stapek KINDERBOEKEN
DE HAVIK:
cz&cl
ven\
De ernst van het kinderspel
Het grote feest van elk najaar:
iwamen weer van
de
pers
rJ^LS December nadert, dan verschijnen de „Kerkboekjes'.
Dat is de oude naam voor de stapel jeugdlectuur, waar
mee verschillende uitgevers ons elk jaar verrassen.
Wat een feestelijk gezicht is dat telkens weer: al die mooie
boekjes in kleurrijke omslagen. Wat een werk zit daaraan
vast: voor auteurs en uitgevers, voor illustrators, voor zetters,
drukkers en binders. En ook voor de besturen van Zondags
scholen en Jeugdverenigingen.
Een boeiend, spannend boek wordt door elk kind gewaar
deerd. En.zo'n simpel boekje is niet zelden bestemd om
een heel mensenleven mee te reizen.
Wij kunnen er natuurlijk niet aan denken al deze boekjes
te bespreken. Maar wel willen we gaarne even de aandacht
vestigen op deze niet genoeg te waarderen activiteit onzer
uitgevers. Wie oyer meer gegevens wil beschikken dan wij
hier kunnen geven, vruge bij genoemde u tgevers maar eens
de catalogus aan. Er is ook dit jaar weer „voor elck wat wils".
En zelfs de smalste beurzen kunnen hier nog uitnemend te-
G. F. Callenbach N.V.,
Nijkerk.
De firma Callenbach heeft
haar collectie uitgebreid met
46 nieuwe uitgaven en her
drukken. De ons toegezonden
boekjes zien er stuk voor stuk
keurig uit.
Het dikste boekje telt 123
bladzijden, heeft tot titel
,,Harm heeft pech!" en is ge
schreven door H. Lourense.
en boek.
is ook voor een
kinö een welkom
geschenk
ook ongetwijfeld met spanning
worden gelezen. Het verplaatst
ons in het jaar 1544, toen de
geloofsvervolging in volle gang
was en vele martelaars op de
brandstapel 't leven lieten.
De bekende serie „Voor onze
kleinen" door W. G. van de
Hulst werd weer met een
nummer uitgebreid: „Voetstap
jes in de sneeuw". Enkele
van deze boekjes beleefden al
meer dan tien herdrukken. Dat
is waarlijk niet te verwonde
ren. Deze boekjes zijn juweel
tjes en behoren reeds lang tot
de allerbeste jeugdlectuur.
Nijkerk, het oude stadje,
waar reeds vele tientallen ja
ren de „Kerstboekjes" vandaan
komen, stelt ook dit jaar niet
,Jk liep om het huis en de
werkplaats heen." (Uit:
Gevaarlijke geheimen.")
't Is een spannend verhaal,
dat vooral onze jongens zal
boeien. De vriendschap tussen
Harm en Dirk dreigt op een
ogenblik totaal verbroken te
worden, maar gelukkig komt
alles toch nog goed terecht,
't Is een typisch Hollands ver
haal met een goede, christe
lijke sfeer. De bekende illustra
tor Menno heeft het boek van
pakkende illustraties voorzien.
Go Verburg, van wie vlak
na de watervloed een pak
kend boek voor „grote men
sen" verscheen, heeft zijn ver
tellersgaven ook besteed aan
een verhaal voor de jeugd.
Het heeft de sprekende titel
„Het water kwam!" 't Is een
mooi boek, geïllustreerd door
Jan Lutz, dat de jeugd, maar
zeker ook de ouderen, meer dan
eens zal ontroeren. De heli-
coptère speelt in dit verhaal
een beslissende rol en het
wederzien van Arie en zijn
ouders behoort zeker tot de
beste bladzijden.
Historische verhalen blijven
ook bij de jeugd steeds in
trek. „Gevaarlijke geheimen"
door. dr. J. Roelink zal dan
kende auteur H. te Merwe;
Reddingstocht en Met ver
boden waar. Het eerste gaat
over de stormramp van Fe
bruari en vertelt van de vaak
wonderbare reddingen. Het an
dere speelt in 1526, de eerste
tijd van de Kerkhervorming.
Menno zorgde voor vaak tref
fende illustraties. Te Merwe
heeft vele jeugdboeken op zijn
naam staan, maar deze twee
nieuwe kunnen gerekend wor
den tot het beste wat hij heeft
geschreven. Ook uit literair
oogpunt kan van zijn werk
veel goeds gezegd worden.
