Weg van Brik naar Thunderjet bracht geluidsbarrière naderbij Pioniersarbeid heeft rijke vrucht gedragen 9 NIEUWE LEIDSCHE COURANT Veertig jaar militaire luchtvaart (Van een bijzondere medewerker) A VER enkele dagen zal de Koninklijke Nederlandse Luchtmacht de dag herdenken, waarop zij 40 jaar geleden werd opgericht. Nederland bevindt zich thans in een periode, waarin het door de deelneming aan het Atlantische Pact tot de schakels behoort in de keten van vrije volkeren die zich aanéénschaarden om eventuele aanvallen op hun vrijheid te kunnen weerstaan. Het is de taak van de Koninklijke Luchtmacht er voor te zorgen, dat deze schakel nim mer een verzwakking van de keten zal betekenen. Het is goed te weten, dat wij in Nederland en bij de Koninklijk» Luchtmacht in het bijzonder, thans voor een grootse taak staan. Vele moeilijkheden en teleurstellingen werden sinds de oprichtingsdatum, 1 Juli 1914, ondervonden en overwonnen. Wij Nederlanders moeten het oog gericht houden op het voor beeld van de pioniers uit de beginperiode en op de prestaties van hen die in de periode 19401945 zowel in Indië als in Nederland getoond hebben dat Nederland een luchtmacht waard is. Wij mogen dit nimmer vergeten. Het is goed het ten volle te beseffen, dat wij iets groots hebben te verrichten en dat wij dit, gezien de huidige wereldsituatie, niet kunnen en niet mógen verbloemen. Daarom is het noodzakelijk, ons op de hoogte te stellen van de geschiedenis der thans Koninklijke Luchtmacht en met de periode die daaraan voorafging. DAT HET VOOR de mens altijd een fascinerende gedachte is geweest, zich als een vogel vrij in het luchtruim te kunnen bewegen, getuigen de vele mythen en legen den uit oude tijden. Eén van deze legenden, een Chinees verhaal van omstreeks 2250 jaar v. Chr., ver telt ons hoe een Chinese keizer uit zijn gevangenschap trachtte te ont vluchten door zich in het lucht ruim te laten schieten. Hiertoe liet Zijne Majesteit zich een stevige stoel bouwen, voorzien van een enorme houder voor vuurwerk die bnder de zitplaats was aange bracht. Op de dag waarop de ont vluchting zou plaats hebben, liet de keizer zich op de stoel vastbin den, waarna de lont van het vuur werk werd ontstoken. Het gevaar te ging inderdaad „de lucht in", maar de ondernemende keizer keerde nimmer van deze „schiet stoel-escapade" terug. Uit de Griekse mythologie is ons I Icarus bekend, die het ook al ho-| gerop zocht; maar uit de aard der zaak vormen sprookjes en legenden I nog geen bewijs voor de veronder stelling, dat men in de grijze oud heid reeds proefnemingen zou heb ben gedaan, teneinde de mogelijk heid na te gaan of de mens inder daad zou kunnen vliegen. De eerste geschriften over onderzoe kingen op luchtvaartgebied, dateren uit de tweede helft van de 15e eeuw. Hierin beschreef de veelzijdig ontwik kelde Italiaan Leonardo da Vinei o.a. het toestel met hefschroef. Tevens trachtte hij aani te tonen dat het voor de mens mogelijk is, door midel van spierkracht te vliegen. Hierbij bediende hij zich van een soort vleugelconstruc tie die met veren was bekleed. Een voorloper van het zweefvliegtuig dus. Hij baseerde zijn theorie op ondervin dingen die hij had opgedaan met {iroefnemingen over luchtstromingen angs vleugels. De man, die als de grondlegger van de luchtvaart mag worden beschouwd, is de ingenieur Otto Lilienthal, die in de 19e eeuw (1848-1896) niet alleen een grondige studie van het vliegen maak te, maar deze theorie ook aan de prac- tijk toetste. De eerste opstijging in het luchtruim had echter reeds eerder plaats, nl. op 27 November 1783, toen door de gebroe ders Montgolfier een door hen zelf ver vaardigde ballon in het dorpje Annomay in Frankrijk zonder bemanning werd opgelaten. Op 21 November 1783 werd een vlucht van 25 minuten gemaakt met een dergelijke ballon door de Fran sen Pilatre de Rozier en