In Kopenhagen behoeft geen kind
op straat te zwerven
Speellokalen voor de kleuters - als
feestzalen zo groot
Ik zie, ik zie,
WAT GIJ NIET ZEET
Engelse woningproblemen
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
5
DONDERDAG 13 NOVEMBER 1952
(Van een onzer verslaggevers)
LK is niet zwaartillend. Het hoi
gemakkelijk te gaan zitten om zo'n paar uur over een nijpend pro
bleem te praten, zoals een Nederlander graag doet. Het heeft een hang
naar gezelligheid, welke duidelijk wordt in smakelijke en dikwijls ook
smaakvolle huisinrichting en de algemene volks-hobby: veel en lekker
eten. De visitegesprekken gaan gewoonlijk ook over „eten" en vooral niet
over politieke of religieuze onderwerpen. Dit werd ons van verscheidene
kanten in Denemarken verteld en wij geregen ook gelegenheid, deze mede
delingen hier en daar aan de practijk te toetsen: in een Deens gezin, in
verschillende kindertehuizen, pratend zowel met hoge autoriteiten als met
eenvoudige arbeiders.
denhe bijv. aan de welbekende Rotter
damse Arendhuizen, waar de zgn. on
grijpbare jeugd" wordt opgevangen en
opvoedkundig bezig gehouden.
W(j hebben verscheidene kindercrèches
kunnen bezoeken en In onze „Neder
landse ogen" waren dit evenzovele won
deren. In de afdelingen voor babies kun
nen de moeders die gaan werken 's mor
gens voor zes uur al haar kleintjes van
drie weken tot drie jaar brengen en ze
daar de hele dag laten. De babies wor
den hier gebaad en gevoed, te slapen ge
legd in kraakheldere bedjes of in lijden
de wiegjes die buiten staan. Voor de
kleuters worden uit wandkasten opklap
bare rustbedjes getoverd voor het mid
dagslaapje, er zün boxen, tafeltjes, stoel
tjes. leuke huisjes om in te spelen en
massa's speelgoed van uitstekende kwa
liteit.
Alles smaakvol
In de crèches, welke aan fabrieken
zyn gebouwd, kunnen de moeders die
haar kinderen zelf voeden, dat in werk-
Vanzelfsprekend stond hierby het kin-
derbeschermingswerk in het middelpunt
en ook hierin uit zich een zekere ge-
moedelükheid, welke aan oppervlakkig
heid doet denken, maar daarby van een
intensiteit is. welke zeker een tegenstel
ling tot luchthartigheid toont.
Het gehele volksleven is anders van in
stelling dan het Nederlandse, omdat de
„drie zuilen" ten enenmale ontbreken.
Er is in Denemarken geen sprake van
opmerkeiyke religieuze of politieke ver
schillen, omdat vrüwel het gehele volk
Luthers is. In heel Denemarken telt men
slechts 30.000 Roomsen, een minderheid
dus, welke nauweiyks opvalt in het grote
Het maatschappeiyke werk valt dus
niet zoals bij ons uiteen in Prot. Chris-
felük, R.K. of humanistisch, maar ver
toont een benydenswaardige eenheid. De
weinige R.K. instellingen doen voorna-
meiyk hun best Roomse kinderen tot
zich te trekken, maar de algemene en
dus Lutherse instellingen maken geen
onderscheid, omdat de R.K. minderheid
te gering is
Ook politiek maakt de Deen zich niet
druk, misschien omdat hü zich nergens
heethoofdig in gedraagt, misschien ook
eenvoudig, omdat er niet zo'n ingewik
keld partyenstelsel is als bü ons. Over
de communistische invloeden breekt men
zich het hoofd niet: „Er zün er zo wei
nig", zegt men kalm.
Oorlogsvrees heerst er zeker niet, men
praat er althans nooit over. Dit alles
vindt mede zün grond in het feit, det de
Denen onder elkaar buitengewoon aan-
hankelük zün. Men is waarlük familie
ziek en nooit behoeft een zoon of dochter
verplicht te worden tot onderhoud van
de ouders. Er bestaat zelfs geen ambte
naar voor zulke kwesties. De woning
nood in Denemarken wordt dan ook op
gevangen doordat hele families, desnoods
met ooms en tantes, hun woning
bevolken. Inwoning van vreemden kent
men er niet.
Die familiesaamhorigheid strekt zich
ook uit tot volkssaamhorigheid. Uit dat
gevoel spruit wellicht de weinige vrees
voor een storende minderheid. Het Deen
se volk erkent geen verdeeldheid in
Daaruit vloeit ook voort, dat de sociale
voorzieningen in Denemarken buitenge
woon goed zijnnaar Nederlandse smaak
hier en daar misschien wat al te goed.
tyd regelmatig gaan doen en zü komen
dan in een vrolQke kamer met gemak-
keiyke leunstoelen by elkaar.
Elke crèche is uitermate smaakvol in
gericht; wij zagen speellokalen als feest
zalen zo groot en, doodeenvoudig, maar
in prachtige kleuren uitgevoerd. Aan de
wanden hangen door kunstenaars ge
schilderde versieringen, niets is over
matig kostbaar, maar alles schünt zó uit
de handen van een binnenhuisarchitect
te zün gekomen. Elke trap heeft een ge
wone en een kinderleuning, de serveer
keuken heeft een verhoging, zodat de
kleintjes even gemakkeiyk als de vol
wassenen bü kraan en aanrecht kunnen.
