Nieuwe avonturen van mijnheer Pimpelmans
Op reis door PATA G O NI
je. dat dat geen grapje was! De man
bleef brullend van pijn en woede liggen
en moest door bereidwillige omstanders
op de been geholpen worden. ..Houdt
hem! Hij heeft m'n stier gestolen!" riep
hij, op de verdwijnende auto wijzend.
stuurwiel zat en dit laatste daardoor met
heen of weer kon, volgde de auto een
vaste richting en reed in een onberispe
lijke cirkel over het plein rond, de arme
agent, die zich aan de staart van de
stier had vastgeklampt en niet los durf
de laten, meevoerend.
199. Jammer genoeg zag de stier geen
kans te remmen en dus moest de auto
zo blijven rondvliegen, tot alle benzine
op was, en dat duurde precies twee uur.
AJ die tijd stond meneer Pimpelmans
met knikkende knieën op dezelfde plek.
maar toen de auto stilhield, zonk de ar
me man uitgeput en duizelig op de
op waren, gaf hij meneer Pimpclmans
een opstopper voor het enige goeie oog.
dat deze nog over had. Nu waren allebei
de ogen blauw en was het evenwicht
hersteld. „Mijnheer de commissaris'',
riep meneer Pimpelmans uit, ,,zegt U
nou zelf: zie ik er uit als iemand die
stieren steeltf"
DOOR G. TH. ROTMAN
194. De agent, die in de verkeerstoren
stond, was intussen met een sierlijke
zwaai op de stier terechtgekomen. Mijn
heer Pimpelmans vond nu de moed zijn
auto stop te zetten; ja, hij remde zo
plotseling, dat de stier vooruitschoot en
met zijn poot in het stuurrad verward
raakte, terwijl de stevig gespijkerde
laars van de agent op meneer Pimpel
mans' oog terechtkwam.
mans geducht in het nauw. Want terwijl
hij nog op het plein rondliep, kreeg hij
plotseling zijn eigen auto vlak achter
zich aan. Nog nooit had meneer Pimpel
mans zó gelopen;hij liep in een krin
getje rond en dat verwenste ding bleef
maar vlak achter hem...
200. Ook de agent, die al die tijd de
staart met de moed der wanhoop vast
gehouden had. liet die nu los cn lag be
wusteloos plat voorover op de keien. De
twee slachtoffers werden door gediensti
ge handen zolang op het trottoir neerge
legd. om bij te komen; de stier werd er
bij gezet en boer Knol. wiens neus nog
steeds stevig bloedde, zorgde, dat hij in
de buurt bleef!
203. Nu, dat moest de commissaris toe
geven en het onderzoek bewees klaar
meneer Pimpelmans' onschuld. Boer
Knol werd een middagje opgesloten om
te kalmeren, waarna hij zijn stier te
rugkreeg. Meneer Pimpelmana kreeg 'n
chauffeur van de politie mee, die hem
netjes in zijn auto thuisbracht.
195. Met een opgezwollen, prachtig
purper gekleurd linker oog gooide me
neer Pimpelmans het portier open en
maakte, dat hij wegkwam. De agent pro
beerde zo gauw mogelijk van de stier af
te springen, maar de wagen ging
er in volle vaart vandoor.
201. Twintig minuten later stonden ze
met z'n drieën: meneer Pimpelmans, de
agent en Knol, voor de commissaris van
politie. ,.Hij heeft m'n stier willen ste
len!" zei Knol, ..Mijnheer de commissa
ris". zei meneer Pimpelmans ..neem me
deze grove taal niet kwalijk, maar hij
liegt. Die slier is een zenuwpatiënt en
hoort niet thuis op de openbare weg. en
die man is zelf ook een zenuwpatiënt!"
was, toen je zolang weg bleef!" riep
zijn vrouw uit, terwijl ze zijn blauwe
ogen met boorwater bette. En meneer
Pimpclmans zei: ,,Ik heb er alweer
schoon genoeg van! Ik bied de auto in
de krant tc koop aan en daarmee uit!"
