<Z&ubbele ^j-oodóe rouw- en vaótendag
DE AANSLAG OP HITLER
4 onze j€uqó-p&qin& f
Hoe een kangoeroe huisdier werd
ZONDAGSBLAD 17 JULI 1954
17 t&mmoez 5715 (18 juLi 1954):
h€Röi,cht woRöt, ö&t jeRuz&lem en öe tempel
tot tweemaal toe weRöen veRwoest
VOLGENS de Joodse kalender is de
Joodse geschiedenis thans in het
5715e jaar.
In deze 57 eeuwen heeft het Joodse
volk heel wat meegemaakt, glorie
volle maar zeer vaak vreselijke ge
beurtenissen, door welke oorzaken
van uiteenlopende aard dan ook. Het
Oude Testament staat er vol van.
En daarna in de verstrooiing en
met de verstrooiing de pogroms ne
men de verschrikkingen in hevigheid
toe. Er zijn weinig, zo niet in het ge
heel geen landen en streken te noe
men, waar de Joden in diaspora heb
ben gewoond, waar zij niet van kwel
lingen en vervolgingen te lijden heb
ben gehad.
Ook Nederland heeft ten tijde van
de zwarte pest, die op wonderlijke
wijze onder de Joden weinig slacht
offers heeft gemaakt, vervolgingen
gekend.
Zouden de Joden al hun hoogtepun
ten van leed moeten herdenken en
treuren om de verliezen, zij zouden
daarvoor wellicht dagen per jaar te
kort komen. Daarom herdenken zij
slechts de ergste, de meest verwoes
tende gebeurtenissen. En deze vonden
uiteraard plaats in het oude Joodse
land.
Het oude Kanaan, Palestina of Is
raël heeft altijd zeer ongunstig gele
gen tussen grote machthebbers. Tal
rijk zijn de legers, die door het land
kwamen, vernietigend en verwoestend
al wat zij tegenkwamen. Talrijk zijn
de veldslagen op Joods gebied gestre
den. Uit de tijd der primitieven, die
streden met de knots, tot in de huidi
ge tijd met geperfectionneerde wape-
DAGEN om te herdenken zouden de
Joden dus genoeg hebben.
De rampdagen, die worden her
dacht, zijn echter niet die waarbij de
meeste doden te betreuren zijn. Het
zijn de dagen van de vernietiging van
het Joodse staatsbestel, de verwoes
ting van Jeruzalem en de Tempel. En
het Joodse volk zou niet het volk van
het Oude Testament zijn, als om deze
rampen niet op Oud Testamentische
wijze zouden worden getreurd, om
niet te zeggen op Oosterse wijze.
Als de Joden rouwen, dan vasten
*ij. gelijk hun voorouders deden, zo
als op vele plaatsen in de Bijbel wordt
vermeld. Op hun vijf nationale rouw
dagen gebruiken zij geen eten en
drinken als teken van verbondenheid
met hun voorouders, die verdriet had
den om persoonlijke of meer algeme
ne redenen. Ook in onze tijd is het
nog zo, dat iemands eetlust door
smart kan vergaan.
Een andere reden waarom werd ge
vast, en die ook beschreven staat in
het Oude Testament, is als men angst
heeft en men van God hulp en bij
stand afsmeekt. Dit zijn o.a. de re
denen waarom ook thans nog de Jo
den vasten.
MORGEN, voor de Joodse jaartel
ling 17 Tammoez, rouwen de Jo
den omdat op die datum in het jaar
70 een groot deel van Jeruzalem werd
bezet door de Romeinse legers van
Titus Vespasianus. Drie weken strijd
ontbrandde toen iii Jeruzalem, en die
strijd eindigde met de verwoesting
van de tweede Tempel.
Flavius Josephus, de tot het Chris
tendom bekeerde Joodse veldheer,
gunsteling van Rome en geschied
schrijver, heeft deze strijd beschre
ven.
