Het begin van de kondigt zich aan sta ing kan het slot raden? Tsaar vond Workoeta onmenselijk; 't Politbureau niet Onze veertiendaagse prijsvraag DE z/etméérm Postzegelrubriek Soekarno weet ook de weg naar de „mosterd CPEJJ'Viiit s ZATERDAG 1 MEI 1954 OPSTAND DER VERTRAPTEN III) (Door Joseph Scholmer) rpOEN AAN TSAAR NICOLAAS I (1825—1855) werd voorgesteld, de streek om de rivieren Petsjora en Workoeta tot een verbanningsgebied te bepalen, liet hij zich een rapport over de levensomstandigheden aldaar geven en besloot toen: ,,Men kan van geen mens verlangen daar te leven". Intussen hebben wij geen tsaar meer, maar een Politbureau. En het gebied van Workoeta heeft als verbanningsoord nog een aanvullende aantrekke lijkheid gekregen: deze uiterste punt van de autonome socialistische Sowjet- Republiek van de Komi bergt kolenvoorraden van enige milliarden tonnen, die in het onherbergzame klimaat van de 68-ste breedtegraad alleen door dwangarbeiders kunnen worden gedolven. Zo ontstond de stad Workoeta, rondom omgeven door de installaties van de mijnen, woonplaats voor een paar duizend ambtenaren, technici en leden van de geheime politie en enige tienduizenden „vrije mijnwerkers", dat wil zeggen onder dwang gekoloni- seerden en vrijgelaten gedeporteerden. Er zijn ongeveer dertig mijnschachten, hun lopende nummering komt tot 40, maar daarbij zijn er, die niét boven het stadium van de projectering zijn uitgekomen. En naast iedere schacht ligt het barakkenkamp voor de mijnwerkers en de overige slavenarbeiders; ruim dertig van dergelijke kampen zijn er, die gemiddeld door 3500 man zijn bevolkt. De mijnschachten van Workoeta res-,van de kolenlaeen bedraagt gemiddeld sorteren onder het ministerie voor het 80 tot 120 cm. Het werk ter plaatse kan Mijnwezen. Bij iedere schacht hoort al- j alleen sehurkt of liggend worden ee- tijd een kamp. dat onder leiding van daan. Van de zoldering van de gangen de M.G.B. slaat. Er zijn overigens twee druppelt he'. water. Al spoedig na begin soorten kampen; een soort is uitslui- van de werktijd, zijn de gevangenen tend voor politieke gevangenen, deze tot op hun huid doornat, worden „regime-kampen" genoemd Van| De dag begint 's morgens om 5 de kampen in Workoeta zijn er 13 zul- De ..gorkjaki" (mijnwerkers) j ke regime-kampen, die binnen het kaden op, wassen zich en eten in de grote de M.G.B. weer onder een speciale chef. generaal Derewianko staan. De overige kampen van het gebied heten Workoeta-kampen en zijn bevolkt met lichteré politieke gevallen; in deze kam pen is de discipline niet zo streng, men kan bijvoorbeeld, wanneer men zich goed gedraagt een ..ropoesk" pas voor verlof in de stad krijgen. De mijn huurt van het kamp de gevangenen als arbeidskrachten en betaalt al naar ge lang van de arbeidsprestatie per maand en per hoofd aan het kamp een be paald bedrag; voor een geschoolde, flin ke mijnwerker bedraagt dit bedrag on geveer 1200 roebel. Ieder kamp heeft zijn eigen bijzonde re atmosfeer, die in de kampen onder ling buitengewoon verschillen kan. Zij is wezenlijk afhankelijk van de samen stelling der gevangenen. De schacht 910 bijvoorbeeld bestaat voor ongeveer 40 procent uit «zogenaamde katorsnjiki dat zijn gevangenen, die door de recht banken uitdrukkelijk tot katorga, tot tuchthuis zijn veroordeeld. Zij dragen hun nummers op de rug. in plaats van op de mouw, zijn meestal in de jaren 1943 tot 1947 veroordeeld en behoren tot de overlevenden van het leger van hon derdduizenden gevangenen, dat destijds tengevolge van onvoldoende levensvoor waarden ln Workoeta is ondergegaan Voor een groot deel zijn het mensen, die zich door <ien bijzonder hoge graad van vitaliteit onderscheiden; zij zijn in leven gebleven, omdat zij de taadsten en de hardsten