Naar
Span
ontboden
onzejeuqó-p&qin^
2
ZONDAGSBLAD 4 OCTOBER 1952
Oude KOORTS-BEGRIPPEN zijn verdwenen
yyANNEER men als arts op het
platteland bij oude mensen
tracht te weten te komen welke
ziekten vroeger doorgemaakt zijn,
dan ontmoet men verschillende
koortsbegrippen. Men spreekt bij
voorbeeld over moeraskoortsen, bin-
ncnkoortsen. koude koorts, typhus-
koortsen, derde-daagse-koorts, vier-
de-daagse-koorts. Wij kennen deze
koortstypen niet meer zo goed als
de ouden. Buiktyphus komt weinig
voor en als iemand door deze ziekte
wordt aangetast, is de temperatuur
door de moderne middelen na en
kele dagen verdwenen, zodat het
eigenlijke type van de typhuskoorts
ons geheel ontgaat en practisch al
leen in de boeken te vinden is.
De andere koortstypen, die vroe
ger als verschijnsel de mensen het
meest imponeerden, zijn geconden
seerd tot de diagnose malaria. Dit
woord spreekt veel meer tot onze
verbeelding: muggen. flitspuit.
D.D.T,. chinine, droogleggingen, enz.
Dat de oorzaak van deze ziekte uit
waseming ran kwade gassen en
dumpen uit de bodem van moeras
sige streken zou zijn, is naar het
rijk der fabelen verwezen.
Sinds 1880 weten we, dat in het
bloed van malaria patiënten zeer
kleine parasieten voorkomen, die de
verwekkers van de verschillende
koortstypen zijn. In 1897 heeft men
kunnen aantonen, dat de malaria
mug als tussenwaard dienst doet om
de smetstof van mens op mens over
ie brengen. Tussen twee haakjes,
dieren kunnen ook op dezelfde wijze
met malaria besmet worden. Men
kent de vogelmalaria en de apen-
malaria. U weet, dat muggen welig
tieren in moerassige streken met
stilstaand water en dat het een spe
ciaal soort mug is, die de malaria
overbrengt. Men kan haar door de
sprieten op de kop, de houding in
rust, de ligging van de larve aan het
wateroppervlak en de rangschikking
van de eitjes onderscheiden van de
gewone mug.
Het spijt me, dat ik het zeggen
moet. maar het zijn dc vrouwtjes,
die de mens de ziekte bezorgen: de
wijfjesmuggen zuigen bloed, de
mannetjes voeden zich met planten
sappen. Dan is er nog een voorwaar
de. waaraan voldaan moet worden,
wil het vrouwtje haar onheil bren
gende activiteit kunnen ontplooien.
van onze
meöische meöeweukeR
De gemiddelde temperatuur moet
namelijk niet lager zijn dan circa
16' C, daar anders de parasieten zich
bij het vrouwtje niet kunnen ont
wikkelen, alhoewel korte tempera
tuurdalingen tijdens de nacht wel
verdragen worden. In ons land komt
daarom de malaria het meest voor
in de warme zomer- en herfstmaan
den.
U zult nu misschien denken, dat
de malaria van mens op mens over
gebracht wordt doordat bij het
bloedzuigen een of twee malariapa
rasieten van de zieke aan het steek-
apparaat van de mug blijven han
gen, die bij de volgende steek weer
uitgepoot worden. Zo eenvoudig is
het toch niet. De malariaparasicten
komen in de maag terecht. Zij ont
wikkelen zich daar tot kleine
wormpjes, die de muggenmaag
doorboren en op de buitenkant van
de maag kleine bolletjes vormen,
vr{j gauw barsten en vele jonge pa
rasieten in de buikholte van de mug
vrij laten. Deze dringen daarna ver
schillende organen binnen onder
andere ook de speekselklieren,
waar ze maanden lang zich prettig
thuis voelen.
