M
m
m
m m
m
m
B
m
m m
m
m m M n
m m m
B
m
W'
s -x
m
m
'M
m
■m
m
m
m
JU
m
ja' er u>as zeker iets voor de
Geurige, /O
kleurige Jzj avenaelbloesem
Om de li
ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954
Drie nieuwe
problemen
Speciale aandacht vragen we deze
week voor vriend Pranger, die met no.
220 iets aparts brengt. Onze trouwe op
losser v Dijk toont ook weer eens zijn
vindingrijkheid in het samenstellen cn
met het werk van Bouwman maakten
we in de vorige rubriek reeds kennis.
Ze zijn geen van drieën erg moeilijk,
deze vraagstukken, dus verklappen we
er verder niets over.
IJ 1
a m m
s
r mm
n
-JRlt
ji
0i
r(.
lts
1 a
üi
W m ISi
n n r-i iti
o o w
O <3
£3
De opgaven luiden: wit begint en wint.
Een blindpartij
Slechts enkele maanden scheiden ons
van de komende tweekamp om 's we
relds damhegemonie tussen titelhouder
P. Roozenburg, geboren Rotterdammer,
thans woonachtig te IJmulden en de
Leidcnaar W. Huisman, de winnaar van
het capdidatcntournooi. Het staat dus bij
voorbaat vast dat de titel binnen onze
landsgrenzen blijft. Dit is al zo sinds
1948, toen Roozenburg een einde maakte
aan de Franse overheersing door Pierre
Ghestem van diens titel te beroven.
Vroegere Nederlandse wereldkam
pioenen waren H. Hoogland (19121 en B.
Springer (1928) De laatste was bij de
start van het tournooi in Amsterdam al
sterk favoriet. Tevoren verwierf hij zich
reeds een onsterfelijke naam door en
kele malen een partij te spelen zonder
bord of schijven te zien, uit het blote
hoofd dus! Met zo iemand kon het nooit
goed aflopen zeiden sommigen, vroeg of
laat zou één of andere hersenstoornis
het gevolg Zijn
Later speelde Springer, evenals trou
wens de Rotterdammer Idzerda, er vier
tegelijk (blindsimultaan) en zowel Roo
zenburg als zijn uitdager hebben dit
aantal nu overtroffen, de wereldkam
pioen in een officiële séance met 5 en
Huisman officieus met 6 partijen.
En al deze wonderdammers leven nog,
in het volle bezit van hun verstandelijke
vermogens!
Als Huisman ergens simultaan speelt
cn er blijft tijd over, dan geeft hij door
gaans met genoegen een blindséance als
toegift. Meestal mag de „ziende" tegen
stander dan heel blij zijn als hij aan een
nederlaag kan ontsnappen, zoals onlangs
op een propaganda-avond in „Vrede
rust" te Bergen op Zoom, welke partij
we hier laten volgen:
IV. Huisman (wit)A. v. d. Kreeke (zw.)
1. 31—27, 19—23; 2. 30-31. 14—19; 3.
41—36. 10—14: 4 46—41. 17—22; 5 33—28,
22 <33; 6. 39X28, 11—17; een tamme zet,
welke een te gemakkelijke ontwikkeling
van de witte linkervleugel toelaat.
7. 27—22. 18X27; 8. 31X11, 6X17; 9.
36—31, 17—21; 10. 31—27. 12—18; 11.
4439. 21—26; 12. 41—36, 7—12; 13.
39—33. 1—6; 14. 49—44! (niet 50-44 we
gens de damzet 16—21, 18—22, 12X21,
23—29, 19X50; met de tekstzet geeft de
blindspeler duidelijk te kennen deze
valstrik te hebben „gezien"!)
14- 2—7; 15. 34—30, 20—24; 16.
30—25, 7—11; 17. 44—39. 11—17; 18 37—
31. 26X37; 19. 42X3J. 17—21; 20. 31—26,
12—17; 21 47—42. 17—22; 22. 28X17
(hier beter dan 26X17; de randschijf-
positie is wel zo sterk tegenover de
reeds enigszins uitgeputte korte vleugel
van zwart)
2221X12; 23. 42—37, 14—20:
24. 25X14. 9 x 20; 25. 33—28. 4—9; 26.
39—33. 5—10; 27. 50—44, 10—14; 28. 44—
39. 2025; (I.p.v. deze was ook 1217
mogelijk. Neemt wit dan de z g. Kikke-
zet, dan komt hij bedrogen uit: 2721?
