Katwijk
treft voorbereidingen voor de
nieuwe haringteelt
De boetsters hanteren de naalden,
de kuiper klopt
Drie IJmuidense loggers naar
de eerste groene
D"
In welke groepen de loggers
op de groene gaan jagen
Leen
Haasnoot van Katwijk
geeft wat critiek
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
WOENSDAG 20 MEI 1953
ACHTER HET SCHERM
(Van een onze-- verslaggevers)
Zolang de Katwijkers ter visserij zijn gevaren, zolang heeft zich jaar op
jaar de bedrijvigheid in hun dorp, wat de visserijvoorbereidingen betreft,
op netten- en boetzolders, in pakhuizen en kuiperijen, vergroot; dag na
dag, week na week, totdat de dagen van de nieuwe teelt aanbraken. Niet
dat er daarna geen nettenboetsters meer zongen en in de kuiperijen geen
duigen van nieuw eikenhout meer in heet water werden gedompeld,
maar als de dag van de uitvaart was voorbij gegaan, was er toch iets van
de spanning gebroken. Het leven in de visserijbedrijven ging dan zijn
gewone loop hernemen.
vloeibare taanstof stroomt met geweld
boven op zolder uit de buismond in de
ketel.
Allemaal vooruitgang dus. voordelen,
die de techniek bracht. Al moet er even
by gezegd worden, dat je vroeger, met
het zwaardere pezen en met de langere
werktijden meer één grote familië vorm-
de dan tegenwoordig. Zo veranderen dé
Prikkers tijden en zo veranderen wij.
En terwyl er wordt gezongen, vliegen Heel proces
Het Is een heel proces, die nettenbe-
werking. Eerst gaan de witte katoenen
netten dus over de rol de taanbak In. De
taan is in de taankete] al bereid door de
taanstof, de „cachou" in heet water te
smelten. Dan gaat de verbinding met de
bak open en de taan stroomt als donker
goud uit over het maagdelijke katoen
van de nieuwe netten. Twee nachten lang
Zoals dat geweest is. zo is het nu. Het
feest van de uitvaart laat zich niet lang
meer verbeiden en allerwegen klopt er
in Katwjjk aan Zee de hartslag van de
■visserij. Aandachtiger dan maanden ge
leden zingen de boetsters op de zolders
of op het wantveld van het scheepken,
dat onder de hoede van Jezus vaart.
h rap dè ogen van de meisjes e
wen over de mazen van gebruikte netten,
koortsachtig op zoek naar prikkers en
dubbele prikkers. Vlijtig reppen de boet-
e naalden zich langs de scheuren en de
r- I gaten. De meer geroutineerde boetsters
[van hoofdvrouw Remmelzwaal hebben
[maar een schijntje tijd nodig voor het
verwerken van een „kloene" bruin net-
jtengaren tot nieuwe mazen.
Bü de meisjes, die de naaischool heb-
'S 'ben verlaten, omdat ze liever met het
|s 'witte voorschoot om op de boetzolder
zitten, gaat het minder vlug. De hoofd
vrouw geeft hier een wenk en daar goede
raad. „Marie", zegt ze dan, „je moet een
jklaner kloentje nemen, meid, je weet je
t'. glen raed, met die grote kloene".
Als de boetsters zin hebben, zingen ze
een liedje. Onder de dakpannen of onder
de wijde hemel boven het wantveld aan
de weg naar Noordwjjk, het hindert niet
ze waar. Mooie liedjes zingen ze. „Maer
3e niet de hele dag", verzekert vrouw Rem-'
melzwaal, „je zou er niet van kunne
alaepe".
'7 Rustig glijden de dagen voor deze
meisjes en vrouwen voorbij. Eén dag is
jer, waarop de monden zich vlugger roe-
n
Allerwegen wordt in de Kat-
wijkse visserijbedrijven hard
gewerkt om op 26 Mei gereed
te zijn voor de haringteelt 1953.
