Bloemensymphonie overtrof de stoutste verwachtingen Met Bowientje naar 't corso Kleurenfeest sloeg alle vorige corso's met stukken Acht-en-veertig wagens met gejuich en handgeklap ontvangen NIEUWE LEIDSCHE COUBANT 3 MAANDAG 27 APRIL 1953 Politie had verkeer uitstekend in handen Opgetogen handgeklap en kreten van oprechte bewondering hebben het acht-en-veertig wagens tellende corso dit jaar bij zijn tocht door de bollen streek begeleid. Een honderdduizendkoppig publiek heeft een corso te zien gekregen, zoals er nog nooit een in Nederland te aanschouwen is geweest. Alle pessimistische verwachtingen van „corso-moeheid" ten spijt, is de Bloemensymphonie grootser, mooier en stijlvoller geweest dan alle voor gaande jaren. De gunstige weersomstandigheden, de perfecte verkeers regeling, maar bovenal het unieke schouwspel zelf hebben het voorbij trekken van de stoet tot een onvergetelijke herinnering gemaakt. De hon derdtallen filmcamera's en duizenden fototoestellen, die Zaterdagmiddag aan het werk zijn geweest, zullen er trouwens wel voor zorgen, dat dit prachtige corso het netvlies zal blijven strelen, al ontbreken de kleuren dan meestal. Het oordeel van de jury luidde een stemmig: dit corso sloeg al de vorige corso's met stukken! Het publiek zal het met deze uitspraak wel van harte eens zijn geweest. De stoet, die Zaterdag onder de titel Bloemensymphonie door de bol lenstreek, van Hillegom naar Sassenheim en weer terug is getrokken, vormde in artistiek opzicht een reuzenschrede voor waarts, in vergelijking met andere jaren. De Kwekers, verenigingen, firma's en particulieren hebben zich zonder uitzon dering uitgesloofd, iets zeer bijzonders te brengen. Het motto liet dit jaar ook wel zeer veel ruimte open voor een fantasie rijke toepassing. De handelsnamen van de bloemboUen immers moeten een pro pagandistische waarde hebben. De kwe- Prinses Margriet zag het corso Vergezeld van een hofdame en een vriendinnetje is Prinses Margriet Zaterdagmiddag op het politiebureau van Hillegom aangekomen, om daar het voor bijtrekken van het bloemen corso gade te slaan. De burge meester was ter begroeting aanwezig. Niet veel mensen hebben de aanwezigheid van de Prinses opgemerkt. Dat was ook geen wonder, want wat er op straat te zien was, leidde de aandacht van wat er achter vensterglazen gebeurde ge noegzaam af. Vrolijk als een kind maar kan zijn, heeft Mar griet van het prachtige kleu renspel genoten. Opgetogen is zij teruggegaan naar het paleis, en Moeder zal heel wat ver halen hebben moeten aanhoren van hoe druk het wel was en hoe mooi! kers zetten dan ook bij het toekennen van namen alle sluizen van hun fantasie open om iets te bedenken, wat zoet in het gehoor ligt. De deelnemers hebben met kennelijk enthousiasme deze fantasie uitgewerkt tot een symboliek in kleuren, die uitmuntte door goede smaak en bij zonder verzorgde uitvoering. Wij, Nederlanders, zijn niet gauw in extase te brengen. Dat woord klinkt ons op zichzelf al wat overdreven in de oren. Maar men heeft Zaterdag toch niet geschroomd door luid handgeklap te ken. nen te geven, dat men enige creaties bij zonder geslaagd vond. Omdat beoordeling nu eenmaal altijd uit vergelijkingen maken bestaat, is het misschien wel goed de verschillen met vroegere corso's even in het licht te stellen. Verschillen Allereerst dan de deelneming. Zowel uit handelskringen als van de zijde van de kwekers zelf is de wens, aan dit corso deel te nemen, wel zeer levend geweest wens resulteerde in acht-en-veertig luxe en praalwagens, die met een grote tussenruimte en in een heel matig tempo voorbij zijn getrokken. Dit geringe tempo het feit, dat het corso niet op tijd is vertrokken, was er overigens opnieuw de oorzaak van, dat het tijdschema niet meer klopte. In Lisse, kort na het begin, was er :n achterstand van twintig minuten, et corso is er niet in geslaagd deze vertraging in te lopen. Maar voor zo'n