-Woubrugse dubbele klapbrug
zou eerst draaibrug worden
Nieuwe brug ontmoette ook
kerkelijke oppositie
Woubrugse woningnood heeft
redelijke grenzen
iER (1EUWE LEIDSCHE COURANT
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953
LEfl
BIJ DE NIEUWE OEVERVERBINDING
FE1
LEIDI
let zal nu wel anders gaan
dan in 1505
Ook Groen van Prinsterer verkocht grond,
want men „wou brug" en weg
(Door de burgemeester van Woubrugge, de heer j. C. van Wageningen)
,De Raad der gemeente Woubrugge besluit tot het aanleggen van een
rindweg tot Hoogmade en eener brug over de Woudwetering nadat hem
il gebleken zijn de kosten der werken, de krachten der Gemeente niet
|e boven zullen gaan" aldus het voorstel, dat het lid Van Dörnberg
Beiden na een uitgebreide discussie ter tafel bracht in de raadsvergadering
an 9 Augustus 1864, in welke vergadering nu bijkans 90 jaar geleden
roor de eerste maal het vraagstuk van een te wijzigen oeververbinding ter
prake werd gebracht. Dat het onderwerp ter tafel kwam, was het gevolg
aan de Raad gericht „Request .van Ingezetenen over het leggen
ener Brug en aansluiting aan de Grindweg te Hoogmade". De geschiedenis
lewaarde niet de namen dezer initiatiefnemers, noch hun aantal en de
laam van de sterkste voorstander die tenslotte tot het weergegeven
oorstel kwam, terwijl de naam van Dörnberg Heiden een ledige klank
perd voor vrijwel allen, die thans wonen in het dorp, dat vandaag in de
Igemene belangstelling van de streek staat vanwege de nieuwe, vaste pro-
rinciale brug anno 1953.
ming gekomen diende te worden met de
beheerders van de tol op de Hoogmade-
seweg in de gemeente Leiderdorp. Deze,
eerst ln 1931 opgeheven tol zou door de
1-
Het raadslid Dörnberg Heiden des-
ijds Rijksontvanger en als zodanig zeer
ijdelijk een inwoner dezer gemeente, een
assant in de streek betoogde het nut
voordeel der aangevraagde aansluiting,
temeer daar vele ingezetenen vroeger
n enkelen nog heden zeggen, dat zij
niet zouden bevoordeeld wor-
en".
De Raad discussieert langdurig over de
wenselijkheid van brug en
'eg, discussieert en stemt ook uitgebreid
/er de te benoemen commissie om het
raagstuk nader te bestuderen. De com-
issie heeft nimmer een officieel verslag
litgebracht en na vier jaren (de Rijksont-
ïger is dan reeds weer vertrokken)
et de gemeente-secretaris in de raads-
gadering van 16 Juli 1868 mededelen,
men destijds is gestuit door de be-
arende voorwaarden van enige land-
Tot die zomer van 1868 hadden reques-
iten blijkbaar hun pennen zonder inkt
;ehouden, doch de 20ste Juni was de
latum, dat een door niet minder dan 76
igezetenen getekend request tot de Raad
erd gericht, „verzoekende om uitvoering
fe geven aan de aansluiting aan den grinri-
Hoogmade over Leyderdorp
laar Leiden en daarstelling eener brug
de Woudwetering door den Raad,
den 9e Augustus 1864 in beginsel aange
nomen (en vooreerst te beginnen met het
leggen eener brug over de Woudwetering)
irdoor naar de bescheiden mening der
idressanten de weg naar Hoogmade in
algemeen belang van zelve moet vol
len".
Geschil over laiiel
Het was juist het vraagstuk van de
eververbinding, met name een geschil
ver tarief en bediening van de veerpont,
dat de hoofdschotel voor de belegde ver
gadering zou uitmaken, zodat een vèr-
dragend besluit over een brug ja dan
n moeilijk genomen kon worden en
tonder moeite naar de Juli-vergadering
verschoven. De teleurstellende
nededeling in die Juli-vergadering over
vastlopen der reeds vier jaar oude
missie weerhield de Raad niet om
andermaal een commissie uit zijn midden
to benoemen: de burgemeester P. van
Schravendijk, de wethouders G. Swart en
H. Heenk, zomede de raadsleden P. Over-
G. Rodenberg.
:ommissie, versierd met de naam
Commissie-Brug en -Weg. kon reeds na
maanden, n.l. in October 1868, met
eerste verslag naar buiten treden.
