ANTONIUS c10ALAEUS 4 ZONDAGSBLAD 2 AUGUSTUS 1952 ^>Valslurf open LOS 1 Avontuurlijk spel met wind en wolken DE drang om zich vrij en frank als een vogel in de lucht te kun nen bewegen, heeft de mensen altijd al in het bloed gezeten. Door alle eeuwen heen heeft men de vliegkunst bewonderd en ontstond er een diep verlangen zich eenmaal ook van de aarde te kunnen losma ken en de vogeis te evenaren in een gracieuze strijd met wind en wolken. Het is dan ook niet te verwonde ren dat deze alles-overheersende ge dachte in tal van legenden tot uit drukking is gekomen. Er is welhaast geen onderwerp te bedenken, waar zoveel- mythen en sagen over zijn ont staan als dit. Zo is één der bekendste verhalen uu de mythologie ongetwijfeld wel de ontsnapping uit de gevangenis van Daedalus, een Atheens beeldhouwer en zijn zoon Icaris, die met behulp van een paar uit veren en was bestaan de vleugels hun vlucht over de Egeïsche Zee begonnen. Icaris ech ter, die in zijn overmoed al hoger en hoger steeg, moest dit met de dood bekopen. De zon had de was van zijn vleugels doen smelten en hij stortte in zee. Sagen die ons ook vertellen van de troon van goud van de Perzische keizer Cyaxares, getrokken door ade laars; van de Chinese keizer Shun, die omstreeks 2200 v. Chr. uit een ge vangenis ontvluchtte d.m.v. „het werkpak van een vogel." Zo groeide uit het kinderlijk ver langen in de grijze oudheid door de loop der tijden heen een speuren en zoeken naar het wonder van de vlie gende mens. HET ou echter toch nog tot de 13de eeuw duren, alvorens de eerste werkelijk serieuse pogingen hiertoe werden ondernomen. Zo leef de er namelijk van 12141292 in En geland een geleerde en philosofische monnik, Roger Bacon, die »«.a.v. zijn theoriën een koperen cylinder ont wierp, welke, indien hij met hete lucht gevuld werd, zou moeten kun nen drijven in de lucht. Of met de ze cylinder in werkelijkheid ooit proe ven zijn genomen, vermeldt de his torie echter niet. Wel beschreef deze monnik in 1250 in zijn boek: „De ge heimen van de Kunst en Je Natuur" een vliegtuig „met iemand, die in het midden van het instrument zit en een machine in beweging brengt, waar door de kunstmatig amengestelde vleugels zich op en neer kunnen be wegen jp de manier als de vleugels van een vliegende vogel." Maar, zoals het met alle groten van geest gaat: de mensen hielden hem voor een fantast of haalden me delijdend de schouders op, terwijl ze veelbetekenend naar hun voorhoofd De beroemde Italiaan Leonardo da Vinei, dit onovertroffen genie, is toch echter wel de man geweest, die het meest baanbrekende werk op dit ge bied verrichtte. Op velerlei terrein bleek deze gro te en veelzijdige geleerde op 20-jari- ge leeftijd reeds capaciteiten te be zitten, die aan het ongelofelijke grens den. Naast zijn uitmuntende presta ties als schilder, beeldhouwer, bouw meester en musicus, was hij ook een zeer kundig anatoom, scheikundige, wiskundige entechnicus. Uit achtergelaten tekeningen en ge schriften op het gebied van de tech nische wetenschap is onomstotelijk komen vast te staan dat deze Leo nardo de grote voorloper en ontwer per is geweest van de moderne tech niek. Hij was het die de modellen ver vaardigde van parachutes of zgn. „valbrekers", van een vleugelslag vliegtuig, een hefschroefvliegtuig en een eenvoudige warmelucht-ballon. Toen het eerste valscherm bij bal- lonvluchten welke in Frankrijk wer den gehouden, werd gebruikt, was het precies 300 jaar tevoren door deze Leonardo ontworpen. ders" die de geschiedenis kent, waren de gebroeders Montgolfier. Joseph en Etienne, twee papierfa brikanten uit het Franse stadje An- nonay, waren na verschillende door hen uitgedachte theorieën tot de ont dekking gekomen, dat het mogelijk moest zijn om een met warme lucht gevulde ballon te laten op stijgen. Na talloze proefnemin gen met steeds grotere omhulsels, construeer den zij