„Politik ohne Wunschbilder"
uitweg uit chaos
Dr Hans Mühlenfeld waarschuwt:
„Wij zijn God niet!"
Toch is het zo!
Boekbesprekingen
U kunt nog wel
geen gekke dingen doen
Kaj Munk werd tien jaar
geleden gefusilleerd
DÉBRALINE
5
VRIJDAG 15 JANUARI 1954
EEN AMBASSADEUR SCHREEF
Schrijvende diplomaten komen meer voor: Paul Claudel was Frans am
bassadeur in Brussel, Pierre Rocher minder bekend is eerste am
bassaderaad aan de Franse ambassade in Londen, Marnix Gijssen bekleedt
een diplomatieke functie voor België in de Verenigde Staten, om er maar
eens drie te noemen. Een diplomaat wiens eigen gedachten over de ge
meenschap gepubliceerd worden, behoort daarentegen beslist tot de meer
zeldzame verschijnselen in de litteratuur.
Een diplomaat letterkundige kan zich
verschuilen achter de door hem gescha
rreld der fantasie. Zodra hij
gaat bezighouden met de wezenlijke pro
blemen der samenleving moet hij zich
blootgeven, wil hij waarachtig zijn. Laat
hij die openheid achterwege dan worden
zijn geschriften waardeloos en maakt hij
zirh schuldig aan huichelarij.
Bij de waardebepaling van boeken, ge
schreven door diplomaat-denkers kan één
vraag niet worden ontweken: „In hoe
verre wordt de gedachtengang van de
diplomaat-philisoof beïnvloed door de
noodzaken der diplomatiie en veroor
zaken die politieke noodzaken aldus ^een
(on)bewuste vertekening der situaties en
oplossingen?" De mate waarin de „ar-
rière-pensées" een rol speelden bij de
samenstelling van een werk is slechts in
enkele gevallen vast te stellen, en wel
daar, waar het gaat om zuiver „voor
lichtende". om „gerichte" werken met
•en duidelijke politieke ondergrond.
Onze beperktheid
Het boek van de Duitse ambassadeur
ln Den Haag, dr Hans Mühlenfeld hoort
thuis in de groep probleemboeken. „Po
litik ohne Wunschbilder" heeft met het
gangbare begrip van politiek weinig uit
te staan. Het wil slechts zeggen „levens
beschouwing zonder ijdele wensdromen".
Mühlenfeld heeft niet geprobeerd het
T~JIT is het vervelendste stukje dat
we ooit geschreven, of liever ge
zegd, overgetikt hebben. Waren de
hieronder volgende cijfers overgeno
men van de trekkingslijsten van de
Staatsloterij of van de prijsnoteringen
van industrieële aandelen, allicht zou
den degenen, die zich niet met wis
kundige curiosa bezig houden, daar
aan méér aandacht besteden dan we
thans mogen verwachten, nu we niets
anders weergeven dan een benadering
van het getal pi, dat op de school
banken gemakshalve op 31/7 wordt
gewaardeerd, doch dat wel iets uit
gebreider is dan we plegen aan te
Nadat Ludolf van Ceulen van dit ge
tal de eerste 35 decimalen had be
cijferd, wisten Machin 100 en Euler
127 decimalen te berekenen. Maar door
de electronische rekenmachines zijn ln
de laatste tijd enige duizenden deci
malen bekend geworden en het is
slechts een kwestie van tijd om mil-
liocnen of honderden millioenen de
cimalen uit de machines te draaien.
Een zinloos tijdverdrijf overigens,
want het aantal decimalen kan tot in
het oneindige worden voortgezet. Hier
zijn dan de eerste 500 decimalen van
het roemruchte getal pi:
3,14159 26535 89793 23846 26433 83279
50288 41971 69399 37510 58209 74944
59230 78164 06286 20899 86280 34825
34211 70679 82148 08651 32823 06647
09384 46095 50582 23172 53594 08128
48111 74502 84102 70193 85211 05559
64462 29489 54930 38196 44288 10975
66593 34461 28475 64823 37867 83165
27120 19091 45648 56692 34603 48610
45432 66482 13393 60726 02491 41273
72458 70066 06315 58817 48815 20920
96282 92540 91715 36436 78925 90360
01133 05305 48820 46652 13841 46951
94151 16094 33057 27036 57595 91953
09218 61173 81932 61179 31051 18548
07446 23798 34749 56735 18857 52724
89122 79381 83011 94913 ad infinitum.