Langs eenzame boerderijen in auto's
die altijd kapotrammelen
liet dorre land van Argentinië
tKIIE geen woestijn kent, heeft er
geen begrip van. Het is heus niet
allemaal zand en steen. Wat het wel
is, ervaart men als men 1500 km ten
Zuiden van Buenos Aires de lange
trip naar Vuurland aanvaardt. Een dik
ke 500 km noordelijker heeft men af
scheid genomen van het malse wei
de- en korenland en van de geplavei
de weg, van de dorpen en steden en
van het luxe hotel.
Voor ons ligt een onmetelijke dorre
vlakte, -begroeid met laag struikge
was, cactussen en stug gras. De
weg is niet meer dan een baan langs
de grote stenen, bij regen de en
kele keer dat het regent modder,
bij droogte zoals gewoonlijk
een stofpad.
Met een auto kan men beslist niet
harder dan veertig km rijden en
zelfs dan nog rammelt alles uit el
kaar. Nee, toerisme in Patagonië is
geen plezier. En als er panne komt,
is de dichtsbijzijnde garage nog al
tijd minstens 200 km verwijderd.
Chauffeur zijn in Patagonië, bete
kent chirurg zijn van het edel meca-
nisme. Als men de bestuurder van
een vrachtwagen vraagt, hoe lang hij
er over doet van Buenos Aires naar
het zuidelijke puntje van het vaste
land, dan luidt zijn berekening meest
al: „Laat eens kijken, veertien da
gen in de wagen en een week eron
der, dat is drie weken." En het zijn
mannetjesputters, die eventueel in de
open lucht kamperen en op een klein
houtvuurtje wat vlees roosteren voor
de maaltijd!
Flora heeft Patagonië practisch
niet. Waar wat meer regen valt of
grondwater opborrelt, groeit een
schrale boom, maar bloesem en bloe
men vindt men in Patagonië niet.
Ook de fauna is er schaars. Het we
melt weliswaar van hazen, maar nie
mand maakt-er jacht op, omdat het
beste hazenboutje niet op kan tegen
het Argentijnse vlees. Er zijn wat
struisvogels en -gordeldieren en nabij
de kust ziet men wat vogels, ade
laars en meeuwen. Niets kan er
eigenlijk leven en de mens slechts
met zijn moderne hulpmiddelen.
De enkele plaatsjes die we op onze
weg tegenkomen, zijn bijna levenloze
gehuchten, waar geen weg is be
straat en waar de huizen van hout
of plaatijzer schots en scheef door
elkaar staan. Niemand die naar Pa
tagonië komt, denkt eraan er lang te
blijven wonen en die er wordt gebo
ren neemt zich voor later te vertrek
ken. Maar vrijwel allen blijven er.
Alleen als ze rijk zijn, nemen ze drie
maanden vacantie in Buenos Aires en
keren steeds weer terug.
Want er zijn twee dingen, die Pata
gonië toch aantrekkelijk maken: het
geld dat er te verdienen is met scha
pen houden en de vrijheid en de rust.
Men leeft er jaren terug.
geen licht, of licht van een wind
molen. De radio speelt, zolang de ac
cu nog is gevuld en het water loopt,
als men maar diep genoeg een put
graaft. Schoolgaan en kerkdienst be
staan niet. De postbode komt eens in
de drie maanden en als het sneeuwt,
eens per half jaar. Het enige uitstap
je wat de herenboer heeft is twee
maal per jaar naar het naastbijzijnde
gehucht aan de kust.
Daar woont hij gedurende een week
in een schamel hotelletje terwijl zijn
vrouw inkopen doet.
Men zou in dergelijke plaatsen geen
warenhuizen verwachten, maar elke
plaats heeft een groot winkelpand,
waar men alles kan kopen. Al deze
warenhuizen behoren tot de N.V. Pa
tagonia. De levensgeschiedenis van
deze firma is kenmerkend voor de
kansen die men in Patagonië heeft.
Twee broers kwamen in de Argen
tijnse pampa, om wol te kopen. Toen
bleek dat de boeren liever goederen
in ruil ontvingen voor hun wol, na
men ze op de duur in een vracht
auto allerlei artikelen mee. Ten slot
te stichtten ze in elke plaats een
kleine winkel. In plaats van betaling
gaven ze de schapenfokkers crediet-
bonnen, waarop deze tegen normale
prijzen in de warenhuizen terecht
konden. Zo sneed voor de twee broers
het mes aan twee kanten en thans
is hun organisatie een der grootste
warenhuisconcerns in Zuid Amerika.
