M m m m m m m B m m m m m m M n m m m B m W' s -x m m 'M m ■m m m m JU m ja' er u>as zeker iets voor de Geurige, /O kleurige Jzj avenaelbloesem Om de li ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954 Drie nieuwe problemen Speciale aandacht vragen we deze week voor vriend Pranger, die met no. 220 iets aparts brengt. Onze trouwe op losser v Dijk toont ook weer eens zijn vindingrijkheid in het samenstellen cn met het werk van Bouwman maakten we in de vorige rubriek reeds kennis. Ze zijn geen van drieën erg moeilijk, deze vraagstukken, dus verklappen we er verder niets over. IJ 1 a m m s r mm n -JRlt ji 0i r(. lts 1 a üi W m ISi n n r-i iti o o w O <3 £3 De opgaven luiden: wit begint en wint. Een blindpartij Slechts enkele maanden scheiden ons van de komende tweekamp om 's we relds damhegemonie tussen titelhouder P. Roozenburg, geboren Rotterdammer, thans woonachtig te IJmulden en de Leidcnaar W. Huisman, de winnaar van het capdidatcntournooi. Het staat dus bij voorbaat vast dat de titel binnen onze landsgrenzen blijft. Dit is al zo sinds 1948, toen Roozenburg een einde maakte aan de Franse overheersing door Pierre Ghestem van diens titel te beroven. Vroegere Nederlandse wereldkam pioenen waren H. Hoogland (19121 en B. Springer (1928) De laatste was bij de start van het tournooi in Amsterdam al sterk favoriet. Tevoren verwierf hij zich reeds een onsterfelijke naam door en kele malen een partij te spelen zonder bord of schijven te zien, uit het blote hoofd dus! Met zo iemand kon het nooit goed aflopen zeiden sommigen, vroeg of laat zou één of andere hersenstoornis het gevolg Zijn Later speelde Springer, evenals trou wens de Rotterdammer Idzerda, er vier tegelijk (blindsimultaan) en zowel Roo zenburg als zijn uitdager hebben dit aantal nu overtroffen, de wereldkam pioen in een officiële séance met 5 en Huisman officieus met 6 partijen. En al deze wonderdammers leven nog, in het volle bezit van hun verstandelijke vermogens! Als Huisman ergens simultaan speelt cn er blijft tijd over, dan geeft hij door gaans met genoegen een blindséance als toegift. Meestal mag de „ziende" tegen stander dan heel blij zijn als hij aan een nederlaag kan ontsnappen, zoals onlangs op een propaganda-avond in „Vrede rust" te Bergen op Zoom, welke partij we hier laten volgen: IV. Huisman (wit)A. v. d. Kreeke (zw.) 1. 31—27, 19—23; 2. 30-31. 14—19; 3. 41—36. 10—14: 4 46—41. 17—22; 5 33—28, 22 <33; 6. 39X28, 11—17; een tamme zet, welke een te gemakkelijke ontwikkeling van de witte linkervleugel toelaat. 7. 27—22. 18X27; 8. 31X11, 6X17; 9. 36—31, 17—21; 10. 31—27. 12—18; 11. 4439. 21—26; 12. 41—36, 7—12; 13. 39—33. 1—6; 14. 49—44! (niet 50-44 we gens de damzet 16—21, 18—22, 12X21, 23—29, 19X50; met de tekstzet geeft de blindspeler duidelijk te kennen deze valstrik te hebben „gezien"!) 14- 2—7; 15. 34—30, 20—24; 16. 30—25, 7—11; 17. 44—39. 11—17; 18 37— 31. 26X37; 19. 42X3J. 17—21; 20. 31—26, 12—17; 21 47—42. 17—22; 22. 28X17 (hier beter dan 26X17; de randschijf- positie is wel zo sterk tegenover de reeds enigszins uitgeputte korte vleugel van zwart) 2221X12; 23. 42—37, 14—20: 24. 25X14. 9 x 20; 25. 33—28. 4—9; 26. 39—33. 5—10; 27. 50—44, 10—14; 28. 44— 39. 2025; (I.p.v. deze was ook 1217 mogelijk. Neemt wit dan de z g. Kikke- zet, dan komt hij bedrogen uit: 2721? 32X12. 12 X 33. 36 X 47. nu zwart 28—32, 24—30. 20X49!) 29. 37—31. 14—20; 30. 48—42. 9—14; 31. 4237. 2429; 32. 33X24. 20X29; 33. 27— 22. 18X17; 34. 31X22. 12—17; (12—18 was belet door 39—33. 33X24. 