In Kopenhagen behoeft geen kind op straat te zwerven Speellokalen voor de kleuters - als feestzalen zo groot Ik zie, ik zie, WAT GIJ NIET ZEET Engelse woningproblemen NIEUWE LEIDSCHE COURANT 5 DONDERDAG 13 NOVEMBER 1952 (Van een onzer verslaggevers) LK is niet zwaartillend. Het hoi gemakkelijk te gaan zitten om zo'n paar uur over een nijpend pro bleem te praten, zoals een Nederlander graag doet. Het heeft een hang naar gezelligheid, welke duidelijk wordt in smakelijke en dikwijls ook smaakvolle huisinrichting en de algemene volks-hobby: veel en lekker eten. De visitegesprekken gaan gewoonlijk ook over „eten" en vooral niet over politieke of religieuze onderwerpen. Dit werd ons van verscheidene kanten in Denemarken verteld en wij geregen ook gelegenheid, deze mede delingen hier en daar aan de practijk te toetsen: in een Deens gezin, in verschillende kindertehuizen, pratend zowel met hoge autoriteiten als met eenvoudige arbeiders. denhe bijv. aan de welbekende Rotter damse Arendhuizen, waar de zgn. on grijpbare jeugd" wordt opgevangen en opvoedkundig bezig gehouden. W(j hebben verscheidene kindercrèches kunnen bezoeken en In onze „Neder landse ogen" waren dit evenzovele won deren. In de afdelingen voor babies kun nen de moeders die gaan werken 's mor gens voor zes uur al haar kleintjes van drie weken tot drie jaar brengen en ze daar de hele dag laten. De babies wor den hier gebaad en gevoed, te slapen ge legd in kraakheldere bedjes of in lijden de wiegjes die buiten staan. Voor de kleuters worden uit wandkasten opklap bare rustbedjes getoverd voor het mid dagslaapje, er zün boxen, tafeltjes, stoel tjes. leuke huisjes om in te spelen en massa's speelgoed van uitstekende kwa liteit. Alles smaakvol In de crèches, welke aan fabrieken zyn gebouwd, kunnen de moeders die haar kinderen zelf voeden, dat in werk- Vanzelfsprekend stond hierby het kin- derbeschermingswerk in het middelpunt en ook hierin uit zich een zekere ge- moedelükheid, welke aan oppervlakkig heid doet denken, maar daarby van een intensiteit is. welke zeker een tegenstel ling tot luchthartigheid toont. Het gehele volksleven is anders van in stelling dan het Nederlandse, omdat de „drie zuilen" ten enenmale ontbreken. Er is in Denemarken geen sprake van opmerkeiyke religieuze of politieke ver schillen, omdat vrüwel het gehele volk Luthers is. In heel Denemarken telt men slechts 30.000 Roomsen, een minderheid dus, welke nauweiyks opvalt in het grote Het maatschappeiyke werk valt dus niet zoals bij ons uiteen in Prot. Chris- felük, R.K. of humanistisch, maar ver toont een benydenswaardige eenheid. De weinige R.K. instellingen doen voorna- meiyk hun best Roomse kinderen tot zich te trekken, maar de algemene en dus Lutherse instellingen maken geen onderscheid, omdat de R.K. minderheid te gering is Ook politiek maakt de Deen zich niet druk, misschien omdat hü zich nergens heethoofdig in gedraagt, misschien ook eenvoudig, omdat er niet zo'n ingewik keld partyenstelsel is als bü ons. Over de communistische invloeden breekt men zich het hoofd niet: „Er zün er zo wei nig", zegt men kalm. Oorlogsvrees heerst er zeker niet, men praat er althans nooit over. Dit alles vindt mede zün grond in het feit, det de Denen onder elkaar buitengewoon aan- hankelük zün. Men is waarlük familie ziek en nooit behoeft een zoon of dochter verplicht te worden tot onderhoud van de ouders. Er bestaat zelfs geen ambte naar voor zulke kwesties. De woning nood in Denemarken wordt dan ook op gevangen doordat hele families, desnoods met ooms en tantes, hun woning bevolken. Inwoning van vreemden kent men er niet. Die familiesaamhorigheid strekt zich ook uit tot volkssaamhorigheid. Uit dat gevoel spruit wellicht de weinige vrees voor een storende minderheid. Het Deen se volk erkent geen verdeeldheid in Daaruit vloeit ook voort, dat de sociale voorzieningen in Denemarken buitenge woon goed zijnnaar Nederlandse smaak hier en daar misschien wat al te goed. tyd regelmatig gaan doen en zü komen dan in een vrolQke kamer met gemak- keiyke leunstoelen by elkaar. Elke crèche is uitermate smaakvol in gericht; wij zagen speellokalen als feest zalen zo groot en, doodeenvoudig, maar in prachtige kleuren uitgevoerd. Aan de wanden hangen door kunstenaars ge schilderde versieringen, niets is over matig kostbaar, maar alles