uefcino-
t ar cl&meer
heRfst
NAAR EEN NIEUWE GOUDEN EEUW
HERFSTDRADEN zweven weer
r
<Vc
EEN DER MOOISTE TOCHTEN DOOR NOORD-ITALIË
Zeker, door de grillige grenslijn be
hoort Lugano staatkundig gesproken nog
tot Zwitserland, maar de plantengroei, de
huizenbouw, speciaal van de dorpen in
de omgeving van Lugano, en ook de be
woners van deze dorpen, doen ons al
héél sterk aan Italië denken.
Oleanders en dwergbananen in het
stadspark, tuinen met palmen en bam
boestruiken, herinneren ons eraan, dat
we hier in een omgeving zijn met een
subtropisch klimaat.
Wie Lugano bezoekt, maakt ongetwij
feld een tocht naar de San Salvatore,
hetzij te voet of wat minder ver
moeiend is met de tandradbaan. Wat
prachtig uitzicht heeft
deze bergtop..
vanaf
het grillig gevormde
de fraaie stad met haar voorstad
El Paradiso, een naam, die voor zich
zelf spreekt! en dan de vele schilder
achtige dorpjes langs het meerlVan
bovenaf gezien, lijkt het wel het spel
van een reus. die met witte speelgoed
huisjes voorzien van rode daken
aan het spelen is geweest!
Daarboven de diepblauwe hemel met
een zon, die 's morgens boven de Oos
telijke bergen uitstijgt, „als een bruide-
We zijn teruggewandeld naar de stad
en dwalen onwillekeurig verder langs
de oever van het wonderschone meer in
Noordelijke richting. En vóór we het
weten, zijn we in het schilderachtige
Gandria aangekomen. Gandria, dat als
een vogelnestje tegen de rotsen geplakt
is, heel smalle staatjes, poortjes en gan
getjes heeft en zó pittoresk is met haar
trappensteegjes enbloemen, die men
waar maar enigszins gelegenheid is, in
potten of stenen bakken geplaatst heeft,
zodat men telkens blijft staan en overal
foto's zou willen nemen.
Ja, hier begint eigenlijk Italië reeds.
Dat wordt ons steeds duidelijker.
uitloper van het Comomeer gelegen.
We zwerven eerst wat rond door de
stad en staan al spoedig tegenover de
wereldberoemde kathedraal, waarvan
vooral het interieur een wonder van
kunstzin genoemd mag worden. Wat een
afwerking der details!
Twee orgels in de lengteas van het
schip tegenover elkander doen ons eerst
wat vreemd aan, maar wc wennen er
spoedig aan. Komt het omdat zij toch
wat hvln bouw betreft één geheel vor
men met deze fraaie kerk?
Straks, buitengekomen, valt de warm
te a.h.w. weer op ons. Aan de water
kant bU de palmen van de Piazza Ca-
blazen we wat uit, voorzover dat
bi." -
gelijk i
't Is overigens nog maar een voor
proefje van wat ons in Milaan staat te
wachten! De Povlaktfe deed in de zo
mermaanden van 1952 weer aan een vu
rige oven denken. Dat merk je het best,
wanneer je er met de trein dwars door
heen rijdt! Eentonig is deze reis door
de Povlakte.. uitgestrekte maïsvelden..
Tegen de avond gaan we weer terug
naar Desenzano. Donkerder tekenen nu
de silhouetten van de statige cypres-
sen, de contouren van de vijgen- en
olijfbomen zich af.
Wanneer we in Desenzano aankomen,
is het geheel donker
We maken nog een avondwandeling
langs de boulevard van Desenzano en
op de lange pier, die tot vèr in het Gar
dameer loopt.
Dl oranjerode maan hangt als een
vreemde ballon boven het meer. Het
groene flikkerlicht van het vuurtorentje
aan het einde van de pier. schijnt steeds
maar te knipogen tegen de al hoger en
hoger rijzende maanschijfEen klok
slaat tien uur....
Door de smalle gezellige steegjes en
trappenstraatjes, waar honderden nog
buiten zitten, klimmen we naar het
straatje naast de ruine van het kasteel,
waar ons hotel staat.
Vier, vijf jonge mannen zitten er er
gens voor een huis rond een tafeltje met
wijnglazen erop; ze zingen....
