-Woubrugse dubbele klapbrug zou eerst draaibrug worden Nieuwe brug ontmoette ook kerkelijke oppositie Woubrugse woningnood heeft redelijke grenzen iER (1EUWE LEIDSCHE COURANT ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953 LEfl BIJ DE NIEUWE OEVERVERBINDING FE1 LEIDI let zal nu wel anders gaan dan in 1505 Ook Groen van Prinsterer verkocht grond, want men „wou brug" en weg (Door de burgemeester van Woubrugge, de heer j. C. van Wageningen) ,De Raad der gemeente Woubrugge besluit tot het aanleggen van een rindweg tot Hoogmade en eener brug over de Woudwetering nadat hem il gebleken zijn de kosten der werken, de krachten der Gemeente niet |e boven zullen gaan" aldus het voorstel, dat het lid Van Dörnberg Beiden na een uitgebreide discussie ter tafel bracht in de raadsvergadering an 9 Augustus 1864, in welke vergadering nu bijkans 90 jaar geleden roor de eerste maal het vraagstuk van een te wijzigen oeververbinding ter prake werd gebracht. Dat het onderwerp ter tafel kwam, was het gevolg aan de Raad gericht „Request .van Ingezetenen over het leggen ener Brug en aansluiting aan de Grindweg te Hoogmade". De geschiedenis lewaarde niet de namen dezer initiatiefnemers, noch hun aantal en de laam van de sterkste voorstander die tenslotte tot het weergegeven oorstel kwam, terwijl de naam van Dörnberg Heiden een ledige klank perd voor vrijwel allen, die thans wonen in het dorp, dat vandaag in de Igemene belangstelling van de streek staat vanwege de nieuwe, vaste pro- rinciale brug anno 1953. ming gekomen diende te worden met de beheerders van de tol op de Hoogmade- seweg in de gemeente Leiderdorp. Deze, eerst ln 1931 opgeheven tol zou door de 1- Het raadslid Dörnberg Heiden des- ijds Rijksontvanger en als zodanig zeer ijdelijk een inwoner dezer gemeente, een assant in de streek betoogde het nut voordeel der aangevraagde aansluiting, temeer daar vele ingezetenen vroeger n enkelen nog heden zeggen, dat zij niet zouden bevoordeeld wor- en". De Raad discussieert langdurig over de wenselijkheid van brug en 'eg, discussieert en stemt ook uitgebreid /er de te benoemen commissie om het raagstuk nader te bestuderen. De com- issie heeft nimmer een officieel verslag litgebracht en na vier jaren (de Rijksont- ïger is dan reeds weer vertrokken) et de gemeente-secretaris in de raads- gadering van 16 Juli 1868 mededelen, men destijds is gestuit door de be- arende voorwaarden van enige land- Tot die zomer van 1868 hadden reques- iten blijkbaar hun pennen zonder inkt ;ehouden, doch de 20ste Juni was de latum, dat een door niet minder dan 76 igezetenen getekend request tot de Raad erd gericht, „verzoekende om uitvoering fe geven aan de aansluiting aan den grinri- Hoogmade over Leyderdorp laar Leiden en daarstelling eener brug de Woudwetering door den Raad, den 9e Augustus 1864 in beginsel aange nomen (en vooreerst te beginnen met het leggen eener brug over de Woudwetering) irdoor naar de bescheiden mening der idressanten de weg naar Hoogmade in algemeen belang van zelve moet vol len". Geschil over laiiel Het was juist het vraagstuk van de eververbinding, met name een geschil ver tarief en bediening van de veerpont, dat de hoofdschotel voor de belegde ver gadering zou uitmaken, zodat een vèr- dragend besluit over een brug ja dan n moeilijk genomen kon worden en tonder moeite naar de Juli-vergadering verschoven. De teleurstellende nededeling in die Juli-vergadering over vastlopen der reeds vier jaar oude missie weerhield de Raad niet om andermaal een