Steekt nu zo'n mug een mens, dan
worden de parasieten met het
speeksel van de mug in de mens ge
bracht. Zij vestigen zich in de rode
bloedlichaampjes, verdelen zich in
meerdere stukken, doen het rode
bloedlichaampje barsten, veroorza
ken een koude rilling (koude
koorts) en daarna hoge koorts (hete
koorts), die na een uur of vijf zes
onder hevig zweten overgaat. Wordt
de patiënt niet behandeld, dan ont
staat, al naar de soort malariapara
siet, na één derdedaagsekoortsof
twee vierdedaagsekoortskoorts
vrije dagen opnieuw een koude ril
ling met koortstop tot ongeveer
40C.
Na weken of maanden kan zich
een zekere mate van onvatbaarheid
gaan ontwikkelen zodat geen koorts
meer optreedt. De patiënt is dan
echter zeer verzwakt, ziet erg bleek
door het te gronde gaan van talloze
bloedlichaampjes en is erg verma
gerd. De lever, doch vooral de milt
kan enorme afmetingen aannemen.
Gelukkig dat we in chinine een
prachtig middel tegen malaria heb
ben. waardoor de patiënten meestul
in korte tijd genèzen zijn. Minstens
zo belangrijk is de bestrijding van
de malariamug met verdelgingsmid
delen, het droogleggen van moeras
sen of verbeteren der ontwatering,
met het uitzetten van bepaalde vis
soorten, die de larven van malaria
muggen een smakelijk hapje vinden.
In de tropen verrichten de muskito-
netten voortreffelijke diensten.
brief, niet ondertekend en met hancpo-
tcn geschreven in stuntelig Frans.
In de brief werden namen genoemd:
Arnold. Hans, Antoine, benevens Don
Juan de Acuna en Don Francés de Ala-
va, postmeesters te Burgos, die zouden
zorgen voor de nodige paarden. Daar
door ging het arresteren der complot-
tanten zo snel en gemakkelijk.
Een belangrijke rol werd toegeschre
ven aan een Pool, wiens naam niet werd
genoemd. Ook werd Montigny aangera
den, zich goed te vermommen en zijn
baard af te scheren.
De procedure werd krachtig aange
vat. Alle verdachten werden onderwor
pen aan een scherp verhoor, waaraan
ook de pijnbank te pas kwam.
De drie Nederlanders werden ter dood
veroordeeld. De Spanjaarden, die er bij
betrokken bleken, ter dood of tot de
Philips besliste, dat de vonnissen aan
de Spanjaarden onmiddellijk voltrokken
moesten worden, die van de Nederlan
ders voorlopig uitgesteld, omdat zij in
het proces tegen De Montigny gehoord
moesten worden.
Dit uitstel werd geen afstel. Dc secre
taris, de major-domus en de edele jon
geling Arthur boetten hun trouw met
langdurige gevangenschap, scherpe ver
horen. martelingen op de pijnbank en
dood op het schavot.
V.
Op de vierde Maart van het jaar 1570
werd het doodvonnis over De Montigny
door zijn rechters ondertekend. Deze
rechters waren benoemd door de Her
tog van Alva. Hun opdracht luidde, het
doodvonnis uit te spreken over een be
klaagde, beschuldigd van samenzwering,
majesteitsschennis, rebellie en wanbe
heer. Zonder de beklaagde te verhoren,
fVerco'g op pag 6)
Hoe Koning Philips
dlEJC tegenstanders uit de weg ruimde
K. JonkUJ
de ingevijlde gleuven konden worden
ontdekt. Ook dit laatste was oen ernstig
gevaar, want het kon weken duren voor
het ogenblik van de vlucht aanbrak.
Toen verzon Montigny iets anders.
Een listig bedenksel, welks uitvoering
volkomen slaagde en het gevaar van
ontdekking sterk verminderde Hij maak
te een stokje, dat precies de vorm had
van de aanvankelijk behandelde tralie,
wist zijn major-domus de opdracht te
geven, een gelijkvormige tralie te la
ten maken en op twee plaatsen zo vak
kundig te laten uitvijlen, dat zulks on
zichtbaar was en gemakkelijk te bre
ken. Daardoor behoefde hij zelf niet
meer te vijlen.
