Een donderslag
Zuid-Holland heeft nog drie tollen
bij heldere hemel
ZONDAGSBLAD 11 SEPTEMBER 1954
f Erfenis uit de „Goede oude tijd",
I die al heel wat ergenis verwekt heeft
DE bijna verdwenen tollen sjjn een
erfenis uit de ..goeie ouwe tüd"die
de woede van de weggebruikers hebben
gaande gemaakt en soms tot kookhitte
opgevoerd. Met deze „tollen" bedoelen
we natuurlijk de bruggen en „bomen",
waar men bij het passeren ccn zeker
bedrag moet betalen.
Gelukkig behoren deze hinderlijke en
tergende obstakels zo goed als tot het
verleden. Vijftig jaar geleden waren er
nog een dikke honderd. Uit een telling,
in 1948 door de ANWB gehouden, bleek,
dat toen ons land nog 15 tollen „rijk"
was. Voor zover ons bekend zijn er van
deze 15 nog 4 „echte" tollen over.
Uit oude geschriften blijkt, dat de be
ruchte Maartensdijkse tollen <1 April
1953 opgeheven) reeds in 1312 bestonden.
Ze zijn dus in de gezegende ouderdom
van ruim zes eeuwen overleden.
Dat de tollen voor menige gemeente
een smakelijk appeltje voor de dorst
waren, heeft Warmond ondervonden. De
tolgaarder moest daar in 1806 een som
van 920 aan pacht betalen. In 1920
bracht deze tol 13.000.op, in 1925:
20.000 in 1927: 24.000.— en in 1948
zelfs 30.000.—. En om nog eens de
Maartendijkse tol te noemen: een dok
ter uit Hilversum betaalde tijdens zijn
praktijk en hij was pas 35 jaar de
kapitale som van 1800 aan deze weg
versperring.
7 OALS gezegd zijn er thans in ons
land nog vier tollen. Men vindt er
een te IJ 1st in Friesland De andere
treft men aan te Nieuwerbrug (tussen
Woerden en Bodegraven) te Haastrecht
en te Leimuiden.
Volledigheidshalve moeten we vermel
den, dat cr eigenlijk nog een vierde tol
in Zuid-Holland is. Die vierde kan men
vinden bij de brug van het Pinken-
veer over de Giessen in de gemeente
Peursum. onder Neder-Slingcland. in de
Alblasserwaard. Een „echte" tol is dit
eigenlijk niet meer. want tolbaas
Schreuder heft er geen tol meer (hoe
wel hij nog steeds n ;t recht er toe
heeft!). Dc heer Schreuder heeft gelijk,
want er valt niet veel meer te .heffen",
sinds de brug voor elk verkeer (ook voor
koeien!) afgekeurd is. Zo'n bouwvallig
gevalletje is die houten brug. dat wij er
ons niet graag met een auto op zouden
durven wagen!... Gelukkig ligt enkele
honderden meters verder een voortref
felijke moderne brug over de Giessen
T"\ E tol van Nieuwerbrug is eigendom
van de „Brandschouwerij" van
Nieuwerbrug, de laatste in ons land. Bij
de secretaris, de heer E. van Eek, heb
ben we thuis afschriften gezien van de
oude documenten.
liet tolgeld, dat men daar tegenwoor
dig op de brug over de Rijn voor een
auto moot betalen, berust op een octrooi
van dc Grootmogende heren der Staten
van Holland en West-Friesland van 13
November 1788....
Denkt niet, dat ge cr onder uit komt.
want dat gaat eenvoudig met. Zelfs mi
litaire colonnes moéten hier betalen.
In de jongste oorlog moesten dc Duitse
militairen dit ook doen, evenals trou
wens de Fransen anderhalve eeuw eer
der! Ons huidige ministerie van Oorlog
heeft het nog niet zo lang geleden
officieel bevestigd: geen militair voer
tuig gaat gratis de brug over!
Vrij zijn in Nieuwerbrug alleen de be
woners van de BrandschouwerlJ, alsme
de alle voetgangers en wielrijders.
Met het geld, dat men er beurt, worden
o.a. de kosten van de brandweer van
Nieuwerbrug bestreden. Nog is de
kleine gemeenschap rond dc brug het
enorme feest niet vergeten, dat er en
kele jaren geleden gevierd is niet het
overgeschoten tolgeld
De bewoners van Nieuwerbrug schij
nen er wel van overtuigd te zijn, dat
hun tol niet spoedig zal verdwijnen. „De
rechten staan op papier sinds 1718!"
zeggen zij; „cr valt niet aan te tornen!"