Kinderen van drie tot zes jaar gaan
naar de kleuterschool, waar zij eveneens
de gehele dag kunnen blyven; school
kinderen kunnen naar de vrije-tyd-hul-
zen, al evenzeer aan hun behoefte aan
gepast.
Op deze wjjze kan een moeder dus haar
kinderen onderbrengen als zü werkt.
Uiteraard maakt lang niet elk gezin ge
bruik van deze crèches en kinderbewaar
plaatsen, dat zou in tegenspraak zün met
de Deense familieband.
Er valt (voor een Nederlander,
want de Deen doet dat niet!) te dis
cussiëren over de vraag, of het de
Deense vrouwen op deze wijze niet
al te gemakkelijk wordt gemaakt,
zich van de opvoeding van haar kind
te ontlasten en of het een kind ten
goede komt, eigenlijk buiten het ge
zinsverband te worden opgevoed.
Hoe het zü, een Kopenhaags kind be
hoeft niet op straat te zwalken en dat
is onweerlegbaar goed, ook gezien als
voorzorg.
Die voorzorg, welke In Nederland
krachtiger moet worden op velerlei ter
rein en waarvoor veel geld nodig is. Ook
de gelden, welke de Kinderpostzegels op
brengen, kunnen hieraan meewerken. U
koopt ze toch en plakt ze toch de hele
Decembermaand op uw poststukken?
Zelfs de kinderwagen is aangepast bij het massawerk in de kleuter
bewaarplaats. Vrolijk zitje naar de zandbak.
Niet zo vlijtig
Wy verklappen zeker geen geheim,
wanneer wij vertellen, dat de Deense
man over 't algemeen lui en gemak
zuchtig is. Hü spant zich nooit meer in
dan hoognodig is De woningbouw b.v.
Uidt hieronder. Herhaalde malen werd
ons verzekerd, dat er materiaal genoeg
is om veel meer te bouwen, maar dat de
bouwvakarbeiders niet te porren zyn
voor extra-hard aanpakken.
Hier stuit men dan op een perfecte
sociale voorziening, die stugge arbeid
niet bepaald in de hand werkt: de werk
lozen-uitkering ligt zó dicht by het loon,
dat een arbeider in de gure maanden
evengoed nietkan werken. Met dit al
is er werk genoeg in Denemarken, zelfs
voor de vrouwen. Want door de eeuwen
heen heeft de Deense vrouw beter aan
gepakt dan de man. Zij werkt in fabrie
ken en op kantoren en zorgt op deze ma
nier, dat de tafel goed voorzien is en het:
gezin op peil blijft. De werkgevers zien
overigens graag vrouwen in hun bedrijf,
want zy werken tegen 80 pet van het
loon dat de man voor dezelfde arbeid
ontvangt en dit is dan weer een manke
ment in de arbeidswetgeving.
Een niet onbekend feit, dat het mede
nodig maakt dat de vrouw werkt, is dat
de Deense man een uitzonderlijk grote
voorliefde heeft voor bierdrinken. Een
euvel, waaraan alle Scandinavische lan
den mank gaan. Een bouwvakarbeider,
die ruim 4 kronen per uur verdient, d.i.
omstreeks 200 kronen per week een
kroon staat op 60 ct Nederlandse gelds
waarde en het leven in Denemarken is
wat duurder dan in ons Iand), verdrinkt
aan tien flesjes bier per dag meer dan
een kwart van zijn weekloon en aange
zien de vakbonden dat sanctionneren,
kan niemand, ook de regering niet, daar
tegen vechten. De vakbonden, die de wel
varende bierfabrieken achter zich heb
ben, zijn nl zeer machtig in de Scandi
navische landen.
De bierfabrieken hebben graag vrou-
weiyke werkkrachten (denk aan de 80
pet en aan de grotere arbeidslust:
zij zyn het dus, die begonnen zün
de instelling van baby-, kleuter- en kin
dercrèches, waaraan Denemarken thans
rük is.
Kleine gezinnen
Het Deense gêzin is niet kinderrijk.
Men heeft één of twee kinderen, hoog
stens drie en bü uitzondering meer. Maar
de bevolking staat pal vóór de opvoeding
en goede verzorging van de kinderen, el
zal men daarin, naar Nederlandse be
grippen niet altijd de juiste weg volgen.
In Kopenhagen, verreweg de grootste
en één van de weinige belangrijke steden
in het land, een stad met een millioen
inwoners, speelt geen kind op straat. Er
zün overal speelplaatsen, waar de jeugd
zich vermaakt met allerlei daar ge
plaatste attributen.
Bovendien telt de stad 100 crèches,
483 kleuterscholen, 121 „vrüe-tyd-tehui-
zen" en 61 jeugdclubs, zodat vrijwel al
le kinderen die anders op straat zouden
scharrelen, kunnen worden opgevangen.
