Weg van Brik naar Thunderjet
bracht geluidsbarrière naderbij
Pioniersarbeid heeft
rijke vrucht gedragen
9
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
Veertig jaar militaire luchtvaart
(Van een bijzondere medewerker)
A VER enkele dagen zal de Koninklijke Nederlandse Luchtmacht
de dag herdenken, waarop zij 40 jaar geleden werd opgericht.
Nederland bevindt zich thans in een periode, waarin het door de
deelneming aan het Atlantische Pact tot de schakels behoort in de
keten van vrije volkeren die zich aanéénschaarden om eventuele
aanvallen op hun vrijheid te kunnen weerstaan. Het is de taak van
de Koninklijke Luchtmacht er voor te zorgen, dat deze schakel nim
mer een verzwakking van de keten zal betekenen.
Het is goed te weten, dat wij in Nederland en bij de Koninklijk»
Luchtmacht in het bijzonder, thans voor een grootse taak staan. Vele
moeilijkheden en teleurstellingen werden sinds de oprichtingsdatum,
1 Juli 1914, ondervonden en overwonnen.
Wij Nederlanders moeten het oog gericht houden op het voor
beeld van de pioniers uit de beginperiode en op de prestaties van
hen die in de periode 19401945 zowel in Indië als in Nederland
getoond hebben dat Nederland een luchtmacht waard is. Wij mogen
dit nimmer vergeten.
Het is goed het ten volle te beseffen, dat wij iets groots hebben
te verrichten en dat wij dit, gezien de huidige wereldsituatie, niet
kunnen en niet mógen verbloemen.
Daarom is het noodzakelijk, ons op de hoogte te stellen van de
geschiedenis der thans Koninklijke Luchtmacht en met de periode
die daaraan voorafging.
DAT HET VOOR de mens altijd
een fascinerende gedachte is
geweest, zich als een vogel vrij in
het luchtruim te kunnen bewegen,
getuigen de vele mythen en legen
den uit oude tijden. Eén van deze
legenden, een Chinees verhaal van
omstreeks 2250 jaar v. Chr., ver
telt ons hoe een Chinese keizer uit
zijn gevangenschap trachtte te ont
vluchten door zich in het lucht
ruim te laten schieten. Hiertoe liet
Zijne Majesteit zich een stevige
stoel bouwen, voorzien van een
enorme houder voor vuurwerk die
bnder de zitplaats was aange
bracht. Op de dag waarop de ont
vluchting zou plaats hebben, liet
de keizer zich op de stoel vastbin
den, waarna de lont van het vuur
werk werd ontstoken. Het gevaar
te ging inderdaad „de lucht in",
maar de ondernemende keizer
keerde nimmer van deze „schiet
stoel-escapade" terug.
Uit de Griekse mythologie is ons I
Icarus bekend, die het ook al ho-|
gerop zocht; maar uit de aard der
zaak vormen sprookjes en legenden I
nog geen bewijs voor de veronder
stelling, dat men in de grijze oud
heid reeds proefnemingen zou heb
ben gedaan, teneinde de mogelijk
heid na te gaan of de mens inder
daad zou kunnen vliegen.
De eerste geschriften over onderzoe
kingen op luchtvaartgebied, dateren uit
de tweede helft van de 15e eeuw.
Hierin beschreef de veelzijdig ontwik
kelde Italiaan Leonardo da Vinei o.a.
het toestel met hefschroef. Tevens
trachtte hij aani te tonen dat het voor
de mens mogelijk is, door midel van
spierkracht te vliegen. Hierbij bediende
hij zich van een soort vleugelconstruc
tie die met veren was bekleed. Een
voorloper van het zweefvliegtuig dus.
Hij baseerde zijn theorie op ondervin
dingen die hij had opgedaan met
{iroefnemingen over luchtstromingen
angs vleugels.
De man, die als de grondlegger van
de luchtvaart mag worden beschouwd,
is de ingenieur Otto Lilienthal, die in
de 19e eeuw (1848-1896) niet alleen een
grondige studie van het vliegen maak
te, maar deze theorie ook aan de prac-
tijk toetste.
