HERFST
Naar
Spanje
ontboden
C333S39
Hoe een ondeugend prinsesje
een lief prinsesje werd
2
ZONDAGSBLAD 20 SEPTEMBER 1952
KORTE INHOUD VAN HET VOORGAANDE
Hoe Koning Philips
tegenstanders uit de weg ruimde
leeg had gestaan,
dichtstbijzijnde doi
door K. Jonkheid
zending naar S nje
Bij terugkomst uit Brussel bracht hij
de Jobstijding mee. Margaretha had de
Markies van Bergen (op Zoom), over
wie ze in gelijke zin geschreven had,
naast De Montigny aangewezen voor de
taak, bij koning Philips de belangen van
het Nederlandse volk en verzachting
van de plakkaten te bepleiten.
De barones schreide, woest en harts
tochtelijk. ,Jk zal je nooit terug zien",
kreet ze. „Ons kindje zal geboren wor
den. terwijl jij in het akelige Spanje zit
Het zal zijn vader nooit kennen."
Haar man trachtte haar te kalmeren,
maar ze barste los m felle woorden
„Wat een hardvochtig vrouwmens, om
ons nu reeds te scheiden, terwijl ze
weet dat wij pas getrouwd zijn! Kan ik
niet mee naar Spanje?"
Neen, dat kon niet
Wel wou de baron zijn beide pages
meenemen. Hij verzocht zijn vrouw, te
zorgen voor hun uitrusting. Dit gaf haar
weldadige afleiding. Ze zorgde voor
fraaie kleding, geborduurde sjerpen en
versierselen, zodat haar neven een goed
figuur zouden maken.
De heren Bergen en Montigny voelden
zich beklemd, onrustig. Zij verzochten
de Landvoogdes, een speciale koerier te
zénden met aanbeveling van hun per
soon en uiteenzetting van de aard van
hun zending.
Er gingen brieven. Uit de omgeving
van de Landvoogdes. Alle vol vaise
beschuldigingen cn insinuatie's inplaats
van aanbeveling.
De datum van vertrek werd vastge
steld op 30 April 1566. Maar er kwam
een kink in de kabel De Heer van
Beigen kreeg als toeschouwer bij een
balspel zulk een sloot van een bol dat
hij op de grond viel en met een bloe
dende wond aan zijn been bleef liggen
Antiseptische wondverzorging was nog
onbekend, men gebruikte weegbreebla
den of spinrag. De volgende dag lag de
gewonde met hoge koorts
Landvoogdes Margaretha, achterdoch
tig als alle onoprechte mensen, ver
moedde een voorwendsel en zond tei
controle haar lijfarts met een brief
waarin ze haar grote bezorgdheid uitte
over de toestand van de Markies, hem
verzekerend van haar hartelijk meele
ven, waarom ze hem haar eigen lijfarts
zond ter behandeling van de wond.
De arts constateerde, dat voor volle
dig herstel een maand rust noodzakelijk
Nu wenste De Montigny ook uitstel,
maar zag daar van af, toen niet alleen
de Landvoogdes, maar ook de met hem
bevriende edelen, die haar in het begin
van dezelfde maand hun Smeekschrift
hadden aangeboden, aandrongen op
Toen gebeurde er weer iets. Floris
sprong wat wild van zijn paard en be
zeerde zijn knieschijf zo ernstig, dat ook
hij volkomen rust moest houden.
De Montigny en zijn gade zagen in
deze ongelukken een kwaad voorteken
en namen afscheid onder grote droef-
Zo vertrok De Montigny, vergezeld
van zijn secretaris, zijn major-domus
als verzorger van de huishouding en
zijn neef Arthur als page.
Een maand later vertrok ook de Heei
van Bergen.
In Juni arriveerde De Montigny te
Madrid en werd reeds de volgende dag
mei groot ceremonieel en eerbetoon
door de koning ontvangen
Philips, geraffineerd en uiterst be
kwaam in het verbergen van zijn ge-
gedachten, slaagde volkomen
De Montigny toegang tot de koning,
drong aan op spoed bij het nemen van
gunstige beslissingen, maar kreeg ont
wijkende, op de lange baan schuivende,
hoewel vriendelijke antwoorden. Alles
was ernstig in overweging, geen over
haaste beslissingen, te rechter tijd zou
alles goed komen.
