i£aat It cm maar
kruipen koor!
i
t
ZONDAGSBLAD 6 MAART 1954
KORT VERHAAL VAN FERDINAND LANGEN
«"H
ONS zoontje van acht maanden
kruipt altijd naar het voeteinde
van zijn bedje. Je legt hem 's avonds
gewoon op zijn hoofdkussentje en de
volgende morgen vind je hem stee
vast aan het voeteinde terug.
,,Vind je dat niet vreemd?" vroeg
mijn vrouw mij.
Nou, een beetje vreemd vond ik het
wel Vooral als je weet dat het voet
einde van het ledikantje met hele
maal precies hetzelfde bloemmotiefje
is versierd als het hoofdeinde, dan
vraag je je wel af wat zo'n jongen
nou per sé aan het voeteinde heeft te
zoeken.
„Zou het geen kwaad kunnen?"
vroeg mijn vrouw.
.Kwaad? Nee, kwaad kan het niet",
zei ik. Het mocht dan een beetje
eigenaardig zijn, maar kwaad stak er
volgens mij niet in.
Mijn vrouw was er echter niet ge-
rus i op. Zij liep er mee naar onze
kinderarts.
.Stil laten kruipen, mevrouw", zei
onze kinderarts, want dat is een man
die alles in het leven zo veel moge
lijk zijn natuurlijke gang wil laten
gaan. ..Stil laten kruipen is het bes
te. Hij krijgt er heus niets van. De
meeste kinderen doen het namelijk..."
Mijn vrouw had het daarbij moeten
laten. Ja, als ook de dokter zegt, dat
het geen kwaad kan. waarover zou
zij zich dan nog ongerust maken?
Maar zij liet het er niet bij.
Zij begon er iets achter te zoeken.
Zij zocht er hele complexen achter
en zij haalde boeken over kinderpsy
chologie uit de leeszaal en zij zat
daar avond na avond zenuwachtig in
te bladeren. Zij vond er ontzaglijk
veel complexen in, maar niet wat zij
zocht. Geen vocteindecomplex.
■T OEN ging ze naar Ina. Nu. dat
had ze helemaal niet moeten
doen. Nee, ze had Ina er beslist bui
ten moeten houden. Maar een moe
der in ongerustheid maakt vreemde
sprongen. Dat weet ik zo langzamer
hand.
Ina is de vrouw van mijn zwager
Een best mens, geloof ik. maar een
beetje zonderjing. Zij verkondigt van
dje wereldvrèemde theorieën, waar-
(VervolQ van pap.
Bij t uitbreken van «Ie oorlog in
1911 trad hij opnieuw in "t leger;
daarnu woonde hij rustig in Parijs
en overleed in 1935 op 76-jarige leef
tijd.
V OOK AL uit de nagelaten papie
ren van kolonel on Schwartz-
koppen, in 1894 Duik» militair
attaché te Parijs, is Dreyfus' on
schuld zonneklaar gebleken. Deze
Duitser verklaarde, dat Estcrhazy
uit geldnood en haut tegen Frankrijk
de hewuste documenten aan dc
Duitse ambassade had geleverd.
Von Sehuart/koppen had tijdens
het Dreyfus-proces de Duitse auto
riteiten met de juiste stand van
zaken op de hoogte gesteld, maar
graaf Von Biilow, de toenmalige
Rijkskanselier, had geweigerd in te
grijpen. De bestaande relaties met
spionnen aldus Von Bülow
mogen nooit aan de openbaarheid
worden prijsgegeven, en bovendien
zou een Duitse inmenging in de
Dreyfus-nffaire voor de verhouding
tussen Frankrijk en Duitsland hache
lijke gevolgen kunnen hebben. En
dunrom zweeg Berlijn maar
Uit latere publicaties bleek, dat
majoor Estcrhazy een verlopen indi
vidu was, die elk middel aangreep
om zijn schulden te kunnen vol
doen. Toen hij eindelijk ontmaskerd
werd, vluchtte hij naar Engeland,
waar hij onder vreemde naam leefde
en na jaren van ontbering en ellen
de eenzaam stierf.