32X12. 12 X 33. 36 X 47. nu zwart 28—32,
24—30. 20X49!)
29. 37—31. 14—20; 30. 48—42. 9—14; 31.
4237. 2429; 32. 33X24. 20X29; 33. 27—
22. 18X17; 34. 31X22. 12—17; (12—18 was
belet door 39—33. 33X24. 28x10 enz. met
SC35i.r22XS11,V6X17; '36. 40—34, 29X40; 37.
46 X 34. 13—18: (natuurlijk niet 14—20
wegens de schijfwinst 3429, 39X30,
28—22, 32 X 25)
De stand na
luidt thans:
zwart',
37e zet
(13—18)
H
m
i£>
m
H
O,
mm
S
B
s
Ji
Zwart: 3, 8, 14/19, 23. 25.
Wit. 26. 28. 32. 34/39. 43.
38. 28—22. 18X27; (zwart durft blijk-
baar de aangeboden schijfwinst niet te
nemen uit vrees voor een snelle witte
doorbraak aah zijn korte vleugel. Door
18x27 te slaan houdt hij deze doorbraak
evenmin tegen. Ofschoon zwart na de
gedane slag de remise-haven wist te be
reiken is het zeer de vraag of 17X28
niet beter was. Slechts een diepgaand
onderzoek in dit bestek niet moge
lijk zal een antwoord hierop kunnen
geven. Als leiddraad voor eigen onder
zoekingen geven wij de volgende vari-
17X28, 34—29, 23X34. 32X12, 8X17,
39X30, 25 '34. 36—32 A, 17—22, 37—31,
22—28, 32 X 23, 19 x 28. 26—21. 16 X 27,
31x33 en zwart bereikt gemakkelijker
zijn doel dan in de partij. Bij A diene
men echter weer de zet 37—32 i.p.v.
3832 te bekijken Zwart zal zich dan
weer anders moeten verdedigen, maar
kan o.i. door zijn materiële meerderheid
gelijk spel houden).
39. 32X12. 8X17: 40. 36—32, 3—8; 41.
32—27. 8—12; 42. 37—31. 15—20; 43.
27—21. 16 X 27; 44. 31X11. 12—17; 45.
11X22. 23—29; 46. 34 x 23. 19x17; de door
braak is voorlopig afgewend ten koste
van een schijf. 47. 36—31, 14—19; 43.
31—27, 19—23; 49. 27—21, 17—22; 50.
21—16, 23—28 51. 16—11. 28—32; 52.
11—7, 32—37; 53. 7—1, 37—41; 54. 1—29,
4118! 55. 29X15. 22—27; (dreigt 27—31)
der ogen kreeg, zag hij zwarts bedoe
ling: 25—30. 35X24, 32—28. 43X32.
46 X 43. Zeer bekwaam heeft zwart op
deze remise aangestuurd.
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W Jurg. Jan
Luyicenlaan 12. Den Haag.
Horizontaal: 1 Deze drank maakt erg
dom. 3 En deze drank maakt warm.
5 Dit dier was eerst zeer behoeftig,
6 Wat een levenslucht heeft deze larve.
7 Een stuk van de leidsel. 8 Een munt
van ijzerhoudende aarde, 9 Bij het be
proeven zonder Japans geld verschijnt
een leuke snuit, 11 De stand der edelen
maakten een bergplaats, 13 Uit dit stuk
hout komt een nog flinker stuk hout,
15 't Was eerst erg nauw In deze bos
aanleg. 17 De vogel gaat en de bloei-
wijze ontstaat, 18 Onbedorven is he>t
vosje zonder staart. 19 Bij de wissel-
borgtocht is de verschoten kleur ver
dwenen. 20 Dit speelgoed heeft geen
bestemming. '21 Een auto zit niet meer
in ondiep stilstaand water, 22 Dit
lichaamsorgaan was wel erg onbedorven.
Verticaal: 1 Een stukje stad uit de
staart, 2 Een knaagdier met masker
wordt een knaagdiertje. 3 Toen de ver
laagde toon uit de ruzie ging kwam een
insect 4 De militairen voelden meer voor
de kraan dicht. 10 Ook deze vlaktemaat
heeft een tydperk in te luiden, 12 Keer
tie dame om en om, ze blijft gravin,
13 Een lijntje heeft deze heilige met
stuk chocolade. 14 Geef Nel een kleedje,
ze maakt er wel iets van om te dragen,
15 Deze grappenmaker kan pronken
door een vruchtvliesje, 16 Alle ringetjes
uit het harnas is je reinste waanzin.
