Honderd jaar Waterleiding
^Ytlynlteer ^Qimpelmcinó
q<tat „en pension"
■fi'ja-R.r,. S. ..ft .it. g»-.:
.1y. ,f.ivr.
DOOR G TH ROTMAN
64. De als steeds onverstoorbare ge
moedsrust van mijnheer Pimpelmans
deed het hoofdbestuur van „Het vre-
desduifje' echter stomen van woede.
Mevrouw Van Ribbenspek pakte haar
stoel op en slingerde die naar boven.
Het lichte stoeltje wentelde door de
lucht en bleef toen precies om mijnheer
Pimpelmans' hals hangen. Dat was te
65. Mijnheer Pimpelmans trok de stoel
van zijn hals en gooide hem achter zich
neer. Toen wilde hij het ijs van zijn
vrouw, grijpen, om zijn tegenstandster
daar eveneens op te trakteren. Me
vrouw Pimpelmans gevoelde daar niets
voor, maar bij haar pogingen om het
te beletten, kwam de portie ijs helaas
op de stoffige balkonvloer terecht...
66 Mevrouw Pimpelmans was
dend. 't Was allemaal de schuld
,,dat mirakel" daar beneden en ze
•entjes, wacht i
Ze
stormde regelrecht de kamer in, kwam
met de pas gevulde lampetkan terug,
boog zich over 't balkon en goot de in
houd der kan over mevrouw Van Rib-
benspek's hoofd uit. „Om het ijs weg
te spoelen!" riep ze.
67. Mevrouw Pimpelmans kon blijk
baar goed mikken; misschien ook was
het de liefde voor haar man, die haar
hand bestuurde. Het water liep me
vrouw Van Ribbenspek bij stralen langs
het hoofd; de kleren plakten haar aan
het lijf en het arme mens stond vol
slagen sprakeloos; iets, wnt haar anders
zelden overkwam.
68 Op dit ogenblik kwam Tinus, de
kellner, voorbij. Hij was naar een der
tafeltjes op weg met een heerlijk maal
tje peultjes, peentjes, gebakken aardap
pelen en biefstuk; een paar flesjes bier
stonden er ook bij. Hij liep er rake
lings mee langs mevrouw Van Ribben
spek. ,,Hierr die rommel!"
deerde der.e laatste.
09. Tinus schrok van het onverwacht
se bevel en bleef weifelend staan. Maar
meteen werd hij bleek van schrik: die
twee deftige dames pakten zomaar zijn
flesjes bier weg en gooiden die naar
boven, naar het balkon. „Dat mag niet,
dat mag niet!" riep Tinus, maar. te
laat!
70 Reeds verbrijzelde het ene flesje
de ruit der balkondeur, terwijl het ande
re met een klets tegen de muur uiteen-
spitte. vlak boven het hoofd van mijn
heer Pimpelmans en de arme man met
bier besproeide. Woedend greep mijn
heer Pimpelmans achter zich
71. Daar lag namelijk nog de stoel,
die hem daarstraks naar het hoofd ge
gooid was. Mijnheer Pimpelmans nam
hem op. Op wiens hoofd hij terecht zou
komen, kon hem niet scheien! Als zijn
woede maar gekoeld was! Kinderen,
kinderen, maak je toch nooit kwaad,
want dan kom je tot dingen, die je
nooit meer goed kan maken!
72. Zzzz! daar ging de stoel! Hij
kwam precies op het presenteerblad van
Tinus terecht', zodat het hele blad, mits
gaders biefstuk, aardappelen en groen
te hem als 't ware uit de handen ge
maaid werd. Tinus' haren rezen er van
ten berge, terwijl de pensiongasten ver
baasd kwamen aanlopen.
IDEALE TOESTAND
NOG NIET BEREIKT
Cholera heeft mensen wakker geschud
TJT OE ongelofelijk het in ons regen-
rijke land ook moge klinken, wij
staan voor een dreigend zoetwaterte
kort, vooral in de laaggelegen weste
lijke delen van ons land. Dat dreigen
de tekort is niet alleen het gevolg van
een steeds toenemend vej-bruik door
onze snel groeiende bevolking en door
een zich nog steeds uitbreidende in
dustrie, die grote hoeveelheden zoet
water nodig heeft, maar ook van de
voortwoekerende verzilting van onze
bodem. Dit laatste is vooral voor onze
land- en tuinbouw een groot gevaar,
want deze verzilting is reeds doorge
drongen tot voorbij Dordrecht en tot
bij Gouda en dringt elk jaar nog ver
der door.