Dezer dagen hebben wij een
bedrijf bezocht. De heer N.
Haasnoot, directeur van de fir
ma N. Haasnoot, rederij, gepre-
par eer de-netten- en garenhan-
del, was zo vriendelijk ons tot
zijn bedrijfsterrein toe te laten
onder de hoede van de oud-be
drijfsleider, de heer F. Parle-
vliet. Wij hebben gepoogd van
het werk in dit bedrijf aan de
Tramstraat, waar men is gespe
cialiseerd in het prepareren van
netten, een beeld te geven.
ren dan anders. Op Maandag, dan is het,
de hoofdvrouw wel eens het „Bedaer
☆|Wat, jonges" moet laten horen. Dan
te-wordt er gepraat over die en die, die
taf Zaterdagavond gearmd zijn gezien: „Hejje
«"die dan gezien met die jongen van din-
Rtges?" Zo gemakkelijk als anders de rust
het veld of de zolder bewaard blijft,
Deio gemakkelijk baant op Maandag de
ïtellefde een doortocht voor drukke ge-
;e-|prekken. En de hoofdvrouw laat het dan
detnaar zo. De prikkers, dubbele prikkers
'OUfn de scheuren krijgen er allemaal wel
beurt om. En daarom gaat het, niet-
anian?
an, Tanig werk
Het boeten is niet de enige werkzaam
die ln dit bedrijf aan nijvere han-
bezigheid geeft. Jaap Hellenberg en
'"t Hoek, d;e de zaken in de taanderij
.yen, weten dat. Het tanen gaat mak
kelijker dan vroeger, dat is een ding, dat
'feker is. Maar dat er heel wat werk moet
[Korden verzet, voor er een serie netten
de laatste maal van de taankuip
de olieschuur en het droogveld is
'gaan, daarvan weten zy druk mee te
'aten. En Floor Parlevliet uit de Tram
straat, die hier bedrijfsleider is geweest,
Miiet minder.
„Vroeger moest er poot-aan gespeeld
[worden, toen de nettenrol van de taan-
or-derlj nog met de hand werd gedraaid.
J,r,u gaat dat mechanisch en niemand
er omkijken naar. Je zorgt maar,
dat de netten van de kar en binnen op
•ejjje goede plaats komen. Vroeger moest
vje taan uit de bak met handkracht naar
taanketel worden teruggepompt. Dan
het 's nachts om vier uur overal. Nu
je de machine aan. De lucht wordt
[^►ven uit de buis gezogen en de zwarte
In grote hoeveelheden worden de
tonnen in de scheepsruimen ge
stouwd. Straks komen ze op zee
weer voor de dag. Mogen er dan
veel nodig zijn!
Foto D. Kruyt
blijven de netten in het laf staan. Dan
wordt er uitgereden op de boerenwagens
om ze te laten drogen op het veld. Zijn
ze droog, dan gaan ze nogmaals i:
taanbak. En weer moeten ze drogen. Nu
goed, want ze gaan in de olieschuur
de schaar en het is zaak, dat ze de olie
tot diep in de vezels aantrekken. Een
dag of acht liggen ze dan in de uitzak-
bak opgeschoten tot alle overtollige olie
er uit is. Weer wordt er nu uitgereden.
Weer moeten ze drogen, vier weken lang
nu. En nog weer worden ze in de taan-
derij bewerkt en op het veld gedroogd.
En dan eindelijk gaan ze naar de boet
zolder, waar hoofdvrouw Remmelzwaal
haar onderhorigen ze opslaan, dat wil
jgen er pezen aanmaken of in het raam
zetten. Op de nettenzolder wordt de
speerreep ingestoken en worden de net-
lan elkaar gelengd. Zeventien netten
gaan er aan elkaar. Dat noemt men in
Katwijk dan een kwartel.
Vroeger was ook dit anders. Een oud
rijmpje, dat wy ergens vonden, zegt:
Gij staat gereed met schuit en vleet
om iueer naar zee te trekken.