Het Dreyfus-drama is niet het
enige hewijs, dat soms macht en
recht rond een beklaagde om de
overwinning kampen en dat dan het
laatste wordt vertrapt.
En helaas vindt niet altijd herstel
plaats zoals het gelukkig deel
was van de Franse kapitein Alfred
Dreyfus.
bij een nuchter mens alleen maar
zijn hoofd kan schudden.
Mijn vrouw kwam opgewonden van
Ina terug. ,,Ja, je kunt er om lachen",
zei ze, voordat ik één woord had ge
zegd, „maar het is toch best moge
lijk dat ze gelijk heeft."
„Gelijk heeft? Waarmee?" infor
meerde ik voorzichtig.
,,Dat er tóch iets achter zit."
,,En wat zou er dan wel achter zit
ten?"
.,Aardstralen", zei mijn vrouw.
„Ach kom..."
Aardstralen! Ik liet mij in mijn
stoel vallen en daarna begon mijn
vrouw mij alles te vertellen wat ze
van aardstralen wist. Het was niet
veel, om eerlijk te zijn. Ik dronk
mijn koud kopje koffie op en schud
de mijn hoofd.
Mijn vrouw was echter niet meer
te stuiten Ze ging met de dag meer
in aardstralen zien. Ze kreeg het er
helemaal van te pakken.
„Bij dat nichtje van Ina heeft 't
óók geholpen", zei ze, „we kunnen
het toch allicht proberen."
„Wat was er dan met dat nichtje
van Ina?" vroeg ik, want daar wist ik
nog niets van-
,,Nou die liep altijd te slaapwan
delen', zei mijn vrouw, ,,en toen heb
ben ze er zo'n man bij gehaald en
toen bleek dat ze er midden in lag."
„Waarin?"
..In de aardstralen natuurlijk. En
toen heeft die man zo'n kistje bij haar
bed neergezet en toen was het afge
lopen."
„Wat afgelopen?"
„Doe toch niet zo onnozel. Dat
slaapwandelen natuurlijk."
En nu kon ik verder hoog praten
en laag praten, maar wij zouden toch
ook aan „zo'n man" moeten gelo
ven, dat wist ik wel vooruit. Mijn
vrouw zou beslist niet eerder rusten
voor het slaapkamertje van onze
zoon ook tot in alle hoeken en gaten
op aardstralen onderzocht wa.-.
Wqt ik verder o«k te berde zou
brengen, „zo'n man" moest on zou
er komen.
EN op een goede morgen kwam die
man dan. Hij had een geheimzin
nig zwart kistje bij zich, waar wij
vooral niet aan mochten komen, want
anders maakten wij kortsluiting.
Nou, het slaapkamertje van onze
zoon stond gewoon stijf van aardstra
len. Het was een wonder dat ie het
er nog zo lang in uit gehouden had.
En dat hij altijd naar het voeteinde
kroop, ja, dat was te begrijpen als
je wist dat zijn hoofdeinde juist in
een kruising stond.
„In een wat?" vroeg ik.
,.In een kruising, meneer", zei de
„Van aardstralen", verduidelijkte
„Juist mevrouw."
Die man viel mij overigens nogal
mee. Hij was beslist niet zo geheim
zinnig als zijn kistje. Hij had geen
donkere, raadselachtige ogen en hij
'/I 1
Nee, die hebben peen last
De Duitse parachutistc Katchen
Pauhis maakte tussen 1893 en 1909
516 ballonvluchten en 197 para
chutesprongen.
sprak geen vreemd woord. Ik had
mij hem wel anders voorgesteld. Met
een tulband op of zo. Maar niets
daarvan. Hij droeg een vlotte gleuf-
hoed en hij gedroeg zich als een jo
viale zakenman.
Toen het kistje was geplaatst en
het bedje van onze zoon was ver
schoven. kwam hij gezellig bij ons
een kopje koffie drinken.
