ANTONIUS c10ALAEUS
4
ZONDAGSBLAD 2 AUGUSTUS 1952
^>Valslurf open LOS 1
Avontuurlijk spel met wind en wolken
DE drang om zich vrij en frank
als een vogel in de lucht te kun
nen bewegen, heeft de mensen altijd
al in het bloed gezeten.
Door alle eeuwen heen heeft men
de vliegkunst bewonderd en ontstond
er een diep verlangen zich eenmaal
ook van de aarde te kunnen losma
ken en de vogeis te evenaren in een
gracieuze strijd met wind en wolken.
Het is dan ook niet te verwonde
ren dat deze alles-overheersende ge
dachte in tal van legenden tot uit
drukking is gekomen. Er is welhaast
geen onderwerp te bedenken, waar
zoveel- mythen en sagen over zijn ont
staan als dit.
Zo is één der bekendste verhalen
uu de mythologie ongetwijfeld wel
de ontsnapping uit de gevangenis van
Daedalus, een Atheens beeldhouwer en
zijn zoon Icaris, die met behulp van
een paar uit veren en was bestaan
de vleugels hun vlucht over de
Egeïsche Zee begonnen. Icaris ech
ter, die in zijn overmoed al hoger
en hoger steeg, moest dit met de
dood bekopen. De zon had de was
van zijn vleugels doen smelten en hij
stortte in zee.
Sagen die ons ook vertellen van de
troon van goud van de Perzische
keizer Cyaxares, getrokken door ade
laars; van de Chinese keizer Shun,
die omstreeks 2200 v. Chr. uit een ge
vangenis ontvluchtte d.m.v. „het
werkpak van een vogel."
Zo groeide uit het kinderlijk ver
langen in de grijze oudheid door de
loop der tijden heen een speuren en
zoeken naar het wonder van de vlie
gende mens.
HET ou echter toch nog tot de
13de eeuw duren, alvorens de
eerste werkelijk serieuse pogingen
hiertoe werden ondernomen. Zo leef
de er namelijk van 12141292 in En
geland een geleerde en philosofische
monnik, Roger Bacon, die »«.a.v. zijn
theoriën een koperen cylinder ont
wierp, welke, indien hij met hete
lucht gevuld werd, zou moeten kun
nen drijven in de lucht. Of met de
ze cylinder in werkelijkheid ooit proe
ven zijn genomen, vermeldt de his
torie echter niet. Wel beschreef deze
monnik in 1250 in zijn boek: „De ge
heimen van de Kunst en Je Natuur"
een vliegtuig „met iemand, die in het
midden van het instrument zit en een
machine in beweging brengt, waar
door de kunstmatig amengestelde
vleugels zich op en neer kunnen be
wegen jp de manier als de vleugels
van een vliegende vogel."
Maar, zoals het met alle groten
van geest gaat: de mensen hielden
hem voor een fantast of haalden me
delijdend de schouders op, terwijl ze
veelbetekenend naar hun voorhoofd
De beroemde Italiaan Leonardo da
Vinei, dit onovertroffen genie, is toch
echter wel de man geweest, die het
meest baanbrekende werk op dit ge
bied verrichtte.
Op velerlei terrein bleek deze gro
te en veelzijdige geleerde op 20-jari-
ge leeftijd reeds capaciteiten te be
zitten, die aan het ongelofelijke grens
den. Naast zijn uitmuntende presta
ties als schilder, beeldhouwer, bouw
meester en musicus, was hij ook een
zeer kundig anatoom, scheikundige,
wiskundige entechnicus.
Uit achtergelaten tekeningen en ge
schriften op het gebied van de tech
nische wetenschap is onomstotelijk
komen vast te staan dat deze Leo
nardo de grote voorloper en ontwer
per is geweest van de moderne tech
niek.
Hij was het die de modellen ver
vaardigde van parachutes of zgn.
„valbrekers", van een vleugelslag
vliegtuig, een hefschroefvliegtuig en
een eenvoudige warmelucht-ballon.
