stapek KINDERBOEKEN DE HAVIK: cz&cl ven\ De ernst van het kinderspel Het grote feest van elk najaar: iwamen weer van de pers rJ^LS December nadert, dan verschijnen de „Kerkboekjes'. Dat is de oude naam voor de stapel jeugdlectuur, waar mee verschillende uitgevers ons elk jaar verrassen. Wat een feestelijk gezicht is dat telkens weer: al die mooie boekjes in kleurrijke omslagen. Wat een werk zit daaraan vast: voor auteurs en uitgevers, voor illustrators, voor zetters, drukkers en binders. En ook voor de besturen van Zondags scholen en Jeugdverenigingen. Een boeiend, spannend boek wordt door elk kind gewaar deerd. En.zo'n simpel boekje is niet zelden bestemd om een heel mensenleven mee te reizen. Wij kunnen er natuurlijk niet aan denken al deze boekjes te bespreken. Maar wel willen we gaarne even de aandacht vestigen op deze niet genoeg te waarderen activiteit onzer uitgevers. Wie oyer meer gegevens wil beschikken dan wij hier kunnen geven, vruge bij genoemde u tgevers maar eens de catalogus aan. Er is ook dit jaar weer „voor elck wat wils". En zelfs de smalste beurzen kunnen hier nog uitnemend te- G. F. Callenbach N.V., Nijkerk. De firma Callenbach heeft haar collectie uitgebreid met 46 nieuwe uitgaven en her drukken. De ons toegezonden boekjes zien er stuk voor stuk keurig uit. Het dikste boekje telt 123 bladzijden, heeft tot titel ,,Harm heeft pech!" en is ge schreven door H. Lourense. en boek. is ook voor een kinö een welkom geschenk ook ongetwijfeld met spanning worden gelezen. Het verplaatst ons in het jaar 1544, toen de geloofsvervolging in volle gang was en vele martelaars op de brandstapel 't leven lieten. De bekende serie „Voor onze kleinen" door W. G. van de Hulst werd weer met een nummer uitgebreid: „Voetstap jes in de sneeuw". Enkele van deze boekjes beleefden al meer dan tien herdrukken. Dat is waarlijk niet te verwonde ren. Deze boekjes zijn juweel tjes en behoren reeds lang tot de allerbeste jeugdlectuur. Nijkerk, het oude stadje, waar reeds vele tientallen ja ren de „Kerstboekjes" vandaan komen, stelt ook dit jaar niet ,Jk liep om het huis en de werkplaats heen." (Uit: Gevaarlijke geheimen.") 't Is een spannend verhaal, dat vooral onze jongens zal boeien. De vriendschap tussen Harm en Dirk dreigt op een ogenblik totaal verbroken te worden, maar gelukkig komt alles toch nog goed terecht, 't Is een typisch Hollands ver haal met een goede, christe lijke sfeer. De bekende illustra tor Menno heeft het boek van pakkende illustraties voorzien. Go Verburg, van wie vlak na de watervloed een pak kend boek voor „grote men sen" verscheen, heeft zijn ver tellersgaven ook besteed aan een verhaal voor de jeugd. Het heeft de sprekende titel „Het water kwam!" 't Is een mooi boek, geïllustreerd door Jan Lutz, dat de jeugd, maar zeker ook de ouderen, meer dan eens zal ontroeren. De heli- coptère speelt in dit verhaal een beslissende rol en het wederzien van Arie en zijn ouders behoort zeker tot de beste bladzijden. Historische verhalen blijven ook bij de jeugd steeds in trek. „Gevaarlijke geheimen" door. dr. J. Roelink zal dan kende auteur H. te Merwe; Reddingstocht en Met ver boden waar. Het eerste gaat over de stormramp van Fe bruari en vertelt van de vaak wonderbare reddingen. Het an dere speelt in 1526, de eerste tijd van de Kerkhervorming. Menno zorgde voor vaak tref fende illustraties. Te Merwe heeft vele jeugdboeken op zijn naam staan, maar deze twee nieuwe kunnen gerekend wor den tot het beste wat hij heeft geschreven. Ook uit literair oogpunt kan van zijn werk veel goeds gezegd worden. Het dit jaar voor 't eerst verschenen boek „Jongens uit 't Zaantje" door D. J. Douwes als aanwinst beschouwd worden. i jongensboek, vol chten. Maar ook zorgen deze vechtersbazen met ontroerende trouw voor aan t.b.c.