GERBEH DE BRUIJH
Gods lankmoedigheid
zoimJAc:
Hei examen van
Kort verhaal van C. Barnhoorn
ZO vr<«g was 't niet meer, die avond.
Buiten was 't donker, en koud.
De kleine grijze wolkjes, die 's mid
dags waren gekomen, hadden zich
saamgevoegd tot een grauwe massa.
De sneeuw zou niet lang op zich laten
wachten.
De fivan stond in 't half-donker, on
der 't wit van 't plafond, dat door de
lamp van m'n tekentafel werd ver
licht.
Nee, de thee was op. Ik had slaap,
en geen zin om nog wat nieuwe te zet
ten. Eigenlijk had ik daar nooit zin in,
begreep ik; 't vervelende gedoe met
een klein stelletje en 't water halen
bij m'n hospita, beneden, was ik al
lang zat.
Ik zette de laatste melk op t gas.
De kachel was doorgebrand, en ik ont
dekte dat 't Radio-Philharmonisch-Or-
kest m'n lievelingsmelodie zou spelen,
Mozarts „Eine kleine Nachtmusik".
Vervelend ook, dat tentamen vol
gende weck!
Ik zou moeten werken, maar ik wist
van te voren dat ik 't niet zou doen.
En omdat mopperen weinig zou hel
pen, en omdat ik in een prima stem
ming was, als ik dat tentamen weg
dacht. schoof ik de enige bruikbare
stoel bij de kachel en stopte m'n pyp.
Toen de muziek begon, kwam hy.
Gerben.
Beneden, aan de voordeur, stond hij
te wachten. Lang, mager, donker
haar, boven een bleek gelaat. In 'n
verwarde zwarte kuif de eerste
sneeuw.
Hailo Dick!
Kom boven jóh, 't is geen weer
om nu op straat te wandelen!
Ja graag. Dick! Misschien vraag je
je af, wat ik met zulk hondenweer bui
ten doe. nviar y'n kolen waren op,
en daarom oen ik hierheen gekomen.
Fijn Gerben, we zullen 't ons ge
zellig maken! Bij mij is 't warm. Zo,
hang hier je jas maar neer!
Ik kreeg zo'n idee, dat niet alleen
de kou Gerben naar mij toe had ge
bracht. Nee, er was iets met Gerben!
Hij was nog stiller dan anders. Z'n
donkere ogen waren nog groter; ze
staken vreemd af bij z'n vreemd-wit
te gezicht. Plotseling begreep ik. Hij
Mt Tl,. HEEMSKERK
Die indruk is vals. Want naast de
waardigheid en voorzichtigheid, die
in Heemskerk moeten worden ge
loofd, sierde hem bovenal trouw.
Trouw aan de anti-revolutionaire be
ginselen, voor wier doorwerking in
Nederlands staatsbestuur hij zijn bes
te krachten heeft gegeven. Niet ten
onrechte getuigde dr. Kuyper van
hem: „Heemskerk, al wipte hij soms
wat lucht in 't zaal, marchandeerde
op het stuk der beginselen nooit."
Nadat hij, dwars tegen de tijdgeest
en de levenshouding van het ouder
lijk gezin en milieu, zich voegde bij
hen, die Christus' Koningschap in
staat en maatschappij willen erkend
zien, heeft hij met hen, zonder wei
feling de goede strijd gestreden. Ü2
zaak van het Nederlandse volk heeft
hij met rijk talent gediend, in woord
en daad zijn trouw aan de anti-re
volutionaire of Christelijk-historische
beginselen belijdend. De reeks maat
regelen van wetgeving en bestupr,
waaraan hij zijn medewerking ver
leende, vond meermalen uitvoerige
beschrijving. Hoezeer ook Heemskerk
sober in het publiek belijden was,
toch heeft zijn vrijmoedige getuige
nis in 's lands raadzaal v«or de eer
van rijn Heiland meermalen diep
geroerd.