Duidelijker dan de kostenberekening voor
de brug waren de resultaten van de on
derhandelingen, waarvan melding ge-
tnaakt kon worden. Onderhandelingen,
die hadden mogen leiden tot het loyale
aanbod van de polder Oudendijk om de
van deze polder benodigde grond voor
de geprojecteerde weg om niet af te
'taan. Mogelijk, dat de wethouder Heenk
tevens een invloedrijk ingeland van
genoemde polder de parallellopende
belangen op zeer overtuigende wijze had
kostbare aanbieding, welke
weten voor te dragen!
voor de gemeentekas weinig kosten op
leverde, waren de overige eigenaren in
middels tot medewerking en tot aanvaard-
gekomen. Deze aanvaardbare
Prijzen, welke destijds nog niet aan de
opvattingen van prijzenbureaux of grond
kamers getoetst behoefden - te worden,
schommelden om de f 1500 per bunder.
Voor deze bedragen waren de inwoners
Egmond, de R.K. Armen en de
voogd van de minderjarige L. Zwetsloot
bereid de benodigde perceelsgedeelten af
te staan. Een overeenkomstige houding
werd aangenomen door enige land-eige
naren buiten de gemeente wonend, waar-
Tollenkwestie
de geest, de gebruiken
dat een ander op te los-
dat tot overeenstem-
Tekenend voi
van die tijd wa
'en probleem
bindingsweg weliswaar
verzwaring van passage krijgen, doch ook
een geheel ongemotiveerde verhoging van
inkomsten. Daarnaast zou de gemeente
Woubrugge noodgedwongen een tol die
nen in te stellen op de door haar te ma
ken brug over de Does. Deze dubbele tol
zou voor de passanten te bezwaarlijk wor
den. De commissie en de administratie
van de Hoogmadeseweg, die de tol be
heerde, kwamen tot het vergelijk, beide
tolgelden te verlagen, zodat de tol gelijk
zou staan met het te heffen passagegeld
over de Doesbrug.
Na de zekerheden van gronden en tol
kon men tot een becijfering komen, een
Brugwachters blijven
Het trio Woubrugse brugwach
ters, bestaande uit de heren C.
van 't Wout (chef), C. Lieverse en
A. Bunsma, zal voortaan alleen ho
ger en geriefelijker boven het
ven het water komen te zitten,
maar verder verandert voor hen
niet veel: zij blijven Woubrugge
trouw. Dit ondanks het bericht,
dat in de gemeenteraadsvergade
ring van aanstaande Dinsdag het
ontslag van de brugwachters ter
sprake komtDat kan nu een
maal niet anders, omdat de nieu
we brug een prouinciale is. Het
drietal komt dus nu in dienst van
de provincie.
De nieuwe brug, die vandaag
officieel in gebruik wordt ge
nen; officieus gebeurde dat
al eerder door de jeugd, zoals
men ziet. De brugwachters heb
ben nu (rechts op de foto) een
geriefelijk huisje, dat vier me
ter boven de waterspiegel ligt
en waar vanuit men een ideaal
uitzicht heeft over de opritten
en de Woudwetering.
Foto N. van der Horst
3e om de vereiste goedkeuring van Z.M.
den Koning, Heeren Gedeputeerde
Staten dezer Provincie en de Water-
schaps- of andere Besturen bij het
werk betrokken, te verzoeken.
Met eenstemmigheid werd dit besluit
genomen, de concepten voor de in te zen
den goedkeuringen aanvaard, zomede het
plan de Opzigter bij de Waterstaat J. J.
Spruyt te Bodegraven te belasten met het
maken van „Bestek, tekening, opzigt enz.
zulks tegen de berekening van 13 pro-
it voor alle kosten, ook transportkosten
het land hieronder begrepen", zij het,
dat 13 procent voor de brug zelf te hoog
werd geacht.