Het was tragisch en weerzinwekkend.
De Montigny, eerlijk en openhartig,
spande zich in en pleitte voor zijn volk,
terwijl over zijn hoofd heen een corres
pondentie werd gevoerd vol lasterlijke
aantijgingen en de koning hem aan 't
lijntje hield met mooie woorden em met
beloften, die hij nooit zou willen vervul
len.
De enige, die het valse spel doorzag,
was de Prins van Oranje. Maar de
dere edelen geloofden hem niet. 1
gers met inzicht en levenservaring ge
loofden hem wel en verwonderden zich,
dat verstandige mannen als Bergen en
De Munugny zo t-Mi-dgelovig het gevaar
in de armen liepen.
Het volk uitte zijn wantrouwen in
schotschrift en spotprent, waarvan een de
Landvoogdes uitbeeldde, de twee Heren
uitgeleidend, maar met het sarcastische
onderschrift: Siet. ick sende u als scae-
pen int midden der wolfc.
Philips en zjjn omgeving werkten ver
der, zonder enig advies te vragen, zon
der enige mededeling te doen aan De
Montigny.
konings beslissing gevallen was. De
Apostolische Inquisitie zou worden ver
vangen door een Episcopale, de plak
katen zouden gematigd kunnen wor
den mits een passend ontwerp daa-toe
zou worden voorgelegd, de Landvoogdes
zou worden gemachtigd kwijtschelding
van straf af te kondigen, zodra haar
zulks goeddacht. Indien deze besluiten
niet onmiddellijk rust en orde deden te
rugkeren, zou de koning gebruik ma
ken van de gewapende macht.
Dus alles onzeker en vaag. Behalve de
bedreiging met gewapende macht.
De Montigny antwoordde met onge
hoorde vrijmoedigheid, dat dit besluit
de ondergang van de Nederlanden
betekende; dat de koning blijk
baar zich weinig interesseerde voor
het onbeduidend lapje grond het
welk van zeer geringe betekenis"
geacht scheen te zijn in diens grote
rijk; dat hij niet kon begrijpen, wie de
koning deze slechte raad had gegeven;
dat. alle Nederlandse edelen hun diensten
aan de Landvoogdes zouden eindigen en
zich terugtrekken op hun goederen en
dat hü. De Montigny, zulks ook deed en
daarom de koning toestemming ver
zocht, naar zijn land terug te keren.
De koning, verrast door deze kloek
moedige taal, kreeg een kleur van..
Van woede en ergernis? Van schaamte?
Van schrik en stille vrees?
Maar hij antwoordde volkomen be
heerst, dat hij de gevraagde toestem
ming zou verlenen en voegde er enige
woorden van waardering voor de dien
sten acr Nederlandse missie bij.
Niet alleen voor De Montigny, ook
voor de gematigde elementen aan het
Spaanse Hof was 's kqnings beslissing
een pijnlijke nederlaag. De agressieve
groep onder» leiding van de Hertog van
Alva had getriomfeerd.
Montigny vertelde zijn neef en page:
„Binnenkort gaan we naar huis."
„Weet u bet zeker?"
„De koning heeft het beloofd."
„Ik hoop het", zuchtte Arthur hart-
ngetwij-
kende jonge Spanjaard, page
Prins van Ebolie, de vertrouwensman
van Philips. Ook die relatie beviel hem
De Montigny verlangde naar zijn huis,
zijn jonge vrouw en zijn dochtertje, dat
kort geleden geboren was. Bezorgd om
vrouw en kind was hij niet. Zijn ouders
leefden nog, zij waren bedaagde nen-
sen, maar vooral zijn enige broer, de
jonge Graaf van Hoorne, zou
feld bijstand en bescherming
Inmiddels was ook de Markies van
Bergen gearriveerd. Ook hij werd met
eerbewijzen ontvangen, kreeg een ka
mer naast die van De Montigny en tot
taak. de koning 's morgens te wekken
en Zijne Majesteit bij diens maaltijden
te bedienen. Op zijn verzoek kreeg ook
hij de belofte, spoedig naar zijn land te
zullen terugkeren.
