^-ubiiur&óó& in eilz
^Piet/e uió e#t antje oppe
BELEVEN SPANNENDE AVONTUREN
GLOEILAMP BESTAAT 75 JAAR
DOOR G. TH. ROTMAN
46 Nu duurde het niet lang, of hij be
reikte. door de biczen wadend, de oever.
Hil was op een eilandje terechtgekomen,
dat midden in de rivier lag en waarop
zich een eenzame boerderij bevond. Daar
het intussen was gaan regenen, besloot
Pietje, er te gaan schuilen. Vragen
dorst hij echter r:iet, de boer zou hem
zeker wegjagen, dacht hij. En dus richt
te hij zich naar de schuur...
47. Pietje zal zowat een half uur ln
de schuur gezeten hebben, toen de re
gen ophield. Op hetzelfde ogenblik klonk
buiten klompenrtklos en de deur van het
schuurtje ging open... 't Was Teun de
knecht van de boer. ..Wat moet jij hier?"
vroeg hij bars toen hij Pietje in 't oog
kreeg. Pietje wilde er van door gaan,
maar de uitgang door de deur was hem
natuurlijk versperd...
48. Hij liep daarom naar het luchtgat,
dat door twee luiken was afgesloten. Hij
gooide de beide luiken wijd open, wipte
op het kozijn en sprong naar buiten.
,,Au! Au!" klonk het opeens. Het was
de boer, die juist voorbijkwam en nu
een der luiken precies tegen z'n neus
had gekregen, zodat de brave man niets
dan vuurwerk en sterren zag...
49. Uit pure bewondering voor al dat
mooie vuurwerk had de boer helemaal
niets van Pretje gezien, die natuurlijk
gauw maakte, dat hij wegkwam. Hij
dacht, dat Teun, de knecht, die juist
uit het luchtgat kwam kijken, hem dat
koopje geleverd had en gaf hem een
geduchte afstraffing. De knecht liet dat
niet op zich zitten en het duurde niet
lang. of de twee leverden elkaar een
veldslag, dat de haren in het rond sto
ven!
50. Pietje bleef van verre de veldslag
even gadeslaan, maar vond het toen
toch maar raadzamer, de plaat te poet
sen. Na een poosje rondgezworven te
hebben, vond hij aan de waterkant een
roeiboot, die de boer altijd gebruikte,
als hij naar de vaste wal moest. Pietje
sprong er in, greep de riemen en roeide
weg.
51. We zullen hem echter laten roei
en en eerst eens kijken, hoe 't met Jan
tje ging. Welnu die brave jongen kreeg
het tenslotte zo benauwd, dat hij tegen
de wanden der kist begon te trappen. De
kist bezweek plotseling en werd door
de grote, loodzware kist vol Groninger
koek. die er bovenop stond, plat ln el
kaar gedrukt. ,,Help! Help!" schreeuw
de Jantje.
52. Op het angstgeschreeuw kwam al
spoedig het personeel van de boot aan
hollen. Stevige handen bevrijdden Jan
tje, maar diezelfde stevige handen pak
ten hem bij z'n kraag en brachten hem
naar de kapitein. ..Aha!" zei deze, „een
blinde passagier!" „Ik ben niet blind!"
protesteerde Jantje, tussen twee ge
weldige snikken in.
53. De kapitein was zo welwillend om
uit te leggen, dat met „blinde passa
gier" bedoeld wordt Iemand, die gratis
&robeert te reizen door zich aan boord
l verstoppen. Hierop werd Jantje aan
het zwabberen gezet Terwijl bij daar
mee zo bezig was, stak Kobus. het
jongste personeel-lid van de boot, zijn
hoofd boven het luik en stootte de em
mer om. zodat Jantje al het water over
zijn benen kreeg.
54. „Dat laat Ik me niet aanleunen!"
dacht Jantje. Hij putté opnieuw water
en hield voortdurend het luik in het oog.
Wacht, daar bewoog het weer... «en hand
werd zichtbaar, toen een pet... ja, Ja,
die lelijke Kobus zat weer op de loer,
hoor, en hij zou hem die fratsen wel
eens even afleren. Onhoorbaar pakte
Jantje de volle emmer op...
Wekelijkse bijlage Zaterdag 13 Maart 1954
Bij 't klimmen clcr jaren nam kaar levenskracht loe
NA verschillende pogingen (van Gö-
bel, Davy, Moleyn e.a.), die ech
ter voor de practijk weinig beteken
den, wierp in 1831 's werelds meest
bekende uitvinder Thomas Alva Edi
son, die toen pas 31 jaar was. zich
op het probleem van de electrische
gloeilamp.
Van alles heeft hij geprobeerd;
duizenden proeven heeft hij gedaan,
met allerlei soorten draad als gloei-
draad Eindelijk echter vond hij een
draad, die bij het monteren heel was
gebleven en die bij het inschakelen
van de electrische stroom niet onmid
dellijk doorbrandde.
Na zovele mislukkingen moet het
voor Edison en zijn medewerkers
een onbeschrijfelijke emotie zijn ge
weest, toen de seconden verstreken
en de lamp haar helder licht onver
anderlijk bleef uitstralen. Verrukt
bleven Edison en zijn medewerkers
naar dit licht kijken, maar toch vol
angst, omdat zij vreesden dat ook
deze lamp. evenals haar vele voor
gangers, het elk ogenblik zou opge
ven.
Geen uan hen kon of wilde die
nacht naar bed, doch op den duur
was dit niet vol te houden, want de
minuten werden uren en nog steeds
bleef het lampje branden. Vijf en
veertig uur lang. Toen doofde het
licht met een ontstellende onver
wachtheid. De electrische gloeilamp
was echter geboren. Dat was op 21
October 1879.