Ik hoop, dat gij gezegend züt.
met drie maal twaalf netten.
Hoe het zij, de taanderjj komt nog één
„We maken de netten weer
hecht en weer sterk"
„Want zonder ons komen de loggers
niet naar zee"
(Van een onzer medewerkers)
Het water van het Prins-Hendrikkanaal is als het glas van een vêrweèrdë
spiegel, donker en zonder de levende weerschijn van verse toevoer, zoals
de rusteloze kom van IJmuiden het kent en Scheveningen en Vlaardingen.
De dingen gebeuren hier ook veel kalmer dan daar, alles heeft hier zijn
rustige tijd en de jaren hebben alleen de silhouetten van de loggers ver
anderd en de gezichten van degenen, die op de dekken lopen met de teer
kwast en de breeuwhamer. De schuren moeten er eeuwen gestaan hebben,
sinds het begin van de visserij, want ze zijn wat scheef gezakt en donker
in de steen geworden. De schuurbazen hebben daar ook al jaren gelopen
in hun blauwe kiel, op klompen en met een vriendelijk woord voor de
eigen mensen en een verwonderde vraag voor de indringer/Toch klossen
ze graag voor u uit de steile draaitrappen op naar de boetzolders, langs de I
materiaalzolder, waar de Schotse blazen als grote kikkerdril tegen de
zoldering hangen.
Op de zolder van Parlevliet namen we
nog een kijkje. Leen Varkevisser is
daar hoofdvrouw, al dertig jaar is ze dat
en ze heeft een dikke twintig hupse
deerntjes onder zich. die van 's morgens
tot 's avonds de netten voor de nieuwe
teelt door hun handen laten glijden
honderd in de week op zoek naar ga
ten en beschadigingen. Het stof wolkt
omhoog bij elke nieuwe schuiver. Ze
zingen, het hoofd gebogen op het werk.
De mannen, die een verdieping lager hun
doening hebben, luisteren' er graag naar.
„Want zonder ons komen de loggers
Tan van Brakel ter
visserij-inspectie
Uitgerust met klein
hospitaal
Op het ogenblik ligt in de haven
van Den Helder Hr. Ms. fregat Jan
Brakel, speciaal gebouwd voor
^e dienst als visserij-inspectievaar
tuig. Op 26 Mei vertrekt het schip
naar IJmuiden, om daar met zijn
taak te beginnen. Dan wordt een in
1890 begonnen taak, politietoezicht
op de visgronden, voortgezet.
Het commando over het schip i
handen van luitenant ter zee eerste klas
jhr. J. A Feifch, die voor de eerste maal
ter visserij-inspectie uitvaart. Het is zijn
taak onaangenaamheden tussen vissers
van verschillende nationaliteit te voorko
men en indien ze ontstaan, te beslechten
Ook het tegengaan van smokkelhandel en
het aan boord brengen van minder ge
wenste artikelen behoort tot de taak van
de bemanning.
De commandant ziet echter als hoofd
taak de medische verzorging van de vis
sers en assistentie bi.i reparaties, waar
voor het schip volledig is uitgerust. Een
hospitaal met vijf bedden is geschikt ge
maakt voor het uitvoeren van niet al te
grote operaties. In zekere zin beweegt de
Jan van Brakel zich op hetzelfde terrein
als de De Hoop, maar er kan tooh r
lijk over een teveel aan hulp voor d<
sers worden gesproken.
keer in het verhaal voor. Jaap Hellen
berg krijgt de rielten nog één keer in
de bak en dan zijn ze eindelijk vlsklaar.
Graaien en kuipen
Op de graaizolder, achter het domein
van de boetsters, werken Dirk Plas
zijn mannen al even hard aan de voorbe
reidingen voor de nieuwe teelt. Dirk
Plas en Floor Parlevliet hebben ons als
om strijd proberen in te leiden in de ge
heimen van het netten insteken, van de
Schotse vlooitjes, van de stalen en het
kwartelwant. Dan zou het oliën voor
gemakkelijker gaan.
