Blad
„HEEFT U EEN GEZELLIG BOEK
VOOR ME?"
Is Uw gezin gebedscentrale
^^ÏTleteró
wijd
rondom
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
DONDERDAG 3 JUNI 1954
^Vele vragen voor leeozaal-aooiotente^,
leeszaal, ergens
in ons land, stond
een mevrouw, die
een boek wenste.
Het kon haar niet
zoveel schelen,
wat voor boek,
als het er maar
een was, die haar,
om met Hilde-
brandt te spre
ken, zou helpen
het avondje aan
genaam te pas-
Het jongemeis-
je, achter de
toonbank, noemde
een paar titels
en schrijvers. De
mevrouw zei: „Oh,
die ken ik al
lang". Het meisje
vroeg: „Wil ik u
een lijstje geven
van de nieuwe
boeken die we
de laatste tijd,
hebben binnen
gekregen?" De
mevrouw zei:
„Doet u geen
moeite. Gééft u
m\j maar wat."
Het meisje ver
dween tussen de
boekenrijen en
kwam een ogen
blik later met vier
boeken weer te
voorschijn. De me
vrouw zei: ..Oh, ik
zie op een afstand
al dat ik ze al ge
lezen heb. Heeft
niet
iets
zeer
è&rdigs?'
nadrukkelijk ge'
kucht in de ach
terhoede van het rijtje mensen, dat
stond te wachten voor de toonbank.
Iemand zei: ..Och juffrouw, wilt u dan
misschien eerst even mijn boek afstem
pelen?" De mevrouw keerde zich om
en zei boos: „Mijnheer, ik ben aan de
beurt". De mijnheer zei: „Ja mevrouw
maar ik heb haast en...." De mevrouw
zei; ..Ik heb ook haast. Juffrouw, heeft
u nog iets anders?"
De juffrouw probeerde het nog eens
met het lijstje, maar de mevrouw zei:
„Ach nee. dan kom ik nooit klaar.
Geeft u me dat maar, dat daar ligt".
Het bleek een reisbeschrijving te zijn,
iets met een eenzame kano en veel in
boorlingen. „Wilde u dat lezen?" vroeg
de juffrouw. „Jullie hebben toch niets
anders", zei de mevrouw. De juffrouw
reageerde niet, verrichtte vlug en han
dig de manipulaties met het kaartsys
teem, zette een datumstempel in het
boek en overhandigde dit aan de me
vrouw. Die pakte het aan en verdween,
om een ogenblik later weer binnen te
komen en te zeggen: „Och juffrou'
geeft u me tóch maar evi
van die nieuwe boeken".
het lijstje
Volgens bepaalde wetten van de logi
ca zou het meisje nu gillend een bak
met een kaartsysteem over het hoofd
van de dame moeten uitstorten maar
inplaats daarvan zei ze kalm: „Zeker
mevrouw, een ogenblik". Het was op
dat moment, dat een oudere heer, die
van de hele zaak getuige was geweest,
luidop zei: „Nou, daar moet je ook een
jobsgeduld voor hebben!"
Een ervaring als deze zal iedere
leeszaal-assistente tael eens gehad
hebben. En evenzeer zullen ge
regelde bezoekers van een O L.B.
zoals een Openbare Leeszaal en
Bibliotheek meestal genoemd
wordt) getuige zijn geweest van
een geval als dit. Hun sympathie
zal dan ongetwijfeld geweest zijn
aan de zijde van het assistentje
met het ..jobsgeduld" en het
assistentje zelf zal er hoogstwaar
schijnlijk om lachen. Motto: „Dat
zijn we wel gewend
Gewend is misschien iets te veel ge
zegd. maar er op voorbereid zijn de
assistenten zeker. Want in de degelijke,
tweejarige opleiding die zij krijgen
wordt haar wel zo het een en ander
duidelijk gemaakt over de wijze, waar
op „lastige" klanten geholpen dienen te
Gehoord
in de trein, tussen Gouda en Utrecht:
„Ie tiet tegenwoordig toveel tweed;
)e tiet het al niet eens meer."
Gezien
enige vrolijk gekleurde georgette
doekjes, die door de knoopsgaten van
een wit wollen jasje gehaald waren.
Het effect was als dal van een ge-
pavoisseerd schip.
