WAAR WERD JEZUS BEGRAVEN? bietje uló en jantje oppe BELEVEN SPANNENDE AVONTUREN DOOR G. TH. ROTMAN 80. Plotseling hield Jantje de carrier stil. Langs de weg lag een grote hond, zo'n echte bullebijter! „Hadden we die maar als trekhond" opperde Jantje, „dat zou reuzefijn wezen; 't ging veel gau wer en jij was des te vlugger droog!" Ze dachten na... Pietje had een touw in z'n zak ...Zouden ze 't wagen? 81. Pietje diepte uit de carrier een grote botercake op, die eigenlijk voor de klanten bestemd was, en liep er mee naar de hond. ..Toetie, Polly, Ne ro! Zoete beest!" riep hij, terwijl Jan tje het beest vleiend over de dikke kop aaide. Het beest slokte het baksel naar binnen, waarop een ontbijtkoek volgde. Na dit heerlijk maal liet de hond zich gewillig voor het karretje spannen. 82. Aan het snoer van de hengel, die een der hengelaars verloren had en die door Jantje uit het water opgevist was, werd nu een hammetje, eveneens uit de voorraad in de carrier afkomstig, vast gebonden. Onze helden klommen nu achter elkar.r op de bak; Pietje hield de hond het hammetje voor z'n neu3, en... daar ging het, hoor! 83. Tevergeefs naar het lekkere ham metje daar vlak voor zijn neus hkppend, rende de hond voort. De carrier slinger- .de gevaarlijk, vooral als ze een hoek omsloegen, maar dat verhoogde de pret des te meer. Totdat Bruno, of Hector, of hoe hij heten mocht, een kat in 't oog krees. Dat was een diersoort, waar hij geweldig het land aan had en dus begon hij terstond de achtervolging. 84 Nu werd de toestand voor Jantje en Pietje bepaald hachelijk! De kat ren de steeds rechtuit; de hond woest blaf fend er achteraan. De wielen van do carrier raakten de straat bijna niet meer; af en toe hupte het ding een eind de hoogte in. Pietje en Jantje moesten, om er niet af te vallen, de meest fan tastische houdingen aannemen... 85. Dat moest vast mislopen. De kat rende langs de hellende straat naar bo ven. steeds gevolgd door d<f hond, tot dat ,ze plotseling haar huis herkende: daarginds, boven aan de helling, stond nog steeds de tuinpoort open. waaruit ze daar straks ontsnapt was. Nader en nader kwam het reddende poortje.... zou ze 't halen? 86. Rrl! De kat stoof de tuin in eo de hond. die haar nu vlak op de hielen was. haar achterna! Bommm! Een da verende slag volgde: de carrier was precies te breed voor de tuinpoort, al thans de wielen. Ze werden er glad af gestroopt. terwijl de rest van de car rier krakend door de deuropening gleed. Door de schok maakten onze twee helden opnieuw een luchtsprong. 87. Op dit gedenkwaardige ogenblik heerste er in'de tuin Juist een gezel lige en genoeglijke stemming, Mevrouw Pottenaars, de eigenares van poes, zat met haar theegoed achter haar tafel tje. terwijl meneer en mevrouw Van den Bromhof bij haar op visite waren. Mevrouw Pottenaars trok haar bemin nelijkste gezicht Wekelijkse bijlage Zaterdag 10 April 1954 VEEL PLEIT VOOR „HET GRAF IN DE TUIN"^ Twee plaatsen worden pelgrims aangewezen BIJNA 2000 jaar lang is het graf van Jezus het doel geweest van pelgrims en kruisvaarders uit de ge hele wereld maar in het heden daagse Jerusalem moet de pelgrim kiezen uit twee plaatsen, die elk voor zich het echte graf van Jezus kunnen zijn. De meest bekende bevindt zich bin nen de oude stadsmuur in de Kerk van het Heilige Graf. Dit is het graf, waarvoor de kruisvaarders hebben gestreden en dat 1700 jaar lang het doel is geweest van vele duizenden pelgrims. De andere plaats is bekend onder de naam ,,het graf in de tuin" en werd in 1883 ontdekt door generaal Charles Gordon. Dit graf is de ge liefde bedeplaats der protestanten, terwijl de rooms-katholieken en Oos terse christenen vasthouden aan het traditionele heilige graf. In uiterlijk voorkomen beantwoordt „het graf in de tuin" nauwkeurig aan de bijbelse