„Calvinisten belemmerden vooruitgang strafrecht" Aldus prof. mr J. M. v. Bemmelen (Leiden) in zijn dies-rede Operatie „waterhoentje" *genda™°r Leiden Oud-alumni „liepen" nog weer eens college Geloof kan bij natuurstudie een positieve factor zijn het Denk niet te somber over gezinsleven Bestrijding van de t.b.c. haast perfect te noemen NIL UWE LE1DSCHE COURANT MAANDAG 8 FEBRUARI 1954 MISDAAD EN SCHULD „Steeds stellen tijdgenoten en latere historieschrijvers het voor alsof de geschillen, die de theologen en eigenlijk alle geleerden uit het einde 16de en het begin der 17de eeuw verdeeld hielden, slechts de leer der praedestinatie, de kwestie van de vrije wil en de verhouding van kerk en staat betroffen. Dat op de achtergrond ook het geloof aan heksen en toverij een rol speelde, werd gewoonlijk niet of slechts terloops vermeld, Toch is dit waarschijnlijk in sterkere mate het geval geweest dan men heeft willen toegeven. Uit het begin der geschiedenis der Leidse universiteit is dit geredelijk af te leiden. De strijd over heksen en over het geloof de duivel hing ten nauwste samen met die over de praedestinatie en de macht van de kerk, en is voor de ontwikkeling van het strafrecht van het grootste belang geweest". Dit betoogde vanmiddag prof. mr J. M. van Bemmelen, de rector magnificus der Leidse universiteit, in zijn rede, uit gesproken in de Stadsgehoorzaal, bij gelegenheid van de 379ste verjaardag der academie. tegen de opvattingen van deze laatste ge leerde. die zeide dat hij slechts één recht vaardiging voor de straf kon vinden, na melijk dat de misdadiger geen voordeel mag putten uit het feit, dat hij misdadig is geweest. Als dan ook in 1798 te onzent de pijn bank wordt afgeschaft, is dit minder t( danken aan de invloed van onze hoog leraren dan aan die der buitenlandse ge leerden, zoals uit Frankrijk en Italië (Montesquieu, Beccaria en Voltaire). Zo bezien dient ook te worden het verschij nen in 1809 van een betrekkelijk modern humaan wetboek, waarbij van invloed der Leidse universiteit geen sprake is. Werd in 1854 de lijfstraf en in 1870 de doodstraf afgeschaft, de invloed der universiteit werd pas belangrijk, toen in 1871 Modderman als hoogleraar van Am sterdam naar Leiden ging. Met deze jurist werd een nieuw tijdperk voor het Neder landse strafrecht ingeluid, al wil dit niet zeggen dat van af die tijd het vraagstuk omtrent de oorsprong van zonde en mis daad is opgelost. Dat is ook nu nog niet het geval. De ontwikkeling van het straf recht heeft zich van af Modderman vol trokken, zonder dat deze kwestie daarbij betrokken werd. Wat is „het goede"? Prof. Van Bemmelen sprak vervolgens uitvoerig over de houding van de huidige strafrechtgeleerde tegenover deze materie en besprak de vraagstukken van het deJ. terminisme, de vrije wil tot goed en kwaad, en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheid. Volgens spreker zijn het goede en het kwade realiteiten in de menselijke geest, als waarheid en schoonheid. Het goede bestaat voornamelijk uit vier din gen: het behoud van het individuele en het gemeenschapsleven, de waarheidslief- Ie naastenliefde en de liefde tot de omringende natuur. Uit deze vier grondprincipes vloeit voort het streven naar vrijheid van denken en overtuiging en naar de deugd. Deze strevingen kun nen met elkaar in botsing komen, waar door conflicten ontstaan, die zo objectief Prof. Van Bemmelen begon zijn dies rede met er op te wijzen dat, tc Gouden Eeuw scheepvaart, handel, kunst en wetenschap tot grote bloei k' de rechtswetenschap niet in die evolutie deelde, en wel door het feit, dat de enige universiteit in ons land, de Leidse, geen 'vrijheid van spreken bezat. Voor het eerst gaat de universiteit in vloed uitoefenen op de ontwikkeling het strafrecht, wanneer in 1594 aan kele professoren in de medicijnen philosophie advies wordt gevraagd door het Hof van Holland omtrent de zgn. waterproef in heksenprocessen. Bij deze waterproef kwam het er op aan of de verdachte al of niet op het water b drijven. Was dit wel het geval, dan v er sprake van duivelsmacht. Het advies van deze geleerden v nogal opzienbarend, omdat zij in hun v> klaringen lieten doorschemeren, niet s toverij en een verbond met de duivel geloven. Ook een lid van de juridische faculteit, Gerard Tuining, legde een der gelijke verklaring af. Het