Dergelijk gecijfer is aardig, maar
vruchteloos. Want ook al zou de diepte
van het heelal enige billioenen malen
groter zijn dan het bereik van de
grootste astronomische kijkers, dan
nóg zouden de bovenste twee rijen de
cimalen van het getal pi ruimschoots
voldoende zijn om de omtrek van het
heelal uit te rekenen met een nauw
keurigheid ter dikte van een atoom
(mits de straal en de vorm van het
heelal bekend waren). Mensen met een
slecht geheugen kunnen dus zonder
bezwaar de laatste 488 decimalen over
boord gooien, want met een Frans
ezelsbruggetje kunnen zij zonder
moeite de eerste 12 decimalen ont
houden. Dat ezelsbruggetje luidt:
„Oui, j'aime faire connaitre un
nombre utile aux sages illustre Ar-
chimède". Indien U het aantal letters
van deze woorden achter elkaar
schrijft komt het getal 3,141592653589 te
voorschijn, een zó nauwkeurige waar
de voor pi, dat zelfs een ingenieur
haar niet nodig heeft.
Vóór we nu met iets anders verder
gaan, moeten we nog even een lezer
beantwoorden, die naar aanleiding van
de artikeltjes over de welstand in de
middeleeuwen, de vraag stelt of de ar
moede onder de arbeiders in de 19de
eeuw wellicht wat overdreven is voor
gesteld? Integendeel, het was ver
schrikkelijk en we doen goed dit nooit
te vergeten!
Daarover morgen.
(Nadruk verboden).
verleden te verontschuldigen. Zelf ge
looft hij in het „andere" gezicht van zijn
land, het goede, als het ware. Hij reali
seert zich, hoe een eventueel volgend
..duizendjarig" rijk nog veel onmense
lijker rampen zal ontketenen. Daarom
schreef hij zijn boek. Daarom wil hij er
mee zeggen: „Laten we eerst ieder de
beperktheid van onze mogelijkheden leren
kennen, laten we niet onze wensdromen
tot elke prijs willen verwezenlijken. Laat
ons doel zijn een „Politik ohne Wunsch
bilder".
Een booswillig criticus, die het boek
kennelijk oppervlakkig gelezen had, heeft
het doen voorkomen, als ware „Politik
ohne Wunschbilder" geslepen propagan
da voor een verkapte dictatuur. De am-
Zelf heb ik die ondergang meege
maakt. Begrijpt U nu, waarom ik
bang ben voor herhalingen?
Die woorden bevatten meer, dan hun
inhoud op het eerste gehoor: het wan
kelende. in zijn geloof en moraal verbrok
kelende Europa, met zijn eigen wens
dromen bracht zelf het gedrocht van he
nationaal-socialisme voort. Met Duits
land en Midden-Europa sleurde dez«
schepping van een waanzinnige het Wes
ten mee tot aan de rand van een afgrond.
Wij'zijn God niet
Men heeft de grondslag van onze ge
meenschap - het Christendom - losgelaten.
De vooruitgang werd vergezeld van een
steeds dieper vretende humanisme, van
een voortdurend zich vaster klampen der
massa's aan de materie. Zonder steun,
behalve die van het „technisch" kunnen,
waagde men zich vooruit, tot nu midden
in het uitzichtloze. Schijnbaar sterk staan
we dus in de hopeloze stelling.
Het boek van dr Hans Mühlenfeld geeft
een uitweg aan. Voor velen zal hij mis
schien neerkomen op een weg terug, één
die men niet zal wensen te gaan: Tot
het opgeven van vooruitgeschoven posi
ties, zelfs al zijn ze onhoudbaar, gaat
men niet gemakkelijk over. Soms
het, wil men niet verloren raken. Op het
De auteur van JtPolitik ohne Wunschbilder", dr Hans Mühlenfeld
en zijn echtgenote.
bassadeur raakte als gevolg van de ver
draaide voorstelling van zaken in een on
verkwikkelijke situatie: hij kon zich, door
zijn kwaliteit van diplomatiek vertegen
woordiger, onmogelijk verdedigen. Bo
vendien had de criticus in kwestie nooit
de moeite genomen om tot een gedachten-
wisseling te komen.
