Blad „HEEFT U EEN GEZELLIG BOEK VOOR ME?" Is Uw gezin gebedscentrale ^^ÏTleteró wijd rondom NIEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 3 JUNI 1954 ^Vele vragen voor leeozaal-aooiotente^, leeszaal, ergens in ons land, stond een mevrouw, die een boek wenste. Het kon haar niet zoveel schelen, wat voor boek, als het er maar een was, die haar, om met Hilde- brandt te spre ken, zou helpen het avondje aan genaam te pas- Het jongemeis- je, achter de toonbank, noemde een paar titels en schrijvers. De mevrouw zei: „Oh, die ken ik al lang". Het meisje vroeg: „Wil ik u een lijstje geven van de nieuwe boeken die we de laatste tijd, hebben binnen gekregen?" De mevrouw zei: „Doet u geen moeite. Gééft u m\j maar wat." Het meisje ver dween tussen de boekenrijen en kwam een ogen blik later met vier boeken weer te voorschijn. De me vrouw zei: ..Oh, ik zie op een afstand al dat ik ze al ge lezen heb. Heeft niet iets zeer è&rdigs?' nadrukkelijk ge' kucht in de ach terhoede van het rijtje mensen, dat stond te wachten voor de toonbank. Iemand zei: ..Och juffrouw, wilt u dan misschien eerst even mijn boek afstem pelen?" De mevrouw keerde zich om en zei boos: „Mijnheer, ik ben aan de beurt". De mijnheer zei: „Ja mevrouw maar ik heb haast en...." De mevrouw zei; ..Ik heb ook haast. Juffrouw, heeft u nog iets anders?" De juffrouw probeerde het nog eens met het lijstje, maar de mevrouw zei: „Ach nee. dan kom ik nooit klaar. Geeft u me dat maar, dat daar ligt". Het bleek een reisbeschrijving te zijn, iets met een eenzame kano en veel in boorlingen. „Wilde u dat lezen?" vroeg de juffrouw. „Jullie hebben toch niets anders", zei de mevrouw. De juffrouw reageerde niet, verrichtte vlug en han dig de manipulaties met het kaartsys teem, zette een datumstempel in het boek en overhandigde dit aan de me vrouw. Die pakte het aan en verdween, om een ogenblik later weer binnen te komen en te zeggen: „Och juffrou' geeft u me tóch maar evi van die nieuwe boeken". het lijstje Volgens bepaalde wetten van de logi ca zou het meisje nu gillend een bak met een kaartsysteem over het hoofd van de dame moeten uitstorten maar inplaats daarvan zei ze kalm: „Zeker mevrouw, een ogenblik". Het was op dat moment, dat een oudere heer, die van de hele zaak getuige was geweest, luidop zei: „Nou, daar moet je ook een jobsgeduld voor hebben!" Een ervaring als deze zal iedere leeszaal-assistente tael eens gehad hebben. En evenzeer zullen ge regelde bezoekers van een O L.B. zoals een Openbare Leeszaal en Bibliotheek meestal genoemd wordt) getuige zijn geweest van een geval als dit. Hun sympathie zal dan ongetwijfeld geweest zijn aan de zijde van het assistentje met het ..jobsgeduld" en het assistentje zelf zal er hoogstwaar schijnlijk om lachen. Motto: „Dat zijn we wel gewend Gewend is misschien iets te veel ge zegd. maar er op voorbereid zijn de assistenten zeker. Want in de degelijke, tweejarige opleiding die zij krijgen wordt haar wel zo het een en ander duidelijk gemaakt over de wijze, waar op „lastige" klanten geholpen dienen te Gehoord in de trein, tussen Gouda en Utrecht: „Ie tiet tegenwoordig toveel tweed; )e tiet het al niet eens meer." Gezien enige vrolijk gekleurde georgette doekjes, die door de knoopsgaten van een wit wollen jasje gehaald waren. Het effect was als dal van een ge- pavoisseerd schip. Gelezen In France Soir: dat inwoners van het dorpje Depheries een groot feest heb ben gehouden ter gelegenheid van een huwelijk. Ze hebben nl. uitgerekend dat pas omstreeks 1970 weer een brui loft sal plaatsvinden. Want de meeste inwoners