De 13de van de maand October 1868 is
een belangrijke datum geweest in de ge
schiedenis van dorp en gemeente Wou- tot net geste
brugge: eensgezind kwam het bestuur tot I handelingen
Studiereis
Had de tweede Commissie-Brug en
-Weg succes gehad in haar besprekingen
en werkzaamheden, het dagelijks bestuur
der gemeente mocht zich gelukkig prijzen
reeds na twee maanden in December
1868 met uitgewerkte plannen en een
principiële goedkeuring van Gedeputeer
de Staten te kunnen komen. Een der
conclusies was, dat de brug over de
Does te Hoogmade beter een klapbrug
kon worden, dan een vaste oeververbin
ding, terwijl berekeningen hadden uitge
wezen, dat de geprojecteerde brug over
de Woudwetering met f 15.000,niet ge
klaard zou kunnen worden, reden waarom
de in de vergadering aanwezige opzich
ter Spruyt meende te moeten adviseren,
in stede van de aanvankelijk besproken
draaibrug een wip-brug met dubbele kle
pen en een ijzeren bovenbouw te mak<
daarmede in totaal ongeveer v
f 16.000,op f 10.000,zakkend.
De commissie aanvaardde de belangrijke
vermindering van f 6.000 niet zonder r
doch besloot om enige dagen daarna
een studiereis naar Woerden te gaan
maken, teneinde aldaar een soortgelijke
brug te gaan bezichtigen. De onderwer-
pelijke notulen van de op 22 December
1868 gehouden raadsvergadering sluiten
met de conclusie: „zullende na ingekomen
rapport en Bestek van den opzichter
Spruyt. zulks zoo spoedig mogelijk
den Raad worden meegedeeld ter verdere
beslissing en uitvoering, vooral met het
oog op den slegten toestand van de Pont,
waarom de gemeenteraad, zoals zij (ook
toen werden er administratieve onjuist
heden begaan) heden is vergaderd, besluit
om zoveel mogelijk deze zaak te bespoe
digen. De wens, wellicht ook de noodzaak,
de thans aangevangen zaak te bespoedi
gen, vond ook in de volgende fazen plaats.
Zowel de belevenissen van de studiecom
missie op haar reisje naar Woerden, als
het bestek voor de te bouwen wipbrug
vormden een belangrijk aandeel in de
raadsvergadering van Februari 1869,
in men tot een kostenraming van
f 12.958,29 uitkwam.
Duur geld
Levendiger dan dit tenslotte door de
vrije concurrentie uit te balanceren be
drag, waren voor de raadsleden de onder
werpen, die betrekking hadden op de be
diening van de ophaalbrug, op het tarief
te heffen passagegelden en op de af
sluiten geldlening, aanvankelijk be
rekend tegen 5 procent, doch mogelijk
zelfs tegen 434 te verkrijgen, „voor welk
doel ware te adverteren in de Haarlem-
Courant". Deze methode om bank
instellingen of particuliere beleggers over
de brug te doen komen, mocht evenmin
het gestelde doel leiden als de onder-
contant te verstrekken
fondsen door de Spaarbank te Oudshoorn,
dan wel door de heer Joh. Piek te Alphen,
vragende de eerste in elk geval 5 procent
hebbende de tweede „beleefdelijk be
dankt" voor de eer, gelden beschikbaar
stellen voor de door de gemeente ge
offreerde 4t4 procent.
De noodzaak om tot daden te komen en
het slechter wordende pontveer voor te
ven in de wedloop tussen verbetering
algehele wijziging, deed de Raad in
i vergadering van begin Maart er toe
besluiten, het aagelijks bestuur te mach
tigen tot aanbesteding over te gaan van
een in vijf maanden te bouwen brug en
„het geld ad 1 13.000 of meer of minder,
naar gelang van zaken, te nemen van de
Heer Wesseling, met overeen te komen
jaarlijksche aflossingen tegen 4% procent
en een provisie voor de bezorging, van
Vz procent, mogelijk iets minder, en terug
gaaf der reiskosten om het geld te Utrecht
of te Rotterdam af te halen".