waren. Door het leven in deze jaren zijn zij ongelofelijk brutaal geworden; zij worden gekenmerkt door hardheid, ook in persoonlijke dingen. De kampen, die een groter aandeel katorsjniki hebben, zijn door de M.G.B. onder bijzondere bewaking gesteld. Zij hebben een veel strengere kampdiscipli ne. een groter spionnen-apparaat en een dchter bewakingssysteem, dat alleen al in het aantal wachttorens tot uitdruk king komt. In de zesde schacht bevinden zich al leen sakloetsjonni, dat zijn normale kampgevangenen. De atmosfeer is hier betrekkelijk redelijk en vreedzaam. Ter wijl bijvoorbeeld in schacht 910 ge vechten tussen de gevangenen wegen.' een plaats aan de tafel in de eetzaal, een kruk of een brits niet zelden komen, komen in schacht 6 dergelijke incidenten nauwelijks Van alle schachten van Workoeta heersen in de kleine schacht II, van het kamp slechts zeven barakken met ongeveer 800 gevangenen telt, de slechtste arbeidsvoorwaarden. De hoogte /an het kamp dc dagelijkse maaltijden. Dan gaan ar het raswod. (appèl, precies ver taald betekent dit woord .scheiding") bij de commandopost aan de poort. De brigaden worden opgeroepen en veria ten het kamp door de poort Zij forme- >n zich tot een colonne, die door De- akers met machinepistolen wordt be geleid en marcheren ongeveer een weg er lang tot de mijn. Voor dat zij op het terrein van de mijn wor den binnengelaten, worden zij nog een* geteld. Zij geven hun lagerplunje in d« .banja" van de schacht af krijgen mijn- verkerstenue, een lamp en de ..narjad' de opdracht van de norm. die zij die dag moeten vervullen) en dalen af. Om 16 uur zijn zij meestal klaar met jn werk. Dan komen zij weer naar bo-1 ;n, baden, krijgen hun gevangeniskle-p ding en zijn omstreeks 18 uur weer in het kamp. In de .stolowaja" eten zij hun tweede dagelijkse maaltijd Iedere gevangene krijgt per dag 800 gram brood, tweemaal driekwart liter kool- of gruttensoep, eenmaal 250 tot 300 gram kasja (pap). 50 tot 70 gram vis of vlees. 15 tot 20 gram vet, een kadet je, dat ongeveer 45 gram weegt, en 25 gram suiker. Dit rantsoen bevat zowel te weinig calorieën als eiwitten. Het is erop geba seerd, dat zeer veel gevangenen mate riële ondersteuning door hun familie genieten in de vorm van geld of levens middelen. Natuurlijk is daar bij de bui tenlander. die geen enkele verbinding met hun land hebben, geen sprake van. Tj^EN wezenlijke verbetering van de voeding betekende de invoering van een loonsysteem in de regime-kampen in 1952. Het gros van de gevangenen gebruikt het gehele inkomen voor het kopen van aanvullende levensmiddelen, margarine, jam, suiker, visconserven. Van deze, voor kampverhoudingen met margarine en jam rijkgedekte tafel, vallen zoveel kruimels voor het kamp proletariaat, dat vanaf 1952 in feite nie mand meer direct honger heeft gele den, hoewel het geen genoegen is. dag in dag uit. met slechts weinig afwisse ling hetzelfde eentonige menu te moe ten verorberen. Na de avondmaaltijd drinken de ge vangenen in de barak „kipjatok", dat is heet water, waarin een zuurtje of sui ker opgelost is Daar eten zij brood met hun „privé" margarine of jam bij. De voorbereiding van deze kipjatok be hoort tot één van mijn plichten; op het fornuis van de soesjilka staat een grote blikken emmer, die steeds met heet wa ter is gevuld. Na de kipjatok rookt men een paar sigaretten. Een paar spelen domino of schaak Men vertelt elkaar nog wat. meest geschiedenissen uit de oorlog of uit de krijgsgevangenschap in Duitsland. De jaren in Europa waren voor al deze mensen hier de grote tijd. Onophoudelijk berichten zij van de be zienswaardigheden van het verre Wes- Slechts weinigen lezen een krant of een boek. Ze zijn te uitgeput Om 8 uur is „powerka". dan wordt de verdienste uitbetaald Hierna