. Bevelen klonken, afgewisseld door het gekreun en de verstikte t de riet beeld Soms kon hy evenwel hartelijk lachen o grapjas van de compagnie, die het groeten maai niet kon leren en daarna weer met commando- ,t stem kon binnenkomen, alsof hy de generaal in hoogsteigen persóon Wolf moest zelf ook groeten „Ik schiet die Russen Achter de aarden wal waren honderden onheilspellende geluiden. het geweer. Meisjes met roodbehuilde ogen. meerderen. Hy zag niet in waarom Zyn Wat een tegenstelling. deren? Er waren ogenblikken, dat hij dacht in Later was hy biy toen hij in Hamburg lachen te zullen uitbarsten, als er weer zo'n arriveerde. Op het Bezirkscommando deelde aangeklede aap voor hem stond, men hem mede, dat hij wel zou worden op- Maar hij zweeg. Dat had hij de laatste geroepen .U men hem nodig had en hü ademde fjSl, s°™ J* verlicht. lang vol staal, er een stand- an kunnen gie- i iemand. ogenblik werd het stil. Wolf rook de beklemmende geur van Enkele weken later kreeg hy werk op een baggermolen in het Kielerkanaal. Hier kwam hy eindelijk een beetje tot rust. Hy vond het vreemd dat de gedachte aan deserteren niet meer by hem was opgekomen. Wel Als je het van jou aar niet doen", kaats- een ander terug. „Zou een beroerd de standbeeld zijn", ging de Weichsel, trok zijn schoenen uit een derde er on door. en liep een eindje het water in Dan leek Om hun zenuwen te hem plotseling alles veel gemakkelijker. kalmeren begonnen ze te zingen. Hard en Kanonnenvlees gerbevolking, t Avonds op zijn krib overdacht hij de omkeerde walging voor de oorlog toegenomen. Als hy toestand. In de enkele maanden, die hij nu groette, ook hier weer de oven opende en de kolen soldaat was, had hij leren begrijpen, dat Met het in het vuur gooide, dacht hy vaak „Madeleine Rickmers" en aan het moment, dat hy zich voornam om te deserteren. En ais hy zich realiseerde waarom hij hier z* ..Hei tiet oude fort zag, de uitdiepen van het kanaal, zodat de w»> .ogs- eenstapeling van beton schepen hun weg r men hem niet meer als een mens beschouw- schieten heviger. Ze de. Ze waren kanonnenvlees, dat in dezt dachten al midden slachthuizen werd klaar gemaakt voor oer. Overdag, als hij de schietgaten wallen, de or ölf Uoni' het hoge gras, Wolf herademde, toen zitten. gevechtsterrein te kilometers achter r de Noordzee en ae Oost- dat er reeds op groeide, kon er plotseling hy „God" horen mag b'j ons komen leren". Overdag kre*en van Duitse soldaten, die door hun eigen was de Duits-sprekende Rus er niet. maar *as vergiftigd werden. Daar tussendoor het "s avonds hoorden ze regelmatig zijn stem geblaf van het geschut cn de granaten, die Soms vertelde hy een mop en terwyl ze lach- de grond en de mensen uit elkaar rukten ten, schoten ze. Het waa gedaan met hun zegevierende Ze raakten hem nooit. Na de explosie klonk a®htervoI*inK Men vluchtte hijgend en naar zijn stem opnieuw. Ze gingen denken dat hij adem snakkend terug. Niemand durfde zich te laten vallen, omdat het gas nog gevaarlijker was dan de kogels en de granaten. Bij de terugtocht viel men nu niet alleen over Russen, maar ook over Duitsers. De hysterie van de angst omknelde hen. Ook Wolf. Hy liep achter Weissleben aan. zag al leen diens rug en het schommelende geweer. Hij hoorde hem hijgen. Net een paard, dacht Wolf. Een paard, dat op hol is geslagen. En ikeen mens die er genoeg van heeft. Zijn ren naar achteren was op zichzelf al een desartie. -• In onze volgende aflevering: George Wolf nu nog soldaat j£ van de Duitse weermacht, maar straks donkeyman van de geheimJ> zinnige Renatr Leonhardt, g in de worgende greep van een hysterische oorlog. -'■(rCiivüii-trtiicCiïi-ütiU'Ciïrtiöitiitiïtaii-cnrfiuitiiüfi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7