Met veel geduld en grote voorzich
tigheid wist hij zonder dat iemand het be
speurde de oude tralie te verwijderen
en te vervangen door deze nieuwe. Het
is bijna ongelofelijk. En het bewijst,
dat hij een vernuftig en vindingrijk man
was, hoewel te goed van vertrouwen.
Dit welslagen versterkte de moed van
alle deelnemers aan het complot.
Ten slotte was alles tot in alle on
derdelen uitgevoerd. Alleen de dag en
het uur moesten nog worden vastgesteld.
Deze laatste aanwijzing zou. Montigny
ontvangen verstopt in zijn brood.
De spanning steeg.
Ieder ogenblik kon het definitieve laat
ste bericht komen.
Het brood werd gebracht.
Dadelijk zag Arthur, dat een daar
van er anders uitzag dan gewoon.
Maar een brief zat er niet in. Dus
nog geen zekerheid.
Dc Montigny lag met hoofdpijn te
bed, toen Arthur iets ongewoons waar
nam. Hij hoorde voetstappen, stemmen,
gemompel En in de verte luid comman
deren. Hij hief zijn hoofd en luisterde
gespannen, half hoopvol, maar nog meer
bevreesd.
De deur ging open. Soldaten traden
binnen. Ze droegen een rol stevig ijzer-
draag en begonnen dit te vlechten tussen
en rondom de traliën van het venster.
„Wat betekent dit?" informeerden
Montigny en Arthur.
Geen antwoord.
Dc acht bewakers werden weggeroe
pen. Met hen werden Arthur en de se
cretaris opgesloten in een gevangenis-
hol van het kasteel. Telkens werd de
deur ontgrendeld en een nieuwe gevan
gene, soms afgeranseld en mishandeld
wegens verzet of poging tot vluchten,
naar binnen gesmeten.
Er was een fout gemaakt. Door wie?
Dat is nooit opgehelderd.
Alles was geslaagd. Alleen de laat
ste brief kwam in verkeerde handen.
Een der broden was verwisseld en kwam
bij de slotvoogd.
Daar vond men de brief, een lange
Maar Arthur was vol moed. In het
antwoord van zijn heer hoorde hij. dat
deze in de afgelopen nacht de moge
lijkheden overwogen had. Zij het met
weinig hoopvolle conclusies.
,.U moet een plan bedenken, wij zullen
u helpen, ik besprak dit reeds met de
secretaris. De major-domus moet ons
bezorgen wat we nodig hebben."
Montigny overwoog.
„Het zal niet kunnen zonder hulp van
buiten Hoge muren, een hoge rots
„De Spanjaarden hebben een spreek
woord: Giften verbreken rotsen."
„Giften. Daar zal veel geld voor no
dig zijn."
„Vooral veel goede moed."
Een ontvluchting binnendoor was
onmogelijk. Lange gangen, gegrendel
de deuren. Het tralievenster was de
«nige weg.
Montigny begon. Hij ontwierp een
plan. dat werkelijk ingenieus was. Een
tralie moest doorgevijld. de begane
grond bereikt met gebruik van versne
den beddegoed. een lange ladder zou
het beklimmen van de buitenmuur mo
gelijk maken. Daar zou een reiskoets ge
reed staan, waarmee de major-domus
naar Frankrijk zou reizen in gezelschap
van een knecht, de als knecht vermom
de Baron de Montigny. De medewer
king van verscheidene personen zou no
dig zijn. Tot in de kleinste onderdelen
werkte Montigny zijn plan uit. een
mengsel van vernuftige vondsten, on
verschrokken bravour en groot vertrou-
Bchalve hulp van buiten zou ook me
dewerking van binnen nodig zijn. Een
van de bewakers werd omgekocht. De
secretaris correspondeerde met de ma
jor-domus. Arthur verleende hulp bij al
les. De major-domus liet een inschuif
bare ladder vervaardigen, die met veel
grote slimheid door Arthur
ZONDAGSBLAD 4 OCTOBER 1952
Wat Brammie deed op 'Dierend<
ag
HET is Zaterdagmorgen. De kinderen
in de tweede klas zitten heel stil.
