BOUVIER MIJ! t* amèpwa02 onzejeuqö-p&qin&f Die luie boer Klap (Tl Ir ZONDAGSBLAD 14 MAART 1953 Voorlopig neem ik geen KORT VERHAAL VAN C. BARNHOORN HET is nog niet lang geleden, dat 't een van m'n grootste idealen was, later een grote hond te bezitten. Niet een buitenmodels-hond, maar eentje die niet te groot en toch niet klein zou zijn. Mijn gedachten gingen daarbij uit naar een Bouvier. Heus niet alleen omdat m'n beste vriend Joop ook zo'n hond bezat. Nee, ik hield van honden, en speciaal van een Bouvier zou ik geweldig veel houden. Ik zou me niet ontzien, bij het meest slechte weer de zo nodige avond wandelingen met m'n hond te maken. Hij zou heus niet voor elk koekkrui- meltje op een on-hondelijke manier behoeven te gaan zitten; hij zou heus niet met m'n pantoffels klaar be hoeven te staan, als ik de deur zou opendoen! Kortom, mijn hond zou het goed hebben! Ach, deze idealen zouden beslist in vervulling zijn gegaan, en ik zou er beslist ruzie met m'n hospita voor over hebben gehad, om haar er van te overtuigen dat een Bouvier een ge weldig lief beest is, als die vervelende Donderdag er maar niet was geweest! Want op die bewuste dag in Februari heeft die ene Bouvier die ik kende, de Bouvier van Joop, het voor al zijn soortgenoten in mijn ogen verknoeid. Joop dan, en Stella (een niet on welluidende naam voor een Bouvier!) zijn om zo te zeggen onafscheide lijke vrienden. Wanneer je op straat Stella tegenkomst, kun je er zeker van zijn, dat Joop er een paar rieter achteraan sukkelt met een riem in zijn hand. Zelfs wanneer Joop op de collegebanken zit, kun je er zeker van ?.yn. dat Stella onder de bank ligt te wachten tot het college afgelopen is. Stella is ongetwijfeld één van de wei nige bevoorrechte honden, die regel matig een college kunnen bezoeken! Op regelmatige tijden komen Stella en Joop in mijn kleine kamertje, om daar het avondeten te gebruiken. Deze regelmatige tijden doen zich meestal voor tegen het eind van de maand, om de doodeenvoudige reden, dat we dan onze laatste dubbeltjes bij elkaar leggen om samen iets te kunen koken Joop heeft daarbij de beschikking over een electrisch kookplaatje, en dat sjouwt hij dan mee naar mijn kamer, die in enkele ogenblikken wordt om getoverd tot een volmaakte keuken. Op de noodlottige Donderdag in Februari kwam Joop 's middags al vroeg bij mij aan de deur Ik begreep dat hij „aan de grond" zat, maar daar ik er niet veel beter voorstond, kon ik hem weinig daadwerkelijk steunen. Bij elkaar hadden we 'nog de beschik king over de som van 23 cent. Daar van zouden we nog twee dagen moe ten rondkomen, en dat zou dus vrij moeilijk worden. Maar daarbij kwam nog, dat we die Donderdag allebei een geweldige trek hadden in warm eten. Op onze manier zouden we dat met weinig geld klaarspelen, maar toch niet met 23 cent. Wij zijn echter niet voor één gat te vangen, en toen Joop op 't idee kwam, dat hij nog een leeg melk- flesje had staan, ter waarde van 15 cent, kwam ook mijn vernuft weer aan het licht. Joop en ik hadden namelijk cén eigenschap gemeen, en dat is dat we allebei op ons brood min stens gemberjam en pindakaas eten. Welnu, wanneer we onze beide voor raden jam en pindakaas in twee pot jes zouden doen. in plaats van in vier, zouden we twee lege potjes kun nen terugbrengen. In ruil voor 20 cent. Een kleine verloting bracht vervolgens de oplossing voor het probleem wie de volgende dag de dubbele voorraad pindakaas en wie de gemberjam op z'n kamer zou mogen hebben. Nadat we 't er over eens waren, dat we binnen afzienbare tijd de be schikking zouden hebben over 58 cent kwam het probleem aan de orde wat we zouden eten. Joop, die een zwak heeft voor advertenties, dreunde