Ze zingen tweestemmig, merkbaar
met overgave, 't hoofd in de hals.
Wondermooi klinkt dit gezang in de
stille avond.
Vrouwen hangen uit de ramen of leu
nen over de vele balkonhekjes in de om
geving.
Allen luisterenOok wij blijven
onwillekeurig staan en luisteren mee..
Als het lied uit is applaudiseren we.
De mannen lachen, knikken, buigen
Ook dat is Italië!
„Waf een prachtig uitzicht heeft meh hierde fraaie stad met haar voorstad
El Paradiso een naam, die voor zichzelf spreekt
En dan staan we weldra tegenover
de wereldberoemde, geheel met marmer
beklede, zonlicht overgoten Domkerk.
Gigantisch zijn de afmetingen van de
ze kathedraal met haar vijf schepen.
Met een lift gaén we naar het dak, waar
men een prachtige rondwandeling kan
maken tussen het marmeren „kant
werk", waaraan eeuwen is gewerkt.
Tientallen torentjes en beelden versie
ren dit dak. Op een van de schuine dak
stenen zittend en zelfs even op de rug
liggend, hebben we ergens waar nog
énige schaduw was, genoten van het
wonderschone lijnenspel.
Er valt meer te bewonderen in Milaan
dan de Domkerk alleen; o.a. „De Sanc-
ta Maria delle Grazie" met de koepel
van de beroemde Italiaanse meester
Bramante.., en vanzelfsprekend bezoe
ken we ook het Dominicanerklooster
met de kapel waarin men het wel erg
beschadigde „Laatste Avondmaal" van
Leonardo da Vinei kan bezichtigen.
T")E volgende dag gaan we met de
u trein naar Desenzano, aan de Zuid-
Westelijke oever van het Gardameer.
Eén van de mooiste tochten, die men
in Noord-Italië kan maken, is ongetwij
feld die per autobus van Desenzano naar
Riva, aan de Noordelijke oever van het
Gardameer.
Wijngaarden, citroenen, oleanders
rood en wit en paars die aan stam
rozen doen denken, maar dan hier in
deze streek uitgegroeid tot bomen, pal-
statige rijen cypressen, rotsen met
i cypressen,
korte tunnels langs het i
ïr een weg met haarspeldboch
ten naar boven wijde panorama's
over het Gardameer met kleurschake
ringen van parelmoer tot vitrioolblauw
in de morgenuren bij bedekte hemel,
en naarmate de zon in de middag door
komt steeds dieper blauw.
„Blauwer dan de Middellandse Zee
aan de Rivièra", zegt een van m'n reis
genoten naast me. En ik geloof, dat hij
gelijk heeft.
Dan, na twee uren rijden, bereikten
we het schilderachtige Riva, een juweel
in het groene foudraal van de Alpen
rondom.
Wéér dwaal je langs de oever verder
als in een vreemde droomWat lokt
het water hier tot zwemmen!Een
fris bad doet ons goed. want ook hier
is het
héél
i zelfs!
Sommigen beweren, dat het woord
„herfst" in verband moet worden ge
bracht met het Griekse „carpos"
(is vrucht) en met het Latijnse „car-
pere' 'tis plukken).
Bij Plantin (1514—'89), de beroemde
Belgische boekdrukker, komt het
woord „herfsten" voor, wat daar be
tekent: „de wijn plukken".
De Romeinen spraken van „Autttm-
nus" (herfst), wat letterlijk vertaald
„oogsttijd" betekent.
De boer hecht grote waarde aan
het weer in de herfstmaanden. De
laatste vruchten moeten binnenge
haald, de akker nioet opnieuw zaai-
klaar gemaakt worden en zaad aan
de aarde toevertrouwd, al weer voor
de nieuwe oogst.
De herfst doet zich zeer spoedig
wat feller gelden en weldra verkon
digen ook de koude regenvlagen en
stormen, dat de winter op komst is!
Maar laten we eerst nog. wat ge
nieten van de laatste pogingen, die
de natuur aanwendt, om zich nog
eenmaal in volle (weemoedige)
pracht te vertonen. Tot nog toe was
de herfst nat en koud.
Aan het Gardameer. „Dan weer een
weg met haarspeldbochten naar boven
wijde panorama's
staat onder de machtige overkapping
van het geheel marmeren station van
Milaan. Waar ter wereld zal men zo'n
tweede marmeren bouwwerk aantreffen?
