In Marais, het schilderachtige Joodse „Ghetto" der Franse hoofdstad Van die spelonkige duistere straatjes met typische winkeltjes In zeshonderd uur een vlaggeschip Voor emigranten liggen nog veel mogelijkheden in Canada nieuwe leidsche courant 3 maandag 22 september 1952 „Change money. Sir (Van een onzer verslaggevers) F PROBEER NU EENMAAL in Parijs iets te gaan zien, vanaf de grond, de bodem der werkelijkheid, dus niet slechts vanuit de hoogte als een panorama. Ik tracht te ontdekken iets van het geheimzinnige, dat achter de gevels is. Zo kan ik iedere toerist adviseren de touringcar en zijn reis- club eens voor één dag „au revoir" te zeggen en op eigen houtje een speur tocht te beginnen. Zijn moeite zal rijkelijk beloond worden. Maar dan moet men gaan lopen, wandelen of flaneren door de duizend en één straten en straatjes van Parijs, tot men er bij neervalt. Misschien dat ge dan iets ge proefd hebt van het onbeschrijfelijke aroma, dat Parijs kenmerkt. Zo vele „quartiersheeft Parijs en de „gargon" van het ouderwetse cafétje, waar de tafeltjes nog marmeren bladen hebben en ijzeren poten, moet eens even nadenken, als ik hem vraag: „Oü se trouve le quartier Marais?" Maar dan komt h(j er toch achter en geeft dé aanwijzing, dat het ergens achter het „Hotel de Ville' gelegen moet zijn. Van dit Marais weet ik absoluut niets, alleen dit, dat er gelegenheid is betrek kelijk goedkoop voor een 500 francs te overnachten en voor 400 francs een dinertje op de kop te tikken, bestaande uit een bescheiden hors d'oeuvre, geroos terd vlees, pommes frites, een facé noir en een vin blanc doux inbegrepen. Ook heeft een collega mij verzekerd, dat het hier rustiger slapen is. Want, vooral dit laatste punt moet men in Parijs zeer zeker niet, als zijnde van secundair be lang, ter zijde schuiven. De geluidensymphonie van Parijs moet, geloof ik, nog geschreven worden. Een hoogst eigenaardig geluid. Dag en nacht hoort men er het aanzwellende zware, donkere gedreun en gedaver der vracht wagens en auto's, terwijl in de morgen en namiddag er het kleurige èpklinken is der marktkooplui. En van beneden tot aan mijn hotel raam, stijgt dan op als een lichter, sier lijk motief het pittige, pétillante, knap pende Frans van voorbijgangers, markt venters. huismoeders en minnenden. Een bekoorlijke symphonie, maar waar men 's nachts genoeg van krijgt Zo ben ik, voor de variatie, ook eens gaan slapen in een dier eenvoudige hotelletjes van het quartier Marais, hetwelk achter het stad huis gelegen is. Waai 't Joodse probleem gestalte kiijgt Inderdaad bleek mij, dat de internatio nale „auto-tanks" van Britten, Ameri kanen en welke nationaliteit ook, deze wijk nog niet belegeren. Men ziet hier wel zwaar bebrilde, breed gebouwde, het Engels „pruimende" Amerikanen, de militaire houding aannemende, als zij hun camera richten, en hoort hier wel het „yes" en „interesting" van een enkele verdwaalde Engelse, die wat slankheid en charme betreft, met de Frangaise wedijvert, maar het internationaal toe risme demonstreert zich hier slechts bij uitzondering. Uit ervaring kan ik getuigen, dat deze buurt betrekkelijk rustig is en in ieder geval ongelofelijk interessant. Zij wordt begrensd door de Rue Rivoli, Rue St. Antoine en Place des Vosges. Schrik niet, als ik u zeg, dat u zich hier bevindt in een soort van Parijs' „Ghetto". Joodse ontheemden van allerlei nationaliteit hebben er een enigszins wankel asyl ge vonden. Als gij de Hebreeuwse taal niet machtig zijt, zal de attractie nog groter worden, omdat op alle winkelruiten en affiches de Hebreeuwse letters, als een Egyptische sfinx u aanstaren en op u afspringen. Hoe moet ik u in kort bestek een indruk geven van wat hier te be leven