Gelezen
In France Soir: dat inwoners van het
dorpje Depheries een groot feest heb
ben gehouden ter gelegenheid van
een huwelijk. Ze hebben nl. uitgerekend
dat pas omstreeks 1970 weer een brui
loft sal plaatsvinden. Want de meeste
inwoners van de 38 zielen tellende
bevolking zijn babies.
worden. Zo'n assistente is er op ge
traind de meest uiteenlopende vragen
ter beantwoording voorgelegd te krij
gen en daarvan is de verzuchting: „Gééft
u mij maar wat" ais van de mevrouw
voornoemd, werkelijk nog wel een van
de eenvoudigste.
Accuratesse, tact, mensenkennis dat
zijn zo een paar van die eigenschappen
die een goede leeszaal-assistente moet
bezitten of althans dient aan te kweken.
En daarnaast komen dan nog de practi-
sche eisen waaraan zij moeten voldoen.
Zij want het is wel typisch, dat er
zoveel meisjes zijn die dit beroep kie
zen, meer dan jongens. Een meisje, dat 17
jaar is en de HBS, het Gymnasium, de
MMS of een daarmee gelijk te stellen
middelbare school heeft bezocht en er
het einddiploma van behaald heeft, kan
de cursus gaan volgen. Zelf kiest een
OLB uit waar ze haar opleiding wil ha
len en eens in de veertien dagen gaat z'
Boeken binnen het bereik van
het lezend publiek brengen
dat is de taak van de leeszaal
assistente. Het ziet er naar uit,
dat ze later niet veel moeite
zal hebben met deze drie jeug
dige boekenliefhebbers, die al
vroeg de weg
naar de lees
zaal gevonden
hebben.
De opleiding duurt,
zoals gezegd, twee
jaar en dat lijkt
nogal lang
degeen, die eigen
lijk niet weet wat
het O.L.B.-werk
precies inhoudt.
Maar met zo'n
leeszaal is het als
met een ijsberg:
men weet wel. wat
er boven het wa
teroppervlak uit
steekt. maar wat
er nog meer aan
vastzit, ziet men
Want het is een
uitgebreid werk,
dat verricht moet
worden om de boe
ken binnen
bereik van
lezend publiek
brengen. Er is
omvangrijk kaart
systeem. dat vrijwel
dagelijks aangevuld
of gecorrigeerd
moet worden, de
boeken dienen in
een alfabetische
en in een systema
tische catalogus
gerangschikt te
worden om nog
maar te zwijgen
van de titelbe
schrijving en van
het onderbrengen
van de boeken in
de verschillende
„afdelingen". Er
zijn zo enorm veel
boeken in een lees
zaal, dat een der
gelijk systeem wel
gevolgd móet worden. En dat er, om
de „geheimen" van zo'n systeem te
doorgronden, een deugdelijke opleiding
nodig is, is niet verwonderlijk.
Klassificeren, bibliografie, bibliotheek
administratie, oriëntering in de littera
tuur der wetenschap, techniek en kunst,
oriëntering omtrent de plaats van de
O.L.B. in de maatschappij ziedaar een
paar van de dingen die een O.L.B.-
assistente in spé moet weten en kennen.
Het eerste jaar van de cursus, die van
September tot September loopt en dat
f 100.— kost, wordt afgesloten met een
examen. Daarna volgt het tweede jaar,
het B-jaar, dat f 150.kost en na afloop
daarvan doet de candidate examen ter
verkrijging van het diploma leeszaal
assistente. Desgewenst kan ze na het
eerste jaar de opleiding voor jeugd-bi-
Kleedjes en kantjes
Bij ..Vrouwenwereld'' in Amsterdam
is een boekje uitgegeven, getiteld „Bey
ers Haakmodellen". Het is een fraai ge
ïllustreerd en van duidelijke beschrij
vingen voorzien werkje, waarin 31 mo
dellen van kleedjes en kantmotieven zijn
opgenomen. Het werd gedrukt aan de
hand van de Duitse uitgave „Hakelarbei-
ten", Schwabe-Beyer te Wiesbaden, een
bekende firma op het gebied van mode
en handwerktijdschriften.
Naast kleedjes, die in het moderne in
terieur zeker niet zouden passen zijn
er ook modellen die een zeer fraai ef
fect zullen geven op bijvoorbeeld don-
ker-.houten tafels. Kantjes aan zak
doekjes zijn altijd nog een gewilde ver
siering en wie er voor voelt zo'n nauw
keurig en precies werkje te doen. kan
een keus maken uit 8 zakdoekkantjes.
bliotheek-assistente volgen, maar
al wordt daarmee gewacht tot ze
„gewone" diploma behaald heeft.
