Het begin van de
kondigt zich aan
sta ing kan het slot raden?
Tsaar vond Workoeta onmenselijk;
't Politbureau niet
Onze veertiendaagse prijsvraag
DE
z/etméérm
Postzegelrubriek
Soekarno weet ook de weg
naar de „mosterd
CPEJJ'Viiit
s
ZATERDAG 1 MEI 1954
OPSTAND DER VERTRAPTEN III)
(Door Joseph Scholmer)
rpOEN AAN TSAAR NICOLAAS I (1825—1855) werd voorgesteld, de
streek om de rivieren Petsjora en Workoeta tot een verbanningsgebied
te bepalen, liet hij zich een rapport over de levensomstandigheden aldaar
geven en besloot toen: ,,Men kan van geen mens verlangen daar te leven".
Intussen hebben wij geen tsaar meer, maar een Politbureau. En het gebied
van Workoeta heeft als verbanningsoord nog een aanvullende aantrekke
lijkheid gekregen: deze uiterste punt van de autonome socialistische Sowjet-
Republiek van de Komi bergt kolenvoorraden van enige milliarden tonnen,
die in het onherbergzame klimaat van de 68-ste breedtegraad alleen door
dwangarbeiders kunnen worden gedolven. Zo ontstond de stad Workoeta,
rondom omgeven door de installaties van de mijnen, woonplaats voor een
paar duizend ambtenaren, technici en leden van de geheime politie en enige
tienduizenden „vrije mijnwerkers", dat wil zeggen onder dwang gekoloni-
seerden en vrijgelaten gedeporteerden.
Er zijn ongeveer dertig mijnschachten, hun lopende nummering komt
tot 40, maar daarbij zijn er, die niét boven het stadium van de projectering
zijn uitgekomen. En naast iedere schacht ligt het barakkenkamp voor de
mijnwerkers en de overige slavenarbeiders; ruim dertig van dergelijke
kampen zijn er, die gemiddeld door 3500 man zijn bevolkt.
De mijnschachten van Workoeta res-,van de kolenlaeen bedraagt gemiddeld
sorteren onder het ministerie voor het 80 tot 120 cm. Het werk ter plaatse kan
Mijnwezen. Bij iedere schacht hoort al- j alleen sehurkt of liggend worden ee-
tijd een kamp. dat onder leiding van daan. Van de zoldering van de gangen
de M.G.B. slaat. Er zijn overigens twee druppelt he'. water. Al spoedig na begin
soorten kampen; een soort is uitslui- van de werktijd, zijn de gevangenen
tend voor politieke gevangenen, deze tot op hun huid doornat,
worden „regime-kampen" genoemd Van| De dag begint 's morgens om 5
de kampen in Workoeta zijn er 13 zul- De ..gorkjaki" (mijnwerkers) j
ke regime-kampen, die binnen het kaden op, wassen zich en eten in de grote
de M.G.B. weer onder een speciale
chef. generaal Derewianko staan. De
overige kampen van het gebied heten
Workoeta-kampen en zijn bevolkt met
lichteré politieke gevallen; in deze kam
pen is de discipline niet zo streng, men
kan bijvoorbeeld, wanneer men zich
goed gedraagt een ..ropoesk" pas
voor verlof in de stad krijgen. De mijn
huurt van het kamp de gevangenen als
arbeidskrachten en betaalt al naar ge
lang van de arbeidsprestatie per maand
en per hoofd aan het kamp een be
paald bedrag; voor een geschoolde, flin
ke mijnwerker bedraagt dit bedrag on
geveer 1200 roebel.
