Bloemlezing van na-oorlogse poëzie van cle christelijke dichters Jiere regeert ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954 HET is zeer belangrijk de christe lijke lezer van tijd tot tijd te confronteren met wat hij aan schoon op eigen literair erf bezit. Niet min der belangrijk is het voor hen die buiten het christelijk erf staan en me nen, dat de christelijke auteur in dit geval de dichter nog lang niet aan een erkenning toe is; een ge dachte die soms ook wel leeft in ei gen kring, waarom men dan ook dik wijls geen moeite doet kennis van dit werk te nemen. Men weet soms nog wel van een Anema, van een Willem de Merode of van een meer populaire Jan H. de Groot, maar verder moet men meestal niet vragen. Daarom is de verschijning van de bloemlezing „Vloedlijn" toe te juichen, waarin ons een overzicht wordt geboden van de na-oorlogse poëzie van onze christe lijke dichters, die leiden kan tot een kennen en liefhebben. Het experimentele karakter van het werk der moderne dichters heeft er zeker de laatste jaren niet toe ge leid, de belangstelling voor dit genre levendig te houden. En toch, hel is niet goed zich er zonder meer van af te keren. De worsteling om een nieu we vormgeving is niet zonder zin, in tegendeel, het hangt samen met de spanningen en geestelijke achtergron den van onze tijd. Het is niet alleen de lust tot het experiment, dat de dichter drijft, het is hem opgelegd. Wie het moderne gedicht „onder gaat", ondergaat ook de levensdrang, de noodzaak. Hij zoekt in zijn werk naar een totaliteit in de uitdrukkings vorm, naar een omvatten en een dra gen van het leed der wereld en hier uit wordt het experiment gevoed tot soms overmatige spanningen, die het woord uitzuigen tot de laatste drup pel leven. Maar de nuchtere mens, hij, die de ontroering, de zuiver menselijke ontroering zoekt, stuit hier op een, op het eerste gezicht. (Vervolg van pag. 1) Speten parkeren verplicht voor wie ter veemarkt gaat Voor het vee zijn speciale drenk plaatsen op verscheidene plekken gemaakt. Graansilo's moesten worden gebouwd om hongersnood tegen te gaan als de oogst eens tegenvalt en tevens om te zor gen, dat de mannen, die verplicht zijn elders te werken om nieuw land te winnen, voldoende te eten krijgen. Ook werd er het een en ander gedaan om de Iraqw en Mbulu enigermate te ontwikkelen Beide stammen behoren namelijk tot de primitiefste in Oost-Afrika Doch de mannen en vrouwen bleken bevattelijk en aanvaarden het nieuwe Moeilijker was het, om duidelijk te maken, dat al die verbeteringen geld kosten. Het vijfjarenplan is geraamd op een bedrag van 1.250.000.Een vierde deel van dit bedrag beta len de Iraqw en Mbulu zelf. Lon den zorgt voor de rest. Het eigenlijke werk komt ge heel voor rekening der Afrikanen. Maar zij slaagden en als het plan ten volle ten uitvoer zal zijn ge legd, is er een gebied van circa 18.000 km2 in Noord-Tanganyika als woongebied gered. Hard en gestadig werken de eens zo ge duchte krijgers der Iraqw en Mbulu nu voor het welzijn van hun vaderland. Natuurlijk is nog niet alles geheel in orde en komen er nog wel eens min of meer onaangename verrassingen voor, doch de leden van beide stammen kennen thans het klap pen van de zweep en daarom is hun toekomst verzekerd. Toch blijft vooralsnog „Speren parkeren verplicht" een noodza kelijke maatregel. De Iraqw en Mbulu zijn nog te kort geleden de moderne wereld binnengeste vend om dit parkeer-gebod buiten werking te stellen. geëxalteerdheid die hem onmiddellijk tegenstaat. De tragedie van een verloren pa radijs wordt eerst volstrekt een tra gedie, wanneer men het uitzicht op een nieuwe hemel en aarde verliest. De dood wordt het bitter