d'Arlandes die in het Bois de Boulogne bij Parijs opstegen. Hiermede was het pleit be slecht: de mens had zijn luchtdoop ont vangen. Op 7 Januari 1785 voeren Blanchard en dr Jeffries met een ballon over Het Kanaal en op 16 September 1804 steeg de bekende Franse natfiurkundige Gay- Lusac met een dergelijk apparaat tot een hoogte van 1716 m. Voortbouwend op de theorie van Otto Lilienthal gelukte het de gebroeders Wilbur en Orville Wright op 17 December 1903 te Kitty Hawks, North Carolina, U.S.A. een vlucht te maken met een door hen zelf geconstrueerd toestel. Het gelukte de beide ondernemende Amerikanen 12 seconden in de lucht te blijven. In Augustus 1908 maakte Wilbur Wright zijn eerste vlucht met eeni meer geper- fectionneerde vliegmachine in Frankrijk. Dit land, dat toen gold voor het Na pels van de aviatiek, had reeds aan verscheidene „aviateurs" een kans ge boden om hun. namen onsterfelijk te maken. Denken we hierbij aan man nen als de Braziliaan Santos Dumont die uit louter liefhebberij kleine lucht schepen bouwde, de Fransman Henri Farman die op 30 October 1908 de eer ste overlandvlucht maakte van Chalons naar Reims in de voor toen fantasti sche tijd van 20 minuten. Voorts was daar Blériot, die op 25 Juli 1909 over het Kanaal vloog in. een zelfgebouwde eendekker. Blériot werd later als instructeur en constructeur een belangrijke man voor Nederlanders die in Frankrijk de kunst van de „avia- .V"I vingers aan één hand" was de benaming van een welhaast legendarisch geworden Nederlands militair stunt-escadrille. In binnen-' zowel als in buitenland hebben deze vijf vliegers veel succes gehad bij hun optreden. -B- tiek" beoefenden. Al gauw ontwikkelde zich in die dagen de populaire sport- vliegerij. waardoor mannen als Dela- grange, Voisin en Latham bekende fi guren werden. In ons land werd de eerste vlucht gemaakt door de Belg Graaf de Lambert, een leerling van de ge broeders Wright, die op 27 Juni 1909 bij Etten en Leur in Noord- Brabant een vliegdemonstratie gaf. De eerste vlucht door de Neder lander Hilgers boven vaderlandse bodem, werd bij Ede gemaakt op 29 Juli 1910 met een Blériot één dekker. Jan Olieslagers maakte in hetzelfde jaar de eerste Neder landse overlandvlucht van Rotter dam naar Gouda en terug in de tijd van 31 minuten. op 29 Juli 1910. Ook boven Den Haag verrichtte de jonge vlieger enige staaltjes van vliegkunst. In deze stad werd hij geestdriftig gehuldigd en ont ving hij de zilveren plaquette van de Ne derlandse Vereniging voor Luchtvaart. Helaas was hij ook de eerste landge noot, die in de luchtvaart het leven liet. wat nog geen maand later ge schiedde toen hij met een Blériot af gleed boven de Kemperheide op 27 Mei 1910. In October van hetzelfde jaar be zochten drie officieren, nl. Wijnmalen, Koolhoven en Küller „St. Job in het Goor" bij Antwerpen, waar zij de luchtdoop ontvingen, om een maand later op de „vliëgheide" van Soester- berg hun prestaties voort te zetten. Het was maar een klein veldje, die mooie heide van Soesterberg. Een hob belig stukje land met wat dor. droog gras waarin de heidebloempjes bloei den. Vliegveld werd er tegen gezegd! Maar in die dagen noemde men elk terrein, dat wat open lag en waar toe vallig ergens langs de rand van het terrein een „aeroplane" te wachten stond, vliegveld! Nu was het voor die dagen reeds opmerkelijk, dat aan de rand van dat hobbelige stukje Soesterbergse hei con stant een aeroplane stond. Als men dit toestel van naderbij be keek, kon men een wir-war van draden en verspanningen ontdekken, terwijl het toestel was voorzien van een zware, De vliegers van toen waren ras-echte pioniers, die slechts over weinig erva ring beschikten en alles zelf moesten proberen. Een vlucht bestond uit het maken van één of meer rondjes op be trekkelijk geringe hoogte en had meer weg van sprongen met rare, gevaar lijke vlakke