Het dit jaar voor 't eerst
verschenen boek „Jongens uit
't Zaantje" door D. J. Douwes
als
aanwinst beschouwd worden.
i jongensboek, vol
chten. Maar ook
zorgen deze vechtersbazen met
ontroerende trouw voor aan
t.b.c.-lijdende vriendjes. De
schrijver heeft zijn onderwerp
op voortreffelijke wijze uitge-
Jan Haan N.V.. Groningen.
Onder de uitgevers van goe-
de jeugdlectuur neemt dc be
nende Groninger firma Jan
Haan al vele jaren een goede
plaats in. Zij weet talentvolle
schrijvers aan te trekken en
aan druk en illustratie der
boekjes besteedt zij alle zorg.
Ook dit jaar iS haar zending
weer zeer belangrijk. Zij ver
rast met niet minder dan 33
nieuwe en herdrukken. Men
kan hier terecht voor kleintjes
en ouderen. Onder de schrij
vers treft men vele bekenden
aan: P. A. de Rover, Hugo
Kingmans, J. W. Gf'snigt, A.
N.V. W. D. Meinema, Delft.
De firma Meinema te Delft
Sceft keus uit 155 titels! Voor
e kleintjes is weer uitnemend
gezorgd. Ons werd o.m. toe
gezonden: Het gat bij de
spoorlijn. Janbaas en de kip
pen, Een sigaar voor Ouwe
Gerrit, Van Koos en Ties en
Peer's verlies, Jannemientje.
Boekjes met pakkende gekleur
de omslag. De verhaaltjes zijn
met grote letter gezet en stuk
voor stuk aardig geïllustreerd.
Voor een paar dubbeltjes kan
men hier reeds goed terecht en
de kinderen zullen deze vertel
lingen zeker met graagte le-
Natuurlijk is ook voor de
groteren gezorgd. Al aanstonds
trekt het verhaal ..De kleer
maker van North Nibley" door
P. de Zeeuw J. Gzn. de aan
dacht. Zoals meestal is ook
dit boek van Dc Zeeuw een
historisch verhaal. Deze boeien
de geschiedenis speelt in de
tijd van de Engelse Hervor
mer William Tyndall, die zijn
leven op de brandstapel liet.
Het verhaal is kostelijk ver
teld en zal de jeugdige (en
oudere) lezers in spanning hou-
Voorts zijn er twee nieuwe
boeken van de niet minder be-
Frankrijk, Duitsland, Zweden,
Noorwegen, Denemarken en
vele andere landen zijn deze
boekjes reeds verschenen. Er
werden meer dan 300 millioen
exemplaren van verkocht. De
boekjes zijn voor ons land ver
taald en bewerkt door Annie
M. G. Schmidt en Han G.
Hoekstra.
Deze boekjes zijn voor 't
grootste gedeelte plaatwerk.
De illustraties zijn van Tibor
Gergely, A. M. Provensen,
Gustave Tenggren, J. P. Mil
ler en Marie Blair. Ze zullen
de kinderen ongetwijfeld in
verrukking brengen, 't Is knap
werk en aan de druk is alle
zorg besteed. Ook in ons land
zullen de „gouden boekjes"
hun weg wel vinden.
„Dat vliegtuig komt ons
halen!" juich! Janneman.
(Uit: Moeders grote
dochter."
Dat Kingmans' bock „En
toen daalde dc machine" een
derde druk beleeft, verwondert
ons niet. 't Is een „oorlogs
boek", maar dan van de
goede soort. Geen afschuwe
lijke gruwelverhalen, maar een
kloeke vertelling vol gezonde
vaderlandsliefde. Een Rotter
damse jongen weet m 1940
naar België uit te wijken en
vandaar gaat 't per vliegtuig
naar Engeland. Hij wordt vlie
ger bij de R.A.F. en geniet
ten slotte de eer onze prinses
jes naar het vaderland terug
te brengen.
„Ijsgang" van P A. de Ro
ver is eveneens een herdruk
(reeds de 5de!) Wat zullen
vooral onze jongens het met
spanning lezen. Leen Luiten
wordt van diefstal verdacht cn
hij heeft inderdad alle schijn
tegen Maar ten slotte brengt
de idiote zoon van de bestolen
boer de waarheid aan het licht.