noodlot, als hij het einde aller dingen is. Hier bij moot de ziel in nood geraken en omkomen! Verrassende handel die veel schoons op eigen erj toont Maar juist hier onderscheidt zich de christelijke dichter. Naar de mens ondergaat ook hij het leed der we reld want niet altijd staat zijn ge loof sterk en onwankelbaar in de branding maar hij behoeft het leed niet te dragen. Als hij klaagt, klaagt hij met de hoop op Christus en de ze levenshouding zet onmiskenbaar een stempel op zijn werk. Er is geen vlucht, geen eeuwige ondergang, maar uiteindelijk een zich gewonnen geven aan de leiding Gods. Natuurlijk, elke tijd zet mede zijn stempel op de vorm, en dat de chris telijke dichter ook hier de vruchten plukt van de experimentelen laat zich denken. Het zou waarlijk een interessante studie op zichzelf zijn de voorgaande bloemlezingen met „Vloedlijn" te vergelijken en de in vloeden te ontdekken, zonder dat daarbij het eigen geluid verloren is ge gaan. W. penscliouw Het was in 1918 dat P. Keuning voor het eerst met een overzicht kwam van de christelijke poëzie van na 1900, nl. de bundel „Christelijke kunst". Sindsdien is men dit voor beeld trouw gebleven en is van tijd tot tijd een „wapenschouw" gehou den. Daaraan hebben we het ontstaan te danken van de uitgaven „Stille opvaart", „Het derde reveil", Chris telijke dichters van deze tijd" en „Spektrum". De laatste bundel verscheen zestien jaar geleden en thans waren het P. J. Risseeuw, Koos van Doorne en J.' Das, die het initiatief namen tot de nieuwe bloemlezing „Vloedlijn", uit gegeven door de uitgever Bosch en Keuning te Baarn. Hoewel de verzamelaars behoren tot de kring van „Ontmoeting", heb ben zij hun keus van dichters niet tot deze kring beperkt, maar allen op genomen „voor wie Christus in het centrum van hun geestelijk leven staat". Zo luidt de term door de verzamelaars in de inleiding gebruikt. Dit is een waardeerbaar standpunt geweest. Bij alle gedachten, die men in het woord „Vloedlijn" heeft willen vast leggen is dit wel een van de meest sprekende, dat de vloedlijn is het grensgebied waar kracht en tegen kracht elkaar ontmoeten in een voort- l „Toen Abimelech drie jaar over Israël had geheerst, zond God een boze geest tussen Abimelech en de burgers van Sichem, zodat de bur gers van Sichem ontrouw werden aan Abimelech, opdat de misdaad, begaan aan de zeventig zonen van Jerubbaal, vergelding zou vinden Richtcren 9 22 e.v. WIJ geloven dat de Here regeert. Zijn doen is enkel majesteit. Daar in ligt al opgesloten, dat wij die re gering Gods niet begrijpen. Wc zien het, maar we doorgronden het niet. Toch zijn er wel gelegenheden, waar bij de Here ons iets laat zien van Zijn durende werkzaamheid: de zuigkracht van de stroom, het bestand van de be lopen grond! Zij bepalen het verloop van de vloedlijn, die op haar beurt de zwakte en de sterkte registreert, de uitschieters en de inhammen te kent. Deze lijn van hoop, geloofs kracht, zwakte en inzinking tekent zich ook af in deze bloemlezing. We zullen er ook onze eigen lijn in ont dekken en dat kan niet anders dan vruchtbaar zijn. Kanttekeningen Wat de bundel zelf betreft, daar over zouden we nog het volgende wil len opmerken: Elke bloemlezing is een resultaat van keuze, en daarover valt uiteindelijk niet te twisten, maar enkele dichters, die we in hun na-oor logse publicaties hebben kunnen vol gen, zouden we soms graag met an dere verzen vertegenwoordigd zien. Ook missen we b.v. de naam van A. Wapenaar, die toch ook na de oorlog gepubliceerd heeft. Had dit een spe ciale reden? Voorts hebben de ver zamelaars de alphabetische volgorde gekozen, wat o.i. toch niet geheel bevredigend werkt. Groepering van