Staat deze ontzettende worsteling
niet in de Bijbel, de ramp, die de Jo
den ongeveer zeshonderd jaar eerder
in die maand trof, staat er wel in.
,,Op de negende der vierde maand,
als de honger in de stad sterk werd
en het volk des lands geen brood had.
toen werd de stad doorbroken(2
Kon. 3 en 4, ook Jeremia). De oor
spronkelijke treurdag is 9 Tammoez,
„de negende der vierde maand". De
dag waarop de legers van Nebukad-
nezar in de muren van Jeruzalem een
bres hadden geschoten. De profeten,
die eeuwen tevoren deze ramp had
den aangekondigd, maar door de Jo
den die meenden, dat Jeruzalem
onneembaar was niet of nauwe
lijks waren aangehoord, hadden ge
lijk gekregen. Deze dag was in feite
het begin van de eerste ballingschap
van het meerendeel van de zonen en
dochteren van Juda. Het werd eeo
dag, een van de vijf, van nationale
rouw voor het Joodse volk. Het zou
«chter geen rouwdag blijven.
De profeet Zacharia voorzegde in
de naam des Heeren, dat de rouwda
gen in vreugdedagen zouden veran
deren: „Alzo zegt de Here der heir-
scharen: Het vasten der vierde
maand... zal den huize Juda tot vreug
de en tot blijdschap en tot vrolijke
hoogtijden wezen: heb dan de waar
heid en de vrede lief." (Zach. 8:19)
Lang niet alle Joden keerden ech
ter uit Babel naar hun land terug.
Velen hadden in de ballingschap een
zekere mate van welstand bereikt en
grote groepen waren aan hun nieuwe
omgeving geassimileerd. Zij wisten
het tot hoge posten te brengen (denk
aan Daniël en zijn vrienden). Dit is
een der redenen, dat een groot deel
vrijwillig in ballingschap leefde.
Het gevolg hiervan was een nieuwe
vastendag en wel tijdens Haman,
toen koningin Esther vastte om Gods
hulp af te smeken alvorens zij naar
de koning ging om voor het Joodse
volk te pleiten. De andere groep was
juist in de ballingschap onder leiding
van de profeet Ezechiël godvruchtig
geworden en bestudeerde het Oude
Testament.
Toen echter in 70 de geschiedenis
zich herhaalde en op 17 Tammoez Je
ruzalem voor een groot gedeelte werd
bezet door de Romeinen en in de stra
ten drie weken lang strijd werd gele
verd. die door de Joden werd verlo
ren, was het duidelijk, dat men om
het herstel na de Babylonische bal
lingschap later geen blijdschap meer
kon hebben. Men besloot de laatste
ramp (17 Tammoez) als rouw- en
vastendag te beschouwen, daarmee
twee verwoestingen van het Joodse
staatsbestel herdenkend.
HET vasten duurt van zonsopgang
tot zonsondergang, maar tot werk
onthouding is men niet verplicht.
Wel staan de synagogale diensten
in het teken van de rouw. Maar niet
in de eerste plaats om hetgeen toen
aanleiding was tot de vernietiging. De
tijd ligt te ver in 't verleden, dan
dat men daar nu nog oprecht verdrie
tig om zou kunnen zijn. Het is wel
een in de herinnering terugroepen van
de oorzaken van de ballingschap en
bovenal rouw om eigen tekortkomin
gen.
In de synagogen worden in de mor
gen- en middagdiensten speciale ge
beden gezegd en ook boetgebeden.
Er wordt, als ëen vermaan, voorge
lezen de geschiedenis van het gouden
kalf en direct daarna over de goe-
dertierendheid en de vergevingsge-
Dc Tempel te Jeruzalem, zoals men zich deze voorstelt) uit de dagen der
Evangeliën; gezien uit het Zuidoosten. Rechts boven de burcht Antonia;
daarvóór de trap. Links daarvan het tempelcomplex. Het is omgeven door
zuilengalerijen. Het witte vlak links is de Voorhof der Heidenen. Vóór de
hoge Tempel zijn de voorhoven der Priesters en der Israëlieten; en daar
voor bij de trap de Voorhof der Vrouwen.
zindheid van God. Ook uit de profeten
wordt gelezen om nog eens het ver
maan te horen, dat alleen van God
redding uitgaat.