Sociaal werk
Het kan eigenlijk met sociaal werk
vergeleken worden, dat leeszaal-werk.
Want de taak van de OLB is te probe
ren de mensen te brengen tot het lezen
van goede boeken, ze te helpen wanneer
ze voor hun studie een bepaald boek no
dig hebben. De meeste mensen hebben
geen idee, hoe uitstekend ze terecht kun
nen in een leeszaal! Zelfs tijdschriften-
artikelen over alle mogelijke onderwer
pen staan tot hun beschikking, en mocht
het al eens voorkomen dat de plaatse
lijke O.L.B. iemand niet kan helpen, dan
nog wordt geen poging nagelaten om
tóch dat speciale boek of dat speciale
artikel
gen.
andere O.L.B. te verkrij-
Onlangs zijn er in Rotterdam,
zoals ieder jaar, examens afge
nomen. En Nederland heeft er,
ongemerkt, weer ongeveer 80 ge
diplomeerde leeszaal-assistenten
bij gekregen. Dat lijkt nogal veel,
maar nog altijd zijn er vacatures.
De grote bedrijven beschikken nu
meestal ook over een zeer uitge
breide bibliotheek, waarvan de
leiding niet door een paar per
soneelsleden, maar wel degelijk
door een geroutineerde bibliothe-
caresse moet geschieden. En voor
het overige leeszaal-assistente
is een vrouwenberoep, na verloop#
van een paar jaar trouwt er altijd<x
een zeker percentage en de#
hiaten in de gelederen moeten -ü
weer aangevuld worden
DAT is altijd het hoogtepunt van een mid
dagje uit met moeder: het ijsje. Na het
winkelen of de wandeling is er altijd wel
een moment dat er gezegd wordt: „Kom,
we gaan ergens zitten". En dat betekent
dan weer dat de belangrijke vraag gesteld
wordt: „En wat wil jij hebben?" Natuurlijk
een ijsje, wat anders! Moeder drinkt thee
onbegrijpelijk gewoon, dat
kun je thuis toch genoeg krij
gen? Maar lang verdiept de
jongedochter zich niet in het
probleem haar ijsje eist al
haar aandacht op en lang
zaam en genietend hapt ze,
lepeltje na lepeltje, het koste
lijke spul naar binnen.
Daar moet U echt eens heen gaan
Twee eeuwen Franse mode in Delft
Als u er van houdt, historische
romans te lezen en u behoort
tot degenen, die zich gaarne
verdiepen in de omstandig
heden, waaronder men in het
verleden leefde, en vooral, hoe
men zich kleedde en de kamers
meubileerde dan moet u
eens naar het Prinsenhof Mu
seum in Delft gaan. Daar wordt
nl. tot 15 Augustus een tentoon
stelling gehouden onder
titel „Twee eeuwen Franse
mode".
Het is een aantal costuums uit de
verzameling van de Union Frangaise
Dergelijke japon
nen, met veel kant,
stroken, satijn en
borduursel, zijn te
zien in het Prin
senhofmuseum in
Delft.
des arts du Costume te Parijs. Men
heeft daar de beschikking over onge
veer 4000 costumes de tentoonstel
ling in Delft laat er een veertigtal
zien uit verschillende tijdperken.
Eline Ve
Die tijdperken (van 1720—1920) zijn
in Delft ook vertegenwoordigd. Rijk-
geborduurde japonnen uit de tijd van
Louis XVI, het Keizerrijk, de Restau
ratie zijn er. U kunt zich voorstellen
hoe de hoofdpersonen uit de boeken
van Marie van Zeggelen er uit zagen,
en als U zich ooit mocht hebben afge-
vraagt hoe Eline Vere gekleed was en
hoe haar woning was gemeubileerd,
dan kunt U zich daar nu een voor
stelling van gaan vormen. Want de
Franse mode is al gedurende twee
eeuwen toonaangevend voor Europa
en de wijze waarop de Frangaises ge
kleed waren geldt dus ook voor de
grootmama's van onze grootmama'!