Het tarief van brug- en tolgeld be
draagt voor een groot of hooggeladen
turfschip 12 cent, een ander vaartuig 7
cent, auto of driewielig motorrijtuig 10
cent, motorrijwiel met zijspanwagen 10
cent. rijtuig met 2 of meer paarden 10
cent, rijtuig met 1 paard 7 cent, kar of
chais 5 cent, los paard of onder de
man 2 cent; os, koe of ander hoornbeest
1 cent, schaap of varken 1 cent. Vroeger
werd er in dit tarief druk met halve
centen gewerkt, maar dit raakte lr. on
bruik toen dit betaalmiddel uit de cir
culatie verdween.
^)VER de twee andere nog bestaande
w tollen kunnen we kort zijn. Iedereen
die in Haastrecht geweest is, kent de
tol op het weggetje tegenover het oude
schilderachtige gemeentehuis. Deze of
ferplaats voor (dikwijls grommende)
automobilisten, is eigendom van Je pol
der Stein. Over een mogelijke opheffing
al het een en ander te i
tol in het dorp
bracht meer op!).
Zo gering is de op
brengst, dat de tol
baas zuchtend zei:
„Ik breng niet eens
mijn loon op!" Maar
ja, hij moet er toch
staan om de brug
te
:cst,
gekomen.
De derde tol van Zuid-Holland is wel
de minst belangrijke. Niet meer dan
enkele duizenaen guldens beurt de ge
meente Leimuiden van de brugtol over
de Drecht. (De verleden jaar opgeheven
Indien de tolbc-
stormer Floris Vos
de ouderen herin
neren zich deze
naam zeker nog wel
nog in leven was,
zou hü met grote
satisfactie kunnen
constateren, dat er
in de huidige tjjd
op het gebied van
tollen in Nederland
niet veel meer to
„bestormen" valt.
HE)
SLECHTE
RAPPORT
IJET was rapportendag geweest, en
nog wel de laatste rapportendag van
de cursus. Dat wil dus zeggen, dat op
de uitgedeelde rapporten het al of niet
overgaan van de leerlingen was ver-
Op zo'n dag kun je ouders verwach
ten. Er zijn ouders, die je het hele jaar
door niet ziet zelfs niet. al gaat er
een briefkaartje naar huis met de mede
deling, dat Jan of Jansje, Gerrit of
Greetje in het een of andere vak niet
voldoende vorderingen maakt, of dat de
ijver over het geheel te wensen over
laat. Maar de avond van de rapporten
dag...
Er werd gebeld. Even later een klop
op de studeerkamerdeur.
„Mijnheer, daar is mijnheer Van Wou
den. of hij u even kan spreken."
„Laat mijnheer
binnen, Lena".
Mijnheer Van Wouden kwam binnen.
Hij nam plaats op de aangeboden stoel;
greep in zijn binnenzak, haalde een
rapport te voorschijn; legde dat de
monstratief voor zich op het schrijfta
felblad en stak onmiddellijk van wal:
„Dat is een donderslag bij heldere he
mel, mijnheer."
De mijnheer achter het schrijfbureau
keek hert» aan; hij begreep, dat met
„de donderslag" niet zo zeer het on
schuldige rapportenboekje was bedoeld,
dan wel de tijding, waarvan het de dra
ger was: dat Tini van Wouden niet was
bevorderd. Maar voor hij nog een woord
had kunnen zeggen, ging de opgeschrik
te vader voort: „Dat had ik nooit kun
nen verwachten."
„Zo, dat verwondert me toch, mijn
heer Van Wouden. Want dat dit een
donderslag bij heldere hemel was, meen
ik te moeten bestrijden. De hemel was
helemaal niet helder."
Hierboven: De tol van Nieuwer
brug, die haar bestaan dankt aan
een besluit uit 1788. Links: De
tolbaas van Leimuiden in de uit
oefening van zyn functie.
Geen schaakrubriek
In verband met zijn veler-
lei werkzaamheden voor het
F.I.D.E.-schaaktornooi te g
Amsterdam, was 't de heer g
H. J. J. Slavekoorde deze
week niet mogelijk, zijn
schaakrubriek voor het Zon-
dagsblad te verzorgen. g
en sloeg het open.