gevolg van het feit, dat de Leidse universiteit zich tegen de heksenproces sen keerde, was dat mede hierdoor in Holland eerder dan waar ook in Europa, n.l. vanaf 1610, geen heksenprocessen meer voorkwamen. Maar daarbij werd het vertrouwen in strafwetgever en rech ter ernstig geschokt, nu gebleken was dat dezen zich tot nu toe in deze materie steeds hadden vergist. En, verder rede nerend, kon men zich afvragen: Indien natuurlijke oorzaken teweeg kunnen brengen dat de rechter aan een misdrijf (toverij) denkt en daarvoor straft, zonder dat zulk een feit in werkelijkheid be staat, is het dan niet mogelijk dat alle misdaden tot oorzaken zijn te herleiden, die aan die feiten het karakter van mis drijf ontnemen? Bestaat het „kwaad" wel in werkelijkheid, wanneer de duivel geen roacht h«It over mensen? I, niet alle!de' dï kwaad een schijnbeeld? Uiteraard kwamen tegen deze redena tie zij in opstand, die wél in toverij ge loofden. Wat blijft, zo vroegen zij zich af, van het fundament van 't strafrecht over, wanneer voor God geen kwaad be staat en de duivel geen macht heeft? Prof. Van Bemmelen wees er voorts op, dat de Leidse Hogeschool, die een „vrije en openbare schole" was, juist op het gebied van godsdienst zou blijken een allesbehalve vrije school te zijn. En nadat hij gewezen had op de samenhang tussen de godsdiensttwisten en de kwestie der heksenprocessen, waarmee wij dit verslag openden, poneerde hij de volgende stel ling. Calvinistische rem De Zondag werd begonnen met de ook al tot traditie geworden dienst in —"zal"züm"'^ vöoru11 ga n g° bihe'" sbl™; de Zuiderkerk. georganiseerd door de Christen Studenten Raad. En vol- recht en de misdaadbestrijding heeft in êens diezelfde traditie werd deze dienst weer bezocht door H.M. de Koningin, ons land meer dan een eeuw stilgelegen, mogelijk opgelost dienen te worden. „Voor mij," aldus spr., „is het zeker, dat juist uit deze conflicten tussen onze verschillende neigingen en uit de ver schillen, die er tussen mensen bestaan, de criminaliteit met wetmatigheid voort vloeit. Tot - deze wetmatigheid dragen de verschillen tussen de mensen in hoge mate bij. Er is bijvoorbeeld steeds vrij vast percentage debielen en intellec tueel minbegaafden, die 4 a 5 maal i kans hebben crimineel te worden dan andere mensen. Evenals er sprake is var intellectueel minbegaafden, zijn er ooi moreel minbegaafden en debielen, dit dus over een laag „moraliteitsquotient' beschikken (naar analogie van „intelli gentiequotiënt"). Van dergelijken mogen wij geen moraliteit verwachten als Wordt nu door deze wetmatigheid de verantwoordelijkheid van de mens opge heven en is daardoor alle beloning er straf zinloos? Neen! Beloning en straf zijn symbolische uitingen van vreugde en leed over goede en kwade daden. Zij dragen bij tot de opheffing der verschil len tussen de mensen. Welke kant op? Prof. Van Bemmelen besloot zjjn be langwekkende dies-rede met een blik in de toekomst. Volgens spr. zal men er toe cn overgaan, steeds dieper te zoeken de oorzaken voor criminaliteit, waar- vast zal komen te staan, dat de in dividuele dader er niets aan toe of af heeft kunnen doen,, m.a.w. dat hjj daar- geen „schuld" heeft. Hierdoor zullen Nogmaals wees hij er op. dat hiermee z.i. niet de verantwoordelijkheid wordt uitgeschakeld. Wij zullen steeds een grote I mate van bewondering blijven koesteren voor het ware, het goede en het schone; en vinden, dat wij daarnaar moeten blij ven streven. Die bewondering zal zich moeten omzetten in een beloning. Daar tegenover zullen wij onze afkeuring voor het onware, het verkeerde en het lelijke j blijven uiten, al was het alleen maar in het achterwege laten van beloning, of, in het openlijk uitspreken van afkeuring. I Rechter en wetgever moeten zich voort-1 durend hierbij afvragen of zijzelf niet! „betoverd" zijn; of zij het kwaad, dat zij willen bestraffen, niet zelf bedrijven door| naar „der schuldelozen dood" te streven. I Er zijn nog tallozen, die hierin een onder-' graving van alle moraal cn geloof zien. Doch niets is minder sprekers bedoeling. Integendeel, ieder mens moet zijn leven lang worstelen met het geloof het goede streven. Hij moet zich echter niet verbeelden „het ware geloof" te heb- verworven, en hij mag bij zijn strever het goede zich nimmer laten ver leiden, niet verder te zoeken naar dt genlijke