een geheel met linnen beplakte papie ren ballon met een dia meter van maar liefst 30 meter. De 5e Juni van het jaar 1783 werd aange wezen als de grote dag, waarop dit monsterlijke gevaarte ten aanschou- mensenmenigte zijn eerste openbare opstij ging zou beginnen. Tal rijke genodigden en hoge autoriteiten woon den deze plechtig heid bij. Een geweldige hoeveelheid stro, welke onder de ballon was opgesta peld, werd in brand gestoken en wel dra begon het omhulsel uit te zetten als gevolg van de warme lucht en de rook die door de opening opste gen. Acht man waren nodig om de he vig aan zijn touwen rukkende ballon tegen te houden. Dan stijgt daar onder stomme ver bazing der duizenden toeschouwers de eerste ballon ter wereld op. Mach tig en majestueus. Op 2000 meter hoogte blijft ze enige tijd beweging loos in de lucht hangen, waarna de afgekoelde lucht haar langzaam maar zeker tot dwalen dwingt. Tien minu ten later-is de tocht volbracht. Een laaiend enthousiasme gaat door ge heel Frankrijk. Het luchtruim is over- De twee broers zitten echter na dit overweldigende succes niet stil. Hun doel is immers nog lang niet bereikt, zolang er geen mensen een dergelij ke tocht hebben meegemaakt? Nu is het typische, dat ondanks de vele door hen uitgedachte modellen, waar door zij eigenlijk de gron 'leggers der „ballonsport" zijn geweest, zij zélf Links, de Muntgolfiere van meer dan 20 m hoogte, die op 19 Octoler 1783 te Parijs met twee personen opsteeg tteents. de eerste vlucht over het Kanaal. Blanchaid en Dr. Jefferies, die te Dover opgestegen zijn, bereiken bij Calais de Franse kust. 1 Januari 1785. (Afbeeldingen ontleend aan P. Thoene.) Een ballonopstijging in Den Haag te gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Gemeentelijke Gas bedrijven. toch nimmer met een ballon zijn op gestegen. Durfden ze het wellicht zelf niet al te best aan? Na enkele opstijgingen en proeven met dieren die in een mand onder de ballon werden gezet werd beslo ten de toestemming tot het houden van de eerste menselijke vlucht ter wereld, te vragen aan Lodewijk XVI, de toenmalige Franse koning, die ech ter weigerde zijn onderdanen bloot te stellen aan dergelijke hoogst gevaar lijke experimenten. Als ze mensen wilden laten opstijgen, goed, maar dan moesten ze genoegen nemen met ter dood veroordeelde misdadigers. De Franse adellijke geleerde J. F. Pilètre de Rozier,- die met alle ge weld de eerste vliegende rr.ens ter wereld wilde zijn, gelukte het na zeer veel moeite de toestemming van de koning te verkrijgen. Tezamen met de markies d'Arlan- des stapt hij dan op die gedenk waardige dag, 24 November 1783, in de grote uit wilgentakken vervaar digde gondel, die onder aan de bal lon was bevestigd en waarin, buiten deze koene luchtvaarders ook nog wordt meegevoerd een grote., vuur pot. Ja, deze mensen moeten wel een weergaloze moed hebben gehad om dergelijke experimenten uit te voe ren, want ichteraf bleek maai al te zeer, hoe gevaarlijk en onbetrouw baar deze met warme lucht gevulde ballons eigenlijk waren. Wonder boven wonder werd na een vaart op 1000 meter hoogte boven de stad Parijs deze tocht tot een goed einde gebracht. Men behoefde toen ook niet bepaald last van zenu wen te hebben .Het gebeurde nl. her haaldelijk dat tijdens de tocht, door het opporren van het vuur om de ballon te doen stijgen, verschillende gaten in het omhulsel werden ge brand. Geen bezwaar, een natte spons er tegen en het gevaar was weer ge weken. Na een tocht van 25 min. kwamen ze 10 km verder aan de grond. De twee „schoorsteenvegers" werden gedwongen een stormachtige ovatie in ontvangst te nemen. Deze Pilatre de Rozier, die de eer ste „vliegende mens" is geweest, was tevens de eerste die de rij opende der ontelbaren die in de loo. der tij den als slachtoffers van hun plicht het 'even lieten, hoewel hij zijn dood te wijten had aan verregaande roe