Over brede boulevards met zeer hoge
huizenblokken voert de weg naar de bin
nenstad, waar de straten gaandeweg
smaller worden. We kunnen constate
ren, dat Milaan er over 't algemeen
best is afgekomen in de afgelopen we
reldoorlog. Ook de prachtige, met glas
overdekte winkelgalerij de grootste
van Europa, volgens onze reisgids
bleef geheel onbeschadigd.
DE eerste wereldoorlog is voorbij,
maar de wereld blijkt niets tc
hebben geleerd! Hoe kan het ook
anders: de Farao's bekeren zich niet
onder de plagen, zolang ze niet
gaan rekenen met de levende God:
ze verharden enkel hun hart. De
vastigheid der menselijke schep
pingen mag duizendmaal een her
senschim gebleken zijn: trotse kro
nen rolden op straat; fortuinen
slonken weg; steden werden met de
grond gelijkgemaakt en sterke
jonge kerels kwamen als wrakken
terug nochtans stelt men op
nieuw zijn vertrouwen op mensen,
op hun strevingen of op hun bezit.
Trieste historie. Ook: benauwende
historie, want wij hebben groten
deels dit alles zelf beleefd, maar
niet ontwaard wat er feitelijk aan
de hand was.
In elk geval: van de mens wordt
in deze jaren het heil verwacht.
Men kan twee grote stromingen
onderscheiden: kapitalisme en so
cial isme. De eerste groep is op de
beurs te vinden, waar de koersen
hoger en hoger opschroeven in een
driftige verwachting van het
wereldparadijs der ongemeten rijk
dommen. De tweede groep zoekt de
macht van het getal en belegt de
monstratie op demonstratie om ook
zijn deel aan de toekomstige vreug
den, en althans aan de voorhanden
zijnde baten te krijgen. De uitersten
raken elkander in één leuze, die
hoog boven het stemmengeroes uit
klinkt: „Nooit meer oorlog.
Een oorlog zou alles verknoeien,
maar een oorlog is tenslotte geen
historische noodzakelijkheid?! Voor
uit, een blijde toekomst tegemoet.
Men vraagt zich af: waarom zijn
wij toch altijd zo in het net onzer
eigen dagen gevangen dat we de
afzichtelijke spinnen niet ontwaren,
die ons vanuit hun donkere holen
als prooi voor morgen beloeren?
Waarom kunnen we dan pas klaar
en onderscheiden zien, wanneer de
geschiedenis is voortgeschreden en
moeten we dus immer blijven na
kaarten? Onder de dansende voeten
van die na-oorlogse jaren beefde
toch zo nu en dan, onmiskenbaar en
waarschuwend, de bodem! Er waren
toch zeker kleine maar niet te min
achten tekenen van de komende
chaos! Ergens in Duitsland mar
cheerde een koiyoraal en richtte
een nieuwe partij op. Ergens in
Amerika ging een weeldebedrijf
plotseling over de kop. Ergens in
Rusland was er voortdurend hon
gersnood. Maar men merkte het
niet op; men wilde het niet op-
zelf zal willen bezitten. Men suikert
de speen van een opgroeiend ge
slacht met een wulpse jenever, en
bedenkt geen moment dat men zo
dronkaards kweekt. Misschien moet
ik zelfs zeggen dat men meent dat
men deze massale dronkenschap
wel zal kunnen blijven bevredigen:
men trekt immers een nieuwe
gouden eeuw tegemoet!
Zo waren die jaren dus, en dan
zoek ik in de vergeelde bladen der
oude notulenboeken naar de statuur
der kerk in de Volkswijk. Daar is
ondertussen alles veranderd. De
stromingen van kapitalisme
is zo nadrukkelijk door alle partijen
Uit de
VOLKSWIJK
socialisme elkander niet verdragen verzekerd dat men in de beste har
monie uit elkaar gaat, dat men met
zijn klompen aanvoelt hoezeer het
wijkcollege opgelucht is door het
vertrek van een te grootscheepse
figuur: oceaanstomers passen niet
in een stadsgracht je. Maar meteen
ook herneemt dat wijkbestuur zijn
rechten en zorgt er voor dat de
opvolger netjes in het gareel mar
cheert. En terwijl de vroegere no
tulen repten van de problematiek
der wijkbewoners en zochten naar
een greep op de massa glijden
de navolgende in de stille wateren
der kapitalisatie. De wijk heeft
goed geboerd in die jaren! De wijk-
kassen zijn steviger en vetter ge
worden. En desondanks blijft by
ieder heel klein, stout plannetje van
de nieuwe wijkpredikant het re
frein: „Ja, dat zou eigenlijk wel
moeten, maar het legt zo'n last op
de penningmeester, en dat gaat toch
niet, en dus, en daaromNee.'"