Mademoiselle Henriette Vanier heeft
de mannequins gekleed. Die wassen
beelden zijn heel eenvoudig gehouden,
geen overdaad dus van beschilderde
gezichten of starre ogen, maar enkel
een simpele aanduiding van gelaat en
kapsel. De schilder Jan van Heel heeft
muurschildering verzorgd, welke
Amsterdam, Enschede. Groningen, betrekkin» heeft on de
,cnn nf Rotterdam nraar de onTsns OeireKKlng neeil Op Oe
Longchamps
Nijmegen of Rotterdam, waar de cursus
wordt gegeven. Die cursus wordt gere
geld door de opleidingscommissie van de
Centrale Vereniging van Openbare Lees
zalen en Bibliotheken, het overkoepelend
orgaan van de Christelijke, R.K. en neu
trale OLB's.
De „Queen" draagt
kleine hoedjes
„Dus dragen wij ze ook"
0 In Engeland is
op het ogenblik
weer een „hausse"
in matrozenpakjes
voor kleine jongens.
Het is Prins Char
les, die hierin de
toon aangeeft. Net
als zijn vader en
grootvader en al
onze grootvaders
draagt hij een wit
matrozenpakje en
toen de eerste foto's
van de jonge prins
in deze kledij ver
schenen. wisten de
confectiefabrikanten
niet hoe gauw ze
aan de plotseling stij
gende vraag moes
ten voldoen.
0 Meer dan enig ander land ter wereld
volgt Engeland de mode van zijn vor
sten. De Hertogin van Kent geldt, niet
overal, maar toch in bepaalde exclusie
ve kringen wél. als de best geklede
vrouw en wat zij draagt, wordt grif
nagebootst. Toen Prinses Margaret bij
een officiële gelegenheid met een hand
mof verscheen, was dat aan de omzet
bi' de bonthandelaren direct merkoaar.
De hoeden en hoedjes die Koningin
Elizabeth draagt, worden honderdvou
dig gecopieerd.
0 Behalve dit nabootsen is er ook de
belangstelling en de nieuwsgierigheid
zonder meer naar de kleding van
het vorstelijk huis. Aan die nieuws
gierigheid komen de Engelse kranten
en tijdschriften maar al te gaarne
tegemoet. De witte bontcape, die
Prinses Margaret bij een gala-avond
droeg was, zo constateerde „Woman's
Own", dezelfde als waarmee Eliza
beth een jaar te voren een keer in
het openbaar verschenen was. Dus
ook koninklijke zusters ruilen wel
eens van kleren! constateerde het
blad verrukt.
brooö op een
ónöere mó.ni€r
Het is al zo vaak en zoveel gezegd
dat van resten oud brood nog heel
goed een smakelijk gerecht gemaakt
kan worden, dat wij ons maar niet
aan raadgevingen in die richting zul
len wagen. Broodpap kent u natuur
lijk. Een variant daarop is het volgen
de recept, waarvoor u nodig heeft:
200 g oud brood, 5 a 6 dl (ongeveer
S kopjes) melk. 1 ei. 50 g krenten of
rozijnen. 30 g (2 eetlepels) suiker, een
klontje boter of margarine, desgewenst
zout, citroenschil.
Het brood brokkelen, met de melk op
zetten en langzaam aan de kook bren
gen. Het brood fijn drukken en de mas
sa onder roeren nog even laten doorko
ken tot hij de dikte van pap gekregen
heeft. De rozijnen wassen en een paar
minuten laten meekoken. Het ei splitsen
in dooier en wit. De dooier loskloppen
met de suiker en een paar lepels melk.
Het mengsel onder roeren aan de pap
toevoegen. Het eiwit zeer stijf slaan en
voorzichtig door de pap mengen. Deze
op smaak afmaken met boter of mar
garine en desgewenst zout en geraspte
citroenschil. Men kan de pap ook in een
vuurvast schoteltje doen. met klontjes
boter of margarine bedekken en er even
in de oven een bruin korstje op laten
komen.
-K- Wist u overigens, dat de hoeveelheid
brood, die dagelijks in ons land ge
bruikt wordt, afneemt? De verminde
ring van het broodverbruik gaat veel
al hand in hand met een verhoging
van het algemeen welstandspeil, dus
een sleoht teken is het niet. Dat we
tenslotte helemaal geen brood meer
zullen gebruiken, is niet te verwach
ten. En dat is maar goed ook, want
brood en dan vooral de donkere
broodsoorten bevat plantaardig
eiwit, voedingszouten en B-vitamines,
allemaal onontbeerlijke voedingsbe
standdelen.