commissie uit zijn midden to benoemen: de burgemeester P. van Schravendijk, de wethouders G. Swart en H. Heenk, zomede de raadsleden P. Over- G. Rodenberg. :ommissie, versierd met de naam Commissie-Brug en -Weg. kon reeds na maanden, n.l. in October 1868, met eerste verslag naar buiten treden. Duidelijker dan de kostenberekening voor de brug waren de resultaten van de on derhandelingen, waarvan melding ge- tnaakt kon worden. Onderhandelingen, die hadden mogen leiden tot het loyale aanbod van de polder Oudendijk om de van deze polder benodigde grond voor de geprojecteerde weg om niet af te 'taan. Mogelijk, dat de wethouder Heenk tevens een invloedrijk ingeland van genoemde polder de parallellopende belangen op zeer overtuigende wijze had kostbare aanbieding, welke weten voor te dragen! voor de gemeentekas weinig kosten op leverde, waren de overige eigenaren in middels tot medewerking en tot aanvaard- gekomen. Deze aanvaardbare Prijzen, welke destijds nog niet aan de opvattingen van prijzenbureaux of grond kamers getoetst behoefden - te worden, schommelden om de f 1500 per bunder. Voor deze bedragen waren de inwoners Egmond, de R.K. Armen en de voogd van de minderjarige L. Zwetsloot bereid de benodigde perceelsgedeelten af te staan. Een overeenkomstige houding werd aangenomen door enige land-eige naren buiten de gemeente wonend, waar- Tollenkwestie de geest, de gebruiken dat een ander op te los- dat tot overeenstem- Tekenend voi van die tijd wa 'en probleem bindingsweg weliswaar verzwaring van passage krijgen, doch ook een geheel ongemotiveerde verhoging van inkomsten. Daarnaast zou de gemeente Woubrugge noodgedwongen een tol die nen in te stellen op de door haar te ma ken brug over de Does. Deze dubbele tol zou voor de passanten te bezwaarlijk wor den. De commissie en de administratie van de Hoogmadeseweg, die de tol be heerde, kwamen tot het vergelijk, beide tolgelden te verlagen, zodat de tol gelijk zou staan met het te heffen passagegeld over de Doesbrug. Na de zekerheden van gronden en tol kon men tot een becijfering komen, een Brugwachters blijven Het trio Woubrugse brugwach ters, bestaande uit de heren C. van 't Wout (chef), C. Lieverse en A. Bunsma, zal voortaan alleen ho ger en geriefelijker boven het ven het water komen te zitten, maar verder verandert voor hen niet veel: zij blijven Woubrugge trouw. Dit ondanks het bericht, dat in de gemeenteraadsvergade ring van aanstaande Dinsdag het ontslag van de brugwachters ter sprake komtDat kan nu een maal niet anders, omdat de nieu we brug een prouinciale is. Het drietal komt dus nu in dienst van de provincie. De nieuwe brug, die vandaag officieel in gebruik wordt ge nen; officieus gebeurde dat al eerder door de jeugd, zoals men ziet. De brugwachters heb ben nu (rechts op de foto) een geriefelijk huisje, dat vier me ter boven de waterspiegel ligt en waar vanuit men een ideaal uitzicht heeft over de opritten en de Woudwetering. Foto N. van der Horst 3e om de vereiste goedkeuring van Z.M. den Koning, Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie en de Water- schaps- of andere Besturen bij het werk betrokken, te verzoeken. Met eenstemmigheid werd dit besluit genomen, de concepten voor de in te zen den goedkeuringen aanvaard, zomede het plan de Opzigter bij de Waterstaat J. J. Spruyt te Bodegraven te belasten met het maken van „Bestek, tekening, opzigt enz. zulks tegen de berekening van 13 pro- it voor alle kosten, ook transportkosten het land hieronder begrepen", zij