Net of ze nooit draaien. Dat doen ze
anders wèl eens! M3ar niet op Zater
dag. Dan vertelt de juffrouw altijd een
prachtig verhaal. En stel je voor, dat
dal niet doorging!
„Vandaag gaan we 't een beetje an
ders duen," zegt de juffrouw.
„Wie weet wat het voor een dag is?"
„Zaterdag!" roepen er een paar.
„Vier October!" zegt een knapperd.
Ja, dat is allemaal goed, maar de juf
frouw bedoelt-nög iets anders.
„Ik weet het!" juicht Aart opeens.
„Dierendag!"
„Goed zo!" prijst de juffrouw. „Jij
houdt zeker veel van dieren. Kijk, we
hebben een moederdag, en een vaderdag,
en vandaag is het dierendag. We geven
de dieren geen cadeautje, zoals vader
en moeder. Maar iedereen moet er aan
denken, dat het onze plicht is, om goed
voor de dieren te zijn. En nu gaan wc
op het bord twee rijtjes maken. Eén. wat
we moeten dóén voor de dieren, en één,
wat juist niet moet. Wie weet er iets,
dat niet mag?"
„Nestjes uithalen!" roept Peter.
„Goed zo! Wat nog meer?"
Er komt een lange rij. Niet met stenen
naar de eenden gooien. Geen kikkers
vangen. Geen poesen opjagen. Geen
paaiden aan het schrikken maken. En
ook geen dieren opsluiten. Als je b.v.
een eekhoorntje, dat gewend is aan liet
grote bos, opsluit in een kooitje, dan
gaat het dood door eenzaamheid en ver
driet En nu het andere rijtje, 't Wordt
al gauw koud. Dan moei je brood
Strooien voor de vogels. En pinda's rij
gen En vooral het water niet vergeten.
Vogels hebben 's winters soms erg dorst.
Je moet ook vriendelijk zijn vour die
ren. Als je een hond aait. of vriende
lijk toespreekt, zal hij je heus niet bij
ten. Dan voelt ie, dat je van hem houdt.
„Probeer elke dag iets te doen voor
de dieren," zegt de juffrouw, „maar
vooral op dierendag!"
Brammie heeft goed geluisterd. Op
weg naar huis kijkt hij en zoekt hij naar
iets, dat hij voor de dieren zou kunnen
doen. Er loopt een grote hond op de
•toep. „Dag hond!" zegt hij. Maar z'n
«tem bibbert een beetje, en hij is toch
erg blij, als hij "t grote beest zonder on
gelukken voorbij is. Thuis zal hij brood
strooien voor de vogels. En water klaar
zetten. Maar hij wil óók nog iets an
ders doen. Iets dat heel goed is. En heel
prettig voor de dieren. Omdat het dieren-
Tok-to
een hok! Achter het gaas lopen ze hard
heen en weer. Net of ze zeggen willen:
Laat ons er toch uit!
Brammie weet opeens wat hij doen
kan. Hij weet iets, dat heel prettig is
voor die kippen. Dicht bij de grond zit
een gat in de heg. Op z'n buik schuift
hij er door. Gebogen sluipt hij naar het
hok. Dan zet hij het deuitje wijd open.
Tevreden kruipt hij weer terug, en blijft
door het gat kijken, wat er gebeurt. Ach
ter elkaar lopen de kippen de tuin in.
Ze pikken haastig aan de jonge bocrc-
lcool en de malse andijvie. Zie je wel:
ze hadden honger ook!
Brammie huppelt naar huis. En z'n
hartje is vol blijheid omdat hij goed ge
weest is voor de dieren.