schünt zó uit de handen van een binnenhuisarchitect te zün gekomen. Elke trap heeft een ge wone en een kinderleuning, de serveer keuken heeft een verhoging, zodat de kleintjes even gemakkeiyk als de vol wassenen bü kraan en aanrecht kunnen. Kinderen van drie tot zes jaar gaan naar de kleuterschool, waar zij eveneens de gehele dag kunnen blyven; school kinderen kunnen naar de vrije-tyd-hul- zen, al evenzeer aan hun behoefte aan gepast. Op deze wjjze kan een moeder dus haar kinderen onderbrengen als zü werkt. Uiteraard maakt lang niet elk gezin ge bruik van deze crèches en kinderbewaar plaatsen, dat zou in tegenspraak zün met de Deense familieband. Er valt (voor een Nederlander, want de Deen doet dat niet!) te dis cussiëren over de vraag, of het de Deense vrouwen op deze wijze niet al te gemakkelijk wordt gemaakt, zich van de opvoeding van haar kind te ontlasten en of het een kind ten goede komt, eigenlijk buiten het ge zinsverband te worden opgevoed. Hoe het zü, een Kopenhaags kind be hoeft niet op straat te zwalken en dat is onweerlegbaar goed, ook gezien als voorzorg. Die voorzorg, welke In Nederland krachtiger moet worden op velerlei ter rein en waarvoor veel geld nodig is. Ook de gelden, welke de Kinderpostzegels op brengen, kunnen hieraan meewerken. U koopt ze toch en plakt ze toch de hele Decembermaand op uw poststukken? Zelfs de kinderwagen is aangepast bij het massawerk in de kleuter bewaarplaats. Vrolijk zitje naar de zandbak. Niet zo vlijtig Wy verklappen zeker geen geheim, wanneer wij vertellen, dat de Deense man over 't algemeen lui en gemak zuchtig is. Hü spant zich nooit meer in dan hoognodig is De woningbouw b.v. Uidt hieronder. Herhaalde malen werd ons verzekerd, dat er materiaal genoeg is om veel meer te bouwen, maar dat de bouwvakarbeiders niet te porren zyn voor extra-hard aanpakken. Hier stuit men dan op een perfecte sociale voorziening, die stugge arbeid niet bepaald in de hand werkt: de werk lozen-uitkering ligt zó dicht by het loon, dat een arbeider in de gure maanden evengoed nietkan werken. Met dit al is er werk genoeg in Denemarken, zelfs voor de vrouwen. Want door de eeuwen heen heeft de Deense vrouw beter aan gepakt dan de man. Zij werkt in fabrie ken en op kantoren en zorgt op deze ma nier, dat de tafel goed voorzien is en het: gezin op peil blijft. De werkgevers zien overigens graag vrouwen in hun bedrijf, want zy werken tegen 80 pet van het loon dat de man voor dezelfde arbeid ontvangt en dit is dan weer een manke ment in de arbeidswetgeving. Een niet onbekend feit, dat het mede nodig maakt dat de vrouw werkt, is dat de Deense man een uitzonderlijk grote voorliefde heeft voor bierdrinken. Een euvel, waaraan alle Scandinavische lan den mank gaan. Een bouwvakarbeider, die ruim 4 kronen per uur verdient, d.i. omstreeks 200 kronen per week een kroon staat op 60 ct Nederlandse gelds waarde en het leven in Denemarken is wat duurder dan in ons Iand), verdrinkt aan tien flesjes bier per dag meer dan een kwart van zijn weekloon en aange zien de vakbonden dat sanctionneren, kan niemand, ook de regering niet, daar tegen vechten. De vakbonden, die de wel varende bierfabrieken achter zich heb ben, zijn nl zeer machtig in de Scandi navische landen. De bierfabrieken hebben graag vrou- weiyke werkkrachten (denk aan de 80 pet en aan de grotere arbeidslust: zij zyn het dus, die begonnen zün de instelling van baby-, kleuter- en kin dercrèches, waaraan Denemarken thans rük is. Kleine gezinnen Het Deense gêzin is niet kinderrijk. Men heeft één of twee kinderen, hoog stens drie en bü uitzondering meer. Maar de bevolking staat pal vóór de opvoeding en goede verzorging van de kinderen, el zal men daarin, naar Nederlandse be grippen niet altijd de juiste weg volgen. In Kopenhagen, verreweg de grootste en één van de weinige belangrijke steden in het land, een stad met een millioen inwoners, speelt geen kind op straat. Er zün overal speelplaatsen, waar de jeugd zich vermaakt met allerlei daar ge plaatste attributen. Bovendien telt de stad 100 crèches, 483 kleuterscholen, 121 „vrüe-tyd-tehui- zen" en 61 jeugdclubs, zodat vrijwel al le kinderen die anders op straat zouden scharrelen, kunnen worden opgevangen. Deze kinderbeschermingsarbeid valt onder de preuentieue- of voorzorgsarbeid, waarop men in Nederland veel meer de