„Dat kistje kost u maar honderd
gulden", sprak hij opgewekt na het
tweede teugje Koffie, „en nu moet u
niet dadelijk zeggen dat het te duur
Ik zei helemaal niets.
„Want het welzijn van uw jongen
gaat u toch bovenal", vulde hij zich
zelf aan.
„Maar als het nou niet helpt",
waagde mijn vrouw op te merken.
„Niet helpen is hier niet bij", zei
de man zelfverzekerd, „nee, anders
zou ik het u wel eerlijk zeggen. Ik
kom wel 's een keer bij mensen waar
niks is en dan zeg ik het ook ronduit.
Dan zeg ik, 't spijt me... Maar hier.
hier kun je geen voet verzetten of je
botst tegen een aardstraal op, om het
zo maar eens te zeggen..."
De man begon breedsprakig te wor
den. Hij gebruikte nog een kopje
koffie en eindelijk na het derde kopje
stond hij op. Onderwijl waren wij
aan de weet gekomen dat wij het
kistje drie dagen op proef mochten
houden, zonder dat het ons een cent
kostte-
Toen hij ten slotte bij de deur af
scheid nam, sloeg hij mij joviaal op
de schouder. „Meneer", zei hij op
een warme, vertrouwelijke toon, „ik
kom in veel gezinnen en ik weet wat
er te koop is. Wij hoeven er geen
doekjes om te winden. Als het u niet
schikt dat briefje van honderd ineens
op tafel te leggen, nou ja, dan rege
len we dat ook wel... Mijn boterham
zit er niet in, begrijpt u. Nee, geluk
kig niet. 't Is maar een liefhebbe
rijtje van me. Ik ben metselaar van
m'n vak..."
Enfin, hij ging dan eindelijk. De
visile met inbegrip van het plaatsen
van het kistje had ons vijf en twintig
gulden gekost. Een aardig liefhebbe
rijtje voor die man, zou ik zo zeggen.
Die avond stopte mijn vrouw ons
zoontje eens extra lekker in. ,,Ik ben
benieuwd hij vannacht rustig zal
slapen", zei ze.
HET kistje heeft wél geholpen.
Nog diezelfde nacht is ons zoontje-
door zijn ledikantje gezakt. Zo plof
er helemaal doorheen. En met zoveel
lawaai dat wij eerst dachten dat het
iets anders was. Dat het huis instort
te of zo. Maar het was ons zoontje
wel. Finaal door zijn ledikantje heen
En hij was er zelf zo door van streek
geraakt, dat het ons uren heeft ge
kost om hem weer wat gekalmeerd
te krijgen
De volgende dag hebben wij het
kistje weer weg laten halen. Het was
onze bedoeling niet dat ons zoontje
elke nacht door zijn ledikantje zou
zakken. Als die man dat meende had
hij ons toch verkeerd begrepen.
Nee, laat die jongen van ons nou
maar rustig kruipen hoort
CÜHEEQ®
W elgelukzalig
Welgelukzalig is hij wiens
overtreding vergeven, uiterts
zonde bedekt is. - Psalm 32:1.
y^ELGELUKZALlG Dit woord, jdat
in de Psalmen zo dikwijls voor
komt, duidt het hoogste geluk aan.
Gelukkig is een ontoereikend
woord om het lot van deze geluk
kigen lot uitdrukking te brengen.
Gelukzalig, vol van geluk, moet
het zijn. En omdat ddt nog te weinig
zegt, maakten onze taalkunstenaars
er welgelukzalig van.
Het hoogst denkbare geluk. Niet
alleen naar mensenschatting, maar
naar Gods onfeilbaar oordeel. Een
zaligpryjzmg door mensen, waarop
God zijn zegel drukt. Een zalig
spreking van Godswege, waarmede
mensen van harte instemmen.
Daarom kunnen deze zaligsprekin
gen degenen, die ze befre//en. ver
zekeren wan hun heil, en troosten en
bemoedigen in dagen, waarin het
anders schijnt.
En anderen worden door deze
zaligsprekingen gewezen op het ge
lukkig lot oan deze gelukzaligen.