Een diplomaat mag geen vooroordelen
hebben. Dit neemt niet weg, dat het voor
een Nederlands 'journalist niet makkelijk
meer is om tot dr Mühlenfeld door te
dringen.
Teleurgesteld
De ambassadeur van de Duitse Bonds
republiek is een gesloten man. Niet ver
bitterd, slechts teleurgesteld over de be
toonde onwil tot begrijpen. Sprekend over
de reacties op zijn boek in een Haagse
krant, verbaast hij zich over zoveel on-
Het opalen najaarslicht geeft de scher
pe trekken van zijn gezicht een indrin
gende levendheid. De diplomaat Mühlen
feld verdwijnt, als hij van achter zijn
bureau in de ruime, leegaandoende werk
kamer opstaat.
In een hoek-erker zijn wat fauteuils om
een tafeltje geschikt. Een lichte plek in
de nuchtere ruimte. Op het tafeltje gloei
en herfstbloemen: roodbruine chrysanten.
Hier, in de zithoek wordt de ambassadeur
Mühlenfeld de schrijver van „Politik
ohne Wunschbilder".
„Men heeft beweerd, dat ik in mijn
boek een politiek zonder idealen zou voor
taan. Deze voorstelling van zaken is fout
•n vals. Men heeft het woord „Wunsch-
bild" beslist onjuist geïnterpreteerd: het
betekent niet „ideaal", maar veel meer
„wensdroom".
Het „ideaal" op zichzelf is ongevaarlijk,
zelfs uitstekend, want zonder idealen,
zonder een doel, dat men probeert te be
reiken, zonder te weten of men er wel
ooit zal komen, zonder dat. is Iedere voor
uitgang ondenkbaar. De „wensdroom"
daarentegen is heel iets anders. Hij komt
voort niet uit het verstand, maar uit im
pulsen. een drift tot het najagen van de
verwezenlijking van schimmige, boven
menselijke projecten.
De wensdroom vond haar sublime
ring in een redeloze en onbarmhar
tige jacht zonder scrupules. De Euro
pese beschaving brokkelde er dóór
af, Duitsland ging er aan ten gronde. Peperstraat 9 Gent).
ogenblik verkeren wij in een iiergelijke
situatie.
„Ik ben geen reactionnair", antwoordt
dr Mühlenfeld op een vraag of de sociale
verhoudingen zoals zij zich tot nu toe
ontwikkeld hebben, grondig herzien zul
len moeten worden.
„We moeten leren de realiteit te onder
kennen. leren begrijpen, dat we zelf God
niet zijn".
Practische toepassing
Op de bladzijden van zijn boek om
schrijft dr Mühlenfeld het hele ontbin
dingsproces van de Westelijke wereld. Hij
geeft er de oorzaken bij, samen met een
aanduiding van de oplossing: „Pglitik
ohne Wunschbilder". De toepassingsmoge
lijkheden ontbreken echter.
„Ik wil nog een tweede deel publiceren.
Een vervolg, m e t de practische oplossing.
Jammer genoeg ontbreekt me de tijd. Het
eerste boek heeft me al veel moeite ge
kost".
Heel in het kort wil dr Mühlenfeld die
oplossing wel geven:
„Zij ligt in het Christendom. Het Ge
loof moet weer een levend deel worden
van onze levensbeschouwing. Door het
Christendom zullen we de grenzen van
onze mogelijkheden weer gaan onder
scheiden. Het hernieuwde beleven van
Christus' leer zal ons vanzelf de uit
weg doen vinden".
Daar wil de schrijver mee zeggen, dat
we eerst de weg terug zullen moeten gaan
tot het punt waar we de Andere verlaten
hebben, om daarna weer voort te kunnen,
verder dan we anders ooit zouden zijn
gekomen.