keloosheid, evenals Madame Blan- chard, die het eerste vrouwelijke slachtoffer werd. Zij had nl. de ge woonte om tijdens feestelijke gele genheden een ballontocht bij avond te organiseren, waarbij ze dan ten aanschouwe van duizenden mensen hoog in de lucht vuurwerk liet ont branden. Het zijn sterke benen die de weelde van roem en eer kunnen verdragen. Haar onverschrokkenheid en durf gingen weldra over in roe keloosheid en overmoed. De opstij ging in die avond van de 6e Juli van het jaar 1819 zou haar echter noodlottig worden. Terwijl op de grond zich alles baaddé in een zee van Bengaals licht, steeg zij onder de tonen van marsmuziek als een fee uit een sprookje op. De mensen massa jubelde en juichte toen zij hoog in de lucht weer haar ballon illumineerde en een egen van von- (Voor vervolg pag. 6.) ZONDAGSBLAD 2 AUGUSTUS 1952 5 meöeweRkeR óad öe staten bij bcL en eeRste zenöin'qsöiRectoR HET leven van een mens loopt vaak heel anders dan hij het zich in zijn jeugd denkt. Grote verwachtingen lopen soms op teleurstelling uit, aan de ande re kant kunnen er wegen geopend wor den, waardoor niet gedachte mogelijk heden tot wonderlijke werkelijkheden worden. Zo ging het met Antoine de Waele, het 12-jarig zoontje van een ar me banneling uit de Zuidelijke Neder landen. die zich in Middelburg had ge vestigd. De werkkring, die zijn vader daar had verkregen, bracht Antoine in aanraking met het ruwe soldatenleven, dat de knaap met zijn zacht karakter tegen de borst stuitte. Hij wilde predikant wor den, maar.de financiën ontbraken. Voor zijn vrome moeder was dit ver langen van haar zoon een heerlijke open baring en hoe bezwaarlijk het ook was, zij wist te bewerken, dat Antoine de Latijnse school kon bezoeken. Toen hij deze doorlopen had, kwamen echter de moeilijkheden: er was geen geld om Antonius, zoals hij voortaan ge noemd werd, naar de universiteit te Lei- telijke hulp nodig te hebben. Maar Walaeus bleef wachten, totdat eindelijk de raadpensionaris vroeg, wie hij was. Toen deze de naam van de predikant vernam, veranderde hij dadelijk van houding en werd welwillend gestemd. Meermalen had hij van Walaeus gehoord en over hem de gunstigste getuigenissen Nu was het ijs gebroken en kon de predikant zijn taak verrichten en toen de 13e Mei de oude raadpensionaris zijn leven op het schavot eindigde, vertrok Hier besloot de synode professoren in de theologische faculteit te benoemen, die de Gereformeerde leer, volgens de canones van Dordt beleden en zouden doceren. Een Walaeus. Wij kun- niet zeggen, dat de Middelburgse predikant het er gemakkelijk mee had. Veertien jaren had hij de kerk van de Zeeuwse hoofdstad gediend en de ban den, die gelegd waren, werden niet zo gemakkelijk verbroken. Maar de over weging, dat hij nu een ruimer arbeids veld zou verkrijgen, deed hem het be sluit nemen, het nieuwe ambt te aan- den te zenden. Zo scheen de weg ver sperd en alle moeite vergeefs. Er verliepen enige jaren; totdat in 1595 de uitkomst kwam. De Staten van Zeeland stelden 36 beurzen beschikbaar voor jon gelieden. die wilden studeren. Walaeus was een van de gelukkigen en weldra verhuisde hij naar de sleutelstad. Hij kwam bij prof. Gomarus in huis, die een kundig leidsman voor hem was in de studie niet alleen, maar ook in de Gereformeerde beginselen. In deze tijd werd hij gevormd tot de Calvinist, zoals hij zich in zijn verder leven openbaarde. OOK in Leiden kwam hij als vanzelf op de voorgrond. Zowel met zijn collega's als met dé studenten stond hij op goede voet, terwijl zijn eenvoudige en vrome levenswandel hem de achting van de burgers van Leiden verzeKerde. Hier kwam een nieuw terrein voor hem open. De zending onder de heide nen stond in die tijd nog in de kinder schoenen. er was weinig belangstelling voor het geestelijk heil vdn de inheem sen in Indië. De Oost-Indische Compag nie was meer uit op geld verdienen dan