„Wanneer u eens zien wilt, mijnheer
Van Wouden. Op het voorlaatste rap
port, dat is het derde, had Tini als
ik hier even tel, 1, 2, 3, 4 vier onvol
doenden; dan een paar vijven en voor
vlijt een zes. U ziet, dat er wolken ge
noeg aan de hemel waren."
„Mag ik eens zien?" vroeg de bezoe
ker. Hij mocht zien, en moest consta
teren, dat de genoemde slechte cijfers
werkelijk aanwezig waren.
De ander stond op, kwam achter hem
„En wanneer u het verlóóp der cijfers
eens nagaat, dan zult u zien, dat Tini
in de loop van het jaar regelmatig min
der is geworden. Ziet u eens, voor
Nederlands: op het eerste rapport een
7, dan een 6, dan een 5 en nu een 4.
En hier een ander vak: 7, 5, 5, 4 Afijn,
gaat u zelf de verschillende vakken
„Daar heb ik zo geen erg in gehad
gaf de heer Van Wouden toe. „Ik
dacht..."
„En als ik u even herinneren mag: u
weet, dat ik u wel eens óver Tini ge
sproken heb. Eens heb ik u op straat
aangehouden en u herinnert u zich
ook allicht, dat wij op de voorlaatste
vergadering van de kiesvereniging over
uw dochtertje hebben gepraat."
„Ja, nu u het zegt... Maar och, hoe
gaat dat? Op zo'n vergadering dan
heb je er niet zo veel erg in."
„Hm! Maar u hebt toch Tini's rap
porten gehad! U heeft ze zelf getekend".
,,Ja, ja. Maar och, dan komt zo'n
kind met een rapport thuis. Och. het
is nog al druk in de zaak, dat weet
u, en dan is het aan tafel of vlak voor
dat ze naar school gaan: „Toe vader,
tekent u mijn rapport even." In de druk
te dringen dan die cijfers niet zo tot
je door."
De onderwijzer was weer gaan zitten.
„Ja, ziet u, daar is de school toch
niet verantwoordelijk voor. Wij houden
u door de rapporten op de hoogte, en
wanneer zo'n rapport u aanleiding zou
geven, om eens te komen praten: u
weet, u is altijd welkom."
„Dat weet ik. Maar als zakenman heb
je daar niet altijd tijd voor. Er komt
heel wat kijken in de tegenwoordige
tijd, om de kost voor vrouw en kinde
ren te verdienen."
De ander glimlachte. ,,Nu, mijnheer
Van Wouden, die kost verdient u mis
schien moeilijk, maar zeker ruim. En:
kinderen vragen méér dan alleen kost
en kleren. De zorg voor onze kinderen
mag toch niet alleen of in hoofdzaak
daarin op gaan. En, neem mij niet kwa
lijk, dat ik het zeg, maar achtgeven
om nu maar bij ons onderwerp te blij
ven op de wijze,waarop ze hun
schoolplicht doen en op de vorderingen,
die ze maken, behoort er toch zeker bij.
Dc zorg voor hun geestelijke en intellec
tuele vorming mag toch niet minder
zijn dan die voor hun lichamelijk wel
zijn. Als u wat nauwkeuriger van Ti
ni's rapporten had kennisgenomen en
wat meer acht had geslagen op de
waarschuwingen, die u van de zijde van
de school wel eens heeft ontvangen..."
„Ja", kwam aarzelend het antwoord,
„ja. nu u het zó zegt... En er is zeker
niets meer aan te doen? Met bijlessen
in de vacantic, bijvoorbeeld?"
„Nee. mijnheer Van Wouden. U ziet
zelf wel. dat er daarvoor te veel aan
ontbreekt. Dat is in een paar weken niet
op te halen."
„Het viel me toch tegen," herhaalde
Van Wouden met andere woorden de
opmerking, waarmede hij het gesprek
had geopend „Ik had het niet verwacht".
weer in zijn binnenzak -
ken. Een flink zakenman was hij; ie
mand die goed op de hoogte was van
het verloop van de prijzen; iemand, die
op dat terrein in ieder geval uk
cijfers terdege conclusies kon trekken.
Waarom had hij niet meer aandacht
aan de cijfers van zijn kind besteed?
ZONDAGSBLAD 11 SEPTEMBER 1954
5
Iq&zeLLen v&n €urop&
mooiste wiLösooRt in öe VRije wiLöBAAn
-JS./K, ,V> - TV
WSINIGE natuurbeleving wekt zulk
een explosieve reactie, als bij
het zien van de „gazelle van Euro
pa".
