In Marais, het schilderachtige Joodse
„Ghetto" der Franse hoofdstad
Van die spelonkige duistere straatjes
met typische winkeltjes
In zeshonderd uur een vlaggeschip
Voor emigranten liggen nog
veel mogelijkheden in Canada
nieuwe leidsche courant
3
maandag 22 september 1952
„Change money. Sir
(Van een onzer verslaggevers)
F PROBEER NU EENMAAL in Parijs iets te gaan zien, vanaf de grond,
de bodem der werkelijkheid, dus niet slechts vanuit de hoogte als een
panorama. Ik tracht te ontdekken iets van het geheimzinnige, dat achter
de gevels is. Zo kan ik iedere toerist adviseren de touringcar en zijn reis-
club eens voor één dag „au revoir" te zeggen en op eigen houtje een speur
tocht te beginnen. Zijn moeite zal rijkelijk beloond worden. Maar dan moet
men gaan lopen, wandelen of flaneren door de duizend en één straten en
straatjes van Parijs, tot men er bij neervalt. Misschien dat ge dan iets ge
proefd hebt van het onbeschrijfelijke aroma, dat Parijs kenmerkt. Zo vele
„quartiersheeft Parijs en de „gargon" van het ouderwetse cafétje, waar
de tafeltjes nog marmeren bladen hebben en ijzeren poten, moet eens even
nadenken, als ik hem vraag: „Oü se trouve le quartier Marais?" Maar dan
komt h(j er toch achter en geeft dé aanwijzing, dat het ergens achter het
„Hotel de Ville' gelegen moet zijn.
Van dit Marais weet ik absoluut niets,
alleen dit, dat er gelegenheid is betrek
kelijk goedkoop voor een 500 francs te
overnachten en voor 400 francs een
dinertje op de kop te tikken, bestaande
uit een bescheiden hors d'oeuvre, geroos
terd vlees, pommes frites, een facé noir
en een vin blanc doux inbegrepen. Ook
heeft een collega mij verzekerd, dat het
hier rustiger slapen is. Want, vooral dit
laatste punt moet men in Parijs zeer
zeker niet, als zijnde van secundair be
lang, ter zijde schuiven.
De geluidensymphonie van Parijs moet,
geloof ik, nog geschreven worden. Een
hoogst eigenaardig geluid. Dag en nacht
hoort men er het aanzwellende zware,
donkere gedreun en gedaver der vracht
wagens en auto's, terwijl in de morgen
en namiddag er het kleurige èpklinken
is der marktkooplui.
En van beneden tot aan mijn hotel
raam, stijgt dan op als een lichter, sier
lijk motief het pittige, pétillante, knap
pende Frans van voorbijgangers, markt
venters. huismoeders en minnenden. Een
bekoorlijke symphonie, maar waar men
's nachts genoeg van krijgt Zo ben ik,
voor de variatie, ook eens gaan slapen in
een dier eenvoudige hotelletjes van het
quartier Marais, hetwelk achter het stad
huis gelegen is.
Waai 't Joodse probleem
gestalte kiijgt
Inderdaad bleek mij, dat de internatio
nale „auto-tanks" van Britten, Ameri
kanen en welke nationaliteit ook, deze
wijk nog niet belegeren. Men ziet hier
wel zwaar bebrilde, breed gebouwde, het
Engels „pruimende" Amerikanen, de
militaire houding aannemende, als zij
hun camera richten, en hoort hier wel
het „yes" en „interesting" van een enkele
verdwaalde Engelse, die wat slankheid
en charme betreft, met de Frangaise
wedijvert, maar het internationaal toe
risme demonstreert zich hier slechts bij
uitzondering.
Uit ervaring kan ik getuigen, dat deze
buurt betrekkelijk rustig is en in ieder
geval ongelofelijk interessant. Zij wordt
begrensd door de Rue Rivoli, Rue St.
Antoine en Place des Vosges. Schrik niet,
als ik u zeg, dat u zich hier bevindt in
een soort van Parijs' „Ghetto". Joodse
ontheemden van allerlei nationaliteit
hebben er een enigszins wankel asyl ge
vonden. Als gij de Hebreeuwse taal niet
machtig zijt, zal de attractie nog groter
worden, omdat op alle winkelruiten en
affiches de Hebreeuwse letters, als een
Egyptische sfinx u aanstaren en op u
afspringen. Hoe moet ik u in kort bestek
een indruk geven van wat hier te be
leven valt.