nadruk wil gaan leggen. Kinderen eenmaal gestruikeld zijn van de straat halen en onder toezicht stellen ofwel opvoedingshuizen doen opnemen, is lof felijk, maar voorkomen is beter dan ge nezen en daarom is er ook in Nederland steeds meer de tendenz tot voorzorg. Men I Tot mijn genoegen bestaat er zeer veel belangstelling voor mijn artikelen over vóór- en familienamen. Dit is mij geble ken uit het groot aantal brieven dat ik naar aanleiding van deze opstellen kreeg. Maar er zün, vooral onder de familie namen, nog vele. die heel wat moellüker Izyn thuis te brengen dan die welke ik toelichtte. Wanneer men een naam hele maal niet begrijpt, kan men ook moeilijk gissing wagen, immers men heeft volstrekt geen aanknopingspunt. Veel lastiger echter wordt het, wanneer een :r eenvoudig te verklaren lykt, heel wat anders achter zit dan meent. Ik denk hier b.v. aan een Ab, die volgens een myner lezers. Noorden van ons land voorkomt. Men spreekt deze naam als Abee uit. De sprong zal wel te zoeken zün in eer korting van een tweetal voornamen. Dit kan gebeuren als b.v. twee mensen dezelfde familie zyn, maar verschillende voornamen dragen. Ter onderscheiding noemt men ze dan vaak bij hun voor letters. schreef ik onlangs in de N.L.C. artikel, waarin werd medegedeeld dat prof. C. W. de Vries, bekend staat onder de naam C. W. wat n u niet zo licht meer. maar vroeger gemakkeiyk Sewee of Cewee had kunnen worden. Ik ijs verder naar Kantoorboekhandel Esvé, Firma Esveha, de radiotoestellen Erres en andere. Een andere naam die enige moeilyk- heid zou kunnen opleveren, is Aandewiel. Misschien weet de familie de oorsprong. Maar voor degenen die niet tot deze fa milie behoren, is het natuurlyk zeer lastig de werkelyke, zekere oorsprong te vin den. Ik kan alleen zeggen dat wiel of weel, ook wel geschreven wael, een gat is achter een dijk, ontstaan tengevolge van doorbraak. Aandewiel kan dus oor spronkelijk iemand geweest zyn die bü zulk een kolk of poel zün woning had gebouwd. Misschien ook moeten !e twee lettergrepen het meervoud het woord eend zien en dan zou het dus kunnen zijn: eendepoel. Zo kan men niet verder komen dan een gissing, tenzij b.v. een familiewapen, een familie overlevering of een familie-archief zeker heid geeft. Maar hier kan men zien hoe namen die niets met elkaar te maken schijnen te hebben, zt verwant zyn. Ik noem in dit verband Van der Waal, Dykwel en Welleman. De laat- komen in Zeeland voor. waai men uit den aard-der zaak nogal wat elen" heeft. Ook de naam Van Weele Van der Weele zijn typisch Zeeuws, waaruit men tevens kan zien, hoeveel families feitelyk sedert eeuwen, wat het grootste deel betreft althans, in hun pro vincie zyn blijven wonen. Een vermin king van een naam kan in de loop der ook tot onherkenbaarheid leiden. Nemen we b.v. de naam Citroen. Die is Frankrijk Citroën, het bekende automerk. Het zou niet verwonderlijk zijn als dit op den duur Citroïn werd of Citroin (zonder deelteken). Dan wordt de uitspraak ook weer anders en daardoor ook weer de schryfwijze. Er is een ver makelijke geschiedenis bekend van een die Abel heette en naar Amerika vertrok. Maar een Engelsman of Ameri kaan spreekt in de meeste gevallen de letter a als ee uit. Men noemde Abel dus Eebel. En daar men hem zo noemde, vond hij het wenselijk de spelling van zijn volgens zijn begrippen, daarmee In overeenstemming te brengen. Hy schreef dus Ebel. Maar een e wordt in het Engels meestal ie uitgesproken Men noemde hem dus Iebel. En hy veranderde de spelling van zUn naam dus in Iebel Maar een 1 wordt in het Engels vaak als uitgesproken Van toen af heette hij dus Aibel Ik vermoed wel dat hij het verder opgegeven heeft, want anders zou hy ln hetzelfde kringentje geraakt zyn. Dit deelteken op Citroën treffen we ook aan in de familienaam Piët en Kies, die naar alle waarschijnlijkheid dit teken eerst op rijpere leeftüd hebben gekregen Een lezer deelde me mede dat in Rolde een hotel Piest bestaat. Daar de naam aanleiding tot grappen gaf is het in Piëst verdoopt. Hoe moeilijk het is uit te ma ken wat de oorspronkeiyke betekenis van een naam was, zonder dat men weet waar de eerste drager van de naam thuis hoorde, blijkt b.v. uit wat een lezer mij vroeg omtrent het geslacht Don. Hij meende dat het in verband met mijn naam kon staan, te meer omdat de vóór naam