valt. In nauwe, grijze, spelonkige, aange vreten straatjes vindt men stoffige, schier chimerische winkeltjes met antiquair achtige inhoud: oude boeken, prenten, platen, zilveren sieraden, aardewerk uit een voorbije periode, mistige doeken en ornameten en dan plots weer het drui pend rood van, volgens Joods ritueel, ge slacht vlees. In dit complex van duister, engte, nauwheid en aarzeling, alsof gans het Joodse probleem gestalte had gekre gen, is een schilder bezig de aesthetische kant van het geval op het doek vast te leggen. Net als bij ons, is een bakkers jongen, die zijn karretje al fietsende voortbeweegt, stil blijven staan, om het spel van lijnen te volgen. Ik sta hier op een grijzig plein, waar de muren der huizen verschilferen en een typische melancholie mensen en din gen omnevelt. Op een gevel leesc ik: Laboratoire d'Hygiène de la Ville de Paris" met het onderschrift „Liberté - Egalité - Fratemité", het vrijheid -gelijk heid en broederschap van de Franse re volutie! Men moet deze wijk gezien heb ben, de Rue des Hospitalières St. Ger- vais, de Rue des Rosiers. Donkere Joodse figuren staan op alle hoeken der straten en naar men mij onthulde, hebben de meesten öf geen. èf slechts een zeer karig bestaan, maar worden zij door een be paalde organisatie gesteund. Velen hunner omzweven aarzelend de gestalte van de vreemdeling, waarin ze een Engelsman, Amerikaan of Hollander menen te ontdekken. „Change money", hoor ik mij plotseling toegefluisterd, maar met een enkel woord maak ik deze Joodse handelaar duidelijk, dat er met mij, als doodgewone Hollander, gechar meerd op „La douce France" en ver trouwen hebbende in Monsieur Pinay, „niets te sjeenzen in munnie" valt. Ik ben hier vlak bij een zaakje, dat Pools- Franse „banden" aangeeft en speciaal dat hier de echte wodka, de Russische drank, te koop is! Iets verder gaande, stuit ik op een winkel, die er met de vele platen, pren ten, houten papierrollen en duizend en één voorwerpen uitziet als een zaak van een antiquair. Men vindt er boeken als: „Israel oil vas-tu?" van Ludwig Lewi- sohn en „Pologne d'hier et d'aujourd'hui" van Louis Brunot en in tal van exem plaren „Histoire de l'Affaire Dreyfus" van J. Reinach Als ik dit winkeltje bin nen ga. is het op zichzelf reeds een genot te neuzen in allerlei stoffige, vergeelde boeken en folianten. Men doet tegenover mij als vreemdeling eerst wat wantrou wig informaties te willen verstrekken over de Joden, die zich hier in dit Parijse quartier bevinden. Sind Sie auch Jude? Wat ik er van begrijp, na een gesprek beurtelings in het Frans, Engels en Duits gevoerd, dat hier Joden uit allerlei lan den asyl hebben gevonden; jongeren mis schien straks nog wel een kans maken voor een plaats in de maatschappij van Ben Goerion in Palestina, maar de oude ren hiervoor geen gelegenheid krijgen. De eigenaresse van de winkel, een zware Joodse vrouw, geeft mij een droevig re laas van Joodse wederwaardigheden, de enorme moeilijkheden om over Oost- Duitsland naar Polen te komen, vervol ging, gevangenschap, die daar te wachten staan. Er komen steeds meer Joden van allerlei nationaliteit om mij heen, en een van hen vraagt mij zelfs in het Duits: „Sind Sie auch Jude?" Ik laat hem mijn perskaart zien, om aan te tonen, waaruit mijn interesse voor het Joodse probleem te verklaren is. Tenslotte mag ik ook achter het gordijn even in het woon trek rondneuzen, waar temidden der oude boeken, portretten van Joodse vaderen, zilveren kandelaars een moder ne radio staat, waarop zich een Frans stokkebrood met „matze" bevindt. Er hangt over dit alles een schier beklem mende atmosfeer. Daar zie ik iri een nauw straatje tegen de grijze nevels de zwarte, houtskolen ge daante van