het, dat 13 procent voor de brug zelf te hoog werd geacht. De 13de van de maand October 1868 is een belangrijke datum geweest in de ge schiedenis van dorp en gemeente Wou- tot net geste brugge: eensgezind kwam het bestuur tot I handelingen Studiereis Had de tweede Commissie-Brug en -Weg succes gehad in haar besprekingen en werkzaamheden, het dagelijks bestuur der gemeente mocht zich gelukkig prijzen reeds na twee maanden in December 1868 met uitgewerkte plannen en een principiële goedkeuring van Gedeputeer de Staten te kunnen komen. Een der conclusies was, dat de brug over de Does te Hoogmade beter een klapbrug kon worden, dan een vaste oeververbin ding, terwijl berekeningen hadden uitge wezen, dat de geprojecteerde brug over de Woudwetering met f 15.000,niet ge klaard zou kunnen worden, reden waarom de in de vergadering aanwezige opzich ter Spruyt meende te moeten adviseren, in stede van de aanvankelijk besproken draaibrug een wip-brug met dubbele kle pen en een ijzeren bovenbouw te mak< daarmede in totaal ongeveer v f 16.000,op f 10.000,zakkend. De commissie aanvaardde de belangrijke vermindering van f 6.000 niet zonder r doch besloot om enige dagen daarna een studiereis naar Woerden te gaan maken, teneinde aldaar een soortgelijke brug te gaan bezichtigen. De onderwer- pelijke notulen van de op 22 December 1868 gehouden raadsvergadering sluiten met de conclusie: „zullende na ingekomen rapport en Bestek van den opzichter Spruyt. zulks zoo spoedig mogelijk den Raad worden meegedeeld ter verdere beslissing en uitvoering, vooral met het oog op den slegten toestand van de Pont, waarom de gemeenteraad, zoals zij (ook toen werden er administratieve onjuist heden begaan) heden is vergaderd, besluit om zoveel mogelijk deze zaak te bespoe digen. De wens, wellicht ook de noodzaak, de thans aangevangen zaak te bespoedi gen, vond ook in de volgende fazen plaats. Zowel de belevenissen van de studiecom missie op haar reisje naar Woerden, als het bestek voor de te bouwen wipbrug vormden een belangrijk aandeel in de raadsvergadering van Februari 1869, in men tot een kostenraming van f 12.958,29 uitkwam. Duur geld Levendiger dan dit tenslotte door de vrije concurrentie uit te balanceren be drag, waren voor de raadsleden de onder werpen, die betrekking hadden op de be diening van de ophaalbrug, op het tarief te heffen passagegelden en op de af sluiten geldlening, aanvankelijk be rekend tegen 5 procent, doch mogelijk zelfs tegen 434 te verkrijgen, „voor welk doel ware te adverteren in de Haarlem- Courant". Deze methode om bank instellingen of particuliere beleggers over de brug te doen komen, mocht evenmin het gestelde doel leiden als de onder- contant te verstrekken fondsen door de Spaarbank te Oudshoorn, dan wel door de heer Joh. Piek te Alphen, vragende de eerste in elk geval 5 procent hebbende de tweede „beleefdelijk be dankt" voor de eer, gelden beschikbaar stellen voor de door de gemeente ge offreerde 4t4 procent. De noodzaak om tot daden te komen en het slechter wordende pontveer voor te ven in de wedloop tussen verbetering algehele wijziging, deed de Raad in i vergadering van begin Maart er toe besluiten, het aagelijks bestuur te mach tigen tot aanbesteding over te gaan van een in vijf maanden te bouwen brug en „het geld ad 1 13.000 of meer of minder, naar gelang van zaken, te nemen van de Heer Wesseling, met overeen te komen jaarlijksche aflossingen tegen 4% procent en een provisie voor de bezorging, van Vz procent, mogelijk iets minder, en