Naar Span ontboden onzejeuqó-p&qin^ 2 ZONDAGSBLAD 4 OCTOBER 1952 Oude KOORTS-BEGRIPPEN zijn verdwenen yyANNEER men als arts op het platteland bij oude mensen tracht te weten te komen welke ziekten vroeger doorgemaakt zijn, dan ontmoet men verschillende koortsbegrippen. Men spreekt bij voorbeeld over moeraskoortsen, bin- ncnkoortsen. koude koorts, typhus- koortsen, derde-daagse-koorts, vier- de-daagse-koorts. Wij kennen deze koortstypen niet meer zo goed als de ouden. Buiktyphus komt weinig voor en als iemand door deze ziekte wordt aangetast, is de temperatuur door de moderne middelen na en kele dagen verdwenen, zodat het eigenlijke type van de typhuskoorts ons geheel ontgaat en practisch al leen in de boeken te vinden is. De andere koortstypen, die vroe ger als verschijnsel de mensen het meest imponeerden, zijn geconden seerd tot de diagnose malaria. Dit woord spreekt veel meer tot onze verbeelding: muggen. flitspuit. D.D.T,. chinine, droogleggingen, enz. Dat de oorzaak van deze ziekte uit waseming ran kwade gassen en dumpen uit de bodem van moeras sige streken zou zijn, is naar het rijk der fabelen verwezen. Sinds 1880 weten we, dat in het bloed van malaria patiënten zeer kleine parasieten voorkomen, die de verwekkers van de verschillende koortstypen zijn. In 1897 heeft men kunnen aantonen, dat de malaria mug als tussenwaard dienst doet om de smetstof van mens op mens over ie brengen. Tussen twee haakjes, dieren kunnen ook op dezelfde wijze met malaria besmet worden. Men kent de vogelmalaria en de apen- malaria. U weet, dat muggen welig tieren in moerassige streken met stilstaand water en dat het een spe ciaal soort mug is, die de malaria overbrengt. Men kan haar door de sprieten op de kop, de houding in rust, de ligging van de larve aan het wateroppervlak en de rangschikking van de eitjes onderscheiden van de gewone mug. Het spijt me, dat ik het zeggen moet. maar het zijn dc vrouwtjes, die de mens de ziekte bezorgen: de wijfjesmuggen zuigen bloed, de mannetjes voeden zich met planten sappen. Dan is er nog een voorwaar de. waaraan voldaan moet worden, wil het vrouwtje haar onheil bren gende activiteit kunnen ontplooien. van onze meöische meöeweukeR De gemiddelde temperatuur moet namelijk niet lager zijn dan circa 16' C, daar anders de parasieten zich bij het vrouwtje niet kunnen ont wikkelen, alhoewel korte tempera tuurdalingen tijdens de nacht wel verdragen worden. In ons land komt daarom de malaria het meest voor in de warme zomer- en herfstmaan den. U zult nu misschien denken, dat de malaria van mens op mens over gebracht wordt doordat bij het bloedzuigen een of twee malariapa rasieten van de zieke aan het steek- apparaat van de mug blijven han gen, die bij de volgende steek weer uitgepoot worden. Zo eenvoudig is het toch niet. De malariaparasicten komen in de maag terecht. Zij ont wikkelen zich daar tot kleine wormpjes, die de muggenmaag doorboren en op de buitenkant van de maag kleine bolletjes vormen, vr{j gauw barsten en vele jonge pa rasieten in de buikholte van de mug vrij laten. Deze dringen daarna ver schillende organen binnen onder andere ook de speekselklieren, waar ze maanden lang zich prettig thuis voelen. Steekt nu zo'n mug een mens, dan worden de parasieten met het speeksel van de mug in de mens ge bracht. Zij vestigen zich in de rode bloedlichaampjes, verdelen zich in meerdere stukken, doen het rode bloedlichaampje barsten, veroorza ken een koude rilling (koude koorts) en daarna hoge koorts (hete koorts), die na een uur of vijf zes onder hevig zweten overgaat. Wordt de patiënt niet behandeld, dan ont staat, al naar de soort malariapara siet, na één derdedaagsekoortsof twee