En met de vastendag van morgen,
de rouwdag, is het begin gekomen
van de drie weken van smart, die een
einde vinden iij de rouwdag ter her
innering aan de verwoesting van de
tempel van Ezra, de laatste tempel
in Jeruzalem, die de glorie was van
de Joodse nationale trots.
(Vervolg van pag. I..
verschaffen tot Hitlers studeerkamer
onder voorwendsel, dat hij hem een
nieuwe uniform wilde laten lien, maar
Hitler stelde deie inspectie telkens weer
uit en gelastte haar tenslotte definitief
af.
Toen deed zich een nieuw oponthoud
voor. Generaal Beek werd ziek en moest
worden geopereerd. Bij een bezoek, dat
ik omstreeks die tijd aan Berlijn bracht,
hoorde ik het ontstellende nieuws, dat
Himmler ronduit tegen admiraal Cana-
ris gezegd zou hebben, dat hij heel
goed wist dat er door een groot aantal
militairen toebereidselen voor een op^
stand waren getroffen, maar dat hij
als Beek en Goedeler wel krij
gen
HAD het nu nog wel zin het complot
door te zetten? Wij hielden krijgs
raad en besloten van wel, al was het
alleen al om de Duitse verzetsbeweging
Als je eindelek alleen bent,
vèr weg van je druk kantoor,
van de herrie in de werkplaats
wat je doen en laten wilt,
mens, waar kun je beter henen
dan naar 't water, de natuur!
Kabbelgolfjes langs de boorden
van je stil-gelegde schuit
in 't verlatenclst aller oorden,
helemaal de wereld uit,
boven je de blauwe hemel,
rond je roerloos oeverriet
en jijzelf tn rust verzonken
zeg zélf: béter kan het niet/
ROBBIE RADAR.
tegenover de wereld en de geschiede
nis te rechtvaardigen.
Op 22 Juni begonnen de Russen hun
grote offensief in het oosten. Tien dagen
later kreeg ik bericht van graaf Stauf-
fenberg, dat hij besloten had Hitier
eigenhandig te doden.
Aanvankelijk hadden wij Stauffenberg
niet onder de mogelijkheden gerekend,
omdat hij maar één hand had en daar
aan bovendien nog twee vingers miste.
Kort tevoren was hij bevorderd tot chef
van de staf van generaal Fromm.
Laatstgenoemde was commandant van
het leger in Duitsland en had van zijn
sympathie voor onze beweging blijk ge-
Ver weg. op het hoofdkwartier van de
centrale legergroep, wachtten wij vol
hoop op het grote nieuws. Eindelijk, op
de 20e Juli, kregen wij door tussen
komst van een agent in Berlijn bericht,
dat de aanslag was gelukt.
Kort daarop werd echter door de
Duitse radio omgeroepen, dat er een
aanslag op Hitler was gepleegd, maar
dat hij slechts licht gewond was. Wij
ontvingen pas zekerheid over het mis
lukken van de aanslag, toen Hitier zelf
voor de radio kwam om een toespraak
tot het Duitse volk te houden.
Zoals ik pas later vernam had zich
het volgende afgespeeld. Graaf Stauf
fenberg had een actentas vol met
springstoffen, die binnen een paar mi
nuten zouden ontploffen, in Hitiers stu
deerkamer gebracht, bad de tas neer
gelegd en was zonder argwaan te wek
ken weer vertrokken. Kort daarop hoor
de hij zo'n geweldige ontploffing, dat
hij er niet aan twijfelde of Ilitler en al
le andere aanwezigen waren gedood.