Dominicus nogal in de familie voorkwam. Ik ben echter van mening dat het waarschynlyker is dat we hier met een oorspronkelyk Franse naam te doen hebben en dat we dus feitelijk moeten lezen d'Hon (uJ.t Hon afkomstig). Maar natuurlyk is dat. weer moeilijk uit te maken, tenzij familiepapieren hierover inlichtingen geven. Op dezelfde wüze zouden we de oorsprong kunnen vinden van Destrée, Deswa (de sol?). In Dhont zullen we wel een Vlaamse naam moeten zoeken: de hond Een lezer deelt mü ook nog mee dat iemand Aap heette. Klaar blijkelijk zag hy de humor hiervan niet voldoende in om die naam te behouden, Hij maakte er radicaal een einde aan door zich in 't vervolg „Anders" te noemen. Nu moet men toevallig zulk een geschie denis eens gehoord hebben om tot de oplossing van dit naam-raadsel te komen. Zo staat het ook met verschillende zon derling klinkende namen als Spring in 't Veld, Vroeg in de Wel, Bier en broodspot, Blooöegat. Smalbil, Botschuyver, Glad pootjes. Man in 't Veld, PotjewUd. Ram- spek. Link, Lijnzaad en andere. In veel gevallen zal men hier wel met een ver bastering te doen hebben van oorspron kelyk geheel andere namen, vaak ook in een andere taal. Den Haag Dr F. C. Dominicus. De gezondheidstoestand van gene raal Winkelman, de oud-opperbevelheb ber van land- en zeemacht, laat te sen over. Hij zal dezer dagen worden ge opereerd. Ned. zeiljacht steekt Oceaan over De Bestevaer naar nieuwe eigenaar in Amerika De tot jacht verbouwde loodsschoener Bestevaer zal door 7 Nederlanders de Atlantische Oceaan naar Charleston in de Verenigde Staten gezeild worden. De kapitein is de bekende Oceaan- en Kanaalzeiler P. de Goede. De 66-jarige kapitein heeft het volste vertrouwen in sereis, ondanks het feit, dat er geen radio aanboord is. De Bestevaer werd in 1914 gebouwd. Na de oorlog kwam het schip in handen van de aanner Eesteren. De nieuwe eigenaar is de Amerikaan R. C. Allen, president-direc teur van een machinefabriek in Charles- Voor de reis zijn 60 dagen uitgetrok ken, tegenslagen niet meegerekend. De bemanning keert na de overtocht en over dracht. als passagier of als lid van de bemanning vaneen schip terug. De machinist Huisman uit Den Haag is ook aan boord. Het scheepje is 26 meter lang. Zaak-Schallenberg opnieuw op het tapijt? Volgens de H. Crt. zal de zaak-Schal- lenberg bij de behandeling van de be groting van Justitie opnieuw op tapijt worden gebracht. Een Tweede Kamerlid zou van plan zyn, minister Donker inlichtingen te vragen, daar enkele achtergronden van deze gerucht makende kwestie tot nu toe onbesproken zijn gebleven. Premie bij vrijwillige extra-dienst Voor vaandrigs, kornetten en verkeersleiders Bij K.B. is een premieregeling vastge steld voor vaandrigs en kornetten, die hun opleiding tot reserve-officier met goed gevolg hebben volbracht en in merking komen om tijdelijk tot reserve tweede-luitenant te worden benoemd. In dien zy na het volbrengen van hun i ste oefening een verbintenis aangaan nog één jaar doorlopend werkelijke dienst te verrichten, kunnen zij na afloop dat jaar aanspraak maken op een premie van 1.260 gulden. Voorts is een premieregeling voor keersleidingsofficieren bij de luchtmacht vastgesteld. Volgens deze regeling kan een rest officier van de militaire luchtvaart spraak maken op een premie van 1.200 gulden, indien hy gedurende één jaar doorlopend werkelyke dienst heeft richt als verkeersleidingsofficier bij het wapen der militaire luchtvaart. Deze pre mieregeling geldt tot 1 Januari .1955. Wanhopige vrouw stak haar man met mes In Rhenen stak dezer dagen een jeug dige vrouw haar 20-jarige man met eer mes in de rug. Omdat de omstandigheden by deze aanslag zeer tragisch zijn, i~ w niet gearresteerd, man was volgens het A.D. in het voorjaar teruggekeerd uit Korea. Hij zou zijn vrouw hebben verteld dat hij omgang had met andere vrouwen, hij heeft haar geslagen en gestompt, kortom de vt enuwpatiënte gemaakt. In een vlaag wanhoop is zy tot de daad overge gaan. Middenstandsbestuurders mogen niet in K.N.P. Na een uitvoerige bespreking heeft de Ned. Kath. Middenstandsbond Dinsdag op zijn bondsvergadering te Utrecht met een overgrote meerderheid het in April ge- ;n besluit van het bondsbestuur goedgekeurd, waarin een bestuursfunctie •an de R.K. middenstandsbeweging erenigbaar wordt verklaard met candidatuur of