Ieder kamp heeft zijn eigen bijzonde
re atmosfeer, die in de kampen onder
ling buitengewoon verschillen kan. Zij
is wezenlijk afhankelijk van de samen
stelling der gevangenen. De schacht
910 bijvoorbeeld bestaat voor ongeveer
40 procent uit «zogenaamde katorsnjiki
dat zijn gevangenen, die door de recht
banken uitdrukkelijk tot katorga, tot
tuchthuis zijn veroordeeld. Zij dragen
hun nummers op de rug. in plaats van
op de mouw, zijn meestal in de jaren
1943 tot 1947 veroordeeld en behoren tot
de overlevenden van het leger van hon
derdduizenden gevangenen, dat destijds
tengevolge van onvoldoende levensvoor
waarden ln Workoeta is ondergegaan
Voor een groot deel zijn het mensen,
die zich door <ien bijzonder hoge graad
van vitaliteit onderscheiden; zij zijn in
leven gebleven, omdat zij de taadsten
en de hardsten waren. Door het leven in
deze jaren zijn zij ongelofelijk brutaal
geworden; zij worden gekenmerkt door
hardheid, ook in persoonlijke dingen.
De kampen, die een groter aandeel
katorsjniki hebben, zijn door de M.G.B.
onder bijzondere bewaking gesteld. Zij
hebben een veel strengere kampdiscipli
ne. een groter spionnen-apparaat en een
dchter bewakingssysteem, dat alleen al
in het aantal wachttorens tot uitdruk
king komt.
In de zesde schacht bevinden zich al
leen sakloetsjonni, dat zijn normale
kampgevangenen. De atmosfeer is hier
betrekkelijk redelijk en vreedzaam. Ter
wijl bijvoorbeeld in schacht 910 ge
vechten tussen de gevangenen wegen.'
een plaats aan de tafel in de eetzaal,
een kruk of een brits niet zelden
komen, komen in schacht 6 dergelijke
incidenten nauwelijks
Van alle schachten van Workoeta
heersen in de kleine schacht II,
van het kamp slechts zeven barakken
met ongeveer 800 gevangenen telt, de
slechtste arbeidsvoorwaarden. De hoogte
/an het kamp dc
dagelijkse maaltijden. Dan gaan
ar het raswod. (appèl, precies ver
taald betekent dit woord .scheiding")
bij de commandopost aan de poort. De
brigaden worden opgeroepen en veria
ten het kamp door de poort Zij forme-
>n zich tot een colonne, die door De-
akers met machinepistolen wordt be
geleid en marcheren ongeveer een weg
er lang tot de mijn. Voor
dat zij op het terrein van de mijn wor
den binnengelaten, worden zij nog een*
geteld. Zij geven hun lagerplunje in d«
.banja" van de schacht af krijgen mijn-
verkerstenue, een lamp en de ..narjad'
de opdracht van de norm. die zij die
dag moeten vervullen) en dalen af.
Om 16 uur zijn zij meestal klaar met
jn werk. Dan komen zij weer naar bo-1
;n, baden, krijgen hun gevangeniskle-p
ding en zijn omstreeks 18 uur weer in
het kamp. In de .stolowaja" eten zij
hun tweede dagelijkse maaltijd Iedere
gevangene krijgt per dag 800 gram
brood, tweemaal driekwart liter kool-
of gruttensoep, eenmaal 250 tot 300
gram kasja (pap). 50 tot 70 gram vis
of vlees. 15 tot 20 gram vet, een kadet
je, dat ongeveer 45 gram weegt, en 25
gram suiker.
Dit rantsoen bevat zowel te weinig
calorieën als eiwitten. Het is erop geba
seerd, dat zeer veel gevangenen mate
riële ondersteuning door hun familie
genieten in de vorm van geld of levens
middelen. Natuurlijk is daar bij de bui
tenlander. die geen enkele verbinding
met hun land hebben, geen sprake van.
Tj^EN wezenlijke verbetering van de
voeding betekende de invoering van
een loonsysteem in de regime-kampen
in 1952. Het gros van de gevangenen
gebruikt het gehele inkomen voor het
kopen van aanvullende levensmiddelen,
margarine, jam, suiker, visconserven.
Van deze, voor kampverhoudingen met
margarine en jam rijkgedekte tafel,
vallen zoveel kruimels voor het kamp
proletariaat, dat vanaf 1952 in feite nie
mand meer direct honger heeft gele
den, hoewel het geen genoegen is. dag
in dag uit. met slechts weinig afwisse
ling hetzelfde eentonige menu te moe
ten verorberen.