Dit berieht, dat door de stad werd ver
spreid, bracht heel Berlijn in opschud
ding.
Graaf Stauffenberg, Olbricht en een
derde medewerker hadden generaal
Fromm gevangen genomen. De berich
ten spraken elkaar nu voortdurend te
gen en Fromm weigerde hardnekkig
mee te helpen aan de bezetting van
Berlijn, todat bij het vallen van de
avond onze kans verkeken was.
Fromm draaide nu de rollen om en
nam zijn gevangenbewaarders gevan
gen. Hij gaf bevel Stauffenberg, Ol
bricht. Beek en twee anderen onmiddel
lijk standrechtelijk dood te schieten.
Generaal Beek vroeg en verkreeg toe
stemming zichzelf van het leven te be
roven, de anderen vielen voor het vuur
peloton. De ironie van het noodlot wil
de, dat Fromm zelf later door de na
zi's van lafheid beschuldigd en ook te
recht gesteld werd.
De bijzonderheden van de aanslag
kwam ik pas veel later te weten. Op
de avond na de aanslag wisten Tresckow
en ik alleen dat de onderneming, waar
aan wij onze beste krachten hadden ge
geven, was mislukt. Tresckow had geen
spijt van zijn aandeel in het complot
en was er van overtuigd niet alleen in
het belang van Duitsland, maar in dat
van de gehele wereld te hebben gehan
deld. De volgende morgen trok hij al
leen het niemandsland in. Met twee re
volvers gaf hij de indruk alsof er over
en weer geschoten werd, waarna hij
zich met een geweergranaat van het le
ven beroofde.
Na het mislukken van deze aanslag
heeft het georganiseerde binnenlandse
verzet geen gelegenheid meer gekregen
zich te herstellen, want negen maanden
later stortte het Derde Rijk onder de
mokerslagen van de gallieerden ineen.
IN een ander deel van onze oude we
reld was op een dag een moeder-kan
goeroe rustig met een paar andere
soortgenoten aan het voedselzoeken.
Haar kleintje zat veilig bij haar in de
buidel.
Opeens werden de dieren door een he
vige knal zo opgeschrikt dat zij er met
grote sprongen vandoor gingen.
Moeder kangoeroe was al heel onvoor
zichtig geweest; zij had onder het sprin
gen haar baby verloren en dit in haar
schrik niet eens gemerkt.
Houthakkers vonden het diertje later
en namen het mee naar hun dorp. waar
een kleine jongen het kreeg, die het
erg lief vond.
Het diertje groeide op en wende lang
zamerhand aan de geluiden en geuren
van de boerderij, waar het terecht was
gekomen. Het had er wel wat moeite
mee gehad: het loeien van de logge
koeien, het blaffen van de hond, ja zelfs
het domme gekakel van de kippen wan
neer zij een ei wilden leggen, had hem
bang gemaakt in het begin. Het gesna
ter van de eenden was niet zo schrik
wekkend. maar hun geplas in het wa
ter had hem toch erg nieuwsgierig ge
maakt. Haast was hij erin gevallen toen
hij. wou proberen, of die gladde spie-
geT, waar de eenden zo heerlijk op speeL
den, hem ook dragen kon...
Hij groeide als kool en aanvaardde
tenslotte zelfs het vreemde eendje dat,
zomaar uit het water, elke avond wéér
met haar kuikens op een laaghangende
tak ging zitten slapen. Nou ja, be
halve diie ene kip, maar die was ook
niet wijs, vond hij, want wie gaat er
als fatsoenlijk dier nu achter de stoel
ln de huiskamer zich verschuilen uil
angst voor een kleine kangoeroe!
Dan de hond Tops, dat was een fijne
kameraad! Alleen kon je in het begin,
als hij zijn bek open deed, van hem
schrikken, zoals die ene keer, dat hij
een luchtsprong deed toen de hond hard
ging blaffen. Ze waren er beide van
geschrokken, maar hadden elkaar na
derhand eens goed besnuffeld en waren
toen weer de beste maatjes.