prompt de meest voordelige aanbie dingen op, die de laatste dagen waren gedaan, en toe hij bij „Macaroni 22 cent" was gekomen, stond het voor mij vast dat we die avond macaroni zouden eten, vermengd met een goed- gebakken kippeneitje. Toen de bel om half zes driemaal overging, begreep ik dat Joop er was. Natuurlijk liep Stella getrouw achter hem aan de trap op, en kroop zo dicht mogelijk bij de niet overdadig warme kachtel. Joop sjouwde met een geweldig pak, waaruit een enorm elec trisch kookstelletje kwam, en levens een half pond macaroni en een ei. Na dat deze benodigdheden, die ons die avond een prima maaltijd waarborg den, waren uitgestald, begonnen we met de eerste voorbereidende werk zaamheden. Hoewel ik van mijn hospita weinig kwaad kan zeggen, is ze uiterst pre cies op het punt van „Wat mag en wat niet mag". Eén van de dingen die niet mogen, is het gebruiken van stroom voor andere dingen dan voor verlichting. Zo is het koken op m'n kamer dus bij deze wet ten strengste verboden. Of 't nu juist daarom zo leuk is om 't tóch te doen, zou ik niet durven zeggen, maar aan dit bevel hielden wij ons niet altijd even pre- 't Was natuurlijk wel steeds nodig zorgvuldige voorzorgsmaatregelen te nemen, opdat deze verboden gebeur- Jezus zei de tot hem: Volg Mij. En hij stond op en volgde Hem. Mattheüs 9:9b. T werd de grote dag van zijn leven toen Jezus tol Mattheüs zeideVolg Mij. Op die dag viel hem het grootste levensgeluk ten deel: hij mocht voort aan in de gemeenschap met Jezus leven. Tot op dat ogenblik had hij op 't douanekantoor van Kapernaiim geze ten, om tol te heffen van de kooplie den, die daar voorbij trokken. Het was een winstgevend baantje en vele tolle naren werden rijk. Maar 't ware le vensgeluk had Mattheüs daar niet ge vonden. Toen kwam de dag, dat Jezus stil stond voor 't kantoor en zeide: Mal- theüs, vol ff Mij! En wat deed Mattheüs? Zei hij tot Jezus: Heer, dat is onmogelijk, ik kan mijn vaste positie niet opgeven Moet ik alles opgeven voor een onzekere toe komst? Zulk een goede zaak in de steek laten? Dat goat niet. Zou dat zijn antwoord geweest zijn? Neen, niets van dit alles. Het evangelie verhaalt: hij stottd op en volgde Hem. tenissen alleen voor de tweede etage een bekend feit zouden blijven. Joop wist al precies wat er gedaan moest worden, en terwijl ik de beide ramen geluidloos op een kier zette, zorgde hij er voor dat de kier onder de deur zorgvuldig werd toegestopt. We wilden de eventuele luchtjes lie ver naar buiten getransporteerd heb ben, dan naar de gang, waar mijn hospita er misschien conclusies uit zou kunnen trekken. Het matje dat voor de deur ligt, werd onder de deur gestopt, en als aanvulling nog enkele kranten er bij. In het midden van de kamer werd een indrukwekkend groot vlak met kranten bedekt, en daarop kwam het stelletje te pronken. Nadat de voorbereidingen tot in de kleinste onderdelen waren gedaan, kwam een voor ons zeer moeilijk punt aan de orde, n.l. hoe we de macaroni moesten koken om het spul enigszins eetbaar te krijgen. De voor- en de na delen van het eerst aan de kook bren gen van het water werden nauwkeurig tegen elkaar afgewogen, maar ten slotte besloten we eerst het water toch maar op die temperatuur te brengen, waarbij we onze vingers er niet meer zonder ernstige nadelige gevolgen in zouden kunnen stoppen. 