Er zijn talrijke andere personen te
vinden, die het in Patagonië naar de
vleze ging. Mensen die met een
vrachtauto begonnen de wol op te ha
len, hebben thans een geweldig wa
genpark. Anderen die een klein han
deltje begonnen, staan nu aan het
hoofd van grote exportfirma's. Wer
kelijk, wie tegen ontberingen kan en
handig is, kan met wat durf en spe
culatie in Patagonië „binnen lopen",
want het schaap is geen veeleisend
dier.
Er zijn schapenfarms met meer
dan 100.000 schapen. Een familie Me-
nendez-Behety heeft er zelfs 260.000.
Maar de gemiddelde boer heeft toch
nog altijd 15.000 tot 50.000 stuks. Als
men in Patagonië 1 schaap per 3/4
ha berekent kan men wel beseffen.
hoe groot die „estancia's" wel moe
ten zijn. Er zijn farms groter dan
drie, vier Nederlandse provincies!
Wat er jaarlijks wordt verdiend, is
fantastisch. Een Deense wolkoper
vertelde, dat zijn firma aan een farm
een cheque uitschreef van 15 millioen
pesos, dat is ruim 3 millioen gul
den... voor de wolopbrengst van een
jaar.
Behalve dat, verdienen de farms
nog eens zo veel aan de exportslach
terijen. Er zijn talrijke slachterijen
aan de Argentijnse kust die elk in
een seizoen, 600 tot 1000 schapen per
uur slachten en 30.000 tot 100.000 in
een seizoen.
der niets aantrekkelijks in de Ar
gentijnse pampa. Het enige vertier is
de drank. Nergens op aarde zal zoveel
worden gedronken als in de pampa,
waar de eentonigheid van alledag
door de jenever een kleurtje krijgt.
Europeanen en er zijn vrij veel
Engelsen, Denen en Duitsers gaan
daaraan vaak langzamerhand ten
gronde en men zal niet zelden een
paan verloren
„buitenlander" ontmoeten, die zijn
ontbijt begint met een whiskey.
Dronkenschap brengt gevolgen met
zich mee. Er zijn plaatsen gelijk
in het vroegere Wilde Westen van
Noord Amerika waar de revolver
het laatste woord heeft cn hoewel
het in het openbaar dragen van vuur
wapenen is verboden, beschikt ieder
een er over en doet er het zijne mee
om recht te verkrijgen of onrecht te
vergelden. Niet zelden eindigt een
dobbelpartij vaak om tienduizen
den guldens in een pittig vuurge
vecht en men kan dan beter niet
aanwezig zijn.
Toch is er weer het merkwaardige,
dat de dorre natuur de mens meer
tolerant heeft gemaakt, bij het onver
schillige af en vooral ook meer op el
kaar aangewezen. Er zijn geen
vriendschappen zo hecht als in een
woestenij, en een andere vriendschap
is die tot het dier.
Wat bijvoorbeeld een paard bete
kent voor de pampabewoner is niet
te schatten. Het paard is niet alleen
lastdier, maar bovenal een makker
in de ontberingen. Een goede ruiter
geeft eerst zijn paard te drinken en
neemt dan zelf. Merkwaardig is, dat
paarden in de pampa practisch niets
kosten, dertig tot veertig gulden!
Er is nog iets aantrekkelijks in
Patagonië en wel de historie. De
naam bijvoorbeeld betekentgrote
voeten, naar de voetsporen die zijn
gevonden door de eerste ontdekkers.
Aanvankelijk meende men met een
groot soort mensen te doen te hebben,
maar uit fossielen is gebleken, dat
de pampa vroeger het domein is ge
weest van brontosaurussen. Behalve
deze fossielen vindt men er ook nog
talrijke schatten van Indianen, zoals
huisraad en krijgswerktuigen, uit de
tijd, dat de oorspronkelijke bewoners
nog heer en meester waren. Thans
zijn vrijwel alle Indianen uitgestor
ven, met een enkele uitzondering op
Vuurland.
Een reis door Patagonië is een reis
door een eenzame en andere wereld.
Men komt er neerslachtig uit. En
toch, er is zoveel geld te verdienen...