KONINGIN JULIANA jantje ^opp& BELEVEN SPANNENDE AVONTUREN 104. Kort daarop Jcwam Jantje, die voorlopig als boodschappenjongen dienst deed, terug. De bakker maakte gauw een der gereedstaande taarten af, door ze met een lading slagroom te bedekken, stak er een paar bloemtakjes in en gaf Jantje opdracht, de taart naar mijnheer Van der Hummes te brengen, die zijn 25-jarige bruiloft vierde. 105. Dapper stapte Jantje, de taart voor zich uit houdend, door de straten. Tot hij opeens van schrik verbleekte. Daar kwam zowaar Doperwt, de krui denier aan. Hij was net op weg naar de belastingontvanger en dus danig uit zijn humeur. Tevergeefs probeerde Jantje, zijn hoofd achter de taart te verbergen: de kruidenier had hem herkend! „Ja, kruip maar niet weg, ik zie je wel!" riep hij dreigend. 106. En toen Jantje de taart maar steeds voor zyn, gezicht bleef houden, brulde de man: „Wèg met die taart, zeg ik! Ik wil je brutale gezicht zien!" En meteen gaf hij een stomp onder tegen het presenteerblad aan, zodat de hele taart de lucht in vloog. Juist op dat ogenblik stond mijnheer Rudolf van Brammen, met z'n hoed in z'n hand, op de autobus te wachten. Hij was ook al uit z 'n hum, want de bus bleef weer veel te lang weg. 108. Mopperend liep de kruidenier ver der, terwijl Jantje, wiens muts door de klappen wel drie meter ver gevlogen was, luidkeels stond te huilen. Mijnheer Van Brammen haalde de taart van zgn hoofd en gaf er een nijdige schop tegen, waarop hij met 'nvies gezicht de room van zijn schedel veegde. 109. Wanhopig keek Jantje, door zijn tranen heen, naar de taart... Ach, bij na alle room was er af! Maar, als de nood op het hoogst is. is de redding nabij! Een jongmens, dat het hele on geluk had aangezien, kwam naar Jantje toegeslenterd. „We zullen die taart zo netjes repareren, dat niemand er wat van ziet. Ik ben metselaar en hier in de buurt op karwei. Ga maar even mee met die taart!" zei hij. 110. De jongen nam Jantje nu mee naar een huis in aanbouw, vlak in de buurt Daar stond een grote kuip met vers aangemaakte kalk. De taartenre parateur nam er met een troffel een paar flinke scheppen uit en legde die netjes boven op de taart. Jantje plukte een grote margriet, zette die er in en de taart zag er weer uit als nieuw. Om van te watertanden. 111. Jantje vervolgde zijn weg en belde tien minuten later bij mijnheer Van der Hummes aan. De heer Van der Hummes nam de heerlijke taart al in de gang van de dienstbode over en liep er verheugd mee naar binnen. Zo'n fijne taart had hij van z'n leven niet gezien, en een voorraad room zat er op! Hmmm! Het puilde uit naar alle kanteni Wekelijkse bijlage Zaterdag 1 Mei 1954 krijgt eretitel van Londens timmerlieden gilde Sobere pleclitiglieid op Vnjdag 7 Alei a.s. 111 Engelse hoofdstad de statige Drapers' Hall in Lon den aan Koningin Juliana de titel van „honorary Freeman of the Carpenters' Company" worden ver leend. Tijdens "een lunch, waaraan een groot aantal aanzienlijke En gelse staatslieden met hun dames Een der vier van 1561 daterende kronen, die jaarlijks gebruikt worden bij de verkiezing van de „Master" en de „Wardens" van de Carpenters' Company. deelnemen, zal aan onze Koningin de oorkonde, die haar benoeming bezegelt, worden aangeboden in een fraai bewerkt houten kistje. Wat is de „Carpenters' Compa ny"? Wie een eenvoudige vertaling zoekt, zou kunnen spreken van het „Timmerlieden-gilde". De „Wor shipful Company of Carpenters", zoals de oude, volledige naam luidt, behoort tot de oudste „City gildes". Uit de bijvoeging van dat woord „worshipful" blijkt de aanhanke lijkheid aan het geloof; het gilde werd oorspronkelijk opgericht als een broe derschap van timmer lieden op godsdien stige basis. Een oprichtingsjaar is niet bekend; men weet alleen, dat de broederschap reeds in de veertiende eeuw bestond. Van 1433 da teert het oudste „or donnantie-boek", dat in het Britse Rijks archief in Chancery Lane als een kostbaar kleinood wordt be waard. Lang en bijzonder interessant is de ge schiedenis van dit oude gilde, dat vol gende week ook onze Koningin zal mogen kunnen rekenen on der de groten der aar de aan wie de bijzon dere eretitel van „Ho- aorary Freeman" werd verleend. Na de dood van veldmaarschalk Smuts