28x10 enz. met SC35i.r22XS11,V6X17; '36. 40—34, 29X40; 37. 46 X 34. 13—18: (natuurlijk niet 14—20 wegens de schijfwinst 3429, 39X30, 28—22, 32 X 25) De stand na luidt thans: zwart', 37e zet (13—18) H m i£> m H O, mm S B s Ji Zwart: 3, 8, 14/19, 23. 25. Wit. 26. 28. 32. 34/39. 43. 38. 28—22. 18X27; (zwart durft blijk- baar de aangeboden schijfwinst niet te nemen uit vrees voor een snelle witte doorbraak aah zijn korte vleugel. Door 18x27 te slaan houdt hij deze doorbraak evenmin tegen. Ofschoon zwart na de gedane slag de remise-haven wist te be reiken is het zeer de vraag of 17X28 niet beter was. Slechts een diepgaand onderzoek in dit bestek niet moge lijk zal een antwoord hierop kunnen geven. Als leiddraad voor eigen onder zoekingen geven wij de volgende vari- 17X28, 34—29, 23X34. 32X12, 8X17, 39X30, 25 '34. 36—32 A, 17—22, 37—31, 22—28, 32 X 23, 19 x 28. 26—21. 16 X 27, 31x33 en zwart bereikt gemakkelijker zijn doel dan in de partij. Bij A diene men echter weer de zet 37—32 i.p.v. 3832 te bekijken Zwart zal zich dan weer anders moeten verdedigen, maar kan o.i. door zijn materiële meerderheid gelijk spel houden). 39. 32X12. 8X17: 40. 36—32, 3—8; 41. 32—27. 8—12; 42. 37—31. 15—20; 43. 27—21. 16 X 27; 44. 31X11. 12—17; 45. 11X22. 23—29; 46. 34 x 23. 19x17; de door braak is voorlopig afgewend ten koste van een schijf. 47. 36—31, 14—19; 43. 31—27, 19—23; 49. 27—21, 17—22; 50. 21—16, 23—28 51. 16—11. 28—32; 52. 11—7, 32—37; 53. 7—1, 37—41; 54. 1—29, 4118! 55. 29X15. 22—27; (dreigt 27—31) der ogen kreeg, zag hij zwarts bedoe ling: 25—30. 35X24, 32—28. 43X32. 46 X 43. Zeer bekwaam heeft zwart op deze remise aangestuurd. Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W Jurg. Jan Luyicenlaan 12. Den Haag. Horizontaal: 1 Deze drank maakt erg dom. 3 En deze drank maakt warm. 5 Dit dier was eerst zeer behoeftig, 6 Wat een levenslucht heeft deze larve. 7 Een stuk van de leidsel. 8 Een munt van ijzerhoudende aarde, 9 Bij het be proeven zonder Japans geld verschijnt een leuke snuit, 11 De stand der edelen maakten een bergplaats, 13 Uit dit stuk hout komt een nog flinker stuk hout, 15 't Was eerst erg nauw In deze bos aanleg. 17 De vogel gaat en de bloei- wijze ontstaat, 18 Onbedorven is he>t vosje zonder staart. 19 Bij de wissel- borgtocht is de verschoten kleur ver dwenen. 20 Dit speelgoed heeft geen bestemming. '21 Een auto zit niet meer in ondiep stilstaand water, 22 Dit lichaamsorgaan was wel erg onbedorven. Verticaal: 1 Een stukje stad uit de staart, 2 Een knaagdier met masker wordt een knaagdiertje. 3 Toen de ver laagde toon uit de ruzie ging kwam een insect 4 De militairen voelden meer voor de kraan dicht. 10 Ook deze vlaktemaat heeft een tydperk in te luiden, 12 Keer tie dame om en om, ze blijft gravin, 13 Een lijntje heeft deze heilige met stuk chocolade. 14 Geef Nel een kleedje, ze maakt er wel iets van om te dragen, 15 Deze grappenmaker kan pronken door een vruchtvliesje, 16 Alle ringetjes uit het harnas is je reinste waanzin. Inzendingen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen a s. aan het bureau van dit blad. In- de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-op- lossing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5; 2. t 2.50 en 3 f 2 jjO. Horizontaal: l Holster. 8 Sater, 10 A.P. 12 Fel. 13 Ho. 14 Boa. 16 Big, 17 On dergang. 19 Er. 20 De. 21 Praline. 24 Pa. 25 Oe. 27 Schrander. 31 Aha 32 Eed, 33 Lt.. 34 Bok, 36 Ne., 37 Hamer. 39 Paradijs. Verticaal: 2 Osi 3 Laf, 4 Steur. 5 Tel. 6 Er. 7 Baboe. 9 Rogge. 11 Pon. 13 Hinde. 