gaat men naar bed. Vier dagen in ae maand zijn vrij. Op die dagen probeert men zijn overver moeidheid uit te slapen. Zo vergaat week na week, maand na jaar na jaar. In het jaar waarin de wereld het ver trek herdenkt van Florence Nightingale naar het strijdtoneel op de Krina, in October een eeuw geleden, brengt Libelle het ware verhaal van een andere heldhaftige vrouw, de „Heldin der pllllHIIIIIIIIII! Een verhaal door hond weer gedaan heeft!" Zijn vrouw toonde hem haar gescheurde rok. „Ik zou graag willen weten, wanneer je eens gaat klagen. Sinds we die nieuwe buren hebben," mokte zij, „is ons huis compleet onbewoonbaar. Robbie durft gewoon de deur niet meer uitHij bibbert al als hij het beest ziet. En 's nachts droomt hij van de boze WOU-WOU.... het arme jong! En de meid wilde laatst niet eens een brief voor me gaan posten. Je snapt wel, waaromZe hoorde die keffer te keer gaan. En ik geef haar geen ongelijkHet is ook geen hond Het is een ondier!" Anton keek door het venster naar deze veel besproken fox-terrier, die snuffelend door de dribbelde. Zijn speelse gang gaf hem geenszins het aanschijn de schrik der omgeving te worden ge noemd. En met zijn blanke vachtje had hij reclame kunnen maken voor menig wasmiddel W/"EET je, wat je een volgende keer doen moet", opperde Anton. „Je zorgt, dat je een krant in de hand hebt. Dan heeft die hond iets om in te bijten. Zo'n beest moet nu eenmaal iets hebben om in te happen, begrijp je? En ondertussen geef je hem een schop. Dat heb ik ook gedaan. Niet, omdat ik het land aan hem hadMaar die hond wil blijkbaar weten, wat hij aan je heeft. En dat is nu ten minste uit gemaakt tussen ons. Nu is HIJ bang zie jeinplaats van omgekeerd. Moet je ook eens proberenHeus Als Anton meende zijn vrouw hier mee te hebben overtuigd, had hij 't mis, Meesmuilend keek zij hem aan. „Dat zeg je alleen, om er tussen uit te draaien. Een pracht excuus heb je gezocht om niet te hoeven gaan kla gen". Schouderophalend trok zij zich terug. Maar Anton liep haar na. „Als je er bepaald op staat, dan zal ik het natuurlijk wel doen. Alleen Ruzie maken is niet bepaald leuk. Zou den we niet liever wachten tot hun bezoekje de volgende week? Dan kun nen we alles rustig uiteen zetten." Zijn vrouw plaatste zich tegenover hem met de handen in de zijde. „Hoe is dat spreekwoord ook weer? Als het kalf verdronken isVind je het soms beter om pas te klagen, als Rob bie in het hospitaal ligtEn de meid mank door het huis loopt..? En ikzelf Zij wist niet zo gauw iets ontstellends te bedenken. Anton suste haar gauw. „Stil maar. Fica ten Houte de Lange En voordat hij het besefte stond hij, met een krant gewapend, op de stoep van het huis der nieuwe buren. Die voorzorgsmaatregel bleek echter overbodig te zijn geweest. /"INDER een luid gekef. dat meer leek op een hulpkreet, was de ramp zalige hond naar de bewuste voortuin naast hem meegelopen. En daar sprong hij op een flinke afstand blaffend heen en weer, met het vaste voornemen blijkbaar om (niettegenstaande zijn rechtopstaande nekharen) te vluchten, zodra de toestand hem te hachelijk legde Anton uit. „Maar wij zijn buren, moet je weten". Mopsje Zij drukte een kus op de kop van de hond., i, wat hebben wij leuke welijks merkte, dat de voordeur zich had geopend, en nog minder, wie zulks deed. Zijn zintuigen speurden echter een Oosters parfum Hoe overbekend kwam dat luchtje Het hoorde bij een meisje, dat be dwelmend was als deze geur Onbereikbaar was zij geweest als een eeuwige wens Het had blijkbaar zo moeten zijn, dat Anton, als ontwakend uit een droom, zijn blik tot haar richtte.... En daar stond i voor hem Vera, uit zijn jongensjaren „Vera!" riep hij. „Ik bedoel me- r ge- stdrift, die hij zie goed herinnerde. „Wat een ontmoeting, na