De eerste opstijging in het luchtruim
had echter reeds eerder plaats, nl. op
27 November 1783, toen door de gebroe
ders Montgolfier een door hen zelf ver
vaardigde ballon in het dorpje Annomay
in Frankrijk zonder bemanning werd
opgelaten. Op 21 November 1783 werd
een vlucht van 25 minuten gemaakt
met een dergelijke ballon door de Fran
sen Pilatre de Rozier en d'Arlandes
die in het Bois de Boulogne bij Parijs
opstegen. Hiermede was het pleit be
slecht: de mens had zijn luchtdoop ont
vangen.
Op 7 Januari 1785 voeren Blanchard
en dr Jeffries met een ballon over Het
Kanaal en op 16 September 1804 steeg
de bekende Franse natfiurkundige Gay-
Lusac met een dergelijk apparaat tot
een hoogte van 1716 m. Voortbouwend
op de theorie van Otto Lilienthal gelukte
het de gebroeders Wilbur en Orville
Wright op 17 December 1903 te Kitty
Hawks, North Carolina, U.S.A. een
vlucht te maken met een door hen
zelf geconstrueerd toestel. Het gelukte
de beide ondernemende Amerikanen 12
seconden in de lucht te blijven. In
Augustus 1908 maakte Wilbur Wright
zijn eerste vlucht met eeni meer geper-
fectionneerde vliegmachine in Frankrijk.
Dit land, dat toen gold voor het Na
pels van de aviatiek, had reeds aan
verscheidene „aviateurs" een kans ge
boden om hun. namen onsterfelijk te
maken. Denken we hierbij aan man
nen als de Braziliaan Santos Dumont
die uit louter liefhebberij kleine lucht
schepen bouwde, de Fransman Henri
Farman die op 30 October 1908 de eer
ste overlandvlucht maakte van Chalons
naar Reims in de voor toen fantasti
sche tijd van 20 minuten.
Voorts was daar Blériot, die op 25
Juli 1909 over het Kanaal vloog in. een
zelfgebouwde eendekker. Blériot werd
later als instructeur en constructeur
een belangrijke man voor Nederlanders
die in Frankrijk de kunst van de „avia-
.V"I vingers aan één hand" was
de benaming van een welhaast
legendarisch geworden Nederlands
militair stunt-escadrille. In binnen-'
zowel als in buitenland hebben deze
vijf vliegers veel succes gehad bij
hun optreden.
-B-
tiek" beoefenden. Al gauw ontwikkelde
zich in die dagen de populaire sport-
vliegerij. waardoor mannen als Dela-
grange, Voisin en Latham bekende fi
guren werden.
In ons land werd de eerste vlucht
gemaakt door de Belg Graaf de
Lambert, een leerling van de ge
broeders Wright, die op 27 Juni
1909 bij Etten en Leur in Noord-
Brabant een vliegdemonstratie gaf.
De eerste vlucht door de Neder
lander Hilgers boven vaderlandse
bodem, werd bij Ede gemaakt op
29 Juli 1910 met een Blériot één
dekker. Jan Olieslagers maakte in
hetzelfde jaar de eerste Neder
landse overlandvlucht van Rotter
dam naar Gouda en terug in de
tijd van 31 minuten.
op 29 Juli 1910. Ook boven Den
Haag verrichtte de jonge vlieger enige
staaltjes van vliegkunst. In deze stad
werd hij geestdriftig gehuldigd en ont
ving hij de zilveren plaquette van de Ne
derlandse Vereniging voor Luchtvaart.
Helaas was hij ook de eerste landge
noot, die in de luchtvaart het leven
liet. wat nog geen maand later ge
schiedde toen hij met een Blériot af
gleed boven de Kemperheide op 27
Mei 1910.
In October van hetzelfde jaar be
zochten drie officieren, nl. Wijnmalen,
Koolhoven en Küller „St. Job in het
Goor" bij Antwerpen, waar zij de
luchtdoop ontvingen, om een maand
later op de „vliëgheide" van Soester-
berg hun prestaties voort te zetten.