Deze kinderbeschermingsarbeid valt
onder de preuentieue- of voorzorgsarbeid,
waarop men in Nederland veel meer de
nadruk wil gaan leggen. Kinderen
eenmaal gestruikeld zijn van de straat
halen en onder toezicht stellen ofwel
opvoedingshuizen doen opnemen, is lof
felijk, maar voorkomen is beter dan ge
nezen en daarom is er ook in Nederland
steeds meer de tendenz tot voorzorg. Men
I
Tot mijn genoegen bestaat er zeer veel
belangstelling voor mijn artikelen over
vóór- en familienamen. Dit is mij geble
ken uit het groot aantal brieven dat ik
naar aanleiding van deze opstellen kreeg.
Maar er zün, vooral onder de familie
namen, nog vele. die heel wat moellüker
Izyn thuis te brengen dan die welke ik
toelichtte. Wanneer men een naam hele
maal niet begrijpt, kan men ook moeilijk
gissing wagen, immers men heeft
volstrekt geen aanknopingspunt. Veel
lastiger echter wordt het, wanneer een
:r eenvoudig te verklaren lykt,
heel wat anders achter zit dan
meent. Ik denk hier b.v. aan een
Ab, die volgens een myner lezers.
Noorden van ons land voorkomt. Men
spreekt deze naam als Abee uit. De
sprong zal wel te zoeken zün in eer
korting van een tweetal voornamen. Dit
kan gebeuren als b.v. twee mensen
dezelfde familie zyn, maar verschillende
voornamen dragen. Ter onderscheiding
noemt men ze dan vaak bij hun voor
letters.
schreef ik onlangs in de N.L.C.
artikel, waarin werd medegedeeld
dat prof. C. W. de Vries, bekend staat
onder de naam C. W. wat n u niet zo
licht meer. maar vroeger gemakkeiyk
Sewee of Cewee had kunnen worden. Ik
ijs verder naar Kantoorboekhandel
Esvé, Firma Esveha, de radiotoestellen
Erres en andere.
Een andere naam die enige moeilyk-
heid zou kunnen opleveren, is Aandewiel.
Misschien weet de familie de oorsprong.
Maar voor degenen die niet tot deze fa
milie behoren, is het natuurlyk zeer lastig
de werkelyke, zekere oorsprong te vin
den. Ik kan alleen zeggen dat wiel of
weel, ook wel geschreven wael, een gat is
achter een dijk, ontstaan tengevolge van
doorbraak. Aandewiel kan dus oor
spronkelijk iemand geweest zyn die bü
zulk een kolk of poel zün woning had
gebouwd. Misschien ook moeten
!e twee lettergrepen het meervoud
het woord eend zien en dan zou het
dus kunnen zijn: eendepoel. Zo kan men
niet verder komen dan een gissing,
tenzij b.v. een familiewapen, een familie
overlevering of een familie-archief zeker
heid geeft. Maar hier kan men
zien hoe namen die niets met elkaar te
maken schijnen te hebben, zt
verwant zyn. Ik noem in dit verband Van
der Waal, Dykwel en Welleman. De laat-
komen in Zeeland voor. waai
men uit den aard-der zaak nogal wat
elen" heeft. Ook de naam Van Weele
Van der Weele zijn typisch Zeeuws,
waaruit men tevens kan zien, hoeveel
families feitelyk sedert eeuwen, wat het
grootste deel betreft althans, in hun pro
vincie zyn blijven wonen. Een vermin
king van een naam kan in de loop der
ook tot onherkenbaarheid leiden.
Nemen we b.v. de naam Citroen. Die is
Frankrijk Citroën, het bekende
automerk. Het zou niet verwonderlijk zijn
als dit op den duur Citroïn werd of
Citroin (zonder deelteken). Dan wordt de
uitspraak ook weer anders en daardoor
ook weer de schryfwijze. Er is een ver
makelijke geschiedenis bekend van een
die Abel heette en naar Amerika
vertrok. Maar een Engelsman of Ameri
kaan spreekt in de meeste gevallen de
letter a als ee uit. Men noemde Abel dus
Eebel. En daar men hem zo noemde, vond
hij het wenselijk de spelling van zijn
volgens zijn begrippen, daarmee
In overeenstemming te brengen. Hy
schreef dus Ebel. Maar een e wordt in
het Engels meestal ie uitgesproken Men
noemde hem dus Iebel. En hy veranderde
de spelling van zUn naam dus in Iebel
Maar een 1 wordt in het Engels vaak als
uitgesproken Van toen af heette hij
dus Aibel Ik vermoed wel dat hij het
verder opgegeven heeft, want anders zou
hy ln hetzelfde kringentje geraakt zyn.