Behalve uit een oogpunt van land
aanwinning,. is de afsluiting van de
Zuiderzee ook voor onze zoetwater
voorziening van belang geweest, want
het IJsselmeer is thans ons grootste
zoetwaterreservoir geworden en door
de afsluiting van de Zeeuwse stromen
zal de voorschrijdende verzilting van
onze bodem verder moeten worden
bestreden.
Berekend is dat met inbegrip van
de behoeften der industrie, het vei>
bruik aan leidingwater in het weste
lijke deel van ons lanjj in het jaar
2000 een dagelijks gemiddelde van 200
liter per inwoner voor de steden en
150 liter buiten de steden bereikt zal
hebben, hetgeen een totaal verbruik
van niet minder dan 385 millioen kub.
meter per jaar betekent, terwijl het
tegenwoordige verbruik in dit deel
van het land nog geen 225 millioen
kub meter bedraagt. Die 385 millioen
denkt men te dekken door 50 milli
oen kub. m grondwater uit de duinen,
100 millioen kub. m grondwater bui
ter. de duinen en 235 millioen kub m
oppervlaktewater uit de Lek en uit het
IJsselmeer.
Een speciale studiecommissie,
in 1931 ingesteld door de minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid,
heeft bovenstaande cijfers gepu
bliceerd en baseert deze bereke
ning op een totale bevolking van
ons land in het jaar 2000 van 12
millioen, waarvan in het Weste
lijke deel 6 millioen met voor de
drie grootste steden Amsterdam.
Rotterdam en 's-Gravenhage
samen op 3 millioen inwoners.
Maar in de jaren 1848—49
eiste de cholera niet minder dan
22.018 slachtoffers, waarbij gehele
gezinnen binnen enkele dagen
werden uitgeroeid, vooral in de
armere wijkan. Die jaren hebben
de mensen wakker geschud op
velerlei gebied, ook op dat van
de hygiëne. En de cholera zorgde
er wel voor dat ze niet weer in
sliepen, want ze kwam reeds in
1853 terug en daarna telkens weer.
Toen nu juist honderd jaar geleden,
op 12 December 1853 de eerste drink
waterleiding in ons land in bedrijf
werd gesteld, telde de bevolking van
geheel Nederland nog geen 3Vfe milli
oen inwoners en bovendien was de
industrie, die thans grote hoeveelhe
den water verbruikt, nog in het eer
ste stadium van ontwikkeling.
T*\ AT de zoetwatervoorziening reeds
J-' in de oudheid de volle aandacht
heeft opgeëist, leren ons de enorme
aquaducten, waarvan er vele zelfs nu
nog in gebruik zijn. Een uitspraak
van de Griekse wijsgeer Aristoteles,
dat men het stadsbestuur het best kan
beoordelen naar de wijze, waarop dit
zorg draagt voor de drinkwatervoor
ziening, levert wel een overtuigend
bewijs, welk een grote waarde reeds
in diens tijd aan een goede drinkwa
tervoorziening werd gehecht.
Het oude Rome had een negental
aquaducten, deels gebouwd op een rij
arcaden dwars door het dal, deels
door middel van tunnels, door de
bergen, die de waterloop belemmer
den. Het waterverbruik van het oude
Rome bedroeg dan ook ongeveer 200
liter per inwoner en per dag. In het
Parijs der middeleeuwen bedroeg het
gemiddelde dagverbruik niet meer
dan 50 liter en tot kort voor de twee
de wereldoorlog hadden grote steden
als Londen, Parijs en Berlijn nog
niet opnieuw het gemiddelde van het
oude Rome bereikt. Alleen enkele
steden in de Verenigde Staten, zoals
b.v. Tacoma, kunnen glansrijk een
vergelijking met het oude Rome door
staan met hun verbruik van ongeveer
500 tot 1000 liter per dag, waarbij
echter dient opgemerkt, dat de mo
derne industrie het gemiddelde ver
bruik tegenwoordig in belangrijke
mate beïnvloedt.
DAT ons land een 2000 jaar na de
klassieken kwam, is niet zo heel
verwonderlijk, want de drinkwater
voorziening leverde in ons waterrijke
land van die dagen met zijn vele
piasseri en meren veel minder moei
lijkheden op dan in de zoveel water-
armer gebieden, waar de beschaving
van de klassieken was geconcen
treerd. De- kwaliteit van het in ops
l'it is een deel van de 384 meter lange waterleidingzinker, die in een tevoren
gebuggerde Jl meter diepe geul in de Maas werd gelegd, om Rotterdams
nieuwe stadswijken van deugdelijk drinkwater te voorzien.