Schoudertas
voor mannen
De inhoud van een damestas zou,
als het er op aan komt, enkel en uit
sluitend een aangelegenheid moeten zijn,
In een damestas zit rommel, zégt men.
Er ls bijna geen vrouw die er in
slaagt, werkelijk orde te bewaren on
der al de dingen en dingetjes die ze
zo In haar tasje meedraagt, zegt men.
Leest u voor „men": de mannen en
u bent waar u wezen wilt. Dat ze zélf
hun bezittingen in al die ontelbare zak
jes van hun costuum wegstoppen, is
van geen belang....
Een Amerikaanse firma denkt er ech
ter anders over. Die vindt, dat de si
garetten, pijpen, portemonnaies, cheque
boekjes, portefeuilles, vulpotloden en
-pennen het mannelijk silhouet bultig
maken en derhalve propageert zij het ge
bruik van een schoudertas voor mannen.
Maar het blad van de Britse kleerma
kers „Tailor and Cutter", ls er hele
maal verontwaardigd over en vraagt:
„Wat moet er nu van de zakken wor
den? Zakken zijn moeilijk te maken en
bepalen de kostprijs van het costuum.
Verdwijnen ze. dan kan een kleermaker
niet langer de prijs vragen, die hij ge
wend was."
11/1J gaan het Pinkster- dan ooit behoeven. En dat gebeuren in de stilte. Als lige Geest e
feest vieren. Wie zijn WU het. mógen is alleen dank ieder gemeentelid toch eens had willen
„WIJ:
bloeiende hof
willen maken.
De gemeente zil God's grote lankmoedig- dagelijks bad voor eigen O moeders, dit Pinkster-
rhricMiï nn heid- HU wil ons nog een gemeente en haar voorgan- feest, dat zo moeilUk in
tan Jezus unr s op kans geven om stuk voor gers Als jn jedere gemeente woorden verklaarbaar valt
aarde. Die gemeente uit stuk ievende leden van Zyn kleine kringen zich vorm- te maken voor onze kinde-
toier midden allerwege lichaam te worden. den, die met elkaar spraken ren, kunnen wij toch zo
en met name op het Wes- Dit worden we nooit door over hun Heer en Zalig- zuiver hen doen verstaan
telijk halfrond de klacht aan de buitenkant te maker, in een geest van ge- door het gebed.
oprijst, dat ze zo weinig beginnen. Laten we maar meenschap met elkaar ook
een levend getuige is van eens als toeschouwers op eikaars noden biddend voor K LS Jan of Marietje het
Hét leven. Er worden de achterste ry van hen. Hem brachten, als wU eens weer zo erg te kwaad
preken gehouden, artike- d>e ""getreden «taan om niet zo langs elkaar heen- heeft gehad en kwaad heeft
len aeschreven conieren- lo°Pbaan te lopen, naar leefden, maar ons echt één gesticht met die karakter-
ten gesenreven, conjeren d,e voorste gelederen kijken, in Christus wisten en daar- zonde, neem zo'n kind dan
ties gehouden, gekampeerd. Daar staan ze, die honderd- naar handelden, dan is God eens apart en vraag of de
vergaderingen zonder tal twintig mannen en vrouwen, nog Dezefde als die eerste Heilige Geest hem of haar
belegd, er wordt van alles in wie Gods Geest is ko- Pinksterdag en brengt Hij toch wil helpen met te
georganiseerd om léven in men wonen. Petrus spreekt er door zo'n levende ge- vechten tegen die zonde, zo
de dorre doodsbeenderen cn bet vuur spat er in meente nóg duizenden toe. dat dit of dat een volgende
te wekken. Men roept om «duizendvoudige vonken af. Wij bezitten pas werfkracht keer niet zo gauw meer
méér Avostolaat mcér Wat ls dan de reactie van als de binnenkant van ons gebeurt. We houden in de
werfkracht méér 'aetuia*- £ateer?te kerk-pubUek? gemeente-leven goed ls. praktijk van iedere dag mis-
-Treden zy ln discussie met Onze gezinnen moeten schien te weinig rekening
met de Derde Persoon in
mMiaiiiiiiiiiii^ de Heilige Drieëenheid.
/-v I En we hebben Hem zó
Overpeinzingen van i nodig!
zijn. De één weet het nog
beter te zeggen dan de
ander. Maargebéurt
er ook iets? Verandert er
wat in „Laodicéa"?