Tegenover de verschillen van vroeger
thans t.a.v. lonen, bouwkosten, huren,
grondprijzen en wat niet al. waarbij de
prijzen van toen het altijd winnen, staan
de verlaagde prijzen van de 20ste c
i.b.t. rentepercentage, afsluitprovisi
osten van overmaking, waarbij geen
sprake meer is van het geld afhalen, noch
van risico, verbonden aan dergelijke ge
vaarlijke tochten. Tochten, waarover
laas evenmin finesses zijn te vinden als
over de data. waarop de brug dan werke
lijk werd aanbesteed, van begin en einde
der werkzaamheden en van cie feestelijke
opening, die waarschijnlijk in begin Oc
tober zal hebben plaats gevonden.
Niet gezien
Voordien kwamen natuurlijk verschillen
over oplevering en prijzen, voordien kwam
er ook een wisseling in het gemeentebe
stuur. De voorzitter van dat bestuur er
van de Commissie-Brug en -Weg, mocht
de brug niet gereed zien door zijn vroeg
tijdige dood en zag waarschijnlijk ook
niets van de werkzaamheden door zijn
langdurige ziekte.
Bijkans alle vergaderingen in 1869
den door de ziekte van burgemeester Van
Schravendijk gepresideerd door de we
houder-loco-burgemeester Gerben Swa:
de oud-chirurgijn, die met zijn 80 jaren
en met zijn in meer dan een halve e
vergaarde ervaring in gemeentelijke
ken, nog deugdelijke voorstellen in
sluiten wist te doen overgaan. In Juli
1869 herdacht hij de overleden burge
meester, die hij zelf voor 17 jaren had ge
ïnstalleerd. in Augustus d.o.v. installeerde
hij de opvolgende voorzitter, de gemeente
secretaris P. de Ridder, aan wie de taak
werd opgedragen de iets te scherpe kan
ten in de verhouding met de aannemen
in eerste instantie wat af te zwakken.
De aannemers, de firma D. A. Schret-
len en Cie te Leiden, en de mede
nemer Van Moorsel, zonden een request
in. dat de Raad op 28 September 1869 be
handelde, waarmede verzocht werd de
korting van f 10 per dag voor te late op
levering van het werk niet dadelijk
te passen en aandacht te vragen voor
zgn. buitenrekening, in onze tijd beter
bekend als nota voor meer en minder
werk of nota van bijkomende kosten.
In November 1869 werd bij meerder
heidsbesluit uitgemaakt, het boete-beding
toe te passen, waaraan de buitenreke-
van netto f 84,98 uiteraard het hare
bijdroeg, doch werd anderzijds bepaald,
dat de brug vlakker gemaakt moest
den, eerst in het voorjaar af ware
schilderen, terwijl de laatste paai (10 pro
cent van het werk) niet afbetaald zou
worden zo lang het werk niet behoorlijk
opgeleverd zou zijn.
De brug was geslagen, zij het niet zon
der moeite, de brug moest toen gewipt.
„Natuurschoon" moest het afleggen
tegen eisen van 't verkeer
(Van onze correspondent)
De fraaie basculebrug, die thans de Woudwetering te Woubrugge overspant,
heeft een lange voorgeschiedenis. Reeds in Juli 1937 rijpte bij het provin
ciale bestuur het plan om de uit 1869 daterende klapbrug te vervangen. Dit
plan vond in de gemeente lang geen gunstig onthaal. Er werd zelfs een
„Comité tot behoud van het plaatselijke natuurschoon" opgericht. Dit
comité streefde naar een ingebouwde basculebrug op dezelfde plaats als de
oude brug, alleen ongeveer een halve meter hoger. Onder meer vreesde
men hinder tijdens de kerkdiensten, wegens de omweg die zou worden
gemaakt.
becijfering, de halve ton overschrijdend,
leer men de brug over de Woudwete-
rign en de weg naar Hoogmade respec
tievelijk grosso modo op vijftien en zes-
i-dertig duizend gulden stelde.