Wij duiken aan zijn dispuut met
oud-minister Staal in de Eerste Ka
mer over het gebed in de kazerne
en de Christelijke levenshouding dei-
militairen. NiAt licht zal worden ver
gelen zijn fel bewogen protest in de
Tweede Kamer tegen de heer Duys,
die het bidden in de ministerraad,
toen in 1918 revolutie dreigde, be
lachelijk zocht to maken. Zijn laatste
redevoering, vlak vóór zijn dood, in
de Tweede Kamer gehouden ter ver
dediging van de Christelijke school,
liet geen der Kamerleden onbewogen.
Waarlijk, in de helden-galerij der
anti-revolutionaire voormannen ver
dient een eervolle plaats het gave beeld
van „Heemskerk, de parlementariër".
PROF. MR P. A. DIEPENHORST.
had vanmiddag examen moeten
Ik gaf Gerben de stoel en schoof
hem de tabakspot toe. Hij stopte z'n
pyp. We zeiden niets, luisterden alleen
naar Mozarts meesterwerk. Toen de
laatste accoorden van 't Rondo waren
verklonken, bemerkte ik, dat Gerben
niet rookte. Ik schonk koffie in, en
toen ik met m'n rug naar hem toe
stond, begon hij ineens te praten.
Dick, je zult het misschien wel be
grepen hebben, ik ben gezakt. Die el
lendige regeling hier in Delft ook!
Als je van een beurs moet studeren,
zou je hier gek kunnen worden! Hoor
je: gek!
Ik was klaar met m n examen, op
natuurkunde 11a. Dat moest ik vanmid
dag doen. Ik heb er wel voor gewerkt,
maar 't wilde helemaal niet. Vóór ik
er heen ging, had ik uitgerekend, dat
ik er net zou komen, als ik natuurkun
de zou halen. Als 't mis zou gaan, zou
m'n studiebeurs worden ingehouden.
En dan zou ik wel op kunnen hou
den met m'n studie. M'n ouders kun
nen me niet helpen, dat weet je. M'n
hele studie, m'n beurs, m'n toekomst,
ja, alles, alles hing dus af van dat ene
tentamen: natuurkunde!
Ik wilde er niet aan denken, maar
de hele dag kwam dat ene woord van
zelf in m'n gedachten: natuurkunde.
Steeds probeerde ik aan iets anders
te denken, maar 't wilde niet, ik kón
't niet. Als ik zat te werken, was 't
alsof boven elke bladzijde met grote
letters dat ene woord stond geschre
ven. En als ik m'n boek dichtdeed,
stond 't op de kaft.
Toen ik naar 't examen ging, dui
zelde alles voor me. Eén idee had
ik nog, één gedachte, één wens: sla
gen. Als ik maar zou slagen, dan zou
verder niets me meer kunnen tegen
houden, dan zou ik m'n beurs krijgen,
en dan zou ik kunnen afstuderen Nog
De Hoge Veluwe prachtig vacantie-oord.
twee jaar, dan zou ik klaar geweest
zijn! En nu nu ben ik mislukt!
Maar heb je dan al uitslag gehad,
Gerben? vroeg ik voorzichtig.
Nee, Dick, de uitslag is morgen
ochtend. Ach, maar ik hoef niet eens
te gaan kijken! Ik zou minstens een
zes moeten hebben. Nee, ik kan hoog
stens een vier krijgen! Ik wist werke
lijk niets. Twee vragen heb ik niet
eens beantwoord!
Ach, Dick 't is nog niet eens 't erg
ste voor mezelf. Maar m'n ouders, ik
durf ze 't haast niet te zeggen, Dick,
Thuis zijn we met z'n elven. M'n vader
heeft een boerderijtje met zeven koei
en. Hy wilde altyd dat ik in de boer
derij zou komen, als ik van de lagere
school zou komen. Maar 't was in de
oorlogstijd, toen ik van school kwam.
De boerderij liep in die tijd heel goed,
en m'n vader vond 't goed, dat ik naar
de H.B.S. ging.
Toen ik m'n eindexamen gedaan
had, was de gouden tijd voor de boe
ren voorbij. Onze hele familie ver
klaarde m'n vader voor gek, toen hij
er in toestemde, dat ik naar Delft zou
gaan, als ik een studiebeurs zou krij
gen.
Maar ik wilde niet m'n hele leven
op een kantoorkruk doorbrengen, al
leek dat iedereen de oplossing. Ik wil-
InH-IHHI#
Hebt gij gezien, dut Achab zich
vernedert voor Mijn aangezicht?