In nauwe, grijze, spelonkige, aange
vreten straatjes vindt men stoffige, schier
chimerische winkeltjes met antiquair
achtige inhoud: oude boeken, prenten,
platen, zilveren sieraden, aardewerk uit
een voorbije periode, mistige doeken en
ornameten en dan plots weer het drui
pend rood van, volgens Joods ritueel, ge
slacht vlees. In dit complex van duister,
engte, nauwheid en aarzeling, alsof gans
het Joodse probleem gestalte had gekre
gen, is een schilder bezig de aesthetische
kant van het geval op het doek vast te
leggen. Net als bij ons, is een bakkers
jongen, die zijn karretje al fietsende
voortbeweegt, stil blijven staan, om het
spel van lijnen te volgen.
Ik sta hier op een grijzig plein, waar
de muren der huizen verschilferen en
een typische melancholie mensen en din
gen omnevelt. Op een gevel leesc ik:
Laboratoire d'Hygiène de la Ville de
Paris" met het onderschrift „Liberté -
Egalité - Fratemité", het vrijheid -gelijk
heid en broederschap van de Franse re
volutie! Men moet deze wijk gezien heb
ben, de Rue des Hospitalières St. Ger-
vais, de Rue des Rosiers. Donkere Joodse
figuren staan op alle hoeken der straten
en naar men mij onthulde, hebben de
meesten öf geen. èf slechts een zeer karig
bestaan, maar worden zij door een be
paalde organisatie gesteund.
Velen hunner omzweven aarzelend de
gestalte van de vreemdeling, waarin ze
een Engelsman, Amerikaan of Hollander
menen te ontdekken. „Change money",
hoor ik mij plotseling toegefluisterd,
maar met een enkel woord maak ik deze
Joodse handelaar duidelijk, dat er met
mij, als doodgewone Hollander, gechar
meerd op „La douce France" en ver
trouwen hebbende in Monsieur Pinay,
„niets te sjeenzen in munnie" valt. Ik
ben hier vlak bij een zaakje, dat Pools-
Franse „banden" aangeeft en speciaal dat
hier de echte wodka, de Russische drank,
te koop is!
Iets verder gaande, stuit ik op een
winkel, die er met de vele platen, pren
ten, houten papierrollen en duizend en
één voorwerpen uitziet als een zaak van
een antiquair. Men vindt er boeken als:
„Israel oil vas-tu?" van Ludwig Lewi-
sohn en „Pologne d'hier et d'aujourd'hui"
van Louis Brunot en in tal van exem
plaren „Histoire de l'Affaire Dreyfus"
van J. Reinach Als ik dit winkeltje bin
nen ga. is het op zichzelf reeds een genot
te neuzen in allerlei stoffige, vergeelde
boeken en folianten. Men doet tegenover
mij als vreemdeling eerst wat wantrou
wig informaties te willen verstrekken
over de Joden, die zich hier in dit Parijse
quartier bevinden.
Sind Sie auch Jude?
Wat ik er van begrijp, na een gesprek
beurtelings in het Frans, Engels en Duits
gevoerd, dat hier Joden uit allerlei lan
den asyl hebben gevonden; jongeren mis
schien straks nog wel een kans maken
voor een plaats in de maatschappij van
Ben Goerion in Palestina, maar de oude
ren hiervoor geen gelegenheid krijgen.
De eigenaresse van de winkel, een zware
Joodse vrouw, geeft mij een droevig re
laas van Joodse wederwaardigheden, de
enorme moeilijkheden om over Oost-
Duitsland naar Polen te komen, vervol
ging, gevangenschap, die daar te wachten
staan. Er komen steeds meer Joden van
allerlei nationaliteit om mij heen, en een
van hen vraagt mij zelfs in het Duits:
„Sind Sie auch Jude?" Ik laat hem mijn
perskaart zien, om aan te tonen, waaruit
mijn interesse voor het Joodse probleem
te verklaren is. Tenslotte mag ik ook
achter het gordijn even in het woon
trek rondneuzen, waar temidden der oude
boeken, portretten van Joodse
vaderen, zilveren kandelaars een moder
ne radio staat, waarop zich een Frans
stokkebrood met „matze" bevindt. Er
hangt over dit alles een schier beklem
mende atmosfeer.