oorzaken van het kwade. „Indien wij dit laatste doen," aldus be sloot prof. Van Bemmelen zijn oratie, „zal morele verontwaardiging daders verminderen. Ons aller leed daarover zal zoal niet verdwijnen toch geringer zijn. Bepaalde daden, 3e meeste misdrijven, zullen wij ech- blijven afkeuren, al zullen schuld" der daders steeds geringer gaan achten. Om die reden is alles wat thans bijdraagt tot humanisering van straf en aatregel zo van harte toe te juichen. Dit geldt niet slechts voor de commune delicten, de gewone misdrijven en over- edingen, doch ook voor de politieke. In de laatste jaren Jieb ik dit in woord geschrift vele malen tot uiting ge bracht en daarmede verontwaardiging ér onrust gewekt. Ik heb mij dan getroost iet de woorden van Poesjkin: Ik in mijn wrede eeuw de Vrijheid (heb geprezen, Genade inriep voor wie viel." richt. Men benijdt de Westerlingen hun technische verworvenheden, maar hun morele, aesthetische en culturele kwaliteiten. Zo heeft men bijvoorbeeld nogal wat critiek op de Westerse verhou dingen tussen de sexen, vooral op de uiterlijke vormen er van. Daar het anal- phabetisme bijna niet voorkomt in Japan, wordt er veel gelezen, ook buitenlandse boeken. Maar men blijkt bij alles z gehecht te zijn aan de eigen cultuur. Leidse U.B. 's AVONDS IN ROK EN AVONDCOSTUUM NAAR DE SCHOUWBURG Voor de meeste oud-alumni is de Zaterdag, die voorafgaande aan de viering van de verjaardag van de universiteit gewijd is aan colleges in de oude, vertrouwde trant, de eigenlijke diesviering. Bovendien pleegt men die dag te besluiten met een gala-uitvoering van het Leids Studen ten Toneel en de Toneelclub van Vrouwelijke Studenten te Leiden. Ook Zaterdag was de belangstelling uit de kringen van oud-studenten en af gestudeerden weer groot, zowel voor de colleges als voor de schouwburg. Dat bleek bij de academie bijvoorbeeld, aar de gehele dag, maar vooral 's mid dags, een lange rij auto's geparkeerd stond. Daar stapten bezadigde dames er heren in en uit, die met zichtbaar ge noegen de oude poort aan het Rapenburg passeerden, die poort, waar zij vroeger al student per pedes apostolorum of hoog stens per fiets plachten heen te gaan. Er stond een hele reeks colleges in iedere faculteit op het programma, i lang niet iedereen voegde zich consequent bij zijn eigen vakgenoten. Er was im: op ieder terrein wel wat te genieten, da» meer algemene strekking was, c algemene belangstelling vermocht wekken. H.M. de Koningin woonde bijeenkomst in Zuideikeik weer bij Dr A.Kessen, de directeur var Universiteitsbibliotheek, besprak de 'ikkeling van de bibliotheken in het licht der historie (van de Middeleeuwen af) knoopte daaraan een program vast vi de moderne universiteitsbibliotheek. De crisis der wetenschap, de crisis der niversiteit, heeft ook een critische toe stand veroorzaakt in het bibliotheekwe- zei spreker, die de universiteits bibliotheek het belangrijkste centrale gaan der universiteit noemde. Sprekende over het selecteren van aangeboden materiaal (de stroom van alarmerend groot) nam dr Kes- rhouding tussen de universiteits bibliotheek en de instituutsbibliotheken onder de loupe, de laatste vruchten noe mende van de negentiende-eeuwse ver snippering, ook in de dislocatie. Nood zakelijk is een her-coördinatie in bouw er inrichting; de universaliteit van dt universiteitsbibliotheek moet weer tol haar recht komen. Men erkent dit zowel hier te lande als in het buitenland. Verder is er nodig, dat het documen tatiewerk centraal geregeld wordt, zodat het materiaal voor een zo groot mogelijke groep van personen toegankelijk wordt. Ten slotte behandelde spr. het documen- tatievraagstuk, dat een stuk werk voor specialisten inhoudt en eveneens coördi natie vraagt. In het algemeen is een grotere spreiding an het voorradige noodzakelijk, vooral Dor de alpha-vakken. Spr. legde hierbij ook de nadruk op de samenwerking met docenten, terwijl hij eindigde met te 1 wijzen op de taak van de universiteits- Japanse ]euga\bibliotheek tegenover alle intellectuelen, In de faculteit der letteren en wijsbe- °°k die van buiten de universiteit. Op het ijs van de uitgiravirg achter de Room burger weg. een klein ewvd'je achtei de boerderij van de heer Van der Stoel, zitten twee troepen waterhoentjes en eenden. Ze ziften star op de ijsvloer, die door de wurjter over de