1 Koningen 21 29.
IJELAAS. deze verandering by Achab
heeft geen stand gehouden. En zijn
einde is geworden een vallen in de
strik van zijn eigen zonden.
Maar daarom moogt ge nog niet
denken, dat Achab's boetedoening ge
veinsd was. Zeker, met hartvernien-
wende genade ging het niet gepaard.
Dan zou Achab God gezocht hebben
om de vergeving van zijn zonden te
verkrijgen. Dan zou hij de Here ge
diend hebben en de Baiils hebben uit
geroeid.
Maar al was zijn bekering onvol
ledig, toch moogt ge er niet alle waarde
aan ontzeggen. De Here zelf vond het
de moeite waard Elia er op te wijzen:
Hebt gij gezien dat Achab zich ver
nedert voor mijn aangezicht
Voor des Heren aangezicht ver
nederde hij zichNiet alleen voor het
aangezicht van mensen, zoals de ge
veinsden dat doen. Trouwens, wat zou
hij er aan gehad hebben voor de
mensen de boetvaardige te spelen? In
zijn eigen omgeving kon het hem
alleen aan spot blootstellen.
Neen, hier was wel terdege een ver
andering van gezindheid bij hem op te
merken.
Dit juist was van zoveel betekenis.
Een tijdlang hield hij ten minste op
de Here te tergen. Een tijdlang werden
de vei Volgingen gestaakt. Een tijdlang
stond de propaganda voor de dienst
van Baal stil.
En onder dit alles werd het duide
lijk dat de Here God is. Het kwam
wel niet tot een verlaten van de Baiils
en een herstelling van de dienst des
Heren. Maar er kwam toch weer ruimte
voor het belijden van Israels God.
Van /rebel lezen we bij dit alles
geen woord. Zy doorzag wel, dat ze
hier niets vermocht met haar vijand
schap. Het is alsof zij zich op de achter
grond heeft gehouden. Mogelijk heeft
zij wel begrepen, dat ze hier had te
doen met een tijdelijke verandering bij
Achab en dat ze slechts haar tijd had
1 haar invloed op hem
En merk nu ook op Gods grote lank
moedigheid over een man als Achab.
De Here zegt: Dewijl hij zich ver
nedert voor mijn aangezicht, zo zal Ik
dat kwaad in zijn dagen niet brengen;
in de dagen zijns zoons zal Ik dat
kwaad over zijn huis brengen.
Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat
de zoon voor de zonden van de vader
gestraft is. Want die zoon al deed
hij de Baiils weg gaf in goddeloos
heid zijn vader en zijn moeder maar
weinig toe. En met recht kon de pro
feet Elisa tot hem zeggen: „Wat heb
ik met U te doen? ga heen tot de pro
feten uufs vader en tot de profeten
uwer moeder. (2 Kon. 3:13).
Neen, er is hier uitstel van de straf.
Was 't een oprechte bekering ge
weest, de Here zou de zonden hebben
vergeven en 'l oordeel hebben afge
wend. Maar dit begeerde Achab niet,
en de Here gaf het hem ook niet. Maar
als Achab slechts stilstaat op de weg
der zonden, dan staat ook de Here stil
op de weg zijner gerichten.
Deze lankmoedigheid Gods recht
vaardigt Hem te meer in zijn oordelen.
Waarom is Achab niet een stap verder
gegaan? Waarom heeft des Heren
sparende goedheid hem niet er toe ge
bracht de Here te smeken om ver
geving en afwending van de welver
diende straf?
Maar zover komt hg niet. Er is wel
een vrezen voor de kwade gevolgen
van zijn zondig gedrag, maar er is niet
een afkeer van dat zondig gedrag zelf.
Toch voor wie er toe komt zich van
zijn zonden tot God te bekeren, voor
wie de vergeving van zijn zonden op
recht zoekt en begeert "let God ver
zoend te worden, in vrede te leven,
ligt in deze geschiedenis de stellige
aanwijzing dat er voor hem by God die
genade is die hij zoekt.
Achab kreeg van de Here wat hij
niet vroeg en niet zocht en niet
hoopte.