op zending drijven. Met de kerk stond het anders. Op verschillende classes kwam de zaak van de zending telkens weer ter tafel, op die van Amsterdam werd zij in de tijd van 17 jaar meer dan 170 maal behandeld. Vooral de classis Delft was er sterk voor geïnteresseerd. Zij sprak de wen selijkheid uit, dat er te Leiden door de O.I.C. een collegium zou worden opge richt, dat ten doel had zendelingen voor Indië op te leiden. Hoe zouden de be stuurders van de Compagnie hier op re ageren? Dat was een grote vraag. Zou de beurs het bij hen winnen van de eis van Gods Woord? Het duurde wel een paar jaar, voor dat de Bewindhebbers tot een besluit kwamen. Er zou een ontwerp worden gemaakt. Voorlopig kwamen zij niet ver der, hun molens maalden wel heel lang zaam- Eerst in 1622 besloten de Heren XVII te Leiden een Seminarium Indi- cum op te richten, waarvoor zij de hulp king. Dit was Walaeus grepen. Reeds in zijn Walcherense tijd was zijn belangstelling naar de zending uitgegaan en nu kwam er een kans. Hij was dan ook zeer actief in deze zaak en toen het Seminarium tot stand kwam. kreeg hij het verzoek de leiding op zich genoten deze z harte genomen" Zo werd Walaeus, om in de taal van de tegenwoordige tijd te spreken, de eerste „Zendingsdirector" in ons iano. De opzet was maar zeer eenvoudig en de titel, die wij hem hier geven, is mis schien wat te hoogdravend. Maar in we zen was hij de „director". Zijn vrouw kreeg het er niet gemak kelijker door, daar zij de studenten moest huisvesten en toen de le April 1622 het Seminarium geopend werd, was de woning van Walaeus een hospitium geworden. lingen maken. Het aantal zendelingen, die door het Seminarium zijn afgeleverd, bedroeg niet meer dan twaalf. Ook heeft het slechts tot 1633 bestaan, toen de he ren van de Compagnie besloten tot op heffing. Er waren nu zendelingen ge noeg, zeiden zij, in werkelijkheid bete kende dit: het heeft ons nu genoeg geld Prof. Walaeus verrichtte dit werk naast zijn colleges aan de hogeschool. Maar toen hij ook nog de taak kreeg zijn aandeel te leveren aan de Bijbel vertaling, werd het hem te veel. In het eerst ging het nog wel. De synode van Dordrecht wees Walaeus aan met Fes- tus Hommius en Johannes Rolandus het Nieuwe Testament uit het Grieks in het Nederlands over te zetten. Toen evenwel de laatste stierf, nam de vertaling zoveel van de tijd en krach ten van Walaeus in beslag, dat hij zich 0o«ter«e humor^ Bar Hebreus, een Syrisch schrijver uit de tiende eeuw, verhaalt van een oude vrek, die een mand met glas waren gekocht had en naar iemand uitzag, die het vrachtje voor hem gratis! naar huis zou dragen. Eindelijk vond hij eer. potige dra ger, en zei tot hem: „Neem de mand op en als je nu eens géén draagloon van mij zou ragen, nou, dan zou je dat heus niet tot schade zijn!" „Wil je me dan een geschenk ge ven?", vroeg de jongeman, die aan een waardevolle verrassing dacht. ,,Een geschenk, zeg je?", antwoord de de eigenaar van het breekbaar goedje. „Nee hoor! Geschenken geven is dwaasheid. In plaats van loon in geld, zal ik je iets geven van groter waarde. Ik zal je drie lessen geven waarvan je je hele leven heel wat meer voordeel zult hebben dan van wat vluchtig geld, dat morgen alweer verdwenen is." De drager nam het voorstel aan, zette zijn schouder onder de mand, en zo gingen zij samen op weg. Toen ze ongeveer een derde gedeel te hadden afgelegd zei tie drager: „Geef me nu één van de drie lessen." „Goed", zei de oude. „De eerste les is deze: als iemand je verzekert, dat het beter is, honger te hebben dan verzadigd te zijn geloof hem dan niet!" Toen opnieuw een derde deel van de weg was afgelegd hield dt drager weer stil en vroeg: „Wat is de twee de les?" De oude antwoordde: „Mijn zoon, als iemand je zegt: lopen is beter dan rijden, geloof hem dan niet! Eindelijk, toen ze het huis van de vrek bereikt hadden, zei de drager, moe