Ook wanneer van de op de weg vallen-
kosten 2'3 gedeelte terug ontvangen zou
worden van Rijk en Provincie waartoe
?n alle pogingen wenste aan te wenden
dan nog zou de gemeente op een direct
aanwijsbare schuldenlast van f27.000 ko-
i, hetgeen bij de toen geldende rente
stand van vijf procent niet minder dan
f 1350 aan jaarlijks te betalen interest zou
betekenen, nog afgezien van aflossingen.
Doch in ieder geval dienden deze kosten
verhoogd te worden met f 800 voor onder
houd en f 500 wegens de niet te verwaar
lozen factor van brugbediening.
Klinken de bedragen thans met uit
zondering van het rentepercentage laag,
verhoging van de gewone, jaarlijks
terugkerende uitgaven van f 2600 op een
totaal, toenmaals van ruim f 9000, doet toch
wel verstaan, dat de voorzitter der com
missie, tevens de voorzitter van de raad
laatstgenoemd college de vraag stel
de, of het plan niet te zwaar zou gaan
worden, welke vraag door het lid C. van
Dam volmondig positief werd beantwoord
„zijnde hij overigens niet tegen de
brug en weg, maar wel tegen de drukken
de lasten, die de gemeente hebben zal".
Deze gevoelens deden het bezwaarde lid
zich buiten stemming houden over
vraag of men in dezelfde vergadering,
kennisneming van feiten en cijfers, door
kon gaan met de plannen, waar overigens
i de 7 leden vóór waren.
Raadsbesluit
De raadsvergadering van 13 October
1868 kwam tot het besluit:
le om voor rekening en ten koste der ge
meente een draaibrug te leggen over
de Woudwetering, ter vervanging van
het bestaande pont- en schuitenveer,
zonder heffing van rechten op de
scheepvaart, doch met heffing van
rechten voor de passage over de te
leggen brug;
2e om na verkregen ys subsidie van het
Rijk en Provincie de benodigde lande
rijen aan te leggen met een vaste brug
over de Ofwegenervaart en over de
Vooral kantte het comité zich tegen
de aanleg van de hoge dijken voor de
opritten, waardoor het dorp in vi
zou worden gedeeld. Ook vreesde
verlies van natuurschoon en daardoor
afneming van het toeristische verkeer
waarmee de middenstand zeker niet ge
baat zou zijn. In een brief d.d. 6 Juli
1937 sprak de kerkvoogdij van de Her
vormde Gemeente bovendien de vrees
uit, dat afbreuk zou worden geaaan aan
de aesthetische waarde van het kerkge
bouw. dat onder Monumentenzorg staat.
In Maart 1938 werd door het provin
ciale bestuur een onteigeningsccmmissie
ingesteld. Zeven inwoners dienden be
zwaarschriften in, waarvan enkele onge
grond werden verklaard. Wel wilde men
voldoen aan de wens om op beide oevers
een tunnel aan te leggen voor het locale
verkeer. Ook de gemeente had bezwa
ren: onder meer over haar visrechten en
over het verkleinen van de los- en laad
plaats. Bij K B. van 5 Augustus 1938 werd
de onteigening tenslotte vastgesteld.
Verlichting
In Januari 1941 begonnen de onder
handelingen tussen provincie en ge
meente over de verlichting van ae brug
en op 12 Februari 1941 viel het raadsbe
sluit. dat de gemeente de verlichting dei-
opritten voor haar rekening zou nemen
waarmee, zoals later bleek, f 15.000
was gemoeid.
Op 25 November 1952 werd besloten,
de oude klapbrug, onmiddellijk na het
in gebruik nemen van de nieuwe brug
af te breken. Dit werk werd op 19 Aug.
1953 gegund aan Van der Pouw en Kraan
te Hoogmade. Zo zal Maandag één der
schilderachtigste hoekjes van Wou
brugge verdwijnen.
Grotere vaartwijdte
De nieuwe brug, die vandaag in ge
bruik wordt gesteld, eiste heel wat voor
bereiding Bij de grondboringen stuitte
men achtereenvolgens op veen, blauwe
zeeklei, veen, slapzand, schelpzand en
(op twintig meter diepte) grofzand en
grint Voorts moesten op beide oevers
enklee percelen worden afgebroken.