een oude. baardige Jood. Stil, in zichzelf besloten, peinzend in het leden, donker en waardig, gaat hij v zichtig langs de huizen. En aan zijn hand houdt hij, in sterk contrast met al dat oude, donkere en zwarte, dat zijn eigen figuur kenmerkt, een heel jong. prachtig kind, een meisje, in een jurkje van oud- rose. Zo gaan zy daar beiden voc. t. beeld om niet ie vergeten! Waar heb ik dat gelaat van die Jood eerder gezien? Gisteren nog, een zelfde melancholische zwartheid en gelaatsexpressie van figuur, op een schilderij van Titiaan het Louvre Een andere, zwart-kroezige Jood zag ik, met blote armen, zo uit zijn werk gelopen, en met een soort goudkleurig voorschoot aan. drag van amibts- er doende is groting v Verder f 1 millioen met het oog op het ver krijgen van eigen gebouwen en 'n aantal plaatsen voor de ambassades en gezant schappen. Onderhandelingen hierover zijn reeds gaande in Buenos Aires, Bonn, Lon den, Parijs en Ottawa. reglement van de buiten landse dienst kent thans bij eerste vesti ging van een chef de poste aan een di plomatieke vertegenwoordiging in het buitenland een vergoeding toe van f25.000. In bijzondere gevallen kan dit bedrag worden verhoogd tot f 40.000. Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van enige ambtenaren op de oe- langrijkste posten, de noodzakelijkheid ambtenaren op klimatologische of moreel bijzondere zware posten na twee of drie jaar af te lossen en de oprichting enige nieuwe posten zullen in 1953 waarschijnlijk leiden tot een groter aan tal mutaties op hoog niveau dan gewoon lijk. In verband hiermede wordt een ver hoging van het onderhavige artikel aan gevraagd van f200.000. Waar de fiscus zijn geld haalt Hieronder volgen de vermoedelijke belastingopbrengsten in 1953, 1952 aftrek van de bedragen die toekomen i het gemeentefonds, het provincie fonds en (bij de accijns op gedistilleerd) het landbouwegalisatiefonds. 1953 1952 1951 Een schilderachtig doorkijkje in dat andere Parijs, dat de toerist doorgaans niet bezoekt Van 17de Atrika-expeditie teiug Dr Paul Julien per kano door rivier vol krokodillen Onbekende stam ontdekt bij bloedonderzoek onder dwergvolken in oerwoud NA EEN MOEIZAME, vele duizenden kilometers lange tocht door het oerwoud van de Midden-Congo is de bekende Nederlandse rassen- kundige dr Paul Julien van zijn zeventiende Afrika-expeditie teruggekeerd. Het gevaarlijkste deel van zijn reis was de tocht door de moerassen van de Ndaki-rivier, eerst per stoombarkas en later, toen grasmassa s de door vaart versperden, per kano. „De rivier wemelde van krokodillen en in aan grenzende moerassen hoorden wij het geplas van nijlpaarden, die wij door het metershoge riet niet konden waarnemen, maar die blijkens de deining in het water niet veraf konden zijn. Tegen het vallen van de avond werd de toestand zo hachelijk, dat wij moesten terugkeren", vertelde dr Julien. Het doel van de expeditie was, evenals de vorige keren, een onderzoek naar de verspreiding van de bloedgroepen onder de Afrikaanse dwergvolken. Ditmaal richtte men zich geheel op de nog onbe kende Zuidelijke Babongo-pygmeeën in Frans Equatoriaal Afrika, tussen de 2 en 4 graden Zuiderbreedte. De grote schuw heid van deze oerwoudbewoners en de enorme uitgestrektheid van het woud, dat slechts om de 200 300 km door een weg doorsneden wordt, maakten het tot een bijna onuitvoerbare taak om van 500 dwergen bloedmonsters te verzame len. Tenslotte is dit echter toch gelukt en dank zij een meegevoerde volledige laboratoriumuitrusting kon het bloed ter plaatse worden onderzocht. Voor het eerste in de geschiedenis Werd hierbij aan pygmeeën het zgn. sikkelcel-onderzoek verricht. Het aller eerste bloedonderzoek bij deze stammen bracht