Hoeveel te meer zult gij bij ware be
kering van Hem verkrijgen, die ge
nade. waarop gij biddend pleit
de zelf construeren, m'n eigen ziel en
m'n hele wezen leggen in werken dde ik
zelf zou kunnen ontwerpen. Bruggen,
sluizen, havens en dijken wilde ik ma
ken. Ik zag mezelf toen al staan, bij
een in aanbouw zijnde brug; een brug,
die in mijn werkkamer was ontstaan.
Ja, ik zag mezelf al zitten aan m'n
werktafel, en cijferen of de overspan
ning nog iets langer, of de pijler nog
wat dunner zou kunnen zijn. Dan weer
gaf ik de laatste aanwijzingen, als de
laatste ponton in een nieuwe dijk
werd gevaren.
Ja, ik kreeg een studiebeurs en ik
ging naar Delft. M'n grootste ideaal,
civiel ingenieur te kunnen worden,
was in vervulling gegaan! Dat dacht
ik tenminste. Maar in werkelijkheid
begon 't toen pas, Dick. Je kunt je
niet indenken wat het is, als je stu
deren moet met de gedachte dat thuis
iedereen voor je zuinig moet zijn; als
je ziet dat je zusje moet helpen op de
boerderij omdat een knecht te duur
Denk je eens in, dat je Zaterdag
thuis komt, en dat je Vader aan je
Moeder vraagt, of hij voor de Zondag
een pakje sigaretten kan kopen,
waarna hy ten antwoord krijgt, dat er
alleen nog maar geld is voor de kerk.
Een grote bruine man, die elke dag
van 's morgens heel vroeg tot 's
avonds laat moet werken en die dan
nog niet een pakje sigaretten yoor de
Zondag kan kopen .Dick, toen ik van
middag op 't examen zat, zag ik op
eens weer m'n vader, zoals hij toen
weer z'n klompen aandeed, met een
traan op z'n wang, maar zonder een
woord te zeggen. Misschien had hij
toen wel de hele middag gewerkt, met
in zich de stille hoop, dat hij voor de
Zondag een pakje sigaretten zou kun
nen kopen
Toen ik vorige week thuis kwam,
vond ik m'n Moeder in één van de
kleine stallen. Daar, iin een hoekje
achter de deur zat ze een klein kalfje
wat melk te voeren. Vroeger mestte
Vader alleen kalven, om 's winters
vlees voor ons zelf te hebben, en daar
om zei ik:
Daar zal aardig wat aanzitten, als
't winter is, Moeder!
Ze zei niets, ze knikte alleen, en ik
dacht dat ze zuchtte. Later hoorde ik
van één van m'n broertjes dat 't kalf
gauw vet moest zijn, omdat de vette
kalveren zo duur waren. Bij de krui
denier stond nog een hoge rekening..
En nu dit Dick. Hoe kan ik ze ver
tellen dat ik gezakt ben? Voor mij
hebben ze allemaal krom moeten lig
gen. Ik ben de oudste, en als ik na de
H.B.S. naar een kantoor was gegaan,
was alles niet nodig geweest. Nu is
toch alles voor niets!
Gerben, ik geloof dat ik er iets van
begrijp, kon ik alleen maar zeggen,
en 't enige wat we kunnen doen, is sa
men bidden, of de uitslag misschien
toch nog mag meevallen-
Samen hebben we gebeden, 't Was
koud geworden; de kachel was uitge
gaan. We merkten 't niet, pas toen
Gerben weg was, viel 't me op. 't Was
laat en ik had slaap.
Om negen uur de volgende morgen
werd ik uit bed gebeld.
Gerben.
Herexamen, Dick!
- Maar Gerben, geweldig jóh!
Ja, de prof vond m'n practicum
heel goed, en daarom wilde hij me
nog een kans geven!
Volgende week mag ik 't overdoen.
Mondeling!
Ja, toen vanmiddag de blauwe Ford
de Luxe van Ir. Gerben de Bruyn voor
m'n deur stilhield, moest ik weer aan
die avond denken.
Hij kwam me uitnodigen, om vol
gende week de opening van z'n eerste
brug te komen bijwonen..».
4 onze j€uqó-p&qin& f
<~&inkle wordt wyó
AAN de rand van een grote stad
ligt een park. In dat park zijn
vyvers met hoge bomen er omheen.
