BLOEDARMOEDE LEVERBEHANDELING Neerslagvormen 4 HET LAND ROND Inieressani siukje protestants Brabant NEEN, lezer, de naam in het op schrift heeft niets te maken met het nabije Oosten of met de Oude Geschiedenis: hij behoort aan een dorp in het Land van Heusden en Altena, dus niet eens zo ver uit het centrum van ons land. Maar U moet er wel wat moeite voor over hebben, als U er eens een kijkje wilt gaan nemen, want dit kleiland, waar een niet onbelangrijk deel van onze sui kerbieten vandaan komt, is wel een beetje met krantenpapier dichtge plakt, en dat zeker bij nat en koud herfst- en winterweer, als bovendien de bietencampagne de wegen tot een modderpoel gemaakt heeft. „Waar Maas en Waal tesamen vloeien, en Gorkum rijst van ver vooral dat laatste geldt voor wie uit het Land van Heusden en Altena naar het Noorden wil, nog met onver minderde duidelijkheid. De enige ver binding met het Noorden was, en is nog steeds, een pont-veer over de bre de Merwede voor het grote verkeer van Sleeuwijk naar Gorkum: hier komt ook al het verkeer van Breda naar Gorkum langs! En sinds in 1904 door het graven van de Bergse Maas (waardoor eigen lijk de Maas nagenoeg haar oorspron kelijke loop weer terug kreeg) het Land van Altena met het Noordwes telijk deel van het Land van Heus den een eiland werd, is het in het Zuiden al niet veel beter: alleen bij Keizersveer en bij Heusden liggen bruggen over de Bergse Maas voor het verkeer met het overige Bra bant, en bij Nederhemert over de af gedamde Maas voor het verkeer met de Bommelerwaard. Overigens alleen maar pontveren. En wat dat betekent in winters met veel vorst laat zich gemakkelijk raden. DOORDAT het Land van Heusden en Altena betrekkelijk zo moei lijk te bereiken is, weten maar heel weinigen hoe 'n bekoorlijk stuk je Nederland hier ligt; niet alleen in voorjaar en zomer, maar toch ook in de winter, als er soms een eindeloos wit sneeuwkleed de landen dekt. Smalle, merendeels grintwegen slinge ren zich temidden van bouw- en wei land, hier en daar omzoomd door wat opgaand hout, zoals peppels en wilgen. De grienden, die er niet zo heel lang geleden nog volop waren, vooral in de omgeving van Almkerk en Andel, zijn zo langzamerhand aan het verdwijnen, maar dat neemt niet weg, dat ze in de oorlogsjaren zij het in veel mindere mate dan de aan grenzende Biesbos toch een veili ge schuilplaats boden aar veel van de prachtige Gelderse stamboekpaarden, waar de boeren hier terecht trots op zijn. De rapporten van de Planologische Dienst vinden dit geïsoleerde ge bied min of meer achterlijk, en dat Is, als je door „Den Duil" tussen Dusscn en Almkerk fietst, ook wel duidelijk; maar toch maakt over het algemeen deze kleistreek ten Noor den van de Bergse Maas met zyn vaak vrij grote en heel veel oude boerderijen een betrekkelijk wel varende indruk. De meeste boeren hebben een gemengd bedrijf, d.w.z. dat ze zowel vee- als bouwboer zijn. Na de heel moeilijke jaren van voor de oorlog, brengen het land zowel als het vee nu behoorlijke inkomsten bin nen. Sinds 1927 bezoeken bijna alle boerenzoons de Landbouwschool in Andel, en de zuivelfabriek in Gende- ren staat bekend om zijn goede pro ducten, terwijl ook de kwaliteit van de gewassen kan concurreren met die van de meeste andere streken van •ns land. Door het gebrek aan grond zyn ech ter vele gezinnen gedwongen geweest te emigreren: vooral in de Haarlem mermeer vindfen we heel wat boeren die oox-spronkelijk uit het Land van