M. A. de Saint-Just
Litterair© prijskamp voor
Ned. en Vlaamse studenten
De Vereniging van Vlaamse Studenten
houdt in samenwerking met de Neder
landse Studentenraad op 17, 18 en 19
Februari te Leuven een congres over de
culturele eenheid van Noord en Zuid.
Ter gelegenheid van het congres is een
litteraire prijskamp uKgeeschicven van
novellen en gedichten. Hieraan kunnen
Nederlandse en Vlaamse studenten mede
dingen (bijdragen te richten aan het
secretariaat: Rudi van Vlaenderen.
C h o p 1 n door Tonny
Gauw. Uitg. J. H. Gottmer.
Haarlem. (284 blz. 7,90).
In de Componisten-serie is het 26ste
boek uitgekomen, ditmaal een biografie
van Frédéric Chopin en geschreven door
T-nny Gauw met een nabeschouwing van
ongeveer 100 bladzijden van Norbert
Loeser. Waarom hier twee auteurs aan
één boek moesten werken, is ens niït
helemaal duidelijk. Want het merkwaar
dige is, dat de nabeschouwing beter ls
dan het eigenlijke boek. Tonny Gauw
heeft wel aardig werk gedaan bij de
levensbeschrijving, maar belangrijk is
het niet. Vermoedelijk heeft de uitgever
dit ook ingezien en aan Norbert Loeser
opgedragen meer in te gaan op de per
soonlijkheid en het werk. En dat is heel
degelijke lectuur geworden, waarbij de
figuur en de musicus Chopin niet ver
tekend is, zoals nogal eens gebeurd is in
Chopinromans en Chopinfilms. Het ls een
goed en zeer leesbaar boek geworden, dat
zeker veel gelezen zal worden, gezien het
grote aantal Chopin-minnaars.
Dr D. Jacobs: Katholiserend
Protestantisme. Uitg. Guido de
Bres, Den Haag. 172 bladz. f 3,50
Enige jaren geleden zonden enkele
Hervormde theologen met katholiserende
neigingen een verklaring omtrent hun
opvattingen de wereld in onder de titel:
Hervorming en Catholiciteit. Hierin ga
ven zij onomwonden uiting aan hun ver
schil van inzicht met de Reformatorische
theologie inzake de traditie, de sacra
mentsopvatting en de ambtsopvatting met
waar het de apostolische successie
der ambtswijdingen (ds Loos!) betreft.
De Hervormd-Gereformeerde theoloog dr
D. Jacobs heeft destijds terstond naar de
pen gegrepen om in enige tijdschrift
artikelen deze nieuwmodische theojogie
te weerleggen. Thans heeft hij dit ver
weer bij uitgeverij Guido de Bres te
's-Gravenhage het licht doen zien. In een
zevental hoofdstukken wijdt de schrijver
een doorwrochte theologische studie aan
de geschilpunten in kwestie. Hij gaat
hierbij streng Bijbels-exegetisch te werk.
Voor dr Jacobs blijft het aloude Refor
matorische beginsel: ..Wat zegt de
Schrift?" het enige richtsnoer. Ja, hier
wordt weer eens op een klassiek dege-i
lijke wijze theologie bedreven. Hij droogt
zijn opponenten onbarmhartig met wat
men noemt een ruwe handdoek af. Guido
de Bres zelf zou er ongetwijfeld pleizier
in gehad hebben en dit hebben ook allen,
die zich op het standpunt der Reforma
torische vaderen stellen. Een even uit
nemend als waardig verweerschrift tegen
Nieuwe werken van Jan van Her-
dijnen zullen van Zaterdag af gedure.nde
veertien dagen geëxposeerd worden in
,,De Rustende Jager" te Bergen.
Van 16 Januari t.m. 6 Februari ex
poseert Piet Franz tekeningen in de ex
positiezaal Herenstraat 10 te Voorburg.
maar da Regering heeft met haar jong
ste beslissingen de koopkracht toch
verhoogd. U zit er nu wat ruimer in:
u kunt eens een sigaar extra roken...
het meest edele tabaksproduct dat u
kunt verlangen!
en de sigarenfabrikanten dragen het
hunne bij. Zij hebben besloten, -ondanks
gestegen kosten, de sigarenprijzen niet
te verhogen. Een tweede reden dus, om
wat meer te genieten van een goede
sigaar of senorita!
