BLOEDARMOEDE LEVERBEHANDELING
Neerslagvormen
4
HET LAND ROND
Inieressani siukje protestants Brabant
NEEN, lezer, de naam in het op
schrift heeft niets te maken met
het nabije Oosten of met de Oude
Geschiedenis: hij behoort aan een
dorp in het Land van Heusden en
Altena, dus niet eens zo ver uit het
centrum van ons land. Maar U moet
er wel wat moeite voor over hebben,
als U er eens een kijkje wilt gaan
nemen, want dit kleiland, waar een
niet onbelangrijk deel van onze sui
kerbieten vandaan komt, is wel een
beetje met krantenpapier dichtge
plakt, en dat zeker bij nat en koud
herfst- en winterweer, als bovendien
de bietencampagne de wegen tot een
modderpoel gemaakt heeft.
„Waar Maas en Waal tesamen
vloeien, en Gorkum rijst van ver
vooral dat laatste geldt voor wie uit
het Land van Heusden en Altena
naar het Noorden wil, nog met onver
minderde duidelijkheid. De enige ver
binding met het Noorden was, en is
nog steeds, een pont-veer over de bre
de Merwede voor het grote verkeer
van Sleeuwijk naar Gorkum: hier
komt ook al het verkeer van Breda
naar Gorkum langs!
En sinds in 1904 door het graven
van de Bergse Maas (waardoor eigen
lijk de Maas nagenoeg haar oorspron
kelijke loop weer terug kreeg) het
Land van Altena met het Noordwes
telijk deel van het Land van Heus
den een eiland werd, is het in het
Zuiden al niet veel beter: alleen bij
Keizersveer en bij Heusden liggen
bruggen over de Bergse Maas voor
het verkeer met het overige Bra
bant, en bij Nederhemert over de af
gedamde Maas voor het verkeer met
de Bommelerwaard. Overigens alleen
maar pontveren. En wat dat betekent
in winters met veel vorst laat zich
gemakkelijk raden.
DOORDAT het Land van Heusden
en Altena betrekkelijk zo moei
lijk te bereiken is, weten maar
heel weinigen hoe 'n bekoorlijk stuk
je Nederland hier ligt; niet alleen in
voorjaar en zomer, maar toch ook in
de winter, als er soms een eindeloos
wit sneeuwkleed de landen dekt.
Smalle, merendeels grintwegen slinge
ren zich temidden van bouw- en wei
land, hier en daar omzoomd door
wat opgaand hout, zoals peppels en
wilgen. De grienden, die er niet zo
heel lang geleden nog volop waren,
vooral in de omgeving van Almkerk
en Andel, zijn zo langzamerhand aan
het verdwijnen, maar dat neemt niet
weg, dat ze in de oorlogsjaren zij
het in veel mindere mate dan de aan
grenzende Biesbos toch een veili
ge schuilplaats boden aar veel van de
prachtige Gelderse stamboekpaarden,
waar de boeren hier terecht trots
op zijn.
De rapporten van de Planologische
Dienst vinden dit geïsoleerde ge
bied min of meer achterlijk, en dat
Is, als je door „Den Duil" tussen
Dusscn en Almkerk fietst, ook wel
duidelijk; maar toch maakt over het
algemeen deze kleistreek ten Noor
den van de Bergse Maas met zyn
vaak vrij grote en heel veel oude
boerderijen een betrekkelijk wel
varende indruk. De meeste boeren
hebben een gemengd bedrijf, d.w.z.
dat ze zowel vee- als bouwboer zijn.
Na de heel moeilijke jaren van voor
de oorlog, brengen het land zowel als
het vee nu behoorlijke inkomsten bin
nen. Sinds 1927 bezoeken bijna alle
boerenzoons de Landbouwschool in
Andel, en de zuivelfabriek in Gende-
ren staat bekend om zijn goede pro
ducten, terwijl ook de kwaliteit van
de gewassen kan concurreren met die
van de meeste andere streken van
•ns land.
Door het gebrek aan grond zyn ech
ter vele gezinnen gedwongen geweest
te emigreren: vooral in de Haarlem
mermeer vindfen we heel wat boeren
die oox-spronkelijk uit het Land van
Heusden cn Altena komen. Maar ook
naar Californië en Canada zagen de
ouders hun kinderen vertrekken en
bijna altijd om er een goede toekomst
te vinden.
