„Calvinisten belemmerden
vooruitgang strafrecht"
Aldus prof. mr J. M. v. Bemmelen (Leiden)
in zijn dies-rede
Operatie „waterhoentje" *genda™°r Leiden
Oud-alumni „liepen" nog weer
eens college
Geloof kan bij natuurstudie een
positieve factor zijn
het
Denk niet te somber over
gezinsleven
Bestrijding van de t.b.c. haast
perfect te noemen
NIL UWE LE1DSCHE COURANT
MAANDAG 8 FEBRUARI 1954
MISDAAD EN SCHULD
„Steeds stellen tijdgenoten en latere historieschrijvers het voor alsof de
geschillen, die de theologen en eigenlijk alle geleerden uit het einde
16de en het begin der 17de eeuw verdeeld hielden, slechts de leer der
praedestinatie, de kwestie van de vrije wil en de verhouding van kerk en
staat betroffen. Dat op de achtergrond ook het geloof aan heksen en
toverij een rol speelde, werd gewoonlijk niet of slechts terloops vermeld,
Toch is dit waarschijnlijk in sterkere mate het geval geweest dan men heeft
willen toegeven. Uit het begin der geschiedenis der Leidse universiteit is
dit geredelijk af te leiden. De strijd over heksen en over het geloof
de duivel hing ten nauwste samen met die over de praedestinatie en de
macht van de kerk, en is voor de ontwikkeling van het strafrecht van het
grootste belang geweest". Dit betoogde vanmiddag prof. mr J. M. van
Bemmelen, de rector magnificus der Leidse universiteit, in zijn rede, uit
gesproken in de Stadsgehoorzaal, bij gelegenheid van de 379ste verjaardag
der academie.
tegen de opvattingen van deze laatste ge
leerde. die zeide dat hij slechts één recht
vaardiging voor de straf kon vinden, na
melijk dat de misdadiger geen voordeel
mag putten uit het feit, dat hij misdadig
is geweest.
Als dan ook in 1798 te onzent de pijn
bank wordt afgeschaft, is dit minder t(
danken aan de invloed van onze hoog
leraren dan aan die der buitenlandse ge
leerden, zoals uit Frankrijk en Italië
(Montesquieu, Beccaria en Voltaire). Zo
bezien dient ook te worden het verschij
nen in 1809 van een betrekkelijk modern
humaan wetboek, waarbij van invloed der
Leidse universiteit geen sprake is.
Werd in 1854 de lijfstraf en in 1870 de
doodstraf afgeschaft, de invloed der
universiteit werd pas belangrijk, toen in
1871 Modderman als hoogleraar van Am
sterdam naar Leiden ging. Met deze jurist
werd een nieuw tijdperk voor het Neder
landse strafrecht ingeluid, al wil dit niet
zeggen dat van af die tijd het vraagstuk
omtrent de oorsprong van zonde en mis
daad is opgelost. Dat is ook nu nog niet
het geval. De ontwikkeling van het straf
recht heeft zich van af Modderman vol
trokken, zonder dat deze kwestie daarbij
betrokken werd.
Wat is „het goede"?
Prof. Van Bemmelen sprak vervolgens
uitvoerig over de houding van de huidige
strafrechtgeleerde tegenover deze materie
en besprak de vraagstukken van het deJ.
terminisme, de vrije wil tot goed en
kwaad, en de daarmee samenhangende
verantwoordelijkheid.
Volgens spreker zijn het goede en het
kwade realiteiten in de menselijke geest,
als waarheid en schoonheid. Het
goede bestaat voornamelijk uit vier din
gen: het behoud van het individuele en
het gemeenschapsleven, de waarheidslief-
Ie naastenliefde en de liefde tot de
omringende natuur. Uit deze vier
grondprincipes vloeit voort het streven
naar vrijheid van denken en overtuiging
en naar de deugd. Deze strevingen kun
nen met elkaar in botsing komen, waar
door conflicten ontstaan, die zo objectief
Prof. Van Bemmelen begon zijn dies
rede met er op te wijzen dat, tc
Gouden Eeuw scheepvaart, handel, kunst
en wetenschap tot grote bloei k'
de rechtswetenschap niet in die evolutie
deelde, en wel door het feit, dat de enige
universiteit in ons land, de Leidse, geen
'vrijheid van spreken bezat.
Voor het eerst gaat de universiteit in
vloed uitoefenen op de ontwikkeling
het strafrecht, wanneer in 1594 aan
kele professoren in de medicijnen
philosophie advies wordt gevraagd door
het Hof van Holland omtrent de zgn.
waterproef in heksenprocessen. Bij deze
waterproef kwam het er op aan of de
verdachte al of niet op het water b
drijven. Was dit wel het geval, dan v
er sprake van duivelsmacht.
Het advies van deze geleerden v
nogal opzienbarend, omdat zij in hun v>
klaringen lieten doorschemeren, niet s
toverij en een verbond met de duivel
geloven. Ook een lid van de juridische
faculteit, Gerard Tuining, legde een der
gelijke verklaring af.