vierdedaagsekoortskoorts vrije dagen opnieuw een koude ril ling met koortstop tot ongeveer 40C. Na weken of maanden kan zich een zekere mate van onvatbaarheid gaan ontwikkelen zodat geen koorts meer optreedt. De patiënt is dan echter zeer verzwakt, ziet erg bleek door het te gronde gaan van talloze bloedlichaampjes en is erg verma gerd. De lever, doch vooral de milt kan enorme afmetingen aannemen. Gelukkig dat we in chinine een prachtig middel tegen malaria heb ben. waardoor de patiënten meestul in korte tijd genèzen zijn. Minstens zo belangrijk is de bestrijding van de malariamug met verdelgingsmid delen, het droogleggen van moeras sen of verbeteren der ontwatering, met het uitzetten van bepaalde vis soorten, die de larven van malaria muggen een smakelijk hapje vinden. In de tropen verrichten de muskito- netten voortreffelijke diensten. brief, niet ondertekend en met hancpo- tcn geschreven in stuntelig Frans. In de brief werden namen genoemd: Arnold. Hans, Antoine, benevens Don Juan de Acuna en Don Francés de Ala- va, postmeesters te Burgos, die zouden zorgen voor de nodige paarden. Daar door ging het arresteren der complot- tanten zo snel en gemakkelijk. Een belangrijke rol werd toegeschre ven aan een Pool, wiens naam niet werd genoemd. Ook werd Montigny aangera den, zich goed te vermommen en zijn baard af te scheren. De procedure werd krachtig aange vat. Alle verdachten werden onderwor pen aan een scherp verhoor, waaraan ook de pijnbank te pas kwam. De drie Nederlanders werden ter dood veroordeeld. De Spanjaarden, die er bij betrokken bleken, ter dood of tot de Philips besliste, dat de vonnissen aan de Spanjaarden onmiddellijk voltrokken moesten worden, die van de Nederlan ders voorlopig uitgesteld, omdat zij in het proces tegen De Montigny gehoord moesten worden. Dit uitstel werd geen afstel. Dc secre taris, de major-domus en de edele jon geling Arthur boetten hun trouw met langdurige gevangenschap, scherpe ver horen. martelingen op de pijnbank en dood op het schavot. V. Op de vierde Maart van het jaar 1570 werd het doodvonnis over De Montigny door zijn rechters ondertekend. Deze rechters waren benoemd door de Her tog van Alva. Hun opdracht luidde, het doodvonnis uit te spreken over een be klaagde, beschuldigd van samenzwering, majesteitsschennis, rebellie en wanbe heer. Zonder de beklaagde te verhoren, fVerco'g op pag 6) Hoe Koning Philips dlEJC tegenstanders uit de weg ruimde K. JonkUJ de ingevijlde gleuven konden worden ontdekt. Ook dit laatste was oen ernstig gevaar, want het kon weken duren voor het ogenblik van de vlucht aanbrak. Toen verzon Montigny iets anders. Een listig bedenksel, welks uitvoering volkomen slaagde en het gevaar van ontdekking sterk verminderde Hij maak te een stokje, dat precies de vorm had van de aanvankelijk behandelde tralie, wist zijn major-domus de opdracht te geven, een gelijkvormige tralie te la ten maken en op twee plaatsen zo vak kundig te laten uitvijlen, dat zulks on zichtbaar was en gemakkelijk te bre ken. Daardoor behoefde hij zelf niet meer te vijlen. Met veel geduld en grote voorzich tigheid wist hij zonder dat iemand het be speurde de oude tralie te verwijderen en te vervangen door deze nieuwe. Het is bijna ongelofelijk. En het bewijst, dat hij een vernuftig en vindingrijk man was, hoewel te goed van vertrouwen. Dit welslagen versterkte de moed van alle deelnemers aan het complot. Ten slotte was alles tot in alle on derdelen uitgevoerd. Alleen de dag en het uur moesten nog worden vastgesteld. Deze laatste aanwijzing zou. Montigny ontvangen verstopt in zijn brood. De spanning steeg. Ieder ogenblik kon het definitieve laat ste bericht komen. Het brood werd