Het grootste deel van de grond be
hoort hier aan eigenaars die zelf bui
ten het Land van Heusden en Altena
wonen, en hun land aan de boeren
verpachten. Dat is ook wel één van de
redenen, dat er niet zoveel vooruit
gang op allerlei gebied is als wel te
wensen zou zijn; de Duil is wel het
ergste voorbeeld van deze verwaar
lozing.
PRACTISCH het hele Land van
Heusden en Altena boven 't Berg
se Maasje is, in tegenstelling tot de
rest van Brabant, protestant; alleen
Dussen en De Hank hebben een groot
aantal rooms-katholieke inwoners.
Typerend voor de zo orthodoxe men
taliteit hier is. dat er op Zondag geen
bussen rijden binnen de omarming
door de rivieren; men kan bijvoorbeeld
vanuit Den Bosch tot Heusden komen
met de bus, maar verder heerst er
in deze streek algehele Zondags
rust. Dat dit nogal eens problemen
oplevert voor hen die in de steden
hun werk gevonden hebben, en alleen
met de weekenden naar huis kunnen
gaan, spreekt vanzelf, maar de be
volking acht dit bezwaar toch niet
zo groot, dat er verandering door
komt. Trouwens, ook door de week
is het auto- en busverkeer niet uiter
mate intensief, wat op deze smalle
wegen ook niet goed mogelijk zou
De kinderen, die na de lagere school
verder willen leren, moeten daar dan
ook heel wat voor over hebben, aan
gewezen als zij zijn op Gorkum of
Waalwijk. Zo moeten de kinderen uit
Babiloniënbroek of het naburige Hill,
waar helemaal geen bus komt, elke
dag 12 km heen en 12 km terug fiet
sen naar MULO, HBS of Gymnasium
in Gorkum. Dat lijkt 's zomers wel
aardig, maar om 's winters in het
donker door de modderige of spie
gelgladde, volkomen verlaten Duil
te fietsen, is allesbehalve een pretje.
Door het isolement van dit gebied
hebben de dorpen nog een sterke on
derlinge band: als er in het ene dorp
eens een bazar of concert is, komen
de buur-dorpelingen trouw op bezoek.
En de trots van het slechts ruim 300
inwoners tellende Babiloniënbroek is
het zangkoor, dat op meer dan één
zangconcours de eerste prijs in de
wacht sleepte.
In de oorlogsjaren lag dit gebied
in de frontlinie, met het gevolg, dat
de bewoners, die allemaal naar de
dorpen langs de afgedamde Maas ge
ëvacueerd waren, bij hun terugkomst
een groot deel van hun woonplaatsen
met de grond gelijk vonden, terwijl
ook van de kerken er veel vernield
waren. Maar met een onverwoestbaar
optimisme begon men in dit land, dat
bovendien nog onder water gestaan
had ook, weer te bouwen, en nu ste
ken alleen nog de torens van Meeu
wen en Eethen als sinistere, ver
minkte geraamtes naast de alweer ge
restaureerde zij het niet zo erg
mooie) kerken omhoog. En ook de
ooievaar, die gewoon was op de kerk
van Eethen te nestelen, is na de her
bouw ervan weer teruggekomen
AL is het voor de oppervlakkige be
zoeker niet altijd overal even op
vallend, toch is er nog wel iets te vin
den van de historie. Zo bijv. in het
mooie stadje Woudrichem, waar voor
de oude poort; en de uit het water
oprijzende stadsmuren, de tijd stil
schijnt gestaan te hebben. En ook in
Heusden zelf, dat zijn naam gaf aan
het Oostelijk deel van dit gebied, leeft
het verleden, zij het ook door de
oorlog deerlijk gehavend. In dit nu
dode stadje bezuiden de Bergse Maas,
dat eertijds „de stad Heusden" tegen
over het. „stedeke Den Bosch" heette,
en waar de Heusdenaren nog lang
trots gebleven zijn op het feit, dat
ze ooit eens Den Bosch plat gebrand
hebben, weerklinken alleen nog de ha
mers van een scheepswerf. Zelfs
zijn marktfunctie heeft het moeten
afstaan aan zijn oude mededinger
Den Bosch, evenals het garnizoen
en het kantongerecht, die er omstreeks
1900 nog gevestigd waren. Maar toch
is het nog steeds de doorgangspoort
voor hen die uit het Land van Heus
den en Altena nu in Den Bosch hun
inkopen en zaken gaan doen.