uilgraving u geslagen, of ze zwemmen lusteloos een beetje rond m het enuge wwk. dat is ovei - gebleven. Zo wu en den vatbt één van de dieren ten prooi aan de kou- En er zijn jor.gens, d-.e helpen om de dieren met stokken nog meer te doen lijden. Mr dr Hugenholtz heeft zich het lot m de vogels aangetrokken- Samen met de heer Troost van de Leidse politie- d'ierenibesohenmioig. een helpster en een helper is hij Zaterdagmorgen met man den vol brood naar de ijsvlakten getrok ken. heeft brood staan strooien en heeft zijn hoofd geschud over de barbaarsheid in de Jeugd- De vogels waren schuw geworden. Ze aren niet te ben-aderen en zelfs de tol wrakken vervallen dieren sleepten zich de harde grond voort als één van het gezelschap ze probeerde te helpen. Hier en daar lag een waterhoentje Doodgevroren, door andere vogels kapot gepikt of doodgeslagen- Maar de vogels kwamen toch tot meer leven, toen het brood m het wak en daaromheen als een reddirogsgordel gestrooid lag- Toen het gerucht, dat er voedsel werd gebracht, onder de vogels im die buurt werd ver spreid. streken zwermen eenden, zee meeuwen en waterhoentjes om cn in het ak neer. Mr Hugenholtz is van plan. de dieren dagelijks te gaan voeren- Wie bij de plas heeft rondgekeken- weet dat dnt nodig is Foto N- van der Horst Zo was er speciale interesse voor twee inleidende voordrachten, van prof. dr C. J. F. Böttcher te Leiden en van dr F. H. Reerink, directeur der N.V. Philips- Roxane te Weesp, over de verhouding tussen de universitaire en industriële research, met name op chemisch gebied Aan de hand van de voordrachten werd, in het anorganisch chemisch laboratorium een algemene discussie uitgelokt over ge noemde verhouding en over de problemen die hiermede samenhangen. omdat de Calvinisten, die aan heksen duivel geloofden, het gewonnen hebben van de Remonstranten. Ook in de Lu therse en Katholieke landen heeft het geloof aan heksen cn duivel cn de daar mee samenhangende ketterbestrüding eer remmende werking gehad op de ontwik keling van het strafrecht." Leiden was het brandpunt "in deze he vige strijd tussen Calvinisten en Remon stranten. Eén van de voormannen in deze strijd was Coornhert, die gezien mag worden als de geestelijke vader moderne openluchtgevangenissen beidstherapie. Hoog laaide de strijd op tussen Arminius en Gomaris, men als Grevius en Hogerbeets, Vorstius en Koning Jacobus I van Engeland even min dienen vergeten te worden. De nederlaag der Arminianen, bezegeld met de dood van Oldenbarneveldt, de gevangenneming van Grotlus en Hoger beets, de omzetting van vroedschappen en van het curatorium te Leiden en de af zetting van enige Leidse professoren, heeft de ontwikkelingsgang van het straf recht op rampzalige wijze opgehouden. De stemmen van mannen als Vorstius en Hogerbeets, gericht tegen pijnbank en doodstraf, waren hiermede tot zwijgen gebracht. Vervolgens beschreef prof. Van Bem melen het ontstaan der Utrechtse univer siteit, als tegenhanger van de Leidse, een school waarvoor de Calvinisten zich reeds lang geïnteresseerd hadden, omdat hier minder vrijzinnige denkbeelden zouden kunnen worden gedoceerd. Deze school kwam er. Eerst als Illus tere School (1634), twee jaar later tot Academie verheven. Hoezeer bij de stichting van deze universiteit het heksengeloof een rol moet hebben gespeeld, moge blijken uit het feit, dat precies in hetzelfde jaar 1636 Voetius, die de voornaamste theologische hoogleraar aan die school werd, twee Disputationes de Magia uitgaf, waarin 't heksengeloof verdedigd werd en de hek serij als een zwaar misdrijf werd geken schetst. Modderman en zijn invloed Toen in 1637 Descartes' „Discours de la Méthode" verscheen, kwam het vraagstuk van de oorsprong van zonde en misdaad opnieuw in het brandpunt der belang stelling. Descartes beweerde namelijk, dat onvolmaakte dingen, zoals de misdaad, slechts menselijke voorstellingswijzen zijn waarbij dus het geloof aan duivel en heksenprocessen opnieuw in 't gedrang kwam. Ook de philosophie noza mocht evenwel zo goed als geen in vloed uitoefenen op het universitair derwijs. Fel keerden de Calvinisten zich De dienst werd geopend door de praesesweea daarbij op de kernwaarheden de C.S.R., de heer A. W. Cramer, die na dank gebracht te hebben kerkeraad voor de steeds weer geschapen mogelijkheid om de C.S.R.