^D^ijnlteer ^^impelmanó q<tat „en pension" <*lx)ecjwljzeró voor'de zeeman 52. ..Morgen vertrekt een der gasten" vervolgde ze. ..en komt er dut een ka mer vrij. Als u nu voor vannacht met de badkamer genoegen kunt nemen..." ..Goed!" zei mijnheer Pimpclmans. die desnoods met de klerenkast genoegen ge nomen had. Hij mocht nu in het bad slapen, terwijl voor mevrouw een bed ge reedgemaakt werd op drie stoelen, langt de muur. „Lig je goed. vrouw?" vroeg mijnheer Pimpelmans. „dan zal ik het licht uittrekken!" 49. Nadat ze op die tocht ook nog tot de conclusie gekomen waren, dat me vrouw haar eigen koffertje van de schrik in de Belgische trein had laten slaan, bereikten ze tenslotte Zomerdorp. Gelukkig ontmoetten ze een nachtwaker die hun het pension aanwees. Mijnheer Pimpelmans belde aan. Nadat ze tien minuten gebeld en gewacht hadden, ver scheen de pensionhouder voor het ruitje in de deur. „Ik ben Pimpelmans. van Epscheuten'" zei mijnheer Pimpclmans. „wilt u ons dadelijk onze kamer wijzen?" VAN VUURBOET TOT RADARREFLECTOR Ned erlandse kust een der gevaarlijkste ter wereld WANNEER straks de Noordwester weer om de huizen zal gieren, gaan onze gedachten onwillekeurig uit naar de schepen op zee. De zee, die zich 's zomers spiegelglad voor ons uit kan strekken, doch dan veran derd is in een kokende watermassa met huizenhoge golven. Voor geen geld van de wereld zouden we met zulk weer op zee willen zijn. In de radartechniek doen we hetzelf de, doch nu met radiogolven. Een schip zendt bijvoorbeeld radiogolven uit en deze worden weerkaatst door een boei, die uitgerust is met een ra darreflector. Aan boord van het schip kan men nu precies uitrekenen hoe groot de afstand is tussen het schip en de boei. Lichtboei. Deze boei bevat 110 kg propaangas en verbruikt hiervan 16 gr per uur, zodat de lichtboei pl.m. 1 jaar met haar voorraad vooruit kan. Gelukkig heeft de zeeman trouwe bondgenoten, die hem als een gids de weg wijzen naar de veilige haven. Zo treffen we langs onze kust de vuurtorens aan, die 's nachts regel matig hun lichtstralen uitwerpen over de zee. Toen men van het bestaan van petroleum en electriciteit nog niets afwist, waarschuwde men de schepen door middel van grote vu ren, die op de duintoppen brandden. Doch niet altijd dienden deze vuren tot een waarschuwing. Het kwam n.l. veelvuldig voor, dat men de be manning van de schepen in de war trachtte te brengen door bijvoorbeeld een koe een brandende lantaarn om de hals te hangen en het dier daarna de duinen in te sturen. Op de sche pen zag men het op en meer dan sende licht aan voor een passerend schip en men waande zich dus nog in volle zee. Men bleef dan ook rustig doorvaren en een schipbreuk was meestal het gevolg. Aangezien de bewoners van de kust plaatsen alles wat op het strand aan spoelde als hun eigendom beschouw den, was een schipbreuk vanzelfspre kend een buitenkansje. Om de schip breukelingen bekommerde men zich niet. Per slot van rekening waren de goederen geld waard en daar was het om begonnen. In de oudheid werden de vuurtorens ook wel vuurboeten genoemd, verlicht door middel van hout- of kolenvuren. Later gebruikte men kaarsen en pe troleum en nu is natuurlijk „alles electrisch." De bekendste vuurtorens in ons land zijn de Brandaris op Terschel ling, de 60 meter hoge vuurtoren van Huisduinen en verder die van West- Kapelle en Scheveningen. De Branda ris heeft zijn naam te danken aan de Ierse heilige Sirtt Brandanus uit de 6e eeuw, die reeds toen grote en ge durfde zeereizen ondernam. Een aardige bijzonderheid van' de ze bekende vuurtoren is, dat men er grote houten rekken op heeft aange bracht. Dit heeft men gedaan, omdat de Brandaris precies in de route ligt van duizenden vogels, die op hun enorme trektochten deze toren pas seren. Wanneer nu 's nachts de vuur toren zijn zeer sterke stralenbundels over de zee uitwerpt, worden de vo gels hierdoor verblind en vliegen zich dood tegen de toren of blijven er alsmaar omheen fladderen, totdat zij van vermoeidheid neervallen. Nu kun nen zij op de rekken een rustplaatsje vinden en de volgende dag hun tocht voortzetten. Als de trektijd voorbij is, haalt men de rekken weg. De vuurtoren van Scheveningen heeft ook een bijzonderheid. Deze is n.l. geheel vervaardigd van gietijzer en dus onbrandbaar. Het licht van de