Inzendingen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a s. aan het bureau
van dit blad. In- de linkerbovenhoek aan
de adreszijde vermelden: „Puzzle-op-
lossing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5;
2. t 2.50 en 3 f 2 jjO.
Horizontaal: l Holster. 8 Sater, 10 A.P.
12 Fel. 13 Ho. 14 Boa. 16 Big, 17 On
dergang. 19 Er. 20 De. 21 Praline. 24 Pa.
25 Oe. 27 Schrander. 31 Aha 32 Eed,
33 Lt.. 34 Bok, 36 Ne., 37 Hamer. 39
Paradijs.
Verticaal: 2 Osi 3 Laf, 4 Steur. 5 Tel.
6 Er. 7 Baboe. 9 Rogge. 11 Pon. 13
Hinde. 15 Ader, 16 Ba, 18 Era. 21 Pacht,
22 Ion. 23 Nede. 24 Psalm, 26 Order.
28 Ha. 29 Aroma. 30 Een, 34 Bar, 35 Ked.
37 Ha. 38 RU.
Geval zondereind(IV)
sociale werkster te doen. Als
zodanig reeds, want levende bed
den en baby's met longontsteking
vallen niet meer zo van zelf uit
de lucht, en men dient te weten
hoe alle narigheid ontstond en
ook hoe men uit de impasse kan
raken. Maar de sociale werkster
zei meteen, toen ik haar het een
en ander vertelde: ,,Wat raar dat
ze al een eigen huis hebben. Hoe
kan dat nou?" en ik voelde me
beschaamd, want dat had ik óók
behoren mezelf af te vragen in
een maatschappij waar duizenden
veel-langer-gehuwden nog steeds
naar zo'n bezit snakken. Be
schaamd, maar ook wat opge
lucht: ik wist toen al wel dat zij
dergelijke geheimen ontraadselen
kon.
Dat betekent niet dat ze een
uur later alle gewenste nadere in
lichtingen kon opspuiten. Om een
beetje inzicht te krijgen tn de
gezinsverhoudingen heeft ook zij
de nodige tijd moeten besteden.
Men kan in de volkswijk niet maar
eventjes inlichtingen inwinnen.
Men kan dat niet aan de hand van
duidelijke vragenformulieren in
triplo in te vullen met blokletters,
want de schoolopleiding heeft die
normale mogelijkheden van onze
geadministreerde samenleving
nimmer voorzien. Maar men kan
dat evenmin door een reeks vra-
(jpn af te vuren, die vermoedens
zouden doen rijzen aan een soort
politionele inquisitie waarop de
geïnterpelleerde persé niet gesteld
is. Neen. men moet luisteren. Men
moet als een detective te werk
gaan en als een kruiswoordpuzze
laar woord aan woord, zin aan
zin smeden. Waarbij "»en dan zo
nu en dan uit vorige gesprekken
iets in een breder verband moet
zien te gieten, om zodoende een
gehele levensgeschiedenis op te
bouwen. Maar omdat er nu een
maal op deze wijze gewerkt pleegt
te worden, kregen we uiteindelijk
toch een totaal beeld. Geen fraai
beeld helaas.
Het vrouwtje heet Sjaan Nieveel,
en ze is al zeventien jaar als het
Uit de
VOLKSWIJK
verhaal begint. Dat is niet zo heel
oud, maar als men niet met jaren
maar met ondervinding rekent, is
dat Sjaantje Nieveel bij de aan
vang van de historie al aarts
vaderlijk bejaard. Neem nu maar
eerst dat ze behoort tot de jong-
sten van een groot gezin, en dat
ze dus van haar eerste levensdagen
omringd geweest is door louter
drukte en herrie, door gekijf en
gekrijt. Met zes oudere broertjes
en zusjes beleeft men heel wat.
Dat is reeds het geval als men
opgroeit in een beschermd milieu,
toaar bokjes en schaapjes geschei
den leven, of althans slapen, en
HAAR grote donkere kijkers
zagen alles, doch weinig
verheffends
waar ermee gerekend wordt dat
kleine potjes ook oren en oogjes
hebben en dus op hun tijd ge
ïsoleerd dienen te worden. Maar
dat is nog veel meer het geval als
heel die familie met een geschei
den vriendje van Vader, die het
eigen huis ontvluchtte om bij
vreemden wat hartelijkheid ran
de meest tastbare aard op te doen
(Sjaantjes oudste zus is zeventien
jaar ouder dan zij, en de rest snapt
u wel!) twee kamers delen moet.