Zodat die predikant dan maar zelf
naar gelden zoekt om toch wat te
kunnen doen en niet veel verder
komt dan giften hier en giften daar.
Maar giften zijn net als een film:
ze geven een smaakje te pakken
en dan hunkert men naar meer,
meer, meer. Zo groeien wijk en
wijkkerk al verder uiteen.'
WIJKPREDIKANT.
Vooralsnog voorkomt men een
dergelijke botsing. Dat is niet zo
moeilijk: als de baren goud op el
kaar stoten, valt er wel eens een
schilfertje af. De liefdadigheid
bloeit weer op, en men is grif bereid
om van het geweldige dividend 'n
percentage voor goede doeleinden
te bestemmen. Bovendien: men
heeft de film, die nu in ongekende
opbloei de droom over de massa
uitgiet. Aan het Hollywoodse
cinemahemeltje rijst ster na ster
en hun, nauwelijks door een wazig
wolkje bedekte, schoonheid en
weelde wordt gemeengoed voor
arm en rijk. En opnieuw snapt
niemand behoudens een bizarre
enkeling dat er een tijd zal komen,
dat men genoeg heeft van plaatjes
kijken en men deze naakte pracht
5
Waar komt dit „spinrag" vandaan
OP DEZE VRAAG ZIJN VELE ANTWOORDEN GEGEVEN
GELOOF
Heer, 't is vaak moeilijk: kinderlijk geloven,
maar niet in U geloven evenzeer;
't dreigt heen en weer geslagen te eiken keer
gelijk een rokende vlaswiek uit te doven.
Zoals een wolkfloers voor de zon geschoven,
is 't na een hart'lijk: „ik geloof' steeds weer:
„maar kom mijn ongeloof te hulp, o Heer";
ach, kom ik ooit mijn twijfelzucht te boven?
„Zo ik niet had geloofd dat in dit leven"
van strijd, waarin zoveel is ingestort!
„Zo ik niet had geloofddat Gij zult geven
Uw troost als alles afgebroken wordt.
Ik was der radeloosheid prijsgegeven!
Leer mij 't geheim: U God te laten, onverkort.
G. NIEUWENHUIJSEN.
Meeste herfstregens vielen in 't Westen
DUITSE WEERDIENST VOORSPELT ZACHTE WINTER
ALS men op een zonnige herfstdag een
wandeling of een fietstocht maakt
door een niet al te dicht bebost gedeel
te'van ons land, kan het gebeuren, dat
men voortdurend geplaagd wordt door
„spinrag", dat tegen ons gezicht komt
of aan onze kleren blijft hangen. Wat
niet prettig aandoet.
Het zijn „herfstdraden", die ons pla
gen.
Bij helder blauwe hemel kan men soms
slierten vair deze draden door de lucht
zien zweven, langzaam voortgedreven
door een zacht windje, of ook wel ziet
men ze als witachtige vlokjes, als para
chutes, naar beneden dalen.
De zwevende draden hechten zich ge
makkelijk aan alle obstakels, die ze op
hun weg tegenkomen. Op een vroeger
morgen kan men stille wegen soms als
gepavoiseerd zien met honderden zacht-
kens wapperende draden, die, wanneer
de zon er onder een bepaalde hoek op
schijnt een fantastisch zilvergeschitter
Tot nog niet zo heel lang geleden tastte
men in het duister omtrent het wezen
van deze draden spinrag.
Plinius (23-79 n.Chr.) schreef er reeds
over en beweerde, dat het „wol regen
de". Anderen dachten, dat de draden
„uitwasemingen van planten waren, die
door de koele" herfsttemperatuur waren
gestold". Een vriend van de beroemde
Lessing sprak de veronderstelling uit,
dat het „harsdraden waren, door som
mige bomen uitgezweet en daarna los
geraakt". En de wereldvermaarde Spen
cer sprak zelfs van „uit gedroogde
dauw gesponnen weefsel".