Na de avondmaaltijd drinken de ge
vangenen in de barak „kipjatok", dat
is heet water, waarin een zuurtje of sui
ker opgelost is Daar eten zij brood
met hun „privé" margarine of jam bij.
De voorbereiding van deze kipjatok be
hoort tot één van mijn plichten; op het
fornuis van de soesjilka staat een grote
blikken emmer, die steeds met heet wa
ter is gevuld. Na de kipjatok rookt men
een paar sigaretten. Een paar spelen
domino of schaak Men vertelt elkaar
nog wat. meest geschiedenissen uit de
oorlog of uit de krijgsgevangenschap in
Duitsland. De jaren in Europa waren
voor al deze mensen hier de grote tijd.
Onophoudelijk berichten zij van de be
zienswaardigheden van het verre Wes-
Slechts weinigen lezen een krant of
een boek. Ze zijn te uitgeput Om 8 uur
is „powerka". dan wordt de verdienste
uitbetaald Hierna gaat men naar bed.
Vier dagen in ae maand zijn vrij. Op
die dagen probeert men zijn overver
moeidheid uit te slapen.
Zo vergaat week na week, maand na
jaar na jaar.
In het jaar waarin de wereld het ver
trek herdenkt van Florence Nightingale
naar het strijdtoneel op de Krina, in
October een eeuw geleden, brengt
Libelle het ware verhaal van een andere
heldhaftige vrouw, de „Heldin der
pllllHIIIIIIIIII!
Een verhaal door
hond weer gedaan
heeft!"
Zijn vrouw toonde hem
haar gescheurde rok.
„Ik zou graag willen weten,
wanneer je eens gaat klagen.
Sinds we die nieuwe buren
hebben," mokte zij, „is ons huis
compleet onbewoonbaar.
Robbie durft gewoon de deur niet
meer uitHij bibbert al als hij het
beest ziet. En 's nachts droomt hij van
de boze WOU-WOU.... het arme jong!
En de meid wilde laatst niet eens een
brief voor me gaan posten. Je snapt
wel, waaromZe hoorde die keffer
te keer gaan. En ik geef haar geen
ongelijkHet is ook geen hond
Het is een ondier!"
Anton keek door het
venster naar deze veel
besproken fox-terrier,
die snuffelend door de
dribbelde. Zijn speelse
gang gaf hem geenszins het aanschijn
de schrik der omgeving te worden ge
noemd. En met zijn blanke vachtje had
hij reclame kunnen maken voor menig
wasmiddel
W/"EET je, wat je een volgende keer
doen moet", opperde Anton.
„Je zorgt, dat je een krant in de hand
hebt. Dan heeft die hond iets om in te
bijten. Zo'n beest moet nu eenmaal iets
hebben om in te happen, begrijp je?
En ondertussen geef je hem een schop.
Dat heb ik ook gedaan. Niet, omdat ik
het land aan hem hadMaar die
hond wil blijkbaar weten, wat hij aan
je heeft. En dat is nu ten minste uit
gemaakt tussen ons. Nu is HIJ bang
zie jeinplaats van omgekeerd.
Moet je ook eens proberenHeus
Als Anton meende zijn vrouw hier
mee te hebben overtuigd, had hij 't mis,
Meesmuilend keek zij hem aan.
„Dat zeg je alleen, om er tussen uit
te draaien. Een pracht excuus heb je
gezocht om niet te hoeven gaan kla
gen".
Schouderophalend trok zij zich terug.
Maar Anton liep haar na. „Als je er
bepaald op staat, dan zal ik het
natuurlijk wel doen. Alleen
Ruzie maken is niet bepaald leuk. Zou
den we niet liever wachten tot hun
bezoekje de volgende week? Dan kun
nen we alles rustig uiteen zetten."
Zijn vrouw plaatste zich tegenover
hem met de handen in de zijde. „Hoe
is dat spreekwoord ook weer? Als het
kalf verdronken isVind je het
soms beter om pas te klagen, als Rob
bie in het hospitaal ligtEn de
meid mank door het huis loopt..? En
ikzelf Zij wist niet zo gauw iets
ontstellends te bedenken.