van de 38 zielen tellende bevolking zijn babies. worden. Zo'n assistente is er op ge traind de meest uiteenlopende vragen ter beantwoording voorgelegd te krij gen en daarvan is de verzuchting: „Gééft u mij maar wat" ais van de mevrouw voornoemd, werkelijk nog wel een van de eenvoudigste. Accuratesse, tact, mensenkennis dat zijn zo een paar van die eigenschappen die een goede leeszaal-assistente moet bezitten of althans dient aan te kweken. En daarnaast komen dan nog de practi- sche eisen waaraan zij moeten voldoen. Zij want het is wel typisch, dat er zoveel meisjes zijn die dit beroep kie zen, meer dan jongens. Een meisje, dat 17 jaar is en de HBS, het Gymnasium, de MMS of een daarmee gelijk te stellen middelbare school heeft bezocht en er het einddiploma van behaald heeft, kan de cursus gaan volgen. Zelf kiest een OLB uit waar ze haar opleiding wil ha len en eens in de veertien dagen gaat z' Boeken binnen het bereik van het lezend publiek brengen dat is de taak van de leeszaal assistente. Het ziet er naar uit, dat ze later niet veel moeite zal hebben met deze drie jeug dige boekenliefhebbers, die al vroeg de weg naar de lees zaal gevonden hebben. De opleiding duurt, zoals gezegd, twee jaar en dat lijkt nogal lang degeen, die eigen lijk niet weet wat het O.L.B.-werk precies inhoudt. Maar met zo'n leeszaal is het als met een ijsberg: men weet wel. wat er boven het wa teroppervlak uit steekt. maar wat er nog meer aan vastzit, ziet men Want het is een uitgebreid werk, dat verricht moet worden om de boe ken binnen bereik van lezend publiek brengen. Er is omvangrijk kaart systeem. dat vrijwel dagelijks aangevuld of gecorrigeerd moet worden, de boeken dienen in een alfabetische en in een systema tische catalogus gerangschikt te worden om nog maar te zwijgen van de titelbe schrijving en van het onderbrengen van de boeken in de verschillende „afdelingen". Er zijn zo enorm veel boeken in een lees zaal, dat een der gelijk systeem wel gevolgd móet worden. En dat er, om de „geheimen" van zo'n systeem te doorgronden, een deugdelijke opleiding nodig is, is niet verwonderlijk. Klassificeren, bibliografie, bibliotheek administratie, oriëntering in de littera tuur der wetenschap, techniek en kunst, oriëntering omtrent de plaats van de O.L.B. in de maatschappij ziedaar een paar van de dingen die een O.L.B.- assistente in spé moet weten en kennen. Het eerste jaar van de cursus, die van September tot September loopt en dat f 100.— kost, wordt afgesloten met een examen. Daarna volgt het tweede jaar, het B-jaar, dat f 150.kost en na afloop daarvan doet de candidate examen ter verkrijging van het diploma leeszaal assistente. Desgewenst kan ze na het eerste jaar de opleiding voor jeugd-bi- Kleedjes en kantjes Bij ..Vrouwenwereld'' in Amsterdam is een boekje uitgegeven, getiteld „Bey ers Haakmodellen". Het is een fraai ge ïllustreerd en van duidelijke beschrij vingen voorzien werkje, waarin 31 mo dellen van kleedjes en kantmotieven zijn opgenomen. Het werd gedrukt aan de hand van de Duitse uitgave „Hakelarbei- ten", Schwabe-Beyer te Wiesbaden, een bekende firma op het gebied van mode en handwerktijdschriften. Naast kleedjes, die in het moderne in terieur zeker niet zouden passen zijn er ook modellen die een zeer fraai ef fect zullen geven op bijvoorbeeld don- ker-.houten tafels. Kantjes aan zak doekjes zijn altijd nog een gewilde ver siering en wie er voor voelt zo'n nauw keurig en precies werkje te doen. kan een keus maken uit 8 zakdoekkantjes. bliotheek-assistente volgen, maar al wordt daarmee gewacht tot ze „gewone" diploma behaald heeft. Sociaal werk Het kan eigenlijk met sociaal werk vergeleken worden, dat leeszaal-werk. Want de taak van de OLB is te probe ren de mensen te brengen tot het lezen van goede boeken, ze te helpen wanneer ze voor hun studie een bepaald boek no dig hebben. De meeste mensen hebben geen idee, hoe uitstekend ze terecht kun nen in een leeszaal! Zelfs tijdschriften- artikelen over alle mogelijke onderwer pen staan tot hun beschikking, en mocht het al eens voorkomen dat de plaatse lijke O.L.B. iemand niet kan helpen, dan nog wordt geen poging nagelaten om tóch dat speciale boek of dat speciale artikel gen. andere O.L.B. te verkrij- Onlangs zijn er in Rotterdam, zoals ieder jaar, examens afge nomen. En Nederland heeft er, ongemerkt, weer ongeveer 80 ge diplomeerde leeszaal-assistenten bij gekregen. Dat lijkt nogal veel, maar nog altijd zijn er vacatures. De grote bedrijven beschikken nu meestal ook over een zeer uitge breide bibliotheek, waarvan de leiding niet door een paar per soneelsleden, maar wel degelijk door een geroutineerde bibliothe- caresse moet geschieden. En voor het overige leeszaal-assistente is een vrouwenberoep, na verloop# van een paar jaar trouwt er altijd<x een zeker percentage en de# hiaten in de gelederen moeten -ü weer aangevuld worden DAT is altijd het hoogtepunt van een mid dagje uit met moeder: het ijsje. Na het winkelen of de wandeling is er altijd wel een moment dat er gezegd wordt: „Kom, we gaan ergens zitten". En dat betekent dan weer dat de belangrijke vraag gesteld wordt: „En wat wil jij hebben?" Natuurlijk een ijsje, wat anders! Moeder drinkt thee onbegrijpelijk gewoon, dat kun je thuis toch genoeg krij gen? Maar lang verdiept de jongedochter zich niet in het probleem haar ijsje eist al haar aandacht op en lang zaam en genietend hapt ze, lepeltje na lepeltje, het koste lijke spul naar binnen. Daar moet U echt eens heen gaan Twee eeuwen Franse mode in Delft Als u er van houdt, historische romans te lezen en u behoort tot degenen, die zich gaarne verdiepen in de omstandig heden, waaronder men in het verleden leefde, en vooral, hoe men zich kleedde en de kamers meubileerde dan moet u eens naar het Prinsenhof Mu seum in Delft gaan. Daar wordt nl. tot 15 Augustus een tentoon stelling gehouden onder titel „Twee eeuwen Franse mode". Het is een aantal costuums uit de verzameling van de Union Frangaise Dergelijke japon nen, met veel kant, stroken, satijn en borduursel, zijn te zien in het Prin senhofmuseum in Delft. des arts du Costume te Parijs. Men heeft daar de beschikking over onge veer 4000 costumes de tentoonstel ling in Delft laat er een veertigtal zien uit verschillende tijdperken. Eline Ve Die tijdperken (van 1720—1920) zijn in Delft ook vertegenwoordigd. Rijk- geborduurde japonnen uit de tijd van Louis XVI, het Keizerrijk, de Restau ratie zijn er. U kunt zich voorstellen hoe de hoofdpersonen uit de boeken van Marie van Zeggelen er uit zagen, en als U zich ooit mocht hebben afge- vraagt hoe Eline Vere gekleed was en hoe haar woning was gemeubileerd, dan kunt U zich daar nu een voor stelling van gaan vormen. Want de Franse mode is al gedurende twee eeuwen toonaangevend voor Europa en de wijze waarop de Frangaises ge kleed waren geldt dus ook voor de grootmama's van onze grootmama'! Mademoiselle Henriette Vanier heeft de mannequins gekleed. Die wassen beelden zijn heel eenvoudig gehouden, geen overdaad dus van beschilderde gezichten of starre ogen, maar enkel een simpele aanduiding van gelaat en kapsel. De schilder Jan van Heel heeft muurschildering