Maar eind 1951 namen de werkzaam
heden toch een aanvang. De bouw werd
opgedragen aan de betonindustrie Nobi
te Vinkeveen voor f444.000. Voor het
heien had men 267 palen van gewapend
beton nodig, variërend van tien tot veer
tien meter lengte. Voor de bouwput
moest 1650 kubieke meter grond worden
uitgegraven.
Gedurende alle voorbereidende werk
zaamheden ondervond het waterverkeer
weinig hinder en aangezien de door-
vaartwijdte van de nieuwe brug belang
rijk groter is dan die van de oude, is
de scheepvaart ook in de toekomst bij
zonder gediend met dit kunstwerk. De
nieuwe brug heeft één vaartwijdte
ruim veertien meter, een tweede
bijna acht meter en een totale lengte van
195 meter. De lengte van de westelijke
en oostelijke opritten bedraagt respectie-
velijk 87 en 75 meter.
De breedte van de rijweg is 6 50 meter
en die van de beide trottoirs 2.50 meter,
zodat de totale breedte van de brug
11.50 m. bedraagt. De bovenkant van de
brug ligt 2.81 meter boven N.A.P. Het
meest westelijke deel van de oprit is zo
danig geconstrueerd, dat in de toekomst
daar een onderdoorgang kan worden ge
maakt. Vanuit het veelhoekige brug
wachtershuisje. dat zich vier meter bo
ven de waterspiegel verheft, heeft men
een goed uitzicht over de beide opritten
en het vaarwater. In de vijf meter diepe
kelder er van staat de door Werkspoor
geleverde motor voor het in beweging
brengen van de basculebrug en het con
tragewicht.
Onder de beide opritten bevinden zich
verscheidene opslagruimten, die de pro
vinciale waterstaat verhuurt. De ge
meente Woubrugge heeft twee ruimten
voorlopig gehuurd ten dienste van de ge
meentewerken. Twee mooie poortjes aan
beide oevers alsmede twee trappen ver
lenen fietsers en voetgangers doorgang
over en langs de Wetering.
Voor de bekleding van de opritten
die voorzien zijn van een vijf centimeter
dikke slijtlaag van asfalt waren
165.000 stenen nodig. Aangezien de Vier-
ambachtspolder en de Oudendijksepolder
respectievelijk 4.87 en 435 meter bene
den N.A.P. liggen, is het begrijpelijk, dat
de opritten zeer lang moesten worden
om voldoende doorvaarthoogte voor de
scheepvaart te krijgen.
De karakteristieke oude brug in
Woubrugge, die nu heeft af
gedaan, gezien vanaf de nieuwe
brug. Rechts achter de brug
Het Oude Raedthuys met aan
de waterkant het mooie terras,
dat misschien ook nog eens zal
verdwijnen.
Foto N. van der Horst
De nieuwe brug in Woubrugge heeft verschillende veranderingen mee
gebracht, zoals men elders kan lezen. Zo werden ten behoeve van de
buspassagiers aan beide zijden der brug wachthuisjes geplaatst.
Foto N. van der Horst
Volume van zestien woningen te klein
Woubrugge, een dorp met een karakteristieke, landelijke schoonheid, dat vandaag
een mijlpaal passeert door de ingebruikneming van de nieuwe brug, heeft thans
ongeveer drieduizend inwoners. Het aantal woningzoekenden bedraagt veertig,
natuurlijk is niet iedere aanvraag even serieus. Volgens burgemeester J. C. van
Wageningen z(jn er vier gevallen, die wel dringend om een oplossing vragen.
Maar ook deze gemeente ligt binnen
een straal van twintig km van Leiden
Alphen aan den Rijn en dat betekent, dat
men noodgedwongen verscheidene i
sen moet opvangen en houden, die daar
werken. Dat vindt burgemeester Van Wa
geningen uiteraard wel jammer, war
bevordert zeker geen snelle oplossing
van het woningprobleem in Woubrugge.
Na de oorlog werden door de gemeen
te 28 woningen gebouwd en daarnaast nog
15 behoorlijke particuliere woningen.