zoveel Haar klaterlachje maakte hem ver legenook nu weer. „Kom binnen", vervolgde zij. „Even mijn hondje in huis halen. Is het geen engel?" Zij toonde hem de getemde boef in „Mopsje", kirde zij. En ze kriebelde het beest met een welverzorgde vin ger c r de r „Mopsje. Dit is een vriend uit mijn jeugd. Een heel dierbare vriend! Zul je daar niet jaloers op worden?" Zij ging Anton voor naar de salon. Daar plaatste zij zich op een haard- bankje voor het open vuur. En terwijl haar handen het dier onophoudelijk streelden, vroeg zij: „Hoe wist je, dat ik hier woonde?" „Dat wist ik juist helemaal niet". hij de banaliteit van deze opmerking. Daarom kreeg hij een kleur. Moest hij, na zoveel jaren, toch nog voor haar blozen? Maar zij was ook zo mooi, die Vera. Minder onwezenlijk nu.... maar daar om niet minder begeerlijk. „Ben je getrouwd?" hoorde hij haar „Getrouwd?" herhaalde hij ver baasd. „Ja, natuurlijk. Ik ben ge trouwd". En eensklaps herin nerde hij zlah heel duidelijk, waarvoor hij gekomen was. Het werd hem warm te moede. Om tijd te winnen vroeg hij „En ben jij getrouwd?" Want hoe moest hij zijn grief in kleden „Ben jij getrouwd?" had hij ge vraagd. En nu hing hij aan haar lippen om het antwoord te horen. „En of ik getrouwd ben", zei ze. „Tenminste., of eigenlijk misschien ook niet helemaal." Als je man een zeeman isEn altijd wegLeuk is dat niet Haar stem klonk echter lang niet triest. schien kinderen?" Zij gaf hem nauwelijks tijd deze vraag te beamen. „Dan begrijp je het natuurlijk niet", vervolgde zij. „Maar als je alleen bentDan kun je je zo vreselijk aan zo'n beest hech ten. Dat wordt dan zo'n beetje je kind. En het is ook een knuffeltje". En terzijde herhaalde ze: „Een lieverdje ben je, hoor!" Toen wilde zj Anions mening hier omtrent weten. „Vind je hem niet een lekker dier?" En zij hield hem hoog op, zoals een moeder haar zuigeling toont. „Is het niet een schat?" WAT MOEST ANTON HIEROP ANTWOORDEN? DRIE PRIJZEN kEZE VRAAG LEGGEN WIJ onze lezers weer ter beoor deling voor. Inzendingen tot Woensdag 5 Mei, eerste post. Er zijn weer drie prijzen: één van f 10.één van f 5.en één van f2.50. ïcnkaa elden' Moeder Biekerdyke weduwe redde duizenden soldaten hei er voor hen te zorgen. De beroetr ikaanse volk richtte een standbeeld v 8 Mei begint dit ontroerende Iev« EXTRA: Vehlgis bit TOMBOLA óf maanJe/jk: ROMANBIJLAGE. TK LEG HET oeroude „Ogonjek" terzijde, waarin ik 'juist het eerbiedwaardige conterfeitsel van de deken van Canterbury heb be keken, die altijd zo vriendelijk over de Sowjet-Unie spreekt. Hij moet ons hier maar eens komen bezoeken! Het is een lauwe zomernacht in Juli 1953, en 12 uur. De droogkamer van mijn barak is bijna leeg. Op een kleine tafel in de hoek spelen twee gevangenen domino. Ik kan mijn vuur uit laten gaan Vandaag heeft het niet geregend, er valt niets te drogen. Ik zeg de twee. dat ik een vriend in een barak naast ons ga bezoeken. (Eigenlijk zouden alle deuren gesloten moeten zijn, maar de nalatige bewakers laten ze dikwijls open.) ..Ga gerust, wij passen wel op. dat er niets wordt gestolen." Ik vind George voor zijn barak op een bar.k. .Goeden avond, kameraad soesjil- tsjik!" zeg ik „Goeden avond, mijnheer collega", antwoordt George V> ER MOGEN dan veel dingen zijn, die de jonge republiek Indone sië zelfstandig nog niet al te best aan kan, op het gebied van het phi- latelistische melkkoetje heeft Soe karno weinig meer te leren, behalve dan zelfbeheersing! AI vóór de officiële overdracht ter R.T.C. heeft hij, onbevoegd nog, uit het postzegelruifje gegeten, door prachtige, in Wecnen uitgevoerde, en aan weinig van-de-situatie-begrüpende Amerikanen piiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiii door tiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiniiiii| I