Het gevolg van het feit, dat de Leidse
universiteit zich tegen de heksenproces
sen keerde, was dat mede hierdoor in
Holland eerder dan waar ook in Europa,
n.l. vanaf 1610, geen heksenprocessen
meer voorkwamen. Maar daarbij werd
het vertrouwen in strafwetgever en rech
ter ernstig geschokt, nu gebleken was
dat dezen zich tot nu toe in deze materie
steeds hadden vergist. En, verder rede
nerend, kon men zich afvragen: Indien
natuurlijke oorzaken teweeg kunnen
brengen dat de rechter aan een misdrijf
(toverij) denkt en daarvoor straft, zonder
dat zulk een feit in werkelijkheid be
staat, is het dan niet mogelijk dat alle
misdaden tot oorzaken zijn te herleiden,
die aan die feiten het karakter van mis
drijf ontnemen? Bestaat het „kwaad" wel
in werkelijkheid, wanneer de duivel geen
roacht h«It over mensen? I, niet alle!de' dï
kwaad een schijnbeeld?
Uiteraard kwamen tegen deze redena
tie zij in opstand, die wél in toverij ge
loofden. Wat blijft, zo vroegen zij zich
af, van het fundament van 't strafrecht
over, wanneer voor God geen kwaad be
staat en de duivel geen macht heeft?
Prof. Van Bemmelen wees er voorts op,
dat de Leidse Hogeschool, die een „vrije
en openbare schole" was, juist op het
gebied van godsdienst zou blijken een
allesbehalve vrije school te zijn. En nadat
hij gewezen had op de samenhang tussen
de godsdiensttwisten en de kwestie der
heksenprocessen, waarmee wij dit verslag
openden, poneerde hij de volgende stel
ling.
Calvinistische rem
De Zondag werd begonnen met de ook al tot traditie geworden dienst in
—"zal"züm"'^ vöoru11 ga n g° bihe'" sbl™; de Zuiderkerk. georganiseerd door de Christen Studenten Raad. En vol-
recht en de misdaadbestrijding heeft in êens diezelfde traditie werd deze dienst weer bezocht door H.M. de Koningin,
ons land meer dan een eeuw stilgelegen,
mogelijk opgelost dienen te worden.
„Voor mij," aldus spr., „is het zeker,
dat juist uit deze conflicten tussen onze
verschillende neigingen en uit de ver
schillen, die er tussen mensen bestaan,
de criminaliteit met wetmatigheid voort
vloeit. Tot - deze wetmatigheid dragen de
verschillen tussen de mensen in hoge
mate bij. Er is bijvoorbeeld steeds
vrij vast percentage debielen en intellec
tueel minbegaafden, die 4 a 5 maal i
kans hebben crimineel te worden dan
andere mensen. Evenals er sprake is var
intellectueel minbegaafden, zijn er ooi
moreel minbegaafden en debielen, dit
dus over een laag „moraliteitsquotient'
beschikken (naar analogie van „intelli
gentiequotiënt"). Van dergelijken mogen
wij geen moraliteit verwachten als
Wordt nu door deze wetmatigheid de
verantwoordelijkheid van de mens opge
heven en is daardoor alle beloning er
straf zinloos? Neen! Beloning en straf
zijn symbolische uitingen van vreugde en
leed over goede en kwade daden. Zij
dragen bij tot de opheffing der verschil
len tussen de mensen.
Welke kant op?
Prof. Van Bemmelen besloot zjjn be
langwekkende dies-rede met een blik in
de toekomst. Volgens spr. zal men er toe
cn overgaan, steeds dieper te zoeken
de oorzaken voor criminaliteit, waar-
vast zal komen te staan, dat de in
dividuele dader er niets aan toe of af
heeft kunnen doen,, m.a.w. dat hjj daar-
geen „schuld" heeft. Hierdoor zullen
Nogmaals wees hij er op. dat hiermee
z.i. niet de verantwoordelijkheid wordt
uitgeschakeld. Wij zullen steeds een grote I
mate van bewondering blijven koesteren
voor het ware, het goede en het schone;
en vinden, dat wij daarnaar moeten blij
ven streven. Die bewondering zal zich
moeten omzetten in een beloning. Daar
tegenover zullen wij onze afkeuring voor
het onware, het verkeerde en het lelijke j
blijven uiten, al was het alleen maar in
het achterwege laten van beloning, of,
in het openlijk uitspreken van afkeuring. I
Rechter en wetgever moeten zich voort-1
durend hierbij afvragen of zijzelf niet!
„betoverd" zijn; of zij het kwaad, dat zij
willen bestraffen, niet zelf bedrijven door|
naar „der schuldelozen dood" te streven. I
Er zijn nog tallozen, die hierin een onder-'
graving van alle moraal cn geloof zien.
Doch niets is minder sprekers bedoeling.
Integendeel, ieder mens moet zijn leven
lang worstelen met het geloof
het goede streven. Hij moet zich echter
niet verbeelden „het ware geloof" te heb-
verworven, en hij mag bij zijn strever
het goede zich nimmer laten ver
leiden, niet verder te zoeken naar dt
genlijke oorzaken van het kwade.