Voorts werden tien woningspplitsingen
- voor een deel met rijkspremie
jevoerd en konden elf noodoplossingen
worden gevonden onder meer in de vorn
3n houten huizen.
Dan kwamen nog het Groene-Kruisge-
bouw met een zusterwoning en di
brandweergarage met het gemeente-mu
i tot stand. Thans is men bezig met
nieuwe postkantoor, waarin tevens
drie woningen zijn begrepen.
Grond en plannen
Men heeft nog de beschikking over een
9tuk bouwrijpe grond, waarop drie wo
ningen kunnen worden gebouwd. Hier-
hetgeen afgezien van de tarieven
min een eenvoudige zaak bleek te
Waarschijnlijk gedachtig aan het
oude woord „regeren is vooruitzien" be
noemde de Raad begin September 1869
brugwachter uit de zeven zich ge
meld hebbende sollicitanten, waarvan bur
gemeester en wethouders A. Kelderman
1 C. Hoogeveen, respectievelijk als nr 1
2 op de voordracht plaatsten.
De juist weer benoemde wethouder
Swart meende te moeten adviseren, deze
benoeming eerst een tijdelijk karakter te
geven, aangezien niemand nog op er-
ring kon bogen. De besturende grijs
aard bleek ook ten deze een goed inzicht
te hebben, want reeds op 30 November
werd de Raad voor een nieuwe keuze ge
steld, aangezien de brugwachter gebleken
voor de betrekking niet geschikt te
zijn. Tegenover de zeven sollicitanten in
Augustus boden er zich in November elf
aan. waaruit een voordracht werd opge
maakt, waarop weder C. Hoogeveen als
tweede voorkwam, tegen C. P. Krijgsman
als eerste candidaat.
De Raad, gedachtig aan de opgedane
rvaring, wenste slechts tot 1 Juli 1870 te
benoemen en koos in meerderheid
gevoelig voor de trouw van Hoogeveen's
solliciteren, thans no 2 van de voordracht,
hetgeen de voorzitter deed wensen „dat
het met de bediening en directie der Brug
beter moge gaan dan thans, maar dat
candidaat evenmin als Kelderman
deskundig was". De benoemde bleef tot
zijn dood, die echter nog slechts enige
jaren verwijderd bleek te zijn.
Woubrugge had zijn brugwachter, zijn
tarieven voor de passage, zijn verordening
op de doorvaart, alles ten gevolge van de
geslagen of gelegde brug. De symboliek
werd niet uitgewerkt, doel was de ge
schiedenis te doen leven met mensen, die
haar vormden, en cijfers, die haar moge
lijk maakten.
Wou-biug
mee hoopt men dit jaar nog te beginnen-
Voor de gemeente Woubrugge zijn twee
uitbreidingsplannen vastgesteld, één voor
de kom Woubrugge en één voor Hoog
made. Bovendien biedt de Zuidhoek mis
schien nog kansen. Het bouwvolume voor
Woubrugge bedroeg tot nu toe zestien
woningen per jaar; burgemeester Van
Wageningen hoopt, dat dit aantal voor
de komende drie jaren wordt verhooed
tot twee-en-twintig In Hoogmade heeft
de grondkwestie nagenoeg haar beslag
en in Woubrugge hoopt men met de aar
koop van grond te beginnen.
Problemen kent Woubrugge ook. Bur
gemeester Van Wageningen noemt dan al
gauw het voetbalveld en twee gevallen
van herbouwplicht. Aangezien het
stroomverdelragsnet te zwak wordt, komt
er een nieuw transformafiehuisie Dan
zijn er nog plannen voor een noodslacht-
olaats voor de vleeskeuringskrine Alphen
aan den Rijn en omstreken. Dit om de
slachtplaats in Hoogmade te vervangen,
waarvan het contract in Juli 1954 afloopt.
Hoogmade heeft tenslotte dringend be
hoefte aan een kleuterschool en een
ieuedlokaal (waarvoor de grond al be
schikbaar is). In de toekomst moet ook
een nieuwe school in Hoogmade verrij
zen. Nu wordt de bestaande echter maar
uitgebreid.
sing voor te zoeken of te vinden dan een
met meer of minder regelmaat over
varend veer.