Maar Philips dacht er niet aan, zijn
toestemming daartoe ooit te verlenen.
Het tweetal was te gevaarlijk. Boven
dien behoorden beiden tot de rijksten
der Nederlandse edelen. Verbeurdver
klaring van hun goederen ten bate van
de Kroon Beide scherp getande vette
snoeken uit dat vervloekte waterland
waren argeloos in de fuik gezwommen,
ontsnappen mocht niet mogelijk zijn.
Toen Arthur zijn Spaanse vriend ver
telde, dat hij terugging naar zijn land,
kwam op diens gezicht een ondoorgron
delijk, enigszins meewarig lachje. Met
blikken waarin een zekere welwillend
heid lag bekeek hij Arthur, knappe,
slanke, door de Spaanse zon gebruinde
jongen, van top tot teen en zei: „Je
bent een allerliefst lammetje." Toen Ar
thur vragend keek en verwonderd
zweeg, voegde hij er bij: „En je mees
ter is een schaap."
Plotseling kwam voor de Heren Ber
gen en De Montigny het bericht, dat de
koning een spoedvergadering van de Raad
van Ministers had saamgeroepen en
hun aanwezigheid nodig was.
(Vervo q op p,io 6)
blad
Wij allen vallen af als
en onze misdaden voeren ons
henen weg als een wind.
Jesaja 64 6b.
QOD heeft ieder ding schoon gemaakt
op zijn tijd, zegt de Prediker.
Dat geldt ook van de herfst, die Dins
dag weer begint. Nog kort geleden
zagen we het frisse lentegroen ont
luiken en vernieuwde God na lange
wintertijd het gelaat des uardrijks.
De zomer met zijn warmte is weer
voorbij.
Toch heeft ieder jaargetijde zijn
natuurschoon. De Schepper heeft over
het herfstblad een glans verspreid,
welke alleen gezien wordt door hen,
wier ogen daarvoor geopend zijn.
Vooral, wanneer we in de natuur ons
eigen leven zien weerspiegelen.
Dan kan een vallend en dwarrelend
herfstblad een preek zijn, waardoor
we gegrepen worden evenals de pro
feet Jesaja hiervan schrijft.
Prof. v. Oosterzee heeft van zulk
een afgevallen blad, dat in zijn venster
bedoelipg, De Montigny te i..M-
leiden.
In het onderhoud dat twee uren duur
de en dat de volgende dag nog twee
uren werd voortgezet, stelde hij vragen,
verlangde inlichtingen, peilde en onder
vroeg. maar alles zeer vriendelijk en
voorkomend.
De Montigny antwoordde, overhandig
de zijn instructie's en drong aan op be
slissingen op korte termijn en spoedige
oplossingen der nijpendste moeilijkhe
den.
- -£5£-'V:-
blijd, geloofde deze plechtige beloften.
Maar er gebeurde niets.
Nog enige malen vroeg en verkreeg
'whirl)
C*.- *r
„Daarom worden de bladeren zo spoedig mogelijk weggeveegd
woei, zo treffend gezegd: „De dood
heeft mtj een brief geschreven."
Bekijkt dat afgevallen blad eens
goed. Hoe geel en bruin is 't gewor
den, terwijl 't nog aan de boom zat.
Zo is ook ons leven een gestadige
dood. Dat eens zo groene blad is ver
bleekt, toen 't geen sap meer uit de
takken trok. 't Is verdroogd door de
hitte van de zomerzon. En hel kan
zelfs tot in de lente nog aan de boom
hangen, maar 't moet vallen. De band
met de boom wordt verbroken en de
wind voert het weg. Soms wordt er
zelfs een groen blad met geweld af
gerukt, een blad dat nog maar nau
welijks ontvouwd is. Een nachtvorst
kan zelfs 't jonge lentegroen doen
sterven. Welk een sprekend beeld van
ons menselijk leven. Gedenkt daarom
aan uw Scheppef in de dagen uwer
jongelingschap, want gelijk zulk een
blad is ons kortstondig leven.
Onze misdaden en zonden hebben
het levenssap onder ons weggetrokken,
zodat we verdorren als een blad, eer
't afvalt. Onze misdaden hebben de
storm van Gods oordeel opgewekt,
welke als een wervelwind de verdorde
bladeren van de boom afdrijft.