„Indien wij dit laatste doen," aldus be
sloot prof. Van Bemmelen zijn oratie, „zal
morele verontwaardiging
daders verminderen. Ons aller leed
daarover zal zoal niet verdwijnen
toch geringer zijn. Bepaalde daden,
3e meeste misdrijven, zullen wij ech-
blijven afkeuren, al zullen
schuld" der daders steeds geringer gaan
achten. Om die reden is alles wat thans
bijdraagt tot humanisering van straf en
aatregel zo van harte toe te juichen.
Dit geldt niet slechts voor de commune
delicten, de gewone misdrijven en over-
edingen, doch ook voor de politieke.
In de laatste jaren Jieb ik dit in woord
geschrift vele malen tot uiting ge
bracht en daarmede verontwaardiging ér
onrust gewekt. Ik heb mij dan getroost
iet de woorden van Poesjkin:
Ik in mijn wrede eeuw de Vrijheid
(heb geprezen,
Genade inriep voor wie viel."
richt. Men benijdt de Westerlingen hun
technische verworvenheden, maar
hun morele, aesthetische en culturele
kwaliteiten. Zo heeft men bijvoorbeeld
nogal wat critiek op de Westerse verhou
dingen tussen de sexen, vooral op de
uiterlijke vormen er van. Daar het anal-
phabetisme bijna niet voorkomt in Japan,
wordt er veel gelezen, ook buitenlandse
boeken. Maar men blijkt bij alles z
gehecht te zijn aan de eigen cultuur.
Leidse U.B.
's AVONDS IN ROK EN AVONDCOSTUUM
NAAR DE SCHOUWBURG
Voor de meeste oud-alumni is de Zaterdag, die voorafgaande aan de
viering van de verjaardag van de universiteit gewijd is aan colleges in
de oude, vertrouwde trant, de eigenlijke diesviering. Bovendien pleegt
men die dag te besluiten met een gala-uitvoering van het Leids Studen
ten Toneel en de Toneelclub van Vrouwelijke Studenten te Leiden. Ook
Zaterdag was de belangstelling uit de kringen van oud-studenten en af
gestudeerden weer groot, zowel voor de colleges als voor de schouwburg.
Dat bleek bij de academie bijvoorbeeld,
aar de gehele dag, maar vooral 's mid
dags, een lange rij auto's geparkeerd
stond. Daar stapten bezadigde dames er
heren in en uit, die met zichtbaar ge
noegen de oude poort aan het Rapenburg
passeerden, die poort, waar zij vroeger
al student per pedes apostolorum of hoog
stens per fiets plachten heen te gaan.
Er stond een hele reeks colleges in
iedere faculteit op het programma, i
lang niet iedereen voegde zich consequent
bij zijn eigen vakgenoten. Er was im:
op ieder terrein wel wat te genieten, da»
meer algemene strekking was, c
algemene belangstelling vermocht
wekken.
H.M. de Koningin woonde bijeenkomst in
Zuideikeik weer bij
Dr A.Kessen, de directeur var
Universiteitsbibliotheek, besprak de
'ikkeling van de bibliotheken in het licht
der historie (van de Middeleeuwen af)
knoopte daaraan een program vast vi
de moderne universiteitsbibliotheek.
De crisis der wetenschap, de crisis der
niversiteit, heeft ook een critische toe
stand veroorzaakt in het bibliotheekwe-
zei spreker, die de universiteits
bibliotheek het belangrijkste centrale
gaan der universiteit noemde.
Sprekende over het selecteren van
aangeboden materiaal (de stroom van
alarmerend groot) nam dr Kes-
rhouding tussen de universiteits
bibliotheek en de instituutsbibliotheken
onder de loupe, de laatste vruchten noe
mende van de negentiende-eeuwse ver
snippering, ook in de dislocatie. Nood
zakelijk is een her-coördinatie in bouw er
inrichting; de universaliteit van dt
universiteitsbibliotheek moet weer tol
haar recht komen. Men erkent dit zowel
hier te lande als in het buitenland.
Verder is er nodig, dat het documen
tatiewerk centraal geregeld wordt, zodat
het materiaal voor een zo groot mogelijke
groep van personen toegankelijk wordt.
Ten slotte behandelde spr. het documen-
tatievraagstuk, dat een stuk werk voor
specialisten inhoudt en eveneens coördi
natie vraagt.
In het algemeen is een grotere spreiding
an het voorradige noodzakelijk, vooral
Dor de alpha-vakken. Spr. legde hierbij
ook de nadruk op de samenwerking met
docenten, terwijl hij eindigde met te
1 wijzen op de taak van de universiteits-
Japanse ]euga\bibliotheek tegenover alle intellectuelen,
In de faculteit der letteren en wijsbe- °°k die van buiten de universiteit.
Op het ijs van de uitgiravirg achter de
Room burger weg. een klein ewvd'je achtei
de boerderij van de heer Van der Stoel,
zitten twee troepen waterhoentjes en
eenden. Ze ziften star op de ijsvloer, die
door de wurjter over de uilgraving u
geslagen, of ze zwemmen lusteloos een
beetje rond m het enuge wwk. dat is ovei -
gebleven. Zo wu en den vatbt één van de
dieren ten prooi aan de kou- En er zijn
jor.gens, d-.e helpen om de dieren met
stokken nog meer te doen lijden.