15 Ader, 16 Ba, 18 Era. 21 Pacht, 22 Ion. 23 Nede. 24 Psalm, 26 Order. 28 Ha. 29 Aroma. 30 Een, 34 Bar, 35 Ked. 37 Ha. 38 RU. Geval zondereind(IV) sociale werkster te doen. Als zodanig reeds, want levende bed den en baby's met longontsteking vallen niet meer zo van zelf uit de lucht, en men dient te weten hoe alle narigheid ontstond en ook hoe men uit de impasse kan raken. Maar de sociale werkster zei meteen, toen ik haar het een en ander vertelde: ,,Wat raar dat ze al een eigen huis hebben. Hoe kan dat nou?" en ik voelde me beschaamd, want dat had ik óók behoren mezelf af te vragen in een maatschappij waar duizenden veel-langer-gehuwden nog steeds naar zo'n bezit snakken. Be schaamd, maar ook wat opge lucht: ik wist toen al wel dat zij dergelijke geheimen ontraadselen kon. Dat betekent niet dat ze een uur later alle gewenste nadere in lichtingen kon opspuiten. Om een beetje inzicht te krijgen tn de gezinsverhoudingen heeft ook zij de nodige tijd moeten besteden. Men kan in de volkswijk niet maar eventjes inlichtingen inwinnen. Men kan dat niet aan de hand van duidelijke vragenformulieren in triplo in te vullen met blokletters, want de schoolopleiding heeft die normale mogelijkheden van onze geadministreerde samenleving nimmer voorzien. Maar men kan dat evenmin door een reeks vra- (jpn af te vuren, die vermoedens zouden doen rijzen aan een soort politionele inquisitie waarop de geïnterpelleerde persé niet gesteld is. Neen. men moet luisteren. Men moet als een detective te werk gaan en als een kruiswoordpuzze laar woord aan woord, zin aan zin smeden. Waarbij "»en dan zo nu en dan uit vorige gesprekken iets in een breder verband moet zien te gieten, om zodoende een gehele levensgeschiedenis op te bouwen. Maar omdat er nu een maal op deze wijze gewerkt pleegt te worden, kregen we uiteindelijk toch een totaal beeld. Geen fraai beeld helaas. Het vrouwtje heet Sjaan Nieveel, en ze is al zeventien jaar als het Uit de VOLKSWIJK verhaal begint. Dat is niet zo heel oud, maar als men niet met jaren maar met ondervinding rekent, is dat Sjaantje Nieveel bij de aan vang van de historie al aarts vaderlijk bejaard. Neem nu maar eerst dat ze behoort tot de jong- sten van een groot gezin, en dat ze dus van haar eerste levensdagen omringd geweest is door louter drukte en herrie, door gekijf en gekrijt. Met zes oudere broertjes en zusjes beleeft men heel wat. Dat is reeds het geval als men opgroeit in een beschermd milieu, toaar bokjes en schaapjes geschei den leven, of althans slapen, en HAAR grote donkere kijkers zagen alles, doch weinig verheffends waar ermee gerekend wordt dat kleine potjes ook oren en oogjes hebben en dus op hun tijd ge ïsoleerd dienen te worden. Maar dat is nog veel meer het geval als heel die familie met een geschei den vriendje van Vader, die het eigen huis ontvluchtte om bij vreemden wat hartelijkheid ran de meest tastbare aard op te doen (Sjaantjes oudste zus is zeventien jaar ouder dan zij, en de rest snapt u wel!) twee kamers delen moet. Ik ga daar niet uitvoerig over worden, maar U verstaat dat Sjaantje toen ze zes was, al vol maakt was voorgelicht. Of liever, volstrekt onvolmaakt was voor- gelicht. Haar grote donkere kij- kers zagen alles, doch weinig ver- g heffends. Kent Sjaantje dus een belang- ryk en essentieel stuk van het 5 leven heel veel andere dingen kent ze beslist niet. Haar school- kennis drie klassen voorberei- b- dend onderwijs, zeven klassen X (helaas, vaak dezelfden, want ze 5 doubleert nog al eens) lager on- If derwijs bestaat