Er is een speelweide en ook een
bogrderij. Een echte boerderij met
varkens en kippen en met schaapjes.
De mensen uit die stad vinden het
een fijn park en vaak gaan ze er in
wandelen, en de kinderen gaan dan
naar de boerderij om blaadjes sla
of koolstronken te brengen.
Ja, die schaapjes en kippen worden
echt verwend door de kinderen.
Vooral in het voorjaar air er lam
metjes zijn, komen er veel kinderen
naar de boerderij. Eén van die kin
deren was Marijke. Elke dag kwam
ze een lekker hapje brengen. De die
ren wisten het al ,want als ze haar
rode mutsje tussen het groen zagen
aankomen, l-.wamen ze al bij het hek
Marijke had ze allemaal een naam
gegeven. Kees de bok en Krul het
varken. Er was één lammetje bij,
waarvan Marijke het meeste hield.
Die had ze Pinkie genoemd. Pinkie
was een leuk wit lammetje, dat de
hele dag dwaze dingen deed. Hij
klom op het kippenhok en sprong tus
sen de biggetjes in die dan met veel
lawaai op de vlucht gingen.
De moeder van Pinkie probeerde
hem dan weer tot de orde te roepen,
maar meestal was Pinkie weer met
malle sprongen weggerend. Op zoek
naar een nieuw avontuur. Ja, Pinkie
vond de boerderij eigenlijk te klein.
Hij zou best eens wat verder weg wil
len. Maar het hek was altijd goed
gesloten en er overheen springen kon
hij niet. Wel jammer vond hij het.
Maar als Marijke kwam met haar
sappige blaadjes, was Pinkie alles
weer vergeten en rende hy naar
haar toe.
Eens op een avond, toen het park
gesloten was, dwaalde Pinkie nog een
beetje rond op de boerderij. De scha
penstal bleef met dit mooie zomer
weer openstaan, dus behoefde hij zich
niet te haasten. Het werd nu heel stil
in het park. De mensen en kinderen
waren weg en de dieren gingen ook
slapen. Kijk de eenden maar .eens.
Netjes naast elkaar op het gras zaten
ze daar. Hun kopjes tussen de veren
gestoken. In het kippenhok was het
ook al rustig.
Ja, Pinkie was de enige die nog
wakker was. Hij liep nog eens langs
het hek. Misschien lag er nog wat
lekkers. Maar iets te eten vond hij
niet. Wel zag hij dat er een gat in
het gaas zat. Hij keek eens goed.
..Daar zou ik best doorheen kunnen",
dacht hij en., floep! Daar was hij er
al onderdoor gekropen. Nu stond hij
buiten de boerderij. „Hoera!" mek
kerde hij. Waar zou hij nu het eerst
naar toe gaan? Wacht, eerst die weg
eens aflopen. En daar liep Pinkie
door het verlaten park. Hier en daar
at hij een sappig grasje of een jong
blaadje.
Toen hij zo een poosje gelopen had,
kwam hij aan een vijver. Wat een
grote plas water vond Pinkie dat.
Hij kon hier wel eens vat gaan drin
ken. Voorzichtig liep hij naar de kant
en dronk van het koele water.
De goudvissen uit de vijver, die
het witte snuitje van Pinkie zo in hun
water zagen, kwamen eens kijken of
er soms wat te eten was.
Nu had Pinkie nooit goudvissen ge
zien maar wel sappige worteltjes,
„Dat zijn die lekkere oranje wortel
tjes die Marijke soms voor mij mee
brengt", dacht het domme lammetje,
„die lust ik graag." En zonder ver
der na te denken, hapte hij er naar.
Brrr! Wat viel hem dat tegen. Het
water kwam in zijn neus en ogen.
Proestend trok hij zijn kopje weer
terug. De goudvissen zwommen ver
schrikt weg.
Daar stond Pinkie nu met zijn natte
snuitje. Plons! hoorde hij. Verschrikt
sprong hij terug. Een dikke waterrat
was in de vijver gedoken en zwom
weg. Neen. het was hier niets voor
Pinkie. Mekkerend liep hi, verder.
Daar zag hij een paar grote man
den staan. Wat zou daar in zitten?