-dienst hier houden het streven van de Christen Studenten Raad omschreef als het trach ten naar een elkander verstaan van de Christen-academici, volgens Gods wil Men voldoet niet aan zijn verplichting tot getuigenis door dit getuigen te beperken tot de eigen kerkelijke kring. Ook het interkerkelijk gesprek is een getuigei al houdt dat niet in, dat men nu in eerste instantie moet trachten te óver- tuigen. „Verdeeldheid is misschien geen schuld," zo zei spr., „zelfgenoegzaamheid is dat zeker wèl." Wij wachten op de dag, die God rijp zal vinden eenheid. Het is goed die tijd van wachten niet twistende door te brengen. Prol. Sizoo Prof. dr G. J. Sizoo van de V.U., die als eerste sprak, omschreef de inhoud het begrip „geloof", alvorens tot het derwerp van deze dag te komen: „Geloof natuurwetenschap". Geloven is zowel activiteit van het verstand als van het gemoed; het is bovendien in de reli- ;ieuze sfeer in eerste instantie een grij- Den van God naar de mens. Zonder dit ngrijpen van God is religieus geloven liet mogelijk. De mens kan door de bestudering van de natuurwetten wèl komen tot een ver moeden van het Opperwezen, verder ech ter niet. Maar de vraag doet zich voor, of deze wereld van de natuur wel de we de schriften. De Heilige Schrift immers openbaart een persoonlijk God. Via Plato en Arlstoteles kwam spr. bij de negentiende-eeuwse natuurvorsers te recht. Zij leverden het arsenaal, waaruit vrijelijk geput kon worden in de strijd tegen het geloof. En zij leverden het door hun overschatting van het wetenschap pelijk denken. Thans echter heeft ook de wetenschap ingezien, dat het denken en de vorsing betrekkelijke waarden bezitten. Hetgeen ivens de onmogelijkheid bewijst om God i geloof wetenschappelijk te verklaren 3 te verantwoorden. Immers: onze door de zonde geschonden natuur kan onmogelijk de cosmos door- de grootste zonde, die de natuur- kan begaan, is wel de zelfover schatting, resp. de zelfhandhaving. De zekerheid van het geloof moet bewaard worden door een zich telkens weer ge vangen geven aan God. Dit geldt voor alle gelovigen, maar zeer zeker voor de natuurvorser. Prof. Sizoo stelde echter, dat het ge loof door zijn inhoud ook een positieve factor bij de natuurstudie kan zijn. Hij trent de cosmos en ons leven, die in de schriften verankerd liggen. Als voor naamste eigenschappen van de Christen- natuurvorser noemde spr. o.m. een grote eerbied voor de werkelijkheid lijke erkenning van eigen begrensdheid. Als conclusie gaf prof. Sizoo, dat ge loof en natuurwetenschap wèl baar zijn. Prol. hammers Prof. dr H. J. Lammers uit Nijmegen benaderde het onderwerp soonlijke kant. Hij wees er op, dat de spanning tussen geloof en wetenschap de laatste decennia sterk is verminderd; het probleem heeft zich echter verlegd, wel van object naar subject. De proble matiek van onze tijd brengt een grote onzekerheid mee voor de moderne me De persoonlijke spanning tussen geloof wetenschap in het hart van de vorsende mens is niet opgeheven. Spr. ging in de historie terug oorzaken op te sporen. Als conclusie gaf prof. Lammers, dat men niet ontkomt aan een wijsgerig standpunt in deze. Van daar de veelheid van de wijsgerige me ningen. Maar ook de wijsbegeerte kan geen ant woord geven op de allerlaatste vragen. Dat kan alleen het geloof. Hierna zette spr. uiteen, hoe de kwestie aor Rooms-Katholieken ligt. Hier be staat de spanning ten opzichte van geloof openbaring vooral als een spanning ten opzichte van het gezag. Bij de be oefenaars van de natuurwetenschappen onder hen weegt dit alles nog zwaarder, omdat de natuurwetenschap speciale eisen 5n zelfstandig denken en werken stelt. Het grootste gevaar noemde spr. een atrophie van de geloofskennis. Natuurlijk geloofskennis in dit geval geen conditio sine qua non, maar gebrek er aan be tekent veelal een verarming van de ge loofsbeleving. De dienst eindigde met het zingen van „Mijn schilt ende betrouwen". Organist was A. Vroegop. Jammer Na afloop van de dienst ging H.M. de Koningin te voet naar de Doelen, waar eenvoudige lunch voor de oud-alummi gereed stond. Zij koos niet geheel de tra ditionele weg. In de eerste plaats, omdat het publiek dat ditmaal helaas niet bepaald bescheiden was hinderlijk op drong. Maar ook omdat Zij een speciale ehs geuit had. Door de Bloemistenlaan ging H.M. naar de Herenstraat en via de Doezastraat