de ouderen en jongeren onder onze dichters zou misschien geholpen heb ben het inzicht en het overzicht te verdiepen. Dit zijn echter maar enkele kant tekeningen, want de uitgave als ge heel is en blijft belangrijk. Zij is uit stekend verzorgd en behoort in de boe kenkast van elke lettervriend en ze ker in elke christelijke bibliotheek. HERM. STEGGERDA bedoelingen. We behoeven er dan niet naar te raden, neen, dan zegt de Here het zelf duidelijk. Dan wijst Hij als het ware met Zijn vinger aan, welke be doelingen Hij heeft met bepaalde ge beurtenissen. Die aanwijzingen vindt u in de Bijbel- o.a. in Richteren 9. Gideón. hier Jerub- baiil genoemd, heeft geijverd voor de Here, maar is toch niet ontkomen aan heidense invloeden. In het hebben van meer vrouwen heeft hij geleefd als een oosters vorst, heeft hij als Richter een slecht voorbeeld gegeven. Na zijn daad wreekt zich dat kwaad. Meer dan 70 zonen zijn er. Wie zal de leiding van vader overnemen? Wie zal Richter wor den over het volk des Verbonds? Abi melech neemt een beslissing. Hij doodt bijna al zijn broeders en heerst zo drie jaar over Israël. Hij is geen koning, geen richter. Hij heerst alleen maar. Na drie jaar heeft Israël daar al genoeg van en aan die heerschappij wordt door verraad een einde gemaakt, 's Levens beloop! Ja, dat ook. Maar heel duidelijk wordt ons gezegd, dat het de Here Zelf is, die door een boze geest de verhoudingen laat ver derven. Daarbij wordt ons 's Heren doel meegedeeld. De Here wreekt op deze wijze het vergoten bloed. De vraag kan hier gesteld worden: mag men zo de wraakgedachte op de voorgrond plaatsen? Is hier dan geen Evangelie te vinden? Ik zou die tegenstelling niet willen maken. Het Evangelie, dat Jezus Christus voor zondaren gestorven is. houdt toch ook in, dat God de zonde met de dood gestraft heeft aan Zijn Zoon? Door het wreken van het vergo ten bloed, dus door de wraak des Heren over Israels zonde, wordt de zonde in dat volk bestreden en dat ls 't begin van de verlossing. Anders gezegd: Hei dense praktijken beginnen hun invloed uit te oefenen op Gods volk. De Here verstoort dat door een boze geest en de heerschappij van Abimelech, rustend op broedermoord en geweld, wordt door de Here Zelf beëindigd. En dan ligt 's Heren doen en 's mensen handelen voor ons oog als door elkander vervloch- Een verhaal, zonder meer? Een verhaal met een zedelijke strek king? Meer dan dat. De Here zegt ons dui delijk, dat Hij regeert en dat Hij, soms door middel van mensen, de dingen zo leidt als het Hem behaagt. Wat zijn er velen, die met die regering Gods niet meer rekenen. En wat heeft de we reld te vechten tegen boze geesten. Zien wc wel voldoende, dat de Here zo, door oordelen heen, leidt naar de verlossing? Zien wc. dat het oordeel op Christus gekomen is en dat zo verlossing moge lijk is? Dan is deze geschiedenis zeer leerzaam. Doorzichtig zelfs! Dan ls 't laatste woord hier niet: de wraak des Heren. Dan mag het laatste woord hiër zijn: voor gelovigen. Gij vindt In gunst en niet in wraak Uw lust, De hitte van Uw gramschap is geblust ]?EN Rotterdamse glaivnwasser kijkt niet op een raam meer oj mindermaar je moet geen hoogtevrees hebben by zulk 'n karweitje I ZONDAGSBLAD 7 AUGUSTUS 1954 5 inula eenmaal van weRelbBetekenis, nu onoekenöe PROvinciestaö BIM-bam! Bim-bam! Helder en klaar klinken de tonen van de Gunilla-klok over het oude Uppsala, de Zweedse Universiteits stad, ruim 70 km ten Noorden van Stockholm gelegen. Die morgenklok betekent voor ve len: reveille. Men zou in Uppsala deze klok niet graag willen missen. Het is een eeu wenoude traditie, dat 's morgens en 's avonds de klokkenluider de steile ladder van de