-lijdende vriendjes. De schrijver heeft zijn onderwerp op voortreffelijke wijze uitge- Jan Haan N.V.. Groningen. Onder de uitgevers van goe- de jeugdlectuur neemt dc be nende Groninger firma Jan Haan al vele jaren een goede plaats in. Zij weet talentvolle schrijvers aan te trekken en aan druk en illustratie der boekjes besteedt zij alle zorg. Ook dit jaar iS haar zending weer zeer belangrijk. Zij ver rast met niet minder dan 33 nieuwe en herdrukken. Men kan hier terecht voor kleintjes en ouderen. Onder de schrij vers treft men vele bekenden aan: P. A. de Rover, Hugo Kingmans, J. W. Gf'snigt, A. N.V. W. D. Meinema, Delft. De firma Meinema te Delft Sceft keus uit 155 titels! Voor e kleintjes is weer uitnemend gezorgd. Ons werd o.m. toe gezonden: Het gat bij de spoorlijn. Janbaas en de kip pen, Een sigaar voor Ouwe Gerrit, Van Koos en Ties en Peer's verlies, Jannemientje. Boekjes met pakkende gekleur de omslag. De verhaaltjes zijn met grote letter gezet en stuk voor stuk aardig geïllustreerd. Voor een paar dubbeltjes kan men hier reeds goed terecht en de kinderen zullen deze vertel lingen zeker met graagte le- Natuurlijk is ook voor de groteren gezorgd. Al aanstonds trekt het verhaal ..De kleer maker van North Nibley" door P. de Zeeuw J. Gzn. de aan dacht. Zoals meestal is ook dit boek van Dc Zeeuw een historisch verhaal. Deze boeien de geschiedenis speelt in de tijd van de Engelse Hervor mer William Tyndall, die zijn leven op de brandstapel liet. Het verhaal is kostelijk ver teld en zal de jeugdige (en oudere) lezers in spanning hou- Voorts zijn er twee nieuwe boeken van de niet minder be- Frankrijk, Duitsland, Zweden, Noorwegen, Denemarken en vele andere landen zijn deze boekjes reeds verschenen. Er werden meer dan 300 millioen exemplaren van verkocht. De boekjes zijn voor ons land ver taald en bewerkt door Annie M. G. Schmidt en Han G. Hoekstra. Deze boekjes zijn voor 't grootste gedeelte plaatwerk. De illustraties zijn van Tibor Gergely, A. M. Provensen, Gustave Tenggren, J. P. Mil ler en Marie Blair. Ze zullen de kinderen ongetwijfeld in verrukking brengen, 't Is knap werk en aan de druk is alle zorg besteed. Ook in ons land zullen de „gouden boekjes" hun weg wel vinden. „Dat vliegtuig komt ons halen!" juich! Janneman. (Uit: Moeders grote dochter." Dat Kingmans' bock „En toen daalde dc machine" een derde druk beleeft, verwondert ons niet. 't Is een „oorlogs boek", maar dan van de goede soort. Geen afschuwe lijke gruwelverhalen, maar een kloeke vertelling vol gezonde vaderlandsliefde. Een Rotter damse jongen weet m 1940 naar België uit te wijken en vandaar gaat 't per vliegtuig naar Engeland. Hij wordt vlie ger bij de R.A.F. en geniet ten slotte de eer onze prinses jes naar het vaderland terug te brengen. „Ijsgang" van P A. de Ro ver is eveneens een herdruk (reeds de 5de!) Wat zullen vooral onze jongens het met spanning lezen. Leen Luiten wordt van diefstal verdacht cn hij heeft inderdad alle schijn tegen Maar ten slotte brengt de idiote zoon van de bestolen boer de waarheid aan het licht. Door zijn goed geslaagde omslag trekt het boek „Moe ders grote dochter" door