en nors: „En wat is de derde les?" En de oude zei: „Als iemand je ver telt een mens te hebben gevonden, die een last droeg voor minder loon dan jij het deed geloof hem dan niet!" Nu wierp de drager plotseling de mand met glaswaren krachtig tegen de ^rond, zodat alles wat er in zat barstte of brak, en zei woedend tot de oude: „Als r nou iemand is die tegen je zegt, dat er nog één stuk heel is geloof hem dan niet!" Daarmee ging hij heen, de oude vrek briesend van toorn achterlaten de. genoodzaakt zag aan de curatoren te verzoeken, hem vrijstelling te verlenen van college geven. Na de voltooiing van de Bijbelverta ling leefde hij nog een paar jaar. Hij overleed 9 Juli 1639 te Leiden. Dr. D. LANGEDIJK. zijn academische JHHHHHHH* PIET MET DE PET land, waar hij verschillende hogescholen bezocht in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. Enkele jaren stond hij in Koudekerke als predikant, waarna hij te Middelburg beroepen werd. Zijn de gelijke kennis en vlotte voordracht brachten de jonge predikant als vanzelf naar voren en toen bij de classis een verzoek in kwam van de stadhouder Maurits om een tijdelijke hofprediker, was Walaeus de aangewezen man. Het Haagse leven lag hem echter niet, het rustige Walcheren was meer naar zijn smaak. Het is dan ook niet te verwon deren, dat hij vele jaren in Middelburg heeft gewerkt. Op kerkelijk gebied was het in die dagen lang niet rustig. Arminianen en Gomaristen stonden fel tegenover elkaar en toen de politieke kwesties en de theo logische geschillen zich dooreenstrengel- den, kwam ons land aan de rand van een burgeroorlog te staan. Het werd tijd, dat Maurits zich met de zaken ging bemoeien, maar van theologie had de stadhouder geen verstand. Nu hij, zij het ook na lange aarzeling, in de strijd be trokken werd, wilde hij ook op de hoogte zijn van de stand van zaken. De herin nering aan Walaeus was Maurits waar schijnlijk bijgebleven, tenminste hij ver- zocht aan de kerkeraad van Middelburg hem deze predikant voor enige tijd af te slaan. Een aanbod om voorgoed hof prediker te worden, sloeg Walaeus ech ter af, want nog steeds voelde hij zich in de hofkringen niet op zijn gemak. Toch zou er weldra een grote verande ring in zijn leven komen, eerst doordat hij als lid van de synode te Dordrecht zitting had en daarna als professor te Leiden wehd benoemd. *1* IJDENS de zittingen der synode wachtte Walaeus nog een moeilijke taak. Op zekere dag ontving hij namens de Staten Generaal het verzoek om zich naar Den Haag te begeven. De reis moest evenwel in het geheim worden gemaakt, want het volk mocht van deze tocht geen kennis hebben. In deze woe lige dagen van spanning wilde de over heid geen risico lopen en alles voorko men, wat tot opstootjes en onrust kon Wat dan het doel van de reis was? De raadpensionaris Van Oldenbarnevelt was ter dood veroordeeld en nu zagen de Staten in de zachtmoedige, meelevende Walaeus de meest geschikte man om hem op het einde voor te bereiden. De eerste ontvangst was niet bemoe digend. Oldenbarnevelt zeide, geen gees- Kerk had haar gebreken bleek ons duidelijk. Dat wil ergens wordt op niet zeggen dat we een lofzang gaan zo rond 1840 i: zingen op heilige Pietje met de Pet, In gedachten zie ik het voor me: n eilanddorpje pril gezinnetje een jongetje geboren. Men kan op die elke Vrijdag- of Zaterdagavond de ouders niets aanmerken dan laveloos huiswaarts koerste vrouwlief voor het steeds wassend kroost de schrale rest zijner loon- penningen te offreren! Pietje met In die korte dagen tussen kraam I graf is er in Pettepiet iets gebro ken. Hij had nooit veel gezegd dorpsmensen zijn niet royaal met woorden! maar nu zweeg hij hoogstens dit dat hun trouwdag wel voortaan. En omdat het kleine wurm 2 wat al te vlug door de geboortedag werd gevolgd. Maar dat was daar immers 's lands wijs, 's lands eer?! de Pet was een mispunt. Daarik In