terug gaaf der reiskosten om het geld te Utrecht of te Rotterdam af te halen". Tegenover de verschillen van vroeger thans t.a.v. lonen, bouwkosten, huren, grondprijzen en wat niet al. waarbij de prijzen van toen het altijd winnen, staan de verlaagde prijzen van de 20ste c i.b.t. rentepercentage, afsluitprovisi osten van overmaking, waarbij geen sprake meer is van het geld afhalen, noch van risico, verbonden aan dergelijke ge vaarlijke tochten. Tochten, waarover laas evenmin finesses zijn te vinden als over de data. waarop de brug dan werke lijk werd aanbesteed, van begin en einde der werkzaamheden en van cie feestelijke opening, die waarschijnlijk in begin Oc tober zal hebben plaats gevonden. Niet gezien Voordien kwamen natuurlijk verschillen over oplevering en prijzen, voordien kwam er ook een wisseling in het gemeentebe stuur. De voorzitter van dat bestuur er van de Commissie-Brug en -Weg, mocht de brug niet gereed zien door zijn vroeg tijdige dood en zag waarschijnlijk ook niets van de werkzaamheden door zijn langdurige ziekte. Bijkans alle vergaderingen in 1869 den door de ziekte van burgemeester Van Schravendijk gepresideerd door de we houder-loco-burgemeester Gerben Swa: de oud-chirurgijn, die met zijn 80 jaren en met zijn in meer dan een halve e vergaarde ervaring in gemeentelijke ken, nog deugdelijke voorstellen in sluiten wist te doen overgaan. In Juli 1869 herdacht hij de overleden burge meester, die hij zelf voor 17 jaren had ge ïnstalleerd. in Augustus d.o.v. installeerde hij de opvolgende voorzitter, de gemeente secretaris P. de Ridder, aan wie de taak werd opgedragen de iets te scherpe kan ten in de verhouding met de aannemen in eerste instantie wat af te zwakken. De aannemers, de firma D. A. Schret- len en Cie te Leiden, en de mede nemer Van Moorsel, zonden een request in. dat de Raad op 28 September 1869 be handelde, waarmede verzocht werd de korting van f 10 per dag voor te late op levering van het werk niet dadelijk te passen en aandacht te vragen voor zgn. buitenrekening, in onze tijd beter bekend als nota voor meer en minder werk of nota van bijkomende kosten. In November 1869 werd bij meerder heidsbesluit uitgemaakt, het boete-beding toe te passen, waaraan de buitenreke- van netto f 84,98 uiteraard het hare bijdroeg, doch werd anderzijds bepaald, dat de brug vlakker gemaakt moest den, eerst in het voorjaar af ware schilderen, terwijl de laatste paai (10 pro cent van het werk) niet afbetaald zou worden zo lang het werk niet behoorlijk opgeleverd zou zijn. De brug was geslagen, zij het niet zon der moeite, de brug moest toen gewipt. „Natuurschoon" moest het afleggen tegen eisen van 't verkeer (Van onze correspondent) De fraaie basculebrug, die thans de Woudwetering te Woubrugge overspant, heeft een lange voorgeschiedenis. Reeds in Juli 1937 rijpte bij het provin ciale bestuur het plan om de uit 1869 daterende klapbrug te vervangen. Dit plan vond in de gemeente lang geen gunstig onthaal. Er werd zelfs een „Comité tot behoud van het plaatselijke natuurschoon" opgericht. Dit comité streefde naar een ingebouwde basculebrug op dezelfde plaats als de oude brug, alleen ongeveer een halve meter hoger. Onder meer vreesde men hinder tijdens de kerkdiensten, wegens de omweg die zou worden gemaakt. becijfering, de halve ton overschrijdend, leer men de brug over de Woudwete- rign en de weg naar Hoogmade respec tievelijk grosso modo op vijftien en zes- i-dertig duizend gulden stelde. Ook wanneer van de op de weg vallen- kosten 