De hond was erg schrander en had
het daarom verschrikkelijk druk. Hij
moest niet alleen de koeien bewaken
en zorgen, dat zij niet te ver wegliepen,
neen, hij voelde het als zijn plicht, op
het hele huis en alles eromheen te pas-
Hoe groter de kangoeroe werd, ho«
meer hij zich hechtte aan en zich schik,
te naar Tops, de hond. Dat was er dan
ook een!
Op een dag was die domme kip weer
verdwenen en het hele huis zocht er
naar. Topsy had al een hele tijd voor
<zDe bonte ópeebt
Ik ben hier timmerman
en hamer wat ik kan
op 't schorsig dennenhout
in 't woud.
Ik timmer lustig, hoor,
de hele dag maar door
al met mijn sterke kop:
Klop, klop!
Ik zoek al kloppend hier
zo menig schaad'lijk dier
voor 't mooie dennenhout
in 't woud
Zeg, als je mij soms hoort
laat mij dan ongestoord.
Ik heb het, welk geluk!
erg druk!
Dus afgesproken, hé
j\j luistert alleen mee.
Dan ben je, lieve kind,
mijn vrind!
M. W. H. DE WEERD
DE EERSTE
Bij een rondgang door het bivak wenk
te Napoleon in het halfdonker een offi-
„Üw naam?"
„Dubois."
„Kolonel?"
„Neen, Majesteit, slechts kapitein;
maar" zo voegde Dubois er met een
zekere vrijmoedigheid aan toe. ,,lk ben
van het hout, waarvan men kolonels
maakt."
„In orde, kapitein Dubois! Zo gauw
Ik een kolonel van hout nodig heb. zult
gij de eerste zijn."
Ja, wat zou dit nu wel voorstellen?
Het l{jkt of er alleen maar bladeren
en takken te zien zijn, maar als je
goed oplet, merk je wel dat er tussen
het groen van de bomen iets verbor
gen zitI Ik zal jullie een klein beetje
op weg helpen: op dit plaatje zijn
drie dieren verborgen, waarvan één
heel klein. Meer zeg ik niet, hoorl
het hekje naar de groententuin staan
kwispelstaarten en de vrouw had al een
paar maal gezegd, dat hij daar niet in
mocht Ondanks dat verbod hield Tops
zachtjes jankende de wacht bij het hek
je. Als er iemand inging... nou... En in
eens glipte hij tussen de benen van de
baas door en verdween met een vaart
tussen de groentenbedden.
Het vrouwtje was heel boos op hem
en op de baas. Maar toen zij kort daar
op met grote ogen zag dat Tops voor
zichtig tussen zijn tanden een kip mee
torste, was zij ineens verzoend en heel
trots op haar hond.
Bijna had Tops de kip nog laten val
len. want ineens hoorde hij een schelle
fluittoon. Wat wou de baas nu? Maar
nee. de baas stond naast de vrouw glim
lachend naar hem te kijken het moest
dus een papegaai geweest zijn, die ge
floten had. En voorzichtig maar stevig
klemde hij zijn kaken weer om de te
genstribbelende kip, om hem voor de
voeten van de baas te leggen.
De kangoeroe was allengs opgegroeid
tot een stevig beest, dat met de men
sen- en dierenwereld om hem heen he
lemaal vertrouwd was geraakt. Hij wist
al niet beter of tegen etenstijd ging hij
met de hond, de katten, de kippen en
eenden met koddige sprongen bij de
vrouw zijn deel in ontvangst nemen. Het
was een vreemde optocht, die lopende.
huppelende, waggelende en springende
Op een dag zou de familie uit rijden
gaan: picknicken in het bos. Er werd
een heleboel lekkers in de wagen gela
den en de kinderen dansten van plezier
Tops keek dat eens rustig aan; hij wist
zijn plaats wel en verlangde heus niet
om mee te gaan... Maar...