Waren dit alle nog pogingen om het
verschijnsel der herfstdraden op een
natuurlijke wijze te verklaren, daar
naast ontstonden allerlei bovennatuur
lijke oplossingen van dit raadsel der na-
IN sommige streken van ons land,
van Duitsland, van Italië en van
Frankrijk noemde men de draden Ma-
riadraden, of Mariagaren, of ook wel
Maagdedraden. Volgens het volksgeloof
ln deze streken zou er eens een zeer
lui en ongezeggelijk meisje, Maria ge
heten, geweest zijn, dat het in haar on
deugendheid eens zó bont maakte, dat
haar moeder vertwijfeld uitriep: „Ik
wilde dat je op de maan zat en daar
meöitAtie
Verborgen leven
Want gij zijt gestorven en
uw leven is met Christus ver
borgen in God. Col. 3:3.
MADRUK valt hier op het woord
verborgen. Uw leven is met
Christus verborgen in God.
Dit wil niet allereerst zeggen dat
het daar beveiligd is: dan moest er
staan g eb or g en. En nu is dit er wel
mede in begrepen; maar de nadruk
valt toch op het verborgene, wat
ge niet kunt zien. Dit merkt ge vanzelf
als ge leest wat erop volgt: „Wanneer
nu Christus zal geopenbaard zijn
die ons leven is, dan zult ook gij met
Hem geopenbaard worden in
heerlijkheid" (vs. 4).
Het leven van uw lichaam komt wel
uit aan uw uiterlijke verschijning,
maar het zetelt in uw hart. De plant
leeft wel in tak en blad en bloesem,
maar het leven zelf woont toch in de
wortel.
Zo is uw leven, uw eigenlijk leven,
een verborgenheideen mysterie: het
is eigenlijk in Christus, en alleen door
de levensgemeenschap met Christus is
het ook in u. Alleen voorzover die ge
meenschap in uw leven op aarde bij u
doorwerkt, wordt het waarachtige
leven aan u openbaar.
Maar juist omdat die doorwerking
nog niet volkomen is, kan zolang gij
hier op aarde zijt dat leven nooit tot
zijn volle ontplooiing komen. Dat zal
eerst geschieden als Christus weder
komt op de WQlken, en de gemeen
schap tussen Hem en de zijnen ten
volle zal doorbreken.
Dit nu reeds te willen is dwaasheid.
Het is alsof ge het in uw macht had,
zijn wederkomst te verhaasten. En wie
dat dan toch bij zichzelf of bij anderen
wil forceren, die raakt daardoor de ge
meenschap met Christus zelf kwijt.
Wat dus verborgen is, moet ge ver
borgen laten. Zoals de wortel in de
grond verborgen moet blijven om het
leven van de plant te voeden. Zoals
uw hart niet bloot gelegd kan worden,
maar alleen binnen in uw borst het
leven van uw lichaam onderhoudt.
En dan komt de volmaaktheid te
zijner tijd. Uit Christus en met Hem.
En voor wat uw levenspraktijk aan
gaat, wijst Jezus' apostel u een andere
weg: doodt dan uw leden, die op de
aarde zijn, en legt dit alles af. Breekt
met de zonden die in de wereld zijn
Leeft niet naar de oude mens. Strijd
tegen de zonde. En doet aan al wat uit
Christus is, zoals het de heiligen be
taamt. In godzalige wandel. In een
leven der dankbaarheid.
altijd spinnen moest!" En zie, zo ver
telt men, plotseling vloog Marietje de.
lucht door naar de maan, begeleid door
een' spinnewiel en alle andere spinsters-
benodigdheden. Nooit keerde ze nog te
rug. En bij mooi herfstweer valt haar
spinsel naar beneden als Maria- of
Maagdedraden. Maar anderen beweren,
dat deze Mariadraden afkomstig zijn
van de Maagd Maria, die naar door
sommigen geloofd wordt, op 15 Augus
tus ten hemel voer. Haar doodshemd zou
bij die hemelvaart van haar afgevallen
zijn en telkens in'de herfst als fijn
rag naar de aarde zweven. Een Beier
se legende zegt. dat Moeder Maria elke
herfst met 12.000 maagden tracht de
aarde met spinsel te bedekken.