'n Sigaar is toch
maar je ware
Uw winkelter heeft een rijkdom can Bekende merken in voorraad - al naar uw smaak en Beurs*
Dominee-dichtei-maitelaar
Onvervalste eerlijkheid van zijn boodschap
sloeg wereld in haar ban
DEZE MAAND is het tien jaar geleden, dat Kaj Munk, de Deense domi-
nee-dichter-martelaar, door de Duitse bezettende macht werd gefu
silleerd. Maar het vreemde feit heeft z;ch voorgedaan dat, sedert de méns
Munk ons werd ontnomen, zijn wérken, zijn boodschap 'en zijn invloed
steeds meer aan kracht hebben gewonnen. Zo zeer zelfs, dat in vele Neder
landse, ook buitenkerkelijke gezinnen boeken van de grote Deen te vin
den zijn.
Dan vraag ik mij soms af. wat toch wel
de reden kan zijn, dat zoveel geschriften
•an Kaj Munk nu reeds in onze taal
ersohenen zijn, en dat er zoveel vraag
:aar blijft bestaan, dat voortdAirend her
drukken en nieuwe publicaties nodig
zijn.
Sommigen menen, dat de reden van
deze opvallende populariteit te zoeken
de originele kijk, die de schrijver
op Kerk en Christendom heeft gehad,
zijn verrassende en soms ook excen
trieke opmerkingen.
Anderen geven er de voorkeur aan,
die reden te zoeken in het sterke appèl,
de felheid en onverbiddelijkheid waar-
fe Kaj Munk de Bijbelse boodschap
nieuwe wijze aan moderne mensen
brengt. Dat is ook een mogelijkheid.
Maar ik voor mij geloof, dat zijn boe-
en vooral hierom zo graag worden ge
lezen. omdat zij zo door en door écht
zijn, echt in de strijd en echt in het ge
loof, puur, onvervalst en onmiskenbaar
echt en menselijk.
Doordat zijn werken niet gevuld zijn
et maakwerk, met verzinsels of cliché's,
aar met wat leefde in zijn hart, daar
door herkent de lezer ziohzelf in Munk.
Daardoor vindt de lezer in de schrijver
geen vreemde, maar een vriend, een
met moeilijikheden en aanvechtin
gen. zoals hij zelf, daardoor herkennen
zij elkaar en krijgen in de diepste zin
des woords: contact.
Het kind en de dood
Kaj Munk heeft geleefd van 13 Januari
198 tot 4 Januari 1944. Eigenlijk heette'
hij Kaj Pedersen. Die naam Pedersen
ntving hij van zijn stiefouders, onder
.'ier hoede hij al zeer jong, na het over
lijden van zijn vader en zijn moeder,
gekomen. Hij werd g?boren in het
plaatsje Maribo en hij stierf in Vedersö.
ussen deze twee data en deze twee
plaatsnamen heeft zich in alle stilte dat
merkwaardige leven afgespeeld, dat la-
o fel in discussie geraakte. En daar
tussen zijn ook zijn werken geschreven".-
•uit ik een drietal gedachten, die
mij als boeiendste voorkvmen, zou wil-
n weergeven.
De dood heeft zich in al zijn ver
schrikkingen al vroeg aan de jongp Kaj
getoond. In zijn autobiografie „Het voor
jaar komt" beschrijft Munk dc jeugdher-
-ingen aan het overlijden van zijn
moeder: „Betekende dat, da*, moeder
moeder van me weggegaan was, dat
moeder niet terugkwam, net als vader,
ik hapte naar adem, neen. neen! en
toen kwamen de tranen eindelijk los uit
mijn ogen. mijn neus en mijn mond,
krampachtig schokte het, urenlang huilde
ik, zonder ophouden, moeder, motder
Munk zich
gedachte aar
Daar komt ei
an de benauwenis, die de
de dood hem gaf, bevrijd,
n zekere Johannes de rouw
kamer binnen, waar een baar staat met
er omheen dc biddende familie, en hy
kondigt aan de dode in Jezus' naam op
te wekken Maar de vader zegt; .Johan
nes. wij zijn maar kleine en arme men
sen!" Dan antwoordt Johannes scherp:
„Dat is God bespotten, om klein en arm
te zijn als je zo'n grote en rijke God
hebt!" En onder protest van iedereen
roept hij de" dode uit de kist tot leven
Alleen het kleine meisje verbreekt de
stilte die daarna valt, als zij in kinder-
blijdschap uitroept: ,,Zie je nou
vel!"