Mr dr Hugenholtz heeft zich het lot
m de vogels aangetrokken- Samen met
de heer Troost van de Leidse politie-
d'ierenibesohenmioig. een helpster en een
helper is hij Zaterdagmorgen met man
den vol brood naar de ijsvlakten getrok
ken. heeft brood staan strooien en heeft
zijn hoofd geschud over de barbaarsheid
in de Jeugd-
De vogels waren schuw geworden. Ze
aren niet te ben-aderen en zelfs de tol
wrakken vervallen dieren sleepten zich
de harde grond voort als één van
het gezelschap ze probeerde te helpen.
Hier en daar lag een waterhoentje
Doodgevroren, door andere vogels kapot
gepikt of doodgeslagen- Maar de vogels
kwamen toch tot meer leven, toen het
brood m het wak en daaromheen als een
reddirogsgordel gestrooid lag- Toen het
gerucht, dat er voedsel werd gebracht,
onder de vogels im die buurt werd ver
spreid. streken zwermen eenden, zee
meeuwen en waterhoentjes om cn in het
ak neer.
Mr Hugenholtz is van plan. de dieren
dagelijks te gaan voeren- Wie bij de plas
heeft rondgekeken- weet dat dnt nodig is
Foto N- van der Horst
Zo was er speciale interesse voor twee
inleidende voordrachten, van prof. dr C.
J. F. Böttcher te Leiden en van dr F.
H. Reerink, directeur der N.V. Philips-
Roxane te Weesp, over de verhouding
tussen de universitaire en industriële
research, met name op chemisch gebied
Aan de hand van de voordrachten werd,
in het anorganisch chemisch laboratorium
een algemene discussie uitgelokt over ge
noemde verhouding en over de problemen
die hiermede samenhangen.
omdat de Calvinisten, die aan heksen
duivel geloofden, het gewonnen hebben
van de Remonstranten. Ook in de Lu
therse en Katholieke landen heeft het
geloof aan heksen cn duivel cn de daar
mee samenhangende ketterbestrüding eer
remmende werking gehad op de ontwik
keling van het strafrecht."
Leiden was het brandpunt "in deze he
vige strijd tussen Calvinisten en Remon
stranten. Eén van de voormannen in deze
strijd was Coornhert, die gezien mag
worden als de geestelijke vader
moderne openluchtgevangenissen
beidstherapie. Hoog laaide de strijd op
tussen Arminius en Gomaris,
men als Grevius en Hogerbeets, Vorstius
en Koning Jacobus I van Engeland even
min dienen vergeten te worden.
De nederlaag der Arminianen, bezegeld
met de dood van Oldenbarneveldt, de
gevangenneming van Grotlus en Hoger
beets, de omzetting van vroedschappen en
van het curatorium te Leiden en de af
zetting van enige Leidse professoren,
heeft de ontwikkelingsgang van het straf
recht op rampzalige wijze opgehouden.
De stemmen van mannen als Vorstius en
Hogerbeets, gericht tegen pijnbank en
doodstraf, waren hiermede tot zwijgen
gebracht.
Vervolgens beschreef prof. Van Bem
melen het ontstaan der Utrechtse univer
siteit, als tegenhanger van de Leidse, een
school waarvoor de Calvinisten zich reeds
lang geïnteresseerd hadden, omdat hier
minder vrijzinnige denkbeelden zouden
kunnen worden gedoceerd.
Deze school kwam er. Eerst als Illus
tere School (1634), twee jaar later tot
Academie verheven.
Hoezeer bij de stichting van deze
universiteit het heksengeloof een rol moet
hebben gespeeld, moge blijken uit het
feit, dat precies in hetzelfde jaar 1636
Voetius, die de voornaamste theologische
hoogleraar aan die school werd, twee
Disputationes de Magia uitgaf, waarin 't
heksengeloof verdedigd werd en de hek
serij als een zwaar misdrijf werd geken
schetst.
Modderman en zijn
invloed
Toen in 1637 Descartes' „Discours de la
Méthode" verscheen, kwam het vraagstuk
van de oorsprong van zonde en misdaad
opnieuw in het brandpunt der belang
stelling. Descartes beweerde namelijk, dat
onvolmaakte dingen, zoals de misdaad,
slechts menselijke voorstellingswijzen zijn
waarbij dus het geloof aan duivel en
heksenprocessen opnieuw in 't gedrang
kwam. Ook de philosophie
noza mocht evenwel zo goed als geen in
vloed uitoefenen op het universitair
derwijs. Fel keerden de Calvinisten zich
De dienst werd geopend door de praesesweea daarbij op de kernwaarheden
de C.S.R., de heer A. W. Cramer, die
na dank gebracht te hebben
kerkeraad voor de steeds weer geschapen
mogelijkheid om de C.S.R.-dienst hier
houden het streven van de Christen
Studenten Raad omschreef als het trach
ten naar een elkander verstaan van de
Christen-academici, volgens Gods wil
Men voldoet niet aan zijn verplichting tot
getuigenis door dit getuigen te beperken
tot de eigen kerkelijke kring. Ook het
interkerkelijk gesprek is een getuigei
al houdt dat niet in, dat men nu
in eerste instantie moet trachten te óver-
tuigen. „Verdeeldheid is misschien geen
schuld," zo zei spr., „zelfgenoegzaamheid
is dat zeker wèl." Wij wachten op de
dag, die God rijp zal vinden
eenheid. Het is goed die tijd van wachten
niet twistende door te brengen.