Pinkie kwam eens dichter bij en hoor
de een zacht gegons uit de manden
komen. Hij was alweer vergeten dat
hij pas een natte snuit had opgelopen
door zijn nieuwsgierigheid en stak
zijn neus in het gat van een mand.
Maar die manden waren bijenkor
ven en voor de ingang er van stond
een sterke bij op wacht. Wee de gene
die in de korf durfde te komen om
hun honing te stelen. Die zou zij wel
even met een flinke prik onthalen.
Maar Pinkie wilde geen honing stelen.
Pinkie was alleen maar verschrikke
lijk nieuwsgierig. De bij wist dat niet
Zij zag het witte snuitje voor de in
gang van de korf en prikte zo hard
ze kon. „Beh!" deed Pinkie en trok
haastig zijn neus terug. O, wat deed
dat pijn. Zijn neusje werd helemaal
dik. Van die rare manden was Pinkie
bang en vlug ging hij verder. Het
werd al donker en hij zou maar te
rug gaan naar de veilige stal. Maar
die domme Pinkie had helemaal niet
opgelet welke weg hij had gelopen en
nu was hij verdwaald. Daar stond het
ondeugende lammetje nu in het don
kere park. De bomen waren nu gro
te donkere dingen en ook de struiken
zagen er niets mooi meer uit. Pinkie
werd bang, heel bang. Pats! met een
klets kwam een kikker vlak naast
hem op de grond zitten. De bange
Pinkie schrok zó erg, dat hij wegren
de. Dwars door de struiken en over
de wegen. Hij rende en rende maar.
Toen0 wee, in het donker had hij
niet een diepe greppel opgemerkt.
Met een smak tuimelde hij er in.
Krak! deed zijn achterpootje. Daar
lag het arme lammetje nu. Door de
val was zijn achterpootje gebroken.
Lopen kon hij nu niet meer. O, wat
deed dat pootje pijn. Hij kreeg er
traantjes van in zijn ogen. Zou hij
nu nooit meer kunnen rennen cn
springen? dacht Pinlcie. O. was hij
maar bij moeder op de boerderij ge
bleven.
„Beh" blaatte hij.
In de stal bij moeder schaap was
het een hele drukte. Toen Pinkie
met het donker worden niet het war
me stalletje had opgezocht, was moe
der eens gaan kijken. Maar tot haar
schrik kon ze nergens een spoor
van haar kind ontdekken. De andere
schapen hadden Pinkie ook niet ge
zien. Wat waren ze nu ongerust. Ze
konden niet slapen en stonden maar
stil te luisteren of ze het lammetje
soms hoorden roepen. Na lange tijd
hoorden ze heel ver weg een klagelijk
blaten. Ja, dat was Pinkie! Ze gaven
nu antwoord, maar de stem bleef
steeds heel ver weg. Waar bleef hij
toch! En wat riep hij toch verdrietig?
Zo ging het de hele nacht door.
Pinkie lag koud met zijn gebroken
pootje in de greppel. Eerst had hij
nog geprobeerd met drie pootjes te
lopen maar dat ging helemaal niet.
Eindelijk kwam de zon weer op.
De baas van de boerderij hoorde al
van ver dat er iets niet in orde was
met de schapen en fietste nog wat
harder. Bij de boerderij aangekomen
bemerkte hij al direct dat Pinkie
verdwenen was. diep in het park
hoorde hij hem roepen. Vlug ging hij
hem zoeken en vond gelukkig spoedig
het bibberende diertje. „Jong, wat is
er nu met jou gebeurd?" vroeg hij.
Maar Pinkie kon niet anders dan
,',Beh!" zeggen. De baas keek naar
het gebroken pootje. „Dat is niet zo
mooi", bromde hij. ,-Daar zal oen
dokter bij moeten komen." Voorzich
tig nam hij het diertje op en ging
terug naar de boerderij. Daar belde
hij even later de dierendokter op, die
met de auto naar het park kwam. Ge
lukkig was het een hele knappe die
rendokter. Hij zette een mooi stokje
langs Pinkie's pootje en deed er toen
gips om heen. De baas van de boer
derij had nog een oude kous van zijn
zoontje en die deden ze om het gips
heen. Want Pinkie was een erg
speels diertje, dat wisten ze wel en
als het gips stuk ging kon het pootje
niet genezen.