Ik ga daar niet uitvoerig over
worden, maar U verstaat dat
Sjaantje toen ze zes was, al vol
maakt was voorgelicht. Of liever,
volstrekt onvolmaakt was voor-
gelicht. Haar grote donkere kij-
kers zagen alles, doch weinig ver- g
heffends.
Kent Sjaantje dus een belang-
ryk en essentieel stuk van het 5
leven heel veel andere dingen
kent ze beslist niet. Haar school-
kennis drie klassen voorberei- b-
dend onderwijs, zeven klassen X
(helaas, vaak dezelfden, want ze 5
doubleert nog al eens) lager on- If
derwijs bestaat uit enkele alge- 5
mene richtlijnen met veel hiaten. ft
Zoiets als een kanten sprei met ft
gaten: hier en daar houden rest- ft
jes van draden nog de boel bijeen. ij.
maar blijft er met je vingers af, ft
want anders scheurt alles uiteen.
Het rekenen gaat. zolang ze iets ft
te ontvangen heeft bij de uit- ft
gaven loopt het onmiddellijk ft
spaak: vandaar ook dat lege huis,
want afbetalingsmagazijnen halen 4
prompt het geleverde terug als er ft
geen termijnen worden voldaan.
Het lezen vertoont bedenkelijke 0-
lacunes, maar dat is' overkomelijk. ft
want de krant noch de Bijbel in- in
teresseren Sjaantje. Over schrijven ft
zwijgen we liever. Maar het erg- 3.
ste is dat ze niets van de huis-
houdelijke vakken weet. Wassen, i>
stoppen. naaien, koken het wa-
ren op kleuter- noch lagere school ft
rapportcijfervakken, maar ze zou
er ook thans nog hoogstens een I
voor krijgen. In 1944 was men nog
niet zo ver dat men er zelfs maar
over dacht om in de hoogste klas
sen de eerste beginselen dezer
kunsten te doceren. Men dacht
trouwens in 1944 enkel over bon
nen en bommen. Maar hoe kun je
een gezinnetje besturen met zo
weinig vakkennis?
En die drie jaren tussen school
en huwelijk dan'' Wel. snijdt van
die magere tijd één deel oorlogs
winter en één deel zwangerschap
af en ge houdt nauwelijks twee
jaren, minder nog, over. En die
bracht Sjaantje door in een zaak.
Als boekhoudster beweerde ze
eens. In werkelijkheid als durels-
toejaagstertje, dat soms eens wat
mocht verkopen en dan prompt
de klanten verkeerd bediende. Is
dat nu een basis voor een huwelijk?
Maar wat rest je te doen. als je
dan toch in dat wankele schuitje
moet stappen?!
WIJKPREDIKANT.
ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954
3
KOMT VAN VERRE VELDEN
Dorpsvrouwen en schooljongens verdienen graag oogstgeld
lavendelwater. Hij doet dit volgens
een alleen hem bekend eeuwenoud
recept. De meeste olie wordt echter
uitgevoerd, vooral naar de Verenigde
Staten. Menig voetganger, fietser of
automobilist maakt voorts gebruik
van de geboden gelegenheid om voor
twee kwartjes per stuk een of meer
bossen lavendelbloesem te kopen, zij
het voor opfleuring van de huiska
mer. zij het om thuis te drogen en
nadien te gebruiken in linnen- of kle
renkast.
7JUGUSTUS en September zijn de
maanden, waarin de lavendel
wordt geoogst. Uit vele dorpen ko
men dan de vrouwen en de school
jongens naar Linn Chilvers' tuinen
om de bloemstelen met een klein
mesje stuk voor stuk af te snijden
en met dit werk een aardige extra
duit te verdienen. Om een met laven
del bebouwde oppervlakte van ten
naaste bij vijftig hectaren bloem voor
bloem af te oogsten vraagt gestadige,
noeste arbeid van zeer velen!
Is de oogst in volle gang, dan is
het een lust voor het oog, te kijken
naar die prachtige, paars-lila bloe-
mentapijten, waarin zich de plukkers
en pluksters gebogen voortbewegen.
De heer Linn Chilvers is tevreden
met de door hem in de loop der ja
ren behaalde resultaten. Ik ben zo
zeer lavendel-man geworden zegt
hij dat het mij opvalt, als ik er
gens kom. waar ik geen lavendellucht
aantref! Maar als u mijn akikers be
ziet, begrijpt u dadelijk, dat ik aan
mijn tuinen en aan mijn lavendel
erg verknocht ben.