klokkenstoel op de heu vel bij het Slot opklautert om de bronzen stem van de oude klok te doen horen. Wie bij, of beter nog: op de ladder van de kleine klokken toren staat, heeft een prachtig pano rama over een deel van Uppsala. lijke taal vie slechts luisteren Stoer en sterk verheffen zich de muren van het oude Uppsala slot met zijn twee ronde torens boven de bomen van het slotpark. Hier spreekt de historie een duide- kRuqeR-museum in cl&R€ns-montR€ux VIJFTIG jaar geleden, op 14 Juli 1904, stierf te Clarens in Zwitser land Paul Kruger, President van de Zuid-Afrikannsc Republiek. Hij woonde daar gedurende het laatste jaar van zijn leven in een villa vlak aan het meer van Genève, nadat hij in 1900 zijn land verlaten had om een vergeefse reis door Europa te beginnen, teneinde steun te zoeken voor de zaak der Boeren. In November 1900 arriveerde hij met do Nederlandse kruiser ..Gelderland" te Marseille. Hij werd te Parijs ontvangen door de toenmalige president van de Franse Republiek, Loubet, en begaf zich vervolgens naar België en naar Neder land, waar ook Koningin Wilhelmina hem ontving. Om gezondheidsredenen verbleef hij enige winters aan de Fran se Rivièra, alvorens hij zich in 1903 te rugtrok in de kleine villa te Clarens. waar hij een jaar later overleed. Deze villa is nu museum. Een archi tect heeft de kamers ingericht zoals de ze 50 jaar geleden waren, met meubels en verdere aankleding uit die tijd. De tuin. die door een weg van het meer is gescheiden, ziet uit op het tegenwoor dig bewoonde eiland Salagnon. Onlangs is dit Kruger-Museum ge opend in tegenwoordigheid van vele be- "kendc persoonlijkheden, die door de re gering van de Zuid-Afrikaanse Republiek daartoe waren uitgenodigd. Dr. P. R. Botha, gezant van Zuid-Afrika te Brus sel is benoemd tot curator van het Mu- Tijdens de openingsplechtigheid hield hij een toespraak in het Afrikaans, En gels en Frans, waarin hij o.a. zei, dat de villa was aangekocht door het Zuid- Afrikaanse volk als een herinnering aan zijn grote vrijheidsheld Kruger. Dr. Botha dankte namens zijn regering de autoriteiten van het kanton Vaud en de stad Montreux voor de gastvrijheid, die zij Paul Kruger destijds hebben ver leend. Namens het kanton Vaud werd door de heer Jaquct en namens Montreux door de burgemeester, de heer Vogelsang, het woord gevoerd. Eerstgenoemde vertelde, r hij destijds als schooljongen In dit slot nam Gustaaf Adolf met zijn rijksgroten in 1630 het verstrek kende besluit deel te nemen aan de dertigjarige oorlog in Duitsland.. In deze strijd, die parallel liep met het laatste tijdperk van onze tachtigjari ge oorlog, koos hij de zijde der Pro testanten. Ja, in die tijd toen Zweden nog een grote rol speelde in de internationa le politiek van zijn tijd, toen Zwe den evenals de kleine Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden nog tot de grote mogendheden gerekend kon worden, was menig besluit in Uppsa la's slot genomen, van wereldhisto rische betekenis. Die tijden zijn reeds lang voorbij. Zweden is geen grote mogendheid meer. En Uppsala is voor velen, bui ten Zweden, slechts een onbekende, stille provinciestad. Maar in de avond van 30 April is het toch in het prachtige park bij de aloude burcht en de kleine klok kentoren vol leven en vertier. Dan is de Slotberg voor geheel Zweden tot een symbool van de jeugd en de len te. Immers dan verzamelen zich in de Walpurgisnacht de duizenden stu denten en zij zingen onder fakkel- schijn van een nieuwe lente, die weer is aangebroken. Dan klinken ook weer de liederen van de zangerprins Gustav von Carl Eldh, die zelf slechts 25 jaar oud ge worden, zijn volk en vooral de stu derende jeugd zoveel schone