het voeren van propa ganda voor een politieke partij, die de eenheid van de Rooms-Katholieken op staatkundig gebied afbreuk doet. (Deze uitspraak houdt verband feit, dat het bestuurslid C. de Jong dit oorjaar een candidatuur voor de K.N.P. anvaardde waarna hij vergeefs trachtte zich terug te trekken Red.). Ned. Middenstandsbank vierde vandaag 25-jarig bestaan De Nederlandse Middenstandsbank N.V. te Amsterdam vierde gisteren het 25- jarig bestaan. In de afgelopen kw; stegen de toevertrouwde middelen f 17 millioen tot f 132 millioen en de uit staande credieten van f 15 millioen f65 millioen. Inmiddels heeft de bank de beschikking gekregen over 100 vestigin- in het gehele land met een totaal aan personeel van 1400 leden. Congres Ned. Organisten Vereniging De Ned. Organisten Vereniging is voor nemens 2 en 3 Jan. a.s. in de Evang. Luth. Kerk aan het Spui te Amsterdam een congres te houden, waar het vraagstuk van de hedendaagse orgelbouw wordt be sproken. Als sprekers treden op Lambert Erné uit Utrecht, D. A. Flentrop uit Zaan dam, Sigfrid Rede uit Bochem (Did), dr M. A. Vente uit Utrecht en Sybrand Zachariassen uit Aabenraa (Denemarken) Tijdens het congres worden orgelbespe lingen gegeven door Klaas Bolt u t Haren, Wim Goedhart uit Gouda en Sigfrid Rede. Wie op een toren staat, kan verder kijken Er zijn jongetjes in onze grote wereld, die nog steeds niet verzoend zijn met de uitvinding van de boekdrukkunst. Wij hebben ook tot die jongetjes behoord op die stralende Woensdagmiddagen, wan- wij rovertje wilden spelen in het naburige bos en wij geketend werden aan de kanalen loop door de Veenkolonies of de geschiedenis onzer voorvaderen. Wy hadden een houten zwaard gesneden en van oude binnenbanden en wat bamboe een pijl en boog gemaakt, om daarmee onze eigen Hoekse en Kabeljauwse twisten te voeren in het dichtstbijzijnde domein van het Staatsbosbeheer. We hebben er ons op die middagen vaak het hoofd over gebroken, wot Dirk Janszoon Coster bezield heeft, om de geslachten na hem erfelijk te belas ten met het gedrukte woord. Tot opeens er een nieuwe wereld werd ge opend, toen wij een boek in handen kregen, waar in rny ons zelf zagen spe len: kinderen net als wij en buurjongetjes net als die van ons. Tot wij in eens begrepen, waar ons spel van rovertje spe len zijn oorsprong vond en door wie het werd overgeleverd. Wtj gingen begrijpen, dat niet in elk boek een dorre opsom ming wordt gegeven van wapenfeiten uit de Spaanse Successieoorlog, maar dat er ook boeken zijn, die onze ogen openen voor wat er achter jaartallen en vetge drukte namen van vlootvoogden, die wij niet vergeten mochten, in de loop der tijden is gebeurd. We gingen de samen hang der dingen zien. We wisten nog niet, dat de beschaving rust op het ge schreven woord, maar we vonden het zelf uit, dat er enig verband was tussen ons krijgshaftig gedraaf-door het bos en de overwinning van Wellington by Trafalgar. Wij speelden Robinson Cru- soè'fje op een eilandje in een modder- vijver, omdat wij in die eenzame held van ons jongensboek iets van ons zelf hadden ontdekt. En als toy in de bomen (Van Londense correspondent) TN NEDERLAND mag de woning nood groot zyn, in Engeland heeft hij welhaast wanstaltige vormen aangenomen. Meer dan een millioen Britse gezinnen snakken nog steeds naar een huis een getal, waar sinds le oorlog weinig verandering in is gekomen Het zwaartepunt van Engelands woningprobleem moet niet in de aangerichte oorlogsschade gezocht worden, doch in de totale stilstand der bouw-industrie gedurende de jaren '40'45. Toen de laatste vlie gende bom in 1945 op Groot-Brittan- nië viel, waren 500.000 van de 13 millioen huizen, welke in het land stonden, verwoest of beschadigd. Vergeleken met de oorlogsschade in andere Europese landen viel dit getal nog wel mee, te meer daar de helft dezer huizen binnen betrekkelijk korte tijd weer bewoonbaar kon worden gemaakt. De nieuwbouw echter welke, afgezien van de vervanging der vele „slums", 200.000 huizen per jaar be droeg had vyf jaar lang geheel stilgestaan. De achterstand, welke alleen door de oorlog was ontstaan, bedroeg dus in feite het kolossale cijfer van 1,25 millioen woningen! Tussen de jaren '45 en '50 is er weinig verandering in deze schrik barende achterstand gekomen. De Britse regering heeft, ondanks de dure en schaarse bouwmaterialen, kans gezien een millioen nieuwe of geconverteerde woongelegen-heden uit de grond te stampen, maar uiter aard heeft de toeneming der gezin nen niet stil gestaan. Alleen in de periode '40—'50 is het aantal Engelse gezinnen van 13 tot 15 millioen uit gegroeid. In '50 cn ook in '51 en '52 bedroeg de behoefte dan ook nog steeds 1.25 millioen huizen (Behoefte en vraag zijn twee verschillende dingen. Er zijn genoeg jonge gezin nen. die. met het oog op de hoge huurprijzen der beschikbare woon ruimte. 