't Water kwam inderdaad op die temperatuur, waarbij we aan elkaar Onmiddellijk geeft hij gehoor aan Jezus' roepstem. Met vreugde verlaat hij 'l kantoor, mant hij is b/i; in 't ge zelschap van Jezus opgenomen te wor den. Hij ontvlucht hel leven in de zonde, want dat was het leren ran de tollenaren in die dagen. Hij, die door zijn volk werd veracht vu verschopt, voelde hel als een hoge onderscheiding, dat Jezus hem wilde opnemen in Zijn kring. Toen brak er een nieuwe wereld van vreugde en geluk door in zijn hart. lig, met zijn verzondigde leven, mocht voortaan verkeren in de heilige tegen woordigheid van Jezus. Mattheüs is gegaan in hel lichtende voetspoor van de Meester, en h\j is de schrijver geworden van hel eerste Evangelie. Als Jood, hij teas uit 't ge slacht ran Levi en dus een kenner van de Oudtestamentische Schriften, was h\j nooit tot een waarachtige overgave aan God gekomen, dan toen Jezus stil hield en tot hein sprak: Volg Mij! Vele malen is Jezus in uw leven ge komen, telkens wanneer U Zijn evuti de oer lieten de warmte te contro leren. Hieruit leidden we af, dal het verstandiger was de macaroni er in te stoppen, dan dat met onze vingers te doen. Een moeilijke kwestie was nog of er bij de macaroni ook nog zout moest worden gedaan. Naar mijn be scheiden mening moest dat nog ge beuren, maar volgens Joop zat dat er ongetwijfeld al doorheen. Ook deze netelige kwestie werd opgelost, name lijk door de ontdekking dat m'n zout vaatje leeg was. Toen we voor onze begrippen een geruime tijd hadden toegezien op bet kookproces, besloten we te beproe ven of de macaroni al gaar genoemd zou kunnen worden. Dit werd zeer lis tig opgelost, doordat we tegelijkertijd enkele draden zouden proeven, en dan tegelijkertijd ons oordeel zouden uitspreken. Toen'we onze mening ken baar maakten, bleek er niemand te zijn, die de macaroni nog niet gaar vond, en daarom besloten we tot de volgende phase over te gaan Juist toen we besloten hadden de macaroni af te gieten, gebeurde 't. Stella, die al die tijd achter de kachel had gelegen, was uit haar roes ont waakt. en kwam bij de tafel staan. Plotseling weerklonk er buiten het luid gekef van een waarschijnlijk miezerig klein hondje. Maar voor Stella was dit als een afgesproken teken De hond nam een sprong in de richting van het raam, een doffe klap, en het opstijgen van enorme dikke grijze wolken. De ravage was niet te overzien. Een pan, een snoer een geweldige natte plek en meters in het rond macaroni. Niets dan ma caroni en stoom. p Joop stond met een zielig gezicht naar de bende te kijken Hij gaf Stella een klap, maar dat hielp wei nig. In zijn enthousiasme had de hond bij zijn sprong het snoer van het stelletje meegetrokken, met het gevolg dat de hele boel op de grond was gerold, de macaroni ver in het rond op de vloer lag uitgespreid, en het kokende water de kamer vulde met geweldige wolken stoom. Onze eerste reactie was: redden wat er te red den is! (Een veel te weinig gebruik te slagzin in dergelijke omstandighe den') Met mannenmoed trotseerden we de hoge temperatuur van de ma- caroni-draden, en één voor één leg den we ze Weer in de pan. Na enke le minuten was het meeste weer van de grond opgeraapt, en we waren al zo ver dat we er over dachten de natte plek op de vloer wat op te knap pen, door het vocht op te dweilen. Terwijl ik in de kast zocht naar een doek waar toch niets aan verloren zou zijn, ontdekte Joop dat het water haast allemaal was verdwenen. Het leek wel te zijn weggelopen onder de mat, en in de vloer te zijn verdwenen. Deze veronderstelling was maar al te juist, want terwijl wy nog ston den te overwegen of zoiets mogelijk zou zijn, werd de deur open gegooid, en stoof m'n hospita naar binnen. Zc viel bijna over de berg van mat en kranten, die voor de deur was op gestapeld, maar dat weerhield er haar niet van, op een geweldige manier uit te varen. Als wij dachten dat dat allemaal zo maar ging, hadden we 't toch helemaal verkeerd! Of dat een manier van doen was, om het water bij straaltjes door het plafond te la ten