Toen het eerste valscherm bij bal-
lonvluchten welke in Frankrijk wer
den gehouden, werd gebruikt, was het
precies 300 jaar tevoren door deze
Leonardo ontworpen.
ders" die de geschiedenis kent,
waren de gebroeders Montgolfier.
Joseph en Etienne, twee papierfa
brikanten uit het Franse stadje An-
nonay, waren na verschillende door
hen uitgedachte theorieën tot de ont
dekking gekomen, dat het mogelijk
moest zijn om een met
warme lucht gevulde
ballon te laten op
stijgen.
Na talloze proefnemin
gen met steeds grotere
omhulsels, construeer
den zij een geheel met
linnen beplakte papie
ren ballon met een dia
meter van maar liefst
30 meter.
De 5e Juni van het
jaar 1783 werd aange
wezen als de grote dag,
waarop dit monsterlijke
gevaarte ten aanschou-
mensenmenigte zijn
eerste openbare opstij
ging zou beginnen. Tal
rijke genodigden en
hoge autoriteiten woon
den deze plechtig
heid bij.
Een geweldige hoeveelheid stro,
welke onder de ballon was opgesta
peld, werd in brand gestoken en wel
dra begon het omhulsel uit te zetten
als gevolg van de warme lucht en
de rook die door de opening opste
gen.
Acht man waren nodig om de he
vig aan zijn touwen rukkende ballon
tegen te houden.
Dan stijgt daar onder stomme ver
bazing der duizenden toeschouwers
de eerste ballon ter wereld op. Mach
tig en majestueus. Op 2000 meter
hoogte blijft ze enige tijd beweging
loos in de lucht hangen, waarna de
afgekoelde lucht haar langzaam maar
zeker tot dwalen dwingt. Tien minu
ten later-is de tocht volbracht. Een
laaiend enthousiasme gaat door ge
heel Frankrijk. Het luchtruim is over-
De twee broers zitten echter na dit
overweldigende succes niet stil. Hun
doel is immers nog lang niet bereikt,
zolang er geen mensen een dergelij
ke tocht hebben meegemaakt? Nu is
het typische, dat ondanks de vele
door hen uitgedachte modellen, waar
door zij eigenlijk de gron 'leggers der
„ballonsport" zijn geweest, zij zélf
Links, de Muntgolfiere van meer dan 20 m hoogte, die op 19 Octoler 1783 te Parijs met twee personen opsteeg
tteents. de eerste vlucht over het Kanaal. Blanchaid en Dr. Jefferies, die te Dover opgestegen zijn, bereiken bij Calais
de Franse kust. 1 Januari 1785. (Afbeeldingen ontleend aan P. Thoene.)
Een ballonopstijging in Den Haag te gelegenheid
van het 75-jarig bestaan van de Gemeentelijke Gas
bedrijven.
toch nimmer met een ballon zijn op
gestegen. Durfden ze het wellicht zelf
niet al te best aan?
Na enkele opstijgingen en proeven
met dieren die in een mand onder
de ballon werden gezet werd beslo
ten de toestemming tot het houden
van de eerste menselijke vlucht ter
wereld, te vragen aan Lodewijk XVI,
de toenmalige Franse koning, die ech
ter weigerde zijn onderdanen bloot te
stellen aan dergelijke hoogst gevaar
lijke experimenten. Als ze mensen
wilden laten opstijgen, goed, maar
dan moesten ze genoegen nemen met
ter dood veroordeelde misdadigers.
De Franse adellijke geleerde J. F.
Pilètre de Rozier,- die met alle ge
weld de eerste vliegende rr.ens ter
wereld wilde zijn, gelukte het na zeer
veel moeite de toestemming van de
koning te verkrijgen.
Tezamen met de markies d'Arlan-
des stapt hij dan op die gedenk
waardige dag, 24 November 1783, in
de grote uit wilgentakken vervaar
digde gondel, die onder aan de bal
lon was bevestigd en waarin, buiten
deze koene luchtvaarders ook nog
wordt meegevoerd een grote., vuur
pot.