beschrijving van de plaats, waar Jezus werd begraven. Het is gelegen in een rustige tuin van olijf-, palm- en cederbomen, waar weinig meer wordt gehoord dan het getjilp van vogels. Het graf zelf is een in de rots uitge houwen grot, met een opening aan de voorzijde, die eens door een zwa re ronde steen afgesloten is geweest. De ingang van dit graf is zo gele gen, dat de discipelen, door zich voorover te buigen, gemakkelijk naar binnen hebben kunnen kijken en de lijkwade op de vloer hebben kunnen zien liggen naast een ledige plaats, waar het lichaam van Jezus gele gen had. NIET meer dan honderd meter van dit graf verwijderd bevindt zich een groene heuvel, die volgens velen het ware Golgotha of de „schedel plaats" is, waar Christus werd ge kruisigd. Gezien van de muur van de oude stad van Jerusalem, vertoont deze heuvel de vorm van een half vergane schedel. Twee holen in de helling vormen de ogen en lager ge legen scheuren doen denken aan neus en tanden. Deze heuvel ligt op slechts enkele honderden meters afstand wan de hoofdpoort in de stadsmuur en is de dichtstbijzijnde heuvel van deze groot te bij de oude stad. Als Christus, zoals wordt aangenomen, op een heuvel buiten de muur, zoals die thans loopt, is gekruisigd, lijkt dit de meest aannemelijke plaats. Volgens de traditie was deze heu vel eens een plaats, waar misdadi gers werden ter dood gebracht. Of schoon hij het beste bouwterrein in de hele omgeving van Jerusalem lijkt, is hij de eeuwen door onbebouwd ge bleven. Op de top bevindt zich thans een Mohammedaanse begraafplaats. Oude missionarissen in Palestina herinneren zich, dfct orthodoxe Jood se rabbijnen, als zij naar deze heu vel zagen, een vlopk plachten uit te spreken en spuwden. Zij noemden hem „de plaats der steniging", waar mede zij te kennen gaven, dat de Joodse traditie hem als een plaats van terechtstelling beschouwde. Indien de schedelvormige heuvel het iet zwijgen Welaan, die weet de vrede uit Jezus' stervensstrijd, die kent de goede rede van 't land der heerlijkheid, gezegend, dien de woorden van Christus dierbaar zijn, die leven aan de boorden der heilsrivieren rein. Zo gij bij 't licht moogt leven, het is met om uzelf. Dringt, hoog de toorts geheven, in 's werelds diep gewelf. Lapt zondaars daar aanschouwen het vuur, de gloed, de kracht van hemelse flambouwen in Hchteloze nacht. O gaat, en blijft niet dralen. Hóe kort is uw bestaan. Nog zijn er die verdwalen en dreigen te vergaan. Millioenen nog verwachten wat nooit geweten is, aleer Gods boden brachten het heilsgetuigenis. Verkondigt Jezus' lijden voor aller mensen nood, het eeuwige bevrijden, het leven uit de dood! Maar spreekt, en wilt niet zwijgen.' Hoog het genadelicht. God riep u om te krijgen. Gehoorzaamt dan uw plicht. KO HAAK „Het graf in de tuin", in 1883 ontdekt door generaal Charles Gordon. Golgotha van het Nieuwe Testament was, ligt „het graf in de tuin" op een plaats, die' overeenkomt met de beschrijving van de plek, waar Jezus be graven werd. „En er was ter plaatse, waar Hij gekruisigd was zo lezen we in Joh. 19 41 een hof en in die hof een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was bijgezet." Welnu: „het graf in de tuin" bevindt zich dicht bij de schedel vormige heuvel, die Golgotha zou kunnen zijn en zijn grootte en plaats wijst er op. da' het 't graf van een rijk man was. Het graf was ge maakt voor een grote familie en is verdeeld in twee afdelingen. Al leen de rijken konden zich zulk een graf veroorloven. Het lag ook in een tuin, zoals blijkt uit waterreservoirs en wijnvaten uit de Romeinse tijd. Alleen een rijk man kon zulk een graf bezitten. Dit graf past ook in de medede ling, dat Christus werd begraven in een nieuw graf. „Het graf in de tuin" was blijkbaar nooit tevoren gebruikt, want het was niet