dr Julien op zijn naam in 1933, lang voordat de koloniale autoriteiten de noodzaak inzagen deze snel verdwijnende primitieven in hun onderzoekingen te betrekken. De algehele gezondheidstoe stand van de Babongo is volgens dr Julien buitengewoon slecht Bij een van zijn tochten ontdekte de onderzoeker een groep van ongeveer 1000 pygmeeën, die in de litteratuur nog totaal onbekend was. Als eerste Europeaan kon dr Julien in een oerwoud heiligdom van de Bangombepygmeeën doordringen en de gevreesde Dyenge- fetisch aanschouwen. Tevens kwam vast te staan, dat de Westelijke pygmeeën inderdaad geheime genootschappen be zitten, waarover tot nu toe twijfel be stond. Rode teneur tegen kerk Ned. pater berooid uit China terug Door 16-jarigen beschuldigd van spionnage Berooid en beroofd is pater P. K?elne, diie vijf jaar al missionaris in de pro vincie Kiang Si in Centraal-Ohina heeft gewerkt en de omschakeling van nationalistisch op het communistisch be wind heeft meegemaakt, in Groningen teruggekeerd. Pater Kleine vertelde, dat in Juni 1950 een zuivering, gericht tegen de nationa listen in het aartsbisdom van Nanikha Nanchang meer dan tien diuizend perso nen zonder enige vorm van proces zijn gefusilleerd. Het missiewerk ondervond grote tegenwerking. Kinderen berieden de 8 jaar mochten niet meer naar de Kerk en er werden Lastercampagnes ge voerd legen de paus. Men wilde de na tionale kerk als tegenhanger van d* kerk van Rome. In December 1951 v^erd de 'lelegaat van de Paus in China ver bannen. Verscheidene Chinese priesters werden hierna gearresteerd. Hoewel pater Ileine aanvankelijk zijn werk kon voortzetten, werd hij later toch gevan gen genomen, kreeg eerst kamerarrest en werd tenslotte met zijn vicaris voor een volksgcrecht gebracht met nog enkele leden van de Kath. Actie. Door 16-jarige personen werd hij beschuldigd vjn spionnage, het bederven van de jeugd en fascisme. De nationale kerk werd officeel verklaard en de aartsbis schop werd gevangen genomen. Pater Kleine werd in Augustus jl. het laad uitgezet. Vergoeding minister van Buitenlandse Zaken wordt verdubbeld Daar het tot dusver uitgetrokken be- f20.000 als vergoeding voor de i representatiekosten van de mi- in Buitenlandse Zaken onvol- gebleken, is deze post op de be. oor 1953 verhoogd tot f 40.000. is er een bedrag uitgetrokken Meer en meer valt de laatste tijd het zoeklicht van de publieke be langstelling op de „stillen in den lande", die vaak onopgemerkt in hun vrije tijd wonderen van kunst vaardigheid scheppen, tot een of andere tentoonstelling hel werk hunner handen recht doet weder varen. Onze stadgenoot, de 23-j. J. van Triet van de Haarlemmerweg, heeft zeshonderd uur gewerkt aan dit prachtige model van het vlagge schip van de Holland-Amerikalijn, de „Nieuw Amsterdam". Het model heeft een lengte van 93 centimeter. Aan materiaal gebruikte de knut selaar, die in het gewone leven electricien is, hout, koper, blik en plaatijzer. Alleen voor het maken van de railing moest hij ongeveer 2000 koperen nageltjes aan elkaar solderen. Nog maar nauwelijks was dit werkstuk gereed, of de heer van Triet heeft zich geworpen op de bouw van een modelschip, dat radiografisch bestuurbaar zal zijn- De foto toont de bouwer met zijn fraaie schepping. millioenen guldens 1.068 1.158 1.078 779 837 1.041 356 401 365 240 275 279 (uitgedrukt ir Omzetbelasting Inkomstenbelasting Loonbelasting Vennootschapsbelast. Invoerrechten Accijns op tabak272 254 267 Vereveningsheffing Accyns op gedistilL Rechten op successie overgang en schenking 80 76 84 Motorrijtuigenbel. 80 70 62 Vermogensbelasting 76 71 79 Dividendbelasting 58 49 52 Accijns op suiker.... 40 45 78 Accijns op bier15 14 15 Commiss.belasting 8 7 8 Buitengewone heffingen: Vermog.aanwasbel. 