gebracht. Dadelijk zag Arthur, dat een daar van er anders uitzag dan gewoon. Maar een brief zat er niet in. Dus nog geen zekerheid. Dc Montigny lag met hoofdpijn te bed, toen Arthur iets ongewoons waar nam. Hij hoorde voetstappen, stemmen, gemompel En in de verte luid comman deren. Hij hief zijn hoofd en luisterde gespannen, half hoopvol, maar nog meer bevreesd. De deur ging open. Soldaten traden binnen. Ze droegen een rol stevig ijzer- draag en begonnen dit te vlechten tussen en rondom de traliën van het venster. „Wat betekent dit?" informeerden Montigny en Arthur. Geen antwoord. Dc acht bewakers werden weggeroe pen. Met hen werden Arthur en de se cretaris opgesloten in een gevangenis- hol van het kasteel. Telkens werd de deur ontgrendeld en een nieuwe gevan gene, soms afgeranseld en mishandeld wegens verzet of poging tot vluchten, naar binnen gesmeten. Er was een fout gemaakt. Door wie? Dat is nooit opgehelderd. Alles was geslaagd. Alleen de laat ste brief kwam in verkeerde handen. Een der broden was verwisseld en kwam bij de slotvoogd. Daar vond men de brief, een lange Maar Arthur was vol moed. In het antwoord van zijn heer hoorde hij. dat deze in de afgelopen nacht de moge lijkheden overwogen had. Zij het met weinig hoopvolle conclusies. ,.U moet een plan bedenken, wij zullen u helpen, ik besprak dit reeds met de secretaris. De major-domus moet ons bezorgen wat we nodig hebben." Montigny overwoog. „Het zal niet kunnen zonder hulp van buiten Hoge muren, een hoge rots „De Spanjaarden hebben een spreek woord: Giften verbreken rotsen." „Giften. Daar zal veel geld voor no dig zijn." „Vooral veel goede moed." Een ontvluchting binnendoor was onmogelijk. Lange gangen, gegrendel de deuren. Het tralievenster was de «nige weg. Montigny begon. Hij ontwierp een plan. dat werkelijk ingenieus was. Een tralie moest doorgevijld. de begane grond bereikt met gebruik van versne den beddegoed. een lange ladder zou het beklimmen van de buitenmuur mo gelijk maken. Daar zou een reiskoets ge reed staan, waarmee de major-domus naar Frankrijk zou reizen in gezelschap van een knecht, de als knecht vermom de Baron de Montigny. De medewer king van verscheidene personen zou no dig zijn. Tot in de kleinste onderdelen werkte Montigny zijn plan uit. een mengsel van vernuftige vondsten, on verschrokken bravour en groot vertrou- Bchalve hulp van buiten zou ook me dewerking van binnen nodig zijn. Een van de bewakers werd omgekocht. De secretaris correspondeerde met de ma jor-domus. Arthur verleende hulp bij al les. De major-domus liet een inschuif bare ladder vervaardigen, die met veel grote slimheid door Arthur ZONDAGSBLAD 4 OCTOBER 1952 Wat Brammie deed op 'Dierend< ag HET is Zaterdagmorgen. De kinderen in de tweede klas zitten heel stil. Net of ze nooit draaien. Dat doen ze anders wèl eens! M3ar niet op Zater dag. Dan vertelt de juffrouw altijd een prachtig verhaal. En stel je voor, dat dal niet doorging! „Vandaag gaan we 't een beetje an ders duen," zegt de juffrouw. „Wie weet wat het voor een dag is?" „Zaterdag!" roepen er een paar. „Vier October!" zegt een knapperd. Ja, dat is allemaal goed, maar de juf frouw bedoelt-nög iets anders. „Ik weet het!" juicht Aart opeens. „Dierendag!" „Goed zo!" prijst de juffrouw. „Jij houdt zeker veel van dieren. Kijk, we hebben een moederdag, en een vaderdag, en vandaag is het dierendag. We geven de dieren geen cadeautje, zoals vader en moeder. Maar iedereen moet er aan denken, dat het onze plicht is, om goed voor de dieren te zijn. En nu gaan wc op het bord twee rijtjes maken. Eén. wat we moeten dóén voor de dieren, en één, wat juist niet moet. Wie weet er iets, dat niet mag?" „Nestjes uithalen!" roept