verzorgd, welke Amsterdam, Enschede. Groningen, betrekkin» heeft on de ,cnn nf Rotterdam nraar de onTsns OeireKKlng neeil Op Oe Longchamps Nijmegen of Rotterdam, waar de cursus wordt gegeven. Die cursus wordt gere geld door de opleidingscommissie van de Centrale Vereniging van Openbare Lees zalen en Bibliotheken, het overkoepelend orgaan van de Christelijke, R.K. en neu trale OLB's. De „Queen" draagt kleine hoedjes „Dus dragen wij ze ook" 0 In Engeland is op het ogenblik weer een „hausse" in matrozenpakjes voor kleine jongens. Het is Prins Char les, die hierin de toon aangeeft. Net als zijn vader en grootvader en al onze grootvaders draagt hij een wit matrozenpakje en toen de eerste foto's van de jonge prins in deze kledij ver schenen. wisten de confectiefabrikanten niet hoe gauw ze aan de plotseling stij gende vraag moes ten voldoen. 0 Meer dan enig ander land ter wereld volgt Engeland de mode van zijn vor sten. De Hertogin van Kent geldt, niet overal, maar toch in bepaalde exclusie ve kringen wél. als de best geklede vrouw en wat zij draagt, wordt grif nagebootst. Toen Prinses Margaret bij een officiële gelegenheid met een hand mof verscheen, was dat aan de omzet bi' de bonthandelaren direct merkoaar. De hoeden en hoedjes die Koningin Elizabeth draagt, worden honderdvou dig gecopieerd. 0 Behalve dit nabootsen is er ook de belangstelling en de nieuwsgierigheid zonder meer naar de kleding van het vorstelijk huis. Aan die nieuws gierigheid komen de Engelse kranten en tijdschriften maar al te gaarne tegemoet. De witte bontcape, die Prinses Margaret bij een gala-avond droeg was, zo constateerde „Woman's Own", dezelfde als waarmee Eliza beth een jaar te voren een keer in het openbaar verschenen was. Dus ook koninklijke zusters ruilen wel eens van kleren! constateerde het blad verrukt. brooö op een ónöere mó.ni€r Het is al zo vaak en zoveel gezegd dat van resten oud brood nog heel goed een smakelijk gerecht gemaakt kan worden, dat wij ons maar niet aan raadgevingen in die richting zul len wagen. Broodpap kent u natuur lijk. Een variant daarop is het volgen de recept, waarvoor u nodig heeft: 200 g oud brood, 5 a 6 dl (ongeveer S kopjes) melk. 1 ei. 50 g krenten of rozijnen. 30 g (2 eetlepels) suiker, een klontje boter of margarine, desgewenst zout, citroenschil. Het brood brokkelen, met de melk op zetten en langzaam aan de kook bren gen. Het brood fijn drukken en de mas sa onder roeren nog even laten doorko ken tot hij de dikte van pap gekregen heeft. De rozijnen wassen en een paar minuten laten meekoken. Het ei splitsen in dooier en wit. De dooier loskloppen met de suiker en een paar lepels melk. Het mengsel onder roeren aan de pap toevoegen. Het eiwit zeer stijf slaan en voorzichtig door de pap mengen. Deze op smaak afmaken met boter of mar garine en desgewenst zout en geraspte citroenschil. Men kan de pap ook in een vuurvast schoteltje doen. met klontjes boter of margarine bedekken en er even in de oven een bruin korstje op laten komen. -K- Wist u overigens, dat de hoeveelheid brood, die dagelijks in ons land ge bruikt wordt, afneemt? De verminde ring van het broodverbruik gaat veel al hand in hand met een verhoging van het algemeen welstandspeil, dus een sleoht teken is het niet. Dat we tenslotte helemaal geen brood meer zullen gebruiken, is niet te verwach ten. En dat is maar goed ook, want brood en dan vooral de donkere broodsoorten bevat plantaardig eiwit, voedingszouten en B-vitamines, allemaal onontbeerlijke voedingsbe standdelen. Schoudertas voor mannen De inhoud van een damestas