75 35 64 Verm.heffing ineens 15 15 17 Nog groter vracht voor ooievaar Op 11 September bracht de ooievaar in één moeite door bij een moeder en een dochter uit het gezin Pot te Sint Maartensdijk op Tholen een jonge wereldburger. Natuurlijk komt er thans uit Ame rika, al is het deze keer dan Zuid- Amerika, een bericht van een nog economischer ooievaar. Het Franse persbureau A.F.P. seint namelijk dat een vrouw, haar moeder en haar grootmoeder in de Braziliaan se stad Caicara ieder op hetzelgde uur en op dezelfde dag het leven schonken aan een mannelijke tweeling. Als de deur weer open gaat: Jonge provincie Br its Columbia ontwikkelt zich snel De heer C. A. van der Gugten uit New Westminster, Brits Columbia, Canada, oud-abonné van ons blad, zond ons enige indrukken als reactie op minder juiste voorlichting, gegeven voor emigranten die nog niet zo lang in Canada werken en dan nogal alarmerende berichten naar Nederland zenden. De belangrijkste passages uit zijn brief laten wij hier volgen. Emigreren is en blijft een harde zaak, ging heeft geëist van 50 doUarcent per en elke emigrant, die met de illusie naar j uur in een poging het uurloon op 2.50 Canada komt. dat hij het na één of tweedollar te brengen. De grote aannemers jaar wel dik voor elkaar zal hebben, zalachten dit onbillijk en wachten met het door de feiten ontnuchterd worden, zo j uitvoeren van grote projecten tot er eer schrijft de heer Van der Gugten. Dat ernieuw contract is gesloten met de vak- bijna geen werk zou zijn op het ogen- j bonden. Een tactische zet dus in verband blik is nonsens. Inderdaad, er zijn meer werklozen dan verleden jaar om deze tijd. Wat is daarvan echter de oorzaak? Door de snelle ontwikkeling van Brits- Columbia het laatste jaar ik noem o.a- de bouw van de aluminiumstad Kiti- mat, het aanboren van olie en gas. vesti ging van nieuwe industrieën heeft deze provincie een groot aantal arbei ders aangetrokken uit andere provincies. Daarnaast zijn hier de eerste helft van dit jaar duizenden emigranten aangeko men, die allen aan de ..labour-pool" van B-C. zijn toegevoegd. Voorts zijn er veel emigranten, die. na net eerste jaar op een boerderij gewerkt te hebben, naar New Westminster of Vancouver komen om in de industrie werk te zoeken- Het is heus niet zo verwonderlijk, dat al deze mensen niet direct een geschikte baan kunnen vinden. Te verwonderen is het eigenlijk, dat er niet meer werklozen zijn, gezien de grote toevloed van werk krachten. T)e postzegel en macht in de strijd om de Serawak (DOOR G. I. PEELEN) jyE laatste maand hebben de dagbladen bij herhaling melding gemaakt van communistische onlusten in, en spelde- prikken van stoottroepen öp de jongste Engelse kroonkolonie Serawak, een deel van Noord-Bomeo, dat ons nog steeds interesseert als buurgebied van ons voor malige Borneo. De geschiedenis van Serawak is inte ressant genoeg, om er aan de hand van zijn postzegels eens bij stil te staan. Oorspronkelijk heerste over dit ge bied de sultan van Brunei. In 1839 braK een ernstige opstand uit. De jonge En gelsman Sir James Brooke, in dienst der Engelse Oostindische compagnie, bood de sultan van Brunei zijn diensten aan by het onderdrukken van de opstandige beweging. Dit lukte hem wonderwel, en Brooke liet niet na, de sultan duidelijk te maken, dat zijn hulp niet pro deo ge weest was. Hij dwong hem practisch een deel van het zo juist gepacificeerde ge bied af te staan, dat hij zelfstandig en onafhankelijk ging besturen, terwijl hij voortdurend zyn eigen gebied, Serawak genoemd, trachtte te vergroten ten koste van het sultanaat Brunei. In 1863 droeg Sir James zijn gezag als radja over aan zyn neef, Charles Brooke, en