Beklaag ze niet, taant ze zijn wel
gelukzalig. Benijd ze niet, maar volg
ze na, opdat ook gij welgelukzalig
moogt zijn. Beledig ze niet, want Hij
die ze welgelukzalig noemt, is ook
hun Beschermer, die voor hun heil
waakt, en Zijn zaligspreking waar
heid maakt.
Er is in die zaligsprekingen grote
verscheidenheid. Ge zoudt het kun
nen vergelijken met de zaligsprekin
gen des Heren in Mattheus 5. En
evenals daar, zo worden ook in de
Psalmen niet telkens andere mensen
bedoeld, maar altijd weer dezelfden.
Deze gelukzaligen uiorden u telkens
van een andere zijde getoond. Ook
opdet ge ze te lichter zoudt herken
nen. Want bij de een treedt deze
eigenaardigheid, bij de ander eert
andere op de voorgrond. En nu eens
zal het ene dan weer het andere
kenmerk bij dezelfde persoon duide
lijker uitkomen.
Dm is hierin geen tegenstrijdigheid.
Want als ge de 32ste Psalm, waarin
deze zaligspreking ooorkomt, leest,
dan volgt op de blijdschap over de
vergeving der zonden toch ook weer
dc belofte: Ik zal u onderuiijzen, en
u leren ran de weg, die gij gaan
zult (vs. met de waarschuwing:
Wees niet gelijk een paard welks
muil men breidelt met toom en gebit
(vs. 9). De vergeving der zonden
moet daartoe leiden, dat we ons voor
de zonden wachten. En Hij. die in
Zijn grote ontferming de zonden ver
geeft, wijst in zijn Woord ons de weg,
die pan de zonde afgaat.
ZONDAGSBLAD 6 MAART 1954
4 onze jeuqó-p&qin& f
-Qejje'ó verraóóing
MOEDER en Eef hebben samen pof
fertjes gebakken. Eef, die een kleur
heeft van inspanning, haalt juist de
laatste, prachtig goudbruin, uit de
pan.
Moeder heeft intussen een paar
mislukte exemplaren op eert bord ge
legd. Ze strooit er suiker overheen.
„Hier, neem maar mee, die mogen
jullie delen".
Eef danst er mee de gang door.
Vanuit de kamer klinken juichkre
ten van de broertjes. Dan wordt het
stil: als de katjes muizen, mauwen ze
niet.
Nu heeft Moeder net mooi tijd, om
het pakje voor Oma in orde te ma
ken. Een schaaltje met de mooiste
poffertjes en wat vruchten er bij. Dat
alles wordt netjes in een doos gepakt.
Daar is Eef weer. „Zal ik het weg
brengen?" Ze heeft de doos al beet.
„Graag. Wacht, eerst even een kopje
thee". In de warme, behagelijke ka
mer drinkt Eef haar thee. Ze knijpt
er de ogen bij dicht, als een poes in
het zonnetje. Gezellig, vanavond. En
iedereen is thuis. Behalve Lonny dan.
En dan is het, alsof er een beetje
van de pret afgaat. Behalve Lonny.
Die komt niet. die blijft vanavond in
de stad. Ze woont daar maar wat
leuk, op een kamer. En zc heeft er
een massa kennissen.
Maar het is vader en moeder niet
erg naar de zin, dat Lonny zo zelden
meer thuiskomt. Eef heeft het wel ge
merkt.
Misschien vindt Lon het saai, zo'n
-lange avond thuis. Of kinderachtig,
om spelletjes te doen met Eef en de
broertjes. Lonny is niets leuk meer,
tegenwoordig. Ze doet, alsof Eef een
kleine baby is, en Eef is toch al
twaalf, en heeft van middag een gro
te portie poffertjes gebakken. Eigen
lijk wel sneu, dat Lonny daar nu niets
vah krijgt. Och -neen, dat is onzin. Ze
gaat natuurlijk uit, vanavond. Even
denkt Eef aan Lons leuke kamer, aan
Lons fleurige leven, maar hel wil
haar niet uit de gedachten, dat Lon-
ny zich toch misschien wel een beet
je alléén zal voelen, vanavond.