Anton suste haar gauw. „Stil maar.
Fica ten Houte de Lange
En voordat hij het besefte stond hij,
met een krant gewapend, op de stoep
van het huis der nieuwe buren.
Die voorzorgsmaatregel bleek echter
overbodig te zijn geweest.
/"INDER een luid gekef. dat meer leek
op een hulpkreet, was de ramp
zalige hond naar de bewuste voortuin
naast hem meegelopen. En daar sprong
hij op een flinke afstand blaffend heen
en weer, met het vaste voornemen
blijkbaar om (niettegenstaande zijn
rechtopstaande nekharen) te vluchten,
zodra de toestand hem te hachelijk
legde Anton uit. „Maar wij
zijn buren, moet je weten".
Mopsje
Zij drukte een kus op de
kop van de hond.,
i, wat hebben wij leuke
welijks merkte, dat de voordeur zich
had geopend, en nog minder, wie zulks
deed.
Zijn zintuigen speurden echter een
Oosters parfum
Hoe overbekend kwam dat luchtje
Het hoorde bij een meisje, dat be
dwelmend was als deze geur
Onbereikbaar was zij geweest als
een eeuwige wens
Het had blijkbaar zo moeten zijn,
dat Anton, als ontwakend uit een
droom, zijn blik tot haar richtte....
En daar stond i voor hem
Vera, uit zijn jongensjaren
„Vera!" riep hij. „Ik bedoel me-
r ge-
stdrift, die hij zie
goed herinnerde.
„Wat een ontmoeting, na zoveel
Haar klaterlachje maakte hem ver
legenook nu weer.
„Kom binnen", vervolgde zij.
„Even mijn hondje in huis halen. Is
het geen engel?"
Zij toonde hem de getemde boef in
„Mopsje", kirde zij. En ze kriebelde
het beest met een welverzorgde vin
ger c
r de r
„Mopsje. Dit is een vriend uit mijn
jeugd. Een heel dierbare vriend! Zul je
daar niet jaloers op worden?"
Zij ging Anton voor naar de salon.
Daar plaatste zij zich op een haard-
bankje voor het open vuur. En terwijl
haar handen het dier onophoudelijk
streelden, vroeg zij:
„Hoe wist je, dat ik hier woonde?"
„Dat wist ik juist helemaal niet".
hij de banaliteit van deze opmerking.
Daarom kreeg hij een kleur.
Moest hij, na zoveel jaren, toch nog
voor haar blozen?
Maar zij was ook zo mooi, die Vera.
Minder onwezenlijk nu.... maar daar
om niet minder begeerlijk.
„Ben je getrouwd?" hoorde hij haar
„Getrouwd?" herhaalde hij ver
baasd. „Ja, natuurlijk. Ik ben ge
trouwd".
En eensklaps herin
nerde hij zlah heel
duidelijk, waarvoor hij
gekomen was. Het
werd hem warm te
moede. Om tijd te
winnen vroeg hij
„En ben jij getrouwd?"
Want hoe moest hij zijn grief in
kleden
„Ben jij getrouwd?" had hij ge
vraagd. En nu hing hij aan haar lippen
om het antwoord te horen.
„En of ik getrouwd ben", zei ze.
„Tenminste., of eigenlijk misschien
ook niet helemaal."
Als je man een zeeman isEn
altijd wegLeuk is dat niet
Haar stem klonk echter lang niet
triest.
schien kinderen?"
Zij gaf hem nauwelijks tijd deze
vraag te beamen.
„Dan begrijp je het natuurlijk niet",
vervolgde zij.
„Maar als je alleen bentDan kun
je je zo vreselijk aan zo'n beest hech
ten. Dat wordt dan zo'n beetje je kind.
En het is ook een knuffeltje".
En terzijde herhaalde ze:
„Een lieverdje ben je, hoor!"
Toen wilde zj Anions mening hier
omtrent weten.
„Vind je hem niet een lekker dier?"