zou, als het er op aan komt, enkel en uit sluitend een aangelegenheid moeten zijn, In een damestas zit rommel, zégt men. Er ls bijna geen vrouw die er in slaagt, werkelijk orde te bewaren on der al de dingen en dingetjes die ze zo In haar tasje meedraagt, zegt men. Leest u voor „men": de mannen en u bent waar u wezen wilt. Dat ze zélf hun bezittingen in al die ontelbare zak jes van hun costuum wegstoppen, is van geen belang.... Een Amerikaanse firma denkt er ech ter anders over. Die vindt, dat de si garetten, pijpen, portemonnaies, cheque boekjes, portefeuilles, vulpotloden en -pennen het mannelijk silhouet bultig maken en derhalve propageert zij het ge bruik van een schoudertas voor mannen. Maar het blad van de Britse kleerma kers „Tailor and Cutter", ls er hele maal verontwaardigd over en vraagt: „Wat moet er nu van de zakken wor den? Zakken zijn moeilijk te maken en bepalen de kostprijs van het costuum. Verdwijnen ze. dan kan een kleermaker niet langer de prijs vragen, die hij ge wend was." 11/1J gaan het Pinkster- dan ooit behoeven. En dat gebeuren in de stilte. Als lige Geest e feest vieren. Wie zijn WU het. mógen is alleen dank ieder gemeentelid toch eens had willen „WIJ: bloeiende hof willen maken. De gemeente zil God's grote lankmoedig- dagelijks bad voor eigen O moeders, dit Pinkster- rhricMiï nn heid- HU wil ons nog een gemeente en haar voorgan- feest, dat zo moeilUk in tan Jezus unr s op kans geven om stuk voor gers Als jn jedere gemeente woorden verklaarbaar valt aarde. Die gemeente uit stuk ievende leden van Zyn kleine kringen zich vorm- te maken voor onze kinde- toier midden allerwege lichaam te worden. den, die met elkaar spraken ren, kunnen wij toch zo en met name op het Wes- Dit worden we nooit door over hun Heer en Zalig- zuiver hen doen verstaan telijk halfrond de klacht aan de buitenkant te maker, in een geest van ge- door het gebed. oprijst, dat ze zo weinig beginnen. Laten we maar meenschap met elkaar ook een levend getuige is van eens als toeschouwers op eikaars noden biddend voor K LS Jan of Marietje het Hét leven. Er worden de achterste ry van hen. Hem brachten, als wU eens weer zo erg te kwaad preken gehouden, artike- d>e ""getreden «taan om niet zo langs elkaar heen- heeft gehad en kwaad heeft len aeschreven conieren- lo°Pbaan te lopen, naar leefden, maar ons echt één gesticht met die karakter- ten gesenreven, conjeren d,e voorste gelederen kijken, in Christus wisten en daar- zonde, neem zo'n kind dan ties gehouden, gekampeerd. Daar staan ze, die honderd- naar handelden, dan is God eens apart en vraag of de vergaderingen zonder tal twintig mannen en vrouwen, nog Dezefde als die eerste Heilige Geest hem of haar belegd, er wordt van alles in wie Gods Geest is ko- Pinksterdag en brengt Hij toch wil helpen met te georganiseerd om léven in men wonen. Petrus spreekt er door zo'n levende ge- vechten tegen die zonde, zo de dorre doodsbeenderen cn bet vuur spat er in meente nóg duizenden toe. dat dit of dat een volgende te wekken. Men roept om «duizendvoudige vonken af. Wij bezitten pas werfkracht keer niet zo gauw meer méér Avostolaat mcér Wat ls dan de reactie van als de binnenkant van ons gebeurt. We houden in de werfkracht méér 'aetuia*- £ateer?te kerk-pubUek? gemeente-leven goed ls. praktijk van iedere dag mis- -Treden zy ln discussie met Onze gezinnen moeten schien te weinig rekening met de Derde Persoon in mMiaiiiiiiiiiii^ de Heilige Drieëenheid. /-v I En we hebben Hem zó Overpeinzingen van i nodig! zijn. De één weet het nog beter te zeggen dan de ander. Maargebéurt