In de romantische werkplaats
kuiper Huig Ouwehand voelt men zich
helemaal op zijn gemak. Daar worden
hamer- en kwinkslagen gegeven sinds de
eeuwwisseling. De vaatjes en tonnen
krijgen er nieuwe gegalvaniseerde ban
den. De kuiper werkt er met vers eiken
houten duigen, met heet water en krijt
ijzeren hoepels, die de duigen van hel
joon, dat er ook gemaakt wordt, herme
tisch sluiten. Met spookschaaf en frisse
verf en natuurlijk de lange stok comple
teert de kuiper het joon. dat binnen af
zienbare tijd op de golfslag van de
Noordzee zal deinen.
Nog is het de tijd niet voor de jacht
op de haring, maar zoals in dit bedrijf,
ordt er overal in Katwijk gewerkt de
nieuwe teelt met kracht te kunnen in-
De Schotse blazen blinken als witte kazen. Straks deinen ze op de
golfslag van de Noordzee boven de vleet, waaraan het schip zal liggen
met de slapende bemanning en de wacht, die zijn ronde doet.
Foto D. Kruyt
Doch dertig Katwijkers slippen Dinsdag
uif de vissershaven
(Van onze correspondent te IJmuiden)
iIE CHAUFFEURS weten er van mee te praten. In de vroegte van elke
dag: ze brachten deze week vijf wagens vol Katwijkers onder langs
het duin en door de bollen naar hun tweede thuis: de IJmuidénse vissers
haven met hun loggers, de trouwe „Grietje", of de „Helena" of de „Wil-
helmina 2". Hun vloot niet even nieuw maar toch degelijk die ze
klaar maken voor het festijn van Vlaggetjesdag en voor de dag dat ze op
jacht mogen naar de 55 graden of hoger. Ze hebben er nog danig de dam
pen over in, dat ze geen eigen haven hebben, 's Morgens valt daar wel eens
een enkel woord over in die groene bussen en als ze !s avonds naar huis
rijden want nu kan het nog om iedere avond bij moeders en de kinders
te zijn dan vertellen ze over het klaar maken van de vloot en hoe het
er nu bij staat op de 70, de 29, de 39 en de 38, die allemaal het merk
KW dragen.
Maar niet alleen deze vaste bewoners geva] QV„ enkele dagen de v,„t
in de IJmuidense haven maken zich boord zetten: de Onderneming 1, Sch 140
jfiÉ "olgende week Zaterdag (en en de Bonefaaa, Sch 95. Beide schepen
hebben eer. goede beurt gehad en de 140
is nu wel geheel bekomen
Vrolijk zullen in ieder
de scheepvaartinspectie). IJmuiden
zelf ook nogdrie loggers en wie
maken, want zijn]stormachtige visite op de betonbunkcr
dit Schevtningers van de N V. Vitterij- Harmshavcn. Het derde scllip van
maatschappij Corn. Vrolijk niet mier dan] Vro!ük. wllly Sch 7 ]lst „OK ,n v,„r.
dIJmuidense kant?|dlnge„ voor d„ w„rt g„It vcrmoedolijk
met de tweede ploeg mee. De Cornelia
Maria blijft trawlen en ontwijfelbaar zal
de Onderneming 2, die begin Juni wordt
uitgehaald, hetzelfde pad bewandelen.
De drie specifieke IJmuidense loggers
en de enige IJmuidenaren die de vleet
voeren, liggen op een kluitje bij de vuur
toren aan de Zuidzij. De Martha IJM 74
en de Martenshoek IJM 283 hebben de
betonblokken weer aan land laten zwaai
en om van de verse vis-reizen over te
stappen naar het vullen van een ruim
met kantjes. Ook de Gorredijk IJM 75
ligt er met zijn ruim voor 750 vaten al
grotendeels klaar voor. Het toilet maken
voor de uitvaart zit er voor de „Pronk-
De witte netten, die met de boerenwagen van het magazijn naar de
taanderij worden gereden, gaan over de nettenrol heen de taanderij
in. Op de foto Piet Hoek, die in de taanbak de netten opschiet. Als de
netten binnen zijn, gaat dè taanstof, water met daarin opgelost cachou,
er over heen.