deze stelde in zijn gebied onder Brits protectoraat. Van 1841 tot 1946 regeerde daar in Se rawak onafgebroken zo een lid der familie Brooke, en tot 1946 hebben de postzegels ook steeds het portret een Brooke gedragen. Onze afb. 1 i: van Sir Charles Vigner Brooke. Sera wak ontliep evenmin als ons Borneo de bezetting. Het werd door de Engelsen be vrijd. die het gebied enige tijd onder mi litaire controle hiel den. en als bewijs daarvan de zegels met de Beeltenis van Brooke overdrukten met B.M.A. (British Military Administra tion) (afb. 2). Of de Engelsen deze mili taire bezetting onno dig lang rekten om pressie op Brooke te kunnen uitoefenen.' zijn gebied aan En geland af te staan, is mij niet bekend. Feit is echter dat Sir Charles Vigner Brooke, die Serawak sinds 1917 bestuurde. In 1946 zijn rijk aan Engeland overdeed. Het gebied werd on middellijk een Engel se kroonkolonie, en even haastig maakten de postzegels dit wereldkundig door de opdruk: gekroon de G. R. (George Rex) (afb. 3). Terstond werd ook een grote defi nitieve serie voorbereid, die thans in gebruik genomen is, en waarvan we u in afb. 4/9 enkele staaltjes tonen kun nen: een prachtige, kleurige, leerzame reeks gewijd aan flora, fauna en folk lore van dit land, echt een spiegel dus van land en volk en een lust voor de beeldverzamelaars. Afb. 4 vertoont een merkwaardigheid uit de vlinderwereld, de mooist gekleurde vlinder ter wereld, genoemd naar de radja Brooke: Troldes Brookiana. Afb. 6 geeft eveneens een zoölogische bijzonderheid: de tarsius spectrum borneensis, een wonderlijk aapachtig dier, met lange draadachtige tenen met zuignappen. Het vreemde nachtdier valt vooral op door zijn grote klep-ogen en maakt 's nachts een geluid als een kikvors, terwijl het zich met sprongen van tak tot tak voort be weegt. Afb. 7 beeldt een soort mieren eter af; de inboorlingen gebruiken zijn geschubde huid voor hoeden en kleding. Afb. 5 is gewijd aan de wonderlijke dodencultus der inlanders: een prachtig besneden doodkist, opgericht op eer hoge paal. Op afb. 8 zien we een veld smidse van de Kelabit stam, die daarop prachtig bewerkte krissen en klewangs smeedt, terwijl afb. 9 een jonge schone van een andere stam, die der Kayans, toont. Evenals haar Balinese zuster het i bovenlijf ontbloot, gekleed in sarong, zilveren bloemen in het haar, en vele prachtige armbanden van de pols af omhoog. met eventuele stakingen. Onstabiele economie Men moet niet vergeten, dat B-C- een jong land is. één van de minst ontwik kelde provincies van Canada. Dit brengt met zich mee, dat de economie var provincie op het ogenblik nog wat stabiel is, al verbetert dit snel. De hout industrie en de visserij nemen daarbij ;n belangrijke plaats in. Men is juist begonnen van de onuitp. telijke olie- en gasbronnen van Alberta Noord-B.C- een pijpleiding van dui zend mijl lengte te leggen naar New Westminster en Vancouver. B.C. heeft vérder een geweldige reserve aan nog onontwikkelde hydro-electrische kracht. In het komende jaar zal ongeveer één millioen pk aan het reeds bestaande no- tentieel worden toegevoegd. Deze geweldige voorraad van goed kope electriciteit en brandstof trekt nu reeds veel industrie aan. zodat, voor- bekend, de komende jaren een ongekende industriële uitbreiding te zien zullen geven. Als een emigrant dus durft te schrijven: „Wij vragen ons wel eens af hoe men nog emigranten naar Canada durft te zenden" zou ik willen antwoorden: omdat de emigratie-auto riteiten meer inzicht en verstand hebben dan een emigrant, die pas komt kijken, van de economie niets afweet en niet verder kijkt dan zijn neus lang is- Wat de statistiek zegt De statistieken bewijzen, dat de omzet van de détailhandel in B.C. klom van 