Heusden cn Altena komen. Maar ook naar Californië en Canada zagen de ouders hun kinderen vertrekken en bijna altijd om er een goede toekomst te vinden. Het grootste deel van de grond be hoort hier aan eigenaars die zelf bui ten het Land van Heusden en Altena wonen, en hun land aan de boeren verpachten. Dat is ook wel één van de redenen, dat er niet zoveel vooruit gang op allerlei gebied is als wel te wensen zou zijn; de Duil is wel het ergste voorbeeld van deze verwaar lozing. PRACTISCH het hele Land van Heusden en Altena boven 't Berg se Maasje is, in tegenstelling tot de rest van Brabant, protestant; alleen Dussen en De Hank hebben een groot aantal rooms-katholieke inwoners. Typerend voor de zo orthodoxe men taliteit hier is. dat er op Zondag geen bussen rijden binnen de omarming door de rivieren; men kan bijvoorbeeld vanuit Den Bosch tot Heusden komen met de bus, maar verder heerst er in deze streek algehele Zondags rust. Dat dit nogal eens problemen oplevert voor hen die in de steden hun werk gevonden hebben, en alleen met de weekenden naar huis kunnen gaan, spreekt vanzelf, maar de be volking acht dit bezwaar toch niet zo groot, dat er verandering door komt. Trouwens, ook door de week is het auto- en busverkeer niet uiter mate intensief, wat op deze smalle wegen ook niet goed mogelijk zou De kinderen, die na de lagere school verder willen leren, moeten daar dan ook heel wat voor over hebben, aan gewezen als zij zijn op Gorkum of Waalwijk. Zo moeten de kinderen uit Babiloniënbroek of het naburige Hill, waar helemaal geen bus komt, elke dag 12 km heen en 12 km terug fiet sen naar MULO, HBS of Gymnasium in Gorkum. Dat lijkt 's zomers wel aardig, maar om 's winters in het donker door de modderige of spie gelgladde, volkomen verlaten Duil te fietsen, is allesbehalve een pretje. Door het isolement van dit gebied hebben de dorpen nog een sterke on derlinge band: als er in het ene dorp eens een bazar of concert is, komen de buur-dorpelingen trouw op bezoek. En de trots van het slechts ruim 300 inwoners tellende Babiloniënbroek is het zangkoor, dat op meer dan één zangconcours de eerste prijs in de wacht sleepte. In de oorlogsjaren lag dit gebied in de frontlinie, met het gevolg, dat de bewoners, die allemaal naar de dorpen langs de afgedamde Maas ge ëvacueerd waren, bij hun terugkomst een groot deel van hun woonplaatsen met de grond gelijk vonden, terwijl ook van de kerken er veel vernield waren. Maar met een onverwoestbaar optimisme begon men in dit land, dat bovendien nog onder water gestaan had ook, weer te bouwen, en nu ste ken alleen nog de torens van Meeu wen en Eethen als sinistere, ver minkte geraamtes naast de alweer ge restaureerde zij het niet zo erg mooie) kerken omhoog. En ook de ooievaar, die gewoon was op de kerk van Eethen te nestelen, is na de her bouw ervan weer teruggekomen AL is het voor de oppervlakkige be zoeker niet altijd overal even op vallend, toch is er nog wel iets te vin den van de historie. Zo bijv. in het mooie stadje Woudrichem, waar voor de oude poort; en de uit het water oprijzende stadsmuren, de tijd stil schijnt gestaan te hebben. En ook in Heusden zelf, dat zijn naam gaf aan het Oostelijk deel van dit gebied, leeft het verleden, zij het ook door de oorlog deerlijk gehavend. In dit nu dode stadje bezuiden de Bergse Maas, dat eertijds „de stad Heusden" tegen over het. „stedeke Den Bosch" heette, en waar de Heusdenaren nog lang trots gebleven zijn op