Daar ging de familie dan. de verte
tegemoet.
Er is een heleboel te zien langs de
weg voor mensen, die meestal thuis zijn.
Maar ineens keek een van de kinde
ren tóch achterom en riep: „Daar komt
de kangoeroe, hij komt ons achterna!"
Heel verwonderd keken vader en moe
der en wilden hun ogen niet geloven toen
zij daar een eindje achter de wagen
de kangoeroe zagen komen aanspringen.
De kinderen drukten hun neuzen plat
tegen de ruiten en vader vergat haast
het stuur, zó was hun aller aandacht
op het dier gericht.
Hoe zou dit aflopen en wanneer zou
de kangoeroe het opgeven om misschien
ineens en voorgoed opzij in het bos
te verdwijnen?
Maar het beest dacht daar niet aan
en sprong alsof zijn leven ervan afhing,
alsmaar de auto van de baas en de
Toen zij dat zagen, waren de baas en
de vrouw, en de kinderen natuurlijk al
lang, het erover eens, dat zij het dier
niet langer mochten plagen. De auto
stopte en de kangoeroe werd met ver
eende krachten in de wagen gehesen en
meegenomen op de tocht.
„Trouw" was voortaan de naam van
hun geliefd huisdier en dit droeg deze
onze BRievenBus
Beste kinderen,
Gemakkelijk was de puzzle deze
keer, hè. Jullie hebben er tenminste
niet veel moeite mee
gehad, heb ik ge
merkt. Deze keer
krijgt Roeland Tiggel-
man de hoofdprijs.
Wat een pracht van
een vers had je er
bij gestuurd, Roe
land, zelf gemaakt?
De troostprijzen zijn
voor Jan Slappendel
(jullie zün zeker wel
erg trots op juf, hè
Jan), Ilona van Dui-
venboden, die haar
poppekind in de kle
ren steekt en Mar-
greet Koornstra, die
een heleboel dieren schilderde.
Dan hebben Gerard en Gert Groo-
tendorst gevraagd of jullie toch voor
al zilverpapier willen sparen en het
We beginnen deze week met Beppie
Barnhoorn. Zijn de repetities erg moei
lijk, Beppie, of valt het wel mee? Leuk,
dat je zoveel cadeautjes kreeg met
je verjaardag. Stel je voor. Wipstaart,
dat dat pakje voor jou niet terecht was
gekomen! Gelukkig dat die jongens zo
eerlijk waren. Hoe oud is je broertje?
Hillie Versluis heeft feest gehad in de
klas, omdat de meester jarig was. Pret
tig werk hè, de klas versieren. Wat fijn,
Tineke van 't Hof, dat jullie naar Kat
wijk gaan. Kun je zwemmen, of houd
je meer van pootje baden? Nelly Maan
is nu 9 jaar geworden en ze is reusach
tig verwend met haar verjaardag, merk
ik wel. Het is goed hoor. dat Greetje
en jij samen één brief schrijven! Fijn,
Anneke Vink, dat je weer meedoet. Is
je broer al eens met verlof geweest?
Uit Zoetermeer kreeg ik een brief van
iemand, die vergeten had zijn of haar
naam onder aan de brief te zetten. In
elk geval is hij of zij van plan een bos
hut te maken in Putten. Succes hoor!
Gonny Ippel heeft een heerlijk school
reisje gemaakt en is ook op verjaars
visite geweest bij haar neef Hans. Was
je niet moe van die fietstocht, Gonny?
l»ik. Frits en Goofke van de Water
krijgen bezoek van Oom Willem en Tan
te Marie. Dat zal een feest worden, zeg!
Zwarte Ka verheugt zich ook al zo op
de vacantie. Wat ben Je van plan alle
maal te doen? Marlirn Muis vond de te
kening nogal lastig, is het niet? Geeft
niet, hooieen volgende keer bcl> r. Ge
lukkig dat het zo g-ed is af gel pen met
dat ongeluk. Jan Stom. Heb jij al 120
sigarenbandjes, wat reuze veel. zeg.