„Kind!" zegt moeder, „wat ben je
vuil! Kijk je handen eens! En je blouse
zit vol zand!"
Brammie lacht zorgeloos. „Ik heb iets
heel fijns gedaan," zegt hij. „Maar ik
vertel het pas als vader er is!"
Ongeduldig wacht hij tot het tuinhek
je klapt en vader de keuken binnen
stapt. Maar dan kan hij ook geen mi
nuut meer wachten. Vol trots vertelt hij:
„Ik heb bij meneer De Jong alle kip
pen losgelaten. Omdat je vandaag goed
moet zijn voor de dieren. Ze vonden het
toch zó fijn!"
Maar vader en moeder vinden het he
lemaal niet fijn. „Domoor!" zegt vader.
„Nu is meneer De Jong héél boos! Kip
pen hóren in een hok. Kom maar gauw
mee. Dan gaan we ze wéér vangen!"
Verslagen loopt Brammie achter vader
aan. Z'n blijheid is weg. Hij huilt zacht
jes Van verdriet. En on.dat hij zo bang
De Jong
In de tuin loopt een boze
ter fladderende kippen. „Ik zal u
t-tok-tok-tok! hoort hij opeens. Uit
de tuin van meneer De Jo"ng klinkt een
hevig gekakel. Brammie gluurt door dc
heg. En wat ziet hij daar? Een heleboel
kippen. En ze lopen niet vrij rond in de
wijde wereld! Ze zitten opgesloten in
Even lachen
DIKKE KAREL WERKT
Dikke Karei was dik. want anders
zouden ze hem wel niet „Dikke Karei
Senoomd hebben. Hij woog over de hon-
erd kilo en was werkloos geworden,
zoals zo vele' mannen in het dorp. Nu
had de gemeenteraad besloten om dc
werklozen aan de herstelling der we
gen in en om het dorp te werk te stel
len, die de reparatie erg hard nodig had
den, En de werklozen konden dus wat
verdienen met aan de wegen te werken.
Schoppen en ander materiaal werd
hun door de gemeente verstrekt De
derde dag stond dikke Karei al aan zijn
deur te luilakken volgens gewoonte.
Wat is t Karei., vroeg de buur
vrouw.. werk je niet mee?
Ze hebben me afgedankt.ik breek
te veel schopstelen.
Schopstelen?.. Schop je dan zo
hard?
DE VERDELING
Er werd veel gestolen in de Jodenwijk
do andere winkel, de linkse dus, had
f'ehuurd. Er was dus kans. dat ze al-
ebei geplunderd werden. Ze woonden
beiden boven, de een op het eerste en
de ander op het tweede bovenhuis. Ze
dachten op zekere dag aan een waak
hond. Eén waakhond was genoeg voor
de twee winkels, maar ze moesten er
toch alle twee voor betalen
We zullen ieder de helft betalen
voor de hond. zei Izak.
Aangenomen, zei De Leeuw.
We zullen de hond verdelen, sprak
Izak, voor het geval dat hij sterft.
Welk deel kies jij nouhet voor
ste met de ogen en de tanden, of het
achterste met de staart?
Hum, sprak De Leeuw.het is
geen rashond, ik kies het voorste deel.
Mag je hebben, zegt Izak, maar
natuurlijk moet je hem dan ook de kost
TE VOORBARIG GEWEEST
„Hartelijk gefeliciteerd met uw ver
jaardag, vader!
„Dank je wel Kees. En weet je, wat
nu t mooiste geschenk is. dat je me
geven kunt? Dat je me belooft, altijd
een „flinke, vlijtige jongen te zullen
zijn.
„Hè wat jammer, vader Ik heb al
wat voor u gekocht!"
helpen," zegt vader. „Iemand heeft mun
kippenhok opengezet!" raast meneer De
Jong. „Als ik 'm te pakken krijg. Dan is
tie nog niet gelukkig!" Trillend van
angst helpt Brammie om de kippen in
het hok te krijgen. Hij gaat voor het
gat in de heg zitten, en als er een kip
door wil. jaagt hij hem gauw terug.