het feit, dat ze ooit eens Den Bosch plat gebrand hebben, weerklinken alleen nog de ha mers van een scheepswerf. Zelfs zijn marktfunctie heeft het moeten afstaan aan zijn oude mededinger Den Bosch, evenals het garnizoen en het kantongerecht, die er omstreeks 1900 nog gevestigd waren. Maar toch is het nog steeds de doorgangspoort voor hen die uit het Land van Heus den en Altena nu in Den Bosch hun inkopen en zaken gaan doen. En dan is er in Dussen nog een echt kasteel, daterend uit 1609, dat juist pas weer gerestaureerd is, om als gemeentehuis in gebruik geno men te worden. En zowel in Meeuwen als in Babiloniënbroek herinnert een „kasteeltje", nu niets meer dan een boerderij, aan de 14e eeuw, toen de Heren van Eethen en Meeuwen hier hun bezittingen hadden, dicht onder de rook van het machtige Loevestein. Maar aan dit alles denken de mees te bewoners nu riiet zo vaak meer: de bewerking van hun land vraagt alle aandacht. A. M. R. BRAAMS. Gelukkig kan de spuit vervangen worden •(Van onze medische medewerker). ER is een vorm van bloedarmoede, die, alhoewel betrekkelijk zelden voorkomend, een algemene popu lariteit geniet. Haar aanwezigheid wordt niet aan gekondigd door geruchtmakende ver schijnselen of kwellende symptomen. Haar begin is sluipend. De patiënten worden geleidelijk slap, wat kort ademig, Het valt de huisgenoten op, dat de huid een geel-bleek tintje gaat vertonen, 's Avonds zijn de voeten een beetje dik, zodat de randen van de schoenen duidelijk gemarkeerd zijn en de sierlijke contouren van de enkels verdwenen zijn. Vermageren doen deze patiënten eigenlijk niet: de onderhuidse vet laag blijft opmerkelijk constant. Een wijsneuzig familielid stelt de diag nose op een hartafwijking: dikke en kels, kortademigheid, moeheid, dat moet kloppen! De arts loopt er ook wel eens in, vooral als er een dui delijk geruis aan het hart te horen is. Bijna steeds zijn er andere ver schijnselen, die de deskundige op het goede spoor brengen. Deze pa tiënten klagen vaak over een bran derig gevoel van de tong, dat zelfs tot duidelijke pijnlijkheid kan toene men. Soms is er aan de tong niets te zien, meestal zijn er kenmerkende verschijnselen, die het aspect van de uitgestoken tong veranderd hebben. Verder heeft men typische klachten aan de handen en voeten. Men heeft het gevoel alsof de vingers dikker dan normaal zijn, of ook, in deze or ganen een doof of kriebelend gevoel. Men ziet deze met de duim Nederland altijd en overal heel wat te baggeren. alles anders aanvoelt dan ge woon. Aan de voeten treft men het gevoel aan alsof er zand in de schoe nen zit Bij het onderzoek is de lever meest al wat vergroot evenals de milt. Het bloedonderzoek bevestigt de reeds vermoede diagnose: pernicieuze anae- mie, een vorm van bloedarmoede het woord pernicieus zegt het reeds waaraan men vroeger in enkele jaren tijds ten gronde ging. Het was een geweldige vooruitgang toen Minot en Murphy ontdekten, dat deze ziekte behandeld kon wor den met het eten van grote hoeveel heden rauwe lever. Het was echter voor een groot deel van deze pa tiënten bijna ondoenlijk de voorge schreven hoeveelheden rauwe lever te verwerken Uit deze tijd dateren verschillende recepten, om de smaak en het as pect van rauwe, gemalen lever zo veel mogelijk te maskeren. De een verkoos het genoemde product door hete soep, de ander gebruikte het in karnemelk, weer anderen schroeiden de buitenkant van een rauwe lever bal even in de pan, ieder zocht voor