Daar zie ik iri een nauw straatje tegen
de grijze nevels de zwarte, houtskolen ge
daante van een oude. baardige Jood. Stil,
in zichzelf besloten, peinzend in het
leden, donker en waardig, gaat hij v
zichtig langs de huizen. En aan zijn hand
houdt hij, in sterk contrast met al dat
oude, donkere en zwarte, dat zijn eigen
figuur kenmerkt, een heel jong. prachtig
kind, een meisje, in een jurkje van oud-
rose. Zo gaan zy daar beiden voc. t.
beeld om niet ie vergeten! Waar heb ik
dat gelaat van die Jood eerder gezien?
Gisteren nog, een zelfde melancholische
zwartheid en gelaatsexpressie van
figuur, op een schilderij van Titiaan
het Louvre Een andere, zwart-kroezige
Jood zag ik, met blote armen, zo uit zijn
werk gelopen, en met een soort
goudkleurig voorschoot aan.
drag van
amibts- er
doende is
groting v
Verder
f 1 millioen met het oog op het ver
krijgen van eigen gebouwen en 'n aantal
plaatsen voor de ambassades en gezant
schappen. Onderhandelingen hierover zijn
reeds gaande in Buenos Aires, Bonn, Lon
den, Parijs en Ottawa.
reglement van de buiten
landse dienst kent thans bij eerste vesti
ging van een chef de poste aan een di
plomatieke vertegenwoordiging in het
buitenland een vergoeding toe van
f25.000. In bijzondere gevallen kan dit
bedrag worden verhoogd tot f 40.000. Het
bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd van enige ambtenaren op de oe-
langrijkste posten, de noodzakelijkheid
ambtenaren op klimatologische of
moreel bijzondere zware posten na twee
of drie jaar af te lossen en de oprichting
enige nieuwe posten zullen in 1953
waarschijnlijk leiden tot een groter aan
tal mutaties op hoog niveau dan gewoon
lijk. In verband hiermede wordt een ver
hoging van het onderhavige artikel aan
gevraagd van f200.000.
Waar de fiscus zijn
geld haalt
Hieronder volgen de vermoedelijke
belastingopbrengsten in 1953, 1952
aftrek van de bedragen die toekomen
i het gemeentefonds, het provincie
fonds en (bij de accijns op gedistilleerd)
het landbouwegalisatiefonds.
1953 1952 1951
Een schilderachtig doorkijkje in dat andere Parijs,
dat de toerist doorgaans niet bezoekt
Van 17de Atrika-expeditie teiug
Dr Paul Julien per kano door
rivier vol krokodillen
Onbekende stam ontdekt bij bloedonderzoek
onder dwergvolken in oerwoud
NA EEN MOEIZAME, vele duizenden kilometers lange tocht door het
oerwoud van de Midden-Congo is de bekende Nederlandse rassen-
kundige dr Paul Julien van zijn zeventiende Afrika-expeditie teruggekeerd.
Het gevaarlijkste deel van zijn reis was de tocht door de moerassen van
de Ndaki-rivier, eerst per stoombarkas en later, toen grasmassa s de door
vaart versperden, per kano. „De rivier wemelde van krokodillen en in aan
grenzende moerassen hoorden wij het geplas van nijlpaarden, die wij door
het metershoge riet niet konden waarnemen, maar die blijkens de deining
in het water niet veraf konden zijn. Tegen het vallen van de avond werd
de toestand zo hachelijk, dat wij moesten terugkeren", vertelde dr Julien.
Het doel van de expeditie was, evenals
de vorige keren, een onderzoek naar de
verspreiding van de bloedgroepen onder
de Afrikaanse dwergvolken. Ditmaal
richtte men zich geheel op de nog onbe
kende Zuidelijke Babongo-pygmeeën in
Frans Equatoriaal Afrika, tussen de 2 en
4 graden Zuiderbreedte. De grote schuw
heid van deze oerwoudbewoners en de
enorme uitgestrektheid van het woud,
dat slechts om de 200 300 km door een
weg doorsneden wordt, maakten het tot
een bijna onuitvoerbare taak om van
500 dwergen bloedmonsters te verzame
len. Tenslotte is dit echter toch gelukt
en dank zij een meegevoerde volledige
laboratoriumuitrusting kon het bloed ter
plaatse worden onderzocht.