schouwspel hebben de meeste mensen toch wel een tijdje staan over. Een ander verschil met vroeger was, dat deze keer veel meer met touffes bloemen is gewerkt. Dit komt enigszins tegemoet aan het oordeel van diegenen, die zo'n corso maar één groot brok kitsch vinden. Wie zweert bij het tonen van de bloem in haar natuurlijke staat, zal natuurlijk nog lang niet bevredigd zijn, maar een feit is dat de nieuwe schikking het artistiek gevoel meer heeft bevredigd. Een derde opvallend punt was de grootse opzet van de praalwagens. Slechts enkele stukken konden onder het begrip „klein" worden gerangschikt, de rest maakte een zeer grootse en royale, soms iets te forse indruk. Een laatste opmerking wat de kleding betreft: Dit jaar is van veel meer en bloemen gebruik gemaakt dan alleen hyacinten en zo nu en dan wat tulpen. Fresia's, anjers, koningslelies, aronskelken, amaryllis en andere lente boden zijn gebruikt om een zeer afwis selend beeld te scheppen. Uitblinkers Het wordt welhaast een gemeenplaats te zeggen, dat de jury een moeilijke taak had. Maar de beoordeling van de wagens legt hiervan wel een duidelijk getuige nis af. Talrijke malen moest een prijs worden verdeeld in a en b, dat zegt wel genoeg. Een goede gedachte is het geweest de eerste wagen door het Rode Kruis te laten verzorgen. De rampspoedige Eerste Februari heeft tal van naties in beweging gebracht voor een grote hulpactie voo. ons land. Die eerste wagen vormde de sym bolische dank van het Nederlandse volk voor dit spontane blijk van me deleven. Een grote golf doorbreekt een dijk en een boom buigt onder de kracht van de storm. Dat was het eerste deel van de wagen. Het twee de deel toonde dijkwerkers en een metselaar, symbool van de opbouw, terwijl in het midden een kleurige Zeeuwse knoop oprees, waarin de vlaggen van de Verenigde Naties waren gestoken. De praalwagen werd getrokken door een tot rubberboot van bloemen getrans formeerde trekker, waarin een soldaat en enkele mensen in Zeeuws costuum Het Rode Kruis deed buiten mededin- Symphonie van pauwtulpen, één van de tot in de details verzorgde prachtwagens van het corso '53. t ging mee, maar de Jury kende toch een eervolle vermelding met lof toe: volko men verdiend. Bij de amateurs vonden we de door M. Veldhuyzen van Zanten N.V. te Lisse verzorgde creatie verreweg het mooist. De liefde tot het bollenland was hier ge symboliseerd in de Erosfiguur, die zijn gouden pijltje richt op een Biedermeier- paar. Zowel kleurencombinatie als aam- leding van de figuren waren een lust ■n te zien. Een bijzonder staaltje van fantasie toonde ook de N.V. Gebr. Van Zonne veld' en Philippo te Sassenheim. Op de handelsnaam Helios was de klassieke uitbeelding gebaseerd van de Zonnegod, die de aarde met zonlicht overstraalt, nadat Eos, godin van de dageraad, de laatste nachtelijke sluiers heeft verdre- En dan moet Myosotls, Vergeet-mij- niet, inderdaad niet worden vergeten. Het kleine meisje in de enorme bloem kelk stal inderdaad ieders hart. Een uit stekende prestatie van gebrs. Ten Hagen te Lisse. Een extra krachtig applaus kreeg ook de Mozartgroep van een groep hyacin tenkwekers uit De Zilk. Vakweikets De vakwerkers hebben uitermate veel werk van hun afdeling gemaakt. Hier ging Lucas Bols met de eer strijken, hoe wel de toekenning van de prijzen in deze afdeling een allesbehalve benijdenswaar dige taak moet zijn geweest, zo weinig ontliepen de wagens elkaar in schoon heid. In ons hart hadden we Avanti (vooruit) een zeemeermin, gedragen op de top van een golf, de erepalm toegekend. En dit niet slechts, omdat die zeemeermin alleen al in staat zot zijn geweest het hart van iedere zee man en niet van zeebonken alleen in vuur en vlam te zetten, maar ook omdat de hele opzet van de wa gen inderdaad een-vooruit-gaan uit drukte. De Black Diamondlyn te Rotterdam maakte met deze wagen een heel goede beurt. Een andere scheepvaartmaatschappij, de