En dan is er in Dussen nog een
echt kasteel, daterend uit 1609, dat
juist pas weer gerestaureerd is, om
als gemeentehuis in gebruik geno
men te worden. En zowel in Meeuwen
als in Babiloniënbroek herinnert een
„kasteeltje", nu niets meer dan een
boerderij, aan de 14e eeuw, toen de
Heren van Eethen en Meeuwen hier
hun bezittingen hadden, dicht onder
de rook van het machtige Loevestein.
Maar aan dit alles denken de mees
te bewoners nu riiet zo vaak meer:
de bewerking van hun land vraagt
alle aandacht.
A. M. R. BRAAMS.
Gelukkig kan de spuit vervangen worden
•(Van onze medische medewerker).
ER is een vorm van bloedarmoede,
die, alhoewel betrekkelijk zelden
voorkomend, een algemene popu
lariteit geniet.
Haar aanwezigheid wordt niet aan
gekondigd door geruchtmakende ver
schijnselen of kwellende symptomen.
Haar begin is sluipend. De patiënten
worden geleidelijk slap, wat kort
ademig, Het valt de huisgenoten op,
dat de huid een geel-bleek tintje gaat
vertonen, 's Avonds zijn de voeten
een beetje dik, zodat de randen van
de schoenen duidelijk gemarkeerd
zijn en de sierlijke contouren van de
enkels verdwenen zijn.
Vermageren doen deze patiënten
eigenlijk niet: de onderhuidse vet
laag blijft opmerkelijk constant. Een
wijsneuzig familielid stelt de diag
nose op een hartafwijking: dikke en
kels, kortademigheid, moeheid, dat
moet kloppen! De arts loopt er ook
wel eens in, vooral als er een dui
delijk geruis aan het hart te horen
is.
Bijna steeds zijn er andere ver
schijnselen, die de deskundige op
het goede spoor brengen. Deze pa
tiënten klagen vaak over een bran
derig gevoel van de tong, dat zelfs
tot duidelijke pijnlijkheid kan toene
men. Soms is er aan de tong niets
te zien, meestal zijn er kenmerkende
verschijnselen, die het aspect van de
uitgestoken tong veranderd hebben.
Verder heeft men typische klachten
aan de handen en voeten. Men heeft
het gevoel alsof de vingers dikker
dan normaal zijn, of ook, in deze or
ganen een doof of kriebelend gevoel.
Men ziet deze
met de duim
Nederland altijd en overal heel wat te baggeren.
alles anders aanvoelt dan ge
woon. Aan de voeten treft men het
gevoel aan alsof er zand in de schoe
nen zit
Bij het onderzoek is de lever meest
al wat vergroot evenals de milt. Het
bloedonderzoek bevestigt de reeds
vermoede diagnose: pernicieuze anae-
mie, een vorm van bloedarmoede
het woord pernicieus zegt het reeds
waaraan men vroeger in enkele
jaren tijds ten gronde ging.
Het was een geweldige vooruitgang
toen Minot en Murphy ontdekten,
dat deze ziekte behandeld kon wor
den met het eten van grote hoeveel
heden rauwe lever. Het was echter
voor een groot deel van deze pa
tiënten bijna ondoenlijk de voorge
schreven hoeveelheden rauwe lever
te verwerken
Uit deze tijd dateren verschillende
recepten, om de smaak en het as
pect van rauwe, gemalen lever zo
veel mogelijk te maskeren. De een
verkoos het genoemde product door
hete soep, de ander gebruikte het in
karnemelk, weer anderen schroeiden
de buitenkant van een rauwe lever
bal even in de pan, ieder zocht voor
zich naar een eetbare vorm, die vol
gehouden kon worden, want het le
ven hing ervan af.