Het was maar een klein veldje, die
mooie heide van Soesterberg. Een hob
belig stukje land met wat dor. droog
gras waarin de heidebloempjes bloei
den. Vliegveld werd er tegen gezegd!
Maar in die dagen noemde men elk
terrein, dat wat open lag en waar toe
vallig ergens langs de rand van het
terrein een „aeroplane" te wachten
stond, vliegveld!
Nu was het voor die dagen reeds
opmerkelijk, dat aan de rand van dat
hobbelige stukje Soesterbergse hei con
stant een aeroplane stond.
Als men dit toestel van naderbij be
keek, kon men een wir-war van draden
en verspanningen ontdekken, terwijl het
toestel was voorzien van een zware,
De vliegers van toen waren ras-echte
pioniers, die slechts over weinig erva
ring beschikten en alles zelf moesten
proberen. Een vlucht bestond uit het
maken van één of meer rondjes op be
trekkelijk geringe hoogte en had meer
weg van sprongen met rare, gevaar
lijke vlakke bochten. Men mag dan ook
aannemen, dat het vliegen in die tijd
een met zekerheid trotseren van ern
stige gevaren betekende. Nu zou men
er hartelijk voor bedanken om in zo'n
„kist" te vliegen.
Ridders van 't luchtruim
Dat de vliegers uit het pioniers
tijdperk zich op allerlei manieren
tegen ongevallen trachtten te be
hoeden, blijkt wel uit de construc
tie van de vliegerspakken van toen.
Een vliegerspak was inwendig
voorzien van een staalconstructie
J7EN haast onafzienbare rij Meteor-
straaljagers op een Nederlandse
vliegbasis. Juist rechts van de
tweede staart ziet men de verkeers
toren van het vliegveld.
waarop menig ruiter uit het rid
dertijdperk jaloers zou zijn ge
weest.
Daarom kan men dit allereerste be
gin van de luchtvaart ook met recht
het pionierstijdperk noemen. Immers
de vliegers wisten niet hoe de materia
len zich gedroegen, men kende de mo
tor nagenoeg niet, men had over het
algemeen nog maar weinig idee van
het vliegen.
In de toenmalige dorre, niet op lucht
verkeer ingerichte omgeving van Soes
terberg was de startbaan van de Mi
litaire Luchtvaart; daar ronkte en
klapperde en stoof zij over de met
heidekruid begroeide bodem en daar
koos zij op 1 Juli 1914 .voor het eerst
het luchtruim. De start was traag en
moeilijk door een grote tegenwerking
en wanbegrip. De eerste bemoeiingen
van het legerbestuur met de luchtvaart
gaan terug tot in 1886, toen er nl.
een kabelballonpark werd opgericht.
Aan de generaal Snijders, die in 1907
voorzitter was geworden van de Ne
derlandse Vereniging voor Luchtvaart,
is het te danken geweest dat in 191U
een Militaire Luchtvaart Commissie
werd ingesteld. Onder zijn voorzitter
schap, waarbij hij als studie- en advi
serend persoon Op militair-aviatisch ge
bied fungeerde, kregen de luitenants
Versteegh, Coblijn en Visser nog het
zelfde jaar verlof om met behoud van
tractement. zoals dat toen werd Ie_
noemd, zich in Frankrijk in de vlieg
kunst te bekwamen.
In 1911 werden er in de Betuwe leger-
manoeuvres gehouden, waarbij voor het
eerst de militaire luchtvaart aan de
practijk werd getoetst. Voor dit doel
1 Farman en 1 Brouckère, alle met
50 p.k. Gnóme motor uitgerust. Helaas
waren deze vliegtuigen particulier ei
gendom. zodat men toen niet bepaald
van militair bruikbare resultaten kon
spreken. Deze ..luchtvaart-manoeuvre"
droeg dan ook veel meer het karakter
van een gelukkig geslaagde improvisa
tie.