wandelde Zij met haar jaargenoten en vriendinnen over het Rapenburg naar de academie, waar Zij de nieuwe klokken bekeek. De adjunct-secretaris van het col- geerte trok het college van de heer F. Vos uit Leiden veel toehoorders. Hij sprak over „Après guerre de resui taten van een Unesco-onderzoek naar de heroriëntatie van de Japanse jeugd." ior de meeste Wester lingen wonderlijke dingen is, dat de Ja panse jeugd positief anti-militairistisch is. Natuurlijk is dit anti-militairistische ka rakter van de Japanners na het sluiten het vredesverdrag in verband met de ontwikkeling op Korea weer wal derd; in hoofdzaak uit afschuw De heer Vos besprak ook de houding van de Japanners tegenover de keizer, vroeger een godheid, nu slechts het sym bool der natie. Er bestaat nog steeds een sterke gehechtheid aan de keizer, maar niet als persoon, doch als verpersoon lijking van het regiem, dat de Japanner bij alle hang naar hervorming blijft aan hangen uit een diepgewortelde zin voor de continuïteit der dingen. Wat de persoonlijkheid der jongeren be treft, had spr. opgemerkt, dat er weinig belangstelling bestaat voor binnenlandse politiek. Wel voor buitenlandse, groten deels uit angst. Overigens heeft de Ja panner er geen bezwaar tegen te erken nen, dat een vreemd land superieur is aan Japan. Men heeft bijvoorbeeld een groot respect voor de Verenigde Staten. Dit respect is echter zuiver materieel ge- Schouwburg Snouck Hurgronje-huis. 8 uur: K en O., cursus „Pen e»\ Penscel" door drs F. P. Huygens. Leidse Volkshuis, 8 uur: K. en O., cur sus „Kookgeheimen" door mevrouw D. L. Cre.vghtonEldering. Stadsgehoorzaal, 8 uur: N.C.R.V.-ster avond met „Vrij en Blij" en declamatie door Anne Holtrop. Rehobolh, 8 uur: Kring van vrouwelijke anti-revoiutionnairen, mevrouw mr I. Geelkerken—Brusse over de opkomst en het werk van de Nederlandse vakbewe ging- Foyer stadsgehoorzaal, 8 uur: Ned. Reis- vereniging, causerie van J. Panman over Italië, met film va.i I. v^n VrieJand. De Doelen, 8 uur: Leidse Amateur- fotografen over het circulatie-negatief. Dinsdag Stadhuis. 2 uur: gemeenteraad. Gulden Vlies, half 3: Vereniging van huisvrouwen, lezing met lichtbeelden en muziek over Ierland, door mevrouw E. Hannema—van Maasdijk uit Oegstgeest Casino, 9.15 uur: K. en O.-fiimstudie- kring. Engels programma met als hoofd film „Welcome to Britain". Woensdag Schuttershof, 25 uur: receptie direc tie R.H.W. (75-jari'g bestaan). Geref Jeugdhuis, Breeriraat 19. 79 uur: ontvangst ds G. F. Hajer. Geref. predikant (25-jarig ambtsjubileum en huwelijk). Schouwburg. 8 uur: K. cn O., serie „Groot Toneel", Haagse Comedie met ..M'n kleine Sheba, kom terug" van Wil liam Inge. Stadsgehoorzaal. 8 uur: „K.R.O.-evond „Tij:! voor jolijt". Sociale Zaken. Steensohuur 21. half 8 half 9- voorlichtingscommissie prijzen cn Steenschuur 6. 8 uur: De Natuurvriend. Prediker, 8 uur: Chr. Metaalbewerkers- bond, filmavond. Tentoonstellingen Rijksmuseum voor Volkenkunde, Steenstraat la. zeven eeuwen Chinese caliigraphie en schilderkunst (collectie dr R. H. van Gulik), 10—4 uur (tot 28 Februari) Lakenhal, expositie „Nood" (foto's van Martien Coppens), 10-4 uur (tot 1 Maart). Prentenkabinet, 25 uur: Het landschap in de Noord-Ned. prentkunst (eerste helft 17de eeuw», t.m. 27 Februari. Nachtdienst apotheken Apotheek Van Driesum, Mare 110, tel. 20406, en de Zuider-apotheek, Lammen- schansweg 4, tel. 23553. Om de Doorbraak Voor de jeugd van de speeltuinvereni ging Om de Doorbraak is Zaterdagmid- sehaatswedstrijd op de Oranje gracht gehouden. De belangstelling was bevredigend. De winnaars sleepten mooie prijzen in de wacht en alle kin deren werden onthaald op anijsmelk. LEZING IN VOLKSHUIS Des avonds reed een file van auto'i naar de Oude Vest, waar de verlichte ingang van de schouwDurg een grote me nigte bezoekers in rokcostuum en avond toilet doorliet, een tegenwoordig zeldza mer wordend schouwspel. Over de opvoering van „The Grass Harp" zelf schreef onze toneelrecensent reeds naar aanleiding van de première op Donderdagavond. De uitvoering was ook deze keer zeer te loven en de rijkelijk in het stuk rondgestrooide wijsheden, al of niet omhuld door een waas van geheim zinnigheid en romantiek, werden door het publiek zeer op prijs gesteld. De avond begon met het zingen van het lo Vivat, het traditionele studentenlied, en