Er zijn geen twee bladeren aan een
boom precies hetzelfde, maar dit heb
ben ze alle gemeen, evenals alle
mensen, zij vallen naar beneden op de
grond. De wind mag nog een ogenblik
er mee -spelen en het dwarrelende
blad mag nog eens hoog in de lucht
zweven, straks ploft 't op de aaide en
't blijft daar liggen, niet meer be
wonderd, geen schaduw gevend, maar
veracht en vertreden. Niemand lel er
meer op. Ja 't kan hinderlijk zijn voor
onze voet, we kunnen op zulk een
verrot blad uitglijden en daarom wor
den ze zo spoedig mogelijk wegge
veegd en op de mesthoop gebracht,
om tot 't stof tveer te keren. Zo worden
wij allen eenmaal gezet in 't graf en
de dood zal ons afgrazen, tot er niets
meer overblijft. En dat alles om onze
zonden en misdaden als een oordeel
Gods.
Maar nu keren we nog eens terug
Lot die kale takken. En wat zien we
daar? Op de plaats waar 't blad is
afgevallen zit weer een nieuw knopje,
dat de winterkoude kan doorstaan en
in de lente opnieuw uitbot en weer
een nieuw blad geeft. Zo volgt 't ene
geslacht 't andere op, maar 't tvijst
ons ook op 't nieuwe leven der op
standing tot een eeuwige lente voor
allen, die hun zonden en misdaden
hebben leren kennen en belijden en
door 't geloof in Christus als de Le
vensboom zijn ingeplant door de we
dergeboorte van Boven uit de Heilige
Geest. Van Hem en van allen, die met
Hem verbonden zijn door een levend
geloof tot rechtvaardigmaking spreekt
de dichter van Ps. 1 :3: „De recht
vaardige zal zijn als een boom, welks
blad niet afvalt."
Zo heeft ook dit blad papier geen
waarde meer als het gelezen is. Ja, de
wereld gaat voorbij met al haar be
geerlijkheid, maar die de wil Gods
doet blijft tot in het eeuwige leven,
want het Woord Gods bestaat tot in
eeuwigheid.
Gelooft ge dat?
7.
onz€ J€uqó-p&qindAf=
IN een land, dat hier ver vandaan
ligt, woonde vroeger eens een
prinsesje Ze woonde bij haar vader,
die een machtig koning was, in een
prachtig paleis. Voor het paleis was
een grote tuin, waarin mooie bloemen
groeiden en alles was er zó mooi
dat je er stil van werd als je het
zag
Maar ondanks al dit mooie was hét
prinsesje een klein ondeugend en
vooral ontevreden meisje. Ze was
altijd onvriendelijk 'en bromde op
iedereen.
De koning vond dat erg naar en
had er veel verdriet van. Hij zou zo
graag willen dat het prinsesje een
lief en vrolijk meisje was en telkens
gaf hij haar een mooi cadeautje.
Maar wat hij ook gaf't hielp
niets. Het prinsesje bleef een onte
vreden meisje.
Op een zekere dag besloot hij zijn
raadsheer om raad te vragen. Maar
die wist niets wat het prinsesje zou
veranderen. Toen hij de kamer van
de koning verliet ging de koning
bedroefd voor het raam staan. Wat
moest hij nu doen? Zo peinsde hij wel
een paar dagen lang.
Het prinsesje vond het vreemd dat
haar vader zo stil was. „Waarom
kijkt u zo verdrietig?" vroeg ze toen
ze op een middag aan tafel zaten.
„Wel", zei de koning, „ik zou zo
graag willen dat jij een lief meisje
was en niet zo ondeugend als nu."
't Prinsesje keek verbaasd toen ze
dat hoorde maar werd dadelijk boos.
Ze lachte spottend en liep de kamer
uit. Even later liep ze bij de grote
vijver in de tuin. Daar dacht ze na
over wat haar vader gezegd had.
Zou ze nu echt zo ondeugend 2yn?
Zouden andere kinderen dan liever
zijn?