bochten. Men mag dan ook aannemen, dat het vliegen in die tijd een met zekerheid trotseren van ern stige gevaren betekende. Nu zou men er hartelijk voor bedanken om in zo'n „kist" te vliegen. Ridders van 't luchtruim Dat de vliegers uit het pioniers tijdperk zich op allerlei manieren tegen ongevallen trachtten te be hoeden, blijkt wel uit de construc tie van de vliegerspakken van toen. Een vliegerspak was inwendig voorzien van een staalconstructie J7EN haast onafzienbare rij Meteor- straaljagers op een Nederlandse vliegbasis. Juist rechts van de tweede staart ziet men de verkeers toren van het vliegveld. waarop menig ruiter uit het rid dertijdperk jaloers zou zijn ge weest. Daarom kan men dit allereerste be gin van de luchtvaart ook met recht het pionierstijdperk noemen. Immers de vliegers wisten niet hoe de materia len zich gedroegen, men kende de mo tor nagenoeg niet, men had over het algemeen nog maar weinig idee van het vliegen. In de toenmalige dorre, niet op lucht verkeer ingerichte omgeving van Soes terberg was de startbaan van de Mi litaire Luchtvaart; daar ronkte en klapperde en stoof zij over de met heidekruid begroeide bodem en daar koos zij op 1 Juli 1914 .voor het eerst het luchtruim. De start was traag en moeilijk door een grote tegenwerking en wanbegrip. De eerste bemoeiingen van het legerbestuur met de luchtvaart gaan terug tot in 1886, toen er nl. een kabelballonpark werd opgericht. Aan de generaal Snijders, die in 1907 voorzitter was geworden van de Ne derlandse Vereniging voor Luchtvaart, is het te danken geweest dat in 191U een Militaire Luchtvaart Commissie werd ingesteld. Onder zijn voorzitter schap, waarbij hij als studie- en advi serend persoon Op militair-aviatisch ge bied fungeerde, kregen de luitenants Versteegh, Coblijn en Visser nog het zelfde jaar verlof om met behoud van tractement. zoals dat toen werd Ie_ noemd, zich in Frankrijk in de vlieg kunst te bekwamen. In 1911 werden er in de Betuwe leger- manoeuvres gehouden, waarbij voor het eerst de militaire luchtvaart aan de practijk werd getoetst. Voor dit doel 1 Farman en 1 Brouckère, alle met 50 p.k. Gnóme motor uitgerust. Helaas waren deze vliegtuigen particulier ei gendom. zodat men toen niet bepaald van militair bruikbare resultaten kon spreken. Deze ..luchtvaart-manoeuvre" droeg dan ook veel meer het karakter van een gelukkig geslaagde improvisa tie. Generaal Snijders had echter duide lijk het bestaansrecht van een mili taire luchtvaart ingezien en diende naar aanleiding hiervan een rapport in, dat tot resultaat had, dat op 1 Juli 1913 de eerste Nederlandse luchtvaart afdeling werd opgericht, onder com mando van de toenmalige kapitein der Genie H. Walaardt Sacré. Hoe enorm de omvang van «le lucht macht is gegroeid in het tijdsbestek van 40 jaar. dringt pas goed tot een ieder door als men leest dat bij de op richting in 1913 - het vliegercorps uit 3 officieren bestond en het materieel uit één vliegtuig, de welbekende Brik van de toenmalige vaandrig Marlnus van Meel. De manoeuvresdie op de Pettelaar werden gehouden.' .hadden echter niet alleen- de .oprichting, van de luchtvaart- afdeling in-Nederland ten gevolge: ook voor het voormalige- Nederlands-Indi sche leger zou iets gaan: gebeuren. De toenmalige minister van Koloniën be sloot de grondslag te leggen voor de oprichting van een luchtvaartafdeling voor het Koninklijke Nederlands-Indi sche Leger. Luitenant Hein Ter Poorten, die later opperbevelhebber van het K.N.I.L. werd, kreeg opdracht de voornaamste buitenlandse fabrieken te bezichtigen en tevens de nodige ervaring op te doen. Medio 1912 werd overgegaan tot de aanschaffing van 3 vliegtuigen voor het K.N.I.L, nl. 2 tweedekkers van het type Farman en 1 ééndekker van het type Déperdussin. Het duurde ech ter nog tot 30 Mei 1914 alvorens men overging tot het oprichten van de