ULIANA J^EGINA 95. Nu volgt een wedren op de planken; Ze hollen in versnelde pas. En springen eind'lijk naar beneden. Juist in... een grote waterplas! Twee baaltjes gips gaan, één van zin. Gelijk met hen het water in... 96. Het gips vermengt zich met het Nu tot een dikke taaie brij, Die klontert om hun hoofd, hun benen. En om hun armen allebei ,,Haha!" denkt Sam, als hij dit ziet, „Ik heb je, en j'ontsnapt me niet!" 97. Hg neemt een sprongjuist in het papje. En nu o kinders, opgepast! Het gips wordt plots'ling hard als En Sam zit met z'n pootjes vast! Ja, zelfs het kwastje van zijn staart Zit als een muur zo vast aan d' aard! 98. Terwijl de mannen hupp'lend vluchten, Tracht Sambo, nijdig als een stier. Uit alle macht zich los te rukken, Maar 't helpt hem allemaal geen zier! Zelfs zijn vriend Jocko weet geen raad, En poetst in allerijl de plaat! 99. Nu Sambo zich niet meer kan roeren. Keert ook de moed der mannen weer; Ze komen aan met schoppen, bijlen, Breekijzers, hamers en zo meer; Men bindt een touw om Sambo's snuit. En graaft hem dan heel netjes uit. 100. Vervolgens wordt hij opgenomen En op een sleperskar gezet; Daar gaat-ic, op z'n gipsen voetstuk. Een levend standbeeld lijkt het net! Zo wordt hij, met vereende kracht. Vervoerd naar de politiewacht. 101. Jooko, die stil was weggeslopen. Komt bij de kar van Jan Tomaat; De man zijn trui is wat versleten. Van acht'ren hangt een eindje draad, Dat, schoon aanvankelijk slechts kort. Door Jocko's trekken langer wordt. 102. Terwijl draait, vlak daarbij. Van pingelpongel 't hoogste lied, Ha! Jocko krijgt subiet een inval, Als hij dc slinger draaien ziet; Hij bindt de draad er stiekum aan, En met Jans trui is 't gauw gedaan. 103. Daar giét de trui, van pingel- pongclt Bij klanken van Verdi en Bach! Het kluwen wol wordt al maar groter Bij ied're nieuwe slingerslag! Maar plots wordt Jan er op attent. Tot acnade van het pierement! 1(M. Krak-boem, daar ligt het pracht vol orgel. Het eens zo klankvol apparaat. Nu als een vormeloze massa Ontredderd en vertrapt op straat' Tot slot gaat Jan, van rombom bom. Nog eens aan 't gooien met de trom. 105. Een ouwe bles, die juist voor bijkomt. Krijgt bom! de trommel op z'n bol! Z'n hele kop zit in het duister En 't dier gaat angstig op de hol; En onder 't hollen gaat de trom Van rataplan en rombombom! De eersle vijf regeringsjaren van I I. JVf. de Koningin T N 1949 kwam de uitgeverij ,,Hollandia" te Baarn op de gelukkige gedachte een fotoal bum met uitvoerige bijschriften te doen verschij nen over het eerste regeringsjaar van Koningin Juliana. Dit album kwam uit onder de naam „Ju liana Regina" en bleek weldra een succes te zijn. Te verwonderen was dit niet. De liefde tot zijn Vorstenhuis zit ons volk in het bloed. En de Vor stin, die op 6 September 1948 op plechtige wijze werd ingehuldigd, had reeds van haar geboorte af in de liefde van dit volk gedeeld. De ontwikkeling van de foto-reportage in de dagbladen is in onze tijd van die aard, dat van elke gebeurtenis, waarbij de Koningin tegenwoordig is, een of meer foto's verschijnen. Die foto's worden steeds door vele duizenden met aandacht bekeken en, als het een bijzondere gebeurtenis betreft of als de opname zeer geslaagd mag heten, door velen niet zelden bewaard. Dagblad-foto's zijn daar uiteraard niet op berekend en men kan er dan ook moeilijk naar streven een volledige ver zameling aan te leggen. De uitgave van „Juliana Regina" nam al deze bezwaren als met één slag weg. Elk jaar ver scheen een nieuw deeltje, dat in keurige vorm een volledig overzicht gaf van het optreden naar buiten van H. M. de Koningin. Dezer dagen verscheen het vijfde deeltje, maar als een verrassing ontvingen wij'tevens een kloek boekwerk van 240 bladzijden, dat een gecombi neerde uitgave van alle vijf deeltjes bleek te zijn en dus een overzicht geeft van de eerste vijf re geringsjaren van onze tegenwoordige Vorstin. Het karakter van dit boek brengt mee dat het spreken wil door het beeld, de foto. En wie dit prachtig uitgevoerde werk met aandacht bekijkt, denkt onwillekeurig aan het woord van de wijze Prediker: het oog wordt niet verzadigd van zien. In niet minder dan 500 foto's trekt het leven van Koningin Juliana in de jaren 1948 tot 1953 aan zijn oog voorbij: de inhuldiging te Amsterdam, het vieren van Koninginnedag, het bezoek aan de diverse provincies en vooral ook aan het buiten land: Engeland, Amerika, Canada, Orange, Luxemburg, Frankrijk, Noorwegen en Denemar ken. Hoe blijkt tevens uit deze rijke foto-verzame ling, dat Nederland in deze vijf jaar hard heeft gewerkt aan zijn herstel, waartoe het door zijn Koningin steeds werd aangespoord. Dit boek dat door de Amsterdamse burge meester d'Ailly wordt ingeleid geeft echter nog veel meer. Niet alleen Juliana Regina, maar ook Prins Bernhard, Prinses Wilhelmina en vooral de vier jonge prinsessen vragen telkens onze aan dacht en vaak door middel van exclusieve foto's. Wie de gelukkige eigenaar van deze uitgave wordt, kan gerust zeggen, dat hij een volledig overzicht heeft van alles wat in genoemde jaren ten opzichte van ons Vorstenhuis is voorgevallen. Samensteller van dit boek is de heer D. Wijn beek, aan wie we al menig Oranje-geschrift te danken hebben. Hij heeft zich ook ditmaal op uit nemende wijze van zijn taak gekweten. Behalve uitvoerige bijschriften, die de foto's ook voor la ter hun volle waarde doen behouden, nam hij ve le redevoeringen, proclamaties, kerstgroeten enz. op. Zonder overdrijving kan dan ook gezegd worden, dat „Juliana Regina" een Oranje-kroniek is van grote documentaire waarde. Door deze mooie uitgave zullen velen verblijd worden. De vijf foto's op deze pagina zijn gerepro duceerd uit „Juliana Regina". Boven, rechts H.M. de Koningin in de bibliotheek van paleis Soestdijk. Links: Op bezoek in Nieuw- Vossemeer tijdens de Februariramp. M i d- d e n: Dat de Prinsesjes, evenals hun Vader, van paarden houden, is op deze aardige foto wel te zien. Onder, links: Bij de lathyrus- kweek op paleis Soestdijk. Rechts: Z.K.H. Prins Bernhard. voorzitter van het Nat. Ram penfonds, bezocht talrijke gemeenten, die door de grote overstroming werden getroffen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 13