eindigde even traditioneel met een dankwoord van de rector-magnificus, prof. mr J. M. van Bemmelen, die daarbij de gehele Civitas Academica vertegen woordigde. Hij prees de bijzondere aard van het stuk, waarin ieder iets hoort of horen kén van zijn eigen leven, en bood de optredende verenigingen en spe ciaal de spelers een grote mand met bou- quetten aan. Natuurlijk waren er nog véél méér bloemen en een dankbaar applaus van een voldaan publiek. Dr A. van Biemen sprak over huwelijk en gezin Dr A. van Biemen van Bentveld hield Zaterdagmiddag in het Volkshuis een voordracht over het huwelijk en het gezin. De sombere gedachten van de laatste jaren, dat het met het gezinsleven steeds meer bergafwaarts gaat, zijn volgens spreker een absolute onjuistheid. Men beschrijft het gezinsleven van vroeger wel als ideaal, maar was er wel gezinsleven? De nazorg komt er echter nog steeds stieimoederlijk ai De afdeling Leiden van de vereniging tot behartiging der belangen van t.b.c.- patiënten in Nederland hield Zaterdag in het Antonius-clubhuis een propaganda- feestavond. De heer J. Ober, voorzitter van de afdeling, opende de avont heette in het bijzonder welkom de heer C. A. Bergh, bondssecretaris, de heer Schoonwater van de afdeling Amsterdam en het bestuur van de afd. Oegstgccst. Spreker was de vraag gesteld, of ei reden was om feest te vieren. De slag tegen de t.b.c. is immers nog lang niet gewonnen. Er komt elk jaar nog altijd lichting van 14.000 tot 15.000 patiën- bij! Deze avond is echter bedoeld als propaganda voor de strijd tegen deze vreselijke ziekte. „The Smiling Troupe" uit Rotterdam gaf hierna een vlot programma met dewerking van „De Gibama's" uit Haag. Het programma werd onderbroken een propagandistisch woord va heer Bergh. lege van curatoren, mr J. Drijber, deed de klokken met een hamer klinken. In de Doelen wachtte men in de bot zaal lange tijd vergeefs op de Koningin ging uiteindelijk maar aan tafel. Vrij wel onopgemerkt kon H.M. de Doelen be treden. Om kwart over drie woonde Koningin Juliana wederom te voet er heen ge gaan het studium generale bij, dat deze keer gehouden werd door prof. L. J. van Holk en dat tot onderwerp had: „Tijd en eeuwigheid". H.M. verliet onopgemerkt de Stadsge hoorzaal aan de achterzijde, waar de hof- gereed stonden om Haar uit Leiden ts brengen. Enkele vriendinnen van Haar jaarclub reden mee. Hoewel men regelmatig kan lezen, dat het sterftecijfer daalt en dat dit in Neder land na Denemarken het laagste is, wil dit toch niet zeggen, dat men de tuber culose onder de knie heeft. De medische wetenschap gaat steeds vooruit t men nieuwe geneesmiddelen. Men kan tegenwoordig door operatief ingrijpen hardnekkige gevallen resultaten bereiken, maar het duurt zeker tien Jaar, eer be wezen is, of dit afdoende heeft geholpen. De economische schade bedraagt nog al tijd 100 millioen gulden, terwijl de sana- toriumverpleging 35 millioen beloopt. Voor extra voeding wordt l!i millioen uitgekeerd. Toch sterven aan de t.b.c. viermaal zo- ;el mensen als aan alle andere besmet telijke ziekten bij elkaar. Over de gehele reld zijn er 50 millioen patiënten. Spr. drong sterk aan op doorlichting. De bestrijding van tuberculose zou men haast perfect kunnen noemen, wanneer niet één ding er stiefmoederlijk liet afkomen. Dit is de nazorg. De maat schappij geeft millioenen guldens uit voor genezing, maar zij aanvaardt de gene- zèlf niet meer. Men is ten onrechte bang voor besmetting, maar men vergeet. men veel meer risico loopt met men- die niet weten dat zij gevaar voorl besmetting opleveren. Dit alles werkt in 53 jr; A. vom Hofe, vrouw, 83 jr; G. de hand, dat 32 procent van de patiënten J. Noorlander. man, 43 jr; T J. Mooije- terugvallen in het ziekteproces. kind, man, 59 jr. Ten eerste waren de woningen van dien aard. dat men moeilijk van samenleven kon spreken. Ten tweede maakte zulke lange werkdagen, dat er nauwelijks tijd voor iets anders overbleef dan werken, eten en slapen. Ten derde werkte seste gevallen de vrouw me de kinderen ging al aan de slag, voordat de school hadden verlaten, ils men dit alles beschouwt, mag mer toch zeker wel van een enorme vooruit gang spreken. In vroeger jaren was hel gezin meer een werkverband dan een samenleving. Logisch is natuur lijk, dat, waar men zó moest werken, ei minder tijd voor ruzie