Ja, deze mensen moeten wel een
weergaloze moed hebben gehad om
dergelijke experimenten uit te voe
ren, want ichteraf bleek maai al te
zeer, hoe gevaarlijk en onbetrouw
baar deze met warme lucht gevulde
ballons eigenlijk waren.
Wonder boven wonder werd na een
vaart op 1000 meter hoogte boven
de stad Parijs deze tocht tot een
goed einde gebracht. Men behoefde
toen ook niet bepaald last van zenu
wen te hebben .Het gebeurde nl. her
haaldelijk dat tijdens de tocht, door
het opporren van het vuur om de
ballon te doen stijgen, verschillende
gaten in het omhulsel werden ge
brand. Geen bezwaar, een natte spons
er tegen en het gevaar was weer ge
weken. Na een tocht van 25 min.
kwamen ze 10 km verder aan de
grond. De twee „schoorsteenvegers"
werden gedwongen een stormachtige
ovatie in ontvangst te nemen.
Deze Pilatre de Rozier, die de eer
ste „vliegende mens" is geweest, was
tevens de eerste die de rij opende
der ontelbaren die in de loo. der tij
den als slachtoffers van hun plicht
het 'even lieten, hoewel hij zijn dood
te wijten had aan verregaande roe
keloosheid, evenals Madame Blan-
chard, die het eerste vrouwelijke
slachtoffer werd. Zij had nl. de ge
woonte om tijdens feestelijke gele
genheden een ballontocht bij avond
te organiseren, waarbij ze dan ten
aanschouwe van duizenden mensen
hoog in de lucht vuurwerk liet ont
branden. Het zijn sterke benen die
de weelde van roem en eer kunnen
verdragen. Haar onverschrokkenheid
en durf gingen weldra over in roe
keloosheid en overmoed. De opstij
ging in die avond van de 6e Juli
van het jaar 1819 zou haar echter
noodlottig worden. Terwijl op de
grond zich alles baaddé in een zee
van Bengaals licht, steeg zij onder
de tonen van marsmuziek als een
fee uit een sprookje op. De mensen
massa jubelde en juichte toen zij
hoog in de lucht weer haar ballon
illumineerde en een egen van von-
(Voor vervolg pag. 6.)
ZONDAGSBLAD 2 AUGUSTUS 1952
5
meöeweRkeR óad öe staten bij bcL
en eeRste zenöin'qsöiRectoR
HET leven van een mens loopt vaak
heel anders dan hij het zich in zijn
jeugd denkt. Grote verwachtingen lopen
soms op teleurstelling uit, aan de ande
re kant kunnen er wegen geopend wor
den, waardoor niet gedachte mogelijk
heden tot wonderlijke werkelijkheden
worden. Zo ging het met Antoine de
Waele, het 12-jarig zoontje van een ar
me banneling uit de Zuidelijke Neder
landen. die zich in Middelburg had ge
vestigd.
De werkkring, die zijn vader daar had
verkregen, bracht Antoine in aanraking
met het ruwe soldatenleven, dat de
knaap met zijn zacht karakter tegen de
borst stuitte. Hij wilde predikant wor
den, maar.de financiën ontbraken.
Voor zijn vrome moeder was dit ver
langen van haar zoon een heerlijke open
baring en hoe bezwaarlijk het ook was,
zij wist te bewerken, dat Antoine de
Latijnse school kon bezoeken.
Toen hij deze doorlopen had, kwamen
echter de moeilijkheden: er was geen
geld om Antonius, zoals hij voortaan ge
noemd werd, naar de universiteit te Lei-
telijke hulp nodig te hebben. Maar
Walaeus bleef wachten, totdat eindelijk
de raadpensionaris vroeg, wie hij was.
Toen deze de naam van de predikant
vernam, veranderde hij dadelijk van
houding en werd welwillend gestemd.