Generaal Snijders had echter duide
lijk het bestaansrecht van een mili
taire luchtvaart ingezien en diende
naar aanleiding hiervan een rapport in,
dat tot resultaat had, dat op 1 Juli
1913 de eerste Nederlandse luchtvaart
afdeling werd opgericht, onder com
mando van de toenmalige kapitein der
Genie H. Walaardt Sacré.
Hoe enorm de omvang van «le lucht
macht is gegroeid in het tijdsbestek
van 40 jaar. dringt pas goed tot een
ieder door als men leest dat bij de op
richting in 1913 - het vliegercorps uit
3 officieren bestond en het materieel
uit één vliegtuig, de welbekende Brik
van de toenmalige vaandrig Marlnus
van Meel.
De manoeuvresdie op de Pettelaar
werden gehouden.' .hadden echter niet
alleen- de .oprichting, van de luchtvaart-
afdeling in-Nederland ten gevolge: ook
voor het voormalige- Nederlands-Indi
sche leger zou iets gaan: gebeuren. De
toenmalige minister van Koloniën be
sloot de grondslag te leggen voor de
oprichting van een luchtvaartafdeling
voor het Koninklijke Nederlands-Indi
sche Leger.
Luitenant Hein Ter Poorten, die later
opperbevelhebber van het K.N.I.L.
werd, kreeg opdracht de voornaamste
buitenlandse fabrieken te bezichtigen
en tevens de nodige ervaring op te
doen. Medio 1912 werd overgegaan tot
de aanschaffing van 3 vliegtuigen voor
het K.N.I.L, nl. 2 tweedekkers van
het type Farman en 1 ééndekker van
het type Déperdussin. Het duurde ech
ter nog tot 30 Mei 1914 alvorens men
overging tot het oprichten van de
proefvliegafdeling voor het K.N.LL. De
oprichting van de later zo roemruchte
Luchtvaart Afdeling in Indië werd ge
zien als een tijdelijke maatregel, die
echter ruim 36 jaar heeft bestaan al
vorens op 26 Juli 1950 de Militaire
Luchtvaart in Indië werd opgeheven.
Met pistolen
Bij het uitbreken van de eerste we
reldoorlog bezat Nederland een lucht
vloot van 8 vliegtuigen, waarvan zeven
„op stapel". De Brik en een toestel
met dubbele stuurinrichting, een Van
Meel-constructie, waarop de eerste of
ficieren vliegonderricht ontvingen, wa
ren de enige toestellen in de vaart. De
grondorganisatie bestond uit een auto
mobiel. Dit was niet zo tragisch als
het wel lijkt, omdat de buitenlandse
luchtvloten toen nog niet veel haden
te betekenen. In die tijd beschoten de
waarnemers elkaar met stalen pennen,
pistolen en karabijnen. Deze gemoede
lijkheid in de „luchtoorlog" hield echter
op, toen betere, meer snelle en met
mitrailleurs bewapende vliegtuigen aan
het front verschenen. In de zomer van
1915 werden aan Duitse zijde voor het
eerst door het schroefveld vurende mi
trailleurs gebruikt. Hiermee kwam te
vens een eind aan het „haasje over"
in de lucht.
De ontwikkeling in de luchtvaart ging
met grote sprongen vooruit en eerst
toen geraakten wij in Nederland in een
enorme achterstand door het ontbreken
van een eigen vliegtuigindustrie. Het
was jammer, dat de Nederlandse re
gering in deze periode geen aandacht
schonk aan de pogingen van de Haar
lemmer Anthony Fokker, die, na
eigen vliegtuigontwerp te hebben ge
maakt, alom bekend onder de r
De Spin, de uitvinding deed van
door het schroefveld schietende
trailleur. Tevergeefs trachtte hij deze
vinding aan de geallieerden te verko
pen, waarna hij zich helaas
Duitsland begaf en vliegtuigen
de Centralen, zoals de as-mogendheden
en heetten, ging bouwen.