Een tweede stap vooruit was de
productie van een leverextract, dat
ingespoten kon worden en waardoor
de ziekte practisch te genezen was,
als men maar zorgde op tijd weer
om een nieuwe spuit te gaan bij
zijn huisarts.
Door onderzoekingen van Castle en
zijn medewerkers is gebleken, dat
voor het herstel van deze ziekte twee
stoffen nodig zijn: één ervan komt in
de voeding voor, is geïsoleerd en be
titeld als een vitamine met de naam
BI 2. Het gebruik van deze stof
met de voeding is echter niet vol
doende om genezing teweeg te bren
gen. Voor de opslorping van deze stof
uit de darm is een stof nodig, die
in normaal maagsap en in normaal
maag- en darmslijmvlies voorkomt
maar in het organisme van de lij
ders aan pernicieuze anaemie ont
breekt. Op deze factor komt het
aan!
Het vervult ons met nationale
trots, dat de dagbladen onlangs be
richtten, hoe het Organon te Oss ge
lukt is deze stof te isoleren. Ze komt
in de handel als kleine tabletjes,
waarin ze gekoppeld is aan het vita
mine B12. Door samenwerking met
een groot aantal Nederlandse clinici
konden de biochemici van Organon
de werkzaamheid van hun preparaat
bepalen. Behalve voor pernicieuze
bloedarmoede wordt leverbehandeling
bij tal van andere ziekten toegepast.
Het is een weldaad voor de zieken,
dat de spuit vervangen kan worden
door het slikken van een paar kleine
tabletjes.
IN DE WINTER.
-***#
Ook het „kleine" bevat vaak grote natuurwonderen
(Van onze weerkundige mede
werker).
ELKE winter weer kijken wij met
enige verbazing naar de eerste
sneeuwvlokken, die naar beneden ko
men dwarrelen. Vooral wanneer er
dikke vlokken in grote getale neer
vallen, maakt ons dit even stil. Wij
mogen ontzag hebben voor hevige on-
weders en zware stormen of tropische
cyclonen, die grote verwoestingen
aanrechten, niet minder ontzag heb
ben wij voor 't kleine en mooie in
de natuur, waartoe o.a. ook de ver
schillende vormen van neerslag in
de winter behoren.
In de eerste plaats willen wij dan
de sneeuw noemen. Oppervlakkig
spreken wij van sneeuw, wanneer wij
witte kleine of grote vlokken zien val
len, maar er is verschil in sneeuw.
Nemen wij de gewone vlokken, die
ontstaan bij temperaturen boven -10
gr C, bij lagere temperaturen be
staan deze vlokken uit vertakte zes
hoekige ijskristallen (sterretjes). Ook
vallen er wel enkelvoudige ijskristal
len (plaatjes en staafjes), die bij een
Ruige vorst
temperatuur van boven -10 gr C
meestal tot vlokken verenigen. Val
len er zeer dikke vlokken (meestal
bij zuiden- tot westenwinden), dan is
de kans op invallende dooi, na een
vorstperiode vrij groot.
Ook kennen wij zeer fijne sneeuw,
kleine kristallen, die bij harde of
Brandend braambos
Die, fier op eigen krachten, kampt,
In wien de drift der zinnen vlamt,
Wien d'eigen dunk het hoogste is.
Dien breng Ik in Mijn wildernis.
Daar, waar de hete wind hem zengt,
Waar fellf dorst zijn lichaam krenkt,
En waar het gloeiend zand hem schroeit
De voeten, van het gaan vermoeid;
Daar, waar Mijn hemel strak zich spant
Een effen, stalen koepelwand,
Waar, als hij bidt en dwingt en schreit
Ik zwijg in Mijn barmhartigheid;
Opdat h\j, tot den dood benard,
Den doortocht viere naar Mijn hart,
Den optocht naar het hoog festijn
Van 't met zijn Maker eens te zijn.
Nu staat Mijn hart in laaien gloed;
Kom hier, Mijn kind, ontschoei uw voet,
Nu Ik dit diep geheim u leer:
Den Godsvrietid komt zyn God omneer.