Even later zitten ze allemaal weer ach
ter het gaas. Het deurtje gaat stevig
dicht
„Dank u wel!" zegt meneer De Jong
tegen vader. Z'n boosheid is weg. „En
jij ook kleine baas. Je hebt me fijn
geholpen. Lust je een appel?"
Hulpeloos kijkt Brammie naar vader
Wat moet hij nu doen? „Zeg het maar!"
kriikt vader. En dan fluistert Brammie:
„Ik heb het hok opengezet!"
„Jij?" vraagt meneer De Jong ver
baasd. In zijn ogen komt de boosheid
terug. „Expres?"
Brammie knikt. „Omdat het dierendag
Is!"
Het duurt even voor meneer De Jong
het begrijpt. Maar dan barst hij in la
chen uit.
„Dus jij wou de kippen een dag vacan-
tic geven?"
Brammie lacht niet. „U mag geen die
ren opsluiten!" zegt hij ernstig. „IJ moet
goed voor ze zijn!"
„Nu moet je eens goed luisteren!"
zegt meneer De Jong. „Je mag geen vis-
srn in een klein potje stoppen. En geen
mussen in een kooitje. Daar horen ze
niet. Maar kippen horen wèl in een hok.
Dot is hun huis. Zij krijgen lekker eten
en drinken en 's nachts hebben ze het
warm. Kijk nu eens in de tuin! Overal
hebben ze aan gepikt Dat mag toch
niet?"
Nee, Brammie begrijpt het nu wel. Hij
had het goed bedoeld, rppar 't was toch
dom. Jammer! Hij wou zo graag iets
goeds doen op dierendag.
„Ik weet iets," zegt meneer De Jong.
Hij haalt de pan met kippenvoer. „Ze
hebben vanmorgen al eten gehad. Maar
nu mag jij ze iets extra's geven omdat
het dierendag is."
Brammie straalt al weer. En met volle
handen gooit hij het voer voor de gulzi
ge kippen.
CO VAN DER STEEN-PIJPERS.
onze BRievenBus
Aan al m'n nichtei
Het is gewoon ge
weldig, zo'n stroom
briefkaarten is er
binnengekomen van
meisjes en jongens,
die met een kind
uit Kaapstad willen
corresponderen. Ik
u>il gelijk een af
spraak maken met
de nichten en ne
ven, die nog niet
hebben- geschreven
maar wel een
briefwisseling wil
len hebben. Tot
en met Woens-
da g a.s. kunnen
briefkaarten met naam, adres en leef
tijd aan mij worden verzonden, maar
daarna niet meer. Die dus een beetje
vergeetachtig is geweest en z'n kaartje
nog niet heeft verzonden moet het dus
wel gauw doen.
Nu volgen de namen van de kinde
ren, die deze week de prijzen hebben
gewonnen. De hoofdprijs is voor
Rietje Kloppenburg, terwijl Meine
Reitsma. Jopie Janson en Marianne
van Ameron ieder een troostprijs zul
len ontvangen.
De oplossing was:
Een ezel stoot zich in 'f gemeen,
niet twee maal aan dezelfde steen.
Voor ik met het beantwoorden van
de brieven begin, wil ik nog even wat
zeggen. Wat is het toch jammer, dat
sommige nichten en neven vergeten hun
naam op de brief te zetten. Hier heb ik
een lange, heel aardige brief voor me
liggen, waarin een neef schrijft nieuwe
laarzen te hebben gekregen In 't ver
volg je naam erbij hoor. Nellie van Dijk
heeft een gezellig herfstfeest meege
maakt. Is er nog wat van je doos te
recht gekomen en zeg, de groeten aan
Een puzzle als deze hebben wy
enige t\jd geleden ook wel eens
gehad. Het is een kruiswoordraadsel,
maar thans stellen de plaatjes voor
wat je in de vakjes in moet vullen.