Prol. Sizoo
Prof. dr G. J. Sizoo van de V.U., die
als eerste sprak, omschreef de inhoud
het begrip „geloof", alvorens tot het
derwerp van deze dag te komen: „Geloof
natuurwetenschap". Geloven is zowel
activiteit van het verstand als van
het gemoed; het is bovendien in de reli-
;ieuze sfeer in eerste instantie een grij-
Den van God naar de mens. Zonder dit
ngrijpen van God is religieus geloven
liet mogelijk.
De mens kan door de bestudering van
de natuurwetten wèl komen tot een ver
moeden van het Opperwezen, verder ech
ter niet. Maar de vraag doet zich voor,
of deze wereld van de natuur wel de we
de schriften. De Heilige
Schrift immers openbaart een persoonlijk
God.
Via Plato en Arlstoteles kwam spr. bij
de negentiende-eeuwse natuurvorsers te
recht. Zij leverden het arsenaal, waaruit
vrijelijk geput kon worden in de strijd
tegen het geloof. En zij leverden het door
hun overschatting van het wetenschap
pelijk denken.
Thans echter heeft ook de wetenschap
ingezien, dat het denken en de vorsing
betrekkelijke waarden bezitten. Hetgeen
ivens de onmogelijkheid bewijst om God
i geloof wetenschappelijk te verklaren
3 te verantwoorden.
Immers: onze door de zonde geschonden
natuur kan onmogelijk de cosmos door-
de grootste zonde, die de natuur-
kan begaan, is wel de zelfover
schatting, resp. de zelfhandhaving. De
zekerheid van het geloof moet bewaard
worden door een zich telkens weer ge
vangen geven aan God. Dit geldt voor
alle gelovigen, maar zeer zeker voor de
natuurvorser.
Prof. Sizoo stelde echter, dat het ge
loof door zijn inhoud ook een positieve
factor bij de natuurstudie kan zijn. Hij
trent de cosmos en ons leven, die in de
schriften verankerd liggen. Als voor
naamste eigenschappen van de Christen-
natuurvorser noemde spr. o.m. een grote
eerbied voor de werkelijkheid
lijke erkenning van eigen begrensdheid.
Als conclusie gaf prof. Sizoo, dat ge
loof en natuurwetenschap wèl
baar zijn.
Prol. hammers
Prof. dr H. J. Lammers uit Nijmegen
benaderde het onderwerp
soonlijke kant. Hij wees er op, dat de
spanning tussen geloof en wetenschap de
laatste decennia sterk is verminderd; het
probleem heeft zich echter verlegd,
wel van object naar subject. De proble
matiek van onze tijd brengt een grote
onzekerheid mee voor de moderne me
De persoonlijke spanning tussen geloof
wetenschap in het hart van de vorsende
mens is niet opgeheven.
Spr. ging in de historie terug
oorzaken op te sporen. Als conclusie gaf
prof. Lammers, dat men niet ontkomt
aan een wijsgerig standpunt in deze. Van
daar de veelheid van de wijsgerige me
ningen.
Maar ook de wijsbegeerte kan geen ant
woord geven op de allerlaatste vragen.
Dat kan alleen het geloof.
Hierna zette spr. uiteen, hoe de kwestie
aor Rooms-Katholieken ligt. Hier be
staat de spanning ten opzichte van geloof
openbaring vooral als een spanning
ten opzichte van het gezag. Bij de be
oefenaars van de natuurwetenschappen
onder hen weegt dit alles nog zwaarder,
omdat de natuurwetenschap speciale eisen
5n zelfstandig denken en werken stelt.
Het grootste gevaar noemde spr. een
atrophie van de geloofskennis. Natuurlijk
geloofskennis in dit geval geen conditio
sine qua non, maar gebrek er aan be
tekent veelal een verarming van de ge
loofsbeleving.
De dienst eindigde met het zingen van
„Mijn schilt ende betrouwen". Organist
was A. Vroegop.
Jammer
Na afloop van de dienst ging H.M. de
Koningin te voet naar de Doelen, waar
eenvoudige lunch voor de oud-alummi
gereed stond. Zij koos niet geheel de tra
ditionele weg. In de eerste plaats, omdat
het publiek dat ditmaal helaas niet
bepaald bescheiden was hinderlijk op
drong. Maar ook omdat Zij een speciale
ehs geuit had.
Door de Bloemistenlaan ging H.M. naar
de Herenstraat en via de Doezastraat
wandelde Zij met haar jaargenoten en
vriendinnen over het Rapenburg naar de
academie, waar Zij de nieuwe klokken
bekeek. De adjunct-secretaris van het col-
geerte trok het college van de heer F.
Vos uit Leiden veel toehoorders. Hij
sprak over „Après guerre de resui
taten van een Unesco-onderzoek naar de
heroriëntatie van de Japanse jeugd."
ior de meeste Wester
lingen wonderlijke dingen is, dat de Ja
panse jeugd positief anti-militairistisch is.