2'3 gedeelte terug ontvangen zou worden van Rijk en Provincie waartoe ?n alle pogingen wenste aan te wenden dan nog zou de gemeente op een direct aanwijsbare schuldenlast van f27.000 ko- i, hetgeen bij de toen geldende rente stand van vijf procent niet minder dan f 1350 aan jaarlijks te betalen interest zou betekenen, nog afgezien van aflossingen. Doch in ieder geval dienden deze kosten verhoogd te worden met f 800 voor onder houd en f 500 wegens de niet te verwaar lozen factor van brugbediening. Klinken de bedragen thans met uit zondering van het rentepercentage laag, verhoging van de gewone, jaarlijks terugkerende uitgaven van f 2600 op een totaal, toenmaals van ruim f 9000, doet toch wel verstaan, dat de voorzitter der com missie, tevens de voorzitter van de raad laatstgenoemd college de vraag stel de, of het plan niet te zwaar zou gaan worden, welke vraag door het lid C. van Dam volmondig positief werd beantwoord „zijnde hij overigens niet tegen de brug en weg, maar wel tegen de drukken de lasten, die de gemeente hebben zal". Deze gevoelens deden het bezwaarde lid zich buiten stemming houden over vraag of men in dezelfde vergadering, kennisneming van feiten en cijfers, door kon gaan met de plannen, waar overigens i de 7 leden vóór waren. Raadsbesluit De raadsvergadering van 13 October 1868 kwam tot het besluit: le om voor rekening en ten koste der ge meente een draaibrug te leggen over de Woudwetering, ter vervanging van het bestaande pont- en schuitenveer, zonder heffing van rechten op de scheepvaart, doch met heffing van rechten voor de passage over de te leggen brug; 2e om na verkregen ys subsidie van het Rijk en Provincie de benodigde lande rijen aan te leggen met een vaste brug over de Ofwegenervaart en over de Vooral kantte het comité zich tegen de aanleg van de hoge dijken voor de opritten, waardoor het dorp in vi zou worden gedeeld. Ook vreesde verlies van natuurschoon en daardoor afneming van het toeristische verkeer waarmee de middenstand zeker niet ge baat zou zijn. In een brief d.d. 6 Juli 1937 sprak de kerkvoogdij van de Her vormde Gemeente bovendien de vrees uit, dat afbreuk zou worden geaaan aan de aesthetische waarde van het kerkge bouw. dat onder Monumentenzorg staat. In Maart 1938 werd door het provin ciale bestuur een onteigeningsccmmissie ingesteld. Zeven inwoners dienden be zwaarschriften in, waarvan enkele onge grond werden verklaard. Wel wilde men voldoen aan de wens om op beide oevers een tunnel aan te leggen voor het locale verkeer. Ook de gemeente had bezwa ren: onder meer over haar visrechten en over het verkleinen van de los- en laad plaats. Bij K B. van 5 Augustus 1938 werd de onteigening tenslotte vastgesteld. Verlichting In Januari 1941 begonnen de onder handelingen tussen provincie en ge meente over de verlichting van ae brug en op 12 Februari 1941 viel het raadsbe sluit. dat de gemeente de verlichting dei- opritten voor haar rekening zou nemen waarmee, zoals later bleek, f 15.000 was gemoeid. Op 25 November 1952 werd besloten, de oude klapbrug, onmiddellijk na het in gebruik nemen van de nieuwe brug af te breken. Dit werk werd op 19 Aug. 1953 gegund aan Van der Pouw en Kraan te Hoogmade. Zo zal Maandag één der schilderachtigste hoekjes van Wou brugge verdwijnen. Grotere vaartwijdte De nieuwe brug, die vandaag in ge bruik wordt gesteld, eiste heel wat voor bereiding Bij de grondboringen stuitte men achtereenvolgens op veen, blauwe zeeklei, veen, slapzand, schelpzand en (op twintig meter