Hem, die bepint een held te zijn
Maak Ik ootmoedig, arm en klein;
Die bij Mij veilig weet Mijn zaak,
Voor hem heb Ik een heldentaak.
stormachtige oostenwinden ook wel
„jachtsneeuw" wordt genoemd.
Onder natte sneeuw wordt verstaan
sneeuw gemengd met regen, hieron
der dus niet te verstaan sneeuw, die
terstond smelt, zodra zij het aardop
pervlak bereikt. Natte sneeuw is dus
een mengsel van regen en sneeuw.
„Sneeuw op slijk binnen enkele
dagen een harde dijk" zo luidt één
der varianten van een weerrijmpje,
dat ons wil laten geloven dat er na
natte sneeuw of sneeuw die valt op
natte grond en daarop dadelijk smelt,
vorstweer volgt. De practijk heeft
al herhaaldelijk bewezen, dat dit
weerrijmpje niet altijd opgaat.
Verder onderscheiden wij ook nog
motsneeuw. Dit zijn witte ondoorzich
tige korreltjes, kleiner dan 1 mm.
Wanneer zij op een harde grond val
len, springen zij niet merkbaar op
en breken niet. Zij ontstaan uit ijs-
naaldjes of sneeuwkristalletjes, die
met onderkoelde druppels zijn sa-
mengevroren.
Poolsneeuw. Dit zijn kristallen in
de vorm van sterretjes, welke zo lang
zaam vallen, dat zij in de lucht schij
nen te zweven. Dit komt voorname
lijk voor tijdens strenge vorst, oos
tenwind en helder weer. B.v. tijdens
de felle koude in December 1938,
toen het 15 a 18 gr. vroor, viel er
poolsneeuw. Men zegt ook: het zil-
vert. Men kan bij een strak blauwe
lucht allemaal kleine witte kristalle
tjes zien zweven.
Korrelsneeuw. Hieronder verstaat
men witte ondoorzichtige op sneeuw
gelijkende korrels. In tegenstelling
met motsneeuw, springen deze korrels
wel van de grond op en kunnen dan
breken. Deze vorm van neerslag valt
voornamelijk bij temperaturen om
het vriespunt en meestal boven land.
Niet te verwarren met hagel, die
meer in het voorjaar en in de zomer
tijdens buien valt.
Driftsneeuw. Hierbij wordt door de
harde wind de sneeuw, die reeds is
gevallen, weer opgewerveld. Het is
soms zeer moeilijk uit te maken of
het alleen opgewaaide of verse sneeuw
is. Beide worden ze wel „sneeuw
jacht" of „sneeuwstorm" genoemd.
Stappen wij van de sneeuwvorm
af, dan blijken er nog verschillende
andere vormen van neerslag te zijn,
waarmee wij in het winterhalfjaar
kunnen kennis maken.
Llsregen. Dit is een bevroren re
gen, die ontstaat wanneer regendrup
pels bij het vallen door een lucht
laag komen, waarvan de temperatuur
beneden het vriespunt ligt en dan be
vriezen. Het duidt er dan op dat
zachtere lucht in de hogere luchtla
gen is doorgedrongen, maar dicht bij
het aardoppervlak nog een koude laag
aanwezig is. Dat het bij ijsregen
zeer glad kan worden zal niet ver
meld behoeven te worden.
Sneeuwvlokken bestaan uit een
Zeer fijne vormen van neerslag
zijn de volgende:
Rijp. Komt meer in het voorjaar
voor, na een nacht of ochtend met
nachtvorst. Lichte schub-, naald-,
veer- of waaiervormige ijskristallen,
die zich afzetten door rechtstreekse
sublimatie (overgang van damp in
ijs).
Ruige rijp ontstaat bij onderkoelde
mist of nevel, vooral op verticale
voorwerpen, en toont zich als een
vergrote uitgave van rijp.
Ruige vorst komt in de winter dik
wijls voor en kan een fantastisch
mooi wintergezicht geven. Ruige vorst
ontstaat bij mistig weer. De mist-
druppeltjes zijn onderkoeld, dat wil
zeggen hebben een temperatuur on
der het vriespunt, maar... bestaan
toch nog uit kleine waterdruppeltjes.