't liefst bij familieleden of vrienden inwonen, of. om.welke an dere reden ook. op een paar gemeu bileerde kamers willen zitten. Het reële woningtekort wordt daarom op ongeveer één millioen huizen ge door de regering vastgestelde bouw- quotum drastisch wordt opgevoerd. Zou men 350.000 in plaats van 250.000 huizen per jaar bouwen, dan zou er over twintig jaar geen huizentekort meer bestaan. Met de bouw van ongeveer 425.000 huizen per jaar zou men de woningnood zelfs binnen tien jaar onder de knie hebben (bij het samenstellen dezer getallen is reke ning gehouden met de vervanging van „slums" en andere „versleten- huizen). Uitbreiding van het Engelse bouw- program schynt voorshands evenwel onmogelijk te zyn. Attlec heeft het nooit verder dan tot 200.000 nieuwe woningen per jaar kunnen brengen, terwijl Churchill, zyn verkiezings belofte (300.000!) ten spyt, er op z'n hoogst 250.000 van maakt. De schaarste en duurte der bouwmate rialen, al9mede de door de oorlog DA Londense cocktail H' ET ontstane en nog steeds niet te boven gekomen inzinking in de bouwvak ken, spelen de Britse regeerders grote parten. De import van hout is ondergeschikt gesteld aan de sane ring van het pond sterling. En hoe groot de aan de woningbouw ver leende voorrang ook mag zijn, hij is in geen geval groter dan die, welke aan het bewapeningsprogram en het sluitend maken van cic betalings balans gegeven wordt. Evenals in andere landen heeft het woningtekort vele sociale mistoestan den in het leven geroepen. De exor bitant hoge huurprijzen b.v. zijn honderdduizenden jonge. Britse ge zinnen tot een dagelijkse zorg en last. Er bestaat weliswaar een huur- contróle-wet en zelfs een door amb tenaren gevormd „huurtribunaal", maar het net van bepalingen is he laas niet al te dicht geboet. Bepaald goed af zijn al die men sen, die reeds van voor de oorlog af in een huurhuis wonen, of die er na de oorlog in gestaagd zyn een ongemeubileerde woning op de kop te tikken, zonder betaling van een fantastische som acn sleutelgeld. De huurprijs van (de meeste) ongemeu bileerde appartementen is namelijk bij de wet vastgesteld en wel op basis van de voor-oorlogse huurop brengst. By deze zelfde wet wordt ae huurder ook tegen willekeurig op zeggen beschermd. Alleen als de eigenaar kan aantonen, dat hij ge dwongen is zelf in z'n huis te trek ken, kan de bewoner worden opge zegd. vooropgesteld, dat de „land lord" voor geiykwaardige woon ruimte elders zorgt. DEZE wettelijke bepalingen bepaalde, onrechtvaardige ele menten voor de huiseigenaars in houden, zal niemand kunnen ontken nen. Een huurstop, gepaard met een sterk stygend kostenpeil, betekent in feite dat de „landlords" huur der ven. Naar schatting kost dit bevrie zen der huren de huiseigenaars een milliard gulden per jaar, of wel 25 procent van de nationale huursom. Een en ander heeft o.m. in de hand gewerkt, dat ongemeubllcerdo hulzen of kamers niet meer to krijgen zijn, tenzij men er natuurlijk een schep geld voor betaalt. Alle woonruimte, waar maar een kleed ligt en een paar afgedankte meubelstukken staan, heet tegenwoordig gemeubileerd, hetgeen ongeveer wil zeggen, dat de huurder er een abnormaal hoge prijs voor betaalt en er, na ver loop van slechts één betalingstermijn, kan worden uitgezet. Onder de gril lige Engelse wetgeving geniet de bewoner van gemeubileerde apparte menten vrijwel geen bescherming (de speciaal in het leven geroepen „huurtribunajen" kunnen alleen zijn huur verlagen, doch hem niet tegen opzeggen waarborgen!), zulks in schrille tegenstelling met degene, die een ongemeubileerde woning of een gedeelte daarvan bewoont. De woningnood cn de a-sopiale hou ding van vele huiseigenaars hebben het leven in de Engelse steden en dorpen er niet aangenamer op ge maakt. Gedwongen inkonlng kent men niet (wee de