Peter. „Goed zo! Wat nog meer?" Er komt een lange rij. Niet met stenen naar de eenden gooien. Geen kikkers vangen. Geen poesen opjagen. Geen paaiden aan het schrikken maken. En ook geen dieren opsluiten. Als je b.v. een eekhoorntje, dat gewend is aan liet grote bos, opsluit in een kooitje, dan gaat het dood door eenzaamheid en ver driet En nu het andere rijtje, 't Wordt al gauw koud. Dan moei je brood Strooien voor de vogels. En pinda's rij gen En vooral het water niet vergeten. Vogels hebben 's winters soms erg dorst. Je moet ook vriendelijk zijn vour die ren. Als je een hond aait. of vriende lijk toespreekt, zal hij je heus niet bij ten. Dan voelt ie, dat je van hem houdt. „Probeer elke dag iets te doen voor de dieren," zegt de juffrouw, „maar vooral op dierendag!" Brammie heeft goed geluisterd. Op weg naar huis kijkt hij en zoekt hij naar iets, dat hij voor de dieren zou kunnen doen. Er loopt een grote hond op de •toep. „Dag hond!" zegt hij. Maar z'n «tem bibbert een beetje, en hij is toch erg blij, als hij "t grote beest zonder on gelukken voorbij is. Thuis zal hij brood strooien voor de vogels. En water klaar zetten. Maar hij wil óók nog iets an ders doen. Iets dat heel goed is. En heel prettig voor de dieren. Omdat het dieren- Tok-to een hok! Achter het gaas lopen ze hard heen en weer. Net of ze zeggen willen: Laat ons er toch uit! Brammie weet opeens wat hij doen kan. Hij weet iets, dat heel prettig is voor die kippen. Dicht bij de grond zit een gat in de heg. Op z'n buik schuift hij er door. Gebogen sluipt hij naar het hok. Dan zet hij het deuitje wijd open. Tevreden kruipt hij weer terug, en blijft door het gat kijken, wat er gebeurt. Ach ter elkaar lopen de kippen de tuin in. Ze pikken haastig aan de jonge bocrc- lcool en de malse andijvie. Zie je wel: ze hadden honger ook! Brammie huppelt naar huis. En z'n hartje is vol blijheid omdat hij goed ge weest is voor de dieren. „Kind!" zegt moeder, „wat ben je vuil! Kijk je handen eens! En je blouse zit vol zand!" Brammie lacht zorgeloos. „Ik heb iets heel fijns gedaan," zegt hij. „Maar ik vertel het pas als vader er is!" Ongeduldig wacht hij tot het tuinhek je klapt en vader de keuken binnen stapt. Maar dan kan hij ook geen mi nuut meer wachten. Vol trots vertelt hij: „Ik heb bij meneer De Jong alle kip pen losgelaten. Omdat je vandaag goed moet zijn voor de dieren. Ze vonden het toch zó fijn!" Maar vader en moeder vinden het he lemaal niet fijn. „Domoor!" zegt vader. „Nu is meneer De Jong héél boos! Kip pen hóren in een hok. Kom maar gauw mee. Dan gaan we ze wéér vangen!" Verslagen loopt Brammie achter vader aan. Z'n blijheid is weg. Hij huilt zacht jes Van verdriet. En on.dat hij zo bang De Jong In de tuin loopt een boze ter fladderende kippen. „Ik zal u t-tok-tok-tok! hoort hij opeens. Uit de tuin van meneer De Jo"ng klinkt een hevig gekakel. Brammie gluurt door dc heg. En wat ziet hij daar? Een heleboel kippen. En ze lopen niet vrij rond in de wijde wereld! Ze zitten opgesloten in Even lachen DIKKE KAREL WERKT Dikke Karei was dik. want anders zouden ze hem wel niet „Dikke Karei Senoomd hebben. Hij woog over de hon- erd kilo en was werkloos geworden, zoals zo vele' mannen in het dorp. Nu had de gemeenteraad besloten om dc werklozen aan de herstelling der we gen in en om het dorp te werk te stel len, die de reparatie erg hard nodig had den, En de werklozen konden dus wat verdienen met aan de wegen te werken. Schoppen en ander materiaal werd hun door de gemeente verstrekt De derde dag stond dikke Karei al aan zijn deur te luilakken volgens gewoonte. Wat is t Karei., vroeg de buur vrouw.. werk je niet mee? Ze hebben me afgedankt.ik breek te