Dit deelteken op Citroën treffen we ook
aan in de familienaam Piët en Kies, die
naar alle waarschijnlijkheid dit teken
eerst op rijpere leeftüd hebben gekregen
Een lezer deelde me mede dat in Rolde
een hotel Piest bestaat. Daar de naam
aanleiding tot grappen gaf is het in Piëst
verdoopt. Hoe moeilijk het is uit te ma
ken wat de oorspronkeiyke betekenis van
een naam was, zonder dat men weet
waar de eerste drager van de naam thuis
hoorde, blijkt b.v. uit wat een lezer mij
vroeg omtrent het geslacht Don. Hij
meende dat het in verband met mijn
naam kon staan, te meer omdat de vóór
naam Dominicus nogal in de familie
voorkwam. Ik ben echter van mening dat
het waarschynlyker is dat we hier met
een oorspronkelyk Franse naam te doen
hebben en dat we dus feitelijk moeten
lezen d'Hon (uJ.t Hon afkomstig). Maar
natuurlyk is dat. weer moeilijk uit te
maken, tenzij familiepapieren hierover
inlichtingen geven. Op dezelfde wüze
zouden we de oorsprong kunnen vinden
van Destrée, Deswa (de sol?). In Dhont
zullen we wel een Vlaamse naam moeten
zoeken: de hond Een lezer deelt mü ook
nog mee dat iemand Aap heette. Klaar
blijkelijk zag hy de humor hiervan niet
voldoende in om die naam te behouden,
Hij maakte er radicaal een einde aan door
zich in 't vervolg „Anders" te noemen.
Nu moet men toevallig zulk een geschie
denis eens gehoord hebben om tot de
oplossing van dit naam-raadsel te komen.
Zo staat het ook met verschillende zon
derling klinkende namen als Spring in 't
Veld, Vroeg in de Wel, Bier en broodspot,
Blooöegat. Smalbil, Botschuyver, Glad
pootjes. Man in 't Veld, PotjewUd. Ram-
spek. Link, Lijnzaad en andere. In veel
gevallen zal men hier wel met een ver
bastering te doen hebben van oorspron
kelyk geheel andere namen, vaak ook in
een andere taal.
Den Haag Dr F. C. Dominicus.
De gezondheidstoestand van gene
raal Winkelman, de oud-opperbevelheb
ber van land- en zeemacht, laat te
sen over. Hij zal dezer dagen worden ge
opereerd.
Ned. zeiljacht steekt
Oceaan over
De Bestevaer naar nieuwe
eigenaar in Amerika
De tot jacht verbouwde loodsschoener
Bestevaer zal door 7 Nederlanders
de Atlantische Oceaan naar Charleston
in de Verenigde Staten gezeild worden.
De kapitein is de bekende Oceaan- en
Kanaalzeiler P. de Goede. De 66-jarige
kapitein heeft het volste vertrouwen in
sereis, ondanks het feit, dat er geen
radio aanboord is. De Bestevaer werd in
1914 gebouwd. Na de oorlog kwam het
schip in handen van de aanner
Eesteren. De nieuwe eigenaar is de
Amerikaan R. C. Allen, president-direc
teur van een machinefabriek in Charles-
Voor de reis zijn 60 dagen uitgetrok
ken, tegenslagen niet meegerekend. De
bemanning keert na de overtocht en over
dracht. als passagier of als lid van de
bemanning vaneen schip terug. De
machinist Huisman uit Den Haag is ook
aan boord. Het scheepje is 26 meter lang.
Zaak-Schallenberg opnieuw
op het tapijt?
Volgens de H. Crt. zal de zaak-Schal-
lenberg bij de behandeling van de be
groting van Justitie opnieuw op
tapijt worden gebracht. Een Tweede
Kamerlid zou van plan zyn, minister
Donker inlichtingen te vragen, daar
enkele achtergronden van deze gerucht
makende kwestie tot nu toe onbesproken
zijn gebleven.
Premie bij vrijwillige
extra-dienst
Voor vaandrigs, kornetten en
verkeersleiders
Bij K.B. is een premieregeling vastge
steld voor vaandrigs en kornetten, die
hun opleiding tot reserve-officier met
goed gevolg hebben volbracht en in
merking komen om tijdelijk tot reserve
tweede-luitenant te worden benoemd. In
dien zy na het volbrengen van hun i
ste oefening een verbintenis aangaan
nog één jaar doorlopend werkelijke dienst
te verrichten, kunnen zij na afloop
dat jaar aanspraak maken op een premie
van 1.260 gulden.
Voorts is een premieregeling voor
keersleidingsofficieren bij de luchtmacht
vastgesteld.
Volgens deze regeling kan een rest
officier van de militaire luchtvaart
spraak maken op een premie van 1.200
gulden, indien hy gedurende één jaar
doorlopend werkelyke dienst heeft
richt als verkeersleidingsofficier bij het
wapen der militaire luchtvaart. Deze pre
mieregeling geldt tot 1 Januari .1955.
Wanhopige vrouw stak
haar man met mes
In Rhenen stak dezer dagen een jeug
dige vrouw haar 20-jarige man met eer
mes in de rug. Omdat de omstandigheden
by deze aanslag zeer tragisch zijn, i~
w niet gearresteerd,
man was volgens het A.D. in het
voorjaar teruggekeerd uit Korea. Hij zou
zijn vrouw hebben verteld dat hij omgang
had met andere vrouwen, hij heeft haar
geslagen en gestompt, kortom de vt
enuwpatiënte gemaakt. In een vlaag
wanhoop is zy tot de daad overge
gaan.
Middenstandsbestuurders
mogen niet in K.N.P.
Na een uitvoerige bespreking heeft de
Ned. Kath. Middenstandsbond Dinsdag op
zijn bondsvergadering te Utrecht met een
overgrote meerderheid het in April ge-
;n besluit van het bondsbestuur
goedgekeurd, waarin een bestuursfunctie
•an de R.K. middenstandsbeweging
erenigbaar wordt verklaard met
candidatuur of het voeren van propa
ganda voor een politieke partij, die de
eenheid van de Rooms-Katholieken op
staatkundig gebied afbreuk doet.