party, die deze inbreuk op iemand's persoonlijke rechten zou durven voorstellen!) en het is eerder regel dan uitzondering, dat jonggehuwden een derde of soms wel de helft van hun inkomen aan huur betalen. Voor de laatslen is een huis voorlopig dan ook noe een kruis en niet. zoals het volgens een ver maard Engels gezegde moet zijn. een kasteel. klommen, waren wij de jongens Michiel de Ruyter kwamen wij met winkelhaak thuis, dan schreeuwden noord en brand onder de tuchtigende hand van het gezinshoofd. Maar het boek voerde ons steeds weer terug naar het terrein, dat wij tegen etenstijd hadden moeten verlaten: het terrein van onze verbeelding, waarop toy heldendaden verrichtten en pek wierpen van de mu- van Alkmaar. Zo bracht het boek toch waar het ons hebben toilde: by de wetenschap, die niet zonder fantasie de fantasie, die niet zonder feitenken- kan bestaan. Wat spelenderwijs be- i, aan moeders schoot met de sprook- van Andersen, werd voortgezet op school en het spel werd ernst en de ernst voerde ons tot bezinning. Ja, we zagen wel eens tegen onze boe kenstapel op als tegen een toren, maar wie op een toren klimt, kan verder kij ken, hy ziet de mensen en de dingen kleiner, doch in een groter geheel Valse diploma's (voor emigranten bestemd?) Een man, die zich Van Laar noemde, bestelde enige maanden geleden bij een Amsterdamse drukker dertig diploma's, die aan hem zijn afgeleverd, maar slechts gedeeltelijk werden betaald. Hij gaf eer adres op, dat achteraf niet bleek te be staan. De diploma's zijn blijkens de tekst bestemd voor electro-technici. die ïr Juli 1952 examen deden, en zouden uit gereikt zijn door het „Nederlands Insti tuut voor Middelbaar Technisch Avond- Onderwys", Namen van autoriteiten sieren het diploma. Al deze namer echter onbekend en het instituut bestaat niet. De Amsterdamse politie vermoedt dat met deze diploma's zwendel oedre- ven wordt; mogelijk worden ze verkocht aan emigranten, die een bewijs van vak bekwaamheid moeten overleggen. Nieuwe Columbiaanse gezant is oogarts De nieuwe gezant van Columbia in Den Haag, de heer Carlos Vera Villamier, is 44 jaar oud en cigenlUk oogarts. Hy is lid van verscheidene medische organi saties in zyn land en voorzitter van hei Medisch College van zijn provincie, waar van hij tot zijn benoeming ln Nenerlanfl. gouverneur was. De gezant, die grote verwacnlingen hoeft van de resultaten van ae reis van Z.K.H. Prins Bernhard, gelooft dat er in Columbia nog voldoende gelegonneid is voor immigratie van landbouwers uit Nederland. Columbia bevindt zich op het ogenblik in een toestand van ongekende welvaart: industrie, landbouw en veeteelt ontwik kelen zich in snel tempo. De regering houdt zich thans in het byzonder bezig met de uitbreiding der verke-rsmidde- Uit de pers Wèl de eed T» LIJKT in het Nederlands Juristenblad prof. mr J. M. van Bemmelen afkerig zonder meer de Friese taal in de rechtszalen toe te laten, anders staat het met de eed in het Fries: n aanzien van de eed ligt de kwestie inderdaad anders dan met betrekking tot de inhoud van de getuigenverklaring zelf. Ieder die onoverkomelijke bezwaren heeft tegen het afleggen van eden heeft reeds krachtens de eedswet van 1916 de mogelijkheid om de belofte af te leggen. In diezelfde richting moeten wy de op lossing zoeken voor de eed die een Ne derlands sprekende getuige of deskun dige in een andere taal of een ander dialect wil afleggen op grond dat het hem principieel tegen de borst stuit Gods hulp te roepen in een andere taal dan waar hij byv. zou bidden. Het beste ware derhalve in de wet van 28 April 1916 achter artikel 3 een nieuw artikel 4 in te voegen: „De te beëdigen persoon wordt mede toegelaten de eed in een andere taal dan de Nederlandse of in een der dialecten het Nederlands af te leggen indien hy mondeling verklaart dat hij onover- komelyke bezwaren heeft eden anders dan in zyn eigen taal of dialect uit te spreken". Artikel 4 van die wet wordt dan artikel en aan dit artikel zou een zin kunnen worden toegevoegd: „Ook op deze eed is artikel 4 toepas- Het ïykt niet noodzakelijk hetzelfde te bepalen voor de belofte of bevestiging, rs hier is geen sprake van taal of dialect waarin men gewoonlijk tot zijn God spreekt. Deze oplossing van de Friese eedskwes- e zou het grote voordeel hebben, dat zij niet slechts voor Friezen