elk geval hebben ze kleine Pietje zeg het voluit! Hij heeft zijn vrouw haar levensdagen aanmerkelijk ver kort, zelfs ongerekend de al te forse aanpak waarmee hij haar uiteinde lijk om zeep en zichzelf de kast in bracht. Hij heeft zijn kinderen doen opgroeien voor galg en rad en nog drukt zijn verder nageslacht op ons kerkelijk en wereldlijk budget met een centenaarslast aan onder- steunings- en andere gelden. Het valt zelfs niet meer te schatten hoe veel de gemeenschap aan Pietje met de Pet en zijn ontelbare nakome lingen ten koste heeft moeten leggen. Begrijp mij goed: ik zelf heb Pietje nimmer gekend. Het is mo gelijk dat hij nog in leven was toen snellyk ten doop gehouden en heeft hij naar de daar heersende zede kerk en school naarstig bezocht, dat zijn vrouw hem naliet verzor ging moest hebben en ook omdat een jonge vent niet alleen kan blij ven, trouwde hij een ander. Zonder eigenlijk uit te zien, zonder keuze of liefde. Zij werd zijn kwade genius, zijn ondergang. Ze pasten mijn eigen Moeder in het begin van der, nooit i deze eeuto in dezelfde Volkswijk huisbezoek deed, zo hij al niet zijn dagen in het gevang beëindigd heeft. Maar ik behoef ook niemand te kennen, die mij details van hem vertelt: zijn beeld heb ik al lang gevormd uit de gedragingen van zijn kindskinderen, die allen versmijtster. Toen zocht hij zijn heil in de kroeg en de herbergier kreeg 'n goeie klant aan hem. Steeds beter naar mate zijn woning voller van kinderen werd! De Kerk was allang lit zijn gezichtsveld verdwenen. Ach, hij zag eer ratten in zijn delirium- buien dan de Kerk in zijn nuchter heid! En na vijftien jaar heeft hij m we zeiden het in een van die naar de kerk op Zondag. Twee keer razernij-aanvallen zijn vrouw ver- naar de school op de weekdagen, moord En thuis las Vader bovendien nog uit de grote statenbijbel, nooit min- Uit de VOLKSWIJK Nu kan men vragen: wat heeft dit met de Kerk te maken? Inderdaad: niets, althans naar de kerkelijke opvattingen van die tijd. Op de beurt, mogelijk wat overhaast, ten prent van zijn leven zoekt dorps meideke trouwen zal en de rij der geslachten zal voortzetten? Evenwel, dit laatste geschiedt niet, vergeefs één kerkewerker. Maar dat betekent nog niet dat die daar niet op had moeten voorkomen! Want er de zestiger jaren belandt is één moment geweest HPBHHHHWHH de Onlandstraat gemeen hebben alles wat misdadig kiest h\j zijn levensgezellin. Hij is en gemeen is. Men staat ontzet een sterke, potige knaap, die behoor- dat één verzondigd mensenleven het lijk geld verdient in de haven en rad der geboorten van tientallen die het zich veroorloven kan om een copieën in beweging kan stellen en gezin op te bouwen. Het begint zelfs dat daaruit voor heel de samen- voortreffelijkwant ook dit meisje is leving louter onheilspellende gevol- safe: gezond, levenslustig en toege- gen zijn te verwachten. En men zou wijd. Maar bij de geboorte van het wensen dat iedere jonge mens dit eerstelingetje sterft ze en achteraf goed begreep, aleer hij of zij zeggen we dat daarmee de medische de voeten zette op een hellend vlak. zorg van die dagen veel te maken Want ondanks alle bestialiteit is heeft gehad. Wat tuist men van Pietje met de Pet begonnen als een scepsis en kraamvrouwenkoorts? En klein kindje in een vroom christen- wie maakte zich druk om de dage gezin! lijkse komst van de ooievaar? de Kerk dit levensroer had kunnen omdraaien in een andere richting. Dat is geweest toen dat jonge vrouwtje lag te sterven en de ge roepen predikant niet kwam! Omdat hij misschien ander werk had. Omdat hij 't mogelijk enkel vergatOmdat er toen reeds predikanten te weinig waren om de taak naar behoren te vervullen Maar om deze vage „-omdat's" heb ik nochtans een warm plekje in myn hart voor het goddeloze broed van Pietje met de Pet. WIJKPREDIKANT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1952 | | pagina 6