uit enkele alge- 5 mene richtlijnen met veel hiaten. ft Zoiets als een kanten sprei met ft gaten: hier en daar houden rest- ft jes van draden nog de boel bijeen. ij. maar blijft er met je vingers af, ft want anders scheurt alles uiteen. Het rekenen gaat. zolang ze iets ft te ontvangen heeft bij de uit- ft gaven loopt het onmiddellijk ft spaak: vandaar ook dat lege huis, want afbetalingsmagazijnen halen 4 prompt het geleverde terug als er ft geen termijnen worden voldaan. Het lezen vertoont bedenkelijke 0- lacunes, maar dat is' overkomelijk. ft want de krant noch de Bijbel in- in teresseren Sjaantje. Over schrijven ft zwijgen we liever. Maar het erg- 3. ste is dat ze niets van de huis- houdelijke vakken weet. Wassen, i> stoppen. naaien, koken het wa- ren op kleuter- noch lagere school ft rapportcijfervakken, maar ze zou er ook thans nog hoogstens een I voor krijgen. In 1944 was men nog niet zo ver dat men er zelfs maar over dacht om in de hoogste klas sen de eerste beginselen dezer kunsten te doceren. Men dacht trouwens in 1944 enkel over bon nen en bommen. Maar hoe kun je een gezinnetje besturen met zo weinig vakkennis? En die drie jaren tussen school en huwelijk dan'' Wel. snijdt van die magere tijd één deel oorlogs winter en één deel zwangerschap af en ge houdt nauwelijks twee jaren, minder nog, over. En die bracht Sjaantje door in een zaak. Als boekhoudster beweerde ze eens. In werkelijkheid als durels- toejaagstertje, dat soms eens wat mocht verkopen en dan prompt de klanten verkeerd bediende. Is dat nu een basis voor een huwelijk? Maar wat rest je te doen. als je dan toch in dat wankele schuitje moet stappen?! WIJKPREDIKANT. ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954 3 KOMT VAN VERRE VELDEN Dorpsvrouwen en schooljongens verdienen graag oogstgeld lavendelwater. Hij doet dit volgens een alleen hem bekend eeuwenoud recept. De meeste olie wordt echter uitgevoerd, vooral naar de Verenigde Staten. Menig voetganger, fietser of automobilist maakt voorts gebruik van de geboden gelegenheid om voor twee kwartjes per stuk een of meer bossen lavendelbloesem te kopen, zij het voor opfleuring van de huiska mer. zij het om thuis te drogen en nadien te gebruiken in linnen- of kle renkast. 7JUGUSTUS en September zijn de maanden, waarin de lavendel wordt geoogst. Uit vele dorpen ko men dan de vrouwen en de school jongens naar Linn Chilvers' tuinen om de bloemstelen met een klein mesje stuk voor stuk af te snijden en met dit werk een aardige extra duit te verdienen. Om een met laven del bebouwde oppervlakte van ten naaste bij vijftig hectaren bloem voor bloem af te oogsten vraagt gestadige, noeste arbeid van zeer velen! Is de oogst in volle gang, dan is het een lust voor het oog, te kijken naar die prachtige, paars-lila bloe- mentapijten, waarin zich de plukkers en pluksters gebogen voortbewegen. De heer Linn Chilvers is tevreden met de door hem in de loop der ja ren behaalde resultaten. Ik ben zo zeer lavendel-man geworden zegt hij dat het mij opvalt, als ik er gens kom. waar ik geen lavendellucht aantref! Maar als u mijn akikers be ziet, begrijpt u dadelijk, dat ik aan mijn tuinen en aan mijn lavendel erg verknocht ben. Onze verzekering, dat we dit ten volle begrepen, bevatte geen zweem van overdrijving. leve vrecie 3(l( (Van een medewerker) bloemen worden in ketels geperst. Door die ketels wordt stcvorn geleid. Die stoom neemt de olie als.het ware mee en als later de stoom afkoelt is de zuivere lavendelolie verkregen. WWWÏVWWWOWWWM ït Paars-lila is