En dan schiet baar inccnS 'n prach
tig plan te binnen. Niemand mag het
weten-. Ze zouden het -allemaal raar
vinden, om Lonny nu nog op de koop
toe een pakje te brengen. Niemand
hoeft het ook te weten.
Muisstil gaat Eef de keuken weer
in, en weet ongemerkt met een bord
je poffertjes naar boven te komen. Op
haar kamertje ruilt zc het bord voor
een schaaltje uit haar kast. Ze maakt
er een mooi pakje van, net als Moe
der voor Oma altijd doet.
Nu stilletjes met het pakje de ach
terdeur uit en het in haar fietstas
stoppen, dan kan ze straks met de
twee pakjes er van door.
Vóór donker moet ze thuis zijn, dat
wil moeder altijd. Maar of ze dat ha
len zal? Het is een eind fietsen naar
de stad. Lonny is maar niet voor niets
daar op kamers gaan wonen. Ze heeft
eerst een poosje heen en weer ge
reisd naar haar werk. maar op de
duur .verd het te bezwaarlijk.
Kom, vooruit, het zal wel lukken.
Eef gaat Oma's pakje halen-
„We konden wel eens regen krij
gen", meent Moeder.
Piepekuik"
en was zoeB
Kippenhen en Haantje Pik
roet sten her en der van schrik:
Piepekuiken was verdwenen.
In het hooi of in de sloot?
Piepekuiken was in nood.
Piepekuiken was nog klein.
Waar kon Piepekuiken zijn?
Haantje Pik beefd' op zün benen;
Kippehens verdriet was groot:
Vast was Piepekuiken dood.
Sjierpemus riep: ,,'k Zag hem toch
net nog b\j de varkenstrog?
Knorregrom kan hem wel bijten."
Haantje Pik had rust noch duur,
Kippehen was overstuur.
Piepekuiken Tok fok tok!
Piepekuiken 2at op stok
Hij was lekkertjes gaan slapen.
Piepekuiken teas niet slecht,
maar h(j had het niet gezegd.
Toen keek Haantje Pik in 't hok...
En uiie zat daar op de stok?
Piepekuiken was gevonden
Kippehen was o zo blij,
legde tok tok tok een ei.
KO HAAK.
Ja, daar ziet het wel naar uit. De
donkere wolken jagen elkaar achter
na, de lucht is grauw en somber.
Maar Eef geeft niet om een bui, haar
stevige regenjas kan er tegen.
Bij Oma geeft ze aan de deur het
pakje af, en rijdt dan naar de
straatweg. Nu gauw naar Lonny.
De wind jaagt haar voort. Fijn
gaat dat. Eef lacht van plezier, de
fiets vliegt over de weg. O, ze komt
vast en zeker nog bij daglicht terug.
Maar die weg is langer, dan Eef
dacht. En als ze de stad is genaderd,
moet ze een poos voor de overweg
wachten. Lonny woont ook nog aan
het andere eind van de stad. Eef
neemt de singels, daar is het niet
zo druk, maar het is ook alweer een
omweg.
Het is al schemerig, als ze einde
lijk bij Lonny voor de deur staat.
Lon is nog niet thuis, maar kan ieder
ogenblik komen. Het is jammer, dat
Eef niet even wachten kan. maar dat
gaat niet. Ze zullen thuis niet weten
waar ze blijft. Het is al laat gewor
den en de schemering daalt snel.
Als Eef de singels weer afrijdt, be
merkt ze de tegenwind al. maar hier
in de stad is het niet erg. Pas op de
buitenweg voelt ze, hoe dc wind haar
tegenhoudt. Eef worstelt, trapt, werkt
zich tegen de wind in, die langzamer
hand een storm is geworden. Nu gaat
het ook nog regenen, ijskoude drup
pels slaan tegen haar gezicht.
(Volgende week verder).
Even lachen 0
Geen aanbeveling.
Koopman: Deze viool is minsten twee
eeuwen oud.