Foto D. Kruyt.
schoond werd en de pakhuizen en erven
geen zoute haring meer herbergden van
de oude voorraad? Er is geen antwooid
op te krijgen langs het Prin-Hendrik-
kanaal en ook niet bij secretaris Dubbe-
laar van de Vuurbaak, de hechte gemeen
schap der vleetreders in Katwijk.
Het liedje is uit.
In de diepte rolt een nettenwagen over
de klinkers, een hoge wagen met de
donkerbruine vracht deinend want er
opgetast. Er moet in deze laatste dagen
even alles op alles worden gezet in Kat-
:ec naar zee I wijk, want een paar dagen voor het
Het is nog wéar ook, want de meidjes feest van de vlaggende vloot moet alles
klaar en geladen liggen. En vergeet niet,
dat die vloot eerst nog een lange omme-
landse reis moet maken, voor ze het
dode water van het Prins-Hendrikkanaal
isseld heeft
de zolders, bij Meerburg en Parle
vliet en Ouwehand, houden er het hele
jaar de loop in en als er in de herfst
veel netten stukgetrokken worden in het
ruige water van de Engelse wal, 'zijn er
bij de potkachel wel weer handen te vin
den. die de gaten dichtrijgen met de han
dige slag rond de naald. Katwijk heeft
altijd wel vrouwen voor de zolders, zo
goed als er voor de schepen jong bloed
vinden is, dat de lange deining op wil.
En de jongmaatjes schuiven na de reis
i'n pronte jongedochter.
die het net heeft geboet, dat hij door de
handen heeft laten gaan op de 58ste
breedtegraad en daar komen dan later
eer gezonde kinders van. zodat Kat-
yk zichzelf kan blijven en zijn visserij
zal houden tot in lengte van dagen.
,We maken de netten weer hecht en
Het is belangrijk werk op de zolders.
Leen Varkevisser kan er van vèrtellen
het liedje zingt er ovei. Goed want
voor de visserman de halve vangst.
„En honderd van die netten, die maken
•n vleet
Het worden er niet meteen honderd,
ant de prijs moet er een beetje op blij-
en. hebben de reders verordonneerd. De
meisjes weten dat ook, luister maar.
Hollandse Nieuwe een kwartje per
stik
Ja, die eerste Hollandse Nieuwe zal er
el in gaan, daar maakt niemand zich
zorgen over. maar of de teelt over het
geheel genomen ook zo goed zal zijn als
afgesloten jaar, toen alles ge-
slag i
de levende golf-
i IJmuidens vissershaven.
Dit zijn de Katwljkse loggers, die
Dinsdagmorgen naar zee gaan voor het
jagen op de eerste Hollandse Nieuwe,
ingedeeld in groepen. Het betreft hier
alleen dc eerste groep. De indeling
de later vertrekkende tweede ploeg
nog niet bekend.
Dinsdag vertrekken vijf groepen met
in totaal 38 schepen, waaronder twee
IJmuidenaars. de IJM 75 (Gorredijk) en
waarschijnlijk de IJM 74 (Martha).
Allereerst is daar de groep Adeco: C.
V Meerburg met KW 3 tPieter en Leen-
dert Huibert), schipper T. van der Niet,
KW 5 (Fierman Eduard), C. Varkevis
ser, KW 6 (Vertrouwen), Jac. van Bee-
len: N.V. v.h. A. den Duik met de KW 14
(Anna en Cornelia), J. Hoek. KW
(Margaretha en Maria), J. Dijkhuizen.