de gloed, die ligt ft boven de lavcndelakkers. Bloem ft g voor bloem wordt afgesneden. Kostelijke, kostbare lavendel- g- olie vindt weer haar weg naar ft vele landen op aarde. ft Een betrekkelijk eenvoudige wijze van destilleren dus! Zuivere lavendel olie is zeer kostbaar, want er zijn heel wat paarse bloempjes nodig om een kleine hoeveelheid van die olie te brouwen! De heer Linn Chilvers maakt, zij het in kleine hoeveelheden, zelf ook 1KTIE herinnert zich Grootmoeders linnenkast niet, die zo lekker placht te ruiken? En wie verbindt met die lekkere, ouderwetse geur niet de gedachte aan lavendel? In Neder land is er van lavcndelteelt op grote schaal geen sprake. In Engeland daar entegen worden die geurige, kleurige bloemen veel verbouwd. Daar te lan de is de lavendelcultuur reeds vele eeuwen oud. Ook thans nog vindt men in vele graafschappen de paars-lila akkers. Vooral in Norfolk, Enge- lands belangrijkste lavendel-graaf schap. Daar, in Norfolk, leent de bo dem zich bij uitstek voor de teelt van de lavendelplant. De grootste lavendel-kweker van Norfolk is de heer Linn Chilvers. Hij woont in het plaatsje Hunstanton. Zijn lavcndeltuinen beslaan een op pervlakte van bijna 500.000 m2. Hunstanton ligt nabij de zee en Linn Chilvers' akkers liggen zowel rond om als in de bebouwde kom van het dorp. Die „dorpslavendeltuinen" zijn bijzonder mooi en geurig in de zo mer. Geen wonder dus, dat duizen den toeristen een tochtje naar Huns tanton maken om daar te genieten van de bloesempracht en de heerlij ke geur. Linn Chilvers begon een twintigtal jaren geleden met de teelt van la vendel. Dat was in 1934. Spoedig kreeg hij echter te kampen met een ziekte, die grote schade aan zijn ge was toebracht. In andere lavendel streken trad en treedt dezelfde ziek te op Men poogde om het euvel door bespuiting cn besproeiing onder de knie te krijgen, doch tot dusver werd geen stof gevonden, die de ziekte neu traliseert. Alle lavendel-kwekers zijn het er over eens, dat er maar één afdoend middel is: de aangetaste planten verbranden. Dit verklaart, waarom men soms door de paarse velden zwarte banen ziet, gevormd door de verbrande planten. Kaal zijn die „brandgangen". Scherp contras teren zij met de fleurige weelde el ders op de velden. DE Engelse lavendel is wijd en zij beroemd om zijn heerlijke, duur zame geur. Hij is daarom zeer ge vraagd door parfum-fabrikanten in vele landen ter wereld. Zij gebrui ken de lavendel-olie om er lavendel water mee te maken. Ook naaien zij wel plukjes gedroogde bloesem in sachets, die dan dienen om linnen- en klerenkasten „op geur" te houden. Een heel kleine hoeveelheid la vendel-olie bevindt zich beneden in elk bloempje. Grote hoeveelheden KAREL verscheen op school met een groot verband om zijn rech terhand, wat hoe betreurenswaar dig misschien op zichzelf een ver heugende aanleiding was om, wan neer er schriftelijk werk gemaakt moest worden niet mee te doen. Ka rei had op dat niet-meedoen gerekend. Uit wijze voorzorg torste hij in zijn tas een prachtig-mooi, dik bibli otheekboek mee; en niet zodra haal den de anderen hun schriften te voor schijn om een opgegeven thema te gaan maken, of Karei legde zijn lees boek op de bank, deponeerde er de monstratief de verbonden hand naast en wilde zich in zijn lectuur verdie- De onderwijzer kwam voorbij en legde de jonge man uit, dat hij toch beter zijn tijd besteden kon aan het bestuderen van de zoëven behandelde stof. Die middag was Karei niet op school. De volgende ochtend evenmin en een van zijn makkers