Fokker toonde zich een er\
vliegtuigbouwer en wist in korte tijd
diverse typen „aeroplanes" te ver
vaardigen voor bombarderen, verken
nen en onderscheppingsdoeleinden. De
maximale snelheid van de vliegtuigen
lag toen tussen de 200 en 250 km per
fabriek gebouwd en uit Frankrijk
Duitsland werd een aantal motoren be
trokken, zodat in de behoefte aan les
materiaal voorlopig kon worden voor-
In 1914 werden langs de grenzen
vliegvelden ingericht van waaruit
vluchten werden verricht die officieel
als patrouillevluchten voor grensver
kenningen te boek stonden. Uit deze
tijd dateren de vliegvelden te Vlissin-
gen, Gilze-Rijen, Venlo en op de Kem
perheide.
Vliegtuigen cadeau
Het tweede jaar van de eerste
wereldoorlog werd voor Nederland
een bijzonder jaar. Het buitenland
begon ons op zeer originele wijze
van vliegtuigen te voorzien. Noch
via kooporders, noch via hulptoe-
wijzingen^ maar door het interne
ren van vliegtuigen kwamen de
vreemdste toestellen in het bezit
van de Nederlandse regering.
Nadat de vliegers uit Duitsland en
België en Frankrijk waren opgestegen,
bekampten zij elkaar ergens in de
lucht boven het oorlogsgebied. Wanneer
de heren het strijden moe waren of
averij hadden opgelopen, vonden zij
het blijkbaar niet meer dan billijk om
an de vermoeiende strijd eens goed uit
rusten. Wat was gemakkelijker
m een neutraal land op te zoeki
it in de nabijheid lag?
Bij de Nederlandse Luchlvaartafde-
ling ging een hoeraatje op, iedere keer
wanneer er zo'n vreemde vogel op Ne
derlandse bodem neerstreek, maar on
danks het feit dat de Luchtvaartafde
ling op deze wijze een respectabele
uitbreiding had verkregen, was het
van escadrilles met toestellen
snelheid en vliegeigenschappen
Sterk verschilden ondoenlijk, vooral in
verband met de opleiding tot vlieger.
De leerlingen-vlieger werden op Far-
mans „gelest" en na het behalen van
hun resp. klein- en groot militair bre
vet,. losgelaten op de dikwijls moeilijk
te' vliegen snelle oorlogsvliegtuigen.
Echter vormde de grote verzameling
vreemde toestellen op zichzelf een
ledige cursus in de ontwikkeling
de buitenlandse vliegtechniek, zodat
een veelzijdige vorming van mecani
ciens en vliegtuigmakers mogelijk werd
gemaakt. In het demonteren en het re
pareren van deze vogels van diverse
pluimage waren het dan ook ware vir
tuozen.
Het jaar 1916 bracht voor de Lucht
vaartafdeling weer een uitbreiding: de
radio- en foto-afdeling werd opgericht.
Ook waren reeds de eerste symptomen
vliegmedische dienst aanwe
zig. Enige tijd later werd de weer-
dienst opgericht, die ten behoeve var
het K.N.M.I. in De Bilt vluchten maak
te. Bij het beëindigen van de eerstt
wereldoorlog was de sterkte van hel
vliegtuigpark gestegen tot 73 verken
ners, 30 jagers en een tiental lesvlieg-
tuigen.
verigens werden deze vliegtuigen
de vrede niet op de schroothoop ge
gooid, maar grotendeels dankbaar
bruikt als lesmateriaal. Immers, na
vrede kreeg het burgerluchtverkeer
kans. Met medewerking van de
luitenants-vliegers Plesman en Hof-
mm
vliegers organiseerden kort daarop
grote luchtvaarttentoonstelling te Am
sterdam. de ELTA (Eerste Luchtvaart
tentoonstelling Amsterdam) om te be
wijzen wat men op vliegtechnisch ge
bied bereikt had. Na de oorlog keerde
ook Fokker naar Nederland terug en
vestigde zijn fabriek in de omgeving
van Amsterdam. Van deze fabriek
werden door de Luchtvaartafdeling ja
gers, verkenners en lesvliegtuigen be
trokken.