liederen heeft nagelaten. Gloed der vuren Walpurgisnacht hoog laait de gloed der vreugdevuren op alle heu vels en hoogten in en rondom Uppsa la op. Een duizendkoppige menigte beweegt zich bij het licht van flakkerende flambouwen met vaandels en vlag gen naar de Slotberg. Daar bereikt het lentefeest zijn hoogtepunt! Zwart en scherp tekenen de silhouetten van de torenspitsen der St. Laurentius kathedraal zich af te gen de nachthemel... Het feest van de lente, gestimuleerd door de studen ten van de eeuwenoude Universiteit, wekt herinneringen op aan een groots verleden... Het is of Uppsala herleven gaat! Het feest duurt voort. Straks luidt dc Gunillaklok de nieuwe dag in. En het klare licht van de Meimorgen valt door de boogvensters van het oude slot op de Slotberg en door het kathe draalglas van Uppsala's Domkerk en het nodigt ons uit Uppsala ook eens bij daglicht te bezien. En wie als Hollander dit doet komt al spoedig tot een vergelijking met een Nederlandse stad, en wel met... Delft. zoals ook haar hoofdkerk iets geheel eigens heeft. Deze Domkerk dateert uit de der tiende eeuw en is een van de meest indrukwekkende bouwwerken van Noord-Europa. In de Domkerk Het interieur van deze kathedraal maakt op de bezoeker een overwel digende indruk. De prachtige gebeeld houwde, en vergulde kansel de ..gouden kansel", zegt men wel in Zweden is een meesterwerk in barokstijl van de Duitse kunstenaar Burchardt Precht. Dichtbij het altaar bevindt zich het kroningsgewelf waaronder bijna alle Zweedse koningen die tussen 1528 en 1721 regeerden zijn gekroond. Zeer veel belangstelling bestaat ook by de talrijke bezoekers van deze kerk voor de verguld zilveren kist van de dappere Zweedse koning Erik, die in 1160 de marteldood stierf op een van zijn „kruistochten" onder de toen maals nog voor een groot deel heiden se bewoners van Zweden. Bij wetenschappelijk onderzoek van deze kist is gebleken, dat zij inder daad overblijfselen bevat van de z.g.n. heilige Erik. De schedel, een doorgehouwen halswervel van de ko ning, evenals de oudste Zweedse ko ningskroon uit ongeveer 1150 heeft men in deze schrijn, die de vorm heeft van een kerk met een zadel dak, teruggevonden. Niet minder dan een vijf en twin tigtal kapellen tellen de beide zij beuken en het koor van Uppsala's hoofdkerk. In de Middeleeuwen wa ren deze kapellen bestemd vbor de verering van diverse heiligen. Na de reformatie werden vorsten en ande re vooraanstaande mannen ook be roemde geleerden in deze "kapellen begraven. De grootste kapel, achterin het koor oorspronkelijk aan Maria gewijd, werd in 1560 de laatste rustplaats van koning Gustav Wasa, de grond vester van een sterke Zweedse dy nastie. Het fraaie grafmonument, dat tien jaar na de dood van Gustav Wasa op deze plaats werd onthuld, is door onze landgenoot Willem Boy vervaar digd. Dit beeldhouwwerk geeft een voorstelling van de oude koning Gus tav, in koningsornaat rustend tussen zijn eerste en tweede gemalin, die reeds vóór 1560 gestorven waren. Maar niet alleen het slot en de Domkerk, ook Uppsala's universiteit is over de gehele wereld bekend. De Universiteit De grote plantkundige, Linnae us in het verleden, Nobelprijsbezit- ters als The Svedberg en Arne Ti- selius in déze tijd en vele anderen met hen, hebben Uppsala als univer- Luchtfoto Ja, Uppsala zou men in meer dan één opzicht het Zweedse Delft kun nen noemen. Tussen beide steden be staat een merkwaardige overeen komst. Beide zijn universiteitssteden, bezitten vele bezienswaardigheden, historische plekjes en in het centrum van beide steden bevindt zich een machtige kathedraal. En zoals de Nieuwe kerk te Delft het Mausoleum der Oranjevorsten is, zo is