viel de eer te beurt aan maarschalk Montgomery; hij is op het ogenblik de enige levende Freeman. de Carpenters' Company diept, vindt, dat de eerste konink lijke bewilliging aan het gilde ver leend werd door Koning Edward IV in 1477. Het was ook deze ko ning die een officiële bewilliging gaf voor het blazoen en de blazoen spreuk „Honour God", die de timmerlieden reeds eerder officieus in gebruik hadden. Het eerste gildehuis werd, volgens de oude documenten, gebouwd in 1429. In de 17e en de 18e eeuw werd het verbouwd en vergroot. Bij de grote brand van Londen in 1666 werd het gebouw niet door het vuur aangetast, en de timmerlieden stonden toen een ge deelte er van voorlange ge tijd af aan de manu- facturiers, wier „Hall" wèl afgebrand was. Vooral in de tijd van de houten huizen was de „Carpenters' Com pany" bijzonder machtig. Geen huis mocht worden gebouwd zonder dat het gilde er toezicht op haid. Na de grote brand had het vermeerderde gebruik van stenen voor huizen en werkplaatsen tot gevolg, dat de in vloed van de timmerlieden afnam. Hun activiteit verminderde echter niet, hoewel zij van nu af aan niet meer de „meester bouwers" wa ren, die zij eens waren geweest. Carpenter Hall cm 1830). de overheid te blijven, stond de Carpenters' Company in die moeilijke jaren na de brand, waar in zij herhaaldelijk van verschil lende zijden becritaseerd werd over haar weinig brandveilige bouw methoden, haar grote Hall af aan de Londense burgemeesters, die hun huis lieten verbouwen. Als daarvan zit de Lord Mayor nog in onze tijd elk jaar aan bij een maaltijd, die door de „Worshipful Company" wordt ge geven. Door een legaat van een bemid delde architect was het gilde in de zeventiende eeuw in staat een te huis te bouwen voor behoeftige timmerlieden. Later werden er meer van dergelijke tehuizen ge bouwd; honderd jaar geleden be zat het gilde er een tiental. Vier en een halve eeuw nadat het eerste gildehuis gereedgekomen was, begon men met de bouw van een tweede, bij Throgmorton Avenue. Hetzelfde bombardement, dat in 1941 een ruïne maakte van de Hollandse Kerk in Austin Friars, vernielde ook die grote „Hall" dei- timmerlieden met haar hoge zuilen en haar grote ruime zalen. Alleen de zwaar beschadigde muren ble ven staan. Ditmaal waren het de manufac- turiers, die als een tegenprestatie voor de in 1666 verleende gastvrij heid, hun voor oorlogsgeweld ge spaard gebleven gildehuis, de Drapers' Hall, aanboden aan de timmerlieden. Vandaar dat de plechtige instal latie van onze Koningin in de Drapers' Hall zal geschieden! (Met de herbouw van de Carpenters' Hall wordt binnenkort een aan vang gemaakt.) "C1 N hoe komt men er nu toe eretitel aan Koningin Juliana te verlenen? Voornamelijk omdat de betrek kingen van de „Carpenters" met de Nederlanders zo hecht en zo oud zijn. Voordat vier eeuwen geleden de Hollanrdse Kerk in Austin Friars gesticht werd, hielden de in Lon den wonende Nederlanders al hun godsdienstige bijeenkomsten in de Carpenters' Hall. Door de eeuwen heen heerste er een goede ver standhouding tussen de Hollanders en de Londense timmerlieden. Door het feit, dat de Hollandse Kerk en de Carpenters' Hall tijdens de oorlog tegelijk verwoest werden, gevoelen de „Carpenters" zich meer dan ooit met ons land ver bonden. Zij hebben voor ons nieuwe kerkgebouw trouwens ook een mooi raam geschonken. Denkend aan de voorliefde der Engel sen voor oude tradi ties en oude unifor men, zal men wellicht menen, dat de plech tigheid in Drapers' Hall gepaard zal gaan met veel ceremonies en met veel praalver toon. Dit is echter niét het geval. De benoeming ge schiedt, zoals wij hier boven reeds vermeld den, tijdens een lunch. Koorzang en de mu ziek van een orkest zullen de maaltijd op luisteren. De gasten zullen in het zwart gekleed zijn. Wel zal de „Master" van het gilde zonder twijfel zijn oude kroon dra gen en wel zullen er, evenals vroeger, inge wikkelde volzinnen door hem voorgelezen worden om de benoe ming te bekrachtigen! Na verwoesting van Carpenters' Hall in de laatste oorloghoudt de Carpenters Company haar bijeen komsten in Drapers' HallHier geschiedt ook de installatie van Koningin Juliana. J. VAN RHIJN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 17