Koper: Dank je wel voor zo'n oud
ding, ik koop liever een splinternieuwe.
Overigens ging het wel
Onderofficier (voor het front zijner
sectie): Kerels, Je weet. dat ik een
goeie kerel ben, een beste vent, je
kunt over me lopen? Maar in dienst
ben ik een rakker en., ik ben altijd
in dienst! Onthoudt dit!
Je
het
niet zeggen, maar
een bellenblazende jongen.
Je weet wel hoe je deze puzzle
moet oplossen hè? Eerst de stukjes
uitknippen en dan aan elkaar
passen. Ook dit keer is het wel
leuk het ventje te kleuren.
Dat U sterk.
Meneer A.: „Het is vervelend, man,
dat die kip van mij gisteren je hele tuin
heeft omgewroet!"
Meneer B.: ..Trek het je niet aan, ke
rel, want m'n hond heeft daar straks
jouw kip doodgebeten!"
Meneer A.: „Ook sterk, en ik kom
zojuist met m'n auto aan cn rijd me
daar pardoes jouw hond dood!"
onze BRievenBus
M'n beste kinderen,
„Lang leve onze
jeugdpagina". Dat
was de oplossing
Pdn.dt puzzle, dit
vorige week in de
krant stond. Bijna
alle' kinderen hadden
haar goed, maar voor
de meisjes en jon
gens, die er niet uit
konden komen, zal
ik even de oplos
sing vertellen: leeuw,
Adam, nooit, groen,
lang, even, vrou
welijk, eeuw, opa,
naaien, zacht, Elly
(of andere meisjes
naam) jaar, erwt,
Utrecht, groot, dolk, palm, Amster
dam, geel. iep, nichtje (of neef), appel.
De hoofdprijs gaat dit keer naar Ria
Kok, terwijl Mientje Verheul, Janny
Koedoot en Dick Hoogstad een troost
prijs krijgen. O ja, ik moet jullie
nog vragen wie wil corresponderen
met Joan de Groot. Zijn adres is
Heistraat 209, Capelle (N.-Br.) Wie
schrijft hem eens een brief
Ook deze week ben ik heel erg ver
wend met tekeningen, plaatjes, gedicht
jes en nog veel meer. En daarvoor wil
ik Anneke van der Kruk, Sieta Stoffer.
I. Vroombout, Jan Hollestelle. Nellie en
Wim Vis, Betty Oostcrdijk. Addie Ha
melink, Sjoukje van der Spek. Willy
Gerkema. Janny en Marrie Hakkesteegt
Aleidje van der Spek. Nellekc van der
Bijl, Eef je Resoort. Ina Oudijk Yvonne
Silvius, Emmy van Dommelen. Tineke
van 't Hof. Nelly Freeke. Anneke van
Klaveren en Cootje van der Waals har
telijk bedanken. Ina van Dienst
schrijft mij. dat zij naar de vijfde klas
is overgegaan. Gefeliciteerd hoor. Neel-
tje Vermeer heeft het ook al over haar
rapport Mooi, dat je vier punten bent
vooruitgegaan, zeg. Heb Jij Jullie dres
soir getekend. Willie den Otter? Wat
naar, dat moeder nu in het ziekenhuis
ligt. Rikl Reijnhout. ik hoop. dat zij heel
gauw weer thuis zal zijn. Ook jouw rap
port ziet er keurig uit. Bennie Krebs,
drie achten en twee negens zie ik staan.
Dat is zeker een feestweek bij Jullie.
Adrie de Groot. Nog mijn hartelijke ge
lukwensen. Hier zijn de zusjes Blever
ook weer eens. Wat een aardig postpa-
Kier hebben jullie. Marina Zoetewey
oudt erg van rolschaatsen. Toen ik nog
even jong was als jij, heb ik het ook
veel gedaan. Jij kijkt dus Zaterdag al
tijd of de krant er al aan komt. Arle
van Rosmalen, nu. zo zijn er meer hoor.