zich naar een eetbare vorm, die vol gehouden kon worden, want het le ven hing ervan af. Een tweede stap vooruit was de productie van een leverextract, dat ingespoten kon worden en waardoor de ziekte practisch te genezen was, als men maar zorgde op tijd weer om een nieuwe spuit te gaan bij zijn huisarts. Door onderzoekingen van Castle en zijn medewerkers is gebleken, dat voor het herstel van deze ziekte twee stoffen nodig zijn: één ervan komt in de voeding voor, is geïsoleerd en be titeld als een vitamine met de naam BI 2. Het gebruik van deze stof met de voeding is echter niet vol doende om genezing teweeg te bren gen. Voor de opslorping van deze stof uit de darm is een stof nodig, die in normaal maagsap en in normaal maag- en darmslijmvlies voorkomt maar in het organisme van de lij ders aan pernicieuze anaemie ont breekt. Op deze factor komt het aan! Het vervult ons met nationale trots, dat de dagbladen onlangs be richtten, hoe het Organon te Oss ge lukt is deze stof te isoleren. Ze komt in de handel als kleine tabletjes, waarin ze gekoppeld is aan het vita mine B12. Door samenwerking met een groot aantal Nederlandse clinici konden de biochemici van Organon de werkzaamheid van hun preparaat bepalen. Behalve voor pernicieuze bloedarmoede wordt leverbehandeling bij tal van andere ziekten toegepast. Het is een weldaad voor de zieken, dat de spuit vervangen kan worden door het slikken van een paar kleine tabletjes. IN DE WINTER. -***# Ook het „kleine" bevat vaak grote natuurwonderen (Van onze weerkundige mede werker). ELKE winter weer kijken wij met enige verbazing naar de eerste sneeuwvlokken, die naar beneden ko men dwarrelen. Vooral wanneer er dikke vlokken in grote getale neer vallen, maakt ons dit even stil. Wij mogen ontzag hebben voor hevige on- weders en zware stormen of tropische cyclonen, die grote verwoestingen aanrechten, niet minder ontzag heb ben wij voor 't kleine en mooie in de natuur, waartoe o.a. ook de ver schillende vormen van neerslag in de winter behoren. In de eerste plaats willen wij dan de sneeuw noemen. Oppervlakkig spreken wij van sneeuw, wanneer wij witte kleine of grote vlokken zien val len, maar er is verschil in sneeuw. Nemen wij de gewone vlokken, die ontstaan bij temperaturen boven -10 gr C, bij lagere temperaturen be staan deze vlokken uit vertakte zes hoekige ijskristallen (sterretjes). Ook vallen er wel enkelvoudige ijskristal len (plaatjes en staafjes), die bij een Ruige vorst temperatuur van boven -10 gr C meestal tot vlokken verenigen. Val len er zeer dikke vlokken (meestal bij zuiden- tot westenwinden), dan is de kans op invallende dooi, na een vorstperiode vrij groot. Ook kennen wij zeer fijne sneeuw, kleine kristallen, die bij harde of Brandend braambos Die, fier op eigen krachten, kampt, In wien de drift der zinnen vlamt, Wien d'eigen dunk het hoogste is. Dien breng Ik in Mijn wildernis. Daar, waar de hete wind hem zengt, Waar fellf dorst zijn lichaam krenkt, En waar het gloeiend zand hem schroeit De voeten, van het gaan vermoeid; Daar, waar Mijn hemel strak zich spant Een effen, stalen koepelwand, Waar, als hij bidt en dwingt en schreit Ik zwijg in Mijn barmhartigheid; Opdat h\j, tot den dood benard, Den doortocht viere naar Mijn hart, Den optocht naar het hoog festijn Van 't met zijn Maker eens te zijn. Nu staat Mijn hart in laaien gloed; Kom hier, Mijn kind, ontschoei uw voet, Nu Ik dit diep geheim u leer: Den Godsvrietid komt zyn God