proefvliegafdeling voor het K.N.LL. De oprichting van de later zo roemruchte Luchtvaart Afdeling in Indië werd ge zien als een tijdelijke maatregel, die echter ruim 36 jaar heeft bestaan al vorens op 26 Juli 1950 de Militaire Luchtvaart in Indië werd opgeheven. Met pistolen Bij het uitbreken van de eerste we reldoorlog bezat Nederland een lucht vloot van 8 vliegtuigen, waarvan zeven „op stapel". De Brik en een toestel met dubbele stuurinrichting, een Van Meel-constructie, waarop de eerste of ficieren vliegonderricht ontvingen, wa ren de enige toestellen in de vaart. De grondorganisatie bestond uit een auto mobiel. Dit was niet zo tragisch als het wel lijkt, omdat de buitenlandse luchtvloten toen nog niet veel haden te betekenen. In die tijd beschoten de waarnemers elkaar met stalen pennen, pistolen en karabijnen. Deze gemoede lijkheid in de „luchtoorlog" hield echter op, toen betere, meer snelle en met mitrailleurs bewapende vliegtuigen aan het front verschenen. In de zomer van 1915 werden aan Duitse zijde voor het eerst door het schroefveld vurende mi trailleurs gebruikt. Hiermee kwam te vens een eind aan het „haasje over" in de lucht. De ontwikkeling in de luchtvaart ging met grote sprongen vooruit en eerst toen geraakten wij in Nederland in een enorme achterstand door het ontbreken van een eigen vliegtuigindustrie. Het was jammer, dat de Nederlandse re gering in deze periode geen aandacht schonk aan de pogingen van de Haar lemmer Anthony Fokker, die, na eigen vliegtuigontwerp te hebben ge maakt, alom bekend onder de r De Spin, de uitvinding deed van door het schroefveld schietende trailleur. Tevergeefs trachtte hij deze vinding aan de geallieerden te verko pen, waarna hij zich helaas Duitsland begaf en vliegtuigen de Centralen, zoals de as-mogendheden en heetten, ging bouwen. Fokker toonde zich een er\ vliegtuigbouwer en wist in korte tijd diverse typen „aeroplanes" te ver vaardigen voor bombarderen, verken nen en onderscheppingsdoeleinden. De maximale snelheid van de vliegtuigen lag toen tussen de 200 en 250 km per fabriek gebouwd en uit Frankrijk Duitsland werd een aantal motoren be trokken, zodat in de behoefte aan les materiaal voorlopig kon worden voor- In 1914 werden langs de grenzen vliegvelden ingericht van waaruit vluchten werden verricht die officieel als patrouillevluchten voor grensver kenningen te boek stonden. Uit deze tijd dateren de vliegvelden te Vlissin- gen, Gilze-Rijen, Venlo en op de Kem perheide. Vliegtuigen cadeau Het tweede jaar van de eerste wereldoorlog werd voor Nederland een bijzonder jaar. Het buitenland begon ons op zeer originele wijze van vliegtuigen te voorzien. Noch via kooporders, noch via hulptoe- wijzingen^ maar door het interne ren van vliegtuigen kwamen de vreemdste toestellen in het bezit van de Nederlandse regering. Nadat de vliegers uit Duitsland en België en Frankrijk waren opgestegen, bekampten zij elkaar ergens in de lucht boven het oorlogsgebied. Wanneer de heren het strijden moe waren of averij hadden opgelopen, vonden zij het blijkbaar niet meer dan billijk om an de vermoeiende strijd eens goed uit rusten. Wat was gemakkelijker m een neutraal land op te zoeki it in de nabijheid lag? Bij de Nederlandse Luchlvaartafde- ling ging een hoeraatje op, iedere keer wanneer er zo'n vreemde vogel op Ne derlandse bodem neerstreek, maar on danks het feit dat de Luchtvaartafde ling op deze wijze een respectabele uitbreiding had verkregen, was het van escadrilles met toestellen snelheid en vliegeigenschappen Sterk verschilden ondoenlijk, vooral in verband met de opleiding tot vlieger. De leerlingen-vlieger werden op Far- mans „gelest" en na het behalen van hun resp. klein- en groot militair bre vet,. losgelaten op de dikwijls moeilijk te' vliegen snelle oorlogsvliegtuigen. Echter vormde de grote verzameling vreemde toestellen op zichzelf