Door zijn goed geslaagde
omslag trekt het boek „Moe
ders grote dochter" door J. W.
Grisnigt aanstonds de aan
dacht. En ook de inhoud is
bijzonder boeiend. Het vertelt
van de grote watervloed in
Februari van dit jaar. De
oudste dochter uit een boeren
gezin gedraagt zich bijzonder
flink. Zij helpt mee bij de red
ding en weet heel wat leed te
verzachten. Voor onze meisjes
is dit boek een geschenk, dat
zeer op prijs zal worden ge
steld.
Ook voor klciriere kinderen
kan men bij Jan Haan uit
nemend terecht. Zie hier enige
titels: Zulke domme jongens,
Het lichtje, Het kleinste pakje.
Feest in Holland, Jos wil de
eerste zijn. Goedkope boekjes,
Costerman's kinderboeken. .W^elwat!.rj_?0!s.p>nkie-
Van de firma Frans Pessers,
Wilhelminapark 19b, Tilburg,
ontvingen wij acht nummers
van Casterman's kinderboeken.
Voor kinderen van 5 tot 8 jaar
verscheen onder de naam
„Rinkelbel" een nieuwe serie,
speciaal bestemd voor hen die
lezen leren. De titels zijn:
Avontyur in poppenland, De
tweeling-konijntjes, Wie speelt
er mee?, Balthazar is ver
strooid, De kleine wereld der
vogels. Mijn vriend Chocola.
Deze boeken, die ook gebruikt
kunnen worden om de kleintjes
voor te lezen, zijn gebonden in
geplasticeerde cartonnen om
slag en bevatten talrijke pla
ten in vierkleurendruk.
De serie „De gouden eeuw"
werd uitgebreid met een nieuw
nummer „Alice in wonderland"
en de serie „De avonturen
van Kuifje" met „Raket naar
de maan". Het laatste boek
bevat 700 prentjes in vier
kleurendruk en is bestemd
voor oudere jongens en meis
jes.
Aan de uitvoering van deze
in groot formaat verschenen
kinderboeken is grote zorg be
steed. Ook de lectuur is uit
nemend verzorgd. De kinderen
zullen er erg blij mee zijn.
Gouden boekjes.
De uitgeverij „De bezige
bij" te Amsterdam is voor
nemens per jaar 12 boekjes
uit te geven voor kinderen in
de leeftijd van 3 tot 8 jaar.
De eerste zes zijn thans ver
schenen: Pietjepuf, Bij Kiki
thuis, Plofje de olifant, Ko-
„En dan ziet Poes Pinkie
zo iets geks."
(Uit: „Poes Pinkie.")
Gij hebt ons op Uw weg gebracht.
Wij gaan weer, als eertijds de wijzen,
naar Bethlehem en 't wonder reizen,
de ster aanschouwen in de nacht:
Uw ster, die onze schreden richt;
die met haar licht een zeker teken
doet uitgaan langs de hemelstreken
en ons de weg wijst naar Uw Licht.
Bewaar de stille karavaan,
de stoet van mensen en kamelen,
open het hart voor Uw bevelen
en laat ons bij. de kribbe staan.
ANTHONIE STOLK
IN een wonderlijk vergroeide vlieg
den, op de kruin van een oer-
banktafel in het Veluwse land, weet
ik jaar voor jaar na het horst van
de havik, 't Is een felle en kloeke
rover, een schuwe eenzelvige gezel,
die zich slechts zelden boven het
open terrein vertoont en meestal de
dekking van het hoge naaldhout zon
der noodzaak niet zal verlaten. De
geheimzinnigheid, welke deze vogels
omvangt, vergunt ons maar zelden
er wat van te zien.
De havik is een der vervaarlijkste
roofvogels, welke de Veluwe telt.
Gaarne reserveer ik ieder jaar enige
dagen, om deze interessante roofvo
gel nader te leren kennen en waar
deren.
Actieve achtervolging door de
mens heeft hem eenmaal op het
randje van totale uitroeiing gebracht.
Men noemde deze vogel beslist on
nuttig en verweet hem zijn natuur
lijke handelwijze en misgunde hem
zijn lijftocht. Want het is altoos zo,
dat het nobele en aanzienlijke, het
bijzondere en belangrijke wordt ach
tergesteld bij het vulgaire, mits nut
tige en voordelige.