Koortsachtig werd er nu in de la
boratoria en werkplaatsen van Edison
gewerkt aan de verbetering van de
filoeidraad, zodat deze niet uren
ang, doch dagen lang zou kunnen
blijven branden. Uit alle delen van de
wereld liet Edison verschillende vezel
soorten komen om te onderzoeken,
hoe deze zich als gloeidraad zouden
gedragen. Eén bepaalde bamboevezel
uit Japan bleek het allerbest te vol
doen.
Steeds meer succes
OP 31 December van datzelfde jaar
1879 inviteerde Edison het ge
meentebestuur en ruim drieduizend
bezoekers in de tuin van zijn Menlo
Park te New Jersey, waar zijn la
boratoria en werkplaatsen waren ge
vestigd, om hen het sprookje van de
electrische gloeilamp te doen bele
ven. Toen 's avonds de honderden
lampjes, die hij tussen de bomen
had laten ophangen, plotseling wer
den ontstoken en hun stralend licht,
dat bovendien nog door de sneeuw
op de grond werd teruggekaatst, ver
spreidden. leverde dit een fantastisch
een feeëriek gezicht op, waar ieder-
Electriciteitstentoonstelling te Parijs in 1881, met een inzending van Edisons electrische gloeilampen.
In 1879 vond Edison de electrische gloeilamp uit. Voor mensen
van de tegenwoordige tijd lijkt zo'n gloeilamp niets bijzonders, want
iedereen, tot in de kleinste dorpen en gehuchten, kent haar sinds jaar
en dag. Maar vijf en zeventig jaar geleden was dat anders. Toen was
men al heel gelukkig met een petroleumlamp of met een vleermuis
gasbrander.
een ten zeerste van onder de indruk
geraakte.
Nu moet men niet denken, dat na
deze zo snel behaalde successen de
electrische gloeilamp onmiddeMijk
haar zegetocht door de wereld kon
beginnen om haar licht te laten schij
nen in fabrieken, werkplaatsen en
huiskamers. Want daarvoor waren
bovendien nog nodig dynamo's, die
de electrische stroom leveren, dra
den en kabels, waarlangs de stroom
moet. gaan, schakelaars en verbin
dingen, isolatiemateriaal, meters om
de stroom, die men gebruikt, te me
ten, enz.
Met alle energie, die in hem was
en dat was een niet geringe
wierp Edison zich op al deze proble
men. Hij stichtte een fabriek, waar
in de benodigde hulpmiddelen wer
en gemaakt en tegelijkertijd ont
wierp hij plannen voor het bouwen
van een electrische centrale, die de
woningen van enkele straten in New
York van licht zou kunnen voorzien.
Deze centrale, die een capaciteit van
400 lampen had, leverde op 4 Sep
tember 1882 voor het eerst haar
stroom.
Het jaar daarvoor had Edison met
zijn inzending van electrische gloei
lampen op de wereldtentoonstelling
te Parijs een daverend succes be
haald. Daarmee deed de gloeilamp
ook in Europa haar intrede, en wel
dra ging men zich nu ook daar op
de fabricage van gloeilampen toeleg
gen
1891: Philipslabrieken gesticht
£jEN van hen was ir Gerard Philips,
die in 1891 te Eindhoven zijn gloei
lampenfabriek stichtte, waarin de eer
ste jaren slechts enkele tientallen
mensen werkten en waar ongeveer
400 lampen per dag konden worden
gemaakt.
Philips heeft voor zijn gloeidraad
in de lampen nooit Edisons bamboe
draad gebruikt, maar steeds de zo
genaamde gespoten kooldraad, zoals
ook nu nog het geval is voorzover
men nog kooldraadlampen maakt.
De draad wordt daarbij op dezelf
de manier gespoten als kunstzijde-
Toen in 1891 de Philipsfabrieken
werden gesticht, stond de fabricage
van gloeilampen nog pas in haar kin
derschoenen, Tal van nieuwe, belang
rijke, en soms diep ingrijpende uit
vindingen stonden haar nog te wach
ten Dat Philips met zijn tijd mee
ging, blijkt wel hieruit, dat in 1902
de electriciteitstentoon3telling te Dus-
seldorf geheel met Philipslampen
werd verlicht.
Philips was in 1911 een der eerste
firma's in Europa, die lampen met
getrokken draad vervaardigde.
Verdere verbeteringen
IN 1912 volgde opnieuw een zeer
belangrijke en principiële verbe
tering. Langmuir vond toen, dat het
nuttig effect van de gloeilamp op
nieuw aanmerkelijk verbeterd kon
worden, indien men de lamp met een
gas vulde, waarin de draad niet kon
verbranden, terwijl men tegelijker
tijd de draad binnen de lamp spirali-
seerde.
In 1933 was Philips de eerste, die
er in slaagde lampen met dubbel
gespiraliseerde draad te maken.
Een volkomen andere richting
werd ingeslagen met de ontwikkeling
van de gasontladingslamp. Hierin
wordt het licht niet voortgebracht
door het gloeien van een draad,
maar door het lichten van een gas
of damp, waarin een electrische ont
lading plaatsvindt. De natriumlamp
en de kwiklamp zijn de eerste voor
beelden van een dergelijke gasontla
dingslamp.
kort bestek gaven we hier de
boeiende geschiedenis van de gloei
lamp, die stormenderhand de wereld
veroverde.
We zün er zeker van, dat u na
lezing van dit artikel de jubilaresse
een extra dankbare blik zult gunnen.
In haar dienende taak heeft zij ons
leven ongemeen verrijkt.
Een kleine handbeweging en ze
schrikt uit haar rust op.
Ze schijnt voor allen, die in huis
zijn.