Zodra ze echter in botsing komen
met voorwerpen als bomen, struiken,
hoeden, fietsen enz. gaan ze onmid
dellijk bevriezen en zetten zich als
goedkoopte en beschikt slechts
over een voorkamer en een slaap-
alcoof, terwijl er een afgeschoten
ruimtetje als keuken dienst doet.
Het woninkje maakt deel uit van
die eigenaardige vorig-eeuwse pan
den, die onder één laag dak vier
van dergelijke gelegenheden bijeen
deden hokken. Een gemeenschap
pelijke voordeur met een soorte
ment miniatuur portaaltje waarop
de beide benedenafdelingen uitko
men en vanwaar een stiile trap
omlioogvoert naar twee dito etage
ruimten. Overigens zelfs voor be
jaarden niet ideaal, behoudens dan
ruimte en prijs, omdat ze vooral
beneden zeer vochtig zijn, omdat
de zon door het enige raam op het
Uit de
VOLKSWIJK
Noorden nooit binnendringt, als
ook omdat de ventilatiemogelijk-
heden er nihil zijn. Maar voor gro
tere gezinnen volstrekt onmogelijk.
Nochtans bergt dit ene pand in de
oorlogsjaren wisselend zes tot acht
gezinnen met tussen de dertig tot
veertig zielen. Vraag niet hoe men
er leeft en nog minder hoe men
slapen moet. De jongste kleinkin
deren liggen bij Opoe in de bed
stee, de rest schikt zich terruste in
de alcoof, maar het is passen en
meten aleer ieder zijn draai gevon
den heeft. Wie echter op grond van
dit alles zou vermoeden dat de fa
milie Klaasjens hardgrondig en
totaal de nieuwe orde aan hun
kapotte laarzen zou lappen, vergist
zich deerlijk.
Immers: de eerste heroriëntatie
valt gunstig uit, want Vader kan
bijkans onmiddellijk weer aan de
slag gaan. Het is wel geen prettige
slag, dat puinruimen, maar iets is
beter dan niets. De wereld ziet er
een ondoorzichtige korrelige sneeuw-
of ijsachtige massa af. Hoe dik wor
den telefoon- en bovengrondse licht-
leidingen niet. Zodra het gaat dooien
of wanneer de wind opstreekt ver
dwijnt dit fraaie natuurverschijnsel
in een ommezien.
Naast sneeuw, kan ruige vorst tot
één der mooiste neerslagvormen in
de winter gerekend worden.
De laatste vorm die wij willen noe
men heeft vooral bij het wegverkeer
een slechte naam nl.
IJzel. Dit is een tamelijk homogene
en doorzichtige ijslaag, die bij regen
of motregen ontstaat op onder het
vriespunt afgekoelde oppervlakken.
IJzel komt in de meeste gevallen
dan ook voor, wanneer na een periode
met koud vorstweer invallende dooi
vereniging van kleine kristallen.
is te verwachten. In de bovenlucht
is de zachtere dooilucht al doorge
drongen en de neerslag valt dan ook
in de vorm van gewone regen of
motregen. De onderste laag lucht
dicht bij de grond is nog koud en
ook de aarde zelf (w.o. ook de we
gen) heeft nog een temperatuur van
onder het vriespunt. De gevallen re
gen gaat hierop bevriezen, welk ver
schijnsel de naam van „IJzei" heeft
gekregen.
Zo hebben wij dan even de hydro-
meteoren in het winterseizoen de re
vue laten passeren. Wij hebben met
de meeste van deze verschijnselen
deze wintec al te maken gehad. Het
gaat er niet alleen om dat u ze van
elkaar kunt onderscheiden, en ook niet
dat u nu het ontstaan ervan kent,
maar vooral dat men moeite neemt
deze wereld in het klein eens van na
bij te bekijken.