was. De moeilijk heid ligt dus in de vrije-tijdsbesteding. De gezinsfunctie onderging een totale andering, want er kwam veel meer ru gezinsleven. Het was, en is nu zaak om zich aan te passen in de nie situatie. Grondvlak Het grondvlak van het gezin is vooral de verhouding tussen man en vrouw. Ook dit ziet er minder somber uit dan meent. Het huwelijk is immers veel i zaak van liefde geworden. Honderd geleden speelde dit geen rol. Toen was het meer een sociale aangelegenheid. Toch is liefde een betrekkelijk wankele zaak. Men kan nu eenmaal niet altijd op de hoogtepunten leven. De grootste vij and van het huwelijk ls de sleur en aan elkaar gewoon raken. Het wordt ech ter boeiend, wanneer men probeert te ontdekken welke mogelijkheden we in el kaar bezitten. De interesse en het mede leven in eikaars werkzaamheden, maar ook en vooral in eikaars geestelijk leven spelen hierbij een grote rol. Dr Van Biemen besprak hierna de pro blemen van kinderen in een gezin. Be- GEMEENTE LEIDEN Otliciële publicatie WACHTVERBOD MAREKERKPLELN Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter openbare kennis, dat zij hebben besloten met ingang van heden wachtverbod in tc stellen voor het plein, gelegen voor de Marekerk, aldaar. Burgerlijke stand van Leiden GEBOREN: Margaretha A. dr v. P. J. de Jong en H. ter Wal; Robert zn v. T. Peteri en C. Gordijn; Lydia A dr v. P. Vermond en H. de Mooij; Catharina dr T. Ovcrdijk cn W. v. d. Blom; Pieter v. L. v. d. Oever en M. L v. d. Haak; Olga dr v F. Almekinders en S. Jonker; Rihonda M. E. dr v, H. N. A. Schreuder P. E. van Westrienen. OVERLEDEN: D. Kroon. dr. 2 dagen, H. M. Stafleu, huisvr. van De Geus, langrijk is de kinderen een stuk verant woordelijkheid te leren meedragen. Ieder een in het gezin heeft eigen verantwoor delijkheid. Dikwijls zijn ook de zorgen voor de kinderen oorzaak van verwijde ring tussen de ouders. De aandacht voor elkaar verslapt. De maaltijd noemde spr. het belang rijkste punt van de dag in de samen leving van het gezinsverband. Dan zijn allen bij elkaar en kan men van gedach ten wisselen. Wanneer de ouders dit in goede banen weten te leiden, vormt dit één van de hechtste banden. Ons Grunnegerlaand hield culturele avond Voor de oud-Groningers in Leiden en omgeving trad Zaterdagavond in de Burcht op de heer J de Graaf uit Hil versum. Ofschoon reeds 50 jaar geleden van het „Hoogeland" vertrokken, bleek hij het Gronings alleirminst te zyn ver geten integendeel, hij beheerste het nog volkomen en sprak het „ael de pen". De heer De Graaf bracht uitsluitend eigen werk voor het voetlicht, werk dat de toets der critiek in elk opzioht kon doorstaan. Ernst en luim wisselden voortdurend, en zowel met het een als met het ander oogstte spreker zeer veei Hoe gevoelig werden de ernstige schet sen gebracht en welk een gezonde hu mor kreeg men te genieten. Hoe mees terlijk weet deze begaafde schrijver en spreker de rijkdom van de Groninger taal te demonstreren en welk een goed pleitbezorger bleek hij te zijn voor het onderhouden van het Groninger dialect, niet alleen door de Groningers buiten, maar vooral ook door de Groningers in het Groningerland. Voor de fijnproevers, kenners van het Groninger dialect, een avond om niet te Litteris Sacrum brengt De Patriot H. de Wilde neemt afscheid van amateurtoneel Men schrijft ons: Op 13, 18 cn 20 Februari hoopt ae bijna 100-jarige Kon. Vereniging Litte- res Sacrum in de Leidse schouwburg op te voeren: De Patriot, een spel in negen taferelen van Alfred Neumann. Met deze opvoering van dit bijzonder mooie en op historische feiten berustende spel. zal de heer H. de Wilde, die de titelrol zal vervullen, afscheid nemen van het amateurtoneel. Hoewel dit reeds aanlei ding kan zijn. één van de opvoeringen te gaan bijwonen, is anderzijds net gege ven van een dermate fascinerende aard, dat de toeschouwer van het begin tot het einde de hof-intriges en de samenzwe ring tegen Tsaar Pauï I als het ware persoonlijk beleeft. Het stuk speelt om- streeks 1800 aan het hof van de toenmaals regerende Tsaar Paul I. Prachtige cos tumes. rijke décors, een zeer sterk to neelwerk en een afschcidsrol van de heer De Wilde zijn een gang naar de schouwburg overwaard. In verband met de lengte van het 6tuk is het aarvangs- gesteld op half acht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 3