Onze verzekering, dat we dit ten
volle begrepen, bevatte geen zweem
van overdrijving.
leve vrecie
3(l(
(Van een medewerker) bloemen worden in ketels geperst.
Door die ketels wordt stcvorn geleid.
Die stoom neemt de olie als.het ware
mee en als later de stoom afkoelt
is de zuivere lavendelolie verkregen.
WWWÏVWWWOWWWM
ït
Paars-lila is de gloed, die ligt ft
boven de lavcndelakkers. Bloem ft
g voor bloem wordt afgesneden.
Kostelijke, kostbare lavendel- g-
olie vindt weer haar weg naar ft
vele landen op aarde. ft
Een betrekkelijk eenvoudige wijze
van destilleren dus! Zuivere lavendel
olie is zeer kostbaar, want er zijn
heel wat paarse bloempjes nodig om
een kleine hoeveelheid van die olie
te brouwen!
De heer Linn Chilvers maakt, zij
het in kleine hoeveelheden, zelf ook
1KTIE herinnert zich Grootmoeders
linnenkast niet, die zo lekker
placht te ruiken? En wie verbindt
met die lekkere, ouderwetse geur niet
de gedachte aan lavendel? In Neder
land is er van lavcndelteelt op grote
schaal geen sprake. In Engeland daar
entegen worden die geurige, kleurige
bloemen veel verbouwd. Daar te lan
de is de lavendelcultuur reeds vele
eeuwen oud. Ook thans nog vindt men
in vele graafschappen de paars-lila
akkers. Vooral in Norfolk, Enge-
lands belangrijkste lavendel-graaf
schap. Daar, in Norfolk, leent de bo
dem zich bij uitstek voor de teelt van
de lavendelplant.
De grootste lavendel-kweker van
Norfolk is de heer Linn Chilvers. Hij
woont in het plaatsje Hunstanton.
Zijn lavcndeltuinen beslaan een op
pervlakte van bijna 500.000 m2.
Hunstanton ligt nabij de zee en Linn
Chilvers' akkers liggen zowel rond
om als in de bebouwde kom van het
dorp. Die „dorpslavendeltuinen" zijn
bijzonder mooi en geurig in de zo
mer. Geen wonder dus, dat duizen
den toeristen een tochtje naar Huns
tanton maken om daar te genieten
van de bloesempracht en de heerlij
ke geur.
Linn Chilvers begon een twintigtal
jaren geleden met de teelt van la
vendel. Dat was in 1934. Spoedig
kreeg hij echter te kampen met een
ziekte, die grote schade aan zijn ge
was toebracht. In andere lavendel
streken trad en treedt dezelfde ziek
te op Men poogde om het euvel door
bespuiting cn besproeiing onder de
knie te krijgen, doch tot dusver werd
geen stof gevonden, die de ziekte neu
traliseert. Alle lavendel-kwekers zijn
het er over eens, dat er maar één
afdoend middel is: de aangetaste
planten verbranden. Dit verklaart,
waarom men soms door de paarse
velden zwarte banen ziet, gevormd
door de verbrande planten. Kaal zijn
die „brandgangen". Scherp contras
teren zij met de fleurige weelde el
ders op de velden.
DE Engelse lavendel is wijd en zij
beroemd om zijn heerlijke, duur
zame geur. Hij is daarom zeer ge
vraagd door parfum-fabrikanten in
vele landen ter wereld. Zij gebrui
ken de lavendel-olie om er lavendel
water mee te maken. Ook naaien zij
wel plukjes gedroogde bloesem in
sachets, die dan dienen om linnen- en
klerenkasten „op geur" te houden.
Een heel kleine hoeveelheid la
vendel-olie bevindt zich beneden in
elk bloempje. Grote hoeveelheden
KAREL verscheen op school met
een groot verband om zijn rech
terhand, wat hoe betreurenswaar
dig misschien op zichzelf een ver
heugende aanleiding was om, wan
neer er schriftelijk werk gemaakt
moest worden niet mee te doen. Ka
rei had op dat niet-meedoen gerekend.
Uit wijze voorzorg torste hij in
zijn tas een prachtig-mooi, dik bibli
otheekboek mee; en niet zodra haal
den de anderen hun schriften te voor
schijn om een opgegeven thema te
gaan maken, of Karei legde zijn lees
boek op de bank, deponeerde er de
monstratief de verbonden hand naast
en wilde zich in zijn lectuur verdie-
De onderwijzer kwam voorbij en
legde de jonge man uit, dat hij toch
beter zijn tijd besteden kon aan het
bestuderen van de zoëven behandelde
stof.