J. W. Grisnigt aanstonds de aan dacht. En ook de inhoud is bijzonder boeiend. Het vertelt van de grote watervloed in Februari van dit jaar. De oudste dochter uit een boeren gezin gedraagt zich bijzonder flink. Zij helpt mee bij de red ding en weet heel wat leed te verzachten. Voor onze meisjes is dit boek een geschenk, dat zeer op prijs zal worden ge steld. Ook voor klciriere kinderen kan men bij Jan Haan uit nemend terecht. Zie hier enige titels: Zulke domme jongens, Het lichtje, Het kleinste pakje. Feest in Holland, Jos wil de eerste zijn. Goedkope boekjes, Costerman's kinderboeken. .W^elwat!.rj_?0!s.p>nkie- Van de firma Frans Pessers, Wilhelminapark 19b, Tilburg, ontvingen wij acht nummers van Casterman's kinderboeken. Voor kinderen van 5 tot 8 jaar verscheen onder de naam „Rinkelbel" een nieuwe serie, speciaal bestemd voor hen die lezen leren. De titels zijn: Avontyur in poppenland, De tweeling-konijntjes, Wie speelt er mee?, Balthazar is ver strooid, De kleine wereld der vogels. Mijn vriend Chocola. Deze boeken, die ook gebruikt kunnen worden om de kleintjes voor te lezen, zijn gebonden in geplasticeerde cartonnen om slag en bevatten talrijke pla ten in vierkleurendruk. De serie „De gouden eeuw" werd uitgebreid met een nieuw nummer „Alice in wonderland" en de serie „De avonturen van Kuifje" met „Raket naar de maan". Het laatste boek bevat 700 prentjes in vier kleurendruk en is bestemd voor oudere jongens en meis jes. Aan de uitvoering van deze in groot formaat verschenen kinderboeken is grote zorg be steed. Ook de lectuur is uit nemend verzorgd. De kinderen zullen er erg blij mee zijn. Gouden boekjes. De uitgeverij „De bezige bij" te Amsterdam is voor nemens per jaar 12 boekjes uit te geven voor kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar. De eerste zes zijn thans ver schenen: Pietjepuf, Bij Kiki thuis, Plofje de olifant, Ko- „En dan ziet Poes Pinkie zo iets geks." (Uit: „Poes Pinkie.") Gij hebt ons op Uw weg gebracht. Wij gaan weer, als eertijds de wijzen, naar Bethlehem en 't wonder reizen, de ster aanschouwen in de nacht: Uw ster, die onze schreden richt; die met haar licht een zeker teken doet uitgaan langs de hemelstreken en ons de weg wijst naar Uw Licht. Bewaar de stille karavaan, de stoet van mensen en kamelen, open het hart voor Uw bevelen en laat ons bij. de kribbe staan. ANTHONIE STOLK IN een wonderlijk vergroeide vlieg den, op de kruin van een oer- banktafel in het Veluwse land, weet ik jaar voor jaar na het horst van de havik, 't Is een felle en kloeke rover, een schuwe eenzelvige gezel, die zich slechts zelden boven het open terrein vertoont en meestal de dekking van het hoge naaldhout zon der noodzaak niet zal verlaten. De geheimzinnigheid, welke deze vogels omvangt, vergunt ons maar zelden er wat van te zien. De havik is een der vervaarlijkste roofvogels, welke de Veluwe telt. Gaarne reserveer ik ieder jaar enige dagen, om deze interessante roofvo gel nader te leren kennen en waar deren. Actieve achtervolging door de mens heeft hem eenmaal op het randje van totale uitroeiing gebracht. Men noemde deze vogel beslist on nuttig en verweet hem zijn natuur lijke handelwijze en misgunde hem zijn lijftocht. Want het is altoos zo, dat het nobele en aanzienlijke, het bijzondere en belangrijke wordt ach tergesteld bij het vulgaire, mits nut tige en voordelige. Het is duidelijk, dat in een hyper- gecultiveerd land als het onze enigs zins regulerend moet worden opge treden, doch