lopen, en. Ach, cr volgde nog een heel relaas. Maar dat betekende toch wel, dat wij in 't vervolg aan 't eind van de maand een illusie minder hebben. En of ik later toch wel een Bouvier wil, weet ik heus nog niet.... gelie las of 'l hoorde verkondigen, en Hij zeide ook lol U: Volg Mij! Wat deed U? Hebt u cr zich van afge maakt met een praatje? Hebt u gezegd dat is te zwaar voor mjj, ik voel me daartoe niet in staat? Velen, die in deze tijd worden ge vraagd om belijdenis van geloof te doen, antwoorden zo. Zij maken zich van Jezus af. Voelt u niet dat het een hoge onderscheiding is, dat Jezus u wil opnemen in Zijn kring, dat Hij u het hoogste gelijk wil schenken: Gods genade. Zijn eeuwige liefde? Jezus blijft niet roepen. Er komt een ogen blik dat Hij niet meer terugkeert en dan is 't voor u te laat, voor eeuwig te laat. Volg daarom het voorbeeld van Mat theüs: Bi eek met alles wat u van Jezus terughoudt en geef u onvoorwaardelijk aan Hem over. Dan doet u de grootste ontdekking van uw leven: U wordt be vrijd van de drukkende last van de zonde, uw hart wordt vernieuwd. Het oude is voorbijgegaan, zie hel is alles nieuw geworden. 't Lag machteloos gebonden, Gjj ktvaamt en maakt «MVV» Ik was bevlekt met zonden Gij komt en reinigt mij. Het leven was mjj steruen, Tot Gij mij op deedt staan; Gij doet mij schatten erven Die nimmermeer vergaan. HET boerderijtje van boer Klap is oud. En ook érg kapot en vuil. Als het waait en de wind tegen de ramen en deuren blaast dan knerpen ze er van. Het is of ze zeggen wil len: smeer ons toch, smeer ons toch, boer Klap! En boer Klap? O, hij hóórt het ge piep wel. En hij ziet wel, dat zijn boerderijtje erg vuil en kapot is. Maar iedere dag denkt hij: morgen, ja morgen, dan ga ik het eens fijn opruimen. Dan ga ik de deuren smeren en de ramen maken en zemen. Ja morgen, dan ga ik mijn boerderij fijn opknappen. Maar die boer Klap is Want hij doet het niet hoor. O, nee! Als hij dan weer wakker wordt de andere morgen en zijn beesten ge holpen heeft o, dan heeft hij helemaal geen zin meer om nog meer te doen. Hij zegt dan tegen zijn varkens en kippen: „Vinden jullie het erg dat de boerderij vuil is? Nou ik niet hoor. Ik woon hier toch alleen maar met jullie. En ik heb nu niets geen zin meer om hard te werken. Brrü Nee hoor! Morgen, dan zal ik het wel Die luie boer Klap. Maar eens op een avond. Toen.. O, toen is het buiten héél donker ge worden. Dat komt door de zwarte wolken. Door de regenwolken, die in de lucht hangeni- Boer Klap ziet ze hangen. „Tjonge", denkt hij, „dat gaat vannacht de hele nacht regenen Weet je wat ik doe? Ik ga naar bed. Lekker slapen. Ha, dat is fijn in bed als het regent. Dan lig ik warm en droog." Zo denkt boer Klap. En hij kleedt zich uit en stapt in bed, diep onder de dekens. Hom-, daar begint het al te regenen. Tikke, tik, tikke, tak, klinkt het op het dak. Al vlugger en vlugger. En terwyl boer Klap er naar luistert, duurt het niet lang of hij valt in slaap. Hij snurkt er van. Maar dat zal niet lang duren. Want het blijft maar regenen. Dikke drup pels, achter elkaar. Ook op het dak van het boerderijtje. En dat dak is zo oud. Dat komt omdat boer Klap nooit kijkt of het nog heel is. En nu, nu al die regen droppels maar op dat oude dak neer vallen, nu kan dat oude dak het niet meer houden. Het zucht en kreunt er van en gaat ook al kapot. Tik, valt er een druppel op de dekens van boer Klap, Tik, tik, op zijn neus. Tik, tik, op zijn hoofd en gezicht. O, al meer druppels vallen er, en al vlugger komen ze. Want het gat in het dak wordt al groter. Tikke, tikke, tik. Takke, takke, tak. Hé, wat voel ik toch? denkt boer Klap. En hij vóelt eens met zijn hand over zijn gezicht