er ook iets? Verandert er wat in „Laodicéa"? Onlangs liep ik met een groepje mede-kerkgangers op en allen luchtten wij in meerdere of mindere mate onze grieven ten opzichte Petrus, van de dominee van elders, grandioz< die die morgen voor ons de dag? preken zou en wien gaven minimaal „Hóé konden ze dié nodigen?" Margaritha - -„„r beseffen. Dan hebben we de eerste I stap in de enig goede rich- Iting al gedaan. Dan zullen wy v e r v 1 d worden met de Geest en zoals Paulus in ware gebedscentrales zyn. jjjn prachtige brief aan de We moeten als vaders en Efeziërs (die we op het Moeten zij zich moeders aan tafel bidden pinksterfeest eigenlijk ook preek- eerst nog eens in „besloten met onze kinderen voor el- eens zouden moeten lezen) waren, kring" met elkaar bezinnen kaar, maar ook voor de jn het vijfde hoofdstuk nu uit- op Petrus' woorden? steeds wyder wordende schrijft: „onder elkaar spre- ïz. De Niets van al die gewich- kring naar buiten, met naam ken in psalmen, lofzangen dienst ving aan, de eerste tigheden. Ze vragen heel en toenaam zieken en een- cn geestelijke liederen, den psalm werd gezongen. Ik simpel, als hulpzoekende, zamen die wij kennen aan Here van harte zingen en zong méé: hoe bran- afhankelijke kinderen: „Wat God opdragen, de nood van jubelen, te allen tijde in de den mijn genegenheén, om moeten wij doen?" mensen van wie wy weten naam van onze Here Jezus Heren voorhof in te En éven simpel, maar dat ze het moeilyk hebben. Christus God den Vader de Troon brengen voor anes danken en gezins-zonden, de zon- elkaar onderdanig zijn anderenjn de vreze van Christus". Ziet het moeten wij doen?" En éven simpel, maar treèn.Op hetzelfde mo- direct klinkt Petrus' ant- ment beseffend wat ik zong, woord: „Bekeert ulaat wenste ik. dat een onzicht- u dopen in de naam van bare hand m'n mond had Jezus Christus tot vergeving Dan voelen de kinderen Zjet het er zó bij dichtgeslagen en schuw keek van uw zonden en gU zult dat er gemeenschap is met Zo niet doorwaaie de'Geest ik naar myn broeders en de gave van den Heiligen onze levende Heer. dan opnieuw de ganse strij- zusters. „Myn ziel bezwUkt Geest ontvangen. Als er één zon gebeds- d d kerk op aarde, te U centrale uitvet m de je- ,nnen bjj eigen I»rt. en" meente. hetekent dat een j_ j„. - "sterk verlangen", zon- Bekéért u. Op de gen zU. Zó zyn wij nu. En Petrus begint van b i n n e n- me€nte, betekent dat een ta"de gezjnnen en zó het dat redeneert, betoogt en uit. verzwakking, een zwakke, vuur verder dragend tot in discussieert over werf- kwetsbare plek in haar mld- de afgelegenste streken kracht! 71 LS nu de vrucht van den, een hoopje sintels Bidden we voor onze het Pinksterfeest 1954 waar laaiend vuur zou delingen' DURVEN wU Pinkster- mocht zUn. dat ook wU van moéten zUn. Waar velen kinderen óók? feest te vieren? Ach, binnenuit opnieuw be- uitvallen ontstaat er een Onze kinderen OOK? feest ik geloof dat wy het i gonnen? Gods Wonderen berg de Hei- MARGARITHA WlET alleen katoen, maar ook nylon is uitstekend geschikt als materiaal voor deze japon. De rok is heel wijd en klokkend en bestaat uit zes banen, waardoor het ruime en royale effect ontstaat. De kraag is wit en ligt als een shawl om de hals. Aanbe veling ver- V dient het, deze kraag met stijf mate riaal te voe ren. Er is deze japon 4 meter stof van 90 cm breed nodig. Het knippatroon (nr. 167) is tot 10 Juni aan onze bureaux verkrijg baar a 0.40. Na ontvangst van f 0.50 volgt toezending per post. Patronen zijn voorradig in de ma ten 42, 44 en 46.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 4