Eindelijk was hij klaar. Het deed
nu gelukkig geen pyn meer. Voor
zichtig zette de dokter hem op de
grond. Heel voorzichtig liep het lam
metje met z'n styve pootje in het
rond. Fijn, hij kon weer lopen.
„Het moet er een flinke poos om
blijven zitten", zei de dokter tegen de
baas.
Die knikte en was blij dat Pinkie
toch nog beter kon worden.
's Middags kwam Marijke weer op
de boerderij. Ze schrok toen ze haar
lievelingetje zo raar zag lopen. De
baas vertelde hdar hoe hij het lam
metje had gevonden. Wat er precies
gebeurd was, wist niemand, want
Pinkie kan niet met de mensen spre
ken. Maar hij wil nu niet meer door
het hek heen naar buiten. Hij blijft
veilig bij moeder en de andere die
ren. En vooral nu Marijke hem elke
dag de lekkerste hapjes komt bren
gen, omdat ze zo'n medelijden met
hem heeft.
onze BRievenBUS
't Was een ezel.
Ja heus, de eend van
vorige week zat op
een ezeltje en niet
op een paard, zoals
de meeste nichten en
neven schreven. Nu
moet ik eerlijk zijn,
het was wel een
beetje moeilyk. Maar
troost je, ik heb het
ook niet gemakkelijk
gehad. Er waren na-
melijk heel veel leu
ke inzendingen. Heel
wat meisjes en jon
gens hadden de plaat gekleurd. Ko
van der Sluys was wel het beste voor
de dag gekomen en daarom krijgt Ko
de hoofdprijs. De troostprijzen gaan
naar Nieske Spijker en Lenie de Wit.
Nu moet ik eerlijk zeggen, dat Bert
en Ria Klandermans Henny van
Rietschoten en Ada van der Hoeven
ook wel bijzonder hun best hebben
gedaan. En daarom krijgen zij een
eervolle vermelding. Jullie ontvangen
dus geen prijs, maar ik meen, dat
's^oo fcf
Deze oude baas ziet er zo vriendelijk
uit, maarpas op zijn hoed, want
dat is een heel lastige hoed. Dit is
namelijk niet zo'n gewoon kruiswoord
raadsel. De woorden heb ik namelijk
al en die moeten jullie nu zo in de
hokjes zien in te vullen, dat het geheel
een goed sluitend kruiswoordraadsel
vormt. Om het jullie wat gemakke
lijker te maken z\jn er al enkele letters
ingevuld.
Hier zijn de woorden: al, ararat, dra,
driesteer, italië, ne, rauw, ruitje, rz,
spanje, td, teen, tep, zweden. Zal ik
jullie een beetje helpen? Het eerste
woord van links naar rechts is driest
en van boven naar beneden dra. Succes
hoor. Ik ben benieuwd hoe jullie het
er af brengen.
jullie een extra pluimpje hebben ver
diend en dat heb ik jullie dus bij deze
gegeven.
En nude brievenbus. Daar zit zo
als gewoonlijk weer heel wat in. Wat heb
ik hier voor een fleurige brief. Eens kij
ken. die komt van Arle de Graaf. Aar
dig versierd, Adrie. Net Koninginnedag,
die brief van jou. Nogal zo iets leuks
Dat komt van Ria Kats, die een paar
blocmbakken op haar brief tekende. Be
dankt hoor, ik houd erg veel van bloe
men moet je weten. Bedanken wil ik
ook Joke Jurjaanz, die me een puzzle
stuurde. Ik zou hem erg graag plaatsen
Joke, maar ik heb nog zoveel puzzles
liggen en dan komt er nog bij, dat hij
helemaal overgetekend zou moeten wor
den. Dat neemt echter allemaal niet
weg, dat ik er toch blij mee ben. Nog
wel gelukgewenst met de verjaardag van
je moeder, Rini Jager. Hebben jullie een
prettige dag gehad en wat zei moedei
van jouw cadeau? Wieger Dam kent de
tafel van 10 al schrijft hij. Dat is knap,
Wieger, blijf maar goed jc best doen op
school. Wil je je zusje Ankie van me
groeten? Een naamgenootje van dit laat
ste nichtje en wel Ankle van den Assem
vraagt om een kleurplaat. Ik zal je ver
zoek onthouden hoor. Binnenkort kan je
wel weer eens wat verwachten. Fijn.