en de dekens. En nog eens O, bah, wat nat! Wat vies! Hij is gelijk wakker en gaat recht op zitten. Wat nat is zijn bed. En wat is hij zelf nat. Hij schrikt er van. en kijkt eens naar boven, naar het dak. Maar hij trekt gauw zijn hoofd weg. Nee maar, hij zit gewoon in de regen. O, wat verschrikkelijk, wat erg! Hij wordt kletsnat. Boer Klap springt uit bed cn begint hard aan zijn ledikant te trekken. Weg moot dat bed, wég van dat gat. Die kon rekenen. Student (een boek te koop aanbie dend): Wat geef je voor dit boek? Handelaar in oude boeken: Zes gul den. Student: Goed Hij ontvangt het geld en vraagt: Voor hoeveel ver koop je nu zo'n boek weer? Handelaar: Ja minstens voor tien gulden. Student: Wel, dan koop ik het terug maar op crediet. Dai was de reden. Jan: Weet je wel waarom de paar den staande slapen? Henk: Omdat ze geen bed hebben. Jan: Neen! Henk: Omdat ze niet willen liggen. Jan: Neen! Henk: Waarom dan? Jan: Uit gemakzucht: dan behoeven ze 's morgens vroeg niet op te staan. En hij trekt en trekt. Hij hijgt er van. En het ledikant piept er van. Maar toch komt het na veel rukken en trekken onder het gat vandaan. Boer Klap is er rood van geworden. De regendroppels vallen nu op de vloer. Wat een herrie is dat. En wat wordt de grond nu nat. Nee, dat kan niet, vindt boer Klap. Even denkt hij na. Wat nu? Dan holt hij op zijn blote voeten naar de keuken om een grote teil te halen. De groot ste die hij heeft. En die zet hij mid den onder het gat in het dak. Pang, pang, pang, fclinkt het nu. Heel hard. Dat doen de regendroppels in de teil. Boer Klap houdt de han den voor zijn oren. Verschrikkelijk wat een herrie. Daar kan hij niet bij slapen. Met een grote ruk trekt hij de teil weer onder het gat vandaan. Nu klinkt het weer: tikke, tik. Takke tak. Weer denkt boer Klap na. Ineens weet hij het. Hij loopt op de kast toe in de kamer. Een diepe donkere kast, waarin zijn kleren hangen. En helemaal ach ter in de kast, uit het donkerste hoekje, pakt hij wat weg. Boer Klap lacht voldaan. Een parapluie. Een hele. grote, ouderwetse parapluie. Die is nog van zijn vader geweest. Boer Klap kijkt naar het gat in het dak. Hij knikt eens met zijn hoofd, pakt een stoel en zet die onder het gat. Dan klimt hij op de stoel. De parapluie stevig in zijn hand. Zou het gaan? Boer Klap rekt zich uit en probeert de haak van de parapluie in het gat van het dak te steken. Eerst wil het niet. Het gat is te klein, Maar na een poosje geprobeerd te hebben wordt het gat in het oude dak groter en ja, daar schiet de haak er door. Boer Klap laat voorzichtig de para pluie los. Zou zij blijven hangen? Ja hoor, het lukt. Hij lacht er van. Nu vallen do druppels in de parapluie. Dat maakt niet zo'n herrie als in de teil. En tevreden stapt boer Klap van de stoel cn kruipt weer in bed. Brr, wat is hij koud cn nat geworden. Hij rilt er van en zoekt het droogste plek je in bed. De dekens trekt hij tot over zijn oren. Zo valt hij in slaap. En het regent nog steeds. Ook in de parapluie. Tikke, tikke, tik, klinkt het. De ander morgen als boer Klap wakker wordt, kijkt hij verschrikt rond. Eerst begrijpt hy er niets van. Wat staat alles raar. En o, de pa rapluie ligt op de grond. Gescheurd en kapot, en de vloer is drijfnat van het water." Verschrikt kijkt boer Klap naar het dak, naar het gat. O, dat is veel groter geworden. Zeker omdat de parapluie er aan gehangen heeft. Verslagen kijkt boer Klap naar de rommel. Gelukkig dat het droog geworden is, denkt hij. Anders dobberde ik in mijn bed in het water. Dan stapt hij uit bed, Zo maar met zijn blote voeten op de natte vloer. Hij rilt er van. Maar toch moet het. En hij moet nog meer. Want boer Klap begrijpt nu