Terwijl ze zo aan de kant van de
vijver zat te denken, hoorde ze plot
seling vlak bij een heel fijn
stemmetje zeggen. „Ja hoorde
andere kindertjes van het land zijn
veel liever dan jij."
't Prinsesje wist niet wat ze hoor
de. Waar kwam dat stemmetje van
daan? Ze keek rond zich heen maar
zag niemand. Even later klonk weer
het stemmetje: „De andere kinderen
in het land zijn veel liever dan jij."
't Prinsesje begreep er niets van.
Ze hoorde iemand, maar er was niets
te zien. Nu begon het stemmetje te
lachen.
„Ha, ha, wat een dom prinsesje
zie je me nu nog niet?"
„Nee", antwoordde het prinsesje,
„waar ben je dan?"
„Hier... vlak bij je voeten... in 't
gras kijk maar..." zei het stem
metje. 't Prinsesje keek bij haar
voeten en... nee. maar.. wat lag
daar nu Het was een klein
gouden eikeltje.
Ze raapte het op en keek er naar.
oen lachen
Ken uzelf!
Koning Oscar II van Zweden bezocht
eens een dorpsschool. De kinderen ga
ven op zijn vragen klare, duidelijke ant
woorden. De koning deed onder anderen
de vraag welke wel de grootste vors
ten van Zweden geweest waren, en de
kinderen antwoorden: .Gustaaf Wasa.
Gustaaf Adolf, Karei XII". Een der
kleinen echter, wie de meester iets in
het oor gefluisterd had, stak de vinger
op.
„Kun jij er nog een noemen?" vroeg
de koning.
„Ja," antwoordde de leerling: „Ko
ning Oscar II!"
„Wat heeft die dan voor merkwaar
digs verricht, jongen?"
De jongen zweeg en zeide eindelijk:
„ik weet het niet!"
„Troost je maar. mijn jongen!" her
nam de koning, „ik weet het ook niet."
Hoe 't kwam.
Vreemdeling: Kunt u mij ook zeggen
of het verboden is, in dit water te vis-
Inwoner: Verboden is het niet, m&ar
er wordt toch nooit in gevist, want er
zitten geen vissen in.
Slim.
Juffrouw Lena tot dienstmeisje: „Kaat
je, je hebt de brief toch niet op de
post gebracht, die op tafel lag? Ik had
het adres nog niet geschreven."
Kaatje: „Jawel, juffrouw, ik dacht,
dat u voor mij niet weten wou, voor
wie hij was."
„Nou..." vroeg het eikeltje... „vind
je mij niet mooi?"
„Nee hoor", antwoordde het prin
sesje, ,,'k heb veel mooiere dingén
van goud als een eikeltje."
„Daar geloof ik niets van" zei het
eikeltje... „ik ben niet alleen een
gouden eikeltje maar ook een wonder
eikeltje,,.. ik kan drie wensen ver
vullen en dat kunnen die andere
dingen van jou niet. Nou... is 't waar
of niet?"
't Prinsesje zei eerst niets. Ze kon
haast niet geloven wat het eikeltje
verteld had.
Zou 't echt waar zijn? Even dacht
ze na, toen zei ze: „Goed... ik ge
loof je... maar wat moet ik dan voor
wensen doen?"
„Dat moet je zelf weten", ant
woordde het eikeltje. „Zeg maar wat
je wilt."
„Nou..., ik zou graag eens bij
andere kindertjes in 't land kijken",
zei ze toen.
„Dat kan gebeuren", zei 't eikeltje
„doe je ogen maar dicht."
't Prinsesje deed het en... plotse
ling was ze veranderd in een vlinder.
Een mooie witte vlinder. Ze sloeg
haar vleugeltjes uit en vloog al gauw
boven de straat van een stad. Ze
keek haar ogen uit. Nieuwsgierig
zakte ze neer op een der vensters
van een huisje. Het was een oud ver
vallen huisje. In het huisje zat een
vrouw in een stoel. Ze zat te huilen,
't Prinsesje keek verbaasd. Ze had
nog nooit een mens zien huilen. Kijk,
nu kwam er een jongetje de kamer
binnen. „Waarom huilt u moeke",
vroeg hij.
(Volgende week verder)
onze BRievenBus
M'n beste nichten en neven,
Deze week werd ik zo leuk verrast.