Voor het eerste in de geschiedenis
Werd hierbij aan pygmeeën het zgn.
sikkelcel-onderzoek verricht. Het aller
eerste bloedonderzoek bij deze stammen
bracht dr Julien op zijn naam in 1933,
lang voordat de koloniale autoriteiten de
noodzaak inzagen deze snel verdwijnende
primitieven in hun onderzoekingen te
betrekken. De algehele gezondheidstoe
stand van de Babongo is volgens dr
Julien buitengewoon slecht
Bij een van zijn tochten ontdekte de
onderzoeker een groep van ongeveer
1000 pygmeeën, die in de litteratuur nog
totaal onbekend was. Als eerste
Europeaan kon dr Julien in een oerwoud
heiligdom van de Bangombepygmeeën
doordringen en de gevreesde Dyenge-
fetisch aanschouwen. Tevens kwam vast
te staan, dat de Westelijke pygmeeën
inderdaad geheime genootschappen be
zitten, waarover tot nu toe twijfel be
stond.
Rode teneur tegen kerk
Ned. pater berooid uit
China terug
Door 16-jarigen beschuldigd
van spionnage
Berooid en beroofd is pater P. K?elne,
diie vijf jaar al missionaris in de pro
vincie Kiang Si in Centraal-Ohina heeft
gewerkt en de omschakeling van
nationalistisch op het communistisch be
wind heeft meegemaakt, in Groningen
teruggekeerd.
Pater Kleine vertelde, dat in Juni 1950
een zuivering, gericht tegen de nationa
listen in het aartsbisdom van Nanikha
Nanchang meer dan tien diuizend perso
nen zonder enige vorm van proces zijn
gefusilleerd. Het missiewerk ondervond
grote tegenwerking. Kinderen berieden
de 8 jaar mochten niet meer naar de
Kerk en er werden Lastercampagnes ge
voerd legen de paus. Men wilde de na
tionale kerk als tegenhanger van d*
kerk van Rome. In December 1951 v^erd
de 'lelegaat van de Paus in China ver
bannen. Verscheidene Chinese priesters
werden hierna gearresteerd. Hoewel
pater Ileine aanvankelijk zijn werk kon
voortzetten, werd hij later toch gevan
gen genomen, kreeg eerst kamerarrest
en werd tenslotte met zijn vicaris voor
een volksgcrecht gebracht met nog
enkele leden van de Kath. Actie. Door
16-jarige personen werd hij beschuldigd
vjn spionnage, het bederven van de
jeugd en fascisme. De nationale kerk
werd officeel verklaard en de aartsbis
schop werd gevangen genomen. Pater
Kleine werd in Augustus jl. het laad
uitgezet.
Vergoeding minister van
Buitenlandse Zaken
wordt verdubbeld
Daar het tot dusver uitgetrokken be-
f20.000 als vergoeding voor de
i representatiekosten van de mi-
in Buitenlandse Zaken onvol-
gebleken, is deze post op de be.
oor 1953 verhoogd tot f 40.000.
is er een bedrag uitgetrokken
Meer en meer valt de laatste tijd
het zoeklicht van de publieke be
langstelling op de „stillen in den
lande", die vaak onopgemerkt in
hun vrije tijd wonderen van kunst
vaardigheid scheppen, tot een of
andere tentoonstelling hel werk
hunner handen recht doet weder
varen. Onze stadgenoot, de 23-j. J.
van Triet van de Haarlemmerweg,
heeft zeshonderd uur gewerkt aan
dit prachtige model van het vlagge
schip van de Holland-Amerikalijn,
de „Nieuw Amsterdam". Het model
heeft een lengte van 93 centimeter.
Aan materiaal gebruikte de knut
selaar, die in het gewone leven
electricien is, hout, koper, blik en
plaatijzer. Alleen voor het maken
van de railing moest hij ongeveer
2000 koperen nageltjes aan elkaar
solderen. Nog maar nauwelijks was
dit werkstuk gereed, of de heer
van Triet heeft zich geworpen op
de bouw van een modelschip, dat
radiografisch bestuurbaar zal zijn-
De foto toont de bouwer met zijn
fraaie schepping.
millioenen guldens
1.068 1.158 1.078
779 837 1.041
356 401 365
240 275 279
(uitgedrukt ir
Omzetbelasting
Inkomstenbelasting
Loonbelasting
Vennootschapsbelast.