KW 25 (Wilhelmina), Jac. v. d. Plas; U
N. Haasnoot met KW 47 (Noordzee), IJs>
Een oude foto van tientallen jaren geleden. Maar het netten boeten
wordt gedaan als eertijds. Het heden blijft hierin gelijk aan het
verleden.
brand van der Bent Jac.zn. en de KW 140
(Voorwaarts), C. van Duijn; Joh. Parle
vliet Lzn met KW 22 (Orion), J. van
Eeelen en KW 45 (Neptunus), H. Messe-
maker; N.V. v.h. J. C. Pronk, IJmuiden
met IJM 75. Bert van Duyn en IJM 74 of
IJM 283. De IJM 75 zal voor deze groep
jager..
Groep Sitoh: N.V. Insulinde met KW
129 (Bali). Adrie van Beelen en KW 163
Van schip tot schip kunt gedwalen aan
de Zuidzij: nergens is het zo bedrijvig als
op de haringschepen. De Katwijkse log
gers worden van zeven tot half zes be
mand met al het volk. dat van aanpak
ken weet. Maarten met de kwast en de
pot witte verf bü de reling op de brug,
Henk. dat vrolijke joch met al zijn mop
pen in het want om de vuren na te zien
cn een nieuw leidinkje te leggen naar het
topvuurtje en de matroos-tweede mon
teur in het vooronder, waar het nog niet
wil met de electriek. De schipper heeft
zelf de teerkwast opgepakt en is maar
vast begonnen aan het werk, dat
meestentijds het sluitstuk van het klaar
maken vormt: dek-teren. Ze houden vaat
aan de tradities, de mannen van Katwijk,
al is het dan in vreemde haven. Intussen
vertellen ze wel even dat het geen doen
meer is om met het schip naar Katwijk
te gaan. Laatst is er een gekomen met
vier duizend gulden schade voor de ver-
De chauffeurs weten er van mee ta
praten. Ja, ze vertellen het op de achter
ste bank en ze zeggen je ook dat het
werk van de motordryvers zo vaak niet
wordt gezien. En dan loopt ge even later
met Kuyt mee om zyn „kar" te gaan
zien. Hij was vorig jaar van het leven
op de logger afgestapt en had het by de
kustvaart geprobeerd. „Je zoekt wel eens
wat anders, niet. maar het werd niks,
het was niks gedaan, hoor u dat. Nee
niks man, de visserij is veel mooier en
vooral op de logger. Over de kotters en
trawlers praat ik maar liever niet", zegt
die bonkige man tot je en zijn vrouw dia
vandaag is meegekomen, knikt eenstem
mig bij dat alles mee met al het goud
blinkend metaal aan de kap. Nu ziet ze
de man nog eens thuis en bij de kust
vaart was dat eens in een half jaar.
Aan boord zegt hy dat ze er al weer
mooi bü liggen, als gloednieuw. Om zo te
zeggen ..Pakkie-an-dcftig", zoals zijn zoon
zegt die nu bij de marine moet varen.
Ook in de motorkamer, maar dan van
Byms, een houten münenveger. Een
juweel van een kar stond er n?g in de
motorkamer en het rook er als op al dia
andere loggers in de motorkamer, naar
olie. Een zwoel luchtje, om zich
bü de eerste teug in volle zee naar de
eling te spoeden
Zo heeft een ieder een eigen, aparte
liefde op het schip, de plek waar ze het
grootste deel van het leven doorbrengen.
Op andere loggers, er achter, er naast
er voor waren ze nog druk bezig in
'"kamers. Er werd gelast er. ge-
de oranje vonkjes spatten in
de ruimen.
Een grillig schouwspel in
„Wegens onverwachte
uitzendingen „Van de
de N\jl"."