nimmer mag dit leiden tot vernietiging en verdelging van bepaalde diersoorten, ook al kan het nut, dat zij wellicht ondanks onze inzichten afwerpen, moeilijk worden aangetoond. Hoe leeft een bos niet op, wan neer er een buizerdpaar zijn fiere kringen boven de boomtoppen trekt hoezeer wint het open heideveld niet, wanneer de asgrauwe kiekendief er over schommelt met hooggehouden wieken, en hoe Wordt niet het rauwe stuifzandgebied verlevendigd, als-de snijdige boomvalk het snel door meet. Wij dienen de natuur in al haar facetten te leren kennen en ons- te hoeden vóór eenzijdigheid en voor oordeel. Veelvuldige omgang met haar leert dat, de liefde komt daar uit vanzelf voort DE havik kenmerkt zich om zijn driestheid en overmoedige ver metelheid, soms zo kostelijk astrant en schaamteloos. Hij is de struikrover uit de hin derlaag, van waaruit hij zijn prooi bespiedt. Is deze hem dicht genoeg genaderd, dan verlaat hij zijn schuil- plaats bliksemsnel en overrompelt zijn prooi. De havik heeft reeds van de start af zijn snelheid; deze moet door de andere roofvogels, o.a. de valken, tijdens de vlucht worden ontwikkeld. Deze vaardigheid heeft hij in hoofdzaak aan de lange staart en de ietwat ronde boeg en vleugeleinden te danken, die hem in staat stellen bliksemsnelle wendingen te maken. De toekomstige buit wordt met zeer grote driestheid vervolgd, zelfs als deze door de dekking vlucht om te trachten zich van zijn belager te ont doen. Haviken kunnen minder ver zien dan de valken; hun jachtmethode is daarvan het meest overtuigende be wijs. Zij jagen hun prooi op uiterst geringe hoogte, met rappe vleugel slagen, en doden met hun klauwen, waarbij de achterste teen een pri- rol vervult. schemering jaagt hij als een furie langs de bosrand en verlaat zich ge heel op overrompeling. Dit eveneens in tegenstelling tot de valken, die met de snavel doden. De valk slaat alle soorten veer- wild: kraaien, duiven, vlaamse gaaien, fazanten en patrijzen. Verder eek hoorns en wiidc konijnen. Het wijfje is veel groter tn ster ker dan haar gezel; het mannetje is meestal een derde kleiner. In tegenstelling tot de sperwer zit de havik zeer los, is uiterst schuw, verlaat het broedsel bliksemsnel om uiterst voorzichtig, geluidloos als^-een schaduw terug te keren. Ten slotte dient nog" te worden op gemerkt, dat de haviken een zeer grote oudertrouw voor hun jongen hebben; dit kan van nagenoeg alle roofvogels worden gezegd. Ondanks alles zijn het onderhou dende gezellen, al gedoogt hun trots niet met ons aan te pappen. F. VAN OMMEN De havik op het horst by zijn donsjongen. Bijna Altijö imit€R€n van volwassenen vv om kinderen in hun spelletje gade- te slaan en te beluisteren, komen we tot leuke ontdekkingen. Het is Zaterdag en moeder heeft het razend druk met de huishouding om a|- les vóór de Zondag nog klaar tc krij- Oók haar straatje moet nog schoon, dus pakt ze gauw de bezem en een em mer water. Direct huppelt de jongste dochter ach ter haar aan en zij heeft natuurlijk óok een èchtc bezem, (zij het dan in kleiner formaat) in haar handjes. „Mammie boenen, ik óók", denkt ze en ze schrobt met zóveel ijver, dat haar wangen ervan gaan gloeien. Met vleiende blik, kijkt zij zo nu en dan eens naar haar moeder, die.haar prijst en goedkeurend toeknikt, waarop het kind overgelukkig weer verder boent, omdat niets zó prrehtig is, aan rr es nèt zo te doen als mammie. Het is spel en toch ook volle ernst voor het kind. Wij hebben ons geamu seerd om dit vriendelijke tafereeltje. Nu gaan we eens kijken bij een stel- meisjes, die wij druk bezoeker beklom de trap pen. Wat dat betekent, zeiden we verleden week al.