veel schopstelen. Schopstelen?.. Schop je dan zo hard? DE VERDELING Er werd veel gestolen in de Jodenwijk do andere winkel, de linkse dus, had f'ehuurd. Er was dus kans. dat ze al- ebei geplunderd werden. Ze woonden beiden boven, de een op het eerste en de ander op het tweede bovenhuis. Ze dachten op zekere dag aan een waak hond. Eén waakhond was genoeg voor de twee winkels, maar ze moesten er toch alle twee voor betalen We zullen ieder de helft betalen voor de hond. zei Izak. Aangenomen, zei De Leeuw. We zullen de hond verdelen, sprak Izak, voor het geval dat hij sterft. Welk deel kies jij nouhet voor ste met de ogen en de tanden, of het achterste met de staart? Hum, sprak De Leeuw.het is geen rashond, ik kies het voorste deel. Mag je hebben, zegt Izak, maar natuurlijk moet je hem dan ook de kost TE VOORBARIG GEWEEST „Hartelijk gefeliciteerd met uw ver jaardag, vader! „Dank je wel Kees. En weet je, wat nu t mooiste geschenk is. dat je me geven kunt? Dat je me belooft, altijd een „flinke, vlijtige jongen te zullen zijn. „Hè wat jammer, vader Ik heb al wat voor u gekocht!" helpen," zegt vader. „Iemand heeft mun kippenhok opengezet!" raast meneer De Jong. „Als ik 'm te pakken krijg. Dan is tie nog niet gelukkig!" Trillend van angst helpt Brammie om de kippen in het hok te krijgen. Hij gaat voor het gat in de heg zitten, en als er een kip door wil. jaagt hij hem gauw terug. Even later zitten ze allemaal weer ach ter het gaas. Het deurtje gaat stevig dicht „Dank u wel!" zegt meneer De Jong tegen vader. Z'n boosheid is weg. „En jij ook kleine baas. Je hebt me fijn geholpen. Lust je een appel?" Hulpeloos kijkt Brammie naar vader Wat moet hij nu doen? „Zeg het maar!" kriikt vader. En dan fluistert Brammie: „Ik heb het hok opengezet!" „Jij?" vraagt meneer De Jong ver baasd. In zijn ogen komt de boosheid terug. „Expres?" Brammie knikt. „Omdat het dierendag Is!" Het duurt even voor meneer De Jong het begrijpt. Maar dan barst hij in la chen uit. „Dus jij wou de kippen een dag vacan- tic geven?" Brammie lacht niet. „U mag geen die ren opsluiten!" zegt hij ernstig. „IJ moet goed voor ze zijn!" „Nu moet je eens goed luisteren!" zegt meneer De Jong. „Je mag geen vis- srn in een klein potje stoppen. En geen mussen in een kooitje. Daar horen ze niet. Maar kippen horen wèl in een hok. Dot is hun huis. Zij krijgen lekker eten en drinken en 's nachts hebben ze het warm. Kijk nu eens in de tuin! Overal hebben ze aan gepikt Dat mag toch niet?" Nee, Brammie begrijpt het nu wel. Hij had het goed bedoeld, rppar 't was toch dom. Jammer! Hij wou zo graag iets goeds doen op dierendag. „Ik weet iets," zegt meneer De Jong. Hij haalt de pan met kippenvoer. „Ze hebben vanmorgen al eten gehad. Maar nu mag jij ze iets extra's geven omdat het dierendag is." Brammie straalt al weer. En met volle handen gooit hij het voer voor de gulzi ge kippen. CO VAN DER STEEN-PIJPERS. onze BRievenBus Aan al m'n nichtei Het is gewoon ge weldig, zo'n stroom briefkaarten is er binnengekomen van meisjes en jongens, die met een kind uit Kaapstad willen corresponderen. Ik u>il gelijk een af spraak maken met de nichten en ne ven, die nog niet hebben- geschreven maar wel een briefwisseling wil len hebben. Tot en met Woens- da g a.s. kunnen briefkaarten met naam, adres en leef tijd aan mij worden verzonden, maar daarna niet meer. Die dus een beetje vergeetachtig is geweest en z'n kaartje nog niet heeft verzonden moet het dus wel gauw doen. Nu volgen de namen van de kinde ren, die deze week de prijzen hebben gewonnen. De hoofdprijs is voor Rietje Kloppenburg, terwijl Meine Reitsma. Jopie Janson en Marianne van Ameron ieder een troostprijs zul len ontvangen. De