Het is duidelijk, dat in een hyper-
gecultiveerd land als het onze enigs
zins regulerend moet worden opge
treden, doch nimmer mag dit leiden
tot vernietiging en verdelging van
bepaalde diersoorten, ook al kan het
nut, dat zij wellicht ondanks onze
inzichten afwerpen, moeilijk worden
aangetoond.
Hoe leeft een bos niet op, wan
neer er een buizerdpaar zijn fiere
kringen boven de boomtoppen trekt
hoezeer wint het open heideveld niet,
wanneer de asgrauwe kiekendief er
over schommelt met hooggehouden
wieken, en hoe Wordt niet het rauwe
stuifzandgebied verlevendigd, als-de
snijdige boomvalk het snel door
meet.
Wij dienen de natuur in al haar
facetten te leren kennen en ons- te
hoeden vóór eenzijdigheid en voor
oordeel. Veelvuldige omgang met
haar leert dat, de liefde komt daar
uit vanzelf voort
DE havik kenmerkt zich om zijn
driestheid en overmoedige ver
metelheid, soms zo kostelijk astrant
en schaamteloos.
Hij is de struikrover uit de hin
derlaag, van waaruit hij zijn prooi
bespiedt. Is deze hem dicht genoeg
genaderd, dan verlaat hij zijn schuil-
plaats bliksemsnel en overrompelt
zijn prooi.
De havik heeft reeds van de start
af zijn snelheid; deze moet door de
andere roofvogels, o.a. de valken,
tijdens de vlucht worden ontwikkeld.
Deze vaardigheid heeft hij in
hoofdzaak aan de lange staart en de
ietwat ronde boeg en vleugeleinden
te danken, die hem in staat stellen
bliksemsnelle wendingen te maken.
De toekomstige buit wordt met zeer
grote driestheid vervolgd, zelfs als
deze door de dekking vlucht om te
trachten zich van zijn belager te ont
doen.
Haviken kunnen minder ver zien
dan de valken; hun jachtmethode is
daarvan het meest overtuigende be
wijs. Zij jagen hun prooi op uiterst
geringe hoogte, met rappe vleugel
slagen, en doden met hun klauwen,
waarbij de achterste teen een pri-
rol vervult.
schemering jaagt hij als een furie
langs de bosrand en verlaat zich ge
heel op overrompeling. Dit eveneens
in tegenstelling tot de valken, die
met de snavel doden.
De valk slaat alle soorten veer-
wild: kraaien, duiven, vlaamse gaaien,
fazanten en patrijzen. Verder eek
hoorns en wiidc konijnen.
Het wijfje is veel groter tn ster
ker dan haar gezel; het mannetje
is meestal een derde kleiner.
In tegenstelling tot de sperwer zit
de havik zeer los, is uiterst schuw,
verlaat het broedsel bliksemsnel om
uiterst voorzichtig, geluidloos als^-een
schaduw terug te keren.
Ten slotte dient nog" te worden op
gemerkt, dat de haviken een zeer
grote oudertrouw voor hun jongen
hebben; dit kan van nagenoeg alle
roofvogels worden gezegd.
Ondanks alles zijn het onderhou
dende gezellen, al gedoogt hun trots
niet met ons aan te pappen.
F. VAN OMMEN
De havik op het horst by zijn donsjongen.
Bijna Altijö imit€R€n van volwassenen
vv om kinderen in hun spelletje gade-
te slaan en te beluisteren, komen we
tot leuke ontdekkingen.
Het is Zaterdag en moeder heeft het
razend druk met de huishouding om a|-
les vóór de Zondag nog klaar tc krij-
Oók haar straatje moet nog schoon,
dus pakt ze gauw de bezem en een em
mer water.
Direct huppelt de jongste dochter ach
ter haar aan en zij heeft natuurlijk óok
een èchtc bezem, (zij het dan in kleiner
formaat) in haar handjes.
„Mammie boenen, ik óók", denkt ze
en ze schrobt met zóveel ijver, dat
haar wangen ervan gaan gloeien. Met
vleiende blik, kijkt zij zo nu en dan
eens naar haar moeder, die.haar prijst
en goedkeurend toeknikt, waarop het
kind overgelukkig weer verder boent,
omdat niets zó prrehtig is, aan rr es
nèt zo te doen als mammie.