En zij hield hem hoog op, zoals een
moeder haar zuigeling toont.
„Is het niet een schat?"
WAT MOEST ANTON HIEROP
ANTWOORDEN?
DRIE PRIJZEN
kEZE VRAAG LEGGEN WIJ
onze lezers weer ter beoor
deling voor. Inzendingen tot
Woensdag 5 Mei, eerste post. Er
zijn weer drie prijzen: één van
f 10.één van f 5.en één van
f2.50.
ïcnkaa
elden'
Moeder Biekerdyke
weduwe redde duizenden soldaten hei
er voor hen te zorgen. De beroetr
ikaanse volk richtte een standbeeld v
8 Mei begint dit ontroerende Iev«
EXTRA: Vehlgis bit
TOMBOLA óf maanJe/jk:
ROMANBIJLAGE.
TK LEG HET oeroude
„Ogonjek" terzijde, waarin ik
'juist het eerbiedwaardige conterfeitsel
van de deken van Canterbury heb be
keken, die altijd zo vriendelijk over de
Sowjet-Unie spreekt. Hij moet ons hier
maar eens komen bezoeken! Het is een
lauwe zomernacht in Juli 1953, en 12
uur. De droogkamer van mijn barak is
bijna leeg. Op een kleine tafel in de
hoek spelen twee gevangenen domino. Ik
kan mijn vuur uit laten gaan Vandaag
heeft het niet geregend, er valt niets te
drogen.
Ik zeg de twee. dat ik een vriend
in een barak naast ons ga bezoeken.
(Eigenlijk zouden alle deuren gesloten
moeten zijn, maar de nalatige bewakers
laten ze dikwijls open.)
..Ga gerust, wij passen wel op. dat er
niets wordt gestolen."
Ik vind George voor zijn barak op een
bar.k.
.Goeden avond, kameraad soesjil-
tsjik!" zeg ik
„Goeden avond, mijnheer collega",
antwoordt George
V>
ER MOGEN dan veel dingen zijn,
die de jonge republiek Indone
sië zelfstandig nog niet al te best
aan kan, op het gebied van het phi-
latelistische melkkoetje heeft Soe
karno weinig meer te leren, behalve
dan zelfbeheersing!
AI vóór de officiële overdracht ter
R.T.C. heeft hij, onbevoegd nog, uit het
postzegelruifje gegeten, door prachtige,
in Wecnen uitgevoerde, en aan weinig
van-de-situatie-begrüpende Amerikanen
piiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiii door tiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiniiiii|
I G. J. Peelen
verkochte zegels, die nog niet anders wa
ren dan aardige, maar waardeloze plaat
jes. Nu mag hij legaal zegels uitgeven,
met en zonder toeslag, en dat bleek niet
aan dovemansoren gezegd!
Het zou volkomen te billijken geweest
rijn, als Indonesië één zegeltje met toe
slag uitgegeven had, ten bate van de
slachtoffers van de jongste Merapi-uit-
barstingen, zoals wij het verleden jaar
bij de watersnood deden. Maar Soekarno
laat maar liefst 8 waarden tegelijk uit
komen, met hoge toeslag, waardoor die
serie samen maar eventjes 18 roepian
kostDe laagste waarde, 15 plus 10 sen.
vindt u als afb. 1. Op afb. 4 volgt dan
een nieuwe Indonesische serie die tegen
de vijftig roepiah loopt!! Bovendien al
leen te verkrijgen tegen betaling in
Straits-dollars!
Behalve, dat deze uitgave een aanzien
lijke deviezenopbrengst betekent, wil men
er mee trachten enigszins paal en perk
te stellen aan de zwarte nandel in Straits-
dollars. In de Riouw archipel is het leven
geheel ingesteld op Malakka, en meer o?
Singapore dan op Djakarta. De handel
is op de Straits gericht, en de gangbare
munt is meer de Straits-dollar, dan de
gammele roepiah.