Die middag was Karei niet op
school.
De volgende ochtend evenmin en
een van zijn makkers wist mede te
delen dat Karei had gezegd, met het
mooie weer op straat te blijven... Als
het regende, kwam hij wel in de
school zitten
Gevolg van deze mededeling; een
briefje naar huis, naar Kareis vader.
Geachte Heer.
Gistermiddag en vanmorgen is Uw
zoon Karei niet op school verschenen
Mag ik, liefst even onder op dit vel
papier, van U vernemen of U zulks
bekend is en wat van zijn verzuim de
reden is?
Heerlijkbijna bedwelmend is de geur van rijpe lavendelbloesem.
Een jongen werd met dit briefje
naar Kareis huis gestuurd en kreeg
de boodschap mee: op antwoord
wachten.
Hij bracht antwoord terug:
M.,
Karei moet op advies van de dokter
zijn vinger in een doek dragen en
niet gebruiken, maar Maandag zal hij
wel weer eens proberen of het gaat.
Hoe maakt hij het op school met
zijn werk en gedrag?
Het briefje droeg de ondertekening
van de moeder.
De onderwijzer zag onmiddellijk bij
lezing, hoe een antwoord op zijn
vraag vermeden was. Vermoedde,
dat de oorzaak hiervan lag in een
niet-willen schrijven van de waarheid
en evenmin willen leveren van een
schriftelijke leugen.
Karei was een ongemakkelijk heer:
Zou hij thuis misschien zijn zin we
ten door te zetten? In ieder geval:
een bezoek adti dat „thuis" zou waar
schijnlijk nuttig kunnen werken.
Moeder was thuis; vader niet.
„Ja, ziet U, juffrouw, ik kom maar
even aan Want eerlijk gezegd: in
Uw briefje vond ik geen antwoord op
mijn vraag. Wij hadden reden om
aan te nemen, dat Karei spijbelde, en
daarom vroeg ik U of U wist, dat Ka-
rel niet op school was."
„Och, nee, wéten... wéten... Hij zei
's morgens al: ik kan toch niets doen
op school.'-
„H'm. Is uw man ervan op de
hoogte, dat Karei verzuimd heeft?"
„Me man? Meneer, als die ervan
hoort, wordt-ie woest gewoon... Och,
U moest 'es weten, wat wij soms met
die jongen overbrengen! En daarom,
als het even kan, laat ik me man
daarbuiten. Want de jongen is niet
inschikkelijk en als z'n vader dan
driftig wordt... Om de lieve vrede
moet je wat doen..."
De onderwijzer heeft geprobeerd
deze moeder duidelijk te maken, dat
wat zij „de lieve vrede" noemde op
deze wijze toch nooit meer dan een
tijdelijke vrede zou kunnen zijn; dat
het op de duur funest moest werken,
wanneer de jongen telkens weer in
bescherming genomen werd tegen de
gerechtvaardigde bestraffing door
zijn vader en telkens eigen genomen
beslissingen van hem werden goedge
vonden, of minstens geduld. Op deze
wijze zou hij zich kunnen ontwikke
len tot een dwingeland, die alleen of
in hoofdzaak aan zichzelf dacht en
het vanzelfsprekend zou gaan vinden,
eigen lust en luim te volgen.
De moeder heeft geluisterd en ge
knikt; en gezucht van dat het zo las
tig was met die opgroeiende jongens
en gezegd, dat meisjes veel gemak
kelijker zijn...
De onderwijzer heeft toen nog ge
praat over de noodzakelijkheid van
overleg en samenwerking tussen de
ouders. En ook tussen ouders en
school.
En de moeder heeft opnieuw ge
knikt en zelfs verklaard: ,.Ik wil
wel, maar als je dan een huis vol
leven krijgt..."
Door die vrees voor „een huis vol
leven" en de begeerte naar wat zij
„de lieve vredenoemde, zou ze
vermoedelijk de tucht in huis blijven
opofferen, de jongen eigen zin laten
doorzetten en hem zien opgroeien tot
iemand, die vrijbuiterend naar eigen
tuchtloze wil moeilijk zo ooit
zou kunnen komen tot een zich voe
gen naar geregelde plichtsvervulling;
en voor goed een rustig, geregeld ge
zinsleven onmogelijk maken...
Met die troosteloze conclusie trok
de bezoeker huiswaarts.