voltooid. Alles wijst er op, dat het vóór zijn voltooing werd gebruikt en daarna nooit meer. In de tuin voltooien hagen van al sem waarvan een aftreksel kan zijn gemaakt, dat de lijdende Chris tus als pijnstillend middel werd aan geboden en mosterdplanten de bij belse beschrijving van de plaats der begrafenis. Deze plaats komt de bijbelse be schrijving zó nabij, dat degene, die haar op Paasmorgen bezoekt, sterk onder de indruk komt, dat hij zich werkelijk in de hof bevindt, die eens Jozef van Arimathéa toebehoorde. nen de oude ommuurde biedt weinig, dat beantwoordt aan de bijbelse beschrijving. Zowel dit graf als het traditionele Calvarië bevin den zich binnen de Kerk van het Hei lige Graf. Dit Calvarië bereikt men niet door het beklimmen van een groene heuvel maar door een stenen trap te bestijgen, die voert naar een sierlijke kapel, welke wordt verlicht door kaarsen op gouden kandelaars. Onder een ikoon van de maagd Maria in een vergulde lijst ziet men onder glas een stukje van de levende rots het enige, dat de pelgrim te zien krijgt van wat als de echte heuvel der kruisiging wordt beschouwd. Vol gens de traditie is deze heuvel langzaam weg- gehouwen, zodat er niet veel van is over gebleven. Als men de stenen trap weer afdaalt, kan men zich naar het heilige graf begeven, waarvan de overblijf selen in een kleine kapel zijn besloten. Dit is niet een eenvoudige, uit de rots gehouwen» holte. De ingang is een opgesierd bouwsel van rose-kleurige steen met Griekse opschriften aan beide zijden van de deur. Boven deze deur hangen aan kettingen massief zilveren lam pen. Aan beide zijden van de ingang ziet men een woud van reusachtige kandelaars op stenen voetstukken. De hoogste er van is minstens vier meter lang. Men moet zich diep neerbuigen om het graf binnen te treden. Een mar meren plaat overdekt er de plek waar het lichaam van Christus zou hebben gelegen. Het graf biedt slechts ruimte voor vier personen. Boven de marmeren plaat hangen gouden lampen en het graf is verder versierd met gouden kandelaars en bloemen in prachtige vazen. Van het gesteente van het oorspron kelijke graf is niets te zien tot een Grieks-orthodoxe priester een ikoon van de wand neemt. Achter die ikoon bevindt zich een klein ruitje, waar doorheen ook hier een stukje van de levende rots kan worden waargeno men. Dat is alles, wat van het oor spronkelijke graf over is. T*\ IT graf is in het jaar 326 ont- ■L*/ dekt door Keizerin Helena. Toen zij naar het graf van Christus zocht zo luidt het verhaal vond zij in een grot stukjes van een kruis. Zij bracht dit hout in de nabijheid van een zieke vrouw, die onmiddel lijk genas. De hoge geestelijkheid beschouwde dit als een teken, dat het hout afkomstig was van het ware kruis en dat deze plaats het graf van Christus was. Ofschoon dit graf zich thans bin nen de muren van de stad bevindt, heeft het waarschijnlijk vroeger daarbuiten gelegen. De muur is n.l. herhaalde malen herbouwd en achter het heilige graf in de^ donkere Syri sche kapel bevindt zich een in de rots uitgehouwen Joods graf, dat naar men aanneemt het graf van Nicode- mus is. Aangezien nu Joden nooit bin nen de stadsmuren werden begraven, wijst dit er op, dat de plaats van het graf vroeger buiten de muren moet hebben gelegen. Welk graf is nu het echte? Dat zal men waarschijnlijk nooit met volstrekte zekerheid weten. De pelgrim, die met Pasen naar Jeru salem gaat, zal er misschien goed aan doen de raad op te volgen, die een missionaris in Palestina gafBezoek het graf in de tuin om u precies voor de geest te brengen, wat op de eerste Paasmorgen is gebeurd. Ga dan naar het heilige graf en sluit u aan by de gemeenschap van de pelgrims der eeuwen, die op die plaats Pasen heb ben gevierd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7