We kennen het foefje nog wel uit onze
na-oorlogse jaren: Djakarta heeft een
officiële omrekeningskoers vastgesteld,
maar de kooplui uit de Riouw archipel
konden bij hun periodieke reisjes naar
Djakarta in de zwarte handel graag het
dubbele krijgen voor de Straits-dollars
Voor de opbrengst kochten ze dan weer
postzegels o.a., die ze zo dus voor half
geld kregen. De posterijen in de Riouw
zaten er zo geheel naast. Door de opdruk
RIAU heeft men nu willen bereiken, -
daar alleen deze zegels daar geldig zijn
le, dat iedereen gedwongen is zijn
postzegels nu verder normaal op het
postkantoor te kopen, en 2e te zorgen
dat P.T.T. zelf profiteert van de gunstige
omrekeningskoers, want ze kunnen al
leen met Straits-dollars betaald worden
niet met roepiahs.
'WO SNIJDT het mes van twee kanten,
alleen zal Soekarno op den duur nog
el leren, dat te veel emissies en tv
hoge toeslagen betekent: de kip met de
gouden eieren slachten, want na kortei
of langer tijd keert de wereldverzame-
laar zo'n mateloos land zijn rug toe en
laat het nieuwe verzamelgebied schie
ten. Dat is de laatste jaren al vaker ge
bleken.
De Engelse vorsten zetten hun reis
voort en hebben nu Ceylon aangedaan
Afb. 2 is daar het gevolg van. We zien
een optocht, waarin olifanten meege
voerd worden, ter ere van de koninklijke
bezoekers. Turkije (evenals Griekenland'
vierde de vijfde verjaardag van de Nato:
afb. 3 en 6, twee foeilelijke zegels waar
bijna geen touw aan vast te knopen
valt.
Als reactie daarop nam lk 3 nieuwe ze
gels van Monaco op, zo gedurfd modern,
en toch fris en aantrekkelijk als nog zel
den vertoond is: afb. 7, 8 en 9.
CIMPELE pentekeningetjes, vlotte
krabbels, maar uitermale knap en
suggestief. Meer om de opvallende vorm
geving dan om de afgebeelde heiligen
worden ze in deze rubriek opgenomen.
Afb. 7 een echte Franse non, met Je
brede flatteuse kap uit de orde van St
Vincentius, (1581-1660 zielzorger van
de Franse galeien, alsmede stichter van
de Lazaristen congregatie, en de „Soeurs
grises", de zusters van liefde). Afb. 8 en
9 gewijd aan een andere Franse heilige
Jean Baptiste de Ia Salie (1651-1719
oprichter van de eerste havelozenschool,
vriend van het berooide volkskind). Afb
5, van Bulgarije, in navolging van de
reeds eerder genoemde landen, gewijd
aan Lenin. We zien zijn standbeeld: als
volksredenaar, op de voorgrond van he'
Kremlin. Afb. 10 van Luxemburg moet
propaganda maken voor de grote jaar
beurs, de zesde internationale, die van
10 tot 25 Juli gehouden wordt
George is Ingenieur, ik ben dokter.
Daar wij Duitsers zijn, is er in Workoe
ta voor ons geen plaats in onze bt
pen. Op onze Odyssee tot nu toe door
talloze arbeidsbrigades hebben wij al
les leren kennen. We hebben kuilen
voor de fundamenten voor de bouwwer
ken van het communisme gegraven.
We hebben stenen gesjouwd, beton
gemengd en specie gedragen. We waren
ook samen in de houtzagerij. Maar nu
hebben we het voor mekaar. We zijn
invaliden, omdat onze gezondheid in
deze jaren is geruïneerd. We zitten op
een bank voor de barak en kijken r.aar
de schoonheid van de toendra in de mid
zomernacht.
„Wil je thee?" vraagt George.
„Graag".
(~)P EEN PAAR honderd meter afstand
loopt de weg naar de groep schacht
kampen, die ten Noord-Westen van ons
liggen Daarachter ligt de spoorbaan
Zij splitst zich: een lijn gaat rechtuit
en verdwijnt aan de horizon van de
toendra, zij leidt naar een haven aan
de ijszee, ongeveer 60 kilometer ten
Noorden van ons.
..Ik weet niet wat er is", zegt George.