Meermalen had hij van Walaeus gehoord
en over hem de gunstigste getuigenissen
Nu was het ijs gebroken en kon de
predikant zijn taak verrichten en toen
de 13e Mei de oude raadpensionaris zijn
leven op het schavot eindigde, vertrok
Hier besloot de synode professoren in
de theologische faculteit te benoemen,
die de Gereformeerde leer, volgens de
canones van Dordt beleden en zouden
doceren.
Een
Walaeus. Wij kun-
niet zeggen, dat de Middelburgse
predikant het er gemakkelijk mee had.
Veertien jaren had hij de kerk van de
Zeeuwse hoofdstad gediend en de ban
den, die gelegd waren, werden niet zo
gemakkelijk verbroken. Maar de over
weging, dat hij nu een ruimer arbeids
veld zou verkrijgen, deed hem het be
sluit nemen, het nieuwe ambt te aan-
den te zenden. Zo scheen de weg ver
sperd en alle moeite vergeefs. Er
verliepen enige jaren; totdat in 1595 de
uitkomst kwam. De Staten van Zeeland
stelden 36 beurzen beschikbaar voor jon
gelieden. die wilden studeren. Walaeus
was een van de gelukkigen en weldra
verhuisde hij naar de sleutelstad.
Hij kwam bij prof. Gomarus in huis,
die een kundig leidsman voor hem was
in de studie niet alleen, maar ook in de
Gereformeerde beginselen. In deze tijd
werd hij gevormd tot de Calvinist, zoals
hij zich in zijn verder leven openbaarde.
OOK in Leiden kwam hij als vanzelf
op de voorgrond. Zowel met zijn
collega's als met dé studenten stond hij
op goede voet, terwijl zijn eenvoudige
en vrome levenswandel hem de achting
van de burgers van Leiden verzeKerde.
Hier kwam een nieuw terrein voor
hem open. De zending onder de heide
nen stond in die tijd nog in de kinder
schoenen. er was weinig belangstelling
voor het geestelijk heil vdn de inheem
sen in Indië. De Oost-Indische Compag
nie was meer uit op geld verdienen dan
op zending drijven. Met de kerk stond
het anders. Op verschillende classes
kwam de zaak van de zending telkens
weer ter tafel, op die van Amsterdam
werd zij in de tijd van 17 jaar meer
dan 170 maal behandeld.
Vooral de classis Delft was er sterk
voor geïnteresseerd. Zij sprak de wen
selijkheid uit, dat er te Leiden door de
O.I.C. een collegium zou worden opge
richt, dat ten doel had zendelingen voor
Indië op te leiden. Hoe zouden de be
stuurders van de Compagnie hier op re
ageren? Dat was een grote vraag. Zou
de beurs het bij hen winnen van de eis
van Gods Woord?
Het duurde wel een paar jaar, voor
dat de Bewindhebbers tot een besluit
kwamen. Er zou een ontwerp worden
gemaakt. Voorlopig kwamen zij niet ver
der, hun molens maalden wel heel lang
zaam- Eerst in 1622 besloten de Heren
XVII te Leiden een Seminarium Indi-
cum op te richten, waarvoor zij de hulp
king. Dit was Walaeus
grepen. Reeds in zijn Walcherense tijd
was zijn belangstelling naar de zending
uitgegaan en nu kwam er een kans. Hij
was dan ook zeer actief in deze zaak
en toen het Seminarium tot stand kwam.
kreeg hij het verzoek de leiding op zich
genoten deze z
harte genomen"
Zo werd Walaeus, om in de taal van
de tegenwoordige tijd te spreken, de
eerste „Zendingsdirector" in ons iano.
De opzet was maar zeer eenvoudig en
de titel, die wij hem hier geven, is mis
schien wat te hoogdravend. Maar in we
zen was hij de „director".