G. J. Peelen verkochte zegels, die nog niet anders wa ren dan aardige, maar waardeloze plaat jes. Nu mag hij legaal zegels uitgeven, met en zonder toeslag, en dat bleek niet aan dovemansoren gezegd! Het zou volkomen te billijken geweest rijn, als Indonesië één zegeltje met toe slag uitgegeven had, ten bate van de slachtoffers van de jongste Merapi-uit- barstingen, zoals wij het verleden jaar bij de watersnood deden. Maar Soekarno laat maar liefst 8 waarden tegelijk uit komen, met hoge toeslag, waardoor die serie samen maar eventjes 18 roepian kostDe laagste waarde, 15 plus 10 sen. vindt u als afb. 1. Op afb. 4 volgt dan een nieuwe Indonesische serie die tegen de vijftig roepiah loopt!! Bovendien al leen te verkrijgen tegen betaling in Straits-dollars! Behalve, dat deze uitgave een aanzien lijke deviezenopbrengst betekent, wil men er mee trachten enigszins paal en perk te stellen aan de zwarte nandel in Straits- dollars. In de Riouw archipel is het leven geheel ingesteld op Malakka, en meer o? Singapore dan op Djakarta. De handel is op de Straits gericht, en de gangbare munt is meer de Straits-dollar, dan de gammele roepiah. We kennen het foefje nog wel uit onze na-oorlogse jaren: Djakarta heeft een officiële omrekeningskoers vastgesteld, maar de kooplui uit de Riouw archipel konden bij hun periodieke reisjes naar Djakarta in de zwarte handel graag het dubbele krijgen voor de Straits-dollars Voor de opbrengst kochten ze dan weer postzegels o.a., die ze zo dus voor half geld kregen. De posterijen in de Riouw zaten er zo geheel naast. Door de opdruk RIAU heeft men nu willen bereiken, - daar alleen deze zegels daar geldig zijn le, dat iedereen gedwongen is zijn postzegels nu verder normaal op het postkantoor te kopen, en 2e te zorgen dat P.T.T. zelf profiteert van de gunstige omrekeningskoers, want ze kunnen al leen met Straits-dollars betaald worden niet met roepiahs. 'WO SNIJDT het mes van twee kanten, alleen zal Soekarno op den duur nog el leren, dat te veel emissies en tv hoge toeslagen betekent: de kip met de gouden eieren slachten, want na kortei of langer tijd keert de wereldverzame- laar zo'n mateloos land zijn rug toe en laat het nieuwe verzamelgebied schie ten. Dat is de laatste jaren al vaker ge bleken. De Engelse vorsten zetten hun reis voort en hebben nu Ceylon aangedaan Afb. 2 is daar het gevolg van. We zien een optocht, waarin olifanten meege voerd worden, ter ere van de koninklijke bezoekers. Turkije (evenals Griekenland' vierde de vijfde verjaardag van de Nato: afb. 3 en 6, twee foeilelijke zegels waar bijna geen touw aan vast te knopen valt. Als reactie daarop nam lk 3 nieuwe ze gels van Monaco op, zo gedurfd modern, en toch fris en aantrekkelijk als nog zel den vertoond is: afb. 7, 8 en 9. CIMPELE pentekeningetjes, vlotte krabbels, maar uitermale knap en suggestief. Meer om de opvallende vorm geving dan om de afgebeelde heiligen worden ze in deze rubriek opgenomen. Afb. 7 een echte Franse non, met Je brede flatteuse kap uit de orde van St Vincentius, (1581-1660 zielzorger van de Franse galeien, alsmede stichter van de Lazaristen congregatie, en de „Soeurs grises", de zusters van liefde). Afb. 8 en 9 gewijd aan een andere Franse heilige Jean Baptiste de Ia Salie (1651-1719 oprichter van de eerste havelozenschool, vriend van het berooide volkskind). Afb 5, van Bulgarije, in navolging van de reeds eerder genoemde landen, gewijd aan Lenin. We zien zijn standbeeld: als volksredenaar, op de voorgrond van he' Kremlin. Afb. 10 van Luxemburg moet propaganda maken voor de grote jaar beurs, de zesde internationale, die van 10 tot 25 Juli gehouden wordt George is Ingenieur, ik ben dokter. Daar wij Duitsers zijn, is er in Workoe ta voor ons geen plaats