Invoerrechten
Accijns op tabak272 254 267
Vereveningsheffing
Accyns op gedistilL
Rechten op successie
overgang en schenking 80 76 84
Motorrijtuigenbel. 80 70 62
Vermogensbelasting 76 71 79
Dividendbelasting 58 49 52
Accijns op suiker.... 40 45 78
Accijns op bier15 14 15
Commiss.belasting 8 7 8
Buitengewone heffingen:
Vermog.aanwasbel. 75 35 64
Verm.heffing ineens 15 15 17
Nog groter vracht voor
ooievaar
Op 11 September bracht de ooievaar
in één moeite door bij een moeder en
een dochter uit het gezin Pot te Sint
Maartensdijk op Tholen een jonge
wereldburger.
Natuurlijk komt er thans uit Ame
rika, al is het deze keer dan Zuid-
Amerika, een bericht van een nog
economischer ooievaar.
Het Franse persbureau A.F.P. seint
namelijk dat een vrouw, haar moeder
en haar grootmoeder in de Braziliaan
se stad Caicara ieder op hetzelgde uur
en op dezelfde dag het leven schonken
aan een mannelijke tweeling.
Als de deur weer open gaat:
Jonge provincie Br its Columbia ontwikkelt zich snel
De heer C. A. van der Gugten uit New Westminster, Brits Columbia,
Canada, oud-abonné van ons blad, zond ons enige indrukken als reactie
op minder juiste voorlichting, gegeven voor emigranten die nog niet zo lang
in Canada werken en dan nogal alarmerende berichten naar Nederland
zenden. De belangrijkste passages uit zijn brief laten wij hier volgen.
Emigreren is en blijft een harde zaak, ging heeft geëist van 50 doUarcent per
en elke emigrant, die met de illusie naar j uur in een poging het uurloon op 2.50
Canada komt. dat hij het na één of tweedollar te brengen. De grote aannemers
jaar wel dik voor elkaar zal hebben, zalachten dit onbillijk en wachten met het
door de feiten ontnuchterd worden, zo j uitvoeren van grote projecten tot er eer
schrijft de heer Van der Gugten. Dat ernieuw contract is gesloten met de vak-
bijna geen werk zou zijn op het ogen- j bonden. Een tactische zet dus in verband
blik is nonsens. Inderdaad, er zijn meer
werklozen dan verleden jaar om deze
tijd. Wat is daarvan echter de oorzaak?
Door de snelle ontwikkeling van Brits-
Columbia het laatste jaar ik noem
o.a- de bouw van de aluminiumstad Kiti-
mat, het aanboren van olie en gas. vesti
ging van nieuwe industrieën heeft
deze provincie een groot aantal arbei
ders aangetrokken uit andere provincies.
Daarnaast zijn hier de eerste helft van
dit jaar duizenden emigranten aangeko
men, die allen aan de ..labour-pool" van
B-C. zijn toegevoegd. Voorts zijn er veel
emigranten, die. na net eerste jaar op
een boerderij gewerkt te hebben, naar
New Westminster of Vancouver komen
om in de industrie werk te zoeken- Het
is heus niet zo verwonderlijk, dat al deze
mensen niet direct een geschikte baan
kunnen vinden. Te verwonderen is het
eigenlijk, dat er niet meer werklozen
zijn, gezien de grote toevloed van werk
krachten.
T)e postzegel en
macht in
de strijd om de
Serawak
(DOOR G. I. PEELEN)
jyE laatste maand hebben de dagbladen
bij herhaling melding gemaakt van
communistische onlusten in, en spelde-
prikken van stoottroepen öp de jongste
Engelse kroonkolonie Serawak, een deel
van Noord-Bomeo, dat ons nog steeds
interesseert als buurgebied van ons voor
malige Borneo.
De geschiedenis van Serawak is inte
ressant genoeg, om er aan de hand van
zijn postzegels eens bij stil te staan.
Oorspronkelijk heerste over dit ge
bied de sultan van Brunei. In 1839 braK
een ernstige opstand uit. De jonge En
gelsman Sir James Brooke, in dienst der
Engelse Oostindische compagnie, bood
de sultan van Brunei zijn diensten aan
by het onderdrukken van de opstandige
beweging. Dit lukte hem wonderwel, en
Brooke liet niet na, de sultan duidelijk
te maken, dat zijn hulp niet pro deo ge
weest was. Hij dwong hem practisch een
deel van het zo juist gepacificeerde ge
bied af te staan, dat hij zelfstandig en
onafhankelijk ging besturen, terwijl hij
voortdurend zyn eigen gebied, Serawak
genoemd, trachtte te vergroten ten koste
van het sultanaat Brunei.