Dank zij Fokker bezat Nederland in
de vroege twintiger jaren een kleine,
maar voor die tijd moderne luchtmacht.
Oud-vliegers zullen zich bij het lezen
van deze geschiedenis de goede oude
C-IV, C-V en C-VI herinneren. Vooral
de Fokker C-V was het vliegtuig dat
in die dagen de „crack" van de Lucht
vaartafdeling werd genoemd.
In 1925 kwam er opnieuw tekening
in de Luchtvaartafdeling, toen het Bu
reau Luchtverdediging werd opge
richt, dat de grondslag legde voor een
betere samenwerking met andere wa
pens zoals de artillerie, de genie en
ae infanterie. Vijf jaar later, op 1 Fe
bruari 1930, had een belangrijke ver
andering in de organisatie van de
Luchtvaartafdeling plaats. Het poten
tieel van de Luchtvaartafdeling werd
voor het eerst ondergebracht in ver
schillende vliegtuigafdelingen. Zo ont
stonden de Jachtvliegtuigafdeling, kort
weg J.A.V.A. genoemd, de Proefvlieg-
tuigafdeling (de P.V.A.) en twee ver-
kenningsvliegtuiggroepen. Fokker pre
senteerde een nieuw jachtvliegtuig, de
Fokker D-XVI die later werd opge
volgd door de bekende D-XVII.
Voorlopig bleef bezuinigen het wacht
woord en al begonnen na 1936 de geld
middelen iets ruimgr te vloeien, de
Hitler-Duitsland begon te gisten en
rommelen, werd in 1935 de Inspectie
van de Militaire Luchtvaart ingesteld.
Hieronder kwam de Luchtvaartafdeling
te ressorteren en ook het Luchtvaart
bedrijf, dat het technische gedeelte ver
tegenwoordigde.
Nu werd een aanvang gemaakt met
de voor oorlogstijd noodzakelijke de-
JJEZE zes vlaggen met op de
achtergrond een Harvard lesvlieg-
tuig symboliseren de hechte samen
werking tussen de Luchtmachten
van de Navo-landen.
28 verouderde verkenners van het
type C-V;
16 artillerie-waarnemingsvliegtuigen
van het type Koolhoven FK-51.
Een totaal van ruim 155 vliegtuigen,;
waarvan 50 verouderde toestellen.
Inmiddels was de spanning in de we-j
reldsituatie groot. In de nacht van 9
op 10 Mei 1940 was voor alle organen
inhield dat alle jagers
luchtkruisers gereed voor de start
moesten staan, terwijl de verkenners
verspreid buiten de vliegvelden werden!
opgesteld. Omstreeks 2 uur 45 werden,
voorafgegaan door een stroom var
luchtwachtmeldingen. vijandelijke vlieg
tuigen boven het strand en de kust
streek gesignaleerd. Niet lang daarna
wemelde de ochtendlucht van parachu-
De vuurproef
Wat er boven één van de vliegvelden
gebeurde, volgt hier in het kort. Een
Nederlandse vlieger vertelt: Va]
„Het was nog heel vroeg in de mor-jw
gen. Drie kisten razen laag over het,
dak. Ik ben meteen klaar wakker. Het
geronk van die toestellen klinkt mij!na'
vreemd in de oren en als ik me af-^p1
vraag of dit misschien drie van onzeiriji
nieuwe kisten zijn, hoor ik het korte ga:
blaffen van het luchtafweergeschut.' dri
Snel kleed ik me aan en ren naar bui-jmij
In de lucht drijven vele witteyai
Wolkjes. Dan zie ik plotseling Mes-pJ3
serschmitts van vrij grote TtoogtcLp*
neerduiken. Zwarte eivormigeBe
voorwerpen maken zich los van dffj13
romp en even later, als op com^1
mando, harst van alle kanten een i
hels lawaai los, geratel van ma^-a
chinegeweren, luchtdoelmitrailfc
centralisatie. Behalve het aloude Soes
terberg kwamen andere vliegvelden in
Êermanent gebruik, zoals Schiphol.
ergen. Valkenburg, Ypenburg, Texel
en Gilze-Rijen.