God en de mens
mij in de
onmachtig, en wij hebben alle macht in
eigen handen. Een verbinding tussen de
ze twee meningen is gelegd in de leer,
dat de mens doet wat hij kan en dat de
Here God de rest voor zyn rekening zal
nemen, of: hij voegt de genade aan de
prestaties van onze natuur toé.
Nu komt echter Munk met een vierde
visie. Hij leert niet, de mens kan niets,
de mens kan alles, en ook niet:
verricht de hèlft, maar: zowel
God als de mens doen alles. Wiskundig
Is dit natuurlijk onmogelijk, maar vol
gens Munk noopt de Bijbel ons er toe,
dit niettemin te belijden. Hij laat beide
gedachten naast elkaar staan, en hij
voert merkwaardige passages uit het
Nieuwe Testament aan om deze daad te
rechtvaardigen. Ik laat hem daarom zelf
aan het woord*
„Het Christendom is een ellips njet
twee middelpunten: het ene middelpunt
ls: de mens is volmaakt machteloos, iiï
elk opzicht afhankelijk van God; het an
dere middelpunt is: de mens is uiterst
machtig, hij bepaalt zijn eigen eeuwig
heid" („In Gods Waagschaal") „Jezus
spreekt namelijk in verschillende beel-
het Christen worden. HU kan
dat enerzijds vergelijken met iets zo
p&ssiefs als het rusten van het lam in
de schoot van de herder, en dan plotse
ling, anderzijds, weer met iets zo actiefs
als de arbeid in de wijngaard". En:
„Christus leerde ons niet: -gy zijt maar
een armzalige hond en dient u daarnaar
te gedragen, maar: weest gij dan vol
maakt!en toch zei Hfj: Zonder Mij
kunt gij niets doen".
Zo laat Munik natuur en genade nóast
elkaar staan, in onophefbare spanning.
Munk en de Bijbel
De derde en laatste gedachte, die mU
bij Munk getroffen heeft, betreft zijn
merkwaardige verandering in waarde
ring van de Heilige Schrift. Waarschijn-
lyk vooral door de invloed van Gruntvig
kende hij Ln zyn jeugdjaren weinig eer
bied voor de Bijbel. Integendeel, vaak
spotte hy i
De evangelist Johan
nes qualificeerde hij als „een oude klets
majoor", Paulus betrapte hij op domt-
neesfouten: „Paulus laboreerde aan de
erge. erge domineesfout dat hij nooit een
«lot kon vinden" („Troost en Tucht"*)
en zelfs schreef hU neer: „Er staat ner.
gens in de Bybel geschreven, dat men
zich tot een bepaalde mening moet be
keren, en ook al stónd dat geschreven,
dan was het nog dwaasheid".
Ik schreef, dat Munk mU vooral hier
door zo boeit, doordat zijn geschriften zo
door en door echt, zo waarachtig mensa-
lijk zijn. Misschien, dat de beste illustra
tie daarvoor gegeven kan worden door
te zeggen hoe hij van mening aangaan
de de waarde van de Bijbel in de loop
der jaren is veranderd. Want. schreef
hy de zinnen die ik zojuist citeerde in de
periode van 1919 tot 1928, een vijftien
jaren later aarzelt hU niet om zUn vroe
gere fouten opertlUk recht te zetten.
In een preek uit 1943, een Jaar voor
zijn dood, leest men namelijk de verras
sende regels: „Ik moet eerlijk bekennen,
dat Ik niet begrijp waarom Jezus zUn
Jeugdvriend Johannes de Doper nooit
eens in de gevangenis heeft opgezocht,
en waarom Hij blijkbaar nooit iets voor
hem heeft proberen te ondernemen.