wel, dat als hij zijn boerderijtje niet gauw gaat maken, hij er over een poosje niet meer in Dan gaat hij werken en timmeren. Alles wat kapot is gaat hij maken. Eerst het dak. Maar dan ook de deu ren en de ramen. En dat niet alleen. O, nee hoor! Hij smeert de deuren ook en maakt ook alles schoon. Wat werkt die boer Klap. Hij is nog roder en warmer dan vannacht. Maar dat hindert niet. Want nu boer Klap ziet hoe mooi zijn boerderijtje opknapt, krijgt hij zo'n zin in het wer ken, dat hij er zelfs een deuntje bij fluiten gaat. Hij wordt er vrolijk van. Voortaan, denkt hij. voortaan zal ik mijn boerderijtje wél beter schoon en heel houden. En dat meent hij. ELLIS VAN DE BELD. onze BRievenBus M'n beste nichten Ook deze week kreeg ik weer post van een geëvacueerd meisje. Hartelijk wel kom in onze kring Els den Engelse. Wij vinden het allemaal leuk dat je mee gaat doen. En vandaag zou ik nog eens tegen alle geëvacueerde kinderen willen zeg gen: schrijf maar ge rust. Nichten en ne ven kunnen er altijd wel by. Meisjes en jongens, ik heb het al eens eerder ge vraagd en nu vraag ik het weer. Toe, vergeten jullie toch vooral niet je adres en l e e f t ij d elke week eventjes onderaan de brief te schrijven. Er zijn kinderen, die het trouw doen, maar het wordt ook u»el eens een keertje vergeten. Denken jullie er om? Fijn zo. En nu. de prijzen. Deze week gaat de hoofdprijs naar G\js Kuijpers, toont dii had toch zo z'n best gedaan. De troostprijzen zijn voor Gerric Hagen, Klaas Brobbel en Piet den Breejen. Ofschoon het volop tollen tijd heb ben heel wat nichten en neven tijd ge vonden de puzzle op te lossen en mij een briefje te schrijven. De trieven. bus zit dan ook weer behoorlijk vol en daarom beginnen wij maar gauw. Hier liggen twee fresia's voor mij erf die kwamen uit een brief, die Atle van Geest mij stuurde. Erg leuk bedacht, /tie, en hartelijke dank. De bloeme tjes zagen er nog fris uit. Nee maar... die tante Jos toch. Zomaar je naam verkeerd geschreven, Ineke Goeman. Zo beter cn zeg groetjes aan Henk. Was het raadsel voor Freddij te moei lijk. Frans Mietskc? Ik denk dat hij de puzzle, die vandaag in het Zondags blad staat wel op kan lossen. Lijken jullie veel op elkaar Miep cn Ankie Bontje. Ik vind wel. dat jullie bijna precies eender schrijven. Is Ank ook op de G.J.O.? Sjanie van Galen spaart sigarenbandjes en postzegels. Dat lijkt me aardig toe. Sjanie heb je al een flinke verzameling? Jouw rapport zag er keurig uit, Toosje Hageman. Blijf zo maar dapper doorgaan lk ben wel wat laat. Gerrij Trapman, maar ik wens je nog geluk met je verjaardag En dat je maar een flinke meid mag worden cn tante Jos niet al te gauw in de steek z.al laten. Arme poes van jullie. Joke Jurjaanz. Is het pootje al wat beter? Geef haar Hoe Ik hoop het beter z.al zij Lenie Koen de kop van mij iet onze Tineke van Noort. harte dat het been gauw t. Groetjes aan Nico. Bij dan in de vorm van kippen. Dat zal me een gekakel wezen mcirke. Mar- rie de Kievit is met haar zusje naar de tandarts geweest. Goed zo Marrie, help jij moeder maar flink. Ik vond, dat Annita Strijbos een keurige oplos sing had gemaakt. Een pluimpje op je hoed, hoor Annita. Nee maar. wat is jouw moeder verwend. Gonnie Ippel. Dat was me een prettige verjaardag. Maar dat geeft toch niets. Rietje en Arie Stam, dat Jantje niet zo heel erg mooi kan schrijven. Daarom mag hij mij gerust een briefje sturen hoor. Ver tel het hem maar gauw. Joan de Groot is in de padvinderij cn fcij heeft het daar best naai zijn zin. Fijn zo. .loan. Nog wel gefeliciteerd met je verjaar dag, Gert van Elderen. Ik vind. dat jij machtig veel cadeautjes hebt ge kregen, zeg. Schiet je al op met je washandje, Ada