De 19de eeuw brgcht de wenselijkheid
tot een onbelemmerd verkeer ter plaatse,
de scheepvaart was zodanig ontwikkeld,
dat over een vaste verbinding niet meer
gesproken werd. De scheepvaart was het,
maar niet dezelfde, welke andermaal een
wijziging noodzakelijk maakte en het
bouwwerk van 1869 zichzelf deed over
groeien.
Aan de toekomst van hen, die na
ons komen, het probleem ter oplos
sing of zij eenmaal de bevoegde in
stanties zullen voorstellen, de brug
anno 1953 wederom te mogen af
breken, zoals zij, die voor ons waren,
dat deden voor ruim vier eeuwen
ook dat werk had zijn doel gehad,
het was een schakel in de overbrug
ging van Oost en West in de Hol
landse polder.
Maar teruggrijpend naar symboliek of
beeldspraak, zij geconstateerd, dat
m Woubrugge niet ontstond omdat
daar een brug wou (hebben),
in tegendeel over de Wou(dwetering)
brug gelegd werd: de Wou-brug. Dit
niet de brug van 1953 van beton
il op pijlers en met machinale kracht,
nmin de brug van 1869 met mei
palen en balansen, maar een brug. di
wrede historie bij consent van Rijn
land van 1505 mocht worden afgebroken.
In de 16de eeuw moest de vaste brug
wijken voor de scheepvaart, het verkeer
tussen de oost- en westzijde scheen niet
belangrijk genoeg om een andere oplos-
WOUBRUGGE
VERANDERT
Het is begrijpelijk, dat de nieuwe brug
Woubrugge veranderingen brengt in
het dorpsleven. Veranderingen, die vaak
ook verbeteringen zijn. We denken hier
bij onder meer aan de twee wachthuis
jes, die dezer dagen door de directie ran
de bus maat schapp\j N.A.L. zijn geplaatst.
Eenvoudige maar doelmatige huisjes van
graniet en glas. Het enige ongerief, dat
deze wachthuisjes voor de meeste bewo
ners opleveren, is dat men voortaan een
iets grotere afstand naar de bushalte
moet afleggen.
Het enige wachthuisje staat in de Vier-
ambachtspolder, halverwege de oprit van
de nieuwe brug en ongeveer vijftig me
ter van de kruising met de Vieram-
bachtsweg. Het andere huisje prijkt aan
het begin van de Westelijke oprit, onge
veer honderd meter van de kruising met
de Bateweg.
Een tweede verandering vormt de ga
rage van de heer J. W. Keessen, die nog
wel niet is uitgevoerd, maar waarvoor
toch reeds definitief plannen bestaan. De
stalgarage wordt dan afgebroken, waar
na een nieuwe wordt opgebouwd. Dit
werk wordt voor een groot gedeelte door
de provincie betaald. Want ook deze ver
andering hangt nauw samen met de nieu
we brug. De oude garage is namelijk
geheel kapotgescheurd door de zaad
stortingen.
Behalve deze verbouwing, vindt bij
Keessen. zoals we reeds meldden, nog
een verandering plaats en het was de
bedoeling, dat deze nog vóór de opening
haar beslap kreeg: een serrice-station
ran de Esso aan de nieuwe weg. Tevens
wordt dan achter de garage een trap
aangelegd, zodat men een directe ver
binding met het vulstation krijgt.
De toekomst moet het nog leren, maar
iets minder goed zijn misschien dc voor
uitzichten voor de heer D. P. Swama
eigenaar van het hotel .Het Oude Raedt-
hugs". Want z\jn zaak komt nu wel wat
erg achteraf te liggen. De heer Swama
kreeg echter reeds toestemming om na
bij de Oostelijke oprit in zijn tuin een
bord te plaatsen. Over een tweede bord
wordt nog onder-
de andere kant,
handeld.
En worden de plannen om de oevers
gelijk te maken, eenmaal verwezenlijkt,
ja, dan kan het nog wel eens minder
rooskleurig worden voor de heer Swama.
Want het is niet onmogelijk, dat dan het
aan de Wetering met de
boombegroeiing ver-