„Sinds gisteravond komen er geen ko-
ler.wagons meer uit de schachten. Alles
is rustig. De locomotief trekt lege wagor.s
naar boven, brengt echter geen kolen
.Misschien een technische storing".
„Dat geloof ik niet. Wanneer het maar
één schacht zou betreffen, ja! Maar drie
schachten?"
Tegen half twee 's nachts komen de
mensen van de namiddag-schicht uit de
schacht terug en delen mede. dat in
schacht 7 ccn staking is uitgebroken.
Een machinist, die in schacht 7 was en
met zijn locomotief beladen wagons uit
onze schacht haalde, heeft hierover ve
teld. Het was een electriserend bericht.
Wij blijven nog urenlang op en praten
erover. De volgende dag brengt een
leboel verdere nieuwtjes, die echter
voor een goed deel „parasja", loze ge
ruchten, blijken te zijn. Veel van deze
onzinnige geruchten kunnen wel opzet
telijk door de M.G.B. zijn uitgestrooid
óm ons te verwarren.
Hoe dan ook, schacht 7 staakt, dat
staat wel vast. Maar nog komen dc lo
comotieven af en, toe met beladen wa
gons langs. Dus werken de andere aan
dezelfde spoorlijn liggende schachten
toch nog?
Her gerucht komt op. dat in schacht
40. de grootste en modernste van Wor
koeta. eveneens wordt gestaakt. De vol
gende dag heet het, dat de schachtkam
pen, die direct aan de stad grenzen,
ken Alle geruchten zijn van concrete
details over herkomst en door wie c
gebracht, voorzien: een „vrije", die in
de schacht werkt, en wiens vrouw van
daag ln Workoeta was, heeft de briga
dier van de zesde Oetsjastok zelf ver
teld, dal schacht 1 in staking is gegaan
In de loop van de dag wordt verteld,
hetgeen naar later blijkt een verzinsel
is. dat uit de staking in schacht 40 e
schietpartij met doden en gewonden
ontstaan, en 's avonds ook een i
rucht dat ook schacht 8 ophoudt met
werken.
Aanvankelijk is het onmogelijk een
duidelijk beeld te vormen. Dar. worden
langzaam de contouren van de feiten
zichtbaar Vaststaat, dat de schachten
7. 1416 en 29 staken. Bovendien sta-
hebben wij van ons eigen kamp uit
kunnen gadeslaan.
Een paar nachten geleden Is een
ciaal gevangenentransport uit de rich
ting .van Workoeta komende, langzaam
aan ons kamp voorbijgereden. Zo'n trein
bestaat uit ongeveer 50 twee-assige ge
sloten goederenwagons; telefoonleidin
gen lopen van wagon naar wagon, op
de daken en buffers zitten de bewakers
gehurkt met machinepistolen in de
slag, de kolenbunker van de locomotief
is met een machinegeweer gegarneerd.
Achter de smalle. getraliede vensters
zijn de hoofden der gevangenen zicht-
„Otkoeda. waar vandaan?" vragen
..Karanganda".
De trein rijdt langzaam door de grote
bocht die r.aar sohacht 7 leidt en blijft
daar op de rangeerbaan staan. De vol
gende dag rijder, de wagons leeg weg.
Drie dagen later breekt de staking in
schacht 7 uit. De mensen uit Karaganda
zijn haar begonnen.
De gevangenen van het gebied
Karaganda leven onder Iets gunstiger
klimatologische en algemene verhoudin
gen dan die in Workoeta. Vooral heeft
men in Karaganda niet te lijden onder
de lange en moordende winter vai
Poolcirkel.
Toen het gebrek aan arbeidskrachten
door de toename van bouwprojecten
enerzijds en de evenzeer toenemende in
validiteit van de gevangenen van Wor
koeta zich toespitste, besloot de G M.B.-
centrale in Moskou een aanvullend
transport uit Karaganda naar Workoeta
te zenden. Dit transport bestond uit ge
vangenen, die in Karaganda onder half-
vrije voorwaarden hadden geleefd,
meestal waren zij als bouwvakarbeiders
tewerkgesteld. Ook de ronseling
Workoeta geschiedde op vrijwillige ba
sis. Men beloofde de mensen betere be
taling dan in Karaganda en het recht
zich aldaar als vrij mens te vestigen.