Corrle Nell heeft me verteld hoeveel
broertjes en zusjes ze wel heeft je
zou haast de tel kwijt raken, Cor! Al
weer zo'n mooie versierde brief van
Kommie de Blok. Je knoeit toch niet
met de inkt op tafel, hè Kommie'' Lenie
Visser heeft met vader en zusjes en
broertjes de verjaardag van moeder ge
vierd. Moeder was zeker erg blij met
dat tafeltje? Wat een mooie tekening
heb je gemaakt. Willy van Es. Jij bent
toch niet zo lui als die Marjolein uit
het versje, hè? Ga je over naar een
hogere klas? Jan Bakker is geen pad
vinder, maar trommelaar. En een heel
goede ook, want zijn corps heeft niet
3-1 gewonnen. Pieter van den Berg heeft
ook erg zijn best gedaan met het paard.
Wal heb je keurig geschreven. Pieter,
of heeft iemand anders dat voor je ge
daan? Een prachtig versierde brief
stuurde Trudy van den B^rg. Jij hebt
wel genoten in de autootjes, hè? Ida
Weerheim heeft een slabbetje gebreid
voor haar neefje Aaoje. Is het een lief
kindje. Ida. en al net zo dik als jc
broertje? Heb je al veel geoogst van je
schooltuin, Nelly Kuyt? Je moet je va
der maar hartelijk bedanken van mij.
hoor! Wat leuk. Iet Schoonemeyer, dat
jullie naar meesters bruiloft gaan Dat
zal een feest worden, zeg. Die optocht
van de gymnastiekvereniging had ik
wel willen zien, Gerrit Mosselman, wat
zal dat een aardig gezicht geweest zijn.
alle kinderen in het wit gekleed. Har
telijk gefeliciteerd met je succes, Klap-
roosje, het is zeker wel een opluchting
voor je hè? Welke stekjes heb je al
lemaal. Beppie Arcntzen? Ik heb een
klimop, en die groeit zo hard! Fijn was
het met het schoolreisje, schrijft Jannie
Oosterom. nu. dat kan ik me best voor
stellen. Wat hebben jullie een lange
tocht gemaakt, zeg! Hoe is het met je,
Eke de Boer, waarom moest jc geope
reerd worden? Ik hoop dat je weer he
lemaal opgeknapt bent. Een neef of een
nicht uit Monster stuurde een tekening
van een vrouwtje aan zee. Die neef of
die nicht heeft zelf ook in zee gezwom
men. Was het water niet koud? Alvas*
heel veel plezier toegewenst in Drieber
gen, Rietje Burger. Nee maar, Took
Hazcnboom, heb jij tien kilo aardappe
len van je schooltuin kunnen halen?
Wat veel, dat zal je moeder wel fijn
gevonden hebben, denk ik. Wat zullen
jullie gelachen hebben. Sjoukjc van der
Spek, toen je de meester op de glijbaan
zag zitten. Hebben jullie hem aange
moedigd? Je oplossing was eoed, hoor
Peter den Ouden. Doe je de groeten
aan Aart en Robbie? Afkc Bergsma is
ook al met een schoolreisje meegc -
weest, en het leukste was wel del ze
in een Engels vliegtuig heeft mogen
zitten.
Ik kreeg ook nog goede oplossingen
binnen van Gerard v.d. Kwaak, die een
bij zijn paard had getekend,
Hartog. van Nannie Wit'er
Tonnie Heine. Gaat het goed
met je. Tonnic? Nieuwelingen zijn d ze
weck Hennie Heijblom, die zich erg^cp
acantie verheugt, omdat
Dag neven een nichten, veel plezier
op dc komende schoolreisjes en in de
vacantie. Tot de volgende keer!