In 1863 droeg Sir James zijn gezag
als radja over aan zyn neef,
Charles Brooke, en deze stelde in
zijn gebied onder Brits protectoraat.
Van 1841 tot 1946 regeerde daar in Se
rawak onafgebroken zo een lid der
familie Brooke, en tot 1946 hebben de
postzegels ook steeds het portret
een Brooke gedragen. Onze afb. 1 i:
van Sir Charles Vigner Brooke. Sera
wak ontliep evenmin als ons Borneo de
bezetting. Het werd
door de Engelsen be
vrijd. die het gebied
enige tijd onder mi
litaire controle hiel
den. en als bewijs
daarvan de zegels met
de Beeltenis van
Brooke overdrukten
met B.M.A. (British
Military Administra
tion) (afb. 2). Of de
Engelsen deze mili
taire bezetting onno
dig lang rekten om
pressie op Brooke te
kunnen uitoefenen.'
zijn gebied aan En
geland af te staan, is
mij niet bekend. Feit
is echter dat Sir
Charles Vigner
Brooke, die Serawak
sinds 1917 bestuurde.
In 1946 zijn rijk aan
Engeland overdeed.
Het gebied werd on
middellijk een Engel
se kroonkolonie, en
even haastig maakten
de postzegels dit
wereldkundig door de opdruk: gekroon
de G. R. (George Rex) (afb. 3).
Terstond werd ook een grote defi
nitieve serie voorbereid, die thans
in gebruik genomen is, en waarvan we
u in afb. 4/9 enkele staaltjes tonen kun
nen: een prachtige, kleurige, leerzame
reeks gewijd aan flora, fauna en folk
lore van dit land, echt een spiegel dus
van land en volk en een lust voor de
beeldverzamelaars. Afb. 4 vertoont een
merkwaardigheid uit de vlinderwereld,
de mooist gekleurde vlinder ter wereld,
genoemd naar de radja Brooke: Troldes
Brookiana. Afb. 6 geeft eveneens een
zoölogische bijzonderheid: de tarsius
spectrum borneensis, een wonderlijk
aapachtig dier, met lange draadachtige
tenen met zuignappen. Het vreemde
nachtdier valt vooral op door zijn grote
klep-ogen en maakt 's nachts een geluid
als een kikvors, terwijl het zich met
sprongen van tak tot tak voort be
weegt. Afb. 7 beeldt een soort mieren
eter af; de inboorlingen gebruiken zijn
geschubde huid voor hoeden en kleding.
Afb. 5 is gewijd aan de wonderlijke
dodencultus der inlanders: een prachtig
besneden doodkist, opgericht op eer
hoge paal. Op afb. 8 zien we een veld
smidse van de Kelabit stam, die daarop
prachtig bewerkte krissen en klewangs
smeedt, terwijl afb. 9 een jonge schone
van een andere stam, die der Kayans,
toont. Evenals haar Balinese zuster het
i bovenlijf ontbloot, gekleed in sarong,
zilveren bloemen in het haar, en vele
prachtige armbanden van de pols af
omhoog.
met eventuele stakingen.
Onstabiele economie
Men moet niet vergeten, dat B-C- een
jong land is. één van de minst ontwik
kelde provincies van Canada. Dit brengt
met zich mee, dat de economie var
provincie op het ogenblik nog wat
stabiel is, al verbetert dit snel. De hout
industrie en de visserij nemen daarbij
;n belangrijke plaats in.
Men is juist begonnen van de onuitp.
telijke olie- en gasbronnen van Alberta
Noord-B.C- een pijpleiding van dui
zend mijl lengte te leggen naar New
Westminster en Vancouver. B.C. heeft
vérder een geweldige reserve aan nog
onontwikkelde hydro-electrische kracht.
In het komende jaar zal ongeveer één
millioen pk aan het reeds bestaande no-
tentieel worden toegevoegd.