Het is spel en toch ook volle ernst
voor het kind. Wij hebben ons geamu
seerd om dit vriendelijke tafereeltje.
Nu gaan we eens kijken bij een stel-
meisjes, die wij druk
bezoeker beklom de trap
pen. Wat dat betekent, zeiden
we verleden week al.-Ik kan me zo
voorstellen dat iemand daar zijn
wijze hoofd over heeft - geschud.
Want het behoefde dacht hij
toch niet zo ingewikkeld en lastig
te zijn, als ik vertelde. Waarom
bijvoorbeeld dacht hij nog alt yd
hebben ze daar op die donkere
gangen en portalen geen licht"!
Dat hoeft toch warempel niet
veel te kosten. Die wijze lezer was
al onderweg maar altijd in ge
dachten! naar een electriciën en
bestelde meteen zes spaarlampjes
en de narigheid was overwonnen.
Maar daaruit kan ik alleen maar
concluderen dat hij niet op zo'n
trap woont, want dan zou hij dat
vast niet doen. Om een doodeen
voudige reden: morgenochtend
zouden al die zes spaarlampjes
foetsji zijn. Op de tweede étage
woont een familiedie daar wel
weg mee zou weten. Nou en of!
En als die dat toevallig niet zou
doen, dan zou een hulpvaardige
geest uit de straat het wel flikken!
Tenminste: zolang niet iemand dag
en nacht wacht zou houden om die
zes gloeiende spijkers te bescher
men. En dan zwijg ik nog maar
over de aparte moeilijkheiddie
gelegen is in het feit van het
stroomverbruik. Betaalt onze wijze
lezer soms de electriciteitsrekening
van zijn overbuurman? Als ik toe
vallig jonge ogen heb, en dus best
de weg omlaag of omhoog weet te
vinden, dacht iemand dan dat
ik van plan was om idem zoveel
per maand neer te leggen voor an
dermans plezier?! Dan dacht die
iemand verkeerd! Vooruit, sch.roej
die lampjes los en gooi ze bij de
afval. Wie bij ons niet zien kan,
blijft maar in zijn eigen comparti
ment of op straat: we hebben geen
vreemde bezoekers nodig!
Behalve dan dat oude vrouwtje
driehoog achter, waar de bezoeker
eindelijk arriveert. Om in autotaai
te spreken: niet meer op de hoog
ste versnelling en met lichtelijk-
DE TRAP (II)
kokende motor. Wat amechtig en
bibberend staat hij op het boven
ste portaal uit te blazen en con
stateert tegelijk dat hij desgewenst
nog hoger zou kunnen klimmen,
want er blijkt ook nog een zolder
te bestaan. Een geluk dat hij met
tienmaal heeft gebeld, want daar
kan ook best een gezin wonen. Een
clandestien gezin, zogezegd, waar
van Volkshuisvesting en huiseige
naar niet weten.
De bezoeker wacht tot hij zijn
positieven wat terug heeft en klopt
dan aan. Op goed geluk, want er
zijn hier drie deuren, maar naam
bordjes zitten er niet op. Goed ge
luk is dit keer niet gelukkig en
niet goed, want de deur schiet
meteen open en het is beslist geen
oud wijfje, dat naar buiten kykt.
Uit de
VOLKSWIJK
Het is een kwaadaardige fecks van
een vrouw, fors en nijdasserig.
„Hij is 'r niet!" zegt ze, fel,
uitdagend en met zo'n aplomb dat
de bezoeker bereid is om er alles
onder te verwedden dat die onbe
kende „hij" er juist wel is en ach
ter haar verfomfaaide rokken
weggekropen is. „Je ken wel weer
naar je baas teruggaan kijft
de vrouw verder. „Hij is hier niet
en hij komt hier ook niet...'