(Deze uitspraak houdt verband
feit, dat het bestuurslid C. de Jong dit
oorjaar een candidatuur voor de K.N.P.
anvaardde waarna hij vergeefs trachtte
zich terug te trekken Red.).
Ned. Middenstandsbank vierde
vandaag 25-jarig bestaan
De Nederlandse Middenstandsbank N.V.
te Amsterdam vierde gisteren het 25-
jarig bestaan. In de afgelopen kw;
stegen de toevertrouwde middelen
f 17 millioen tot f 132 millioen en de uit
staande credieten van f 15 millioen
f65 millioen. Inmiddels heeft de bank de
beschikking gekregen over 100 vestigin-
in het gehele land met een totaal aan
personeel van 1400 leden.
Congres Ned. Organisten
Vereniging
De Ned. Organisten Vereniging is voor
nemens 2 en 3 Jan. a.s. in de Evang. Luth.
Kerk aan het Spui te Amsterdam een
congres te houden, waar het vraagstuk
van de hedendaagse orgelbouw wordt be
sproken. Als sprekers treden op Lambert
Erné uit Utrecht, D. A. Flentrop uit Zaan
dam, Sigfrid Rede uit Bochem (Did), dr
M. A. Vente uit Utrecht en Sybrand
Zachariassen uit Aabenraa (Denemarken)
Tijdens het congres worden orgelbespe
lingen gegeven door Klaas Bolt u t Haren,
Wim Goedhart uit Gouda en Sigfrid Rede.
Wie op een toren staat, kan
verder kijken
Er zijn jongetjes in onze grote wereld,
die nog steeds niet verzoend zijn met
de uitvinding van de boekdrukkunst. Wij
hebben ook tot die jongetjes behoord op
die stralende Woensdagmiddagen, wan-
wij rovertje wilden spelen in het
naburige bos en wij geketend werden aan
de kanalen loop door de Veenkolonies of
de geschiedenis onzer voorvaderen. Wy
hadden een houten zwaard gesneden en
van oude binnenbanden
en wat bamboe een pijl
en boog gemaakt, om
daarmee onze eigen
Hoekse en Kabeljauwse
twisten te voeren in het
dichtstbijzijnde domein
van het Staatsbosbeheer.
We hebben er ons op die
middagen vaak het hoofd
over gebroken, wot Dirk
Janszoon Coster bezield
heeft, om de geslachten
na hem erfelijk te belas
ten met het gedrukte
woord. Tot opeens er een
nieuwe wereld werd ge
opend, toen wij een boek
in handen kregen, waar
in rny ons zelf zagen spe
len: kinderen net als wij
en buurjongetjes net als
die van ons. Tot wij in
eens begrepen, waar ons
spel van rovertje spe
len zijn oorsprong vond
en door wie het werd
overgeleverd. Wtj gingen
begrijpen, dat niet in elk
boek een dorre opsom
ming wordt gegeven van
wapenfeiten uit de
Spaanse Successieoorlog,
maar dat er ook boeken
zijn, die onze ogen openen
voor wat er achter jaartallen en vetge
drukte namen van vlootvoogden, die wij
niet vergeten mochten, in de loop der
tijden is gebeurd. We gingen de samen
hang der dingen zien. We wisten nog
niet, dat de beschaving rust op het ge
schreven woord, maar we vonden het
zelf uit, dat er enig verband was tussen
ons krijgshaftig gedraaf-door het bos en
de overwinning van Wellington by
Trafalgar. Wij speelden Robinson Cru-
soè'fje op een eilandje in een modder-
vijver, omdat wij in die eenzame held
van ons jongensboek iets van ons zelf
hadden ontdekt. En als toy in de bomen
(Van
Londense correspondent)
TN NEDERLAND mag de woning
nood groot zyn, in Engeland
heeft hij welhaast wanstaltige vormen
aangenomen. Meer dan een millioen
Britse gezinnen snakken nog steeds
naar een huis een getal, waar sinds
le oorlog weinig verandering in is
gekomen
Het zwaartepunt van Engelands
woningprobleem moet niet in de
aangerichte oorlogsschade gezocht
worden, doch in de totale stilstand
der bouw-industrie gedurende de
jaren '40'45. Toen de laatste vlie
gende bom in 1945 op Groot-Brittan-
nië viel, waren 500.000 van de 13
millioen huizen, welke in het land
stonden, verwoest of beschadigd.
Vergeleken met de oorlogsschade in
andere Europese landen viel dit getal
nog wel mee, te meer daar de helft
dezer huizen binnen betrekkelijk
korte tijd weer bewoonbaar kon
worden gemaakt.
De nieuwbouw echter welke,
afgezien van de vervanging der vele
„slums", 200.000 huizen per jaar be
droeg had vyf jaar lang geheel
stilgestaan. De achterstand, welke
alleen door de oorlog was ontstaan,
bedroeg dus in feite het kolossale
cijfer van 1,25 millioen woningen!