United States Lines te Rotterdam, had Batria gekozen als onderwerp en de Amerikaanse vlag laten oprijzen als on dergrond voor een in alle eenvoud juist zo sierlijk schip. Deze derde prijs is ten volle verdiend. Met een indrukwekkende Imperator legde Van Gend en Loos beslag op de vierde prijs. Het heersersmotief was met moeilijk uit te -beelden. De vennootschap heeft het terecht gezocht in het majes tueuze. De kleurencombinatie was uit stekend gekozen. Langs de weg Hoewel we tal van opmerkelijke staal tjes vakwerk hier onbesproken moeten laten, zal men het ons niet euvel duiden, wanneer we ons een ogenblik onder de schare langs de weg mengen. Het is wel mooi ergens in de hoogte tronend dit schouwspel gade te slaan, maar de meeste toeschouwers moesten zich toch in wat aardser sfeer bewegen. De oudjes «-hebben de eer gekregen, waarop hun hoge leeftijd recht geeft. Zij, die buiten de bollenstreek wonend toch wel een vermoeiend reisje er voor over hadden, werden door de rijkspolitie net jes naar terreintjes naast de route gediri geerd. waar zij uit de bussen en per sonenauto's voldoende gelegenheid had den een goed overzicht te krijgen. De stoeltjes en bankjes langs de weg, waar op de ouden van dagen uit de streek zelf een plaatsje hadden gevonden, konden met recht „gestoelten der ere" worden genoemd. Stralend zaten ze daar te genieten, en de kwistig ruikers strooiende meiskes op een praalwagen hebben ménig tuiltje narcissen in een dooraderde, bevende hand doen belanden. Met zeer veel tact is de politie al lerwegen opgetreden. De vooraf ge geven waarschuwingen hebben uit nemend gewerkt. Een nieuwe vondst van overste Warmoltz uit Leiden was een simpel bordje, bestaande uit een pijl met een witte P, de P van par keren. Dit schiep in 't geheel geen taalmoeilijkheden. Buitenlanders en landgenoten wisten precies wat ze er aan hadden, wanneer een glim lachende politieman hen het bordje voorhield. (Zie voor vervolg pag.SI En omdat Bowientje en ik Zaterdag, morgen tóch naar het belastingkantoor moesten, om onze laatste termijn aan meneer Van de Kieft te betalen, omdat dit belastingkantoor op de Breestraat en dus op de route naar de bollenvelden ligt, omdat ten slotte Bowientje en ik nu toch eenmaal „uit" waren, stelde ik voor om maar tegelijk door te reizen naar het Corso, waar honderdduizenden mensen die middag eveneens bezig zou den zijn, voormelde meneer Van de Kieft's zak te spekken, zij het dan op plezanter manier. En zo zaten dan Bowientje en uw dienstvaardige dienaar op die schone Zaterdagmiddag tegen énen op het bal- con van de Witte Zwaan, in het hartje van Lisse, waar het gemene volk door de straten slenterde, jongemannen de om jongemeisjes heen geslagen had den, alsof ze anders zouden weglopen, ouden van dagen op stoelen en groente kistjes zaten, dikke moeders uit onuit puttelijke karbiezen nog dikkere boter- hammen voor haar kinderen tevoorschijn haalden en eerzame huisvaders goud- gebande feestsigaren rookten en lastige nakomelingen volgens gevarieerde pae- dagogische methoden tot de orde riepen. Achter ons stonden enkele Amerikaan se jonge vrouwen, aan wie ik mijn stoel aanbood, wat vriendelijk geweigerd werd, waarna ik bedeesd mijn knieën offreerde, wat óók geweigerd werd. Wat mjj eerlijk gezegd tot vreugde stemde, omdat het niet meevalt twee uren lang een jonge Amerikaanse op schoot te houden. Zo langs de weg, bedoel ik. En daar zaten wij dan, Bowientje en ik. Met onder ons de Lisser Kalverstraat, waar op dat uur tientallen talen gehoord werden, van gewoon Hollands via Frans, Duits en Engels, tot Zweeds, Deens, Sas- senheims en hoog Hillegoms toe. Ook was er een Amsterdammer, vlak onder ons, die driftig sigaretten rookte en om het half uur de kellner riep om een heirekoek en een flessie koula. En toen was het eindelijk zo ver. Als een paar vinnige torren kwamen in de verte een paar motoren-met zijspan