Met 155 toestellen
Na September 1938 trad er in de Mi
litaire Luchtvaart een sterke verande
ring op. De uitrusting en de organi
satie van de toenmalige Luchtvaart
afdeling werden radicaal gewijzigd. In
November 1938 werd deze naam ver
vangen door die van Luchtvaartbrigade.
Deze brigade bestond uit drie regimen
ten. De brigade-commandant was te
vens inspecteur van het Wapen der
Militaire Luchtvaart en stond als zo
danig onder de minister van Defen
sie, maar als brigadecommandant on
der de Commandant Luchtverdediging.
Deze militaire hiërarchie mag voor
de meeste lezers iets onbegrijpelijks
lijken, des te duidelijker moet het we
zen dat in 1936. in plaats van de Lucht
vaartafdeling, de Militaire Luchtvaart
als een afzonderlijk wapen ontstond.
Om ons enigszins een voorstelling te
kunnen maken van wat er die eerste
Meidag en de volgende oorlogsdagen
niet onze luchtstrijdkrachten gebeurde,
is het van belang iets af te weten
van de opstelling en sterkte van dt
vliegtuigen. Fokker kreeg in deze da
gen zeer belangrijke bestellingen en ir
de fabrieken heerste een enorme, haast
koortsachtige bedrijvigheid. De achter
stand moest worden ingehaald
In December werd een jachtgroep
ïged1J ,---i
XI
Douglas-Northrop jagers.
De Militaire Luchtvaart bestond uit
drie regimenten, waarin de strategische
groepen, de jacht- en verkenningsgroe-
sn waren ingedeeld.
De totale sterkte zag er als volgt
uit:
52 jachtvliegtuigen, waarvan 29 D-21*s;
23 Fokkers G-l jachtbommenwerpers;
9 Fokkers T-5 luchtkruisers;
21 verkenners bestaande uit 11 Douglas
JTEN aardig moment uit het ver
leden van de vliegerij. Marinu:
van Meel bestuurt hier zijn „Brik''
naar onze maatstaven een vreemd-,
soortig samenraapsel van draden en{"S
linnen. Van Meeldie van zijn[ra:
mecano het hondje „Rep" de|at|
mascotte van jong Soesterberg
aanneemt, heeft achter zich zowaar
een vrouwelijke passagier. Hoeveel
mannen durven in deze dagen noflj
niet de lucht in?
>aarr?
L
leurs, de scherpe knallen van 7t(er
luchtdoelgeschut, het ontplof je
van granaten en daar tussendoctd
het klaaglijke loeien van koeien dfc i
op de weilanden rondom het vliei
veld graasden. ng
Als de eerste golf voorhij is ede
ik het vliegveld heb bereikt, Hij*
het daar zwaar gehavend. De haij"t
gars zijn één chaos van brokkem
muur en gebogen staal. Het lai*
dingsterrein is bezaaid met bon^jj
trechters en de toestellen op h ng'
terrein zijn doorzeefd met kogen
gaten.
Tenietgedaan is in tien minuten et
arbeid van maanden.
Gelukkig zijn er nog toestellen d J'
verdekt onder bomen waren opgestel -c
Het zijn weliswaar niet de nieuwe ki aa
'~n, maar op de Fokkers C-10 kenn»i 1
ij de weg als in de linnenkast. WPi
krijgen een doel op. Waalhaven is ntfjz
in handen van de vijand. Terwijl wtn
langs de kust vliegen, wordt onze aai >u>
dacht getrokken door een eigen aa rdi ak
tafreel. Het lijkt wel of alle inwoneifrai
van Wassenaar de was hebben uitg» as
hangen. Het zijn honderden parachu'e ,ri
e in de duinen en op het strand liggei^
ijn-V-r.r,nnnntir;.nnM< Sd
Zie verder volgende pagint"