diepte) grofzand en grint Voorts moesten op beide oevers enklee percelen worden afgebroken. Maar eind 1951 namen de werkzaam heden toch een aanvang. De bouw werd opgedragen aan de betonindustrie Nobi te Vinkeveen voor f444.000. Voor het heien had men 267 palen van gewapend beton nodig, variërend van tien tot veer tien meter lengte. Voor de bouwput moest 1650 kubieke meter grond worden uitgegraven. Gedurende alle voorbereidende werk zaamheden ondervond het waterverkeer weinig hinder en aangezien de door- vaartwijdte van de nieuwe brug belang rijk groter is dan die van de oude, is de scheepvaart ook in de toekomst bij zonder gediend met dit kunstwerk. De nieuwe brug heeft één vaartwijdte ruim veertien meter, een tweede bijna acht meter en een totale lengte van 195 meter. De lengte van de westelijke en oostelijke opritten bedraagt respectie- velijk 87 en 75 meter. De breedte van de rijweg is 6 50 meter en die van de beide trottoirs 2.50 meter, zodat de totale breedte van de brug 11.50 m. bedraagt. De bovenkant van de brug ligt 2.81 meter boven N.A.P. Het meest westelijke deel van de oprit is zo danig geconstrueerd, dat in de toekomst daar een onderdoorgang kan worden ge maakt. Vanuit het veelhoekige brug wachtershuisje. dat zich vier meter bo ven de waterspiegel verheft, heeft men een goed uitzicht over de beide opritten en het vaarwater. In de vijf meter diepe kelder er van staat de door Werkspoor geleverde motor voor het in beweging brengen van de basculebrug en het con tragewicht. Onder de beide opritten bevinden zich verscheidene opslagruimten, die de pro vinciale waterstaat verhuurt. De ge meente Woubrugge heeft twee ruimten voorlopig gehuurd ten dienste van de ge meentewerken. Twee mooie poortjes aan beide oevers alsmede twee trappen ver lenen fietsers en voetgangers doorgang over en langs de Wetering. Voor de bekleding van de opritten die voorzien zijn van een vijf centimeter dikke slijtlaag van asfalt waren 165.000 stenen nodig. Aangezien de Vier- ambachtspolder en de Oudendijksepolder respectievelijk 4.87 en 435 meter bene den N.A.P. liggen, is het begrijpelijk, dat de opritten zeer lang moesten worden om voldoende doorvaarthoogte voor de scheepvaart te krijgen. De karakteristieke oude brug in Woubrugge, die nu heeft af gedaan, gezien vanaf de nieuwe brug. Rechts achter de brug Het Oude Raedthuys met aan de waterkant het mooie terras, dat misschien ook nog eens zal verdwijnen. Foto N. van der Horst De nieuwe brug in Woubrugge heeft verschillende veranderingen mee gebracht, zoals men elders kan lezen. Zo werden ten behoeve van de buspassagiers aan beide zijden der brug wachthuisjes geplaatst. Foto N. van der Horst Volume van zestien woningen te klein Woubrugge, een dorp met een karakteristieke, landelijke schoonheid, dat vandaag een mijlpaal passeert door de ingebruikneming van de nieuwe brug, heeft thans ongeveer drieduizend inwoners. Het aantal woningzoekenden bedraagt veertig, natuurlijk is niet iedere aanvraag even serieus. Volgens burgemeester J. C. van Wageningen z(jn er vier gevallen, die wel dringend om een oplossing vragen. Maar ook deze gemeente ligt binnen een straal van twintig km van Leiden Alphen aan den Rijn en dat betekent, dat men noodgedwongen verscheidene i sen moet opvangen en houden, die daar werken. Dat vindt burgemeester Van Wa geningen uiteraard wel jammer, war bevordert zeker geen snelle oplossing van het woningprobleem in Woubrugge. Na de oorlog werden door de gemeen te 28 woningen gebouwd en daarnaast