Kijkje in Vlaêring
Straks zijn de kleine verwijten even vergeten
(Van een onzer medewerkers)
Het is nog geen half twee en de zon suddert het pek uit de versgebreeuwde
naden van het dek van de „Johanna", één van die oude haringfietsen van
Vlaardingen, wier hoekige vormen niet zover van het vijftigste levensjaar
meer af zijn. Martien Zuyderduyn .matroos ligt met de pet over de
ogen en de benen over elkaar in de breelkreb, lekker lui achter de bak
boordsverschansing. Voorlopig kan hem het klaarmaken van de vloot ge
stólen worden. Martien is grijs geworden met de visserij: in 1911 als af-
houwertje begonnen op de zeillogger Wilhelmina in een tijd, dat de bal
nog in top ging als er voor. Vlaéring een logger de Nieuwe Waterweg zou
indraaien heeft hij de hele ontwikkeling van het bedrijf meegemaakt.
Niet altijd met zijn welnemen overigens, want kijk nou eens even om je
heen in Vlaardingen, meneer.
Maar laat my dat niet vertellen,
de schipper komt er aan. De schipper is
Leen Haasnoot van Katwijk cn hy geeft
wat van die eenvoudige critiek ten beste,
die af en toe zuiver de kern raakt. Zui
verder dan de vele vellen van de door
de commissies opgestelde rapporten het
ooit zouden kunnen zeggen. Hy wyst met
een breed gebaar over de Koningin-Wil
helminahaven opvallend, die ver
knochtheid van de vissery aan de namen
van het Huis van Oranje en wijst ze
aan, de oude schepen van de Vlaardingse
vloot, waar maar heel af en toe de
nieuwe lijn van een moderne logger uit
steekt. Rechte schoorsteen achter kan-
(Jannat. J. van Duijn; C. V. Gebr. Taat,tige- smalle brug. benauwde logiezen
mei KW 161 (Katwijk III). Adrie van fe" P^cht zonder bak. „Nieuwgebouwd
Boeien; rederij Joh. Schoonenberg met
KW 70 (Nellie Maria). C. Krijgsman;
rederij Gebr. Parlevliet met KW 168
(Eer.oracht), A. Guyt; fa N. Haasnoot
met KW 19 (Dirk). J. Aandewiel. Voor
deze groep zal Adrie van Beelen jagen
met de Bali.
Groep Rijnstroom-Ouwehand: N. V.
Rijnstroom met KW 15 (Rünmond IVi,
Jac. van Duyn, KW 42 (Rijnmond I). Ja
cob van Duijn, KW 43 (Rünmond II),
Jeroen den Hollander, KW44 (Rijnmond
II), Willem van der Plas; rederij D.
Ouwehand Azn. met KW 50 (Jan), Jan
sinds de oorlog", zegt Leen
eigenlijk is het overgrote deel van deze
vloot aan zyn gouden bruiloft met de
zee toe."
Vroeger was het anders
Dat is een onderwerp om over voort
te praten in de kreb van een Vlaardingse
logger en dan moet de bokkepoot met
teer nog vijf minuutjes blijven liggen,
want voorwaar, dit zit de mannen van
de visserij, die er hun kinderen eigenliik
ook nog_wel in willen zien groot worden,
wuv' t „aiiu s\/a> mei cv w du vjani, jan i, 1
Hollander en KW 173 (Everdin. Ja- h°£ W ";™r -Mcr
comma), Leendert Kuyt; N V. Nederland
met KW 130 (Nederland VII), Hendrik
Plug en KW 167 (Nederland IV), Dirk
van der Plas; rederij Toenadering met
KW 151 (Vooruit), Bas Ouwehand; N.V.
Parlevliet's oliehandel met KW 65 (Vol
harding). Maarten van Duyn. Jager in de
gicep is de Rijnmond IV onder bevel van
Jacob van Duijn.
Combinatie Den Duik: N-V- Noordster
met KW 67 (Noordster I), Jac. Plug;
Gebr Den Duik met KW 18 (Hollandia),
Maarten Meyvogel en KW 83 (Zeezwa
luw). J. Plug; N.V. v.h. C. den Duik met
KW 38 (Bertha), C. van Beelen en KW
144 i Wilhelmina V), W. Rcmmeizwaai;
De Bertha, KW 38. zal gaan jagen.