in onze bt pen. Op onze Odyssee tot nu toe door talloze arbeidsbrigades hebben wij al les leren kennen. We hebben kuilen voor de fundamenten voor de bouwwer ken van het communisme gegraven. We hebben stenen gesjouwd, beton gemengd en specie gedragen. We waren ook samen in de houtzagerij. Maar nu hebben we het voor mekaar. We zijn invaliden, omdat onze gezondheid in deze jaren is geruïneerd. We zitten op een bank voor de barak en kijken r.aar de schoonheid van de toendra in de mid zomernacht. „Wil je thee?" vraagt George. „Graag". (~)P EEN PAAR honderd meter afstand loopt de weg naar de groep schacht kampen, die ten Noord-Westen van ons liggen Daarachter ligt de spoorbaan Zij splitst zich: een lijn gaat rechtuit en verdwijnt aan de horizon van de toendra, zij leidt naar een haven aan de ijszee, ongeveer 60 kilometer ten Noorden van ons. ..Ik weet niet wat er is", zegt George. „Sinds gisteravond komen er geen ko- ler.wagons meer uit de schachten. Alles is rustig. De locomotief trekt lege wagor.s naar boven, brengt echter geen kolen .Misschien een technische storing". „Dat geloof ik niet. Wanneer het maar één schacht zou betreffen, ja! Maar drie schachten?" Tegen half twee 's nachts komen de mensen van de namiddag-schicht uit de schacht terug en delen mede. dat in schacht 7 ccn staking is uitgebroken. Een machinist, die in schacht 7 was en met zijn locomotief beladen wagons uit onze schacht haalde, heeft hierover ve teld. Het was een electriserend bericht. Wij blijven nog urenlang op en praten erover. De volgende dag brengt een leboel verdere nieuwtjes, die echter voor een goed deel „parasja", loze ge ruchten, blijken te zijn. Veel van deze onzinnige geruchten kunnen wel opzet telijk door de M.G.B. zijn uitgestrooid óm ons te verwarren. Hoe dan ook, schacht 7 staakt, dat staat wel vast. Maar nog komen dc lo comotieven af en, toe met beladen wa gons langs. Dus werken de andere aan dezelfde spoorlijn liggende schachten toch nog? Her gerucht komt op. dat in schacht 40. de grootste en modernste van Wor koeta. eveneens wordt gestaakt. De vol gende dag heet het, dat de schachtkam pen, die direct aan de stad grenzen, ken Alle geruchten zijn van concrete details over herkomst en door wie c gebracht, voorzien: een „vrije", die in de schacht werkt, en wiens vrouw van daag ln Workoeta was, heeft de briga dier van de zesde Oetsjastok zelf ver teld, dal schacht 1 in staking is gegaan In de loop van de dag wordt verteld, hetgeen naar later blijkt een verzinsel is. dat uit de staking in schacht 40 e schietpartij met doden en gewonden ontstaan, en 's avonds ook een i rucht dat ook schacht 8 ophoudt met werken. Aanvankelijk is het onmogelijk een duidelijk beeld te vormen. Dar. worden langzaam de contouren van de feiten zichtbaar Vaststaat, dat de schachten 7. 1416 en 29 staken. Bovendien sta- hebben wij van ons eigen kamp uit kunnen gadeslaan. Een paar nachten geleden Is een ciaal gevangenentransport uit de rich ting .van Workoeta komende, langzaam aan ons kamp voorbijgereden. Zo'n trein bestaat uit ongeveer 50 twee-assige ge sloten goederenwagons; telefoonleidin gen lopen van wagon naar wagon, op de daken en buffers zitten de bewakers gehurkt met machinepistolen in de slag, de kolenbunker van de locomotief is met een machinegeweer gegarneerd. Achter de smalle. getraliede vensters zijn de hoofden der gevangenen zicht- „Otkoeda. waar vandaan?" vragen ..Karanganda". De trein rijdt langzaam door de grote bocht die r.aar sohacht 7 leidt en blijft daar op de rangeerbaan staan. De vol gende dag rijder, de wagons leeg weg. Drie dagen later breekt de staking in schacht 7 uit. De mensen uit Karaganda zijn haar begonnen. De gevangenen van het gebied Karaganda leven onder Iets gunstiger klimatologische en algemene verhoudin gen dan die in Workoeta. Vooral heeft men in Karaganda niet te lijden onder de lange en moordende winter vai Poolcirkel. Toen het gebrek aan arbeidskrachten door de toename van bouwprojecten enerzijds en de evenzeer toenemende in validiteit van de gevangenen van Wor koeta zich toespitste, besloot de G M.B.