nog 15 behoorlijke particuliere woningen. Voorts werden tien woningspplitsingen - voor een deel met rijkspremie jevoerd en konden elf noodoplossingen worden gevonden onder meer in de vorn 3n houten huizen. Dan kwamen nog het Groene-Kruisge- bouw met een zusterwoning en di brandweergarage met het gemeente-mu i tot stand. Thans is men bezig met nieuwe postkantoor, waarin tevens drie woningen zijn begrepen. Grond en plannen Men heeft nog de beschikking over een 9tuk bouwrijpe grond, waarop drie wo ningen kunnen worden gebouwd. Hier- hetgeen afgezien van de tarieven min een eenvoudige zaak bleek te Waarschijnlijk gedachtig aan het oude woord „regeren is vooruitzien" be noemde de Raad begin September 1869 brugwachter uit de zeven zich ge meld hebbende sollicitanten, waarvan bur gemeester en wethouders A. Kelderman 1 C. Hoogeveen, respectievelijk als nr 1 2 op de voordracht plaatsten. De juist weer benoemde wethouder Swart meende te moeten adviseren, deze benoeming eerst een tijdelijk karakter te geven, aangezien niemand nog op er- ring kon bogen. De besturende grijs aard bleek ook ten deze een goed inzicht te hebben, want reeds op 30 November werd de Raad voor een nieuwe keuze ge steld, aangezien de brugwachter gebleken voor de betrekking niet geschikt te zijn. Tegenover de zeven sollicitanten in Augustus boden er zich in November elf aan. waaruit een voordracht werd opge maakt, waarop weder C. Hoogeveen als tweede voorkwam, tegen C. P. Krijgsman als eerste candidaat. De Raad, gedachtig aan de opgedane rvaring, wenste slechts tot 1 Juli 1870 te benoemen en koos in meerderheid gevoelig voor de trouw van Hoogeveen's solliciteren, thans no 2 van de voordracht, hetgeen de voorzitter deed wensen „dat het met de bediening en directie der Brug beter moge gaan dan thans, maar dat candidaat evenmin als Kelderman deskundig was". De benoemde bleef tot zijn dood, die echter nog slechts enige jaren verwijderd bleek te zijn. Woubrugge had zijn brugwachter, zijn tarieven voor de passage, zijn verordening op de doorvaart, alles ten gevolge van de geslagen of gelegde brug. De symboliek werd niet uitgewerkt, doel was de ge schiedenis te doen leven met mensen, die haar vormden, en cijfers, die haar moge lijk maakten. Wou-biug mee hoopt men dit jaar nog te beginnen- Voor de gemeente Woubrugge zijn twee uitbreidingsplannen vastgesteld, één voor de kom Woubrugge en één voor Hoog made. Bovendien biedt de Zuidhoek mis schien nog kansen. Het bouwvolume voor Woubrugge bedroeg tot nu toe zestien woningen per jaar; burgemeester Van Wageningen hoopt, dat dit aantal voor de komende drie jaren wordt verhooed tot twee-en-twintig In Hoogmade heeft de grondkwestie nagenoeg haar beslag en in Woubrugge hoopt men met de aar koop van grond te beginnen. Problemen kent Woubrugge ook. Bur gemeester Van Wageningen noemt dan al gauw het voetbalveld en twee gevallen van herbouwplicht. Aangezien het stroomverdelragsnet te zwak wordt, komt er een nieuw transformafiehuisie Dan zijn er nog plannen voor een noodslacht- olaats voor de vleeskeuringskrine Alphen aan den Rijn en omstreken. Dit om de slachtplaats in Hoogmade te vervangen, waarvan het contract in Juli 1954 afloopt. Hoogmade heeft tenslotte dringend be hoefte aan een kleuterschool en een ieuedlokaal (waarvoor de grond al be schikbaar is). In de toekomst moet ook een nieuwe school in Hoogmade verrij zen. Nu wordt de bestaande echter maar uitgebreid. sing voor te zoeken of te vinden dan een met meer of minder regelmaat