Zo zie je bijvoorbeeld op een van
de plaatjes een bril staan. Nu, dan
kijk je naar het cijfertje bij de bril,
zoek dat cijfer in het raadsel op en
dan vul je maar gewoon bril in.
Begrepen? Succes hoor.
Nellie Vo*. Jij had je briefje aardig
versierd, Bas van RlemadUk, die 10de
bal is zeker de ondergaande zon? Het
duurt nog wel even, eer het Kerstmie
is, Adrie de Graaf, maar jij ziet zeker
met verlangen naar dc reis naar Haar
lem uit. Stap niet in de verkeerde trein
hoor. Is Willie jouw zusje Gerard Stroot-
man? Je had ze keurig getekend zeg,
maar ze kijkt toch niet altijd zo boos?
Fijn, Truus Waldekkcr, dat je vooruit
bent gegaan Maar flink blijven eten,
meiske en nog gelukgewenst met de
verjaardag van je broertje Piet. Dat was
ine een avontuur Truus Veerman. Dus
jouw vriendinnetje sprong in de sloot
inplaato van erover. Zeg. je moet haar
eens de oplossing van dat raadsel ver
tellen. Een ezel stoot zich in 't gemeen...
Het antwoord op jouw vraag. Jannle
Struik, is geloof ik ijsbloemen. Ik zou
het erg leuk vinden. Annie en Lenie
Verhagen om een foto van jullie te
krijgen. Ik zie er naar uit hoor. Zeg,
ondeugend „Heidebloempje", waar haal
jij die waarheid vandaan? Het klopt vrij
goed. die beschrijving van jou, behalve
heb je je met de leeftijd vergist Bennie
hebt al twee correspondenticvriendm-
nen Ria Cjjsouw. Kan er nog eentje bij?
Hoe heb je het in de vacantiekolonie
gehad. Tiny Spruyt. Dat moet je me
toch eens vertellen. Ik ken alleen de
tweede stem van het laatste vers, Eke
de Boer. Mooi is dat he? Ada de Jong
gaat blokfluit leren spelen. Doe maar
flink je best. zeg. dan speel je gauw
een versje. Win» Zeilstra vraagt om een
verhaal als Doornroosje. Vind je niet.
dat Kees en Trees Snavel, ook erge leu
ke avonturen beleven? Nee hoor. Joke
Jurjaanz. het is Vuren, maar ik begrijp,
dat jij Werkendam hebt geschreven,
want dat ligt er ook dicht bij Bakkum,
Anneke en Ruth Pos, ligt in Friesland
als ik het wel heb. Hebben jullie Mie
mie gehouden. Lenle Brouwer, of heeft
het poesje ergens anders een thuis ge
kregen. Dat lijkt me gezellig. Bertje
van Wageningen, als oma en opa op vi
site komen Prettige dagen gewenst Ken
jij het spreekwoord: als de kat uit huis
is. dansen de muizen. Ria Beiihuizea.
Als dat maar niet gebeurd is toen oma
jarig was Hoe is het met jou, Ineke
Zimmerman, al weer wat opgeknapt Doe
maar rustig aan hoor. Toe, je hebt toch
wel eens even een kwartiertje voor me
over. Ria Klandermans. zo tussen het
huiswerk door? Ja hoor, Trudie van der
Velde, ik ben wel eens in IJsaelmonde
geweest.
Kinders. ik moet stoppen. Natuurlijk
vergeten wij ook nu de nieuwelingen
niet. Het zi.in Truus Bruggraaff, Lcnie
Ruijgrok, Willie van Meerendonk. Lenie
Bakker, Adri den Otter, Wim Sluyter,
Jannie Rooseboom. Leen van Campen.
Arnold Timmermans. Teun dé Wit on
Katrientje Kuijt. Een goed week-end al
lemaal en tot de volgende week. jullie
meneer De Jong is verschrikkelijk