Zou jij zo graag een rebus hebben. Dolf
Bloemendaal. nog even geduld, joh. Nee
maar, krijg jij zo vaak een tien voor
je versje. Basje van Mastrigt. Dan leer
Je het zeker wel goed uit jc hoofd. Dat
ook toevallig. Iet Schoonrmeyer, dat
Joke
jas
rood met wit. Dat lijkt mij zeker ge
zellig, zo'n briefschrijverij, Bepple Ver-
wey. Is de post al geweest? Hè. dat ik
dat nu niet heb gezien. Ria van der
Velden met die vis. Dat is me anders
wat zeg met die inbrekerij. Ellen van
Dnyn is heerlijk in Haarlem aan het
logeren. Ben je met de trein gegaan?
Ik weet zo gauw niemand met wie jc
postzegels kunt ruilen, Hennie Visser
Is er niet een meisje of een jongen op
school? De Stammetjes zijn allemaal
overgegaan Mooi zo. Arle. Wat een
grappig poesje* is dat, Bctsle vati'Dool.
pas maar op. anders gaat je wol hele
maal door de war. Ha, daar is Truus
Waldekker ook weer eens. Dat is lang
geleden zeg. Ben je al naar Zuid ge
weest? Dat zal een feest worden. Bram
en Nella van Eesleren, twee oma's ja
rig Jij gaat zeker wel
1
lijk I
je. Saartjc Legerstee, wat leuk
dat jullie voor de radio hebben gezon
gen Ik ben blij. dat jc het prettig hebt
gevonden. Zaterdagavond. Jannie Kraak.
Ik zelf vond het ook fijn Groetjes aan
moeder. Arme Sijko van den Boom.
zoveel huiswerk? Ja en dat moet toch
eerst klaar zijn. wil je naar mij schrij
ven Ook Cora Voordrndag is overge
gaan. Natuurlijk ook jij gelukgewenst.
Hoe heet jouw kleine zusje. Joke
Hoogerwerf? Klaas is natuurlijk nog te
klein om al goed le praten, maar toch
is het leuk dat hij al een beetje jouw
naam zegt. hè Lenl Brobbt-I. Dnt is knap
zeg, om geen enkel pijpje te breken,
Cathrlna Reijni. Wat sneu, dat de brief
was zoekgeraakt, Carla van der Kaa-
den. Wil je zeggen, dat ik Mlea haar
brief ook heb gelezen? Hier nog
al zo'n mooi rapport en dat is van
Ada Hooglander. Ook een hele rij ach
ten. Dat zal een prettige dag worden
voor jouw vriendinnetje Annie, denk
Je ook niet, Ria Hakkesteegt? O is jouw
zusje vijf jaar, Jaap Strik, dan is zij
nog te klein om naar mij te schrijven
En nu maar gauw zorgen, dat jouw
album vol komt, Ella Joslasoe. Je mag
de album ook wel eens naar mij op
sturen. dan zal ik er ook een versje
in schrijven Fijn. dat oma zo vooruit
gaal. Jannie Oosterom. Het beste hoor
Is het goed afgelopen bij dc oogarts.
Leny Segaar? Zeg maar tegen Nelly,
„gebroeders" Grootendorsl, dat ik al
nieuwsgierig ben naar de brief, die zij
mil over een poosje zal schrijven. Dc
ouders van Coble van Es waren vorige
week dertig jaar getrouwd. Nog mijn
hartelijke gelukwensen, hoor. Jan en Jo
ke van Bcrrhum zijn ook weer present.
Jullie hadden keurige brieven geschre
ven. Die broer van jou was er helemaal
naast, hè Sjaantje Paan*. maar dat
heeft hij zeker al gemerkt toen jij de
oplossing had gevonden. Heeft die hond
zijn baas al terug gevonden. Trude van
Asperen? Die verhaaltjes zijn zeker aar
dig. Cor Yliegenthart. Dat was zeker
heel lang geleden. Emmie rn Willie Km-
lln. Ik dacht, dat jullie mij waren ver
geten. Heb Jij nog alleen een stukje
Jedaan op de uitvoering, Wllly de
ongh. of deden Jullie hot inet z'n allen?