-Ik kan me zo voorstellen dat iemand daar zijn wijze hoofd over heeft - geschud. Want het behoefde dacht hij toch niet zo ingewikkeld en lastig te zijn, als ik vertelde. Waarom bijvoorbeeld dacht hij nog alt yd hebben ze daar op die donkere gangen en portalen geen licht"! Dat hoeft toch warempel niet veel te kosten. Die wijze lezer was al onderweg maar altijd in ge dachten! naar een electriciën en bestelde meteen zes spaarlampjes en de narigheid was overwonnen. Maar daaruit kan ik alleen maar concluderen dat hij niet op zo'n trap woont, want dan zou hij dat vast niet doen. Om een doodeen voudige reden: morgenochtend zouden al die zes spaarlampjes foetsji zijn. Op de tweede étage woont een familiedie daar wel weg mee zou weten. Nou en of! En als die dat toevallig niet zou doen, dan zou een hulpvaardige geest uit de straat het wel flikken! Tenminste: zolang niet iemand dag en nacht wacht zou houden om die zes gloeiende spijkers te bescher men. En dan zwijg ik nog maar over de aparte moeilijkheiddie gelegen is in het feit van het stroomverbruik. Betaalt onze wijze lezer soms de electriciteitsrekening van zijn overbuurman? Als ik toe vallig jonge ogen heb, en dus best de weg omlaag of omhoog weet te vinden, dacht iemand dan dat ik van plan was om idem zoveel per maand neer te leggen voor an dermans plezier?! Dan dacht die iemand verkeerd! Vooruit, sch.roej die lampjes los en gooi ze bij de afval. Wie bij ons niet zien kan, blijft maar in zijn eigen comparti ment of op straat: we hebben geen vreemde bezoekers nodig! Behalve dan dat oude vrouwtje driehoog achter, waar de bezoeker eindelijk arriveert. Om in autotaai te spreken: niet meer op de hoog ste versnelling en met lichtelijk- DE TRAP (II) kokende motor. Wat amechtig en bibberend staat hij op het boven ste portaal uit te blazen en con stateert tegelijk dat hij desgewenst nog hoger zou kunnen klimmen, want er blijkt ook nog een zolder te bestaan. Een geluk dat hij met tienmaal heeft gebeld, want daar kan ook best een gezin wonen. Een clandestien gezin, zogezegd, waar van Volkshuisvesting en huiseige naar niet weten. De bezoeker wacht tot hij zijn positieven wat terug heeft en klopt dan aan. Op goed geluk, want er zijn hier drie deuren, maar naam bordjes zitten er niet op. Goed ge luk is dit keer niet gelukkig en niet goed, want de deur schiet meteen open en het is beslist geen oud wijfje, dat naar buiten kykt. Uit de VOLKSWIJK Het is een kwaadaardige fecks van een vrouw, fors en nijdasserig. „Hij is 'r niet!" zegt ze, fel, uitdagend en met zo'n aplomb dat de bezoeker bereid is om er alles onder te verwedden dat die onbe kende „hij" er juist wel is en ach ter haar verfomfaaide rokken weggekropen is. „Je ken wel weer naar je baas teruggaan kijft de vrouw verder. „Hij is hier niet en hij komt hier ook niet...' De bezoeker doet er het zwijgen toe. Hij zegt niet „O", hij zegt met „Ja", hij zegt niet „Nee". Hel is altijd interessant om niets te zeg gen en maar af te wachten hoe het liedje verder zal luiden. Dat brengt de vrouw even in de war, maar ze herstelt die schade ijlings door heel veel woorden na elkaar te zeggen. De netste zou men in beschaafd Nederlands kunnen over zetten door de uitdrukking Be jaarde overledene!" de mlnder- b nette verzwijgen we maar heter en de