Piet Waldekker, dat Truus wat vooruit
is gegaan. Zo'n ziekte kan wel eens een
tijdje duren hè. Wees maar erg lief voor
haar en wil je de hartelijke groeten te
rug doen? Niet vergeten hoor. Dicky Ip-
pel stuurde me een opstel dat ik erg
leuk vond. Hoe gaat het 20 op de „Helc-
ne". Alles wel aan boord? Volgende week
krijgt Anneke Harteveld haar rapport en
ze wacht vol spanning af of ze overgaat
naar de derde klas. Ik hoop het voor jc
kind. Schrijf je me de cijfers eens
een keertje? Afke Bergsma is heerlijk
een dag uitgeweest, cn ze heeft met
vader en moeder tikkertje gespeeld, ,,'t
Ging nog best" schreef Afke en daar heb
ik een beetje om moeten lachen, 't Klonk
zo wijs. Jullie zullen best een leuke dag
hebben gehad denk ik zo. Ja Ankie Bont
je, dat gebeurt bij mij nogal eens een
keertje, dat ik er opeens zoveel nichten
en neven bij krijg. Maar hoe meer zie
len, hoe meer vreugd zegt een spreek
woord en dat gaat ook hier wel op, vind
je niet. Ben jij zo ziek. HcldeMoemple.
Ik hoop met je mee, dat je beter bent
als jullie naar Gelderland gaan. Van har
te het allerbeste gewenst entrouw
het drankje slikken hoor. Hier heb ik
twee brieven van Tineke Evers en Tjils-
ke Apol, die nog maar zes jaar zijn en
toch zo'n keurige brief hadden geschre
ven. Dat vind ik flink hoor en jullie kun
nen geloven, dat ik juist jullie brieven
met veel plezier heb gelezen. „Of we in
de zornei vacantie ook mogen schrijven"
vraagt Rietje van Dalen. Natuurlijk Riet
je. De krant is geen school die de
maand Augustus dicht gaat, dus schiijf
jij maar gerust Adri Louter had zich
over deze vraag ook al het hoofd gebro
ken. Nou het antwoord zal jij al wel ge
lezen hebben. Nemen jullie maar een
voorbeeld aan Luise Hogcnbirk. Die is
al bij een tante gelogeerd en toch heeft
ze me geschreven. Leuk Luise en nog
prettige dagen toegewenst. Jij gaat een
gezellige tijd tegemoet Hans Kedde. Ik
zou best met je mee willen, geloof dat
maar. Ook voor jou geldt natuurlijk:
veel plezier. Dat is niet mis Arie en Gert
Grootendorst, dat jullie school de beker
heeft gewonnen met zwemmen. En zeg
Arie, die zeven grote vissenwas 't
visserslatijn of niet? Hoe is het met
Riet Broer, al weer een beetje opgeknapt
meiske of lig je nog steeds in bed. 't
Beste ermee hoor. Afgesproken, Chris
Veldman, als jij in Nijmegen zit schrijf
jij mij een brief. Denk er om: ik reken
op je. En nu heb ik een verzoek. Anja
van der Male verblijft op het ogenblik
in Koloniehuls „Bethanie", Verlengde
Slotlaan 207 in Zeist Nu vraagt haar
moeder of jullie haar eens een kaartje
willen sturen en dat verzoek breng ik
natuurlijk graag over. Denken jullie eens
aan haar?
Kinders, dat was het weer. Zoals al
tijd volgen hier de nieuwelingen, die we
hartelijk welkom heten. Het zijn: Anton
van de Bosch, Kees van Burgel, Jan
Maasland, G(zonder voornaam)
Trapman, Anneke (zonder achter
naam, zusje van Wijnaook al zon
der achternaam), Ansje van der Wiel,
Henk Keyzcr, Bep Altena, Ben Roden
burg en Tineke Landheer.
Een prettige Zondag allemaal en tot
schrjjfs, jullie
TANTE JOS