Maar ik aoht mij niet bevoegd, Chris
tus te becritiseren
„Ik moet eerlUk bekennendat is
Munk. En dat is de reden waarom lk van
zyo boeken houd,
J. J. POORT.
Hervormd vicaris
van Hellendoorn.
(Advertentie)
ontsieren Uw gelast Ze verdwfj.
nen dikwijls in 24 uur.evenals
vuile poriën envetwormpjesdoor
het beroemde huidgeneesmiddel
Oude nylonkousen en nog iets
tegen vocht in huizen
Uitvinder was zijn wondermiddel al bijna
vergeten, toen het succes had
TK GELOOFDE er niet in twee jaar geleden, maar nu heb ik het wonder
gezien: Mijn huis is nu kurkdroog, dank zij een smeersel dat ik op aan
raden van de uitvinder van het spul op de wanden van mijn huis heb ge
daan." Dit vertelde de directeur van een tandheelkundig laboratorium
aan de Herengracht te Amsterdam, de heer T. H. Tyhnis, aldus het Alg
Dagblad.
De tweede gedachte,
werken van Kaj Munk
getroffen heeft, is zyn visie op ons pres
tatievermogen, of theologisch uitgedrukt:
de verhouding van natuilr en genade.
Men heeft dikwijls geleerd, dat de mens
tn zyn verhouding tot de Here God „on
bekwaam" is tot e>nig goed. Daarmee be
lijdt men dan Gods volstrekte macht en
onze volstrekte ónmacht Daarentegen
menen de mensen die buiten het geloof
in God leven, dat het juist andersom is:
God en is derhalve ook
Mijn huis droop van het vocht, ik heb
zeker enige duizenden guldens uitgegeven
om te proberen het droog te krijgen, doch
het gelukte niet. Toen ik nu twee jaar
geleden een advertentie in een krant las
van een nieuw vochtwerend middel,
schreef ik hierop. Enkele dagen later
verscheen een man ln mijn huis die mede
deelde chemicus te zijn en wel bereid
was het door hem uitgevonden middel
op de vochtige muren te strijken, onder
voorwaarde dat de natte muren, waarop
door het vocht grote natte plekken wa
ren ontstaan, eerst werden gefotogra
feerd. Dat gebeurde.
Ik kwam met de uitvinder overeen dat
ik de rekening ad 480 eerst na twee
Jaren zou betalen als lk resultaten zag.
En die twee jaren zijn nu verstreken. Het
geld ligt klaar voor de uitvinder die In
tussen reeds lang met zijn uitvinding is
gestopt wegens gebrek aan bedrijfs
kapitaal.
De uitvinder de heer J. S. de Krey, He
rengracht 273 Amsterdam, waa niet weinig
verrast toen kennissen van hem. hem
attent maakten op een artikeltje ln een
plaatselijk blad, waarin de dankbare oude
klant zijn enthousiaste verklaringen over
zyn droog geworden huls aflegde en nu
pogingen In het werk stelde de uitvinder
het hem toekomende bedrag te betalen.
Het ls ons gelukt de heer De Krey te
pakken te krijgen. Reeds jarenlang werk
ik in de chemie, zei hij, speciaal op het
gebied van de schimmelcultuur. Ik meen
de enige Jaren geleden het middel tegen
vocht te hebben gevonden, doch kreeg
met veel teleurstellingen te kampen, om
dat men wel ln mijn uitvinding wild#
geloven doch eerst wenste te weten of
het middel deugdelijk was. En daar waa
dus tijd voor nodig. Zoveel tijd dat lk
door gebrek aan geld niet verder kon
en zelf geen aandacht meer schonk aan
mijn vinding waarop octrooi Is gevraagd.
Nu gebleken ls dat mijn uitvinding een
probaat middel ia tegen het hevigste
vocht komen de gegadigden natuurlijk
wel. Doch na heb lk geen voorraad meer.
Ik kan u uiteraard niet de samenstel
ling van het product vertellen. Eén ding
wil lk wil zeggen: Er zitten o.a..... oude
□ylonkouaen in.