oplossing was: Een ezel stoot zich in 'f gemeen, niet twee maal aan dezelfde steen. Voor ik met het beantwoorden van de brieven begin, wil ik nog even wat zeggen. Wat is het toch jammer, dat sommige nichten en neven vergeten hun naam op de brief te zetten. Hier heb ik een lange, heel aardige brief voor me liggen, waarin een neef schrijft nieuwe laarzen te hebben gekregen In 't ver volg je naam erbij hoor. Nellie van Dijk heeft een gezellig herfstfeest meege maakt. Is er nog wat van je doos te recht gekomen en zeg, de groeten aan Een puzzle als deze hebben wy enige t\jd geleden ook wel eens gehad. Het is een kruiswoordraadsel, maar thans stellen de plaatjes voor wat je in de vakjes in moet vullen. Zo zie je bijvoorbeeld op een van de plaatjes een bril staan. Nu, dan kijk je naar het cijfertje bij de bril, zoek dat cijfer in het raadsel op en dan vul je maar gewoon bril in. Begrepen? Succes hoor. Nellie Vo*. Jij had je briefje aardig versierd, Bas van RlemadUk, die 10de bal is zeker de ondergaande zon? Het duurt nog wel even, eer het Kerstmie is, Adrie de Graaf, maar jij ziet zeker met verlangen naar dc reis naar Haar lem uit. Stap niet in de verkeerde trein hoor. Is Willie jouw zusje Gerard Stroot- man? Je had ze keurig getekend zeg, maar ze kijkt toch niet altijd zo boos? Fijn, Truus Waldekkcr, dat je vooruit bent gegaan Maar flink blijven eten, meiske en nog gelukgewenst met de verjaardag van je broertje Piet. Dat was ine een avontuur Truus Veerman. Dus jouw vriendinnetje sprong in de sloot inplaato van erover. Zeg. je moet haar eens de oplossing van dat raadsel ver tellen. Een ezel stoot zich in 't gemeen... Het antwoord op jouw vraag. Jannle Struik, is geloof ik ijsbloemen. Ik zou het erg leuk vinden. Annie en Lenie Verhagen om een foto van jullie te krijgen. Ik zie er naar uit hoor. Zeg, ondeugend „Heidebloempje", waar haal jij die waarheid vandaan? Het klopt vrij goed. die beschrijving van jou, behalve heb je je met de leeftijd vergist Bennie hebt al twee correspondenticvriendm- nen Ria Cjjsouw. Kan er nog eentje bij? Hoe heb je het in de vacantiekolonie gehad. Tiny Spruyt. Dat moet je me toch eens vertellen. Ik ken alleen de tweede stem van het laatste vers, Eke de Boer. Mooi is dat he? Ada de Jong gaat blokfluit leren spelen. Doe maar flink je best. zeg. dan speel je gauw een versje. Win» Zeilstra vraagt om een verhaal als Doornroosje. Vind je niet. dat Kees en Trees Snavel, ook erge leu ke avonturen beleven? Nee hoor. Joke Jurjaanz. het is Vuren, maar ik begrijp, dat jij Werkendam hebt geschreven, want dat ligt er ook dicht bij Bakkum, Anneke en Ruth Pos, ligt in Friesland als ik het wel heb. Hebben jullie Mie mie gehouden. Lenle Brouwer, of heeft het poesje ergens anders een thuis ge kregen. Dat lijkt me gezellig. Bertje van Wageningen, als oma en opa op vi site komen Prettige dagen gewenst Ken jij het spreekwoord: als de kat uit huis is. dansen de muizen. Ria Beiihuizea. Als dat maar niet gebeurd is toen oma jarig was Hoe is het met jou, Ineke Zimmerman, al weer wat opgeknapt Doe maar rustig aan hoor. Toe, je hebt toch wel eens even een kwartiertje voor me over. Ria Klandermans. zo tussen het huiswerk door? Ja hoor, Trudie van der Velde, ik ben wel eens in IJsaelmonde geweest. Kinders. ik moet stoppen. Natuurlijk vergeten wij ook nu de nieuwelingen niet. Het zi.in Truus Bruggraaff, Lcnie Ruijgrok, Willie van Meerendonk. Lenie Bakker, Adri den Otter, Wim Sluyter, Jannie Rooseboom. Leen van Campen. Arnold Timmermans. Teun dé Wit on Katrientje Kuijt. Een goed week-end al lemaal en tot de volgende week. jullie meneer De Jong is verschrikkelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 14