800 millioen dollar in 1947 tot 1138 millioen in 1951. De visserijomzet steeg van 58 millioen in '47 tot 90 millioen in '51, en ga zo maar voort. De banken doen meer zaken dan ooit tevoren. Dat een emigrant kan 'klagen, dat hij bijvoorbeeld in de turf moet werken, tekent zijn aard wel heel duidelijk. Had hij dan verwacht, dat de mooie baantjes voor het opschep pen liggen? In de turf is goed geld te verdienen en het werk is niet zo zwaar als het wel lijkt. Er zyn hier nog veel mogelijkheden, die in Nederland te enenmale ontbre ken. Alle emigranten zien die mogelijk heden echter niet, laat staan dat capaciteiten en het zakelijk inzicht heb ben om ze te realiseren. Canada is een goed land en Brits Columbia is de beste provincie met een goed klimaat en een prachtige natuur. De ontwikkeling verkeert nog in beginstadium. Hier kan nog van alles uit groeien. (Zoals onlangs op het congres van di Chr. Emigratie Centrale is duidelijk ge maakt, staat de emigratie practisch stop tot 1 Januari a.s. De kansen voor land bouwers blijven in Canada het grootst- Red. N.L.C.). Wethouder J. van Tilburg van Rot terdam is benoemd tot lid der Prov. Staten (vacature-mr L. A. Donker, P. v. d. A.) Uit de peis Ex-minister Rutten HETChr. Gymn, en Midd. Onder wijs heeft met verwondering ken nis genomen van het aftreden van minia- Rutten; ,Het is wel heel moeilijk aan te nemen, dat hy uit eigen beweging is heengegaan op het moment, dat de Staten-Generaal op het punt stonden drie juist door hem ingediende wetsontwerpen te behande len. Onmogelijk is het natuurlijk met, is op zijn minst merkwaardig, dat hij zijn ambt zou willen neerleggen i.i het tijdsgewricht, waarin de oogst van vier jaren noeste arbeid hem juist in de schoot zou vallen. Wel kan zyn opvolger de verdediging van hem overnemen, maar dat zou in de geschiedenis van de wetgeving op het gebied van het V.H. M.O. iets nieuws zijn. Ook minister Rut ten verklaarde vier jaar geleden, dat hij wilde voortbouwen op het werk van zijn voorganger en dat hy geenszins zou laten liggen, wat klaar of gedeeltelijk klaar was. Het resultaat van de overpeinzingen van de nieuwe Excellentie was echter, da* het ontwerp-Gielen ter zijde werd ge schoven, tengevolge waarvan het tot het einde van de ambtsperiode moest duren, dat er nieuwe ontwerpen gereed waren, die nu opnieuw de kans lopen niet in behandeling te komen. Er is dus oorzaak om het heengaan van minister Rutten te betreuren. Onze categorie van onderwijs, trouwens ook het H.O., heeft dringend behoefte aan een wetgeving, welke op de hoogte is van deze tijd. En uit de nieuwe ontwer pen op het V.H.O. en het A.M.O. kon iets goeds te voorschijn komen, wanneer de Tweede Kamer ze nog eens critisch zou bekijken, welke gelegenheid ze wel niet zou nebben laten passeren". Atoomproblemen DE Baltimore Sun schrijft over de mogelijkheid om gebouwen te construeren, die bestand zijn tegen de ontzaglijke uitwerking van de luchtdruk by een atoombomaanval en over een atoomprobleem, dat nog belangrijker is den drift, het volgende: „De mensen waren sceptisch gestemd, toen Frank Lloyd zei, dat hij een gebouw had ontworpen, dat tegen aardbevingen bestand was, nL het Imperial Hotel in Tokio totdat het gebouw een aard beving doorstond. Niemand zal waarschijnlijk lachen om het bericht, dat het mogelijk is gebleken gebouwen te ontwerpen, die bestand zyn tegen de luchtdruk bij een aloomaanval. Alle verstandige mensen hopen, dat er nooit een atoomoorlog zal komen, maar het is geruststellend te weten, dat, als het zover mocht komen, de mannen, die belast zijn met het commando over de verdediging van dot land, in staat zullen z.j-1 door te gaan met him allerbelang rijkste taak in gebouwen zonder