Nee hoor. Piel Lokker. Je moet er een
maand bij doen en dan ccn dag eraf.
Jouw moeder zal best blij zijn geweest
met de tulpen, Teusje Boor. Dat
was mc zeker een lang opstel. Joke
Jarjaans, ik ben benieuwd naar hot slot.
Een lep is toch wel een bekende boom.
hoor Helltje Reljm, maar ja, je moet
er maar niet op kunnen komen, 't Was
een palm, Lida Kellrr, dat had je zeker
wel goed geraden. Ik hob wel eerder
zo'n kaart op onze jeugdpagina gehad.
Dik, Frtta en Goofke van de Waler,
maar ik vond het toch leuk. dat jullie
de kaart overtekenden. Wat fijn. dat
jij gauw naar huis toe mag, Annrkc
Bacrveldt. Heeft de dokter dat gezegd?
Dat had jij aardig gedaan
Jouw zusje zal wel blij zijn gewei
met haar cadeautjes. Joke Dijkshoorn.
Dat randje had je knap nagetekend,
Corrle Bokhorst, dat gedicht ken ik in
derdaad. Ik heb het al eerder gezegd.
Marieke Spijker, maar een i'olo krijg Je
-echt Aan mij niet te zien „Roodborst'e"
vraagt, hoe het nu eigenlijk met de ver
jaardagen zit. Wel heel gewoon, je kunt
mij toch wel schrijven, wanneer je ja
rig bent? Nu ik het toch over verjaar
dagen heb. Adri Holder is deze week
acht jaar geworden. Een stevige hand
van mij. Adri. Dus jij kunt met recht
trots zijn op je rapport Bartel Vlanon.
Daar ben ik blij om. Waarom doet
Laurens niet meer mee. Thca Gclcyn-
se? Ik vind Arnold een mooie naam.
Ella Talstra. Hoe oud is jouw brocrtie?
Nee maar. wat een aanwinst op school.
Arda Prins en nu maar proeven ne
men Hannie van don Bos hooft op
school een tas gemaakt en die is heel
mooi geworden. Met welke kleuren heb
je de tas geborduurd'' Afke Brrgsma
moet binnenkort op de ouderavond een
paar Franse versjes zingen Succes
hoor. Je bent zeker wel geschrokken
toen je uit de rekken viel. Joke van der
Niet.Al weer wat beter? Dat is zeker
leuk. Tom le Clercq om naar een bruüoft
te gaan. Wat heb jij een mooie rozen op
je postpapier, Marian van Amerna.
Ik vind. dat jij heel mooi kunt schrij
ven, Ineke Gusseklao. zo duidelijk Dat
was dus een heel ziekenhuis. Hennie en
Maggie Visseher. grlukkig nu wr. i
ter allemaal. Zijn Tlllle en Piel een
tweeling. Beppie Barnboorn? Ik geloof,
dat jullie vriendjes zijn. Joop Dijkstra
en Hans Vogelaar, of heb ik het mis?
Er zijn deze week weer heel wat nieu
welingen. Hartelijk welkom in onze
kring Sientje, Gonda en Corrie Nel),
Hermance Erkens. Marianncke Kaspers.
Willy Glaubitz. Hennie van der Harst.
Joke de Groot, Gerrie en Leo Mossel
man, Harry van der Horat, Rietje Brus-
see, M. (zonder voornaam) van Rot
terdam. Nita de Bruin, Tjerk Tigche-
laar, Conny van de Water, ..Zwarte Ka",
Ineke Busse, Janny Rttmcijcr. Emmy
Flach. Dick Rietkerk, Gcrda Bacrveldt,
Gerda Oskam, Roeltje Bezoen, Llncke
van der Spoel. Trineke van der Wel,
Lenie Groenheide, Jac. Verbeek. Corrie
van Kempen, Jacob en Arle van der
Does. Jeanne de Valois. Locsje Vlak,
Piet Bénard. Clara Taal en Toos Ha-
ze boon.
Kinders. een goede Zondag allemaal,
dag, jullie