de kathedraal van Uppsala de laatste rustplaats van het Zweedse vorstenhuis. Toch heeft Uppsala vanzelfspre kend een typisch Zweeds karakter, siteitsstad wereldvermaardheid gege ven. In dc beroemde universiteitsbiblio theek worden niet minder dan ander half millioen boeken bewaard, waar onder twintig duizend handschriften. De fraaiste en oudste van deze handschriften liggen in een der be nedenzalen steeds voor het publiek tentoongesteld. De grootste belangstelling geniet uiteraard de Codex Argenteus uit de 6e eeuw - ongetwijfeld het waar devolste bezit van Uppsala's Univer siteitsbibliotheek. Omstreeks het jaar 500 na Chr. werd deze Codex, waarschijnlijk op bevel van de Gotcnbisschop Ulfila, vervaardigd. Zij bevat vier in het Gotisch vertaalde Evangeliën. De letters van zilverblad, op purperkleu rig perkament, zijn vanzelfsprekend niet meer zó duidelijk als voorheen, maar over het algemeen toch nog goed leesbaar. Merkwaardig is de geschiedenis van deze Zilverbijbel. In de Dertig jarige oorlog uit Praag naar Zweden overgebracht, kwam dit handschrift later in Holland terecht. Maar voor slechts 500 daalders verkocht een van onze landgenoten in 1660 het Boek aan de Zweedse Rijkskanselier Magnus Gabriel de la Gardie. Door tussenkomst van laatstgenoemde kwam de Codex Argenteus weer in Uppsala's Universiteitsbibliotheek te recht. Botanische tuin Wie vol van de opgedane indruk ken bij een bezoek aan het aloude Uppsala nog eens stil over de din gen, die hij zag, wil napeinzen, kan daartoe geen mooier en rustiger plek je uitkiezen, dan de Botanische tuin van Linnaeus. Men heeft deze botanische tuin in onze eeuw zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke toestand terugge bracht. Kleine groepjes planten, voor zien van de Latijnse naam, herinne ren aan het werk van de grote Zweed se plantkundige, die immers Flo ra's kinderen indeelde in families. Welke tuin heeft in de loop der eeuwen zo'n invloed gehad op de ont wikkeling der plantkunde als deze? Stil glijdt het licht van de avond zon over de veelkleurige bloemen pracht in Linnaeus' hof... In de verte klingelt dc Gunilla- avondklok over Uppsala. Zij luidt de dag uit... Toen Zwedens glorietijdperk ten einde was, geleek het, alsof zij in dubbele zin de dag uitluidde. Maar wie Uppsala van heden kent en iets van zijn betekenis begrijpt, is het duidelijk, dat Gunilla's klok ook weer a.h.w. een nieuw tijdperk heeft in geluid. Een tijdperk, waarin niet meer zoals weleer in de eerste plaats het heldendom van het slagveld de lau werkrans wegdraagt, maar een tijd, waarin door helden van de geest mannen van de wetenschap nieu we, grote triomfen werden behaald. Hierdoor zal de naam van dc Zweed se Universiteitsstad Uppsala, bekend blijven van Pool tot Pool. J. W. GRISNIGT Hoe snel VLIEGEN zich kunnen vermenigvuldigen Een Portugees bioloog heeft eeng een berekening gemaakt, hoeveel nakome lingen een vlicgcnpaar wel zou kunnen krijgen, wanneer het zonder stoornis zich zou kunnen voortplanten. Hij nam aan, dat dit paar in enkele dagen niet minder dan tienduizend eitjes legde. Als begin der voortplan- tingsperiode nam hij aan de maand April. Tegen het einde van de zomer zou één vliegenpaar dan reeds 5 milliard spoorwagons geheel met nako melingen kunnen vullen! De ..vllegen- trein" zou een lengte van 20 000 000 mijl hebben en enige mensenleeftijden zouden nodig zijn om al die lastposten te kunnen tellen. Een blauwe vlieg legt een 10.000 eitjes ln enkele dagen. Spoedig ontwikkelen zich uit de eitjes Insecten, die eveneens zich weer voortplanten. Zodoende kun nen we tot deze ontzagwekkende cijfers komen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 10