Zijn vrouw kreeg het er niet gemak
kelijker door, daar zij de studenten
moest huisvesten en toen de le April
1622 het Seminarium geopend werd, was
de woning van Walaeus een hospitium
geworden.
lingen maken. Het aantal zendelingen,
die door het Seminarium zijn afgeleverd,
bedroeg niet meer dan twaalf. Ook heeft
het slechts tot 1633 bestaan, toen de he
ren van de Compagnie besloten tot op
heffing. Er waren nu zendelingen ge
noeg, zeiden zij, in werkelijkheid bete
kende dit: het heeft ons nu genoeg geld
Prof. Walaeus verrichtte dit werk
naast zijn colleges aan de hogeschool.
Maar toen hij ook nog de taak kreeg
zijn aandeel te leveren aan de Bijbel
vertaling, werd het hem te veel. In het
eerst ging het nog wel. De synode van
Dordrecht wees Walaeus aan met Fes-
tus Hommius en Johannes Rolandus het
Nieuwe Testament uit het Grieks in het
Nederlands over te zetten.
Toen evenwel de laatste stierf, nam
de vertaling zoveel van de tijd en krach
ten van Walaeus in beslag, dat hij zich
0o«ter«e humor^
Bar Hebreus, een Syrisch schrijver
uit de tiende eeuw, verhaalt van een
oude vrek, die een mand met glas
waren gekocht had en naar iemand
uitzag, die het vrachtje voor hem
gratis! naar huis zou dragen.
Eindelijk vond hij eer. potige dra
ger, en zei tot hem: „Neem de mand
op en als je nu eens géén draagloon
van mij zou ragen, nou, dan zou je
dat heus niet tot schade zijn!"
„Wil je me dan een geschenk ge
ven?", vroeg de jongeman, die aan
een waardevolle verrassing dacht.
,,Een geschenk, zeg je?", antwoord
de de eigenaar van het breekbaar
goedje. „Nee hoor! Geschenken geven
is dwaasheid. In plaats van loon in
geld, zal ik je iets geven van groter
waarde. Ik zal je drie lessen geven
waarvan je je hele leven heel wat
meer voordeel zult hebben dan van
wat vluchtig geld, dat morgen alweer
verdwenen is."
De drager nam het voorstel aan,
zette zijn schouder onder de mand,
en zo gingen zij samen op weg.
Toen ze ongeveer een derde gedeel
te hadden afgelegd zei tie drager:
„Geef me nu één van de drie lessen."
„Goed", zei de oude. „De eerste
les is deze: als iemand je verzekert,
dat het beter is, honger te hebben
dan verzadigd te zijn geloof hem
dan niet!"
Toen opnieuw een derde deel van
de weg was afgelegd hield dt drager
weer stil en vroeg: „Wat is de twee
de les?"
De oude antwoordde: „Mijn zoon,
als iemand je zegt: lopen is beter dan
rijden, geloof hem dan niet!
Eindelijk, toen ze het huis van de
vrek bereikt hadden, zei de drager,
moe en nors: „En wat is de derde
les?"
En de oude zei: „Als iemand je ver
telt een mens te hebben gevonden, die
een last droeg voor minder loon dan
jij het deed geloof hem dan niet!"
Nu wierp de drager plotseling de
mand met glaswaren krachtig tegen
de ^rond, zodat alles wat er in zat
barstte of brak, en zei woedend tot
de oude: „Als r nou iemand is die
tegen je zegt, dat er nog één stuk
heel is geloof hem dan niet!"
Daarmee ging hij heen, de oude
vrek briesend van toorn achterlaten
de.
genoodzaakt zag aan de curatoren te
verzoeken, hem vrijstelling te verlenen
van college geven.
Na de voltooiing van de Bijbelverta
ling leefde hij nog een paar jaar. Hij
overleed 9 Juli 1639 te Leiden.
Dr. D. LANGEDIJK.
zijn academische JHHHHHHH*
PIET MET DE PET
land, waar hij verschillende hogescholen
bezocht in Frankrijk, Zwitserland en
Duitsland. Enkele jaren stond hij in
Koudekerke als predikant, waarna hij
te Middelburg beroepen werd. Zijn de
gelijke kennis en vlotte voordracht
brachten de jonge predikant als vanzelf
naar voren en toen bij de classis een
verzoek in kwam van de stadhouder
Maurits om een tijdelijke hofprediker,
was Walaeus de aangewezen man. Het
Haagse leven lag hem echter niet, het
rustige Walcheren was meer naar zijn
smaak. Het is dan ook niet te verwon
deren, dat hij vele jaren in Middelburg
heeft gewerkt.