over varend veer. De 19de eeuw brgcht de wenselijkheid tot een onbelemmerd verkeer ter plaatse, de scheepvaart was zodanig ontwikkeld, dat over een vaste verbinding niet meer gesproken werd. De scheepvaart was het, maar niet dezelfde, welke andermaal een wijziging noodzakelijk maakte en het bouwwerk van 1869 zichzelf deed over groeien. Aan de toekomst van hen, die na ons komen, het probleem ter oplos sing of zij eenmaal de bevoegde in stanties zullen voorstellen, de brug anno 1953 wederom te mogen af breken, zoals zij, die voor ons waren, dat deden voor ruim vier eeuwen ook dat werk had zijn doel gehad, het was een schakel in de overbrug ging van Oost en West in de Hol landse polder. Maar teruggrijpend naar symboliek of beeldspraak, zij geconstateerd, dat m Woubrugge niet ontstond omdat daar een brug wou (hebben), in tegendeel over de Wou(dwetering) brug gelegd werd: de Wou-brug. Dit niet de brug van 1953 van beton il op pijlers en met machinale kracht, nmin de brug van 1869 met mei palen en balansen, maar een brug. di wrede historie bij consent van Rijn land van 1505 mocht worden afgebroken. In de 16de eeuw moest de vaste brug wijken voor de scheepvaart, het verkeer tussen de oost- en westzijde scheen niet belangrijk genoeg om een andere oplos- WOUBRUGGE VERANDERT Het is begrijpelijk, dat de nieuwe brug Woubrugge veranderingen brengt in het dorpsleven. Veranderingen, die vaak ook verbeteringen zijn. We denken hier bij onder meer aan de twee wachthuis jes, die dezer dagen door de directie ran de bus maat schapp\j N.A.L. zijn geplaatst. Eenvoudige maar doelmatige huisjes van graniet en glas. Het enige ongerief, dat deze wachthuisjes voor de meeste bewo ners opleveren, is dat men voortaan een iets grotere afstand naar de bushalte moet afleggen. Het enige wachthuisje staat in de Vier- ambachtspolder, halverwege de oprit van de nieuwe brug en ongeveer vijftig me ter van de kruising met de Vieram- bachtsweg. Het andere huisje prijkt aan het begin van de Westelijke oprit, onge veer honderd meter van de kruising met de Bateweg. Een tweede verandering vormt de ga rage van de heer J. W. Keessen, die nog wel niet is uitgevoerd, maar waarvoor toch reeds definitief plannen bestaan. De stalgarage wordt dan afgebroken, waar na een nieuwe wordt opgebouwd. Dit werk wordt voor een groot gedeelte door de provincie betaald. Want ook deze ver andering hangt nauw samen met de nieu we brug. De oude garage is namelijk geheel kapotgescheurd door de zaad stortingen. Behalve deze verbouwing, vindt bij Keessen. zoals we reeds meldden, nog een verandering plaats en het was de bedoeling, dat deze nog vóór de opening haar beslap kreeg: een serrice-station ran de Esso aan de nieuwe weg. Tevens wordt dan achter de garage een trap aangelegd, zodat men een directe ver binding met het vulstation krijgt. De toekomst moet het nog leren, maar iets minder goed zijn misschien dc voor uitzichten voor de heer D. P. Swama eigenaar van het hotel .Het Oude Raedt- hugs". Want z\jn zaak komt nu wel wat erg achteraf te liggen. De heer Swama kreeg echter reeds toestemming om na bij de Oostelijke oprit in zijn tuin een bord te plaatsen. Over een tweede bord wordt nog onder- de andere kant, handeld. En worden de plannen om de oevers gelijk te maken, eenmaal verwezenlijkt, ja, dan kan het nog wel eens minder rooskleurig worden voor de heer Swama. Want het is niet onmogelijk, dat dan het aan de Wetering met de boombegroeiing ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 9