zal gelden, voor ieder, die in een andere taal dan de Nederlandse gewoon zou zijn zijn godsdienstige plichten te vervullen of te bidden, terwijl tevens duidelijk zou zijn, dat Nederlandse wetten voor iedereen in Nederland gelden". Mevrouw rechtens Het Nederlands Juristenblad gaat na, welke „titel" mevrouw rechtens heeft. Het verhaal lijkt vry tedhnisch, maar zo is het nu eenmaal ln de juridische wereld. Deze of gene kan er zelfs van smullen: „Sinds mejuffrouw A. de Wit getrouwd met de heer Fortanier. noemt ieder- :n haar mevrouw A. Fortanier-De Wit. Maar de ambtenaar van de burgerlijke stand eist, dat zij tekent met haar meis- am, en de advocaat schrijft in zyn stukken: A. de Wit, echtgenote van dr G. F. Fortanier J. Ph. Suyling schreef reeds in zijn inleiding tot het burgeriyk recht, deel I (Haarlem, Bohn, 1927, 2e druk) nr 165, blz. 216; 3e druk, 1948. blz 277 (de be trokken passage in de eerste druk. van 1918, blz. 109, is minder stellig): „Tenge volge van haar huweiyk verliest de vrouw haar geslachtsnaam niet. Het ge bruik brengt aan de andere kant mede, dat zij de naam van haar man voert en die zelfs na de ontbinding des huwelyks blijft voeren. (Vgl. Rb. Maastricht, 11 Juni 1920. W. 10619 (dagvaarding van weduwe onder 'smans naam). Tevergeefs zou haar echtgenoot beproeven haar de bevoegdheid daartoe te betwisten, tenzij zy zijn naam op enigerlei wijze in op spraak brengt. (Vgl. Rb. Amsterdam. 31 Oct. 1944. N. J. 1944—45, nr 774; afwijkend 's-Gravenhage. 7 Maart 1935. N.J. nr 48. Zie Burgerlijke Stand en Be volking, April 1936. 15)" (Zie ook J C. van Oven. Het recht op den naam, N.J.B. 1936, blz. 181—7 en 205—212). Paul Scholten schreef reeds in zijn Algemeen Deel van Asser's Handleiding. 1931, blz. 152; 2e druk, 1924, blz. 153—4: „Het gebruik..., dat de getrouwde vrouw de naam van haar man voor de hare plaatst, is tot recht geworden, zodra men erkent, dat met dergelijke naamsaandui- ding een ondertekening in rechten kan geschieden. Mij schijnt het niet twijfel achtig." De Hoge Raad vermeldt thans ln zijn arrest van 20 Juni 1951, N.J. 1952, nr 559 (TersmetteOntvanger) weliswaar, dat in eerste aanleg eiseressen spraken van C. Th. Krapels, weduwe van W. Th. Ter- smette. maar hij volgt zelf het spraak gebruik en noemt haar de weduwe Ter- smetteKrapels. Hieruit zal men mogen afleiden, dat mevrouw ook volgens de Hoge Raad A. FortanierDe Wit mag heten en dus bUv. een acte van de burger lijke Stand met die naam mag onder tekenen". Australische socialisten: Beloften geschonden jegens immigranten Het bestuur der Australische socialisti- sche party heeft de Australische rege ring .er van beschuldigd, haar belofte aan duizenden immigranten, dat zy werk in Australië zouden krijgen, te hebben ge schonden. Het partijbestuur is van mening, dat immigranten, die dat wen sen, naar hun land van herkomst moeten kunnen terugkeren, zonder de kosten voor hun reis naar Australië terug te moeten betalen. Het bestuur verklaart verder stappen te zullen doen om de arbeidersorganisaties in andere landen op de hoogte te stellen van Australië'* economische positie, voor zover deze invloed heeft op het opnemen van immigranten. Het zegt voorts, dat de immigratie- moeilijkheden zijn veroorzaakt door de financiële regeringspolitiek en niet door tekort aan werk. Het socialistische partij bestuur is van mening, dat een voort zetting der immigratie op de huidige schaal, tezamen met de zich uitbreidende werkloosheid, de oplossing der Australi sche economische en maatschappelijke vraagstukken zal bemoeilijken. Sleet in f gezin? De Nieuwe Leidsche" Expertise van kunstwerken In een bijeenkomst van de Raad van Bijstand van het onlangs opgerichte Insti tuut ter bevordering van een grondige en onafhankelijke expertise van kunstwer ken. is tot voorzitter van deze Raad be noemd mr P. J. Witteman te Amsterdam >t secretaris mr C. P Baron van der Feltz te Amsterdam. Het secretariaat van rnstituut is gevestigd Pieterskerkhof Marshallgeld voor tuinbouw en fruitteelt Met de Amerikaanse autoriteiten is overeenstemming bereikt over het be steden van f460.000 u:t de tegenwaarde rekening van de Marshall-regeling, voor de verwarming van kassen, en f330.000 voor verbetering van het sortiment en de verpakking van zacht fruit.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 5