omneer. Hem, die bepint een held te zijn Maak Ik ootmoedig, arm en klein; Die bij Mij veilig weet Mijn zaak, Voor hem heb Ik een heldentaak. stormachtige oostenwinden ook wel „jachtsneeuw" wordt genoemd. Onder natte sneeuw wordt verstaan sneeuw gemengd met regen, hieron der dus niet te verstaan sneeuw, die terstond smelt, zodra zij het aardop pervlak bereikt. Natte sneeuw is dus een mengsel van regen en sneeuw. „Sneeuw op slijk binnen enkele dagen een harde dijk" zo luidt één der varianten van een weerrijmpje, dat ons wil laten geloven dat er na natte sneeuw of sneeuw die valt op natte grond en daarop dadelijk smelt, vorstweer volgt. De practijk heeft al herhaaldelijk bewezen, dat dit weerrijmpje niet altijd opgaat. Verder onderscheiden wij ook nog motsneeuw. Dit zijn witte ondoorzich tige korreltjes, kleiner dan 1 mm. Wanneer zij op een harde grond val len, springen zij niet merkbaar op en breken niet. Zij ontstaan uit ijs- naaldjes of sneeuwkristalletjes, die met onderkoelde druppels zijn sa- mengevroren. Poolsneeuw. Dit zijn kristallen in de vorm van sterretjes, welke zo lang zaam vallen, dat zij in de lucht schij nen te zweven. Dit komt voorname lijk voor tijdens strenge vorst, oos tenwind en helder weer. B.v. tijdens de felle koude in December 1938, toen het 15 a 18 gr. vroor, viel er poolsneeuw. Men zegt ook: het zil- vert. Men kan bij een strak blauwe lucht allemaal kleine witte kristalle tjes zien zweven. Korrelsneeuw. Hieronder verstaat men witte ondoorzichtige op sneeuw gelijkende korrels. In tegenstelling met motsneeuw, springen deze korrels wel van de grond op en kunnen dan breken. Deze vorm van neerslag valt voornamelijk bij temperaturen om het vriespunt en meestal boven land. Niet te verwarren met hagel, die meer in het voorjaar en in de zomer tijdens buien valt. Driftsneeuw. Hierbij wordt door de harde wind de sneeuw, die reeds is gevallen, weer opgewerveld. Het is soms zeer moeilijk uit te maken of het alleen opgewaaide of verse sneeuw is. Beide worden ze wel „sneeuw jacht" of „sneeuwstorm" genoemd. Stappen wij van de sneeuwvorm af, dan blijken er nog verschillende andere vormen van neerslag te zijn, waarmee wij in het winterhalfjaar kunnen kennis maken. Llsregen. Dit is een bevroren re gen, die ontstaat wanneer regendrup pels bij het vallen door een lucht laag komen, waarvan de temperatuur beneden het vriespunt ligt en dan be vriezen. Het duidt er dan op dat zachtere lucht in de hogere luchtla gen is doorgedrongen, maar dicht bij het aardoppervlak nog een koude laag aanwezig is. Dat het bij ijsregen zeer glad kan worden zal niet ver meld behoeven te worden. Sneeuwvlokken bestaan uit een Zeer fijne vormen van neerslag zijn de volgende: Rijp. Komt meer in het voorjaar voor, na een nacht of ochtend met nachtvorst. Lichte schub-, naald-, veer- of waaiervormige ijskristallen, die zich afzetten door rechtstreekse sublimatie (overgang van damp in ijs). Ruige rijp ontstaat bij onderkoelde mist of nevel, vooral op verticale voorwerpen, en toont zich als een vergrote uitgave van rijp. Ruige vorst komt in de winter dik wijls voor en kan een fantastisch mooi wintergezicht geven. Ruige vorst ontstaat bij mistig weer. De mist- druppeltjes zijn onderkoeld, dat wil zeggen hebben een temperatuur on der het vriespunt, maar... bestaan toch nog uit kleine waterdruppeltjes. Zodra ze echter in botsing komen met voorwerpen als bomen, struiken, hoeden, fietsen enz. gaan ze onmid dellijk bevriezen