aansnorren, die bijkans over de tenen van het grauw jakkerden, dat openmonds de herauten van de stoet, de aankondigers van het festijn, nastaarde. Daar kwamen ze dan. Voorop de Household Cavalry, oftewel de kapel van de grenadiers, in haar kleu rige parade-uniformen van veel blauw, veel goud en veel kolbak. De zon blik kerde op de instrumenten, en het leek een bladzij uit het fantasierijke pren tenboek, dat ik in 1913 op m'n vijfde ver jaardag van m'n tante uit Hattem kreeg. Onwerkelijk mooi uias de kledij, onwer kelijk gelijk marcheerden ze onder ons door, onwerkelijk schallend was de muziek. „How wonderful", zuchtte een der Amerikaantjes, en een Lissenaar ant woordde hoffelijk: „Let maar goed op, meid, want er komp nog véél meer'" De Amsterdammer riep alweer om een flessie koula, maar de kellner zag hem niet eens stódn. Hij wilde vandaag graag "•at verdienen, maar zat z'n verloofde niet als feeënkoningin op een der wa gens? En staat je hart naar koula en heirekoeke, als je meisje voorbij zweeft in puur wit, omglansd door het puurste zonnegoud? Ik neem u nog even mee terug naar 1913. Naar dat prentenboek. Als je het doorbladerde, viel je van het ene sprookje in het andere. Zo was het ook met dit corso. Nauwelijks hadden Bo wientje en ik een blik gewaagd in de empire salon van Mozart, waar deze kunstenaar aan een hyacinten-vleugel een (geluidloze) sonate speelde, bewon derd door een schone vrouw met wit- zilveren pruik en taches de beauté op de wangen, of daar was Eros al, die van af een hoog voetstuk zijn boog spande en zijn pijl richtte op een jeugdig paar. Een blik in Mozarts salon. De grote meester zelf speelt een sonate op de hyacinten-vleugel (of is het een spinet?). t blauwe hoornen, »n de schoonheid t uitdrukking werd dat op het punt van trouwen stond (wel een beetje laat, die schieterij, dacht ik, want doorgaans ga je van mekaar hou den vóór je je trouwpak aantrekt), prompt gevolgd door een overvloed bloemen, stromend u waarmee de weelde i van het bollenland to gebracht. „Koula!" riep de Amsterdammer drif tig, maar de kellner staarde met tril lende lippen naar een teer, blank meisje, dat als een bloem tussen de bloemen, vriendelijk lachend naar hem opkeek, z'n hart deed stil staan en hem een be vallig kushandje toewierp. ,...én een heirekoek.'" ging de Amster dammer verder, maar het dienblad van de ober lag in z'n hand onder een hoek van dertig graden, en een kopje koffie viel kletterend op het plankier. Toen was er een beeldige luxe auto. met hier en daar een voorname toef anjers, die spiegelden in het glanzend lakwerk. Een blonde schone in een blauw kleedje en met een breedgerande zonnehoed op de lokken, zat aan het stuur en *wuifde in mijn richting. Maar Bowientje zei, dat het voor haar bedoeld „Ach, hedemetijdzuchtte een gezel lige, blozende moeder, toen wagen 16 voorbij kwam. „L'lnnocence" stond er op. De onschuld. Een jonge vrouw in 't wit, met een bos vuurrode tulpen, staande aan de poort des levens. En ik dacht opeens aan tante Stastok. Van Gend en Loos was er ook. Met een heuse ridder, van onder tot boven gesto ken in koperen harnas en beenstukken, waarin de hele wereld weerkaatst werd. „Ook een werk, om dat te poetsen", zei de blozende moeder. „Kaak", legde de Amsterdammer uit, die blijkbaar z'n koula mitsgaders heirekoek een ogenblik vergeten „as het Zaterdags was, in vroegere tij je, zei zo'n ridder tegen z'n frauw: Haal ereis effe een schoun harrenas uit de linnekas, begr\jp-ie? En dan mos frauw maar sorge, dat ze er weer eentje gestreke en opgepoets had!" Hierna kwam Helios de straat in stei- geren. Dat wil zeggen: z'n paarden. Hij zelf mende koelbloedig z'n vurige klep pers, welker hoeven vonken uit de wol ken van narcissen en hyacinten deden spatten. „SwelU" riepen de Amerikaantjes ach ter ons, en Helios stond op de kie<. Over enkele weken zal deze eenvoudige tui derszoon vermoedelijk bekeken worden