De bezoeker doet er het zwijgen
toe. Hij zegt niet „O", hij zegt met
„Ja", hij zegt niet „Nee". Hel is
altijd interessant om niets te zeg
gen en maar af te wachten hoe
het liedje verder zal luiden. Dat
brengt de vrouw even in de war,
maar ze herstelt die schade ijlings
door heel veel woorden na elkaar
te zeggen. De netste zou men in
beschaafd Nederlands kunnen over
zetten door de uitdrukking Be
jaarde overledene!" de mlnder-
b
nette verzwijgen we maar heter
en de ergste gaan boven onze pct. b
Maar één ding wordt wel duide- g
lijk: de vrouw verwacht de politie
om haar vriendje te halen en ze g
is niet van plan daarin medeti'er-
king te verlenen. En de bezoeker b
uieet niet toaar hij zich dieper over
verbazen moet: over zoveel teoor- b
den van zulk een aard, over zo-
veel sex-appeal door een vriendje b
hier gevonden, of over zoveel
trouw door deze vrouw betoond. b
Want ze zou er bij een echte po-
litieman ongetwijfeld mot mee b
krijgen. Voor ambtenaren In de
uitoefening van hun functie is b
bejaarde overledene" vast en ze-
ker het maximum van het toelaat-
bare. Mogelijk gaat dat zelfs al
over de schreef! b
Om de vrouto t;oor verdere uit- g
breidingen onzer Nederlandse taal- b
schat te behoeden, hakt de bezoe-
ker dan de knoop maar door Ik b
zoek de weduwe Merlels zege
hij en moet even grinneken over
de opluchting die deze verklaring g
bij de vrouw en achter haar in de j;.
kamer te weeg brengt. Ook achter b
haar, want zie je wel. daar komt
nu meteen een mannenkop over b
haar schouder heenloeren, die de
bezoeker aandachtig opneemt. ..Ik b
ken jou", zegt de mannenkop, een ,j.
tel later, en de bezoeker grinnikt b
weer en knikt bevestigend: ..Dat
zal uitkomen, maar als de juffrouw b
hier zó te keer blijft gaan, zie ik
je de volgende keer terug in de b
bajes.' Waf beleven we nou eigen-
lijk weer?" vorst hij dan ver-
der, en wandelt de kamer in.
Langs de bloemrijke juffrouw, die
van „bejaarde" op ..eerwaarde" b
overschakelt en verklaart dat ze
nu pas ziet wien het is. „Wien b
zegt ze. ..nou sien ik pas tuien het b
isEn zo krijgen we dan ons
eerste bezoek in het huis met de b
trap. Vindt u ook niet dat we 3-
Opoe Mertels best even kunnen
laten wachten? Die loopt niet weg! b
W1JKPRED1KANT. b
Nee, want het kleed wordt met ver
eende krachten over het tuinhek gehan
gen en dan zien wij poppen te voor
schijn komen. Twee jongens verdwijnen
achter het doek, de rest van de kinde
ren -gaat er vóór, op de straat zitten
acteurs en toeschouwers.
Het eerste deel begint en stelt een
schoolkind voor. dat voor ondeugende
streken gestraft wordt door de onder
wijzeres! De diverse stembuig ngen «•■i
gezegden, die we nu te horen krijgen,
zijn werkelijk kostelijk. Het bange kind
de boze juffrouw. Het publiek is
enthousiast.
De tweede acte begint en dan horen
wij de reacties bij het kind thuis.
Wij volwassenen, vinden dit niet
zó daverend als het „publiek, dat op de
straat zit", omdat wij in hetgeen er nu
door „kinderen" gezegd wordt, even
kennismaken met cle nauwkeurige weer
gave (waarin kinderen zo realistisch
sterk zijn), zodat sommige ouders 't
noodzakelijk vinden, hun kroost te
bestraffen.
Voor de kinderen, die dit zelf niet zo
beseffen als wij, blijft het spel en ze
vermaken zich kostelijk omdat alles zó
echt is. Als het doek valt. gaan wii w. jr
verder met de wetenschap, dat kinderen
over een buitengewoon scherp geheugen
beschikken.
Dan hebben we Miesje met haar pop,
óók dat is weer een amusant spel. Voor
haar behoort het naar bed toe gaan tot
de onaangename noodzakelijkheden in
het kinderleven.
Wanneer ze juist nog zo heerlijk aan
het spelen is, wordt ze geroepen door
haar moeder, want ze moet gaan sla
pen en de tijd gaat door.
Iedere avond prompt 7 uur beleeft
Miesie dit en daar ze weet dal tegen-
fier, hoogmoedig, strijdlustig
Beheerser der lucht boven hei stille bos en de blanke zandverstuivingen
Poppen-moedertje.