Natuurlijk is dit anti-militairistische ka
rakter van de Japanners na het sluiten
het vredesverdrag in verband met de
ontwikkeling op Korea weer wal
derd; in hoofdzaak uit afschuw
De heer Vos besprak ook de houding
van de Japanners tegenover de keizer,
vroeger een godheid, nu slechts het sym
bool der natie. Er bestaat nog steeds een
sterke gehechtheid aan de keizer, maar
niet als persoon, doch als verpersoon
lijking van het regiem, dat de Japanner
bij alle hang naar hervorming blijft aan
hangen uit een diepgewortelde zin voor
de continuïteit der dingen.
Wat de persoonlijkheid der jongeren be
treft, had spr. opgemerkt, dat er weinig
belangstelling bestaat voor binnenlandse
politiek. Wel voor buitenlandse, groten
deels uit angst. Overigens heeft de Ja
panner er geen bezwaar tegen te erken
nen, dat een vreemd land superieur is
aan Japan. Men heeft bijvoorbeeld een
groot respect voor de Verenigde Staten.
Dit respect is echter zuiver materieel ge-
Schouwburg
Snouck Hurgronje-huis. 8 uur: K en
O., cursus „Pen e»\ Penscel" door drs F.
P. Huygens.
Leidse Volkshuis, 8 uur: K. en O., cur
sus „Kookgeheimen" door mevrouw D.
L. Cre.vghtonEldering.
Stadsgehoorzaal, 8 uur: N.C.R.V.-ster
avond met „Vrij en Blij" en declamatie
door Anne Holtrop.
Rehobolh, 8 uur: Kring van vrouwelijke
anti-revoiutionnairen, mevrouw mr I.
Geelkerken—Brusse over de opkomst en
het werk van de Nederlandse vakbewe
ging-
Foyer stadsgehoorzaal, 8 uur: Ned. Reis-
vereniging, causerie van J. Panman over
Italië, met film va.i I. v^n VrieJand.
De Doelen, 8 uur: Leidse Amateur-
fotografen over het circulatie-negatief.
Dinsdag
Stadhuis. 2 uur: gemeenteraad.
Gulden Vlies, half 3: Vereniging van
huisvrouwen, lezing met lichtbeelden en
muziek over Ierland, door mevrouw E.
Hannema—van Maasdijk uit Oegstgeest
Casino, 9.15 uur: K. en O.-fiimstudie-
kring. Engels programma met als hoofd
film „Welcome to Britain".
Woensdag
Schuttershof, 25 uur: receptie direc
tie R.H.W. (75-jari'g bestaan).
Geref Jeugdhuis, Breeriraat 19. 79
uur: ontvangst ds G. F. Hajer. Geref.
predikant (25-jarig ambtsjubileum en
huwelijk).
Schouwburg. 8 uur: K. cn O., serie
„Groot Toneel", Haagse Comedie met
..M'n kleine Sheba, kom terug" van Wil
liam Inge.
Stadsgehoorzaal. 8 uur: „K.R.O.-evond
„Tij:! voor jolijt".
Sociale Zaken. Steensohuur 21. half 8
half 9- voorlichtingscommissie prijzen cn
Steenschuur 6. 8 uur: De Natuurvriend.
Prediker, 8 uur: Chr. Metaalbewerkers-
bond, filmavond.
Tentoonstellingen
Rijksmuseum voor Volkenkunde,
Steenstraat la. zeven eeuwen Chinese
caliigraphie en schilderkunst (collectie
dr R. H. van Gulik), 10—4 uur (tot 28
Februari)
Lakenhal, expositie „Nood" (foto's van
Martien Coppens), 10-4 uur (tot 1 Maart).
Prentenkabinet, 25 uur: Het landschap
in de Noord-Ned. prentkunst (eerste
helft 17de eeuw», t.m. 27 Februari.
Nachtdienst apotheken
Apotheek Van Driesum, Mare 110, tel.
20406, en de Zuider-apotheek, Lammen-
schansweg 4, tel. 23553.
Om de Doorbraak
Voor de jeugd van de speeltuinvereni
ging Om de Doorbraak is Zaterdagmid-
sehaatswedstrijd op de Oranje
gracht gehouden. De belangstelling was
bevredigend. De winnaars sleepten
mooie prijzen in de wacht en alle kin
deren werden onthaald op anijsmelk.
LEZING IN VOLKSHUIS
Des avonds reed een file van auto'i
naar de Oude Vest, waar de verlichte
ingang van de schouwDurg een grote me
nigte bezoekers in rokcostuum en avond
toilet doorliet, een tegenwoordig zeldza
mer wordend schouwspel.
Over de opvoering van „The Grass
Harp" zelf schreef onze toneelrecensent
reeds naar aanleiding van de première op
Donderdagavond. De uitvoering was ook
deze keer zeer te loven en de rijkelijk in
het stuk rondgestrooide wijsheden, al of
niet omhuld door een waas van geheim
zinnigheid en romantiek, werden door het
publiek zeer op prijs gesteld.