bij de moeder van het Amerikaantje, in een salon, ergens in Boston of Minnea polis of Pittsburg, staande in z'n glan zende zonnewagen. Vierde prijs vracht wagens „Dat begrijp *k niet.'" riep Bowientje opeens uit, en verontwaardigd wees naar nummer 30, waarop een grote Delftsblauwe schotel prijkte, louter hya cinten. „No price" zei ze boos achterom tegen de buitenlandertjes, die alweer 't fotograferen geslagen waren. „How is it possible/'' zei de een. „Lovely!" riep de ander. En het wós ook mooi, deze wel zeer natuurlijke kleurencombinatie, zo kunstzinnig uit gevoerd. „Soun horretje met snert", grinnikte de Amsterdammer, maar daar gleed Anna Pawlova al voorbij, staande op de punten van haar prima ballerina-t en gesteund door een mooie jongen effe twintig. En zo trokken ze aan ons voorby, de kostbare wagens, begroet met handge klap, gemompelde termen of gefluisterde verzuchtingen, al naar de aard der pro ducenten of het karakter va» de uitbeel ding. Toen kwam de laatste wagen. Daar hebbie Ambon", zei de blozende Dank aan de naties! Voor deze gedachte van het Rode Kruis was, terecht, de eerste plaats ingeruimd in het bollen- corso 1953. HET DEED TOCH NIET ZEER? Met haar hoofdje net over de bal konrand gebogen, keek het kind naar het mensengewriemel op straat. Het corso was er nog lang niet en de politiemannen lieten de mensen maar wat schuiven. Een mierenhoop is een geordende maatschappij, vergeleken met een mensenmenigte, die rich langs een route opstelt. Het kind was volkomen verdiept in het schouwspel beneden zich. Moeder praatte druk met een ken nisje en liet haar meisje maar kijken. Ze lette er niet op, dat kijken kin deren ook wel eens verveelt. En wat er dan gebeurt, wordt in de grote mensenwereld als hoogst ongepast be schouwd. Het blonde meisjeshoofdje boog zich nog wat verder over de rand van het hekwerk. Vlak beneden rich zag ze een groot, kaal hoofd, van een deftig heer die., gewapend met een wandelstok, keurig netjes op het stoeprandje stond om straks vooral de corsowagens aan een keurende blik te kunnen onderwer. P Wie zal het nagaan wat er bi) zo'n gezicht in een kinderhoofdje omgaat? Misschien dacht het kind op dat ogen blik niet eens en vond ze het alleen maar een leuk spelletje die meneer beneden eens lekker uit r\jn mijme ringen te doen opschrikken. Het meiske opende haar rode mondje en liet iets vallen van een stof, waarmee de mens in eerste in stantie zijn voedsel tracht te verteren. De vochtige substantie spatte uiteen op de rose oppervlakte beneden. Een zware basstem klonk naar boven. „Wil je die viezigheid wel eens b(j je houden?" Het meisje trok haar door een hoogrode kleur ge tooide hoofd schielijk naar binnen. Moeder, opgeschrikt uit haar babbel tje, maakte de wang van het kind nog roder door er een flinke pets op te geven. Na een luide, gierende huil- toon snikte het kind: „Maar ik deed die meneer geeneens zeer!" Evenveel muziektonen als bloemen In hun prachtige ceremoniële tenue, kolbak incluis, hebben de mannen van de Kon. Militaire Kapel Zaterdag veel fleur aan het corso verleend. Dat wil zeggen op de heenweg. Op de terugweg was de beurt aan het muziekcorps van de Holland Amerika L(jn. Maar ook de plaatselijke muziekcorpsen lieten zich niet onbetuigd, zodat er heel wat vrolijke tonen de lucht werden ingeblazen. Dat hóórt een gebeurtenis als i Zaterdag. moeder, terwijl ze een stralende knik wierp naar de Indonesische meisjes, die als oosterse juwelen te pronk zaten in een kuise zetting van Europese bloemen. ..Ambon helemaal achteraan" zei Bo wientje. »Een zure symboliek?" En toen werden de straten opeens overstroomd door de poorters, die rich nu wel eens wilden vertreden. „Straks zien we re nog eens," sei de blozende moeder. „Unforgettable!" zuchtte een Ameri kaantje. OuberEen heirekoek en een flessie koula/" Dat was de Amsterdammer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 3