ramen, die de geweldige luchtdruk van een atoomontploffing kunnen opvangen, absorberen en daarbij voor zware be schadigingen gevrijwaard blijven. De ontwerpers beweren echter met, dat ze het wezenlijke vraagstuk van onze tijd hebben opgelost. Dit wezenlijke pro bleem is het voorkomen van een atoom oorlog en de manier om het op te lossen is de manier, die wij gekozen hebben: dc kracht van een vrije wereld te ver groten tot het punt is bereikt, dat geen aggressor het meer zal durven wagen om de eerste bom te loten vallen". De eigen taal HOE komt het. dat velen moeite hebben met het hanteren van de eigen taal? Volgens het Haarlems Dagblad moet als één der oorzaken worden aan gemerkt: de noodzaak van het leren van vreemde talen- Het blad schrijft; „Sinds 1900 is de erkenning van die noodzaak gestegen, het aantal lezers vooral van Engelse en Amerikaanse lit teratuur is enorm toegenomen ten na dele van de Nederlandse, vooral bij de jeugd en heeft een versnippering van belangstelling zich doen gelden. Buiten landers tonen vaak bewondering voor d* veeltaligheid van een betrekkelijk groot aantal Nederlanders, maar zij weten niet kunnen ook niet weten, dat tegenover dit voordeel een nadeel staat Jonge mensen worden vaak veel meer geboeid door buitenlandse romanllttera- dan door de Nederlandse, niet uit gebrek aan nationaal besef, maar omdat :y zich niet willen beperken, omdat zij verder willen zien dan onze grenzen, omdat hun een tempo boeit dat zij bij schrijvers meestal vergeefs zoeken- Vóór 1900 leefde ons volk ongetwijfeld in voel sterker afzondering en beslotenheid. Maar ook in de vorige eeuw. in de zes tiger jaren, klaagde Busken Huet ook de slechte taalbeheersing- Al wat wij kunnen doen om onze letterkunde journalistiek te bevorderen en te verbeteren, opdat hat aantal beteren to«- en daarmee sterker greep op de worde uitgeoefend, zal weldaad zijn". R.K. en Labour TJET Italiaanse blad II Quotidiano bevatte een opmerkelijk artikel over de houding van de Engelse R.K. tegen over de LabourpartiJ. Het volgende heb ben we er aan ontleend: „De meerderheid van de Engelse R.K. is het eens met het bestaan van de La- bourpartij. Zij worden in de partij ver tegenwoordigd door naar voren tredende figuren, zoals Lord Pakenham. die kort geleden de Engelse R.K- weer eons heeft opgeroepen tot spontane medewerking aan het politieke leven Lord Pakenham ziet met recht de gevaren, dat de Chris telijke en met-conformistische traditiea van de Labourparty langzaam teniet gaan en dat het Engelse socialisme, dat zich in het verleden altijd heeft gedlstancieerd van het theoretische Marxisme van het continentale socialisme, nieuwe ideeën en een nieuw program zoekt- Deze leemte in de ideologie van het Engelse socialis me kan naar de mening van Lord Paken ham gevuld worden met principes van de R.K. sociologie. Nu zyn de Engelse RX. i de vakvereniginge. en organisaties wel ;terk vertegenwoordigd, maar ze beschik ken niet over een woordvoerder om hun ideeën te propageren, zoals byv. de vol» gelingen van Bevan zo goed begrepen hebben. Terwyi de RK. op academisch niveau debatteren over de juistheid van éen of ander standpunt, winnen Bevans radicale jongeren, zowel ln de Labour- party als ln de vakverenigingen, steeds meer terrein. Dit vereist een gedurfder optreden van de Engelse R.K. en een intensiever deelnemen aan het politieke leven. Van de RK. ln Engeland zal het uiteindeiyk afhangen, of de Neo-Marxia- ten uit de school van Bevan de teugelj van de Labourparty ln handen zullen nemen, of dat de party haar doelstellin gen en haar politiek beter in overeen- I stemming met de Chr. beginselen zal I kunnen brengen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 3