Op kerkelijk gebied was het in die
dagen lang niet rustig. Arminianen en
Gomaristen stonden fel tegenover elkaar
en toen de politieke kwesties en de theo
logische geschillen zich dooreenstrengel-
den, kwam ons land aan de rand van
een burgeroorlog te staan. Het werd
tijd, dat Maurits zich met de zaken ging
bemoeien, maar van theologie had de
stadhouder geen verstand. Nu hij, zij het
ook na lange aarzeling, in de strijd be
trokken werd, wilde hij ook op de hoogte
zijn van de stand van zaken. De herin
nering aan Walaeus was Maurits waar
schijnlijk bijgebleven, tenminste hij ver-
zocht aan de kerkeraad van Middelburg
hem deze predikant voor enige tijd af
te slaan. Een aanbod om voorgoed hof
prediker te worden, sloeg Walaeus ech
ter af, want nog steeds voelde hij zich
in de hofkringen niet op zijn gemak.
Toch zou er weldra een grote verande
ring in zijn leven komen, eerst doordat
hij als lid van de synode te Dordrecht
zitting had en daarna als professor te
Leiden wehd benoemd.
*1* IJDENS de zittingen der synode
wachtte Walaeus nog een moeilijke
taak. Op zekere dag ontving hij namens
de Staten Generaal het verzoek om zich
naar Den Haag te begeven. De reis
moest evenwel in het geheim worden
gemaakt, want het volk mocht van deze
tocht geen kennis hebben. In deze woe
lige dagen van spanning wilde de over
heid geen risico lopen en alles voorko
men, wat tot opstootjes en onrust kon
Wat dan het doel van de reis was?
De raadpensionaris Van Oldenbarnevelt
was ter dood veroordeeld en nu zagen de
Staten in de zachtmoedige, meelevende
Walaeus de meest geschikte man om
hem op het einde voor te bereiden.
De eerste ontvangst was niet bemoe
digend. Oldenbarnevelt zeide, geen gees-
Kerk had haar gebreken
bleek ons duidelijk. Dat wil ergens wordt op
niet zeggen dat we een lofzang gaan zo rond 1840 i:
zingen op heilige Pietje met de Pet,
In gedachten zie ik het voor me:
n eilanddorpje
pril gezinnetje
een jongetje geboren. Men kan op
die elke Vrijdag- of Zaterdagavond de ouders niets aanmerken dan
laveloos huiswaarts koerste
vrouwlief voor het steeds wassend
kroost de schrale rest zijner loon-
penningen te offreren! Pietje met
In die korte dagen tussen kraam
I graf is er in Pettepiet iets gebro
ken. Hij had nooit veel gezegd
dorpsmensen zijn niet royaal met
woorden! maar nu zweeg hij
hoogstens dit dat hun trouwdag wel voortaan. En omdat het kleine wurm 2
wat al te vlug door de geboortedag
werd gevolgd. Maar dat was daar
immers 's lands wijs, 's lands eer?!
de Pet was een mispunt. Daarik In elk geval hebben ze kleine Pietje
zeg het voluit! Hij heeft zijn vrouw
haar levensdagen aanmerkelijk ver
kort, zelfs ongerekend de al te forse
aanpak waarmee hij haar uiteinde
lijk om zeep en zichzelf de kast in
bracht. Hij heeft zijn kinderen
doen opgroeien voor galg en rad en
nog drukt zijn verder nageslacht op
ons kerkelijk en wereldlijk budget
met een centenaarslast aan onder-
steunings- en andere gelden. Het
valt zelfs niet meer te schatten hoe
veel de gemeenschap aan Pietje met
de Pet en zijn ontelbare nakome
lingen ten koste heeft moeten
leggen.