Ik heb namelijk een brief gekregen
van een nichtje uitCanada. Dat is
even een eind weg hè. Willie Reedijk,
die vroeger in Westmaas heeft ge
woond, maar nu met het grote schip
Sibajakde Oceaan is overgestoken,
schreef mij dat zij het
in het verre Canada
heel goed maakt en
zij wil jullie allemaal
de heel hartelijke
groeten doen. Willeke,
wij op onze beurt
wensen je het aller
beste en vinden het
leuk, dat je ons niet
bent vergeten. Harte
lijk dank voor je ge
zellige lange brief. Ik
heb nog een brief ge
kregen en wel van de
moeder van Anja van
Mele. Zoals jullie mis
schien nog wel weten
is Anja ziek en heb ik gevraagd of
jullie haar eens een kaartje wilden
sturen. Nu, zij heeft een hele stapel
mooie kaarten gehad en ik kan jullie
niet vertellen, hoe blij zij daar mee
was. Alle nichten en neven, die de
kleine Anja hebben bedacht: zeer veel
dank namens Anja zelf, haar moeder
en ook namens mij. Het doet mij altijd
weer zoveel plezier, dat de meisjes
en jongens van onze brievenbus,
„mijn" kinderen dus, aan een ziek
nichtje of neefje denken.
Nu ga ik jullie vertellen wie deze
week de prijzen hebben gewonnen. De
meeste kinderen hadden de vijf lijnen
goed getrokken en veel plaatjes waren
keurig gekleurd, 't Was heus een beetje
moeilijk om de prijzen toe te kennen.
De hoofdprijs is voor Jan van Rheenen,
terwijl Gert Grootendorst, Nellie Berg
hout en Rika van Noortwijk ieder een
troostprijs zullen ontvangen.
De brievenbus; Kinders, nel moei
me nogmaals van het hart: ik kan heus
niet alle briefjes beantwoorden, maar
daarom even goede vrienden hoop ik.
„Heidebloempje", m'n beste kind, zul
len we „het" maar even door de vin
gers zien? Jij weet wel wat ik t .doel
als ik zeg, dat je rustig naar mij kunt
blijven chrijven en dan zal ik je wel in
de brievenbus blijven beantwoorden.
Goed? Jammer van die eitjes hè Mar
tha Buitelaar. Maar ja, wat doe je er
aan hè. Maar weer rustig afwachten
zou ik zo denken tot een volgende keer.
Hoe is het met Toosje Hcyblom, al weer
wat opgeknapt, meiske. Je zusjes mogen
ook wel eens schrijven hoor. Joke de
Kooter vraagt hoe oud je moet zijn als
je mee wilt doen Wel onze brievenbus
staat open voor alle meisjes en jongens
tot vijftien jaar. Jij hebt heel wat be
leefd. Nellie van Dijk en ik vind dat
jij je avonturen op een gezellige manier
had beschreven. Willy den Otter heeft
een klein poesje, dat zij Minetje heeft
genoemd. Dat is een leuke naam. is het
een lief diertje? Ik wil Lony Bakker vast
feliciteren met haar verjaardag en ik
hoop. dat zij een prettige dag zal heb
ben. Ik vind het aardig van je Ada de
Jong, dat jij je zieke zusje voorleest Ja
de boeken van Rozemarijntje zijn heel
erg mooi. 't Beste met je zusje boor.
Hier heb ik twee nichten en een neef.
die alle drie een koningin hebben gezien,
maar het waren drie verschillende ko
ninginnen. Benny van de Wetering zag
Koningin Juliana op Prinsjesdag, Nies-
ke Spijker zag de kaaskoningin en
Mientje Ottcvanger de druivenkoningin.
Ik denk, dat jullie alle drie wel erg ge
noten hebben. Wat had jij je oplossing
keurig geverfd. Jan van dei Kaaden.
Een complimentje hoor. Jouw zusje,
Marrie de Kievit, is verwend op haar
verjaardag hoor. Wat een mooie cadeaux
heeft ze gekregen hè. Natuurlijk. Dirk
van Leeuwen, mag jij mee blijven
doen. Het is wel leuk een brief van een
aanstaande scheepsbouwer te krijgen.