Deze geweldige voorraad van goed
kope electriciteit en brandstof trekt nu
reeds veel industrie aan. zodat, voor-
bekend, de komende jaren een
ongekende industriële uitbreiding te zien
zullen geven. Als een emigrant dus
durft te schrijven: „Wij vragen ons wel
eens af hoe men nog emigranten naar
Canada durft te zenden" zou ik willen
antwoorden: omdat de emigratie-auto
riteiten meer inzicht en verstand hebben
dan een emigrant, die pas komt kijken,
van de economie niets afweet en niet
verder kijkt dan zijn neus lang is-
Wat de statistiek zegt
De statistieken bewijzen, dat de omzet
van de détailhandel in B.C. klom van 800
millioen dollar in 1947 tot 1138 millioen
in 1951. De visserijomzet steeg van 58
millioen in '47 tot 90 millioen in '51, en
ga zo maar voort. De banken doen meer
zaken dan ooit tevoren. Dat een emigrant
kan 'klagen, dat hij bijvoorbeeld in de
turf moet werken, tekent zijn aard wel
heel duidelijk. Had hij dan verwacht,
dat de mooie baantjes voor het opschep
pen liggen? In de turf is goed geld te
verdienen en het werk is niet zo zwaar
als het wel lijkt.
Er zyn hier nog veel mogelijkheden,
die in Nederland te enenmale ontbre
ken. Alle emigranten zien die mogelijk
heden echter niet, laat staan dat
capaciteiten en het zakelijk inzicht heb
ben om ze te realiseren.
Canada is een goed land en Brits
Columbia is de beste provincie met een
goed klimaat en een prachtige natuur.
De ontwikkeling verkeert nog in
beginstadium. Hier kan nog van alles
uit groeien.
(Zoals onlangs op het congres van di
Chr. Emigratie Centrale is duidelijk ge
maakt, staat de emigratie practisch stop
tot 1 Januari a.s. De kansen voor land
bouwers blijven in Canada het grootst-
Red. N.L.C.).
Wethouder J. van Tilburg van Rot
terdam is benoemd tot lid der Prov.
Staten (vacature-mr L. A. Donker, P. v.
d. A.)
Uit de peis
Ex-minister Rutten
HETChr. Gymn, en Midd. Onder
wijs heeft met verwondering ken
nis genomen van het aftreden van minia-
Rutten;
,Het is wel heel moeilijk aan te nemen,
dat hy uit eigen beweging is heengegaan
op het moment, dat de Staten-Generaal
op het punt stonden drie juist door hem
ingediende wetsontwerpen te behande
len. Onmogelijk is het natuurlijk met,
is op zijn minst merkwaardig,
dat hij zijn ambt zou willen neerleggen
i.i het tijdsgewricht, waarin de oogst van
vier jaren noeste arbeid hem juist in de
schoot zou vallen. Wel kan zyn opvolger
de verdediging van hem overnemen,
maar dat zou in de geschiedenis van de
wetgeving op het gebied van het V.H.
M.O. iets nieuws zijn. Ook minister Rut
ten verklaarde vier jaar geleden, dat hij
wilde voortbouwen op het werk van zijn
voorganger en dat hy geenszins zou laten
liggen, wat klaar of gedeeltelijk klaar
was. Het resultaat van de overpeinzingen
van de nieuwe Excellentie was echter,
da* het ontwerp-Gielen ter zijde werd ge
schoven, tengevolge waarvan het tot het
einde van de ambtsperiode moest duren,
dat er nieuwe ontwerpen gereed waren,
die nu opnieuw de kans lopen niet in
behandeling te komen.
Er is dus oorzaak om het heengaan
van minister Rutten te betreuren. Onze
categorie van onderwijs, trouwens ook
het H.O., heeft dringend behoefte aan
een wetgeving, welke op de hoogte is
van deze tijd. En uit de nieuwe ontwer
pen op het V.H.O. en het A.M.O. kon iets
goeds te voorschijn komen, wanneer de
Tweede Kamer ze nog eens critisch zou
bekijken, welke gelegenheid ze wel niet
zou nebben laten passeren".
Atoomproblemen
DE Baltimore Sun schrijft over
de mogelijkheid om gebouwen te
construeren, die bestand zijn tegen de
ontzaglijke uitwerking van de luchtdruk
by een atoombomaanval en over een
atoomprobleem, dat nog belangrijker is
den drift, het volgende:
„De mensen waren sceptisch gestemd,
toen Frank Lloyd zei, dat hij een gebouw
had ontworpen, dat tegen aardbevingen
bestand was, nL het Imperial Hotel in
Tokio totdat het gebouw een aard
beving doorstond.
Niemand zal waarschijnlijk lachen om
het bericht, dat het mogelijk is gebleken
gebouwen te ontwerpen, die bestand zyn
tegen de luchtdruk bij een aloomaanval.