Begrijp mij goed: ik zelf heb
Pietje nimmer gekend. Het is mo
gelijk dat hij nog in leven was toen
snellyk ten doop gehouden en heeft
hij naar de daar heersende zede
kerk en school naarstig bezocht,
dat zijn vrouw hem naliet verzor
ging moest hebben en ook omdat
een jonge vent niet alleen kan blij
ven, trouwde hij een ander. Zonder
eigenlijk uit te zien, zonder keuze
of liefde. Zij werd zijn kwade
genius, zijn ondergang. Ze pasten
mijn eigen Moeder in het begin van der, nooit i
deze eeuto in dezelfde Volkswijk
huisbezoek deed, zo hij al niet zijn
dagen in het gevang beëindigd
heeft. Maar ik behoef ook niemand
te kennen, die mij details van hem
vertelt: zijn beeld heb ik al lang
gevormd uit de gedragingen van zijn
kindskinderen, die allen
versmijtster. Toen zocht hij zijn heil
in de kroeg en de herbergier kreeg
'n goeie klant aan hem. Steeds beter
naar mate zijn woning voller van
kinderen werd! De Kerk was allang
lit zijn gezichtsveld verdwenen. Ach,
hij zag eer ratten in zijn delirium-
buien dan de Kerk in zijn nuchter
heid! En na vijftien jaar heeft hij
m we zeiden het in een van die
naar de kerk op Zondag. Twee keer razernij-aanvallen zijn vrouw ver-
naar de school op de weekdagen, moord
En thuis las Vader bovendien nog
uit de grote statenbijbel, nooit min-
Uit de
VOLKSWIJK
Nu kan men vragen: wat heeft dit
met de Kerk te maken? Inderdaad:
niets, althans naar de kerkelijke
opvattingen van die tijd. Op de
beurt, mogelijk wat overhaast, ten prent van zijn leven zoekt
dorps meideke trouwen zal en de rij
der geslachten zal voortzetten?
Evenwel, dit laatste geschiedt niet,
vergeefs één kerkewerker. Maar dat
betekent nog niet dat die daar niet
op had moeten voorkomen! Want er
de zestiger jaren belandt is één moment geweest
HPBHHHHWHH de Onlandstraat
gemeen hebben alles wat misdadig kiest h\j zijn levensgezellin. Hij is
en gemeen is. Men staat ontzet een sterke, potige knaap, die behoor-
dat één verzondigd mensenleven het lijk geld verdient in de haven en
rad der geboorten van tientallen die het zich veroorloven kan om een
copieën in beweging kan stellen en gezin op te bouwen. Het begint zelfs
dat daaruit voor heel de samen- voortreffelijkwant ook dit meisje is
leving louter onheilspellende gevol- safe: gezond, levenslustig en toege-
gen zijn te verwachten. En men zou wijd. Maar bij de geboorte van het
wensen dat iedere jonge mens dit eerstelingetje sterft ze en achteraf
goed begreep, aleer hij of zij zeggen we dat daarmee de medische
de voeten zette op een hellend vlak. zorg van die dagen veel te maken
Want ondanks alle bestialiteit is heeft gehad. Wat tuist men van
Pietje met de Pet begonnen als een scepsis en kraamvrouwenkoorts? En
klein kindje in een vroom christen- wie maakte zich druk om de dage
gezin! lijkse komst van de ooievaar?
de
Kerk dit levensroer had kunnen
omdraaien in een andere richting.
Dat is geweest toen dat jonge
vrouwtje lag te sterven en de ge
roepen predikant niet kwam!
Omdat hij misschien ander werk
had. Omdat hij 't mogelijk enkel
vergatOmdat er toen reeds
predikanten te weinig waren om de
taak naar behoren te vervullen
Maar om deze vage „-omdat's" heb
ik nochtans een warm plekje in myn
hart voor het goddeloze broed van
Pietje met de Pet.
WIJKPREDIKANT.