Hoe staat het met de orgelles. Kees de
umaut veel nichten en neven mij
er om hebben gevraagd krijgen wij
deze week een kruiswoordraadsel. Het
is geen gewoon kruiswoordraadsel,
maar een lettergreepkruiswoordruad-
sel. Wat een groot woord hè?? In deze
puzzle moet in elk vakje één letter
greep worden ingevuld.
Horizontaal: van links naar
rechts: 2 sprookjesfiguur, half vrouw,
half vis die in zee leeft; 4 provincie
in Nederland met als hoofdstad Arn
hem; 6 larve; 7 vrekkerig, niet gul.
Verticaal (van boven naar be
neden): 1 volgens vaste regels2 pro
vincie in Nederland met als hoofdstad
Middelburg; 3 niet meerderjarig, 5
rangtelwoord.
Kool, speel je al liederen of ben je nog
steeds met „boer daar ligt een kip in
het water" bezig? Nee maar, Annie Vos.
wat lees ik nou. Wil jij zo graag een
schooltas winnen. Je hebt het maar voor
het zeggen hoor. Als ik Sinterklaas was,
tja., dan zou het misschien wel eens
kunnen gebeuren, doch ik ben maai ge
woon tante Jos en schooltassen heb ik
niet in voorraad. Hoe is het met moe
der, Afkc Bcrgsma. Gaat zij al wat voor
uit. Ik hoop het van harte. Wil je moe
der van harte beterschap toewensen?
Dus jij bent aan het feesten geweest,
John Troost en ook jij hebt de druiven-
koningin gezien. Zag zij er mooi int?
Bedankt voor het plaatje van de ..Fran
ce" Ria Beishuizen, een mooi semp s
dat hè, maar ik vind de „Nieuw Am
sterdam" nog mooier, jij ook of heo ie
dat schip nog nooit gezien? Het was
inderdaad een aardig versje, dat jij me
zond. Chris Veldman. Bedankt, zcun.
Ben jij nog steeds ziek. Adrie llolle-
rnaus? 'k Hoop maar, dat je, terwijl ±e
dit leest, al weer het bed uit bent Wil
je moeder danken voor haar brief? Dus
dat zijn twee verjaardagen bij i
Joke van Berchum. Mijn gelukwensvi..
Joke. Het zusje He me van Ada CI.»/>
is op het ogenblik in de Meer en Bovh
Barakken te Heemstede daar zij ziek
Alle nichten en neven wensen He-unie
veel liefs en hopen, dat zij weer spoe
dig naar huis zal komen. Lenie Bouw
meester is gelijk met Prinses Wilhelm -
na jarig. Dat was dus een dubbele feest
dag, Lenie. Nee maar. Piet Lok. i
jij een fiets gekregen. Dat is niet mis
hoor, jij hebt zeker al heel wat eiop
gereden Arme Jannie Beth, was het zo
moeilijk om te schrijven. Een volgend
keertje beter, wat jij, sluit je dan maar
op in de keuken of zo. Heeft Ria Bol
al veel stempeltjes gekregen. Doe maar
goed je best. dan komt er misschien nog
wel eéns „uitmuntend" in jouw schrift
te staan. Nee Leo Vreugdenhil. ik ben
daar nog nooit geweest, maar het moet
er erg mooi zijn hè
Kinders, we gaan ae brievenbus weer
besluiten met de nieuwelingen. Deze
week zijn het Piet Breevaart. Greetje
van Ee (bedankt voor je gedicht), Ine
ke Zimmerman, Kees van Leénen, Cor-
rie Sprangers, Sjaak Minnee, Wille van
Dijk, Jan Hoogendijk, Roeltje Bezoen,
Janny en Doortje van den Bos, Joke
van der Vusse, Henk Nootenboom, Kee
tje van Steenis, Dicky Ov'erduin, Annie
Bogman, Greetje Beens, Ria Ouwens,
Peter de Laaf, Ben van Pelt, Rietje
Plugge, Tini Stoop, Cornelis Meere
(goed geschreven? ik kon het niet hele
maal ontcijferen) en Piet in 't Veld. Ik
wens jullie allemaal een prettige Zon
dag, dag. jullie