Wanneer het moederdier, de ree
geit, met haar kalfjes niet zo zel
den zijn het er twee op zoek naar
leeftocht gaan, trekken ze langs gra
zige bosranden, langs brandsingels
met sappige kruiden en in het ultra
vroege morgenuur vinden ze een
goede dis van jong, sappig groen
gras op de veldakker.
Dit te zien, is echter een gave van
hogere zoölogische orde; want moe
der Natuur bewaart haar geheimen
op een uitnemende wijze.
IN de eerste helft van Juni wor
den, in een leger van bladeren en
mos in de dichtste loofhoutdekking,
de reekalfjes geboren.
In het begin verlaat de reegeit
haar jongen weinig en slechts voor
korte tijd om te laveien, d.i. om
voedsel tot zich te nemen en keert
zo spoedig mogelijk weer bij hen te
rug.
De kalfjes worden met een hart
stochtelijke trouwheid gehoed, welke
zijn weerga bij de andere in het wild
levende zoogdieren niet vindt. De die
ren zien er hulpbehoevend uit. Zij
zijn roodbruin van kleur met aan
weerszijden van het licha-am drie
rijen witte vlekjes. Dit patroon ver
leent hen tot de derde levensmaand
een uitmuntende bescherming en
kleuraanpassing. Het is afwisselend
donker en licht, als een mozaïek kun
stig ingelegd.
De ogen zijn groot, bruinachtig
blauw van kleur; zij drukken zacht
moedigheid, vertrouwen en opgewekt
heid uit. Met de fluweelachtige
zwarte neusspiegel, schenkt dit alles
aan het dier een buitengewone be
koring. Het is de mooiste wildsoort,
die in de vrije wildbaan voorkomt.
De reegeit verdedigt het kalfje te
gen allerlei belagers, door er met
haar voorlopers geweldig hard op los
te slaan en gedraagt zich zeer moe
dig.
De kalfjes worden drie tot vier
maanden gezoogd, doch nemen te
vens reeds twee maanden na de ge
boorte vast voedsel tot zich.
Het ree is een zeer elegant en vlug
dier. Door de lange, dunne, sterke po
ten en in verband daarmee de zeer
sterk ontwikkelde pezen en lange
spieren aan rug, kruis en bovenbe
nen kan het ree geweldig snel lopen
en enorm grote sprongen maken, zon
der zich noemenswaardig te ver
moeien of in te spannen.
HET reewild komt in ons land vrij
algemeen voor, maar het meest
in het Oosten en Zuidoosten.
De goede of minder goede ontwik
keling dezer dieren hangt in de
meeste gevallen samen met het aan
wezige voedsel, de dekking, rust en
de bodemgesteldheid.
Reeën zijn zeer vreesachtig. Het
geluid van het ree is verschillend
naar gelang van de gemoedstoestand
waarin het dier verkeert, er is nl.
veel verschil in de loktoon het
smalen van het moederdier voor
het jong en de schriktoon een kort,
hees geblaf.
Het geluid, dat zowel de bok als
de geit veelal maken, wanneer ze on
raad bemerken of wegspringen,
noemt men „schrikken", het klinkt
vrij ver door de bossen en betekent
een w-aarschuwing voor de andere
In de vrye, levende natuur, kan het
ree een leeftijd van 15 jaar bereiken.
Het reewild houdt zich zowel op in
laagland als in de bergen; gemeng-
Reekalfjes op een stille plaats in het bos. Rust na gratievol bewegen.
de bossen vormen een geliefkoosde
verblijfplaats; doch ook moerassen
en velden met gagel die helaas in
ons land zienderogen verdwijnen
bezitten een grote aantrekkings
kracht.
De bronsttijd van het ree valt in
de zomer en duurt van eind Juli tot
midden Augustus. In deze hoogtijd
worden de tot hiertoe met de trouw
ste liefde geleide kalfjes door de ree
geit verlaten, om gehoor te geven
aan de drang van het instinct, daar
deze voor haar sterker is, voor die
tijd althans, dan de hoede over haar
have.
Dan bespeuren we de rusteloos
heid van topgeladenheid van het an
ders zo vredige, rustige reewild; dan
zien we hen als rood-gevlamde flit
sen tussen bunt, struweel en den in
rappe draf de ruimte doormeten en
onderkennen we 's morgens en
's avonds de beide geslachten aan
de roep en tegenroep.