In het Noorden en Oosten van Euro
pa, met name in Rusland, gaat het ver
haal. dat er eens een meisje was, dat
voor haar broer, die ten strijde moest
trekken, ee» hemd aan het spinnen was,
Terwijl ze hiermee bezig was bad ze
de maagd Maria of dat hemd haar
broer onkwetsbaar zou mogen maken.
Maria stond dit toe. Maar tijdens haar
werk werd ze verliefd op een soldaat
van het vijandelijke leger. En toen het
hemd klaar was, gaf ze het haar ge
liefde. In de strijd, die kort daarop los
brak. gebeurde het, dat deze soldaat
handgemeen werd met de broer van het
meisje. De broer kwam daarbij om het
leven want de soldaat was onkwetsbaar
daar deze het hemd droeg. Maria was
zeer kwaad op het meisje en veroor
deelde haar voor haar slechte daad om
ten eeuwigen dage te blijven spinnen
aan het doodshemd van haar broer, dat
nooit af raakt, omdat in de herfst als
het bijna gereed is, de herfstwinden het
spinsel verscheuren, dat dan in flarden
naar beneden zweeft.
pN nu de wetenschappelijke verkla-
ring, die we vooral te danken heb
ben aan de nauwgezette onderzoekingen
van Darwin en de Duitse dierkundige
Menge.
Er zijn een viertal soorten kleine
spinnen die nog onvolwassen naar
de toppen van uitstekende voor
werpen: bomen, struiken, muren, palen
enz klimmen en daar bij zonnig herfst
weer, als er een heel zacht windje
waait, een draad beginnen te spinnen,
die ze aan het ene eind vast maken
en waarvan ze het andere eind vrij la
ten wapperen op het zachte windj.e.
Maar als die draad 2 3 meter lang is
bijten ze deze door op de plaats, waar
die is vastgemaakt. Zo laten ze zich
wegzweven. Hecht de draad zich niet er
gens aan vast en duurt de reis het spin
netje te lang, dan lopen ze langs de draad
er» winden deze tot een vlokje tesamen,
dat al zwaarder en zwaarder wordt en
eindelijk als een parachute naar bene
den zweeft. Het spinnetje komt zo in
zijn nieuw vaderland om daar uit te
groeien tot een volwassen exemplaar en
de strijd om het bestaan verder te voe
ren. Wonderlijk mag het schijnen, dat,
als men zo'n herfstdraad onderzoekt,
men nooit een spinnetje zal aantreffen.
Wat het feit verklaart, dat niet eerder
(Van onze weerkundige medewerker)
ZIJ die het weeroverzicht van de
Septembermaand hebben gelezen,
zullen hebben opgemerkt dat de mees
te regen hier in het Westen van ons
land is gevallen. Den Helder 139 mm,
Ypenburg 150 mm, Vlissingen 112 mm,
tegen b.v. in Maastricht 64 mm en op
het vliegveld Twenthe 40 m. Al was
September dit jaar wel buitengewoon
nat in onze streek, toch is het een
normaal verschijnsel dat de meeste
regen in de herfstmaanden in een
strook juist achter de duinen valt, zo
ongeveer van Alkmaar tot Leiden.
Al zijn er tal van vragen op weer
kundig gebied, die nog onbeantwoord
moeten blijven, voor dit verschijnsel
is wel een verklaring te geven.
Tijdens de zomermaanden pot de
Noordzee een aanzienlijke hoeveelheid
warmte op en staat deze heel lang
zaam weer af. Daar water een slech
te warmtegeleider is, duurt het in de
voorzomer geruime tijd vóór dat het
water een aangename temperatuur
krijgt. De eerste zomerse dagen la
ten hierdoor dicht langs de kust dik
wijls lang op zich wachten.
In de herfst profiteren de kustbe
woners van de opgepotte warmte,
maar dit gaat gepaard met veelal
het raadsel der herfstdraden is opge
lost. (Al moet erkend worden, dat reeds
Aristoteles over spinnetjes sprak, toen
hij de herfstdraden noemde). Maar men
heeft ontdekt, dat de spinnetjes zich
bliksemsnel laten vallen, zodra ze maar
de minste weerstand in de draad voe
len, en zich verbergen.