Scheveningse vuurtoren wordt uitge zonden door een optiek met een enor me lamp van 4200 Watt. Het optiek draait rond en drijft op kwik. De brandtijd van dit „lampje" 'bedraagt 1000 uren. Mocht er onverhoopt een storing optreden in de electriciteits- voorziening, dan gaat er gelijktijdig een gaslamp aan, die op propaangas brandt. Elke vuurtoren heeft z'n eigen re gelmaat van draaien. Zo is de vuurto ren van Scheveningen 2/10 sec. licht Naast de vuurtorens, lichtboeien, tonnen en lichtschepen bezit ons land bovendien nog het bekende proefsta tion van de Rijkskustverlichting, dat in Scheveningen is gevestigd. Dit la boratorium staat radiografisch in con tact met alle Nederlandse lichtsche pen en levert bovendien de electri- sche stroom voor de vuurtoren van Scheveningen. Het valt te begrijpen, dat men on danks al deze moderne hulpmiddelen, niet alle scheepsrampen kan voorko men. Men streeft er echter naar, de zeeman een zo veilig mogelijke weg te wijzen naar de veilige haven. - 7 3/10 sec. donker, enz. De Brandaris daar entegen is 1/10 sec. licht - 4 9/10 sec. don ker - 1/10 sec. licht enz. Zo kan de zee man direct aan de re gelmaat van licht en donker zien, welke vuurtoren hij voor zich heeft IN het buitenland, waar men dikwijls rotsen voor de kust aantreft, was men in verband hiermede wel verplicht de vuurto rens een flink eind uit de kust te bouwen. De vuurtorenwachters worden dan met een boot naar de toren ge bracht en na verloop varf tijd weer afgelost. In ons land kent men dergelijke vuur torens niet. Wel hebben we hier drijvende vuurtorens, die we lichtsche pen noemen. We kennen er vier en wel de Noord-Hinder, die in de Wie lingen ligt, de Terschellingerbank, de Texel bij Den Helder en de Goeree bij Hoek van Holland. De bemanning van deze lichtschepen bestaat meest al uit tien koppen, die om de maand worden afgelost. In grote witte letters staat de naam van het lichtschip aan weerskanten van het vaartuig. Het schip zelf is over het algemeen rood van kleur. De larr.p i.s in de lichtmast aange bracht en kan reeds op een afstand van 22 km worden gezien. Evenals dit bij de vuurtorens het geval is, zendt ieder lichtschip zijn eigen lichtcode uit. Bovendien zijn de schepen uitgerust met een misthoorn, terwijl ze vroeger nog een onderwa- terkloksignaal aan bóord hadden. Dit was een apparaat, dat 7 meter onder water hing en regelmatig signalen uitzond. Deze signalen waren op een afstand van 18 a 20 km te horen door middel van speciale toestellen, die destijds elk modern schip aan boord had. De onderwatersignalen hebben plaats moeten maken voor de radar. Wanneer men op een mooie zomer dag zijn vertier zoekt aan het strand, zou men niet zeggen, dat onze kust één der gevaarlijkste ter wereld is. Lichtschip „Terschellingerbank". Het was dan ook nodig, dat men een groot aantal lichtboeien en tonnen bij de zeemondingen van onze grote ri vieren verankerde. Wanneer de zeeman met zijn schip onze kust nadert, dan stuurt hij aller eerst af op het lichtschip van het zee gat, dat hij wil binnenvaren. Heeft hij het desbetreffende lichtschip gepas seerd, dan wordt hem verder de weg gewezen door de verkenningstonnen. Deze tonnen zijn verschillend van kleur en afmetingen. Aan stuurboord zijde zijn ze rood van kleur en spits van vorm. Liggen ze echter aan bak boordzijde, dan zijn ze stomp en zwart geschilderd. Tussen twee haak jes, u kent toch het ezelsbruggetje om te onthouden wat stuurboord en bakboord is? Stuurboord (let op de ,,R^) is rechts en bakboord is dius Tussen de tonnen liggen de zware lichtboeien en deze zijn alleen be stemd voor schepen, die 's nachts op weg zijn naar de veilige haven. Zij branden op gas en zenden flikker lichten uit. Tegenwoordig treft men reeds boeien aan, die uitgerust zijn met een radarreflector. Zoals men wellicht weet- is het woord radar af geleid van de Engelse woorden „Ra dio detection and ranging", hetgeen betekent: het ontdekken van een be paalde plaats door middel van radio golven. Het werkt ongeveer even als het geluid. Geluid kan een echo opwekken. Uit de tijd tussen het ver wekken van het geluid en de echo hiervan, kan men de afstand bereke nen tussen de plaats waar het geluid werd voortgebracht en de wand, die het geluid weerkaatste. 15&S*U

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 13