In Workoeta werden nu deze gevange
nen na aankomst in een van de gebrui
kelijke regime-kampen gebracht;
levensvoorwaarden verschilden In geen
enkel opzicht met die van Workoeta-ge-
vangenen. En van een vestiging als vrij
mens was al helemaal geen sprake,
dat daarvoor geen enkele practische
voorwaarde aanwezig was.
"TJAAROP WEIGERDE de geweldig
-'-'teleurgestelde Karaganda-mensen uit
protest van de dag van aankomst af
ieder werk. Toen hun officieel werd
gedeeld. dat de leiding van dc kam
pen in Workoeta zich in geen enkel op
zicht gebonden voelde aan eventueel in
Karaganda gedane beloften, probeerden
zij en dit met succes, ook de oude kamp
bevolking tegen de kampleiding op te
zetten. Zij kwamen aan in een situatie,
die voor succes meer dan veelbelovend
was De oude kampbevolking verklaar
de zich soldair met de Karaganda-men
sen. Na een paar dagen al was ln
schacht 7 de staking algemeen. Noch
de mijnwerkers r.och de commando's
der bouw-eommantio's buiten het kamp
gingen naar hun werk Vanuit schacht
7 sloeg de staking toen over op schacht
1416 en op schacht 29
Schacht 6, die van ons kamp, was de
vierde, die zich bij de staking aansloot.
Terwijl iedereen
naar st Ottnu köning en kb-
ningin keek,
had Minis Ier Mansbolt oog voor
de. bakkers - ^"""^"2)
Vond, dat be- (ivf T
drtffssetap g)/
vermaning tot sTv>
sanering te on -
vriendelijk stelde
§Het is ongezond,
dergelijke verma-
- ningen „tfebrufrt
-f te bakkenmeenet
Bakkers proeven zoiets direct
Wü weten niet, of dit oude brons-
tudperker,diemen op de Veluwe/
uitgroefook bakker fs geweest.
In ieder geValHém huft men thans
toplastie gebakken en in een muse
um bijgezet-6n datomdat van har
m juist alleen een bruin korstjes
over wasHet kan gek gaan
Dat vond Chpglof ook, dit een ie
genstander uit de weg moest rui-
men en zeiDat gaat tè gek
Meldde zieb met z'n sigaretten-
pistool bijmesten."
Cr voltrokken zich nog meer ver
rassingen, In de Jordaon van,
Amsterdam viel de tfoomboter-
prijsVijftig örlefYes van bonded
voor werkeloos metselaar.
Die heeft geen krimp meer U
OLDEttBERÏ
Waar ze krap. en dus te krimpen
zaten? In Olótberkoop Daar
kwamen ze niet klaar met de voor
bereiding 650-jjsrig bestaanTot
zt ontdekteneen jaar te vroeg te
zijn. Wij zouden zeggen:
-Jt aïl 850-j?'ft kyki
ie m Jaa,U**
^laar ni Oldewrkcop
wensten ze niet met histo
rische onkunde te koop te lopen. Old
'blüven ze toch en volgend jaar zijn ze
nog Older!
De onderwijzers
zijn dat strateook,
als ze in militiiro
dienst komen. Om
t de kinderen niet
onder-wijs te laten, mogen de mees
ters een jaar later opkomen. Uk krij
gen dus volgend jaar een tmeester
fyk leger. Als ze dat nu maarmees
ter' kunnen blyven1
De sergeant, die de
reeruut Meester roept,
is niet te benijden
Weet U, wie wèl te,
benijden zijn
1-l/Zp Dfc bloemisten, die het
Jr Deense koningspaar inde
bloemen zetten en nu bril misschien
meer bloemen naar Denemarken mo.
gen zenden.
2-
GR£UVISIO/VIST€N,
die weer vertelden wat zij
11 wiste*