de Jong? Brei maar dapper door en zeg vergeet vooral niet kleine Willy van mij te groeten. Toen Ria van der Vliet laatst naar de stad ging heeft zij een nieuwe mantel gekregen. Was de keus erg moeilijk, meiske? Ik houd anders erg veel van grijs hoor Dus jij bent ook al aan het tollen. Leni Stander. Ik kleurde vroeger altijd mijn toL Als 'ie dan draaide, leek het zo leuk. Jacob de Reus komt vast uit de omgeving van Nieuwerkerk Ad Trapman, Ratten en muizen zijn dol op l-aas. Maa,- 't rail vaak niet mee n i lekker hapje te veroveren. Op deze tekening zie je in de beneden hoek een rat en helemaal links boven een heerlijk stuk kaas. Om daar bij te komen moet de rat door een grote doolhof. Maar hij ko it er wei want 't is een slim dier. Geven jullie eens duidelijk aan hoe hij lopen moei.' Je moet het mnar ei vragen en hem vertellet ook kan schrijven Doe je het* Hei lijk dat jullie weer thuis zijn Dickie Ippel en prettig, dat je me al weer zo gauw hebt geschreven. Is het huis weer helemaal droog' Dat was inder daad een hele poos geleden, dat je me had geschreven. Corric de Bok Ik dacht bijna, dat je me was vergeten.. Ook ik zou het fijn vinden als je over ging, Kees Lok. Maar flink je l.rst blijven doen zou ik zo zoggen Dus jouw vader plaagt jou wel eens een keertje. Henk ('lazing. Geeft niels hoor daar word Je een grote kerel van Hier nog al een jarige. Ook jij Bert Klanderi en Marian. Ik vond het Marianneke ook een briefje had s»- schreven. Gelukkig dat de dijk het bij jullie heeft gehouden, Truus de Jager. Ja het waren wel spannende ogenblik ken. Ja. als jc de pu/zlc telkens ver geet op te sturen. Jannij Snellrman, dan kan tante Jos jou ook gees ant woordje geven. Niet meer vergeten hoor. Is vader al weer thuis Bert en Piet van der Linden. Van harte beterschap toe gewenst. jongens Gerard Kooreman heeft onlangs een trein gekregen, het een electrische, Gerard en heb jc er rails bij? Anneke van Winden wil >k bedanken voor haar schilderijtje, waar mee ik erg blij was. Tja. Jan la Grouw, niet iedereen kan elke weck een prijs winnen, dat gaat nu eenmaal met. Maar dapper volhouden. Jan Hoe hoog haal jij met springen. Wim Blok? Daar was ik eerlijk gezegd vroeger niet zo'n kei in hoor. Ha. opperhoofd Arie van der Meij, hoe staat het met jullie club Hebben jij en Jan van St-hravendijk nogal leden weten te winnen? Nee maar ik kom vast eens een kijkje nemen als jullie op school koekjes aan het bakken zijn. Jopie van Nieuwkoop. Schiet Je spencer al op? Is Brppie van Spronoen al klaar met het inrichten van haar poppenkamer? Wat lijkt mij c'at aller gezelligst werk toe. Wat heb ik nu '.och gedaan. Kis» Lambrrflsc, jou bij de nieuwelingen genoemd, terwijl je me al heel wat keertjes hebt geschreven. Sorry hoor. maar het is ook wel eens een heel karwei Jullie allemaal uit elkaar te houden. Hartelijk dank voor je tekeningen. Greelje van 't Wout. ik was er reuze blij mee Tenslotte wil .k Hemmo Drexhage ren prettige dag toewensen op de 13e Maart Vast ren stevige hand van mij Hemmo Kinders. wij gaan de brievenbus weer dicht doen. Maar natuurlijk komen eerst de nieuwelingen nog aan de beurt. Welkom in onze kring Nellij de Ruiter, Tonnij van 't Hoenderdaal Nccltje Vermeer. Dik Berghout. Willij de Kruyf. Henk van Vark, Nellij Planken. Trudc Hoornweg, Ria Nugteren, Willij Burghoorn. Coby Koster, Joke den Hond. Kees van Andel, Jnc. Jansen, Bas Groenevell, Ineke Nooit, Leni Driebergen, Corrie van der Zee. Ina van Dienst. Dienij Daude.v. Atic van der Bent, Anneke Kromhout, Tnjni Beens. Woutera van der Plank en Adrie van Berkel. Ik wens jullie allemaal een prettige Zondag toe. Dag jullie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 12