Als mens zo de levende natuur te
mogen beleven, geeft rust eerst, daar
na vreugde en tot slot nieuwe ener
gie.
gram piaaiscn, aai ecu «ucu muik
kruiswoordraadsel wordt verkregen.
2 letters: Af, a.g. Co. cs. ge. L.O. re, si
3 letters; Bah, bef, ben, gul, ion, kil,
rat, rib, rol, sip, sul, tel.
4 letters: Buit, ibis, krat, moot.
5 letters: Basis, camee, curve, ercis,
gemme. hemel, kater, libel.
9 letters: Schrobber, verbannen.
In het diagram zijn al 4 letters ge
plaatst.
Inzendingen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a.s. aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek
aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-
oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. 5;
2. 2.50 en 3. 2.50.
Oplossing doorlopend kruis
woordraadsel 4 September
HORIZONTAAL: 1 Kolf. laks. 2 op.
otter. A.P. 3 toe. lel, 4 pip, pas, set.
5 Ee, renet, si, 6 do, L.D. dra. 7 sier
plant, 8 esp. la, na. 9 or. trust, te. 10
eer, avé. hak. 11 aai, kaf. 12 ia. akela,
en, 13 edft, wild.
VERTICAAL: 1 Koppel, koelie, 2 op
tie. die. reaal. 3 loop, roest, raaf, 4 te,
pel, R.P., ra, ik. 6 strandpluvicr, 6 el,
S.E., dL.. Ase, kl., 7 Ares, trant, haai,
8 kales, ana, tafel, 9 spatie, bekend.
Geval zonder eind (IX)
nE wereld is ongetwijfeld slecht
dddrover zijn we het wel
eens! We zingen het in koor: volks
wijklezers even goed als volks
wijkbewoners. Sjaan is zelfs be
reid om hierover vele solonummer
tjes weg te geven. Maar de grote
ellende is, dat al deze klagers niet
zo grif bereid zijn om hun eiyen
aandeel in alle slechtigheid mée te
belijden. Ze richten hun beschul
digende vingers wel graag op an
deren, maar zelden of nooit op het
eigen hart- Daarom raken we ook
niet uit ons slecht-zijn: we blijven
rondlopen met een stevige wrok
tegen dc buren, en daarmee uit.
Neem nu nog eens Sjaan. Na
tuurlijk heeft ze ;n een minimum
van tijd in de gaten dat de woeke
raarster haar geen ziertje hielp;
haar in tegendeel dieper de put in
stiet. Dat doet haar als 'n kat in
nood des te venijniger blazen tegen
deze nieuwe belaagster van haar
toch al zo pover echtelijk geluk. Niet
dat dit iets positiefs oplevert: ze
trekt toch aan het kortste eind. Ze
kan bovendien enkel haar kracht
zoeken in dodelijke blikken; ze moet
zich wel tien maal bedenken voor
ze iets zégt, omdat ze nu met han
den en voeten gebonden aan deze
doodsvijandin is uitgeleverd. Uit de
lengte of breedte moeten er elke
week twee guldentjes op tafel ko
men: debat gesloten!
Het is vanzelfsprekend dat die
paar gulden er in de vierde week
na de lening niet zijn. Het is óók
duidelijk, dat Sjarlie met zijn totaal
oncontroleerbare handelsinkomstcn
niet zo maar meteen. b\j eerste aan
melding door Sociale Zaken aan een
ruime onderstand wordt geholpen.
Terwijl het nogmaals aan geen twij
fel onderhevig is- dat een zieke
marktkoopman geen zaken van be
tekenis doet. En dus aanvaardt
Sjaan dan toch maar haar gang naar
Canossa en sloft ze ja. werkelijk.
Sjaan sloft al, zo verschrikkelijk oud
is ze opeens geworden; zo wanhopig
futloos maakte haar dit kleine dra
ma.' moedeloos naar de geld-
schietster en belijdt dat ze geen cent
meer op zak heeft.
„Da's niet so mooi", oordeelt de
buurtkapitaliste. „Van niks ken ik
Uit de
VOLKSWIJK
óók niet leven". Ze voegt er aan
toe, dat ze er nou wel niet direct
politiezaak van zal maken net
alsof ze dat ooit wel direct of indi
rect zou durven doen, maar zóver
denkt Sjaantje toch niet na!
maar dat Sjaan niettemin voor de
duiten heeft te zorgen.