en zetten zich als goedkoopte en beschikt slechts over een voorkamer en een slaap- alcoof, terwijl er een afgeschoten ruimtetje als keuken dienst doet. Het woninkje maakt deel uit van die eigenaardige vorig-eeuwse pan den, die onder één laag dak vier van dergelijke gelegenheden bijeen deden hokken. Een gemeenschap pelijke voordeur met een soorte ment miniatuur portaaltje waarop de beide benedenafdelingen uitko men en vanwaar een stiile trap omlioogvoert naar twee dito etage ruimten. Overigens zelfs voor be jaarden niet ideaal, behoudens dan ruimte en prijs, omdat ze vooral beneden zeer vochtig zijn, omdat de zon door het enige raam op het Uit de VOLKSWIJK Noorden nooit binnendringt, als ook omdat de ventilatiemogelijk- heden er nihil zijn. Maar voor gro tere gezinnen volstrekt onmogelijk. Nochtans bergt dit ene pand in de oorlogsjaren wisselend zes tot acht gezinnen met tussen de dertig tot veertig zielen. Vraag niet hoe men er leeft en nog minder hoe men slapen moet. De jongste kleinkin deren liggen bij Opoe in de bed stee, de rest schikt zich terruste in de alcoof, maar het is passen en meten aleer ieder zijn draai gevon den heeft. Wie echter op grond van dit alles zou vermoeden dat de fa milie Klaasjens hardgrondig en totaal de nieuwe orde aan hun kapotte laarzen zou lappen, vergist zich deerlijk. Immers: de eerste heroriëntatie valt gunstig uit, want Vader kan bijkans onmiddellijk weer aan de slag gaan. Het is wel geen prettige slag, dat puinruimen, maar iets is beter dan niets. De wereld ziet er een ondoorzichtige korrelige sneeuw- of ijsachtige massa af. Hoe dik wor den telefoon- en bovengrondse licht- leidingen niet. Zodra het gaat dooien of wanneer de wind opstreekt ver dwijnt dit fraaie natuurverschijnsel in een ommezien. Naast sneeuw, kan ruige vorst tot één der mooiste neerslagvormen in de winter gerekend worden. De laatste vorm die wij willen noe men heeft vooral bij het wegverkeer een slechte naam nl. IJzel. Dit is een tamelijk homogene en doorzichtige ijslaag, die bij regen of motregen ontstaat op onder het vriespunt afgekoelde oppervlakken. IJzel komt in de meeste gevallen dan ook voor, wanneer na een periode met koud vorstweer invallende dooi vereniging van kleine kristallen. is te verwachten. In de bovenlucht is de zachtere dooilucht al doorge drongen en de neerslag valt dan ook in de vorm van gewone regen of motregen. De onderste laag lucht dicht bij de grond is nog koud en ook de aarde zelf (w.o. ook de we gen) heeft nog een temperatuur van onder het vriespunt. De gevallen re gen gaat hierop bevriezen, welk ver schijnsel de naam van „IJzei" heeft gekregen. Zo hebben wij dan even de hydro- meteoren in het winterseizoen de re vue laten passeren. Wij hebben met de meeste van deze verschijnselen deze wintec al te maken gehad. Het gaat er niet alleen om dat u ze van elkaar kunt onderscheiden, en ook niet dat u nu het ontstaan ervan kent, maar vooral dat men moeite neemt deze wereld in het klein eens van na bij te bekijken. De natuur heeft ons nog heel veel te vertellen, ook in de vorm van vorst en andere merkwaardige ver schijnselen. il>W altijd weer wat rooskleuriger uit wanneer een man niet meer thuis i behoeft om te lummelen en op zij tijd naar het werk kan gaan. Hij wint er zijn zelfrespect door terug ook wanneer hij zoiets niet kan be- x redeneren. Hij verovert bovendien een kameraadschap met lotgenoten: x er schiet 'n gemeenschappelijk sliaggie op over en de