De avond begon met het zingen van het
lo Vivat, het traditionele studentenlied,
en eindigde even traditioneel met een
dankwoord van de rector-magnificus,
prof. mr J. M. van Bemmelen, die daarbij
de gehele Civitas Academica vertegen
woordigde. Hij prees de bijzondere aard
van het stuk, waarin ieder iets hoort
of horen kén van zijn eigen leven, en
bood de optredende verenigingen en spe
ciaal de spelers een grote mand met bou-
quetten aan.
Natuurlijk waren er nog véél méér
bloemen en een dankbaar applaus van
een voldaan publiek.
Dr A. van Biemen sprak over huwelijk en gezin
Dr A. van Biemen van Bentveld hield Zaterdagmiddag in het Volkshuis
een voordracht over het huwelijk en het gezin. De sombere gedachten van
de laatste jaren, dat het met het gezinsleven steeds meer bergafwaarts
gaat, zijn volgens spreker een absolute onjuistheid. Men beschrijft het
gezinsleven van vroeger wel als ideaal, maar was er wel gezinsleven?
De nazorg komt er echter nog steeds
stieimoederlijk ai
De afdeling Leiden van de vereniging tot behartiging der belangen van t.b.c.-
patiënten in Nederland hield Zaterdag in het Antonius-clubhuis een propaganda-
feestavond. De heer J. Ober, voorzitter van de afdeling, opende de avont
heette in het bijzonder welkom de heer C. A. Bergh, bondssecretaris, de heer
Schoonwater van de afdeling Amsterdam en het bestuur van de afd. Oegstgccst.
Spreker was de vraag gesteld, of ei
reden was om feest te vieren. De slag
tegen de t.b.c. is immers nog lang niet
gewonnen. Er komt elk jaar nog altijd
lichting van 14.000 tot 15.000 patiën-
bij! Deze avond is echter bedoeld als
propaganda voor de strijd tegen deze
vreselijke ziekte.
„The Smiling Troupe" uit Rotterdam
gaf hierna een vlot programma met
dewerking van „De Gibama's" uit
Haag. Het programma werd onderbroken
een propagandistisch woord va
heer Bergh.
lege van curatoren, mr J. Drijber, deed
de klokken met een hamer klinken.
In de Doelen wachtte men in de bot
zaal lange tijd vergeefs op de Koningin
ging uiteindelijk maar aan tafel. Vrij
wel onopgemerkt kon H.M. de Doelen be
treden.
Om kwart over drie woonde Koningin
Juliana wederom te voet er heen ge
gaan het studium generale bij, dat deze
keer gehouden werd door prof. L. J. van
Holk en dat tot onderwerp had: „Tijd en
eeuwigheid".
H.M. verliet onopgemerkt de Stadsge
hoorzaal aan de achterzijde, waar de hof-
gereed stonden om Haar uit Leiden
ts brengen. Enkele vriendinnen van Haar
jaarclub reden mee.
Hoewel men regelmatig kan lezen, dat
het sterftecijfer daalt en dat dit in Neder
land na Denemarken het laagste is, wil
dit toch niet zeggen, dat men de tuber
culose onder de knie heeft. De medische
wetenschap gaat steeds vooruit t
men nieuwe geneesmiddelen. Men kan
tegenwoordig door operatief ingrijpen
hardnekkige gevallen resultaten bereiken,
maar het duurt zeker tien Jaar, eer be
wezen is, of dit afdoende heeft geholpen.
De economische schade bedraagt nog al
tijd 100 millioen gulden, terwijl de sana-
toriumverpleging 35 millioen beloopt.
Voor extra voeding wordt l!i millioen
uitgekeerd.
Toch sterven aan de t.b.c. viermaal zo-
;el mensen als aan alle andere besmet
telijke ziekten bij elkaar. Over de gehele
reld zijn er 50 millioen patiënten. Spr.
drong sterk aan op doorlichting.
De bestrijding van tuberculose zou men
haast perfect kunnen noemen, wanneer
niet één ding er stiefmoederlijk liet
afkomen. Dit is de nazorg. De maat
schappij geeft millioenen guldens uit voor
genezing, maar zij aanvaardt de gene-
zèlf niet meer. Men is ten onrechte
bang voor besmetting, maar men vergeet.
men veel meer risico loopt met men-
die niet weten dat zij gevaar voorl
besmetting opleveren. Dit alles werkt in 53 jr; A. vom Hofe, vrouw, 83 jr; G.
de hand, dat 32 procent van de patiënten J. Noorlander. man, 43 jr; T J. Mooije-
terugvallen in het ziekteproces. kind, man, 59 jr.
Ten eerste waren de woningen van dien
aard. dat men moeilijk van samenleven
kon spreken. Ten tweede maakte
zulke lange werkdagen, dat er nauwelijks
tijd voor iets anders overbleef dan
werken, eten en slapen. Ten derde werkte
seste gevallen de vrouw me
de kinderen ging al aan de slag, voordat
de school hadden verlaten,
ils men dit alles beschouwt, mag mer
toch zeker wel van een enorme vooruit
gang spreken. In vroeger jaren was hel
gezin meer een werkverband dan een
samenleving. Logisch is natuur
lijk, dat, waar men zó moest werken, ei
minder tijd voor ruzie was. De moeilijk
heid ligt dus in de vrije-tijdsbesteding.