- centrale in Moskou een aanvullend transport uit Karaganda naar Workoeta te zenden. Dit transport bestond uit ge vangenen, die in Karaganda onder half- vrije voorwaarden hadden geleefd, meestal waren zij als bouwvakarbeiders tewerkgesteld. Ook de ronseling Workoeta geschiedde op vrijwillige ba sis. Men beloofde de mensen betere be taling dan in Karaganda en het recht zich aldaar als vrij mens te vestigen. In Workoeta werden nu deze gevange nen na aankomst in een van de gebrui kelijke regime-kampen gebracht; levensvoorwaarden verschilden In geen enkel opzicht met die van Workoeta-ge- vangenen. En van een vestiging als vrij mens was al helemaal geen sprake, dat daarvoor geen enkele practische voorwaarde aanwezig was. "TJAAROP WEIGERDE de geweldig -'-'teleurgestelde Karaganda-mensen uit protest van de dag van aankomst af ieder werk. Toen hun officieel werd gedeeld. dat de leiding van dc kam pen in Workoeta zich in geen enkel op zicht gebonden voelde aan eventueel in Karaganda gedane beloften, probeerden zij en dit met succes, ook de oude kamp bevolking tegen de kampleiding op te zetten. Zij kwamen aan in een situatie, die voor succes meer dan veelbelovend was De oude kampbevolking verklaar de zich soldair met de Karaganda-men sen. Na een paar dagen al was ln schacht 7 de staking algemeen. Noch de mijnwerkers r.och de commando's der bouw-eommantio's buiten het kamp gingen naar hun werk Vanuit schacht 7 sloeg de staking toen over op schacht 1416 en op schacht 29 Schacht 6, die van ons kamp, was de vierde, die zich bij de staking aansloot. Terwijl iedereen naar st Ottnu köning en kb- ningin keek, had Minis Ier Mansbolt oog voor de. bakkers - ^"""^"2) Vond, dat be- (ivf T drtffssetap g)/ vermaning tot sTv> sanering te on - vriendelijk stelde §Het is ongezond, dergelijke verma- - ningen „tfebrufrt -f te bakkenmeenet Bakkers proeven zoiets direct Wü weten niet, of dit oude brons- tudperker,diemen op de Veluwe/ uitgroefook bakker fs geweest. In ieder geValHém huft men thans toplastie gebakken en in een muse um bijgezet-6n datomdat van har m juist alleen een bruin korstjes over wasHet kan gek gaan Dat vond Chpglof ook, dit een ie genstander uit de weg moest rui- men en zeiDat gaat tè gek Meldde zieb met z'n sigaretten- pistool bijmesten." Cr voltrokken zich nog meer ver rassingen, In de Jordaon van, Amsterdam viel de tfoomboter- prijsVijftig örlefYes van bonded voor werkeloos metselaar. Die heeft geen krimp meer U OLDEttBERÏ Waar ze krap. en dus te krimpen zaten? In Olótberkoop Daar kwamen ze niet klaar met de voor bereiding 650-jjsrig bestaanTot zt ontdekteneen jaar te vroeg te zijn. Wij zouden zeggen: -Jt aïl 850-j?'ft kyki ie m Jaa,U** ^laar ni Oldewrkcop wensten ze niet met histo rische onkunde te koop te lopen. Old 'blüven ze toch en volgend jaar zijn ze nog Older! De onderwijzers zijn dat strateook, als ze in militiiro dienst komen. Om t de kinderen niet onder-wijs te laten, mogen de mees ters een jaar later opkomen. Uk krij gen dus volgend jaar een tmeester fyk leger. Als ze dat nu maarmees ter' kunnen blyven1 De sergeant, die de reeruut Meester roept, is niet te benijden Weet U, wie wèl te, benijden zijn 1-l/Zp Dfc bloemisten, die het Jr Deense koningspaar inde bloemen zetten en nu bril misschien meer bloemen naar Denemarken mo. gen zenden. 2- GR£UVISIO/VIST€N, die weer vertelden wat zij 11 wiste*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 5