ergste gaan boven onze pct. b Maar één ding wordt wel duide- g lijk: de vrouw verwacht de politie om haar vriendje te halen en ze g is niet van plan daarin medeti'er- king te verlenen. En de bezoeker b uieet niet toaar hij zich dieper over verbazen moet: over zoveel teoor- b den van zulk een aard, over zo- veel sex-appeal door een vriendje b hier gevonden, of over zoveel trouw door deze vrouw betoond. b Want ze zou er bij een echte po- litieman ongetwijfeld mot mee b krijgen. Voor ambtenaren In de uitoefening van hun functie is b bejaarde overledene" vast en ze- ker het maximum van het toelaat- bare. Mogelijk gaat dat zelfs al over de schreef! b Om de vrouto t;oor verdere uit- g breidingen onzer Nederlandse taal- b schat te behoeden, hakt de bezoe- ker dan de knoop maar door Ik b zoek de weduwe Merlels zege hij en moet even grinneken over de opluchting die deze verklaring g bij de vrouw en achter haar in de j;. kamer te weeg brengt. Ook achter b haar, want zie je wel. daar komt nu meteen een mannenkop over b haar schouder heenloeren, die de bezoeker aandachtig opneemt. ..Ik b ken jou", zegt de mannenkop, een ,j. tel later, en de bezoeker grinnikt b weer en knikt bevestigend: ..Dat zal uitkomen, maar als de juffrouw b hier zó te keer blijft gaan, zie ik je de volgende keer terug in de b bajes.' Waf beleven we nou eigen- lijk weer?" vorst hij dan ver- der, en wandelt de kamer in. Langs de bloemrijke juffrouw, die van „bejaarde" op ..eerwaarde" b overschakelt en verklaart dat ze nu pas ziet wien het is. „Wien b zegt ze. ..nou sien ik pas tuien het b isEn zo krijgen we dan ons eerste bezoek in het huis met de b trap. Vindt u ook niet dat we 3- Opoe Mertels best even kunnen laten wachten? Die loopt niet weg! b W1JKPRED1KANT. b Nee, want het kleed wordt met ver eende krachten over het tuinhek gehan gen en dan zien wij poppen te voor schijn komen. Twee jongens verdwijnen achter het doek, de rest van de kinde ren -gaat er vóór, op de straat zitten acteurs en toeschouwers. Het eerste deel begint en stelt een schoolkind voor. dat voor ondeugende streken gestraft wordt door de onder wijzeres! De diverse stembuig ngen «•■i gezegden, die we nu te horen krijgen, zijn werkelijk kostelijk. Het bange kind de boze juffrouw. Het publiek is enthousiast. De tweede acte begint en dan horen wij de reacties bij het kind thuis. Wij volwassenen, vinden dit niet zó daverend als het „publiek, dat op de straat zit", omdat wij in hetgeen er nu door „kinderen" gezegd wordt, even kennismaken met cle nauwkeurige weer gave (waarin kinderen zo realistisch sterk zijn), zodat sommige ouders 't noodzakelijk vinden, hun kroost te bestraffen. Voor de kinderen, die dit zelf niet zo beseffen als wij, blijft het spel en ze vermaken zich kostelijk omdat alles zó echt is. Als het doek valt. gaan wii w. jr verder met de wetenschap, dat kinderen over een buitengewoon scherp geheugen beschikken. Dan hebben we Miesje met haar pop, óók dat is weer een amusant spel. Voor haar behoort het naar bed toe gaan tot de onaangename noodzakelijkheden in het kinderleven. Wanneer ze juist nog zo heerlijk aan het spelen is, wordt ze geroepen door haar moeder, want ze moet gaan sla pen en de tijd gaat door. Iedere avond prompt 7 uur beleeft Miesie dit en daar ze weet dal tegen- fier, hoogmoedig, strijdlustig Beheerser der lucht boven hei stille bos en de blanke zandverstuivingen Poppen-moedertje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 16