Onlangs liep ik met een
groepje mede-kerkgangers
op en allen luchtten wij in
meerdere of mindere mate
onze grieven ten opzichte Petrus,
van de dominee van elders, grandioz<
die die morgen voor ons de dag?
preken zou en wien
gaven minimaal
„Hóé konden ze dié
nodigen?"
Margaritha
- -„„r beseffen.
Dan hebben we de eerste
I stap in de enig goede rich-
Iting al gedaan. Dan zullen
wy v e r v 1 d worden met
de Geest en zoals Paulus in
ware gebedscentrales zyn. jjjn prachtige brief aan de
We moeten als vaders en Efeziërs (die we op het
Moeten zij zich moeders aan tafel bidden pinksterfeest eigenlijk ook
preek- eerst nog eens in „besloten met onze kinderen voor el- eens zouden moeten lezen)
waren, kring" met elkaar bezinnen kaar, maar ook voor de jn het vijfde hoofdstuk
nu uit- op Petrus' woorden? steeds wyder wordende schrijft: „onder elkaar spre-
ïz. De Niets van al die gewich- kring naar buiten, met naam ken in psalmen, lofzangen
dienst ving aan, de eerste tigheden. Ze vragen heel en toenaam zieken en een- cn geestelijke liederen, den
psalm werd gezongen. Ik simpel, als hulpzoekende, zamen die wij kennen aan Here van harte zingen en
zong méé: hoe bran- afhankelijke kinderen: „Wat God opdragen, de nood van jubelen, te allen tijde in de
den mijn genegenheén, om moeten wij doen?" mensen van wie wy weten naam van onze Here Jezus
Heren voorhof in te En éven simpel, maar dat ze het moeilyk hebben. Christus God den Vader
de Troon brengen voor anes danken en
gezins-zonden, de zon- elkaar onderdanig zijn
anderenjn de vreze van Christus".
Ziet het
moeten wij doen?"
En éven simpel, maar
treèn.Op hetzelfde mo- direct klinkt Petrus' ant-
ment beseffend wat ik zong, woord: „Bekeert ulaat
wenste ik. dat een onzicht- u dopen in de naam van
bare hand m'n mond had Jezus Christus tot vergeving Dan voelen de kinderen Zjet het er zó bij
dichtgeslagen en schuw keek van uw zonden en gU zult dat er gemeenschap is met Zo niet doorwaaie de'Geest
ik naar myn broeders en de gave van den Heiligen onze levende Heer. dan opnieuw de ganse strij-
zusters. „Myn ziel bezwUkt Geest ontvangen. Als er één zon gebeds- d d kerk op aarde, te
U centrale uitvet m de je- ,nnen bjj eigen I»rt.
en" meente. hetekent dat een j_ j„. -
"sterk verlangen", zon- Bekéért u. Op de
gen zU. Zó zyn wij nu. En Petrus begint van b i n n e n- me€nte, betekent dat een ta"de gezjnnen en zó het
dat redeneert, betoogt en uit. verzwakking, een zwakke, vuur verder dragend tot in
discussieert over werf- kwetsbare plek in haar mld- de afgelegenste streken
kracht! 71 LS nu de vrucht van den, een hoopje sintels Bidden we voor onze
het Pinksterfeest 1954 waar laaiend vuur zou delingen'
DURVEN wU Pinkster- mocht zUn. dat ook wU van moéten zUn. Waar velen kinderen óók?
feest te vieren? Ach, binnenuit opnieuw be- uitvallen ontstaat er een Onze kinderen OOK?
feest
ik geloof dat wy het i
gonnen? Gods Wonderen berg
de Hei-
MARGARITHA
WlET alleen katoen, maar
ook nylon is uitstekend
geschikt als materiaal voor
deze japon. De rok is heel
wijd en klokkend en
bestaat uit zes banen,
waardoor het ruime
en royale effect
ontstaat.
De kraag is wit
en ligt als een
shawl om de
hals. Aanbe
veling ver-
V dient het,
deze
kraag met
stijf mate
riaal te voe
ren. Er is
deze japon
4 meter stof van
90 cm breed nodig.
Het knippatroon
(nr. 167) is tot
10 Juni aan onze
bureaux verkrijg
baar a 0.40. Na
ontvangst van f 0.50
volgt toezending per
post. Patronen zijn
voorradig in de ma
ten 42, 44 en 46.