humor is x niet van de lucht. Met z'n tienen of twaalven vormen ze één knock- ploeg, die op de wijde vertooestin- gen aanvalt en die, week na week, x maand na maand, eindeloze hoe- veelheden stenen, min of meer ver- brande binten, bouwvallen cn ont- graven fundamenten opruimt. Een werkzame en sinds jaren voor het eerst weer goedlachse ploeg, die zich siert met een der talloze na- men, die in deze dagen aan de orde van de dag zijn. Een enkele keer is het werk luguber, als men stoot J op de verkoolde resten van wat eenmaal een medemens was. Vaker bergt het nog zekere verrass.ngen: x soms duikelt iemand nog wel wat £i bruikbaars op wanneer een kelder onder instortende muren weerstand geboden had. Dat moet men dan x wel weer officieel afdragen, maar er glipt wel eens iets tussen de x naden der voorschriften door. En in ieder geval: men werkt. Daarnevens is nog iets anders. een man, die werkt kan een gezin x onderhouden. Dat besef betekent altijd gezinsuitbreiding. Ongetwij- x feld doen daarnevens bepaalde uit- keringen van kindergelden ook een x duit in het zakje, maar ook zonder dat herneemt het leven thans zijn x rechten. En de beide oudste doch- J ters kunnen meteen ook gaan ver- x dienen, nu hun loon de steungelden J niet langer doet ineenschrompelen. x Begrijpt U dat de eerste her- J oriëntatie voordelig uitvalt voor de x nieuwe orde? Ook al is Opoe daar niet over te spreken uit christe- x lyke motieven en buurman uan de oude S.D.A.P. al evenmin. Maar t dat zijn vooralsnog bekrompen J geesten, vindt Klaasjens. WIJKPREDIKANT HER-ORIËNTATIE EEN nieuwe tijd een nieuwe orde.' Tenminste: zo noemde men dat in die zomer van 1040, en het mensdom is er altijd grif by als er iets nieuws te beleven valt. Het aanvaardt daarbij het aange boden „nieuwe" meestal vrij cri- tiekloos: de beproeving der geesten blijft weggelegd voor bezonnener elementen, de meerderheid draait met elke mode mede, letterlijk en figuurlijk. Hetgeen in ons geval hierop neerkomt dat menig volks wijkbewoner de omwenteling der geschiedenis vooralsnog niet zo erg betreurenswaardig vond. Laten we maar eens één enkel gezinnetje volgen op zijn tocht door de oor logsjaren. We noemen het Klaas jens, omdat we zekerheid hebben dat die naam in die jaren in de Volkswijk niet voorkwam. We geven het een man en vader van omtrent vijfendertig jaren, een vrouw en moeder Gerritje van omtrent één jaar jonger, als mede vier kinderen in de loop van hun zeventien huwelijksjaren ge boren en aan de aanvang dezer historie respectievelijk oud bijkans 17 jaar (dochter), 15 jaar (dochter), 11 jaar (zoon) en 7 jaar (weer een zoon). Oorspronkelijk woonachtig in de binnenstad, maar op die ramp dag met medename van bedden en dekens ingetrokken bij oude Opoe van moederszijde. Ik teken er even bij aan dat het in hun verbrande woning verder nog aanwezige huis raad werkelijk niet de moeite loon de om met levensgevaar aan de vlammen onttrokken te worden: sinds zeven jaar had men immers niet de mogelijkheid gehad om ook maar één versleten meubelstuk te vervangen, want in 1933 was de man zonder werk gekomen en toen behoorde vernieuwing tot het ver leden. Daar zit men dus en daar huist men dus. Bij Opoe.' Niet dat er voldoende ruimte voor een derge lijke bezetting is, want Opoe, die hier sinds jaar en dag woont, be trok deze woning na de dood van haar man enkel en alleen om de H. A. GOEDHART.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1953 | | pagina 8