wist mede te delen dat Karei had gezegd, met het mooie weer op straat te blijven... Als het regende, kwam hij wel in de school zitten Gevolg van deze mededeling; een briefje naar huis, naar Kareis vader. Geachte Heer. Gistermiddag en vanmorgen is Uw zoon Karei niet op school verschenen Mag ik, liefst even onder op dit vel papier, van U vernemen of U zulks bekend is en wat van zijn verzuim de reden is? Heerlijkbijna bedwelmend is de geur van rijpe lavendelbloesem. Een jongen werd met dit briefje naar Kareis huis gestuurd en kreeg de boodschap mee: op antwoord wachten. Hij bracht antwoord terug: M., Karei moet op advies van de dokter zijn vinger in een doek dragen en niet gebruiken, maar Maandag zal hij wel weer eens proberen of het gaat. Hoe maakt hij het op school met zijn werk en gedrag? Het briefje droeg de ondertekening van de moeder. De onderwijzer zag onmiddellijk bij lezing, hoe een antwoord op zijn vraag vermeden was. Vermoedde, dat de oorzaak hiervan lag in een niet-willen schrijven van de waarheid en evenmin willen leveren van een schriftelijke leugen. Karei was een ongemakkelijk heer: Zou hij thuis misschien zijn zin we ten door te zetten? In ieder geval: een bezoek adti dat „thuis" zou waar schijnlijk nuttig kunnen werken. Moeder was thuis; vader niet. „Ja, ziet U, juffrouw, ik kom maar even aan Want eerlijk gezegd: in Uw briefje vond ik geen antwoord op mijn vraag. Wij hadden reden om aan te nemen, dat Karei spijbelde, en daarom vroeg ik U of U wist, dat Ka- rel niet op school was." „Och, nee, wéten... wéten... Hij zei 's morgens al: ik kan toch niets doen op school.'- „H'm. Is uw man ervan op de hoogte, dat Karei verzuimd heeft?" „Me man? Meneer, als die ervan hoort, wordt-ie woest gewoon... Och, U moest 'es weten, wat wij soms met die jongen overbrengen! En daarom, als het even kan, laat ik me man daarbuiten. Want de jongen is niet inschikkelijk en als z'n vader dan driftig wordt... Om de lieve vrede moet je wat doen..." De onderwijzer heeft geprobeerd deze moeder duidelijk te maken, dat wat zij „de lieve vrede" noemde op deze wijze toch nooit meer dan een tijdelijke vrede zou kunnen zijn; dat het op de duur funest moest werken, wanneer de jongen telkens weer in bescherming genomen werd tegen de gerechtvaardigde bestraffing door zijn vader en telkens eigen genomen beslissingen van hem werden goedge vonden, of minstens geduld. Op deze wijze zou hij zich kunnen ontwikke len tot een dwingeland, die alleen of in hoofdzaak aan zichzelf dacht en het vanzelfsprekend zou gaan vinden, eigen lust en luim te volgen. De moeder heeft geluisterd en ge knikt; en gezucht van dat het zo las tig was met die opgroeiende jongens en gezegd, dat meisjes veel gemak kelijker zijn... De onderwijzer heeft toen nog ge praat over de noodzakelijkheid van overleg en samenwerking tussen de ouders. En ook tussen ouders en school. En de moeder heeft opnieuw ge knikt en zelfs verklaard: ,.Ik wil wel, maar als je dan een huis vol leven krijgt..." Door die vrees voor „een huis vol leven" en de begeerte naar wat zij „de lieve vredenoemde, zou ze vermoedelijk de tucht in huis blijven opofferen, de jongen eigen zin laten doorzetten en hem zien opgroeien tot iemand, die vrijbuiterend naar eigen tuchtloze wil moeilijk zo ooit zou kunnen komen tot een zich voe gen naar geregelde plichtsvervulling; en voor goed een rustig, geregeld ge zinsleven onmogelijk maken... Met die troosteloze conclusie trok de bezoeker huiswaarts.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9