een ledige cursus in de ontwikkeling de buitenlandse vliegtechniek, zodat een veelzijdige vorming van mecani ciens en vliegtuigmakers mogelijk werd gemaakt. In het demonteren en het re pareren van deze vogels van diverse pluimage waren het dan ook ware vir tuozen. Het jaar 1916 bracht voor de Lucht vaartafdeling weer een uitbreiding: de radio- en foto-afdeling werd opgericht. Ook waren reeds de eerste symptomen vliegmedische dienst aanwe zig. Enige tijd later werd de weer- dienst opgericht, die ten behoeve var het K.N.M.I. in De Bilt vluchten maak te. Bij het beëindigen van de eerstt wereldoorlog was de sterkte van hel vliegtuigpark gestegen tot 73 verken ners, 30 jagers en een tiental lesvlieg- tuigen. verigens werden deze vliegtuigen de vrede niet op de schroothoop ge gooid, maar grotendeels dankbaar bruikt als lesmateriaal. Immers, na vrede kreeg het burgerluchtverkeer kans. Met medewerking van de luitenants-vliegers Plesman en Hof- mm vliegers organiseerden kort daarop grote luchtvaarttentoonstelling te Am sterdam. de ELTA (Eerste Luchtvaart tentoonstelling Amsterdam) om te be wijzen wat men op vliegtechnisch ge bied bereikt had. Na de oorlog keerde ook Fokker naar Nederland terug en vestigde zijn fabriek in de omgeving van Amsterdam. Van deze fabriek werden door de Luchtvaartafdeling ja gers, verkenners en lesvliegtuigen be trokken. Dank zij Fokker bezat Nederland in de vroege twintiger jaren een kleine, maar voor die tijd moderne luchtmacht. Oud-vliegers zullen zich bij het lezen van deze geschiedenis de goede oude C-IV, C-V en C-VI herinneren. Vooral de Fokker C-V was het vliegtuig dat in die dagen de „crack" van de Lucht vaartafdeling werd genoemd. In 1925 kwam er opnieuw tekening in de Luchtvaartafdeling, toen het Bu reau Luchtverdediging werd opge richt, dat de grondslag legde voor een betere samenwerking met andere wa pens zoals de artillerie, de genie en ae infanterie. Vijf jaar later, op 1 Fe bruari 1930, had een belangrijke ver andering in de organisatie van de Luchtvaartafdeling plaats. Het poten tieel van de Luchtvaartafdeling werd voor het eerst ondergebracht in ver schillende vliegtuigafdelingen. Zo ont stonden de Jachtvliegtuigafdeling, kort weg J.A.V.A. genoemd, de Proefvlieg- tuigafdeling (de P.V.A.) en twee ver- kenningsvliegtuiggroepen. Fokker pre senteerde een nieuw jachtvliegtuig, de Fokker D-XVI die later werd opge volgd door de bekende D-XVII. Voorlopig bleef bezuinigen het wacht woord en al begonnen na 1936 de geld middelen iets ruimgr te vloeien, de Hitler-Duitsland begon te gisten en rommelen, werd in 1935 de Inspectie van de Militaire Luchtvaart ingesteld. Hieronder kwam de Luchtvaartafdeling te ressorteren en ook het Luchtvaart bedrijf, dat het technische gedeelte ver tegenwoordigde. Nu werd een aanvang gemaakt met de voor oorlogstijd noodzakelijke de- JJEZE zes vlaggen met op de achtergrond een Harvard lesvlieg- tuig symboliseren de hechte samen werking tussen de Luchtmachten van de Navo-landen. 28 verouderde verkenners van het type C-V; 16 artillerie-waarnemingsvliegtuigen van het type Koolhoven FK-51. Een totaal van ruim 155 vliegtuigen,; waarvan 50 verouderde toestellen. Inmiddels was de spanning in de we-j reldsituatie groot. In de nacht van 9 op 10 Mei 1940 was voor alle organen inhield dat alle jagers luchtkruisers gereed voor de start moesten staan, terwijl de verkenners verspreid buiten de vliegvelden werden! opgesteld. Omstreeks 2 uur 45 werden, voorafgegaan door een stroom var luchtwachtmeldingen. vijandelijke vlieg tuigen boven het strand en de kust streek gesignaleerd. Niet lang daarna wemelde de ochtendlucht van parachu- De vuurproef Wat er boven één van de vliegvelden gebeurde, volgt hier in het kort. Een Nederlandse vlieger vertelt: Va] „Het was nog heel vroeg in de mor-jw gen. Drie kisten razen laag over het, dak. Ik