Overal werden door de overheid
maatregelen genomen voor meer
licht, lucht en ruimte, voor riolering,
voor bouwpolitie en voor waterafvoer.
Maar met één ding bleef het nog
maar treuzelen, met het voornaam
ste van alles nog wel, het drinkwater.
Alleen Amsterdam is na 1848 direct
gaan zoeken naar onverdacht fris en
zuiver drinkwater, waartoe de gepen-
sionneerde majoor der genie Vaillant
reeds in 1846 het plan had ontworpen
om een gemetselde tunnel van het
Brouwerskolkje bij Overveen naar
Amsterdam te maken. Gelukkig had
de techniek zich al zo ver ontwikkeld,
dut de productie van goed drinkwater,
(Voor vervolg pag. 6)
land beschikbare water
was ook, zolang de be
volkingsdichtheid niet
te groot werd, redelijk.
Naarmate eohter de be
volking groeide en de
bodem alsmede de
openbare wateren, wel
ke de voornaamste
drinkwaterbronnen wa-
werden verontreinigd,
werd de kwaliteit van
het water slechter en
begorf men de nood
zaak tot het treffen
van maatregelen te ge-
T"\E oorspronkelijke,
■^vaak schilderachtige
ophaalputten werden,
nadat de huizen van
dakgoten waren voor
zien -om het regenwater
op te vangen, hetwelk Ruim 15 pet.
door buizen naar grote, van leidingwt
centrale regenbakken u*t c'c s'°°
werd- gevoerd, door
de buurtbewoners veranderd in
buurtpompen, die daarna stadspom-
pen werden, zoals er thans in ver
scheidene plaatsen van ons land nog
wel staan als stoffering van het stads
beeld.
Doch reeds in de middeleeuwen was
te Amsterdam het drinkwater zoda
nig, dat, toen Karei V in 1540 een
bezoek aan die stad bracht, drinkwa
ter voor hem moest worden geïmpor
teerd. De Amsterdammers schepten
toen, voor zover althans de regenbak
ken niet toereikend waren, hun drink
water uit de Amstel en de stadsgrach
ten, doch toen omstreeks 1600 dit wa
ter brak was geworden als gevolg
van dijkdoorbraken, kon het voor
consumptiedoeleinden niet meer wor
den gebruikt. Het regenwater was
niet voldoende om in de behoeften te
voorzien, zodat het toen nog heldere
Vechtwater met waterschuiten naar
Amsterdam moest worden gebracht,
waar deze schepen vaste ligplaatsen
hadden in de grachten van de binnen
stad Bij langdurige perioden van
droogte of vorst stagneerde de aan
voer, zodat de prijs van het drink
water een stuiver per gang, d.w.z
twee emmers soms tot het tienvou
dige in prijs steeg.
In 1682 werd daarom een plan ge
maakt om Vechtwater naar Amster
dam te voeren, waartoe drie moge
lijkheden werden aangegeven, n.l.
van de Nederlandse bevolking is nog
ter verstoken. En dikwijls moet dan
menig emmertje worden geschept.
dooi middel van een te graven- ka
naal, door een gemetselde stenen wa
terleiding of wel door loden buizen.
Doch tot uitvoering is dit project niet
gekomen, waarschijnlijk in verband
met de hoge kosten daaraan verbon
den. De techniek bood aanvankelijk
nog geen mogelijkheden tot het aan
brengen van afdoende verbeteringen.
Ook Napeleon, die bij zijn bezoek in
1811 aan Amsterdam het drinkwater
blijkbaar niet heeft kunnen apprecië
ren. heeft nog geijverd voor een be
tere drinkwatervoorziening via de
Vecht, doch ook ditmaal bleef het bij
een plan, waarna weer enkele tiental
len jaren werd doorgesukkeld.
OP 25 Juni 1832 werd voor het eerst
de gevreesde cholera in ons land
geconstateerd en in datzelfde jaar stier
ven er in ons land 4872 personen aan
en in het jaar daarop 4671. Het is de
grote verdienste van dr Carl Ludwig
Blume, die na een jarenlang verblijf
in Indië, professor in Leiden was ge
worden. dat hij heeft gewezen op de
grote betekenis van goed drinkwater
om besmetting te voorkomen. Dat de
medici het hiermee niet allemaal
eens waren, blijkt uit een brochure,
geschreven door de zo beroemde me
dicus Gerardus Johannes Mulder, die
het volstrekt onnodig achtte „om bij
de komst der cholera omzigtig te we
zen met Maas- of Rottewater." Geen
medicus behoefde volgens hem het
gebruik van regenwater voor dranken
of eten koken aan te bevelen.