De gezinsfunctie onderging een totale
andering, want er kwam veel meer ru
gezinsleven. Het was, en is nu
zaak om zich aan te passen in de nie
situatie.
Grondvlak
Het grondvlak van het gezin is vooral
de verhouding tussen man en vrouw. Ook
dit ziet er minder somber uit dan
meent. Het huwelijk is immers veel i
zaak van liefde geworden. Honderd
geleden speelde dit geen rol. Toen
was het meer een sociale aangelegenheid.
Toch is liefde een betrekkelijk wankele
zaak. Men kan nu eenmaal niet altijd op
de hoogtepunten leven. De grootste vij
and van het huwelijk ls de sleur en
aan elkaar gewoon raken. Het wordt ech
ter boeiend, wanneer men probeert te
ontdekken welke mogelijkheden we in el
kaar bezitten. De interesse en het mede
leven in eikaars werkzaamheden, maar
ook en vooral in eikaars geestelijk leven
spelen hierbij een grote rol.
Dr Van Biemen besprak hierna de pro
blemen van kinderen in een gezin. Be-
GEMEENTE LEIDEN
Otliciële publicatie
WACHTVERBOD MAREKERKPLELN
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter openbare kennis, dat zij
hebben besloten met ingang van heden
wachtverbod in tc stellen voor het
plein, gelegen voor de Marekerk, aldaar.
Burgerlijke stand van Leiden
GEBOREN: Margaretha A. dr v. P. J.
de Jong en H. ter Wal; Robert zn v. T.
Peteri en C. Gordijn; Lydia A dr v. P.
Vermond en H. de Mooij; Catharina dr
T. Ovcrdijk cn W. v. d. Blom; Pieter
v. L. v. d. Oever en M. L v. d. Haak;
Olga dr v F. Almekinders en S. Jonker;
Rihonda M. E. dr v, H. N. A. Schreuder
P. E. van Westrienen.
OVERLEDEN: D. Kroon. dr. 2 dagen,
H. M. Stafleu, huisvr. van De Geus,
langrijk is de kinderen een stuk verant
woordelijkheid te leren meedragen. Ieder
een in het gezin heeft eigen verantwoor
delijkheid. Dikwijls zijn ook de zorgen
voor de kinderen oorzaak van verwijde
ring tussen de ouders. De aandacht voor
elkaar verslapt.
De maaltijd noemde spr. het belang
rijkste punt van de dag in de samen
leving van het gezinsverband. Dan zijn
allen bij elkaar en kan men van gedach
ten wisselen. Wanneer de ouders dit in
goede banen weten te leiden, vormt dit
één van de hechtste banden.
Ons Grunnegerlaand
hield culturele avond
Voor de oud-Groningers in Leiden en
omgeving trad Zaterdagavond in de
Burcht op de heer J de Graaf uit Hil
versum. Ofschoon reeds 50 jaar geleden
van het „Hoogeland" vertrokken, bleek
hij het Gronings alleirminst te zyn ver
geten integendeel, hij beheerste het
nog volkomen en sprak het „ael de pen".
De heer De Graaf bracht uitsluitend
eigen werk voor het voetlicht, werk dat
de toets der critiek in elk opzioht kon
doorstaan. Ernst en luim wisselden
voortdurend, en zowel met het een als
met het ander oogstte spreker zeer veei
Hoe gevoelig werden de ernstige schet
sen gebracht en welk een gezonde hu
mor kreeg men te genieten. Hoe mees
terlijk weet deze begaafde schrijver en
spreker de rijkdom van de Groninger
taal te demonstreren en welk een goed
pleitbezorger bleek hij te zijn voor het
onderhouden van het Groninger dialect,
niet alleen door de Groningers buiten,
maar vooral ook door de Groningers in
het Groningerland.
Voor de fijnproevers, kenners van het
Groninger dialect, een avond om niet te
Litteris Sacrum brengt
De Patriot
H. de Wilde neemt afscheid
van amateurtoneel
Men schrijft ons:
Op 13, 18 cn 20 Februari hoopt ae
bijna 100-jarige Kon. Vereniging Litte-
res Sacrum in de Leidse schouwburg op
te voeren: De Patriot, een spel in negen
taferelen van Alfred Neumann. Met deze
opvoering van dit bijzonder mooie en
op historische feiten berustende spel.
zal de heer H. de Wilde, die de titelrol
zal vervullen, afscheid nemen van het
amateurtoneel. Hoewel dit reeds aanlei
ding kan zijn. één van de opvoeringen
te gaan bijwonen, is anderzijds net gege
ven van een dermate fascinerende aard,
dat de toeschouwer van het begin tot het
einde de hof-intriges en de samenzwe
ring tegen Tsaar Pauï I als het ware
persoonlijk beleeft. Het stuk speelt om-
streeks 1800 aan het hof van de toenmaals
regerende Tsaar Paul I. Prachtige cos
tumes. rijke décors, een zeer sterk to
neelwerk en een afschcidsrol van de
heer De Wilde zijn een gang naar de
schouwburg overwaard. In verband met
de lengte van het 6tuk is het aarvangs-
gesteld op half acht.