Dat bij het pogen om op de genoemde
wijze te emigreren van de vele millioe-
nen spinnetjes er zeer vele omkomen,
is licht te begrijpen.
B. JONGSMA
flinke buien, die dan grote hoeveel
heden regen veroorzaken. Wanneer
koudere luchtstromingen van de oce
aan West-Europa binnenvallen ont
staan er boven dit nog betrekkelijk
warme Noordzeewater gemakkelijk
buien. In de zomer vindt dit proces
juist boven land plaats, daar dan de
lucht in het binnenland aanmerkelijk
warmer is dan boven zee.
Gezien de dagelijkse gang van de
temperatuur deze kan in de herfst
in het binnenland al flink dalen en
blijft boven zee nog vrij hoog ko
men deze buien bij voorkeur in de
avond- en nachturen voor, drijven
dan met de westelijke winden het
land in en laten, zodra zij de duinen
rij gepasseerd zijn, hun water val
len. Niet zelden gaan deze buien met
hagel en onweer gepaard, hetgeen
ook deze herfst al weer enige keren
het geval is geweest.
Bekijken wij de gemiddelde neer
slag in elke maand afzonderlijk voor
verschillende streken, dan zien wij
dat in het Middenwesten (rond het
termijnstation Naaldwijk) de meeste
regen in October valt, n.l. 83 mm.
Ook in Den Helder, Hoorn en Vlissin
gen en omgeving is October de nat
ste maand van het jaar met resp.
82, 84 en 73 mm. In het midden-oos
ten en noorden van, ons land zijn de
maanden Juli en Augustus de natste.
De record natste September en Octo-
bermaanden, die er in ons land zijn
voorgekomen, brachten ook de mees
te regen hier in het westen, n.l. Sep
tember 1918 met 268 mm in Gorin-
chem en October 1932 met maar even
321 mm te Zandvoort «normaal 90
100 mm).
Vooral tijdens eén buiig weerty
pe luidt de weersverwachting dan
ook dikwijls „Kans op enkele regen-
of hagelbuien vooral in de kustpro-
Eind November en in December is
fiet grote temperatuurverschil tussen
tand en zee weer zover afgenomen,
w* van een grotere regenval tussen
west en Oost vrywel geen sprake
meer is December: Naaldwijk 67, De
Bilt 71, Winterswijk 64 mm.
T N ons land mag af en toe eens
A een weeramateur zijn, die meent
geroepen te zijn een voorspelling te
doen, en ook de vele eikels en wilde
ganzen doen er dikwijls geen goed
aan de officiële instantie in ons
land, het K.N.M.I. te De Bilt, laat
zich niet uit over weersverwachting-
gen op langere termijn.
Dit kan niet gezegd worden van de
weerdienst in de Amerikaanse Zone
van Duitsland. Deze dienst geeft aan
het begin van elke maand een voor
spelling van het te verwachten weer
in die maand. Er moet gezegd wor
den, dat dit de heren niet slecht af
gaat, maar zo af en toe zijn ze er ook
naast.
Een wet van Meden en Perzen is
een voorspelling dan ook zeker nog
niet. September zou vrij zacht wor
den, maar de herfstmaand was zo
wel in ons land als ook in Duitsland
veel te koud.
Voor October verwachten ze ook te
koud weer en... volgens hun bereke
ning zou de komende winter, zoals
zich tot op heden laat aanzien zacht
worden.
Wij zouden hieraan alleen willen
toevoegen: Liefhebbers van schaats-
weer, laat de hoop niet varen! En
liefhebbers van een zachte winter,
wrijf niet te vroeg in de handen.
Want ook deze Duitse weervoorspel-
lers zijn profeten die brood eten.
Voor en in de oorlog heeft ook het
K.N.M.I. enkele verwachtingen op
langere termijn verstrekt, maar men
acht hier de kans op slagen nog
steeds te gering om dit aan de grote
klok te hangen.
Wij menen dan ook beter te doen
dit gebied „Lebensraum" te geven en
ons voorlopig nog maar niet op glad
ijs te begeven. Er is en er blijft tot
od '■■eden nog steeds niets zo veran
derlijk. als het weert
Aardappelenrooien