Tussen de jaren '45 en '50 is er
weinig verandering in deze schrik
barende achterstand gekomen. De
Britse regering heeft, ondanks de
dure en schaarse bouwmaterialen,
kans gezien een millioen nieuwe of
geconverteerde woongelegen-heden
uit de grond te stampen, maar uiter
aard heeft de toeneming der gezin
nen niet stil gestaan. Alleen in de
periode '40—'50 is het aantal Engelse
gezinnen van 13 tot 15 millioen uit
gegroeid. In '50 cn ook in '51 en '52
bedroeg de behoefte dan ook nog
steeds 1.25 millioen huizen (Behoefte
en vraag zijn twee verschillende
dingen. Er zijn genoeg jonge gezin
nen. die. met het oog op de hoge
huurprijzen der beschikbare woon
ruimte. 't liefst bij familieleden of
vrienden inwonen, of. om.welke an
dere reden ook. op een paar gemeu
bileerde kamers willen zitten. Het
reële woningtekort wordt daarom op
ongeveer één millioen huizen ge
door de regering vastgestelde bouw-
quotum drastisch wordt opgevoerd.
Zou men 350.000 in plaats van 250.000
huizen per jaar bouwen, dan zou er
over twintig jaar geen huizentekort
meer bestaan. Met de bouw van
ongeveer 425.000 huizen per jaar zou
men de woningnood zelfs binnen tien
jaar onder de knie hebben (bij het
samenstellen dezer getallen is reke
ning gehouden met de vervanging
van „slums" en andere „versleten-
huizen).
Uitbreiding van het Engelse bouw-
program schynt voorshands evenwel
onmogelijk te zyn. Attlec heeft het
nooit verder dan tot 200.000 nieuwe
woningen per jaar kunnen brengen,
terwijl Churchill, zyn verkiezings
belofte (300.000!) ten spyt, er op z'n
hoogst 250.000 van maakt. De
schaarste en duurte der bouwmate
rialen, al9mede de door de oorlog
DA
Londense cocktail
H'
ET
ontstane en nog steeds niet te boven
gekomen inzinking in de bouwvak
ken, spelen de Britse regeerders
grote parten. De import van hout is
ondergeschikt gesteld aan de sane
ring van het pond sterling. En hoe
groot de aan de woningbouw ver
leende voorrang ook mag zijn, hij is
in geen geval groter dan die, welke
aan het bewapeningsprogram en het
sluitend maken van cic betalings
balans gegeven wordt.
Evenals in andere landen heeft het
woningtekort vele sociale mistoestan
den in het leven geroepen. De exor
bitant hoge huurprijzen b.v. zijn
honderdduizenden jonge. Britse ge
zinnen tot een dagelijkse zorg en
last. Er bestaat weliswaar een huur-
contróle-wet en zelfs een door amb
tenaren gevormd „huurtribunaal",
maar het net van bepalingen is he
laas niet al te dicht geboet.
Bepaald goed af zijn al die men
sen, die reeds van voor de oorlog af
in een huurhuis wonen, of die er
na de oorlog in gestaagd zyn een
ongemeubileerde woning op de kop
te tikken, zonder betaling van een
fantastische som acn sleutelgeld. De
huurprijs van (de meeste) ongemeu
bileerde appartementen is namelijk
bij de wet vastgesteld en wel op
basis van de voor-oorlogse huurop
brengst. By deze zelfde wet wordt
ae huurder ook tegen willekeurig op
zeggen beschermd. Alleen als de
eigenaar kan aantonen, dat hij ge
dwongen is zelf in z'n huis te trek
ken, kan de bewoner worden opge
zegd. vooropgesteld, dat de „land
lord" voor geiykwaardige woon
ruimte elders zorgt.
DEZE wettelijke bepalingen
bepaalde, onrechtvaardige ele
menten voor de huiseigenaars in
houden, zal niemand kunnen ontken
nen. Een huurstop, gepaard met een
sterk stygend kostenpeil, betekent in
feite dat de „landlords" huur der
ven. Naar schatting kost dit bevrie
zen der huren de huiseigenaars een
milliard gulden per jaar, of wel 25
procent van de nationale huursom.
Een en ander heeft o.m. in de hand
gewerkt, dat ongemeubllcerdo hulzen
of kamers niet meer to krijgen zijn,
tenzij men er natuurlijk een schep
geld voor betaalt. Alle woonruimte,
waar maar een kleed ligt en een paar
afgedankte meubelstukken staan,
heet tegenwoordig gemeubileerd,
hetgeen ongeveer wil zeggen, dat de
huurder er een abnormaal hoge
prijs voor betaalt en er, na ver
loop van slechts één betalingstermijn,
kan worden uitgezet. Onder de gril
lige Engelse wetgeving geniet de
bewoner van gemeubileerde apparte
menten vrijwel geen bescherming
(de speciaal in het leven geroepen
„huurtribunajen" kunnen alleen zijn
huur verlagen, doch hem niet tegen
opzeggen waarborgen!), zulks in
schrille tegenstelling met degene, die
een ongemeubileerde woning of een
gedeelte daarvan bewoont.