ben meteen klaar wakker. Het geronk van die toestellen klinkt mij!na' vreemd in de oren en als ik me af-^p1 vraag of dit misschien drie van onzeiriji nieuwe kisten zijn, hoor ik het korte ga: blaffen van het luchtafweergeschut.' dri Snel kleed ik me aan en ren naar bui-jmij In de lucht drijven vele witteyai Wolkjes. Dan zie ik plotseling Mes-pJ3 serschmitts van vrij grote TtoogtcLp* neerduiken. Zwarte eivormigeBe voorwerpen maken zich los van dffj13 romp en even later, als op com^1 mando, harst van alle kanten een i hels lawaai los, geratel van ma^-a chinegeweren, luchtdoelmitrailfc centralisatie. Behalve het aloude Soes terberg kwamen andere vliegvelden in Êermanent gebruik, zoals Schiphol. ergen. Valkenburg, Ypenburg, Texel en Gilze-Rijen. Met 155 toestellen Na September 1938 trad er in de Mi litaire Luchtvaart een sterke verande ring op. De uitrusting en de organi satie van de toenmalige Luchtvaart afdeling werden radicaal gewijzigd. In November 1938 werd deze naam ver vangen door die van Luchtvaartbrigade. Deze brigade bestond uit drie regimen ten. De brigade-commandant was te vens inspecteur van het Wapen der Militaire Luchtvaart en stond als zo danig onder de minister van Defen sie, maar als brigadecommandant on der de Commandant Luchtverdediging. Deze militaire hiërarchie mag voor de meeste lezers iets onbegrijpelijks lijken, des te duidelijker moet het we zen dat in 1936. in plaats van de Lucht vaartafdeling, de Militaire Luchtvaart als een afzonderlijk wapen ontstond. Om ons enigszins een voorstelling te kunnen maken van wat er die eerste Meidag en de volgende oorlogsdagen niet onze luchtstrijdkrachten gebeurde, is het van belang iets af te weten van de opstelling en sterkte van dt vliegtuigen. Fokker kreeg in deze da gen zeer belangrijke bestellingen en ir de fabrieken heerste een enorme, haast koortsachtige bedrijvigheid. De achter stand moest worden ingehaald In December werd een jachtgroep ïged1J ,---i XI Douglas-Northrop jagers. De Militaire Luchtvaart bestond uit drie regimenten, waarin de strategische groepen, de jacht- en verkenningsgroe- sn waren ingedeeld. De totale sterkte zag er als volgt uit: 52 jachtvliegtuigen, waarvan 29 D-21*s; 23 Fokkers G-l jachtbommenwerpers; 9 Fokkers T-5 luchtkruisers; 21 verkenners bestaande uit 11 Douglas JTEN aardig moment uit het ver leden van de vliegerij. Marinu: van Meel bestuurt hier zijn „Brik'' naar onze maatstaven een vreemd-, soortig samenraapsel van draden en{"S linnen. Van Meeldie van zijn[ra: mecano het hondje „Rep" de|at| mascotte van jong Soesterberg aanneemt, heeft achter zich zowaar een vrouwelijke passagier. Hoeveel mannen durven in deze dagen noflj niet de lucht in? >aarr? L leurs, de scherpe knallen van 7t(er luchtdoelgeschut, het ontplof je van granaten en daar tussendoctd het klaaglijke loeien van koeien dfc i op de weilanden rondom het vliei veld graasden. ng Als de eerste golf voorhij is ede ik het vliegveld heb bereikt, Hij* het daar zwaar gehavend. De haij"t gars zijn één chaos van brokkem muur en gebogen staal. Het lai* dingsterrein is bezaaid met bon^jj trechters en de toestellen op h ng' terrein zijn doorzeefd met kogen gaten. Tenietgedaan is in tien minuten et arbeid van maanden. Gelukkig zijn er nog toestellen d J' verdekt onder bomen waren opgestel -c Het zijn weliswaar niet de nieuwe ki aa '~n, maar op de Fokkers C-10 kenn»i 1 ij de weg als in de linnenkast. WPi krijgen een doel op. Waalhaven is ntfjz in handen van de vijand. Terwijl wtn langs de kust vliegen, wordt onze aai >u> dacht getrokken door een eigen aa rdi ak tafreel. Het lijkt wel of alle inwoneifrai van Wassenaar de was hebben uitg» as hangen. Het zijn honderden parachu'e ,ri e in de duinen en op het strand liggei^ ijn-V-r.r,nnnntir;.nnM< Sd Zie verder volgende pagint"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 4