Alle verstandige mensen hopen, dat er
nooit een atoomoorlog zal komen, maar
het is geruststellend te weten, dat, als
het zover mocht komen, de mannen, die
belast zijn met het commando over de
verdediging van dot land, in staat zullen
z.j-1 door te gaan met him allerbelang
rijkste taak in gebouwen zonder ramen,
die de geweldige luchtdruk van een
atoomontploffing kunnen opvangen,
absorberen en daarbij voor zware be
schadigingen gevrijwaard blijven.
De ontwerpers beweren echter met,
dat ze het wezenlijke vraagstuk van onze
tijd hebben opgelost. Dit wezenlijke pro
bleem is het voorkomen van een atoom
oorlog en de manier om het op te lossen
is de manier, die wij gekozen hebben:
dc kracht van een vrije wereld te ver
groten tot het punt is bereikt, dat geen
aggressor het meer zal durven wagen om
de eerste bom te loten vallen".
De eigen taal
HOE komt het. dat velen moeite hebben
met het hanteren van de eigen taal?
Volgens het Haarlems Dagblad
moet als één der oorzaken worden aan
gemerkt: de noodzaak van het leren van
vreemde talen- Het blad schrijft;
„Sinds 1900 is de erkenning van die
noodzaak gestegen, het aantal lezers
vooral van Engelse en Amerikaanse lit
teratuur is enorm toegenomen ten na
dele van de Nederlandse, vooral bij de
jeugd en heeft een versnippering van
belangstelling zich doen gelden. Buiten
landers tonen vaak bewondering voor d*
veeltaligheid van een betrekkelijk groot
aantal Nederlanders, maar zij weten niet
kunnen ook niet weten, dat tegenover
dit voordeel een nadeel staat
Jonge mensen worden vaak veel meer
geboeid door buitenlandse romanllttera-
dan door de Nederlandse, niet uit
gebrek aan nationaal besef, maar omdat
:y zich niet willen beperken, omdat zij
verder willen zien dan onze grenzen,
omdat hun een tempo boeit dat zij bij
schrijvers meestal vergeefs zoeken-
Vóór 1900 leefde ons volk ongetwijfeld in
voel sterker afzondering en beslotenheid.
Maar ook in de vorige eeuw. in de zes
tiger jaren, klaagde Busken Huet ook
de slechte taalbeheersing- Al wat
wij kunnen doen om onze letterkunde
journalistiek te bevorderen en te
verbeteren, opdat hat aantal beteren to«-
en daarmee sterker greep op de
worde uitgeoefend, zal weldaad
zijn".
R.K. en Labour
TJET Italiaanse blad II Quotidiano
bevatte een opmerkelijk artikel over
de houding van de Engelse R.K. tegen
over de LabourpartiJ. Het volgende heb
ben we er aan ontleend:
„De meerderheid van de Engelse R.K.
is het eens met het bestaan van de La-
bourpartij. Zij worden in de partij ver
tegenwoordigd door naar voren tredende
figuren, zoals Lord Pakenham. die kort
geleden de Engelse R.K- weer eons heeft
opgeroepen tot spontane medewerking
aan het politieke leven Lord Pakenham
ziet met recht de gevaren, dat de Chris
telijke en met-conformistische traditiea
van de Labourparty langzaam teniet gaan
en dat het Engelse socialisme, dat zich
in het verleden altijd heeft gedlstancieerd
van het theoretische Marxisme van het
continentale socialisme, nieuwe ideeën en
een nieuw program zoekt- Deze leemte
in de ideologie van het Engelse socialis
me kan naar de mening van Lord Paken
ham gevuld worden met principes van de
R.K. sociologie. Nu zyn de Engelse RX.
i de vakvereniginge. en organisaties wel
;terk vertegenwoordigd, maar ze beschik
ken niet over een woordvoerder om hun
ideeën te propageren, zoals byv. de vol»
gelingen van Bevan zo goed begrepen
hebben. Terwyi de RK. op academisch
niveau debatteren over de juistheid van
éen of ander standpunt, winnen Bevans
radicale jongeren, zowel ln de Labour-
party als ln de vakverenigingen, steeds
meer terrein. Dit vereist een gedurfder
optreden van de Engelse R.K. en een
intensiever deelnemen aan het politieke
leven. Van de RK. ln Engeland zal het
uiteindeiyk afhangen, of de Neo-Marxia-
ten uit de school van Bevan de teugelj
van de Labourparty ln handen zullen
nemen, of dat de party haar doelstellin
gen en haar politiek beter in overeen-
I stemming met de Chr. beginselen zal
I kunnen brengen".