De woningnood cn de a-sopiale hou
ding van vele huiseigenaars hebben
het leven in de Engelse steden en
dorpen er niet aangenamer op ge
maakt. Gedwongen inkonlng kent
men niet (wee de party, die deze
inbreuk op iemand's persoonlijke
rechten zou durven voorstellen!) en
het is eerder regel dan uitzondering,
dat jonggehuwden een derde of soms
wel de helft van hun inkomen aan
huur betalen. Voor de laatslen is een
huis voorlopig dan ook noe een kruis
en niet. zoals het volgens een ver
maard Engels gezegde moet zijn.
een kasteel.
klommen, waren wij de jongens
Michiel de Ruyter kwamen wij met
winkelhaak thuis, dan schreeuwden
noord en brand onder de tuchtigende
hand van het gezinshoofd. Maar het boek
voerde ons steeds weer terug naar het
terrein, dat wij tegen etenstijd hadden
moeten verlaten: het terrein van onze
verbeelding, waarop toy heldendaden
verrichtten en pek wierpen van de mu-
van Alkmaar. Zo bracht het boek
toch waar het ons hebben toilde: by
de wetenschap, die niet zonder fantasie
de fantasie, die niet zonder feitenken-
kan bestaan. Wat spelenderwijs be-
i, aan moeders schoot met de sprook-
van Andersen, werd voortgezet op
school en het spel werd ernst en de
ernst voerde ons tot bezinning.
Ja, we zagen wel eens tegen onze boe
kenstapel op als tegen een toren, maar
wie op een toren klimt, kan verder kij
ken, hy ziet de mensen en de dingen
kleiner, doch in een groter geheel
Valse diploma's (voor
emigranten bestemd?)
Een man, die zich Van Laar noemde,
bestelde enige maanden geleden bij een
Amsterdamse drukker dertig diploma's,
die aan hem zijn afgeleverd, maar slechts
gedeeltelijk werden betaald. Hij gaf eer
adres op, dat achteraf niet bleek te be
staan. De diploma's zijn blijkens de tekst
bestemd voor electro-technici. die ïr
Juli 1952 examen deden, en zouden uit
gereikt zijn door het „Nederlands Insti
tuut voor Middelbaar Technisch Avond-
Onderwys", Namen van autoriteiten
sieren het diploma. Al deze namer
echter onbekend en het instituut bestaat
niet. De Amsterdamse politie vermoedt
dat met deze diploma's zwendel oedre-
ven wordt; mogelijk worden ze verkocht
aan emigranten, die een bewijs van vak
bekwaamheid moeten overleggen.
Nieuwe Columbiaanse
gezant is oogarts
De nieuwe gezant van Columbia in
Den Haag, de heer Carlos Vera Villamier,
is 44 jaar oud en cigenlUk oogarts. Hy
is lid van verscheidene medische organi
saties in zyn land en voorzitter van hei
Medisch College van zijn provincie, waar
van hij tot zijn benoeming ln Nenerlanfl.
gouverneur was.
De gezant, die grote verwacnlingen
hoeft van de resultaten van ae reis van
Z.K.H. Prins Bernhard, gelooft dat er in
Columbia nog voldoende gelegonneid is
voor immigratie van landbouwers uit
Nederland.
Columbia bevindt zich op het ogenblik
in een toestand van ongekende welvaart:
industrie, landbouw en veeteelt ontwik
kelen zich in snel tempo. De regering
houdt zich thans in het byzonder bezig
met de uitbreiding der verke-rsmidde-
Uit de pers
Wèl de eed
T» LIJKT in het Nederlands Juristenblad
prof. mr J. M. van Bemmelen afkerig
zonder meer de Friese taal in de
rechtszalen toe te laten, anders staat het
met de eed in het Fries:
n aanzien van de eed ligt de kwestie
inderdaad anders dan met betrekking tot
de inhoud van de getuigenverklaring zelf.
Ieder die onoverkomelijke bezwaren
heeft tegen het afleggen van eden heeft
reeds krachtens de eedswet van 1916 de
mogelijkheid om de belofte af te leggen.
In diezelfde richting moeten wy de op
lossing zoeken voor de eed die een Ne
derlands sprekende getuige of deskun
dige in een andere taal of een ander
dialect wil afleggen op grond dat het hem
principieel tegen de borst stuit Gods hulp
te roepen in een andere taal dan waar
hij byv. zou bidden. Het beste ware
derhalve in de wet van 28 April 1916
achter artikel 3 een nieuw artikel 4 in te
voegen:
„De te beëdigen persoon wordt mede
toegelaten de eed in een andere taal dan
de Nederlandse of in een der dialecten
het Nederlands af te leggen indien
hy mondeling verklaart dat hij onover-
komelyke bezwaren heeft eden anders
dan in zyn eigen taal of dialect uit te
spreken".
Artikel 4 van die wet wordt dan artikel
en aan dit artikel zou een zin kunnen
worden toegevoegd:
„Ook op deze eed is artikel 4 toepas-
Het ïykt niet noodzakelijk hetzelfde te
bepalen voor de belofte of bevestiging,
rs hier is geen sprake van taal of
dialect waarin men gewoonlijk tot zijn
God spreekt.