Groep Kennemerland: N V. Kennemer-
lanc! met KW 29 (Margrietha Maria), Ger-
rit van Duyn, KW 39 (Helena). Kl. v d.
P.as KW 49 (Elisabeth), Jaap Guijt en
KW 32 iSakina). C Duindam, N.V. De
drie haringen met KW 78 (Excelsior II).
Piet Hoek Piet Hoek, winnaar van ha
ringrace 1951, zal voor deze groep gaan
jagen.
En dan wordt het een gesprek
Vlaardingen, dat leeggezogen wordt door
de industrieën ln zün directe omgeving,
waar moderne cantines en hoge lonen
naar het jonge manvolk lonken. Over dc
groeiende afstand tussen patroon en volk.
Vroeger was dat anders, vroeger was er
een reder, die bij testament liet bepalen,
dat hy naast zyn schipper begraven
wenste te worden. Dat is toen zo gebeurd
in Vlaardingen en Vlaardingen voer er
wel bij
Dwalend langs de schepen van het
stadje is het zo duidelyk te zien: dit eens
welvarende centrum van de haringvis
serij zakt af naar de tweede rang. Dat is
jammer, want nergens vindt ge de tra
ditie van het bedryf zo stevig als op de
kleine steentjes rond de Hervormde
Kerk, waar die bal vroeger op ging.
Maar niettemin gaan de getrouwen der
visserli de nieuwe teelt tegemoet met
dezelfde spanning van elke nieuwe lente.
De Polen en de Duitsers ljiken ze aardig
te vangen en de trawlers hehhen ook al
eens een harinkje „gemaakt". Er zit
haring, da: r is Vlaardingen met Katwijk
en Scheveningen van overtuigd. Maar
die zit onder water, dat weten ze daar
óók, met de voorzichtigheid van de mens,
die de grillen van het bedrijf elke wer-
kensdag aan den lijve ondervindt.
Ploegenregeling
niet eerlijk
Er staat een oude schipper op de kant,
uitgestudeerd op de brug, maar nog lang
niet moe van het kijken by de schepen
en het praten met de mennen, die hem
opvolgden. Hy zegt. wat de anderen zwjj-
gend toegeven: die ploegenregeling is
niet eerlijk. Altüd zijn het dezelfde
schippers en dan meestal de „eigen"
schippers van de kantoren, die in de
eerste groep mogen uitvaren. En dan
mag het waar zyn. dat zy al jaren en
jaren varen voor hetzelfde kantoor, maar
een ander wil ook wel eens meedingen
naar de vette prüzen van het allereerste
begin, als de kantjes een paar honderd
gulden doen en de eerste besommingen
de room zyn. die er gretig wordt afge
schept ten profüte van de hele haring
visserij.
Kyk dat is niet helemaal recht, want
de schipper zal zijn boterham wel ver
dienen, maar de bemanning wil ook het
buitenkansje van de eerste ploeg wel
eens in de portemonnale voelen en dan
gaat het steken, als het elk jaar dezelf
den zijn, die de room kriigen
Straks zullen zo'n vijftien loggers
van de Vlaardingse vloot langs Hoek
van Holland de Noordzee opzwenken,
tegelijk met die van Scheveningen
en Katwijk. Op dat moment zijn de
kleine verwijten vergeten in de lo
giezen en op de brug, want dan is de
jacht begonnen op de eerste groene
„aering, die zo bros van de graet
stroopt en vet op de rug kan zijn".
Dan komt de spanning van de sport
er voor in de plaats. Dan zullen de
Maartens en Leen», de Jannen en de
Huiberts van de Nederlandse vissers
vloot ondanks hun handicap bewij
zen, dat die Hollandse Nieuwe een
naam heeft, die bij het noemen alleen
al het water in de mond drijft