De natuur heeft ons nog heel veel
te vertellen, ook in de vorm van
vorst en andere merkwaardige ver
schijnselen.
il>W
altijd weer wat rooskleuriger uit
wanneer een man niet meer thuis i
behoeft om te lummelen en op zij
tijd naar het werk kan gaan. Hij
wint er zijn zelfrespect door terug
ook wanneer hij zoiets niet kan be- x
redeneren. Hij verovert bovendien
een kameraadschap met lotgenoten: x
er schiet 'n gemeenschappelijk
sliaggie op over en de humor is x
niet van de lucht. Met z'n tienen
of twaalven vormen ze één knock-
ploeg, die op de wijde vertooestin-
gen aanvalt en die, week na week, x
maand na maand, eindeloze hoe-
veelheden stenen, min of meer ver-
brande binten, bouwvallen cn ont-
graven fundamenten opruimt. Een
werkzame en sinds jaren voor het
eerst weer goedlachse ploeg, die
zich siert met een der talloze na-
men, die in deze dagen aan de orde
van de dag zijn. Een enkele keer
is het werk luguber, als men stoot J
op de verkoolde resten van wat
eenmaal een medemens was. Vaker
bergt het nog zekere verrass.ngen: x
soms duikelt iemand nog wel wat £i
bruikbaars op wanneer een kelder
onder instortende muren weerstand
geboden had. Dat moet men dan x
wel weer officieel afdragen, maar
er glipt wel eens iets tussen de x
naden der voorschriften door. En
in ieder geval: men werkt.
Daarnevens is nog iets anders.
een man, die werkt kan een gezin x
onderhouden. Dat besef betekent
altijd gezinsuitbreiding. Ongetwij- x
feld doen daarnevens bepaalde uit-
keringen van kindergelden ook een x
duit in het zakje, maar ook zonder
dat herneemt het leven thans zijn x
rechten. En de beide oudste doch- J
ters kunnen meteen ook gaan ver- x
dienen, nu hun loon de steungelden J
niet langer doet ineenschrompelen. x
Begrijpt U dat de eerste her- J
oriëntatie voordelig uitvalt voor de x
nieuwe orde? Ook al is Opoe daar
niet over te spreken uit christe- x
lyke motieven en buurman uan
de oude S.D.A.P. al evenmin. Maar t
dat zijn vooralsnog bekrompen J
geesten, vindt Klaasjens.
WIJKPREDIKANT
HER-ORIËNTATIE
EEN nieuwe tijd een nieuwe
orde.' Tenminste: zo noemde
men dat in die zomer van 1040, en
het mensdom is er altijd grif by
als er iets nieuws te beleven valt.
Het aanvaardt daarbij het aange
boden „nieuwe" meestal vrij cri-
tiekloos: de beproeving der geesten
blijft weggelegd voor bezonnener
elementen, de meerderheid draait
met elke mode mede, letterlijk en
figuurlijk. Hetgeen in ons geval
hierop neerkomt dat menig volks
wijkbewoner de omwenteling der
geschiedenis vooralsnog niet zo erg
betreurenswaardig vond. Laten we
maar eens één enkel gezinnetje
volgen op zijn tocht door de oor
logsjaren. We noemen het Klaas
jens, omdat we zekerheid hebben
dat die naam in die jaren in de
Volkswijk niet voorkwam. We
geven het een man en vader van
omtrent vijfendertig jaren, een
vrouw en moeder Gerritje
van omtrent één jaar jonger, als
mede vier kinderen in de loop van
hun zeventien huwelijksjaren ge
boren en aan de aanvang dezer
historie respectievelijk oud bijkans
17 jaar (dochter), 15 jaar (dochter),
11 jaar (zoon) en 7 jaar (weer een
zoon). Oorspronkelijk woonachtig
in de binnenstad, maar op die ramp
dag met medename van bedden en
dekens ingetrokken bij oude Opoe
van moederszijde. Ik teken er even
bij aan dat het in hun verbrande
woning verder nog aanwezige huis
raad werkelijk niet de moeite loon
de om met levensgevaar aan de
vlammen onttrokken te worden:
sinds zeven jaar had men immers
niet de mogelijkheid gehad om ook
maar één versleten meubelstuk te
vervangen, want in 1933 was de
man zonder werk gekomen en toen
behoorde vernieuwing tot het ver
leden.
Daar zit men dus en daar huist
men dus. Bij Opoe.' Niet dat er
voldoende ruimte voor een derge
lijke bezetting is, want Opoe, die
hier sinds jaar en dag woont, be
trok deze woning na de dood van
haar man enkel en alleen om de
H. A. GOEDHART.