.•Maar we hebben niks!" Sjaan
schreeuwt dat bijna luidkeels; óp
van de zenuwen.
.•Dat mot je nou niet so seggen,
kind!" orakelt de ander. „Je hebt
om te beginnen toch nog altijd je
bonnetjesHet is immers 1947:
de distributie is nog niet opgeheven.
„Als je geen centen hebt, ken je
die dingen beter verkopen; het sou
sonde wesen asse-sc verliepen.
vervolgt ze met de haar eigen logi
ca waaraan alles rammeltZe haast
zich overigens om er aan toe te voe
gen. dat ze natuurlijk niet zo gek
veel zullen opbrengen, maar dat zij
er met de nodige moeite toch wel
een kopertje voor zal weten te vin
den. Deze vrouw is beslist een
vrouw met grote diplomatieke of
zakelijke gaven. Ze geeft de jeug
dige Sjaan tegelijk de indruk dat
ze voor die papiertjes niet al te veel
geld moet veruiachten én dat ze
haar intens dankbaar moet wezen
voor de te nemen moeite. En Sjaan
vliegt er regelrecht in. >,Toch een
best mens. die buurvrouw!"
denkt ze vertederd en ze holt vice
God ziet Zijn werk
Het licht der zon is goed
en goed is Moeder-aarde.
God heeft Zijn werk bezien
Hij bevond het goed;
De
de
de beken en de bijen
en elke kleine bloem
die in het gras ons groet;
het water en de wolk,
zyn blauw zich spiegelt;
de
de
F. VAN OMMEN
die langs de duinen zweeft.
God heeft het al gezien
en het zeer goed bevonden,
en nergens is een schat,
die zoveel vreugden geeft.
Ga uit en rust een poos
waar hoge rieten rits'len
bi; 't laatste zuchten van
de moede avondwind.
God ziet Zijn werk nóg aan
en blijft het goed bevinden;
en ééns zo goed, als gij,
met Hem, het goed bevindt.
P. DE VRIES.
versa naar huis, om de zaken met- g
een af te handelen.
Ik ben werkelijk vergeten welke g
levensmiddelen en welke andere g
levensbehoeften zeven jaar geleden
nog op de bon waren. Het waren g
eT niet zo heel veel meer, maar in X
Sjaantjes' geval veel te veel. Ik ben g
er bovendien nooit achter gekomen g
wat Sjaan destijds voor haar hele g
kapitaaltje aan potentiële toewij- 5
zingen heeft gebeurd- Ik weet enkel g
maar dat we kennis maakten op 't 5
moment waarop ook deze baten als X
sneeuw voor de zon verdwenen wa- g
ren, terwijl de schuld bij de woeke-
raarster tot boven de honderd gul- g
buiten. Geen spin heeft de vliegjes
vaster in haar net dan zij haar
klantjes. Rente en aflossing dat
is haar eerste pijl- Rente op rente
bij niet tijdig betalen pijl num
mer twee. Inname der gezinsbon
nen en dan daaraan gekoppeld een
verkoop van peperdure levcnsmid-
delen-zonder-bon derde pijl.
Want de woekeraarster heeft altijd
naast dit clandestiene bedrijf een
officiële zaak. Een zaakje met aard
appelen en groentenof met vis, of
een waterstokerijtje, oj wat dan
ook- Zo snijdt het rnes immers aan
twee kanten, En worden haar klan
ten alzijdig gesneden- Want denk
maar niet dat de woekeraarster hen
ooit met rust laat. Ze kunnen nog
niet eens bij een ander winketlje
gaan kopen. Eerstens omdat ze
daarvoor de bonnetjes niet hebben
en tweedens omdat de woekeraar
ster doodkalm haar eventueel-on-
verkocht gebleven waar. eer ze oud
bakken of bedorven -raaktbij haar
clientèle op de trap deponeert Zo
eten haar slachtoffers ten-ninste.
Afaar ze eten voor meer geld op
dan ze kunnen betalen. Ze eten zo
waar duurder dan wanneer ze er
gens aan de Rivièra in een of an
der Carlton en pension waren ge
gaan. Zodat Sjaan na zeven we
ken geen enkel bonnetje meer bezit
en meer dan honderd gulden schuld
heeft.
Terwijl Sjarlie het gescheurde
huwelijksbed ontvlucht en kucherig
op een straathoek staat.
En kleine Japie blauwig ligt te
hijgen van de longontsteking.
WIJKPREDIKANT.