Deze oplossing van de Friese eedskwes-
e zou het grote voordeel hebben, dat
zij niet slechts voor Friezen zal gelden,
voor ieder, die in een andere taal
dan de Nederlandse gewoon zou zijn zijn
godsdienstige plichten te vervullen of te
bidden, terwijl tevens duidelijk zou zijn,
dat Nederlandse wetten voor iedereen in
Nederland gelden".
Mevrouw rechtens
Het Nederlands Juristenblad gaat na,
welke „titel" mevrouw rechtens heeft.
Het verhaal lijkt vry tedhnisch, maar zo
is het nu eenmaal ln de juridische wereld.
Deze of gene kan er zelfs van smullen:
„Sinds mejuffrouw A. de Wit getrouwd
met de heer Fortanier. noemt ieder-
:n haar mevrouw A. Fortanier-De Wit.
Maar de ambtenaar van de burgerlijke
stand eist, dat zij tekent met haar meis-
am, en de advocaat schrijft in zyn
stukken: A. de Wit, echtgenote van dr
G. F. Fortanier
J. Ph. Suyling schreef reeds in zijn
inleiding tot het burgeriyk recht, deel I
(Haarlem, Bohn, 1927, 2e druk) nr 165,
blz. 216; 3e druk, 1948. blz 277 (de be
trokken passage in de eerste druk. van
1918, blz. 109, is minder stellig): „Tenge
volge van haar huweiyk verliest de
vrouw haar geslachtsnaam niet. Het ge
bruik brengt aan de andere kant mede,
dat zij de naam van haar man voert en
die zelfs na de ontbinding des huwelyks
blijft voeren. (Vgl. Rb. Maastricht, 11
Juni 1920. W. 10619 (dagvaarding van
weduwe onder 'smans naam). Tevergeefs
zou haar echtgenoot beproeven haar de
bevoegdheid daartoe te betwisten, tenzij
zy zijn naam op enigerlei wijze in op
spraak brengt. (Vgl. Rb. Amsterdam. 31
Oct. 1944. N. J. 1944—45, nr 774; afwijkend
's-Gravenhage. 7 Maart 1935. N.J.
nr 48. Zie Burgerlijke Stand en Be
volking, April 1936. 15)" (Zie ook J C.
van Oven. Het recht op den naam, N.J.B.
1936, blz. 181—7 en 205—212).
Paul Scholten schreef reeds in zijn
Algemeen Deel van Asser's Handleiding.
1931, blz. 152; 2e druk, 1924, blz. 153—4:
„Het gebruik..., dat de getrouwde vrouw
de naam van haar man voor de hare
plaatst, is tot recht geworden, zodra men
erkent, dat met dergelijke naamsaandui-
ding een ondertekening in rechten kan
geschieden. Mij schijnt het niet twijfel
achtig."
De Hoge Raad vermeldt thans ln zijn
arrest van 20 Juni 1951, N.J. 1952, nr 559
(TersmetteOntvanger) weliswaar, dat
in eerste aanleg eiseressen spraken van
C. Th. Krapels, weduwe van W. Th. Ter-
smette. maar hij volgt zelf het spraak
gebruik en noemt haar de weduwe Ter-
smetteKrapels. Hieruit zal men mogen
afleiden, dat mevrouw ook volgens de
Hoge Raad A. FortanierDe Wit mag
heten en dus bUv. een acte van de burger
lijke Stand met die naam mag onder
tekenen".
Australische socialisten:
Beloften geschonden
jegens immigranten
Het bestuur der Australische socialisti-
sche party heeft de Australische rege
ring .er van beschuldigd, haar belofte aan
duizenden immigranten, dat zy werk in
Australië zouden krijgen, te hebben ge
schonden. Het partijbestuur is van
mening, dat immigranten, die dat wen
sen, naar hun land van herkomst moeten
kunnen terugkeren, zonder de kosten
voor hun reis naar Australië terug te
moeten betalen. Het bestuur verklaart
verder stappen te zullen doen om de
arbeidersorganisaties in andere landen op
de hoogte te stellen van Australië'*
economische positie, voor zover deze
invloed heeft op het opnemen van
immigranten.
Het zegt voorts, dat de immigratie-
moeilijkheden zijn veroorzaakt door de
financiële regeringspolitiek en niet door
tekort aan werk. Het socialistische partij
bestuur is van mening, dat een voort
zetting der immigratie op de huidige
schaal, tezamen met de zich uitbreidende
werkloosheid, de oplossing der Australi
sche economische en maatschappelijke
vraagstukken zal bemoeilijken.
Sleet in f gezin?
De Nieuwe Leidsche"
Expertise van kunstwerken
In een bijeenkomst van de Raad van
Bijstand van het onlangs opgerichte Insti
tuut ter bevordering van een grondige en
onafhankelijke expertise van kunstwer
ken. is tot voorzitter van deze Raad be
noemd mr P. J. Witteman te Amsterdam
>t secretaris mr C. P Baron van der
Feltz te Amsterdam. Het secretariaat van
rnstituut is gevestigd Pieterskerkhof
Marshallgeld voor tuinbouw
en fruitteelt
Met de Amerikaanse autoriteiten is
overeenstemming bereikt over het be
steden van f460.000 u:t de tegenwaarde
rekening van de Marshall-regeling, voor
de verwarming van kassen, en f330.000
voor verbetering van het sortiment en de
verpakking van zacht fruit.